Aeg-Electrolux LAV47475 Handleiding

Type
Handleiding
LAVAMAT 47475 aqua alarm
De wasautomaat die het milieu ontziet
Informatie voor de gebruiker
PERFEKT IN FORM UND FUNKTION
2
Geachte klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar het
boekje zodat u nog eens iets kunt nalezen.
Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende ei-
genaar van het apparaat door.
De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt :
Veiligheidsaanwijzingen
Waarschuwing! Aanwijzingen die voor uw eigen veiligheid dienen.
Let op! Aanwijzingen die ter voorkoming van schade aan het apparaat
dienen.
Aanwijzingen en praktische tips
Milieu-informatie
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje aanwijzingen
om kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat te doen als...".
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met de AEG
fabrieksservice, zie hoofdstuk "Service".
U bent nu in het bezit van een AEG product. Vanzelfsprekend kunt u
ook tijdens het gebruik van uw product op AEG rekenen. Daarom no-
digen wij u van harte uit u te registreren op onze internetsite www.mi-
jnapparaten.nl. Wij kunnen u dan nog beter van dienst zijn met
informatie over producten, gebruiksaanwijzingen, tips, innovaties,
oplossingen voor storingen etc.
Informatie voor de gebruiker
3
INHOUD
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid .........................................................5
Vóór het in gebruik nemen ......................................................................5
Gebruik volgens de voorschriften .........................................................5
Veiligheid van kinderen ............................................................................6
Algemene veiligheid ...................................................................................6
Afvalverwerking ..........................................................................................7
Milieutips .......................................................................................................7
Beschrijving van het apparaat ................................................................9
Was- en nabehandelingsmiddelbox ......................................................9
Bedieningspaneel ..................................................................................... 10
Programmakiezer ..................................................................................... 10
Toetsen voor extra programma’s ........................................................ 12
Toets CENTRIFUGETOERENTAL / SPOELSTOP ................................... 13
Toets STARTTIJDKEUZE .......................................................................... 14
Toets START / PAUZE ............................................................................... 14
Machinedeksel openen en sluiten ...................................................... 15
Multidisplay ............................................................................................... 15
Indicatie van het programmaverloop ................................................ 16
Voordat u gaat wassen .......................................................................... 18
Wasgoed sorteren en voorbereiden ................................................... 18
Hoeveelheid wasgoed ............................................................................. 18
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen ..................................... 19
Internationale behandelingsetiketten ............................................... 20
Een was doen ............................................................................................ 21
Wasgoed in de machine doen .............................................................. 21
Was-/nabehandelingsmiddel doseren: .............................................. 21
Programma kiezen ................................................................................... 22
Centrifugetoerental kiezen ................................................................... 22
Extra functies kiezen .............................................................................. 22
Startuitstel kiezen ................................................................................... 22
Wasprogramma starten ......................................................................... 23
Afloop van het wasprogramma ........................................................... 23
Einde van het programma/Wasgoed uit de machine nemen .... 24
Programmatabel ...................................................................................... 25
Verbruikswaarden en tijdsduur voor gekozen
programma’s (richtlijnen) ...................................................................... 27
Reiniging en onderhoud ........................................................................ 28
Informatie voor de gebruiker
4
In het dagelijks gebruik ......................................................................... 28
Bedieningspaneel ..................................................................................... 28
Wasmiddelbox ........................................................................................... 28
Wastrommel .............................................................................................. 29
Pluizenzeef reinigen / Water aftappen ............................................. 29
Wat te doen als … .................................................................................... 31
Opstel-en aansluitaanwijzing .............................................................. 34
Waarschuwingen ..................................................................................... 34
Afmetingen van het apparaat ............................................................. 35
Installatie .................................................................................................... 36
Technische gegevens ............................................................................... 41
Garantievoorwaarden ............................................................................. 42
Reparatievoorwaarden ........................................................................... 45
Service ......................................................................................................... 47
Adres service-afdeling ............................................................................ 48
Informatie voor de gebruiker
5
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
De veiligheid van elektrische apparaten van AEG voldoet aan de
Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant
genoodzaakt, u op het volgende te wijzen.
Vóór het in gebruik nemen
Lees de "Opstel- en aansluitaanwijzing" achter in dit boekje.
Gebruik volgens de voorschriften
De wasautomaat is alleen bedoeld voor huishoudelijk gebruik,
voor het wassen van wasgoed. Als het apparaat voor verkeerde
doeleinden wordt gebruikt of foutief wordt bediend, wordt
eventuele schade niet door de garantiebepalingen gedekt.
Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn
uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
Gebruik alleen wasmiddelen die geschikt zijn voor wasautomaten.
Let op de aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant.
Het wasgoed mag geen ontvlambare oplosmiddelen bevatten. Let
hier ook op bij het wassen van voorbehandeld wasgoed.
Gebruik de wasautomaat niet voor chemische reiniging.
Kleur- en ontkleuringsmiddelen mogen alleen in de wasautomaat
gebruikt worden, als de fabrikant van deze producten
uitdrukkelijk aangeeft dat dat mogelijk is. Voor eventuele schade
zijn wij niet verantwoordelijk.
Gebruik alleen leidingwater. Gebruik regenwater alleen als dat
aan de voorschriften volgens DIN 1986 en DIN 1988 voldoet.
Beschadigingen ten gevolge van vorst worden niet door de
garantiebepalingen gedekt! Als de wasautomaat in een ruimte
staat waar het kan gaan vriezen, moet bij kans op vorst het water
worden afgetapt (zie hoofdstuk "Water aftappen").
Informatie voor de gebruiker
6
Veiligheid van kinderen
Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische
apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige
toezicht als het apparaat aanstaat en laat kinderen niet met de
wasautomaat spelen.
Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk
zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen uit
de buurt van kinderen houden.
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet in de trommel
van de wasautomaat klimmen.
Als u het apparaat afdankt: trek de stekker uit het stopcontact, maak
het deurslot onbruikbaar, snijd het aansluitsnoer af en gooi stekker
en snoer weg. Zo kunnen kinderen zichzelf of andere
kinderen niet in
het apparaat opsluiten en niet in levensgevaar komen.
Algemene veiligheid
Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico's leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze
service-afdeling of de vakhandelaar.
Neem de wasautomaat nooit in gebruik, als het aansluitsnoer
beschadigd is of als bedieningspaneel, bovenblad of sokkel zo
beschadigd zijn, dat de binnenkant van het apparaat toegankelijk is.
Schakel de wasautomaat uit voordat u hem gaat schoonmaken.
Bovendien de stekker uit het stopcontact trekken of - bij vaste
aansluiting - automatische zekering in de huisinstallatie
uitschakelen of zekering geheel uitdraaien.
Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan
de stekker.
Sproei de wasautomaat niet met een waterstraal af. Kans op
kortsluiting!
Laat het sop afkoelen voordat u water gaat aftappen, de pomp
gaat reinigen of noodontgrendeling van het deksel gaat toepassen.
Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet
worden gebruikt. Brandgevaar door oververhitting !
Informatie voor de gebruiker
7
Kleine huisdieren kunnen aan snoeren en slangen knagen. Kans op
kortsluiting en overstroming! Kleine dieren uit de buurt van de
wasautomaat houden.
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal verwijderen
Verwijder de verpakking van de wasautomaat op de juiste manier.
Alle verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-onvriendelijk en kunnen
zonder gevaar bij het afval worden gezet en bij de vuilverbranding
worden verbrand.
De kunststoffen kunnen ook hergebruikt worden en hebben de
volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen
>PS< voor polystyreen
>PP< voor polypropyleen
Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer
in een container voor oud papier te deponeren.
Oud apparaat verwijderen
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat
dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet
worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Milieutips
Voor normaal verontreinigd wasgoed zijn de programma's zonder
voorwas bedoeld. Zo bespaart u wasmiddel, water en tijd (en u
ontziet het milieu!).
Informatie voor de gebruiker
8
Het zuinigst wast u met een volle trommel.
Doseer bij kleine hoeveelheden wasgoed slechts de helft tot twee
derde van de aangegeven hoeveelheid wasmiddel.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte
verontreinigingen verwijderd worden. Dan kunt u op een lagere
temperatuur wassen.
Was licht tot normaal verontreinigde witte was met het
energiespaarprogramma.
Vaak is wasverzachter niet nodig. Probeert u het eens! Als u een
wasdroger gebruikt, wordt uw wasgoed ook zonder wasverzachter
zacht en wollig.
Bij gemiddelde tot hoge waterhardheid (vanaf hardheid II, zie
"Was- en nabehandelingsmiddelen")) moet u waterontharder
gebruiken. Het wasmiddel kunt u dan voor hardheid I (=zacht)
doseren.
Informatie voor de gebruiker
9
Beschrijving van het apparaat
1 - Bedieningspaneel
2 - Greep om het deksel te openen
3 - Filterdeurtje
4 - Stelvoeten
5 - Hendel voor de wielen
Was- en nabehandelingsmiddelbox
1 - vak
voorwasmiddel of ontharder of
vlekkenzout
2 - vak
hoofdwasmiddel (poedervormig) en evt.
ontharder
3 - vak
vloeibare nabehandelingsmiddelen
(wasverzachter, stijfsel)
5
3
1
2
4
1
2
3
Informatie voor de gebruiker
10
Bedieningspaneel
Programmakiezer
De programmakiezer bepaalt hoe het
wasproces gaat verlopen (bijv.
waterniveau, trommelbeweging, aantal
spoelgangen, centrifugetoerental)
aangepast aan de betreffende
textielsoort, en de soptemperatuur. De
verschillende instellingen werken als
volgt :
UIT
Schakelt de wasautomaat uit, op alle andere standen is de wasautomaat
ingeschakeld.
WITTE WAS / BONTE WAS
Hoofdwas voor witte/bonte was (katoen/linnen) op 30°C tot 95°C.
Toetsen
Toets centrifugetoerental/
SPOELSTOP
Indicatie DEKSEL
Indicatie van het
programmaverloop
Programmakiezer
Toets
STARTTIJDKEUZE
Multidisplay
Toets
START/PAUZE
Indicatie OVERDOSERING
Informatie voor de gebruiker
11
40 - 60 MIX
Programma voor witte/bonte was, die op verschillende temperaturen
moet worden gewassen.
Verschillende soorten textiel, die volgens het wasetiket gewoonlijk
gescheiden op 40°C of op 60°C gewassen moeten worden, kunnen met
het programma 40-60 MIX samen gewassen worden. Zo wordt de
capaciteit van de trommel beter benut en daardoor wordt energie
bespaard. Vanwege de langere wasduur wordt het wasresultaat van een
normaal programma op 60°C bereikt (kan niet gecombineerd worden
met KORT).
KREUKHERSTELLEND
Hoofdwas voor kreukherstellend goed (mengweefsels) op 30°C tot 60°C.
STRIJKVRIJ
Hoofdwas op 40°C voor kreukherstellend goed dat m.b.v. dit programma
nog slechts licht of helemaal niet gestreken hoeft te worden.
FIJNE WAS
Hoofdwas voor fijne was op 30°C of 40°C.
WOL / HANDWAS
Hoofdwas (koud tot 30°C) voor in de machine wasbare wol en voor
wasbare wol en zijde met het wasetiket " " (handwas).
SPOELEN
Apart voorzichtig spoelen, bijv. voor het spoelen van met de hand
gewassen goed (2 spoelgangen en centrifugeren).
POMPEN
Wegpompen van het water na spoelstop (zonder centrifugeren).
CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na spoelstop en centrifugeren, resp. apart
centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was.
Spoelstop betekent
: het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen,
het wordt niet gecentrifugeerd.
Informatie voor de gebruiker
12
SNELWAS
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd wasgoed (kan niet gekozen
worden bij instelling WOL en ECO en in combinatie met VLEKKEN).
ECO
Energiebesparend programma voor licht tot normaal verontreinigde witte
was, verlengde wastijd (niet te combineren met KORT).
Toetsen voor extra programma’s
Met deze toetsen kunt u het wasprogramma
aanpassen aan de mate van verontreiniging
van het wasgoed. Voor normaal verontreinigd
goed zijn extra programma's niet nodig.
Afhankelijk van het programma kunnen de
verschillende functies met elkaar
gecombineerd worden.
Deze kunt u kiezen na het instellen van het
programma en vóór het indrukken van toets START/PAUZE. Als u een toets
indrukt, gaat het betreffende lampje branden. Als u de toets nogmaals
indrukt, gaat het lampje uit.
NACHT CYCLUS
De keuze NACHT CYCLUS is te gebruiken bij alle was- en
spoelprogramma’s. Hiermee kan het geluidsniveau van uw wasmachine
worden verminderd zonder afbreuk te doen aan de wasprestaties
(wanneer u uw wasmachine ’s nachts wilt gebruiken). Bovendien blijft het
water van de laatste spoeling aan het eind van het gekozen programma
in de trommel om te voorkomen dat de was gaat kreuken wanneer deze
niet meteen uit de trommel wordt gehaald. Deze keuze kan worden
geselecteerd tot aan het moment van spoelen door eerst de toets START/
PAUZE te kiezen. Na afloop van de cyclus branden de lampjes EINDE
CYCLUS en STOP TROMMEL en geeft het display "0" aan.
Er zijn twee verschillende manieren om het water af te voeren :
Kies het programma POMPEN : de wasmachine pompt het water weg
zonder centrifugeren. Alvorens het programma POMPEN te kiezen
moet de programmakeuzeknop op STOP staan.
Informatie voor de gebruiker
13
Centrifugeren: kies de gewenste centrifugesnelheid door de toets
CENTRIFUGEREN in te drukken. Alvorens het programma CENTRIFU-
GEREN te kiezen moet de programmakeuzeknop op STOP staan.
