PI150 Gebruik
47
I
De aansluiting gebeurt via een stekker die in een 12 V sigarettenaansteker-stopcontact
of in een 12 V boordstopcontact wordt gestoken. De middelste pen (afb. 1 5, pagina 3)
van de stekker is met de (+) plusleiding en de beide zijdelingse beugels (afb. 1 4,
pagina 3) van de stekker zijn met de (–) minleiding verbonden.
➤ Schakel het contact in.
➤ Sluit de omvormer aan op de 12 V sigarettenaansteker-contactdoos of op het 12 V
boordstopcontact.
➤ Verbind de omvormer met een verbruiker.
USB-aansluiting gebruiken
➤ Sluit de verbruiker, die van spanning moet worden voorzien (mobiele telefoon, camera,
laptop) aan op de wisselrichter.
➤ Sluit de omvormer aan op de 12 V sigarettenaansteker-contactdoos of het 12 V boord-
stopcontact.
➤ Schakel de verbruiker in.
7Gebruik
I
7.1 Functiecontrole
De omvormer geeft de correcte werking door een brandende groene LED (afb. 1 1,
pagina 3) aan.
Het toestel schakelt uit, als deze zich vanwege een te hoge omgevingstemperatuur op
meer dan 50 °C verwarmt.
Als de omvormer te sterk opgewarmd is, trek dan de aansluitkabel uit de sigarettenaan-
stekeraansluiting. Na het afkoelen kan de omvormer opnieuw ingestoken worden.
INSTRUCTIE
Als u het toestel aansluit op de sigarettenaansteker van uw voertuig, let er
dan op dat u het contact moet inschakelen om het toestel van stroom te
voorzien.
Als het toestel op meer dan 30 C° verwarmt, wordt automatisch een ventila-
tor ingeschakeld.
INSTRUCTIE
De omvormer kan bij een lopende of uitgeschakelde motor gebruikt worden.
In elk geval mag de motor niet gestart worden als de omvormer ingescha-
keld is, omdat de stroomtoevoer naar het 12 V stopcontact tijdens het star-
ten onderbroken kan worden.
Bij het gebruik van de omvormer gedurende langere tijd en met maximale
belasting adviseren wij de motor te starten om de accu van het voertuig op-
nieuw op te laden.