Aeg-Electrolux LAV4520 Handleiding

Type
Handleiding
LAVAMAT 4520
De wasautomaat die het milieu ontziet
Informatie voor de gebruiker
PERFEKT IN FORM UND FUNKTION
2
Geachte klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar deze
voor naslag op een later tijdstip.
Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende ei-
genaar door.
De volgen symbolen worden in de tekst gebruikt :
Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing! Voorschriften die voor uw eigen veiligheid dienen.
Let op! Voorschriften die ter voorkoming van schade aan het apparaat
dienen.
Instructies en praktische tips
Milieu-informatie
Informatie voor de gebruiker
3
INHOUD
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ...............................................5
Vóór het in gebruik nemen ...........................................................5
Gebruik volgens de voorschriften ...............................................5
Veiligheid van kinderen ..................................................................6
Algemene veiligheid ........................................................................6
Brandgevaar door oververhitting! ..............................................7
Afvalverwerking ................................................................................7
Verpakkingsmateriaal verwijderen! ............................................7
Oud apparaat verwijderen! ...........................................................7
Milieutips ............................................................................................7
Beschrijving van het apparaat .....................................................9
Was- en nabehandelingsmiddelbox ...........................................9
Bedieningspaneel .......................................................................... 11
Programmakiezer .......................................................................... 11
Toetsen voor extra programma’s .............................................. 12
Toets CENTRIFUGETOERENTAL / SPOELSTOP ......................... 13
Toets START / PAUZE .................................................................... 14
Machinedeksel openen en sluiten ............................................ 14
Indicatie van het programmaverloop ..................................... 15
Verbruikswaarden en tijdsduur voor gekozen
programma’s (richtlijnen) ........................................................... 16
Vóór het in gebruik nemen ........................................................ 17
Voordat u gaat wassen ................................................................ 17
Wäsche sortieren und vorbereiten ........................................... 17
Wäschearten und Pflegekennzeichen ..................................... 18
Wasch- und Pflegemittel ............................................................ 19
Wasserenthärter ............................................................................ 19
Programmatabel ............................................................................ 20
Wassen .............................................................................................. 20
Spoelen ............................................................................................. 21
Centrifugeren ................................................................................. 21
Een was doen .................................................................................. 22
Wasgoed in de machine doen ................................................... 22
Wasmiddel doseren ....................................................................... 22
Informatie voor de gebruiker
4
Programma kiezen ........................................................................ 22
Centrifugetoerental kiezen ........................................................ 23
Extra functies kiezen .................................................................... 23
Wasprogramma starten ............................................................... 23
Afloop van het wasprogramma ................................................ 23
Einde van het programma .......................................................... 24
Reiniging en onderhoud ............................................................. 25
In het dagelijks gebruik ............................................................... 25
Als u de wasautomaat langere tijd niet gebruikt ............... 25
Bedieningspaneel .......................................................................... 25
Wasmiddelbox ................................................................................ 25
Wastrommel .................................................................................... 26
Pluizenzeef reinigen / Water aftappen .................................. 26
Hulp bij storingen ......................................................................... 28
Opstel-en aansluitaanwijzing .................................................... 31
Waarschuwingen ........................................................................... 31
Afmetingen van het apparaat ................................................... 32
Installatie ......................................................................................... 33
Uitpakken ......................................................................................... 33
Opstellen .......................................................................................... 34
Machine verplaatsen .................................................................... 35
Waterplas stellen ........................................................................... 35
Watertoever .................................................................................... 35
Waterafvoer .................................................................................... 36
Elektrische aansluiting ................................................................. 36
Technische gegevens .................................................................... 37
Garantievoorwaarden .................................................................. 38
Reparatievoorwaarden ................................................................ 41
Service ............................................................................................... 43
Adres service-afdeling ................................................................. 44
Informatie voor de gebruiker
5
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
De veiligheid van elektrische apparaten van AEG voldoet aan de
Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant
genoodzaakt, u op het volgende te wijzen.
Vóór het in gebruik nemen
Lees de "Opstel- en aansluitaanwijzing" achter in dit boekje.
Gebruik volgens de voorschriften
De wasautomaat is alleen bedoeld voor huishoudelijk gebruik,
voor het wassen van wasgoed. Als het apparaat voor verkeerde
doeleinden wordt gebruikt of foutief wordt bediend, wordt
eventuele schade niet door de garantiebepalingen gedekt.
Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn
uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
Gebruik alleen wasmiddelen die geschikt zijn voor wasautomaten.
Let op de aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant.
Het wasgoed mag geen ontvlambare oplosmiddelen bevatten. Let
hier ook op bij het wassen van voorbehandeld wasgoed.
Gebruik de wasautomaat niet voor chemische reiniging.
Kleur- en ontkleuringsmiddelen mogen alleen in de wasautomaat
gebruikt worden, als de fabrikant van deze producten
uitdrukkelijk aangeeft dat dat mogelijk is. Voor eventuele schade
zijn wij niet verantwoordelijk.
Gebruik alleen leidingwater. Gebruik regenwater alleen als dat
aan de voorschriften volgens DIN 1986 en DIN 1988 voldoet.
Beschadigingen ten gevolge van vorst worden niet door de
garantiebepalingen gedekt! Als de wasautomaat in een ruimte
staat waar het kan gaan vriezen, moet bij kans op vorst het water
worden afgetapt (zie hoofdstuk "Water aftappen").
Informatie voor de gebruiker
6
Veiligheid van kinderen
Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische
apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige
toezicht als het apparaat aanstaat en laat kinderen niet met de
wasautomaat spelen.
Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk
zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen uit
de buurt van kinderen houden.
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet in de trommel
van de wasautomaat klimmen.
Als u het apparaat afdankt: trek de stekker uit het stopcontact, maak
het deurslot onbruikbaar, snijd het aansluitsnoer af en gooi stekker
en snoer weg. Zo kunnen kinderen zichzelf of andere
kinderen niet in
het apparaat opsluiten en niet in levensgevaar komen.
Algemene veiligheid
Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico's leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze
service-afdeling of de vakhandelaar.
Neem de wasautomaat nooit in gebruik, als het aansluitsnoer
beschadigd is of als bedieningspaneel, bovenblad of sokkel zo
beschadigd zijn, dat de binnenkant van het apparaat toegankelijk is.
Schakel de wasautomaat uit voordat u hem gaat schoonmaken.
Bovendien de stekker uit het stopcontact trekken of - bij vaste
aansluiting - automatische zekering in de huisinstallatie
uitschakelen of zekering geheel uitdraaien.
Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan
de stekker.
Sproei de wasautomaat niet met een waterstraal af. Kans op
kortsluiting!
Laat het sop afkoelen voordat u water gaat aftappen, de pomp
gaat reinigen of noodontgrendeling van het deksel gaat toepassen.
Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet
worden gebruikt.
Informatie voor de gebruiker
7
Brandgevaar door oververhitting!
Kleine huisdieren kunnen aan snoeren en slangen knagen. Kans op
kortsluiting en overstroming! Kleine dieren uit de buurt van de
wasautomaat houden.
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal verwijderen!
Verwijder de verpakking van de wasautomaat op de juiste manier.
Alle verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-onvriendelijk en kunnen
zonder gevaar bij het afval worden gezet en bij de vuilverbranding
worden verbrand.
De kunststoffen kunnen ook hergebruikt worden en hebben de
volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen
>PS< voor polystyreen
>PP< voor polypropyleen
Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer
in een container voor oud papier te deponeren.
Oud apparaat verwijderen!
Als u het apparaat afdankt, lever het dan in bij uw vakhandelaar of
informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor
afvalverwerking in uw woonplaats.
Milieutips
Voor normaal verontreinigd wasgoed zijn de programma's zonder
voorwas bedoeld. Zo bespaart u wasmiddel, water en tijd (en u
ontziet het milieu!).
Het zuinigst wast u met een volle trommel.
Doseer bij kleine hoeveelheden wasgoed slechts de helft tot twee
derde van de aangegeven hoeveelheid wasmiddel.
Informatie voor de gebruiker
8
Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte
verontreinigingen verwijderd worden. Dan kunt u op een lagere
temperatuur wassen.
Was licht tot normaal verontreinigde witte was met het
energiespaarprogramma.
Vaak is wasverzachter niet nodig. Probeert u het eens! Als u een
wasdroger gebruikt, wordt uw wasgoed ook zonder wasverzachter
zacht en wollig.
Bij gemiddelde tot hoge waterhardheid (vanaf hardheid II, zie
"Was- en nabehandelingsmiddelen) moet u waterontharder
gebruiken. Het wasmiddel kunt u dan voor hardheid I (=zacht)
doseren.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop
dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het
moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat
dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u
het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of
de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Informatie voor de gebruiker
9
Beschrijving van het apparaat
1 - Bedieningspaneel
2 - Greep om het deksel te openen
3 - Filterdeurtje
4 - Stelvoeten
5 - Hendel voor de wielen
Was- en nabehandelingsmiddelbox
1 - vak
voorwasmiddel of ontharder of
vlekkenzout
2 - vak
hoofdwasmiddel (poedervormig) en evt.
ontharder
3 - vak
vloeibare nabehandelingsmiddelen
(wasverzachter, stijfsel)
5
3
1
2
4
1
2
3
Informatie voor de gebruiker
10
Bedieningspaneel
Programmakiezer
De programmakiezer bepaalt hoe het
wasproces gaat verlopen (bijv.
waterniveau, trommelbeweging, aantal
spoelgangen, centrifugetoerental)
aangepast aan de betreffende
textielsoort, en de soptemperatuur. De
verschillende instellingen werken als
volgt :
UIT
Schakelt de wasautomaat uit, op alle andere standen is de wasautomaat
ingeschakeld.
WITTE WAS / BONTE WAS
Hoofdwas voor witte/bonte was (katoen/linnen) op 30°C tot 95°C.
KREUKHERSTELLEND
Hoofdwas voor kreukherstellend goed (mengweefsels) op 30°C tot 60°C.
FIJNE WAS
Hoofdwas voor fijne was op 30°C of 40°C.
Toets
centrifugetoerental/
SPOELSTOP
Indicatie DEKSEL
Indicatie van het
programmaverloop
Programmakiezer
Toets
START/PAUZE
Toetsen voor
extra
programma’s
Informatie voor de gebruiker
11
WOL / ZIJDE/ HANDWAS
Hoofdwas voor in de machine wasbare wol en voor wasbare wol en zijde
met het wasetiket " " (handwas) (wassen koud-40°C - spoelen/
wasverzachten - centrifugeren, hoog waterniveau en sterk verminderde
trommelbeweging).
FIJNSPOELEN
Apart voorzichtig spoelen, bijv. voor het spoelen van met de hand
gewassen goed (2 spoelgangen en centrifugeren).
POMPEN
Wegpompen van het water na spoelstop (zonder centrifugeren).
CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na spoelstop en centrifugeren, resp. apart
centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was.