KORT
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd wasgoed (kan niet gekozen
worden bij instelling WOL en ECO).
VOORWAS
Ca. 15 minuten bij 30°C. Warm voorwassen voor de automatisch
volgende hoofdwas (kan niet gekozen worden bij instelling WOL en in
combinatie met VLEKKEN); met tussendoor centrifugeren bij WITTE
WAS/ BONTE WAS of KREUKHERSTELLEND, zonder tussendoor
centrifugeren bij FIJNE WAS.
VLEKKEN
Voor het behandelen van sterk verontreinigd wasgoed of van wasgoed met
vlekken (verlengde hoofdwas, waarbij vlekkenzout op het juiste moment
wordt ingespoeld, kan niet gekozen worden bij instelling WOL en in
combinatie met KORT en VOORWAS en bij temperaturen beneden 40°C).
BEHOEDZAAM
Verhoogde spoelwerking door extra spoelgang en tegelijk voorzichtige
behandeling van het wasgoed (verminderde trommelbeweging). Ideaal
als er vaak moet worden gewassen, bijvoorbeeld bij overgevoeligheid
van de huid.
Toets CENTRIFUGETOERENTAL / SPOELSTOP
Door indrukken van deze toets kunt u het
maximale centrifugetoerental voor het
ingestelde programma reduceren of
SPOELSTOP instellen.
De maximale centrifugetoerentallen zijn
aangepast aan de betreffende soort wasgoed.
Als u SPOELSTOP kiest, blijft het wasgoed in
het laatste spoelwater liggen, het wordt niet
gecentrifugeerd.
Informatie voor de gebruiker
14
Als u het centrifugetoerental niet wijzigt, wordt het automatisch aan het
wasprogramma aangepast:
- WITTE WAS / BONTE WAS ............................1400 tpm
- KREUKHERSTELLEND / STRIJKVRIJ ............... 900 tpm
- FIJNE WAS........................................................... 900 tpm
- WOL / ZIJDE / handwas ................................... 900 tpm
Het toerental voor de centrifugegangen tussendoor is afhankelijk van het
gekozen programma en kan niet worden gewijzigd.
Toets STARTTIJDKEUZE
Met deze toets kunt u de start van een
wasprogramma van 30 minuten tot maximaal 23 uur
uitstellen. Zo kunt u bijv. in de voordeeluren wassen.
Deze toets moet vóór het indrukken van toets START/
PAUZE worden ingedrukt.
In het display verschijnt 5 seconden lang de gekozen tijd, dan wordt de
duur van het gekozen programma weer aangegeven.
Na indrukken van toets START/PAUZE begint de machine de resterende
tijd in uren terug te tellen.
Om de gekozen starttijd te wijzigen of te annuleren, toets START/PAUZE
indrukken en dan toets STARTTIJDKEUZE indrukken, tot in het
multidisplay de gewenste tijd verschijnt resp. 0 h wordt aangegeven (als
u de starttijdkeuze wilt annuleren).
Nu toets START / PAUZE nogmaals indrukken.
Als u de starttijd hebt geannuleerd, wordt in het display weer de duur van
het eerder gekozen wasprogramma aangegeven.
Attentie! Als u functie "starttijdkeuze" kiest, liever geen vloeibaar
wasmiddel gebruiken. Het vloeibare wasmiddel zou al voordat het
programma begint op het wasgoed terecht kunnen komen en vlekken
kunnen veroorzaken. Gebruik daarom de door de wasmiddelindustrie
aangeboden doseerhulpjes of poedervormig wasmiddel.
Toets START / PAUZE
Deze toets heeft drie functies :
•Start
Door indrukken van de toets wordt het ingestelde
programma gestart. Als starttijdkeuze is ingesteld,
wordt deze gestart.
Informatie voor de gebruiker
15
•Pauze
Om een lopend programma te onderbreken, toets START/PAUZE
indrukken: de indicatie in het multidisplay knippert
U zet het programma voort door de toets opnieuw in te drukken.
Wijzigen van de extra programma's
Machinedeksel openen en sluiten
De indicaties DEKSEL en START/PAUZE geven aan of
het deksel geopend kan worden :
Indien:
- het lampje EINDE knippert,
- en/of de foutcode E40 in het vernster verschijnt,
geeft dit aan dat u hebt geprobeerd een wasprogramma te starten
zonder dat het deksel op de juiste manier is gesloten. Druk in dit geval
stevig op het deksel en start het wasprogramma nogmaals.
Multidisplay
In dit display wordt de volgende informatie aangegeven:
Duur van het gekozen programma (in minuten)
Een oplichtende nul aan het einde van het programma.
Starttijdkeuze die met de betreffende toets is gekozen. De tijd tot
aan de start (max. 23 uur) wordt in uren teruggeteld.
Foutcode. Treden storingen aan het apparaat op, dan worden deze
m.b.v. een speciale foutcode in het display aangegeven.
Lampje
DEKSEL
Lampje
START/PAUZE
Openen van het
deksel mogelijk?
Brandt groen Knippert rood Ja, ontgrendelen van het
deksel
Brandt groen Brandt rood Ja, maar eerst toets START/
PAUZE indrukken
Brandt rood Knippert rood of blijft
rood branden
Nee
Informatie voor de gebruiker
16
Indicatie van het programmaverloop
Geeft vóór de start van het programma aan welke
programmaonderdelen zijn gekozen. Tijdens het
programma brandt de indicatie van het onderdeel
waarmee de machine bezig is.
SPOELEN PLUS
De wasmachine is afgesteld op een uiterst zuinig watergebruik. Voor
mensen die aan een allergie lijden kan het echter wenselijk zijn met meer
water te spoelen. Wanneer de functie SPOELEN PLUS wordt gekozen,
wordt er een extra spoeling uitgevoerd voor de programma’s Wit/Bont,
Synthetisch en Fijne was. Bij levering van de machine is geen extra
spoeling geprogrammeerd.
Extra spoelen activeren :
Zet de programmakeuzeknop op Wit/Bont, Synthetisch en Fijne was
(op iedere temperatuur).
Houd de toetsen KORT en BEHOEDZAAM tenminste 10 seconden
ingedrukt. Het lampje SPOELEN PLUS brandt in de weergave van het
programmaverloop. De fase extra spoelen is geactiveerd en blijft
geactiveerd totdat de functie weer wordt uitgeschakeld.
Bij extra spoelen wordt meer water gebruikt en het wasprogramma duurt
langer.
Extra spoelen uitschakelen :
Zet de programmakeuzeknop weer op Wit/Bont, Synthetisch en Fijne
was.
Houd de toetsen KORT en BEHOEDZAAM tenminste 10 seconden
ingedrukt. Het lampje SPOELEN PLUS gaat uit in de weergave van het
programmaverloop. De fase extra spoelen is nu uitgeschakeld.
