49
NEDERLANDS
De Cinema-modus omvat Dolby PLII-decodering
voor op de juiste wijze gecodeerd bronmateriaal of
“virtual surround”-verwerking. Hiermee wordt een
surroundsound-veld gecreëerd van niet-gecodeerd
materiaal. De muziekmodus bestaat uit een algoritme
dat stereomateriaal met een breder stereo-effect
weergeeft, zodat het geluid van de Panorama
2 te vergelijken is met dat van conventionele
stereosystemen.
Als deze optie beschikbaar is, kunnen de
decodeerstanden Cinema en Music gekozen worden
op het voorpaneel van de Panorama 2 of met de
afstandsbediening.
4. De Panorama 2 instellen
De standaardinstelling van de Panorama 2 levert
in veel situaties waarschijnlijk goede resultaten op,
maar de functionaliteit en de prestaties ervan kunnen
via de Setup Mode [Instelstand] op allerlei manieren
worden aangepast zodat ze beter bij een specieke
installatie of bij uw persoonlijke voorkeuren passen. U
kunt alle instelparameters of slechts een aantal ervan
aanpassen.
Druk op de OSD knop op de afstandsbediening om
de Panorama 2 in de Setup-modus te schakelen.
Het hoofdinstelmenu van de Panorama 2 wordt nu
weergegeven op de aangesloten tv. Om het setup
Menu te verlaten drukt u de Back toets
in op uw
afstandsbediening.
Opmerking: Het on-screen display voor de
instelmodus van de Panorama 2 kan in allerlei
talen worden weergegeven. In hoofdstuk 4.4 van
deze handleiding vindt u meer informatie over het
veranderen van de weergavetaal.
Opmerking: Als de instelmodus actief is en er
dertig seconden lang geen knop wordt ingedrukt,
keert de Panorama 2 automatisch terug naar de
normale stand.
Een menupunt hoger selecteren
Een menupunt lager selecteren
Input
[Ingang]
Linkeroptie selecteren
Audio mode
[Audio-
modus]
Rechteroptie selecteren
OSD
Menu-optie selecteren en verdergaan
naar het volgende menuniveau
Mute (back)
Terug naar het vorige menu
Met deze zes knoppen op de afstandsbediening kunt
u door de instelmenu's van de Panorama 2 navigeren
en instelopties selecteren. U hoeft geselecteerde
instelopties niet “op te slaan”. Zodra een menu-
optie geselecteerd wordt, wordt deze automatisch
geïmplementeerd en opgeslagen.
Opmerking: Als de Panorama 2 in de
Instelmodus staat, werken alleen de zes menu-
navigatieknoppen. De andere knoppen op de
afstandsbediening reageren nu niet.
Het hoofdinstelmenu van de Panorama 2 bevat
vier opties: SOUND [geluid], ROOM SETUP
[kamerinstelling], TUNING en DEVICE [apparaat].
De onder elk van deze vier menu-opties beschikbare
parameters en opties worden in de volgende
hoofdstukken beschreven. U kunt elk van deze
hoofdmenu-opties om beurten selecteren met de OSD
knop
op de afstandsbediening.
4.1 Het menu SOUND
Met het menu SOUND kunt u de opties BASS
[lage tonen] en TREBLE [hoge tonen], BASS EQ
(bas equaliser-instellingen), SUBWOOFER LEVEL
[subwooferniveau] en SUBWOOFER DISTANCE
[subwooferafstand] op de Panorama 2 aanpassen.
Opmerking: De opties in het subwoofer-menu zijn
alleen beschikbaar als er een subwoofer op uw
Panorama 2 is aangesloten.
Met de menuoptie BASS kunt u het relatieve vermogen
van de lage tonen aanpassen. Selecteer BASS en
verhoog of verlaag het vermogen met de knoppen
Input (
) en Audio Mode ( ). Druk op de knop Back
om terug te keren naar het vorige menu.
Met de menuoptie TREBLE kunt u het relatieve
vermogen van de hoge tonen aanpassen. Selecteer
TREBLE en verhoog of verlaag het vermogen met de
knoppen Input (
) en Audio Mode ( ). Druk op de
knop Back
om terug te keren naar het vorige menu.
Opmerking: U kunt de lage- en hogetonenweergave
het beste pas aanpassen nadat u verschillende
soorten bronmateriaal hebt beluisterd. Stel de
weergave zo in dat zowel de hoge als de lage tonen
natuurlijk en prettig klinken. Als u de lage of hoge
tonen teveel benadrukt, gaat u zich daar na enige
tijd aan storen. U kunt de lage en hoge tonen het
beste pas denitief instellen na het instellen van
BASS EQ en ROOM SETUP op de Panorama 2.
Met de menuoptie BASS EQ kunt u het relatieve
vermogen van de lage tonen congureren op basis van
de directe omgeving rond de Panorama 2. Selecteer
BASS EQ en selecteer met de knoppen Input (
)
en Audio Mode (
) de optie WALL [muur] als de
Panorama 2 aan de muur wordt bevestigd of TABLE
[tafel] als u de Panorama 2 op een tafel wilt plaatsen.
Druk op de knop Back
om terug te keren naar het
vorige menu.
Met de menuoptie SUBWOOFER LEVEL kunt
u het relatieve niveau van een op de Panorama
2 aangesloten subwoofer aanpassen. Selecteer
SUBWOOFER LEVEL en pas het niveau aan met
de knoppen Input (
) en Audio Mode ( ). Pas het
subwoofer-niveau pas aan nadat u verschillende
soorten bronmateriaal hebt beluisterd. Kies een
instelling waarbij u de lage baselementen van het
afgespeelde bronmateriaal kunt horen zonder dat
deze domineren. Druk op de knop Back
om terug te
keren naar het vorige menu.