Spoelstop betekent
: het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen,
het wordt niet gecentrifugeerd.
ECO
Energiebesparend programma voor licht tot normaal verontreinigde
witte was, verlengde wastijd (niet te combineren met KORT).
Toetsen voor extra programma’s
Met deze toetsen kunt u het wasprogramma
aanpassen aan de mate van verontreiniging
van het wasgoed. Voor normaal
verontreinigd goed zijn extra programma's
niet nodig.
Afhankelijk van het programma kunnen de
verschillende functies met elkaar
gecombineerd worden.
Deze kunt u kiezen na het instellen van het programma en vóór het
indrukken van toets START/PAUZE. Als u een toets indrukt, gaat het
betreffende lampje branden. Als u de toets nogmaals indrukt, gaat het
lampje uit.
Informatie voor de gebruiker
12
VOORWAS
Ca. 15 minuten bij 30°C. Warm voorwassen voor de automatisch volgende
hoofdwas (kan niet gekozen worden bij instelling WOL en in combinatie
met VLEKKEN); met tussendoor centrifugeren bij WITTE WAS/ BONTE WAS
of KREUKHERSTELLEND, zonder tussendoor centrifugeren bij FIJNE WAS.
KORT
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd wasgoed (kan niet gekozen
worden bij instelling WOL en ECO).
STARTTIJDKEUZE
Met deze optie kunt u de start van uw programma uitstellen. Kies hoeveel
uur u de start wil uitstellen van uw gekozen programma door de
druktoets meerdere malen in te drukken.
Toets CENTRIFUGETOERENTAL / SPOELSTOP
Door indrukken van deze toets kunt u het
maximale centrifugetoerental voor het
ingestelde programma reduceren of
SPOELSTOP instellen.
De maximale centrifugetoerentallen zijn
aangepast aan de betreffende soort wasgoed.
Als u SPOELSTOP kiest, blijft het wasgoed in
het laatste spoelwater liggen, het wordt niet gecentrifugeerd.
Als u het centrifugetoerental niet wijzigt, wordt het automatisch aan het
wasprogramma aangepast:
- WITTE WAS / BONTE WAS ............................1200 tpm
- KREUKHERSTELLEND / STRIJKVRIJ ............... 900 tpm
- FIJNE WAS........................................................... 900 tpm
- WOL / handwas.................................................. 900 tpm
Het toerental voor de centrifugegangen tussendoor is afhankelijk van het
gekozen programma en kan niet worden gewijzigd.
Informatie voor de gebruiker
13
Toets START / PAUZE
Deze toets heeft drie functies :
•Start
Door indrukken van de toets wordt het ingestelde
programma gestart. Als starttijdkeuze is ingesteld,
wordt deze gestart.
•Pauze
Om een lopend programma te onderbreken, toets START/PAUZE
indrukken: de indicatie in het multidisplay knippert
U zet het programma voort door de toets opnieuw in te drukken.
Wijzigen van de extra programma's
Machinedeksel openen en sluiten
Openen: aan de greep van het machinedeksel trekken.
Sluiten: machinedeksel stevig dichtdrukken.
De indicaties DEKSEL en START/PAUZE geven, als het apparaat is
ingeschakeld, aan of het machinedeksel kan worden geopend:
Als :
- de indicatie DEKSEL rood knippert,
- en de indicatie EINDE knippert,
hebt u geprobeerd een programma te starten, zonder dat het
machinedeksel goed gesloten was. In dat geval machinedeksel stevig
dichtdrukken en wasprogramma nogmaals starten.
Indicatie
DEKSEL
Machinedeksel openen
mogelijk ?
knippert
*
*afhankelijk van model
Nee
**
**Het deksel is open
brandt Nee
is uit Ja
Informatie voor de gebruiker
14
Indicatie van het programmaverloop
Geeft vóór de start van het programma aan welke
programmaonderdelen zijn gekozen. Tijdens het
programma brandt de indicatie van het onderdeel
waarmee de machine bezig is.
Als de indicatie OVERDOSERING
*
brandt, hebt u in het
afgelopen programma te veel wasmiddel gebruikt. Bij
de volgende was op de doseeraanwijzingen van de wasmiddelfabrikant en
op het vulgewicht letten!
*afhankelijk van model
Informatie voor de gebruiker
15
Verbruikswaarden en tijdsduur voor
gekozen programma’s (richtlijnen)
Programma/
Temperatuur in °C
Wasgoed
in kg
Water
in liter
Stroom
in kWh
Tij in
minuten
WITTE WAS 95 5,0 63 2,10 140 - 150
ECO
*
*Dit 60°C-programma is het referentieprogramma voor de gegevens op
het energielabel, volgens richtlijn 92/75/EG.
5,0 42 0,95 140 - 150
BONTE WAS 60 5,0 58 1,30 120 - 130
KREUKHERSTELLEND 60 2,5 57 1,10 90 - 100
FIJNE WAS 30 2,5 52 0,40 60 - 70
WOL 30 1,0 53 0,35 50 - 60
Informatie voor de gebruiker
16
Vóór het in gebruik nemen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit (WITTE WAS 95°C, met een halve
maatbeker wasmiddel). Daardoor worden vetresten (die bij de fabrica-
ge zijn ontstaan) in de wastrommel en de kuip verwijderd.
Voordat u gaat wassen
Wasgoed sorteren en voorbereiden
Wasgoed volgens soort en wasetiket sorteren (zie "Textielsoorten
en wasetiketten").
Zakken leegmaken.
Metalen delen (paperclips, veiligheidsspelden e.d.) verwijderen.