PARKEERSTAND
Wanneer de trommel aan het eind van de cyclus weer in de juiste positie
staat, brandt het lampje PARKEERSTAND. Het lampje EINDE brandt. De
veiligheidsvergrendeling van de deur wordt uitgeschakeld.
Informatie voor de gebruiker
17
EINDE
Signaal einde wascyclus. De was kan uit de wasmachine worden gehaald
OVERDOSERING
Indien het lampje OVERDOSERING brandt, betekent dit dat er tijdens het
afgelopen wasprogramma teveel wasmiddel is gebruikt. Houd u bij de
volgende keer dat u wast aan de aanwijzingen van de fabricant van het
wasmiddel en aan de hoeveelheid te laden was.
Wasprogramma annuleren
Als een reeds lopend programma moet worden geannuleerd, draait u de
programmakiezer op UIT.
Attentie! Na een programma met SPOELSTOP eerst UIT instellen en dan
programma POMPEN kiezen.
Lopend programma wijzigen
Om een gekozen extra programma te wijzigen, eerst toets START/PAUZE
indrukken.
Alle extra programma's kunnen, voordat het programma ze uitvoert,
gewijzigd worden. Na inschakelen van de gewenste extra programma's
toets START/PAUZE nogmaals indrukken.
Om een programma te wijzigen eerst de programmakiezer op UIT en dan
op een ander programma draaien.
Het water blijft in de trommel en na opnieuw indrukken van toets
START/PAUZE loopt het programma verder.
Geluidssignaal uitschakelen
Er klinkt een geluidssignaal als wasprogramma en toetsenfunctie
worden ingesteld. Het einde van het programma wordt aangegeven
door meerdere geluidssignalen. Als deze signalen moeten worden
uitgeschakeld omdat ze storend werken, gaat u als volgt te werk:
a) Wasprogramma kiezen,
b) Toetsen STARTTIJDKEUZE en START/PAUZE tegelijk indrukken,
c) Het geluidssignaal is nu uitgeschakeld.
d) Weer inschakelen van het signaal geschiedt op dezelfde wijze.
Informatie voor de gebruiker
18
Voordat u gaat wassen
Wasgoed sorteren en voorbereiden
Wasgoed volgens soort en behandelingsetiket sorteren : normale
was voor sterk wasgoed dat krachtig wassen en centrifugeren kan
verdragen; fijne was voor teer wasgoed dat voorzichtiger moet
worden behandeld. Kies voor gemengde ladingen programma en
temperatuur passend bij het teerste textiel.
Wit en gekleurd wasgoed apart wassen. Anders kan het witte goed
verkleuren resp. vergrauwen.
Nieuw wasgoed geeft vaak af. Zulke stukken daarom de eerste keer
liever apart wassen. Houd u aan de aanwijzingen "apart wassen" en
"enkele keren apart wassen" op het behandelingsetiket.
Zakken leegmaken en het wasgoed uit elkaar vouwen.
Alle losse knopen, haken en ogen verwijderen. Ritsen sluiten, een
knoop leggen in veters en riempjes.
Kleding die uit meer lagen bestaat (slaapzakken, anoraks enz.),
gebreid gekleurd textiel en wol en textiel met applicaties binnenste
buiten keren.
Kleine en tere stukken wasgoed (sokken, panty's, beha's enz.) in een
wasnetje wassen. Vooral beugelbeha's altijd in een wasnetje was-
sen. Een losgeraakte beugel kan zeer grote schade veroorzaken aan
wasgoed en wasautomaat, waarvoor AEG niet aansprakelijk kan
worden gesteld.
Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Haken verwijderen en
de vitrages in een net of zak binden
Hoeveelheid wasgoed
De hoeveelheid wasgoed die u in de trommel doet mag het maximale
vulgewicht van de wasautomaat niet overschrijden. Dit vulgewicht
hangt af van het soort wasgoed. Doe minder wasgoed in de machine
als het erg vuil is.
Niet alle textielsoorten hebben hetzelfde volume en hetzelfde
opnemend vermogen. Daarom moet de trommel in het algemeen als
volgt gevuld worden:
vol, maar niet overvol voor katoen en linnen,
halfvol voor weefsels gemengd met katoen en synthetische weef-
sels,
Informatie voor de gebruiker
19
voor een derde gevuld voor tere artikelen zoals vitrages en wol.
Bij een gemengde was het vulgewicht van het teerste materiaal
aanhouden.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen die geschikt
zijn voor gebruik in een wasautomaat. Lees de aanwijzingen van de
fabrikant.
Gelijktijdig gebruik van meerdere soorten wasmiddelen wordt
afgeraden, dit kan het wasgoed beschadigen.
De hoeveelheid wasmiddel hangt af van de hoeveelheid wasgoed, de
waterhardheid en de mate van verontreiniging van het wasgoed.
Als het water zacht is, kunt u wat minder doseren. Doseer wat meer
als het water hard is (of gebruik liever een waterontharder) of als het
wasgoed erg vuil of gevlekt is.
Informatie over de waterhardheid in uw woonplaats kunt u bij het
waterleidingbedrijf krijgen.
Wasmiddelen in poedervorm kunnen zonder beperkingen worden
gebruikt.
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u geen
voorwas doet, direct in het vakje voor het hoofdwasmiddel gieten. U
kunt ook een doseerbol gebruiken. In beide gevallen moet het
wasprogramma meteen worden gestart.
Wasmiddelen in tabletvorm legt u in het vakje voor hoofdwasmiddel.
Houd u bij de behandeling van vlekken vóór het wasprogramma aan
de dosering en instructies die de fabrikant van het product geeft.
Wanneer u het wasmiddel gebruikt voor het behandelen van vlekken,
dan moet u het wasprogramma meteen starten.
Informatie voor de gebruiker
20
Internationale behandelingsetiketten
Informatie voor de gebruiker
21
Een was doen
Voordat u de machine in gebruik neemt, raden wij u aan een wasgang
op 90°C zonder wasgoed uit te voeren om de kuip schoon te maken.
Wasgoed in de machine doen
Maximaal vulgewicht: zie "Programmatabellen". Aanwijzingen m.b.t.
een juiste voorbereiding van het wasgoed: zie "Wasgoed sorteren en
voorbereiden".
•Wasgoed sorteren en voorbereiden.
•Machine- en trommeldeksel openen.
•Wasgoed in de machine doen.
Attentie! Bij het sluiten van het
trommeldeksel opletten dat er geen
wasgoed tussen het deksel wordt geklemd!
Wasgoed en apparaat zouden kunnen
beschadigen!
•Trommel- en machinedeksel goed
sluiten.
Was-/nabehandelingsmiddel doseren:
Vak voor vloeibaar nabehandelingsmiddel:
(wasverzachter, stijfsel) Attentie! Vak niet verder dan markering MAX
vullen. Dikvloeibare middelen eventueel tot markering MAX met
water verdunnen, poedervormig stijfsel eerst oplossen.
