AEG LAV47388 Handleiding

Type
Handleiding
CARAT 47388 aqua control
De wasautomaat die het milieu ontziet
Informatie voor de gebruiker
PERFEKT IN FORM UND FUNKTION
2
Geachte klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar deze
voor naslag op een later tijdstip.
Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende ei-
genaar door.
De volgen symbolen worden in de tekst gebruikt :
Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing! Voorschriften die voor uw eigen veiligheid dienen.
Let op! Voorschriften die ter voorkoming van schade aan het apparaat
dienen.
Instructies en praktische tips
Milieu-informatie
Informatie voor de gebruiker
3
INHOUD
Waarschuwingen ........................................................................................5
Gebruik ...........................................................................................................5
Voorzorgsmaatregelen tegen vorst .......................................................6
Afdanken .......................................................................................................6
Milieubescherming .....................................................................................7
Beschrijving van het apparaat ................................................................8
Wasmiddelbakje ..........................................................................................8
Bedieningspaneel ........................................................................................9
Programmakiezer ........................................................................................9
Toetsen voor extra programma’s ........................................................ 11
Toets CENTRIFUGETOERENTAL / SPOELSTOP ................................... 12
Toets STARTTIJDKEUZE .......................................................................... 13
Multidisplay ............................................................................................... 14
Toets «START / PAUZE» ........................................................................... 14
Machinedeksel openen en sluiten ...................................................... 14
Indicatie van het programmaverloop ................................................ 15
Verbruikswaarden en tijdsduur voor gekozen programma’s ..... 16
Voordat u gaat wassen .......................................................................... 17
Wasgoed sorterne en voorbereiden ................................................... 17
Hoeveelheid wagoed ............................................................................... 17
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen ..................................... 18
Internationale behandelingsetiketten ............................................... 19
Een was doen ............................................................................................ 20
Wasgoed in de machine doen .............................................................. 20
Wasmiddel doseren ................................................................................. 20
Programma kiezen ................................................................................... 20
Centrifugetoerental kiezen ................................................................... 21
Extra functies kiezen .............................................................................. 21
Startuitstel kiezen ................................................................................... 21
Wasprogramma starten ......................................................................... 21
Afloop van het wasprogramma ........................................................... 22
Einde van het programma .................................................................... 22
Programmatabel ...................................................................................... 24
Wassen ........................................................................................................ 24
Spoelen ....................................................................................................... 25
Centrifugeren ............................................................................................ 25
Onderhoud en reiniging ........................................................................ 26
Informatie voor de gebruiker
4
Machine ontkalken .................................................................................. 26
Buitenkant ................................................................................................. 26
Wasmiddelbakje ....................................................................................... 26
Afvoerfilter ................................................................................................ 27
Hulp bij storingen .................................................................................... 28
Opstel-en aansluitaanwijzing .............................................................. 31
Waarschuwingen ..................................................................................... 31
Afmetingen van het apparaat ............................................................. 32
Installatie .................................................................................................... 33
Uitpakken ................................................................................................... 33
Opstellen ..................................................................................................... 34
Machine verplaatsen ............................................................................... 35
Waterplas stellen ..................................................................................... 35
Watertoever ............................................................................................... 35
Waterafvoer ............................................................................................... 36
Elektrische aansluiting ........................................................................... 36
Technische gegevens ............................................................................... 37
Garantievoorwaarden ............................................................................. 38
Klantenservice ........................................................................................... 41
Adres klantenservice ............................................................................... 42
Informatie voor de gebruiker
5
Waarschuwingen
Houd deze gebruiksaanwijzing bij uw wasautomaat. Als u het
apparaat verkoopt of weggeeft, zorg er dan voor dat de
gebruiksaanwijzing bij de machine zit. De nieuwe gebruiker beschikt
dan over de aanwijzingen m.b.t. gebruik en de waarschuwingen.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans
veiligheid. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig voordat u het
apparaat installeert en in gebruik neemt. Wij danken u voor uw
aandacht.
Gebruik
De machine zo snel mogelijk na ontvangst uitpakken en op
schade controleren. Een beschadigd apparaat in geen geval
aansluiten.
Dit apparaat is ontworpen voor het gebruik door volwassenen.
Zorg ervoor dat kinderen het apparaat niet aanraken of als
speelgoed gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de
eigenschappen daarvan te veranderen.
Deze wasautomaat is bedoeld voor normaal huishoudelijk
gebruik. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of
industriële doeleinden of voor andere doeleinden dan waarvoor
het ontworpen is: wassen, spoelen en centrifugeren.
Na het gebruik altijd de stekker uit het stopcontact trekken en de
waterkraan dichtdraaien.
Was alleen artikelen die voor machinaal wassen geschikt zijn.
Raadpleeg het behandelingsetiket.
Was geen ondergoed met baleinen, kledingstukken zonder zoom
of gescheurde kledingstukken in de machine.
Verwijder alle munten, veiligheidsspelden, naalden, spijkers,
schroeven enz. voordat u het wasgoed in de machine doet.
Dergelijke voorwerpen kunnen aanzienlijke schade veroorzaken
als ze in het wasgoed achterblijven.