Om te voorkomen dat het wasgoed beschadigt en in een kluwen
raakt : ritssluitingen sluiten, slopen en dekbedovertrekken dichtk-
nopen, losse stofceintuurs en lange schortbanden samenbinden.
Wasgoed dat uit meer lagen bestaat (slaapzak e.d.) binnenste bui-
ten wassen.
Gebreid gekleurd textiel, wol en textiel met applicaties binnenste
buiten wassen.
Kleine en tere stukken wasgoed (bijv. babysokjes, panty's) in een
wasnetje, een kussensloop met ritssluiting of in een grote sok stop-
pen.
Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Metalen of kunststof
rolletjes of haken uit de vitrages verwijderen of de vitrages in een
net of een zak binden. Bij eventuele beschadigingen van vitrages
kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld.
Gekleurd en wit wasgoed niet samen wassen. Wit wasgoed wordt
dan grauw.
Nieuw gekleurd wasgoed geeft vaak af. Was zulke stukken daarom
de eerste keer apart
Grote en kleine stukken tegelijk wassen! Daardoor verbetert de
waswerking en het wasgoed wordt bij het centrifugeren gunstiger
verdeeld.
Wasgoed losschudden voordat u het in de machine doet.
Informatie voor de gebruiker
17
Wasgoed uit elkaar gevouwen in de trommel doen.
Let op de aanwijzingen apart wassen en meermalen apart wassen!
Textielsoorten en wasetiketten
De wasetiketten helpen u bij de keuze van het juiste wasprogramma.
Het wasgoed moet volgens textielsoort en wasetiket worden gesor-
teerd. De aangegeven temperaturen in de wasetiketten zijn maximale
temperaturen.
Witte was
Textiel van katoen en linnen met dit wasetiket is ongevoelig voor me-
chanische belasting en hoge temperaturen. Voor deze textielsoorten
is het programma WITTE/BONTE WAS geschikt.
Bonte was
Textiel van katoen en linnen met dit wasetiket is ongevoelig voor me-
chanische belasting. Voor deze textielsoorten is het programma WIT-
TE/BONTE WAS geschikt.
Kreukherstellend goed
Textiel als kreukherstellend gemaakte katoen, weefsels gemengd met
katoen en synthetische weefsels met dit wasetiket vereisen een me-
chanisch voorzichtiger behandeling. Voor deze textielsoorten is het
programma KREUKHERSTELLEND/STRIJKVRIJ geschikt.
Fijne was
Textiel dat uit verschillende lagen bestaat, textiel van microvezels,
viscose, synthetische weefsels en vitrages met dit wasetiket vereisen
een bijzonder voorzichtige behandeling. Voor deze textielsoorten is
het programma FIJNE WAS geschikt.
Wol en bijzonder teer wasgoed
Textiel als wol, weefsels gemengd met wol en zijde met dit wasetiket
zijn bijzonder gevoelig voor mechanische belasting. Voor deze textiel-
soorten is het programma WOL/ (handwas) geschikt.
Attentie! Textiel met het wasetiket (niet wassen!) mag niet in de
wasautomaat worden gewassen!
Informatie voor de gebruiker
18
Was- en nabehandelingsmiddelen
Welk was- en nabehandelingsmiddel ?
Gebruik alleen was- en nabehandelingsmiddelen die geschikt zijn voor
huishoud-wasautomaten. Let altijd op de aanwijzingen van de fabri-
kant van de middelen.
Hoeveel was- en nabehandelingsmiddel?
De hoeveelheid is afhankelijk :
van de mate van verontreiniging van het wasgoed
van de hardheidsgraad van het water
van het vulgewicht
Als de wasmiddelfabrikant geen doseeraanwijzingen voor kleine hoe-
veelheden wasgoed geeft, doseert u bij halve belading 1/3 minder en
bij nog kleinere belading en bij STRIJKVRIJ 1/2 minder dan normaal.
Let op de aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant en op het vul-
gewicht.
Waterontharder
Gebruik bij gemiddelde tot hoge waterhardheid (vanaf hardheid II) een
speciale ontharder. Let op de aanwijzingen van de fabrikant. Wasmid-
del dan altijd voor hardheid I (= zacht) doseren. Informatie over de wa-
terhardheid in uw woonplaats kunt u bij het waterleidingbedrijf
krijgen.
Omdat de waterontharder vóór het hoofdwasmiddel wordt ingespoeld,
is 80% van de op de verpakking aangegeven hoeveelheid wateronthar-
der voldoende.
Waterhardheid
Waterhardheid in °dH
(graden Duitse hardheid)
Waterhardheid in mmol/l
(millimol per liter)
I - laag 0 - 7 tot 1,3
II - gemiddeld 7 - 14 1,3 - 2,5
III - hoog 14 - 21 2,5 - 3,8
IV - zeer hoog boven 21 boven 3,8
Informatie voor de gebruiker
19
Programmatabel
Wassen
Hier vindt u een overzicht van niet alle mogelijke, maar alleen de in
het dagelijks gebruik zinvolle instellingen.
Soort
wasgoed
Max.
vulgewicht
(droog
wasgoed)
Programmakiezer
Temperatuur
(°C)
Mogelijke
extra
programma’s
Witte was 5 kg WITTE WAS /
BONTE WAS
95
KORT
VOORWAS
Energiespaarprog.