Vak voor vlekkenzout:
Vak voor voorwasmiddel
*
/inweekmiddel*
alleen voor extra programma's (VOORWAS*/INWEKEN*) of voor
ontharder
Vak voor poedervormig hoofdwasmiddel:
Als u waterontharder gebruikt en het linker vak voor voorwas-*/
inweekmiddel* nodig hebt, de waterontharder op het
*. afhankelijk van model
A
Informatie voor de gebruiker
22
hoofdwasmiddel in het rechter vak doseren.
Bij gebruik van vloeibare wasmiddelen/tabletten:
Vloeibare wasmiddelen resp. tabletten met door de wasmiddelindustrie
aangeboden doseerhulpjes doseren. Let op de aanwijzingen op de
wasmiddelverpakking.
Programma kiezen
In de programmatabel ziet u, welk programma geschikt is voor uw
wasgoed.
Draai de programmakiezer op het gewenste programma, de lampjes
van de betreffende programma-onderdelen gaan branden.
Het display laat zien hoe lang het gekozen programma ongeveer gaat
duren.
De tijd in het display wordt tijdens het programma automatisch
aangepast.
Centrifugetoerental kiezen
Het maximale centrifugetoerental (aangepast aan het soort wasgoed)
wordt aangegeven als u het programma kiest en als de machine op
pauze staat. Door toets "CENTRIFUGETOERENTAL/SPOELSTOP" in te
drukken kunt u echter het toerental verlagen of spoelstop (alleen
pompen) kiezen.
Extra functies kiezen
De verschillende extra functies kunt u kiezen nadat u het programma
hebt gekozen en voordat u toets "START/PAUZE" indrukt.
Druk de gewenste toets(en) in, de betreffende lampjes gaan branden.
Als u een toets nogmaals indrukt, gaat het lampje uit. Als een functie
niet kan worden gecombineerd met het gekozen programma, gaat het
betreffende lampje knipperen en verschijnt "Err" in het display (zie
programmatabel).
Startuitstel kiezen
Deze functie stelt de start van het programma 30, 60, 90 minuten tot
23 uur uit. Kies het aantal uren dat u de start wilt uitstellen door de
toets verschillende malen in te drukken.
Informatie voor de gebruiker
23
Wasprogramma starten
Controleren of de waterkraan open is.
• Wasprogramma starten: toets START/PAUZE indrukken. Het
programma wordt gestart, resp. start na afloop van de ingestelde
starttijdkeuze.
Het machinedeksel is niet goed gesloten als bij indrukken van toets
START/PAUZE
de indicatie DEKSEL rood knippert
daarna de foutcode E40 in het multidisplay knippert,
en de indicatie EINDE knippert.
In dat geval deksel stevig dichtdrukken en toets START/PAUZE
nogmaals indrukken.
Bij ingestelde starttijdkeuze :
De ingestelde tijd loopt af, in het multidisplay wordt de resterende
tijd tot de programmastart (in volle uren) aangegeven. Tijdens deze
periode kunt u nog wasgoed in de machine doen of de starttijdkeuze
wijzigen resp. afbreken.
Wasgoed in de machine doen: toets START/PAUZE indrukken, het
deksel kan worden geopend. Dan machinedeksel sluiten en toets
START/PAUZE weer indrukken.
Starttijdkeuze wijzigen resp. afbreken: toets STARTTIJDKEUZE zo
vaak indrukken, tot de gewenste tijd wordt aangegeven; als de
programmalooptijd wordt aangegeven (indicatie in minuten),
start het wasprogramma direct.
Afloop van het wasprogramma
Vóór de start worden de verschillende programma-onderdelen op de
indicatie van het programmaverloop aangegeven.
Tijdens het wasprogramma wordt aangegeven met welk onderdeel de
machine bezig is.
Informatie voor de gebruiker
24
Multidisplay :
De te verwachten resterende looptijd (in minuten) wordt tot het einde
van het programma in het multidisplay aangegeven.
Bij automatische programma-aanpassing door de sturing van de
wasautomaat (hoeveelheid wasgoed, soort wasgoed,
onbalansherkenning, extra spoelgang enz.) kan de telling van de
resterende looptijd stilgezet of gecorrigeerd worden.
Einde van het programma/Wasgoed uit de machine
nemen
Als een wasprogramma is beëindigd, gaat EINDE in de indicatie van het
programmaverloop branden.
Als u spoelstop hebt gekozen, moet eerst het water worden
weggepompt:
- Programmakiezer op UIT draaien.
- Programmakiezer op POMPEN draaien en toets START/PAUZE
indrukken (het water wordt zonder centrifugeren weggepompt), of
- Programmakiezer op CENTRIFUGEREN draaien en toets START/
PAUZE indrukken (het water wordt weggepompt en het wasgoed
wordt gecentrifugeerd of voorzichtig gecentrifugeerd).
Na beëindiging van dit programma-onderdeel brandt de indicatie
EINDE.
Deksel openen.
Zodra de indicatie DEKSEL groen brandt, kan het machinedeksel
worden geopend.
De indicatie PARKEERSTAND in de indicatie van het programmaverloop
wijst erop, dat de trommel vastgezet is en direct kan worden geopend.
Wasgoed uit de machine nemen.
Programmakiezer op UIT draaien.
Na het wassen het machinedeksel een tijd open laten staat zodat de
wasautomaat kan luchten. Als de indicatie OVERDOSERING brandt,
hebt u in het afgelopen programma te veel wasmiddel gebruikt. Bij
de volgende was op de doseeraanwijzingen van de
wasmiddelfabrikant en op het vulgewicht letten!
Attentie! Als de wasautomaat langere tijd niet wordt gebruikt:
waterkraan dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
Informatie voor de gebruiker
25
Programmatabel
Hier vindt u een overzicht van niet alle mogelijke, maar alleen de in
het dagelijks gebruik zinvolle instellingen.
Soort
wasgoed
Max.
vulgewicht
(droog
wasgoed)
Programmakiezer
Temperatuur
(°C)
Mogelijke
extra
programma’s
Witte was 5,0 kg WITTE WAS /
BONTE WAS
95
NACHT CYCLUS
KORT
*
VOORWAS
VLEKKEN
BEHOEDZAAM
STARTTIJDKEUZE
*Kan niet gekozen worden bij instelling ECO, 40-60 MIX en in combinatie met VLEKKEN.
Energiespaarprog.