Met de menuoptie SUBWOOFER DISTANCE kunt u
de afstand tussen een op de Panorama 2 aangesloten
subwoofer en de luisterpositie opgeven. Selecteer
SUBWOOFER DISTANCE en pas de afstand aan met
de knoppen Input (
) en Audio Mode ( ). Druk op de
knop Back
om terug te keren naar het vorige menu.
Opmerking: Het invoeren van de afstand tussen
de subwoofer en de luisterpositie is belangrijk om
ervoor te zorgen dat lage tonen van de subwoofer
op de juiste wijze worden geïntegreerd met het
geluid van uw Panorama 2. U hoeft deze afstand
niet exact uit te meten, op ca. 25 cm nauwkeurig is
prima. U kunt de meeteenheden in het instelmenu
DEVICE aanpassen.
4.2 Het menu ROOM SETUP
Met het menu ROOM SETUP kunt u de VIEWING
DISTANCE [kijkafstand] en de OFFSET [afwijking], en
het geluidsweerkaatsingskaraker van de LEFT WALL
[linkermuur] en RIGHT WALL [rechtermuur] voor de
Panorama 2 invoeren.
Met de menuoptie VIEWING DISTANCE kunt u de
afstand tussen de Panorama 2 en de luisterpositie
opgeven. Selecteer VIEWING DISTANCE en pas de
afstand aan met de knoppen Input (
) en Audio Mode
(
). Druk op de knop Back om terug te keren naar
het vorige menu.
Met de menuoptie OFFSET kunt u de afwijking in de
afstand, links of rechts, van de centrale luisterpositie
ten opzichte van het hart van de Panorama opgeven.
Selecteer OFFSET en stel de afstand in met de
knoppen Input (
) en Audio Mode ( ). Druk op de
knop Back
om terug te keren naar het vorige menu.
Opmerking: Als de offset-afstand goed is ingesteld,
kan het signaal van de surround-speakeruitgang
van de Panorama 2 goed getimed worden. U hoeft
de offset niet exact uit te meten, op ca. 25 cm
nauwkeurig is prima. U kunt de meeteenheden in
het instelmenu DEVICE aanpassen.
Met de menuopties LEFT WALL en RIGHT WALL
kunt u de geluidsweerkaatsingskenmerken van de
wanden aan beide zijden van de Panorama 2 invoeren.
Selecteer LEFT WALL en RIGHT WALL om beurten en
selecteer met de knoppen Input (
) en Audio Mode
(
) de optie die het karakter van de wand het beste
omschrijft: soft [zacht], medium of hard. Druk op de
knop Back
om terug te keren naar het vorige menu.
Opmerking: De Panorama 2 genereert een
surroundsound-veld door het geluid te laten
weerkaatsen door de zijwanden van het vertrek.
Door het geluidsweerkaatsingskarakter van de
wand aan te geven, kunnen betere prestaties
gerealiseerd worden. Een typische “harde” wand
zou een groot raam of een massieve bakstenen
constructie zijn; een “medium” wand zou een
wand van gipsplaten zijn of een bakstenen wand
die wordt afgeschermd door meubilair, terwijl
een “zachte” wand een raam zou zijn met dikke
gordijnen ervoor of een muur met een wandkleed
of dik stoffen behang.
4.3 Het menu TUNING
Met het menu TUNING kunt u de instellingen voor
GAIN [versterkingsfactor], DELAY [vertraging] en
BI-LANGUAGE [twee talen] op de Panorama 2
aanpassen.
Met het menu GAIN kunt u de gevoeligheid van
de analoge ingang (Ingang 5) van de Panorama 2
afstellen. Selecteer GAIN en stel de waarde af met
de knoppen Input (
) en Audio Mode ( ). Druk op de
knop Back
om terug te keren naar het vorige menu.
Opmerking: Het is soms nuttig de
ingangsgevoeligheid aan te passen, omdat hiermee
het lage uitgangsniveau van bepaalde analoge
bronnen gecompenseerd kan worden.
Opmerking: Het menu GAIN is alleen beschikbaar
als er een analoge ingang geselecteerd wordt.
Met het menu DELAY kunt u de algehele vertraging
van de geluidsweergave van de Panorama 2
aanpassen, zodat hetgeen u hoort overeenkomt met
de mondbewegingen op het scherm. De aangepaste
vertraging is alleen van toepassing op de momenteel
geselecteerde ingang. Als er bijvoorbeeld een
vertraging moet worden ingesteld op Ingang 1, moet u
deze ingang selecteren voordat de Panorama 2 in de
Setup-modus wordt geschakeld. U kunt de vertraging
aanpassen door DELAY te selecteren en het niveau
aan te passen met de knoppen Input (
) en Audio
Mode (
). Druk op de knop Back om terug te keren
naar het vorige menu.
Met de functie BI-LANGUAGE [twee talen] kan
de Panorama 2 op de juiste wijze gecodeerd
bronmateriaal in twee talen weergeven. De talen
kunnen individueel geselecteerd worden of tegelijkertijd
weergegeven worden. Omdat de Panorama 2
gescheiden linker- en rechtergeluidsvelden kan
creëren, is het mogelijk om twee talen tegelijk te laten
horen. Deze taalfunctie is niet beschikbaar op de
analoge ingang van de Panorama 2.