ECO
*
*Dit 60°C-programma is het referentieprogrammma voor de gegevens op het energielabel,
Bonte was 5,0 kg WITTE WAS /
BONTE WAS
30 - 60
KORT
VOORWAS
Kreukherstel-
lend
2,5 kg
KREUKHERSTELLEND
30 - 60
Fijne was 2,5 kg (ou
15-20 m² de
voilages)
FIJNE WAS
30 - 40
Wol/
Handwas
1,0 kg Handwas
30
WOL/ZIJDE
Koud - 30
Informatie voor de gebruiker
20
Spoelen
Centrifugeren
Soort wasgoed Max. vulgewicht
(droog wasgoed)
Programmakiezer
Witte was / bonte was 5,0 kg
SPOELEN
Kreukherstellend 2,5 kg
Fijne was 2,5 kg
Wol / Handwas 1,0 kg
Soort wasgoed Max. vulgewicht
(droog wasgoed
Programmakiezer
Witte was / bonte was 5,0 kg
CENTRIFUGEREN
Kreukherstellend 2,5 kg
Fijne was 2,5 kg
Wol / Handwas 1,0 kg
Informatie voor de gebruiker
21
Een was doen
Voordat u de machine in gebruik neemt, raden wij u aan een wasgang
op 90°C zonder wasgoed uit te voeren om de kuip schoon te maken.
Wasgoed in de machine doen
Machinedeksel openen.
Trommel openen door grendeltoets A in te drukken; de twee klep-
pen gaan vanzelf uit elkaar.
Wasgoed in de machine doen, trommel sluiten en machinedeksel
sluiten.
Waarschuwing: voordat u het
machinedeksel sluit, dient u te controleren
of de trommel goed gesloten is:
•de twee kleppen goed gesloten,
•grendeltoets A niet ingedrukt.
Wasmiddel doseren
U kunt de door de fabrikanten van wasmiddel aanbevolen
hoeveelheid reduceren door gebruik te maken van het wasproces dat
waterverbruik en wasmiddelverbruik reduceert.
Doseer wasmiddel in vak en voorwasmiddel / inweekmiddel of
ontharder of vlekkenzout in vak als u wilt voorwassen. Doseer
indien gewenst wasverzachter in vak .
Als u een ander type wasmiddel gebruikt lees dan "Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen".
Programma kiezen
In de programmatabel ziet u, welk programma geschikt is voor uw
wasgoed.
Draai de programmakiezer op het gewenste programma, de lampjes
van de betreffende programma-onderdelen gaan branden.
A
Informatie voor de gebruiker
22
Centrifugetoerental kiezen
Het maximale centrifugetoerental (aangepast aan het soort wasgoed)
wordt aangegeven als u het programma kiest en als de machine op
pauze staat. Door toets "centrifugetoerental verlagen" in te drukken
kunt u echter het toerental verlagen of spoelstop (alleen pompen)
kiezen.
Extra functies kiezen
De verschillende extra functies kunt u kiezen nadat u het programma
hebt gekozen en voordat u toets "Start/Pauze" indrukt.
Druk de gewenste toets(en) in, de betreffende lampjes gaan branden.
Als u een toets nogmaals indrukt, gaat het lampje uit. Als een functie
niet kan worden gecombineerd met het gekozen programma, gaat het
betreffende lampje knipperen (zie programmatabel).
Wasprogramma starten
Controleren of de waterkraan open is.
Wasprogramma starten: toets START/PAUZE indrukken. Het pro-
gramma wordt gestart.
Het machinedeksel is niet goed gesloten als bij indrukken van toets
START/PAUZE
de indicatie DEKSEL rood knippert
en de indicatie EINDE knippert.
In dat geval deksel stevig dichtdrukken en toets START/PAUZE
nogmaals indrukken.
Wasgoed in de machine doen: toets START/PAUZE indrukken, het
deksel kan worden geopend. Dan machinedeksel sluiten en toets
START/PAUZE weer indrukken.
Afloop van het wasprogramma
Vóór de start worden de verschillende programma-onderdelen op de
indicatie van het programmaverloop aangegeven.
Tijdens het wasprogramma wordt aangegeven met welk onderdeel de
machine bezig is.
Informatie voor de gebruiker
23
Einde van het programma
Als een wasprogramma is beëindigd, gaat EINDE in de indicatie van
het programmaverloop branden.
Als u spoelstop hebt gekozen, moet eerst het water worden
weggepompt:
- Programmakiezer op UIT draaien.
- Programmakiezer op POMPEN draaien en toets START/PAUZE
indrukken (het water wordt zonder centrifugeren weggepompt),
of
- Programmakiezer op CENTRIFUGEREN draaien en toets START/
PAUZE indrukken (het water wordt weggepompt en het wasgoed
wordt gecentrifugeerd of voorzichtig gecentrifugeerd).
Na beëindiging van dit programma-onderdeel brandt de indicatie
EINDE.
Deksel openen.
Zodra de indicatie DEKSEL groen brandt, kan het machinedeksel
worden geopend.
Wasgoed uit de machine nemen.
Programmakiezer op UIT draaien.
Na het wassen het machinedeksel een tijd open laten staat zodat
de wasautomaat kan luchten.
Attentie! Als de wasautomaat langere tijd niet wordt gebruikt:
waterkraan dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
Informatie voor de gebruiker
24
Reiniging en onderhoud
In het dagelijks gebruik
Deksel na het wassen open laten staan, opdat de wasautomaat kan
drogen.
Als u de wasautomaat langere tijd niet gebruikt:
Waterkraan dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
Bedieningspaneel
Attentie! Het paneel en de bedieningselementen in geen geval met
middelen voor het onderhoud van meubelen of agressieve
reinigingsmiddelen schoonmaken.
Het bedieningspaneel en de bedieningselementen met een vochtig
doekje reinigen. Alleen warm water gebruiken.