ECO
**
60
**
Dit 60°C-programma is het referentieprogrammma voor de gegevens op het energielabel,
Bonte was 5,0 kg 40-60 MIX
5,0 kg WITTE WAS /
BONTE WAS
30 - 60
NACHT CYCLUS
KORT
VOORWAS
VLEKKEN
***
BEHOEDZAAM
****
STARTTIJDKEUZE
***Kan niet gekozen worden bij temperaturen beneden 40°C en bij instelling FIJNE WAS.
****Kan niet gekozen worden bij instelling STRIJKVRIJ, FIJNE WAS.
Kreukherstel-
lend
2,5 kg
KREUKHERSTELLEND
30 - 60
1,0 kg STRIJKVRIJ
40
Fijne was 2,5 kg FIJNE WAS
30 - 40
Wol/
Handwas
1,0 kg WOL
Koud - 40
NACHT CYCLUS
STARTTIJDKEUZE
Alle 2,5 kg SNELWAS
Informatie voor de gebruiker
26
Gebruik
SPOELEN Met de hand gewassen goed kan in dit
programma gespoeld worden.
POMPEN Om af te pompen na spoelstop.
CENTRIFUGEREN Om te centrifugeren tussen 400 en 1400 tpm
na spoelstop.
Informatie voor de gebruiker
27
Verbruikswaarden en tijdsduur voor
gekozen programma’s (richtlijnen)
Programma/
Temperatuur in °C
Wasgoed
in kg
Water
in liter
Stroom
in kWh
Tijd in
minuten
WITTE / BONTE WAS 95 5,0 59 2,00
Zie multidisplay
WITTE / BONTE WAS 60 5,0 54 1,20
WITTE / BONTE WAS
40-60 MIX
5,0 50 0,85
WITTE / BONTE WAS 40 5,0 55 0,65
WITTE / BONTE WAS 30 5,0 52 0,50
ECO 60
*
*Dit 60°C-programma is het referentieprogramma voor de gegevens op
het energielabel, volgens richtlijn 92/75/EG.
5,0 42 0,85
KREUKHERSTELLEND 60 2,5 50 1,00
KREUKHERSTELLEND 50 2,5 50 0,90
KREUKHERSTELLEND 40 2,5 50 0,60
KREUKHERSTELLEND 30 2,5 50 0,50
STRIJKVRIJ 40 1,0 58 0,55
FIJNE WAS 40 2,5 55 0,60
FIJNE WAS 30 2,5 55 0,40
WOL / 40 1,0 50 0,40
WOL / 30 1,0 50 0,30
WOL / koud 1,0 50 0,05
SPOELEN 5,0 45 0,15
POMPEN 5,0 - 0,01
CENTRIFUGEREN 5,0 - 0,05
SNELWAS 2,5 40 0,30
Informatie voor de gebruiker
28
Reiniging en onderhoud
In het dagelijks gebruik
Deksel na het wassen open laten staan, opdat de wasautomaat kan
drogen.
Als u de wasautomaat langere tijd niet gebruikt :
Waterkraan dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
Bedieningspaneel
Attentie! Het paneel en de bedieningselementen in geen geval met
middelen voor het onderhoud van meubelen of agressieve
reinigingsmiddelen schoonmaken.
Het bedieningspaneel en de bedieningselementen met een vochtig
doekje reinigen. Alleen warm water gebruiken.
Wasmiddelbox
Van tijd tot tijd moet u de wasmiddelbox schoonmaken om eventuele
resten van wasmiddel te verwijderen en functiestoringen te
voorkomen. U kunt het bakje makkelijk losnemen.
Druk op de lipjes links en rechts en trek de
wasmiddelbox naar boven los.
Wasmiddelbox schoonmaken. Gebruik hiervoor
geen metalen voorwerpen, een borstel en heet
water (niet kokend) zijn voldoende.
Ook de hevels aan de achterkant van de
wasmiddelbox moeten losgenomen en
gereinigd worden.
Informatie voor de gebruiker
29
Bij het weer inzetten en vergrendelen van de
wasmiddelbox de randjes aan de zijkant in de
uitsparingen in het machinedeksel leiden en
de box naar beneden drukken.
Wastrommel
De wastrommel is van roestvrij edelstaal. Door roestende vreemde
voorwerpen in het wasgoed kunnen roestvlekken op de trommel
ontstaan.
De trommel niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen, chloor- of
ijzerhoudende schuurmiddelen of staalwol reinigen.
Geschikte ontkalkingsmiddelen zijn verkrijgbaar bij onze service-
afdeling.
Roestvlekken op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal verwijderen.
Pluizenzeef reinigen / Water aftappen
Wasautomaat uitschakelen voordat u de pluizenzeef gaat reinigen!
De pluizenzeef moet regelmatig gereinigd worden. Als lampje
PLUIZENZEEF
*
brandt, direct de pluizenzeef schoonmaken. Reinig de
zeef ook direct als u pluizig goed hebt gewassen.
Klepje openen (bijv. met een schroevendraaier)
* afhankelijk van model
Informatie voor de gebruiker
30
Restwater laten weglopen :
Zet een platte bak op de grond. Draai de dop
van de zeef tegen de wijzers van de klok in
(linksom) in de verticale stand en laat het water
weglopen.
Pluizenzeef losnemen :
Dop van de zeef losschroeven en zeef uitnemen.
Onder stromend water goed schoonmaken.
Weer inzetten en rechtsom vastschroeven.
Na het reinigen van de pluizenzeef moet het
klepje weer gesloten worden.
Attentie : om veiligheidsredenen moet het klepje tijdens het gebruik
gesloten zijn !
Informatie voor de gebruiker
31
Wat te doen als …
Kleine storingen zelf oplossen
Tijdens de fabricage van deze wasautomaat zijn vele controles
uitgevoerd. Als er echter een storing optreedt, lees dan eerst
onderstaande aanwijzingen voordat u contact opneemt met onze
service-afdeling.
Probleem Oorzaak
De machine start niet of er
wordt geen water toegevoerd:
de machine is niet correct aangeslo-
ten, de elektrische installatie werkt
niet,
het machinedeksel en de trommelklep-
pen zijn niet goed gesloten,
u hebt het programma niet goed ge-
start,
er is een stroomstoring,
de watertoevoer is afgesloten,
de waterkraan is dicht,
de watertoevoer is geblokkeerd.
Er wordt water toegevoerd,
maar meteen weer
weggepompt:
de afvoerslang hangt te laag (zie hoofd-
stuk Installatie).
De machine centrifugeert niet
of pompt niet:
de afvoerslang is verstopt of gedraaid,
het afvoerfilter is verstopt,
de onbalansherkenning is in werking
getreden; slechte verdeling van het was-
goed in de trommel,
u hebt programma pompen of functie
"nachtstand"* gekozen,
de afvoerslang hangt niet op de juiste
hoogte.
Er ligt water op de vloer rond
de wasautomaat:
te veel wasmiddel heeft te veel schuim
gevormd en dat is overstroomd,
het wasmiddel is niet geschikt voor machi-
naal wassen,
de afvoerslang hangt niet goed,
het afvoerfilter is niet op z'n plek gezet,
de watertoevoerslang lekt.
Informatie voor de gebruiker
32
Wasresultaten zijn niet
tevredenstellend:
het wasmiddel is niet geschikt voor machi-
naal wassen,
er zit te veel wasgoed in de trommel,
u hebt niet het juiste programma gekozen,
u hebt niet voldoende wasmiddel
gedoseerd.