Wasmiddelbox
Van tijd tot tijd moet u de wasmiddelbox schoonmaken om eventuele
resten van wasmiddel te verwijderen en functiestoringen te
voorkomen. U kunt het bakje makkelijk losnemen.
Druk op de lipjes links en rechts en trek de
wasmiddelbox naar boven los.
.Wasmiddelbox schoonmaken. Gebruik
hiervoor geen metalen voorwerpen, een
borstel en heet water (niet kokend) zijn
voldoende.
Ook de hevels aan de achterkant van de
wasmiddelbox moeten losgenomen en
gereinigd worden.
Informatie voor de gebruiker
25
Bij het weer inzetten en vergrendelen van de
wasmiddelbox de randjes aan de zijkant in de
uitsparingen in het machinedeksel leiden en de
box naar beneden drukken.
Wastrommel
De wastrommel is van roestvrij edelstaal. Door roestende vreemde
voorwerpen in het wasgoed kunnen roestvlekken op de trommel
ontstaan.
De trommel niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen, chloor- of
ijzerhoudende schuurmiddelen of staalwol reinigen.
Geschikte ontkalkingsmiddelen zijn verkrijgbaar bij onze service-
afdeling.
Roestvlekken op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal verwijderen.
Pluizenzeef reinigen / Water aftappen
Wasautomaat uitschakelen voordat u de pluizenzeef gaat reinigen!
De pluizenzeef moet regelmatig gereinigd worden. Als lampje
PLUIZENZEEF
*
brandt, direct de pluizenzeef schoonmaken. Reinig de
zeef ook direct als u pluizig goed hebt gewassen.
Klepje openen (bijv. met een schroevendraaier)
* afhankelijk van model
Informatie voor de gebruiker
26
Restwater laten weglopen:
Zet een platte bak op de grond. Draai de dop
van de zeef tegen de wijzers van de klok in
(linksom) in de verticale stand en laat het
water weglopen.
Pluizenzeef losnemen:
Dop van de zeef losschroeven en zeef uitnemen.
Onder stromend water goed schoon maken. Weer
inzetten en rechtsom vastschroeven.
Na het reinigen van de pluizenzeef moet het klepje
weer gesloten worden.
Attentie: om veiligheidsredenen moet het klepje tijdens het gebruik
gesloten zijn!
Informatie voor de gebruiker
27
Hulp bij storingen
Tijdens de fabricage van deze wasautomaat zijn vele controles
uitgevoerd. Als er echter een storing optreedt, lees dan eerst
onderstaande aanwijzingen voordat u contact opneemt met onze
service-afdeling.
Probleem Oorzaak
De machine start niet of er
wordt geen water toegevoerd:
de machine is niet correct aangeslo-
ten, de elektrische installatie werkt
niet,
het machinedeksel en de trommelklep-
pen zijn niet goed gesloten,
u hebt het programma niet goed ges-
tart,
er is een stroomstoring,
de watertoevoer is afgesloten,
de waterkraan is dicht,
de watertoevoer is geblokkeerd.
Er wordt water toegevoerd,
maar meteen weer
weggepompt:
de afvoerslang hangt te laag (zie hoofds-
tuk Installatie).
De machine centrifugeert niet
of pompt niet:
de afvoerslang is verstopt of gedraaid,
het afvoerfilter is verstopt,
de onbalansherkenning is in werking
getreden; slechte verdeling van het was-
goed in de trommel,
u hebt programma pompen of functie
"nachtstand"* gekozen,
de afvoerslang hangt niet op de juiste
hoogte.
Er ligt water op de vloer rond
de wasautomaat:
te veel wasmiddel heeft te veel schuim
gevormd en dat is overstroomd,
het wasmiddel is niet geschikt voor machi-
naal wassen,
de afvoerslang hangt niet goed,
het afvoerfilter is niet op z'n plek gezet,
de watertoevoerslang lekt.
Informatie voor de gebruiker
28
Wasresultaten zijn niet
tevredenstellend:
het wasmiddel is niet geschikt voor machi-
naal wassen,
er zit te veel wasgoed in de trommel,
u hebt niet het juiste programma gekozen,
u hebt niet voldoende wasmiddel
gedoseerd.
De machine vibreert of staat
onrustig:
niet alle verpakking is verwijderd
de machine staat niet waterpas of is niet
goed gevuld,
de machine staat te dicht tegen de muur
of meubilair,
het wasgoed is niet goed in de trommel
verdeeld,
er zit erg weinig wasgoed in de trommel.
Het programma duurt te lang: de watertoevoer is geblokkeerd,
er is een stroomstoring geweest of het
water is afgesloten,
de oververhittingsbeveiliging van de
motor is in werking getreden,
de temperatuur van het leidingwater is
lager dan normaal,
het schuimherkenningssysteem is in wer-
king getreden (te veel wasmiddel) en de
machine heeft het schuim verwijderd,
de onbalansherkenning is in werking
getreden, een extra fase is toegevoegd om
het wasgoed beter in de trommel te verde-
len.
De machine stopt tijdens een
programma:
er is een water- of stroomstoring,
u hebt spoelstop ingesteld.
Het machinedeksel kan
tijdens een programma niet
geopend worden:
•lampje "DEKSEL" is uit.
de temperatuur van het sop is te hoog.
o het deksel kan pas 1 tot 2 minuten na
beëindiging van het programma geopend
worden
*
.
Probleem Oorzaak
Informatie voor de gebruiker
29
Lampje EINDE
**
knippert 4
keer
***
:
het machinedeksel is niet goed gesloten.