De machine vibreert of staat
onrustig:
niet alle verpakking is verwijderd,
de machine staat niet waterpas of is niet
goed gevuld,
de machine staat te dicht tegen de muur
of meubilair,
het wasgoed is niet goed in de trommel
verdeeld,
er zit erg weinig wasgoed in de trommel.
Het programma duurt te lang: de watertoevoer is geblokkeerd,
er is een stroomstoring geweest of het
water is afgesloten,
de oververhittingsbeveiliging van de
motor is in werking getreden,
de temperatuur van het leidingwater is
lager dan normaal,
het schuimherkenningssysteem is in wer-
king getreden (te veel wasmiddel) en de
machine heeft het schuim verwijderd,
de onbalansherkenning is in werking
getreden, een extra fase is toegevoegd om
het wasgoed beter in de trommel te verde-
len.
De machine stopt tijdens een
programma:
er is een water- of stroomstoring,
u hebt spoelstop ingesteld.
Het machinedeksel kan
tijdens een programma niet
geopend worden:
•lampje "DEKSEL" is uit.
de temperatuur van het sop is te hoog.
het deksel kan pas 1 tot 2 minuten na
beëindiging van het programma geopend
worden
*
.
Probleem Oorzaak
Informatie voor de gebruiker
33
Lampje "
PARKEERSTAND
"* brandt
niet na afloop van een waspro-
gramma:
de trommel kon de juiste positie niet
bereiken door een voortdurende onba-
lans; draai de trommel met de hand.
Foutcode E40 verschijnt in het
display en lampje EINDE
**
knippert 4 keer
***
:
het machinedeksel is niet goed gesloten.
Foutcode E20 verschijnt in het
display en lampje EINDE**
knippert 2 keer***:
het afvoerfilter is verstopt,
de afvoerslang is verstopt of gedraaid,
de afvoerslang ligt te hoog (zie hoofdstuk
Installatie),
de afvoerpomp is verstopt,
de installatiesifon is verstopt.
Foutcode E10 verschijnt in het
display en lampje EINDE**
knippert 1 keer***:
de waterkraan is dicht,
de watertoevoer in de woning is afgeslo-
ten.
Foutcode EA0 verschijnt in het
display en lampje EINDE**
knippert 10 keer***:
De kleppen van de trommel zijn open.
Foutcode EF0 verschijnt in het
display en lampje EINDE**
knippert 15 keer***:
De beveiliging tegen wateroverlast,
aqua-control, is in werking getreden :
- waterkraan dichtdraaien,
- vervolgens de stekker uit het
stopcontact trekken,
- contact met de service-afdeling
opnemen.
Afvoerpomp blijft voort-
durend lopen - ook
wanneer het apparaat is
uitgeschakeld:
Wasverzachter komt tijdens
het doseren uit de overloop
(Lampje "
OVERDOSERING
"* brandt):
u hebt niet de juiste hoeveelheid
gedoseerd,
de hevels aan de achterkant van het was-
middelbakje zijn verstopt.
*Afhankelijk van model.
** Afhankelijk van het model kunnen akoestische signalen klinken.
*** Probleem indien mogelijk oplossen en dan toets "START/PAUZE" indrukken om
het onderbroken programma opnieuw te starten.
Probleem Oorzaak
Informatie voor de gebruiker
34
Opstel-en aansluitaanwijzing
Waarschuwingen
Deze wasautomaat is zwaar. Voorzichtig bij het verplaatsen ervan.
• Voor het in gebruik nemen moet de verpakking van de
wasautomaat worden verwijderd. Als niet de gehele
transportbeveiliging wordt verwijderd, kan dat tot schade aan de
wasautomaat of omringende meubelen leiden. De stekker mag
tijdens het uitpakken niet in het stopcontact zitten.
De wateraansluiting mag alleen door een erkend installateur
worden uitgevoerd.
De machine moet aan een stopcontact met randaarde worden
aangesloten.
Een eventuele wijziging in de elektrische huisinstallatie mag alleen
door een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Lees de aanwijzingen in hoofdstuk "Elektrische aansluiting"
aandachtig, voordat u de machine gaat aansluiten.
• Controleer na het installeren of de machine niet op het
aansluitsnoer staat.
Als de machine op vaste vloerbedekking wordt geïnstalleerd,
mogen de ventilatie-openingen aan de onderkant van de machine
niet door het tapijt worden afgedekt.
Het aansluitsnoer mag alleen door onze service-afdeling
vervangen worden.
Als de machine niet volgens de voorschriften is geïnstalleerd,
wordt eventuele schade niet door de garantiebepalingen gedekt.
Informatie voor de gebruiker
35
Afmetingen van het apparaat
Informatie voor de gebruiker
36
Installatie
Uitpakken
Verpakkingsmateriaal dat is gebruikt om interne
onderdelen van de machine tijdens het transport te
beschermen moet verwijderd worden voordat de machine
voor de eerste keer in gebruik wordt genomen.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal van de
machine. Kantel de machine naar opzij,
verwijder dan de verpakking onder de motor en
zet de machine weer rechtop.
Kantel de machine naar achteren en draai hem
een kwart slag op één van de hoeken om de
transportbodem te verwijderen.
Open het machinedeksel en ve
rwijder de
transportbeveiliging en het plastic. Sluit het
deksel.
Gebruik een 10 mm moersleutel om de twee
schroeven en afstandhouders achterop te ver-
wijderen.
Informatie voor de gebruiker
37
U kunt nu de openingen zien die moeten
worden afgesloten met de meegeleverde
dopjes; vergeet niet de dopjes te sluiten.
Controleer of u al deze onderdelen uit de
machine hebt verwijderd en bewaar ze zodat u
ze indien nodig in de toekomst weer kunt
gebruiken.
Als u het apparaat weer gaat verpakken, dient
u alle transportbeveiligingen weer te
gebruiken.
Bij het vastschroeven van de afstandshouders
moet de veer worden samengedrukt tot een
lengte van ca. 21 - 24 mm.
Als u wilt dat de wasautomaat op één lijn
staat met de keukenmeubelen ernaast, kunt u
de slanghouder achterop de wasautomaat
afsnijden. Laat de twee plaatjes op hun plek.
Opstellen
Zet de wasautomaat op een vlakke harde vloer in een goed
geventileerde ruimte. Zorg ervoor dat de machine niet in aanraking
komt met de muur of meubelen.
Informatie voor de gebruiker
38
Machine verplaatsen
Als u de machine wilt verplaatsen, tilt u hem op
z'n rollers door de hendel onderaan de machine
helemaal naar links te trekken. Als de machine
op de gewenste plek staat, zet u de hendel weer
in z'n oorspronkelijke stand terug.
Waterpas stellen
Als de machine waterpas staat voorkomt dat trillen, geluid en
beweging tijdens het gebruik.