Lampje EINDE** knippert 2
keer***:
het afvoerfilter is verstopt,
de afvoerslang is verstopt of gedraaid,
de afvoerslang ligt te hoog (zie hoofdstuk
Installatie),
de afvoerpomp is verstopt,
de installatiesifon is verstopt.
Lampje EINDE** knippert 1
keer***:
de waterkraan is dicht,
de watertoevoer in de woning is afgeslo-
ten.
Lampje EINDE** knippert 10
keer***:
De kleppen van de trommel zijn open.
Wasverzachter komt tijdens
het doseren uit de overloop
(Lampje "
OVERDOSERING
"* brandt):
u hebt niet de juiste hoeveelheid
gedoseerd,
de hevels aan de achterkant van het was-
middelbakje zijn verstopt.
*Afhankelijk van model.
** Afhankelijk van het model kunnen akoestische signalen klinken.
*** Probleem indien mogelijk oplossen en dan toets "start/pauze" indrukken om het
onderbroken programma opnieuw te starten.
Probleem Oorzaak
Informatie voor de gebruiker
30
Opstel-en aansluitaanwijzing
Waarschuwingen
Deze wasautomaat is zwaar. Voorzichtig bij het verplaatsen ervan.
• Voor het in gebruik nemen moet de verpakking van de
wasautomaat worden verwijderd. Als niet de gehele
transportbeveiliging wordt verwijderd, kan dat tot schade aan de
wasautomaat of omringende meubelen leiden. De stekker mag
tijdens het uitpakken niet in het stopcontact zitten.
De wateraansluiting mag alleen door een erkend installateur
worden uitgevoerd.
De machine moet aan een stopcontact met rand-aarde worden
aangesloten.
Een eventuele wijziging in de elektrische huisinstallatie mag alleen
door een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Lees de aanwijzingen in paragraaf 3.7 aandachtig, voordat u de
machine gaat aansluiten.
• Controleer na het installeren of de machine niet op het
aansluitsnoer staat.
Als de machine op vaste vloerbedekking wordt geïnstalleerd,
mogen de ventilatie-openingen aan de onderkant van de machine
niet door het tapijt worden afgedekt.
Het aansluitsnoer mag alleen door onze service-afdeling
vervangen worden.
Als de machine niet volgens de voorschriften is geïnstalleerd,
wordt eventuele schade niet door de garantiebepalingen gedekt.
Informatie voor de gebruiker
31
Afmetingen van het apparaat
Informatie voor de gebruiker
32
Installatie
Uitpakken
Verpakkingsmateriaal dat is gebruikt om interne
onderdelen van de machine tijdens het transport te
beschermen moet verwijderd worden voordat de machine
voor de eerste keer in gebruik wordt genomen.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal van de
machine. Kantel de machine naar opzij,
verwijder dan de verpakking onder de motor en
zet de machine weer rechtop.
Kantel de machine naar achteren en draai hem
een kwart slag op één van de hoeken om de
transportbodem te verwijderen.
Open het machinedeksel en ve
rwijder de
transportbeveiliging en het plastic. Sluit het
deksel.
Gebruik een 10 mm moersleutel om de twee
schroeven en afstandhouders achterop te ver-
wijderen.
Informatie voor de gebruiker
33
U kunt nu de openingen zien die moeten
worden afgesloten met de meegeleverde
dopjes; vergeet niet de dopjes te sluiten.
Controleer of u al deze onderdelen uit de
machine hebt verwijderd en bewaar ze zodat
u ze indien nodig in de toekomst weer kunt
gebruiken.
Als u wilt dat de wasautomaat op één lijn staat
met de keukenmeubelen ernaast, kunt u de
slanghouder achterop de wasautomaat
afsnijden. Laat de twee plaatjes op hun plek.
Opstellen
Zet de wasautomaat op een vlakke harde vloer in een goed
geventileerde ruimte.
Zorg ervoor dat de machine niet in aanraking komt met de muur of
meubelen.
Informatie voor de gebruiker
34
Machine verplaatsen
Als u de machine wilt verplaatsen, tilt u hem op
z'n rollers door de hendel onderaan de machine
helemaal naar links te trekken. Als de machine
op de gewenste plek staat, zet u de hendel weer
in z'n oorspronkelijke stand terug.
Waterplas stellen
Als de machine waterpas staat voorkomt dat trillen, geluid en
beweging tijdens het gebruik.
Zet de machine waterpas door de stelschroef
die te kort is aan te passen.
Draai de ring los (til de machine indien nodig
op).
Als de machine stabiel staat, draai dan de ring
zo ver mogelijk vast.
Watertoever
Schroef de slangkoppeling aan de waterkraan
(20x27 mm). Vergeet niet de meegeleverde
ring te gebruiken. Draai de waterkraan open.
De toevoerslang mag niet verlengd worden.
Als de slang te kort is, dient u een langere
toevoerslang te kopen.
Informatie voor de gebruiker
35
Waterafvoer
De afvoerslang kan worden aangesloten op een afvoerpijp of sifon of
in een wastafel, gootsteen of badkuip worden gehangen.
Waterafvoer via een sifon
U hangt de afvoerslang zodanig in het
meegeleverde kunststof bochtstuk, dat alleen de
rubber tuit er uitsteekt. Dit uiteinde hangt u in
de afvoerpijp of sifon. Het bochtstuk kunt u
m.b.v. de gaten eventueel aan bijv. de muur
vastmaken.
De afvoerslang mag niet ingekort worden!