Zet de machine waterpas door de stelschroef die
te kort is aan te passen.
Draai de ring los (til de machine indien nodig op).
Als de machine stabiel staat, draai dan de ring zo
ver mogelijk vast.
Watertoevoer
Het aqua-controlsysteem beschermt tegen wa-
terschade. De watertoevoerslang kan door na-
tuurlijke veroudering beschadigd raken: als dat
gebeurt, blokkeert het systeem de watertoevoer
naar het apparaat.
In geval van storing verschijnt een rode markering in venster "A". Draai
de waterkraan dicht en neem contact op met onze service-afdeling.
Installeer de watertoevoerslang op de achterkant van de wasautomaat:
Informatie voor de gebruiker
39
- Schroef de onderste fitting van de watertoe-
voerslang vast zoals aangegeven in afb. 1 en 2.
- Sluit het koppelstuk aan de waterkraan aan.
- Draai de waterkraan open.
De watertoevoerslang mag niet verlengd
worden. Als de slang te kort is, neem dan
contact op met onze service-afdeling.
Waterafvoer
- Monteer de slanghouder op de afvoerslang.
- Plaats de slang in een afvoerpijp (of in een
gootsteen) op een hoogte tussen 70 en 100 cm.
Zorg ervoor dat de slang niet kan wegglijden.
Het uiteinde van de afvoerslang moet altijd be-
lucht zijn om te voorkomen dat er water wordt
overgeheveld.
Belangrijk : de afvoerslang mag in geen geval verlengd worden.Als de
slang te kort is, neem dan contact op met een erkend installateur.
De verbindingsplaats buis / sifon met een
slangklem vastzetten.
Informatie voor de gebruiker
40
Elektrische aansluiting
Vaste aansluiting aan het elektriciteitsnet mag alleen door een erkend
elektro-installateur worden uitgevoerd.
Bij het aansluiten moet aan de algemeen en plaatselijk geldende
voorschriften van het elektriciteitsbedrijf strikt de hand worden
gehouden.
Controleer vóór het in gebruik nemen of de op het typeplaatje
aangegeven netspanning en stroomsoort overeenkomen met
netspanning en stroomsoort op de plaats van opstelling. Op het
typeplaatje vindt u ook de vereiste waarde van de installatieautomaat
of smeltveiligheid in uw groepenkast.
De machine mag niet d.m.v. een verlengsnoer worden aangesloten.
Informatie voor de gebruiker
41
Technische gegevens
AFMETINGEN Hoogte
Breedte
Diepte
850 mm
400 mm
600 mm
NETSPANNING/FREQUENTIE
AANSLUITWAARDE
230 V / 50 Hz
2300 W
WATERDRUK
Aansluiting aan waternet
Minimaal
Maximaal
0,05 MPa (0,5 bar)
0,8 MPa (8 bar)
Type 20x27
Dit apparaat voldoet aan EG-richtlijn 89-336 (EMC-
richtlijn) en EG-richtlijn 73-23 EG (laagspanningsrichtlijn).
Informatie voor de gebruiker
42
Garantievoorwaarden
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect
optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen
als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt
daardoor niet negatief beïnvloed. Onderstaande garantievoorwaarden
zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet. Ook de
garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven
onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande
voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2
tot en met 15 gebreken aan het product die zich openbaren binnen
24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In
geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de
garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten
geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt
teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad.
Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos
vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere
schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het
gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop-
en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan
dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onder-
delen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is
door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de ge-
stelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het pro-
duct onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
chemische en elektrochemische inwerking van water,
abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
contact met agressieve stoffen.
Informatie voor de gebruiker
43
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade
die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige
installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het
niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt
door herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet
deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebeho-
ren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect
veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden
overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter
plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde pro-
ducten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehan-
gen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen
samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane
extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die onts-
taat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect
herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn
wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging
geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor
om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiks-
periode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantieter-
mijn noch aanvang van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend
op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade
ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten voor zover een aanspra-
kelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoop-waarde
van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Informatie voor de gebruiker
44
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in
gebruik zijnde producten. Indien een product naar het buitenland
wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet
aan de technische voorwaarden (o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het
betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient
de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland.
Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie,
en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter
beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
www.aeg.nl
Informatie voor de gebruiker
45
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de
Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk
direct, doch uiterlijk binnen één werkdag worden medegedeeld op
welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De
reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn
uitgevoerd.
Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een
onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde
storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke,
gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten
inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze
begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal
op verzoek het te repareren toestel worden teruggebracht in de
staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is
geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in
rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd,
danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene
omstandigheden niet tegen het begrote bedrag kan worden
uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk
zijn, zal overleg met de consument plaatsvinden en een herziene
kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt
eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden
uitgevoerd. Indien om het toestel in werkende staat te brengen een
tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende
service-organisatie of door de technicus met de consument de
datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de
melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in
Informatie voor de gebruiker
46
rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak voor een
herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met
vermelding van type en serienummer van het apparaat,
omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte
onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de
verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient
tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door
middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal
huishoudelijk gebruik een volledige garantie van minimaal 3
maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos
uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en
betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden.
Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument
op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande
reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde
defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt
binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en
redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren
van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de
consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van
hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis
van een per product te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking
van de consument, met uitzondering van de onder garantie of
tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat
een toestel daarna weer volledig voldoet aan de
veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege
aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het
ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit
houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd
met originele en door de fabrikant ook terzake van
veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde
onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
Informatie voor de gebruiker
47
Service
In het hoofdstuk "Wat te doen als ..." zijn enkele storingen beschreven die
u zelf kunt opheffen. Lees in geval van storing eerst dit hoofdstuk. Als u
daar geen aanwijzingen vindt, neemt u contact op met onze service-
afdeling.
Bereid het gesprek altijd goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose en de
beslissing of bezoek van een servicetechnicus nodig is.
Noteer PNC/Enummer en Prod.nummer. Deze nummers vindt u op het
typeplaatje en op de binnenkant van het deurtje voor de pluizenzeef.
E-nr. ........... .........................................
Prod.nr........ ........................................
Geef onze service-afdeling ook het volgende op:
Hoe doet de storing zich voor?
Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
Geeft het multidisplay een foutcode aan?
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantietermijn kosten?
als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk "Wat te doen
als...") zelf had kunnen opheffen,
als onze service-technicus u verschillende malen moet bezoeken, omdat
hij voor zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en
nu bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen als u uw
telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven.
Informatie voor de gebruiker
48
Adres service-afdeling
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Service-informatielijn tel. (0172) 468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen tel. (0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
www.aeg.nl
www.electrolux.com
www.aeg-electrolux.nl
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http: //www.aeg.hausgeraete.de
©
Copyright by AEG
108 2326 00 - 10/06
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49

Aeg-Electrolux LAV47475 Handleiding

Type
Handleiding