Als de afvoerslang te lang is, laat hem dan in een ruime bocht achter
de machine hangen; de slang mag niet knikken!
Als de afvoerslang iets te kort is, verplaats dan de afvoerpijp.
De hoogte van de afvoerpijp moet zich tussen 70 en 100 cm vanaf de
onderzijde van de machine bevinden.
Elektrische aansluiting
Vaste aansluiting aan het elektriciteitsnet mag alleen door een erkend
elektro-installateur worden uitgevoerd.
Bij het aansluiten moet aan de algemeen en plaatselijk geldende
voorschriften van het elektriciteitsbedrijf strikt de hand worden
gehouden.
Controleer vóór het in gebruik nemen of de op het typeplaatje
aangegeven netspanning en stroomsoort over-eenkomen met
netspanning en stroomsoort op de plaats van opstelling. Op het
typeplaatje vindt u ook de vereiste waarde van de installatieautomaat
of smeltveiligheid in uw groepenkast.
De machine mag niet d.m.v. een verlengsnoer worden aangesloten.
Informatie voor de gebruiker
36
Technische gegevens
AFMETINGEN Hoogte
Breedte
Diepte
850 mm
400 mm
600 mm
NETSPANNING/FREQUENTIE
AANSLUITWAARDE
230 V / 50 Hz
2300 W
WATERDRUK
Aansluiting aan waternet
Minimaal
Maximaal
0,05 MPa (0,5 bar)
0,8 MPa (8 bars)
Type 20x27
Dit apparaat voldoet aan EG-richtlijn 89-336 (EMC-
richtlijn) en EG-richtlijn 73-23 EG (laagspanningsrichtlijn).
Informatie voor de gebruiker
37
Garantievoorwaarden
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt.
Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de
garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet
negatief beïnvloed. Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de
EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende
rechten blijven onverlet. Ook de garantieverplichtingen van de verkoper
naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot
en met 15 gebreken aan het product die zich openbaren binnen 24
maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval
van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie
beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens
een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt terugge-
bracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige
onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onder-
delen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade
te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet bin-
nen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop-
en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient
ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderde-
len, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door
onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de ge-
stelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het product
onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
chemische en elektrochemische inwerking van water,
abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade
Informatie voor de gebruiker
38
die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige
installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of
het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroor-
zaakt door herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd
of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van
toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een
defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te
worden overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst.
Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of
ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opge-
hangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uit-
bouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de
hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening
gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw
komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde
defect herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten disproportio-
neel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons
het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de
verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantie-
termijn noch aanvang van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitslui-
tend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van
schade ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten voor zover
een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoo-
pwaarde van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders
is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in
gebruik zijnde producten. Indien een product naar het buitenland
wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet
aan de technische voorwaarden (o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het
Informatie voor de gebruiker
39
betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de
gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland.
Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en
kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter
beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Informatie voor de gebruiker
40
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de
Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo
mogelijk direct, doch uiterlijk binnen één werkdag worden
medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal
plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen
na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een
onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de
gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig
mogelijke, gespecificeerde begroting maken van de totale
reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten.
Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk
worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat,
zal op verzoek het te repareren toestel worden teruggebracht in
de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat
dit is geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en
arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis van de
werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt
dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene
omstandigheden niet tegen het begrote bedrag kan worden
uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties
noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaatsvinden en
een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt
eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek
worden uitgevoerd. Indien om het toestel in werkende staat te
brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende
service-organisatie of door de technicus met de consument de
datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de
melding plaatsvinden.
Informatie voor de gebruiker
41
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in
rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak voor een
herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met
vermelding van type en serienummer van het apparaat,
omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte
onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de
verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen
afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van een
gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal
huishoudelijk gebruik een volledige garantie van minimaal 3
maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos
uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en
betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij
een beroep op garantie op de reparatie dient de consument op
verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie
aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde
defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen
de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een
afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet
verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exemplaar
of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen
bijbetaling op basis van een per product te bepalen jaarlijks
afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van
de consument, met uitzondering van de onder garantie of tegen een
gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een
toestel daarna weer volledig voldoet aan de
veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege
aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken
daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer
in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en door
de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -
voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
Informatie voor de gebruiker
42
Service
In het hoofdstuk "Wat te doen als ..." zijn enkele storingen beschreven
die u zelf kunt opheffen. Lees in geval van storing eerst dit hoofdstuk.
Als u daar geen aanwijzingen vindt, neemt u contact op met onze
service-afdeling.
Bereid het gesprek altijd goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose en
de beslissing of bezoek van een servicetechnicus nodig is.
Noteer PNC/Enummer en Fert-nummer. Deze nummers vindt u op het
typeplaatje en op de binnenkant van het deurtje voor de pluizenzeef.
E-nr............. .........................................
Fert-nr. ....... ........................................
Geef onze service-afdeling ook het volgende
op:
Hoe doet de storing zich voor?
Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
Geeft het multidisplay een foutcode aan?
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantietermijn kosten?
als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk "Wat te doen
als...") zelf had kunnen opheffen,
als onze service-technicus u verschillende malen moet bezoeken,
omdat hij voor zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft
gekregen en nu bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen
als u uw telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven.
Informatie voor de gebruiker
43
Adres service-afdeling
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Service-informatielijn tel. (0172) 468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen tel. (0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
www.aeg.nl
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http: //www.aeg.hausgeraete.de
©
Copyright by AEG
146 7792 00 - 01/05
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Aeg-Electrolux LAV4520 Handleiding

Type
Handleiding