Informatie voor de gebruiker
6
Het wasgoed mag geen oplosmiddelen, alcohol, vlekoplossers enz.
bevatten. Wacht totdat het middel verdampt is voordat u het
wasgoed in de trommel doet.
Doe kleine artikelen zoals sokken, stofceintuurs, enz. in een
wasnetje of kussensloop.
Gebruik de hoeveelheid wasmiddel die wordt aanbevolen in
"Wasmiddel doseren".
Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u de
wasautomaat gaat schoonmaken.
Voorzorgsmaatregelen tegen vorst
Als de wasautomaat wordt blootgesteld aan temperaturen beneden
0°C, dient u de volgende maatregelen te nemen:
Waterkraan dichtdraaien en toevoerslang loskoppelen.
Uiteinde van de toevoerslang en van de afvoer-slang in een bak op
de vloer leggen.
Programma POMPEN kiezen en helemaal laten afwerken.
Wasautomaat uitschakelen door de program-makiezer op de uit-
stand
*
te draaien of door de aan/uit-toets* in te drukken.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Toevoerslang en afvoerslang weer aanbrengen.
Restwater in de slangen wordt dan verwijderd. Zo wordt voorkomen
dat zich ijs vormt waardoor de machine kan worden beschadigd.
De volgende keer dat u de wasautomaat wilt gebruiken, dient u te
controleren of de temperatuur in de ruimte boven 0°C is.
Afdanken
Alle materialen met het symbool zijn geschikt voor recycling.
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor
afvalverwerking in uw woonplaats.
Als u het apparaat afdankt, maak het dan onbruikbaar: trek de stekker
*afhankelijk van model
Informatie voor de gebruiker
7
uit het stopcontact, maak het deurslot onbruikbaar, snijd het
aansluitsnoer af en gooi stekker en snoer weg.
Milieubescherming
U wast zo zuinig en milieuvriendelijk mogelijk, als u de volgende tips
opvolgt:
Was zo veel mogelijk met het maximale vulgewicht van het
betreffende programma (doe de trommel echter niet te vol).
Voorwassen en inweken alleen bij erg vuil wasgoed.
Doseer wasmiddel aan de hand van waterhardheid, mate van
verontreiniging en hoeveelheid wasgoed.
Informatie voor de gebruiker
8
Beschrijving van het apparaat
1 - Bedieningspaneel
2 - Greep om het deksel te openen
3 - Filterdeurtje
4 - Stelschroeven
5 - Hendel om de machine te
verplaatsen
Wasmiddelbakje
Symbols
1 - voorwas
2 - hoofdwas
3 - wasverzachter
(niet verder dan markering MAX)
4 - overloop wasverzachter
(in geval van overdosering)
1
2
4
5
3
1
2
3
4
Informatie voor de gebruiker
9
Toetsen
Bedieningspaneel
Programmakiezer
De programmakiezer bepaalt hoe het
wasproces gaat verlopen (bijv.
waterniveau, trommelbeweging, aantal
spoelgangen, centrifugetoerental)
aangepast aan de betreffende
textielsoort, en de soptemperatuur. De
verschillende instellingen werken als
volgt :
UIT
Schakelt de wasautomaat uit, op alle andere standen is de wasautomaat
ingeschakeld.
WITTE WAS / BONTE WAS
Hoofdwas voor witte/bonte was (wassen 60° - 95°C - spoelen/
wasverzachten - centrifugeren).
Toets centrifugetoerental/
SPOELSTOP
Indicatie DEKSEL
Indicatie van het
programmaverloop
Programmakiezer
Toets
STARTTIJDKEUZE
Multidisplay
Toets
START/PAUZE
Indicatie OVERDOSERING
Informatie voor de gebruiker
10
40 - 60 MIX :
dit programma wast bij een temperatuur van 40°C met even goede
wasresultaten als het 60°C-katoenprogramma. U kunt katoen en
synthetische weefsels tegelijk wassen.
KREUKHERSTELLEND
Hoofdwas voor kreukherstellend goed (wassen 30°/40° - 60°C - spoelen/
wasverzachten - centrifugeren).
Stand STRIJKVRIJ:
Hoofdwas op 40°C voor kreukherstellend goed dat m.b.v. dit programma
nog slechts licht of helemaal niet gestreken hoeft te worden.
FIJNE WAS
Hoofdwas voor fijne was (wassen 30°/40°C - spoelen/wasverzachten -
centrifugeren, hoog waterniveau en verminderde trommelbeweging).
WOL / HANDWAS
Hoofdwas voor in de machine wasbare wol en voor wasbare wol en zijde
met het wasetiket " " (handwas) (wassen koud-40°C - spoelen/
wasverzachten - centrifugeren, hoog waterniveau en sterk verminderde
trommelbeweging).
SPOELEN
Apart voorzichtig spoelen, bijv. voor het spoelen van met de hand
gewassen goed (2 spoelgangen en centrifugeren).
POMPEN
Wegpompen van het water na spoelstop zonder centrifugeren.
CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na spoelstop en centrifugeren, resp. apart
centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was.
Spoelstop betekent
: het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen,
het wordt niet gecentrifugeerd.
SNELWAS
Voor slechts licht verontreinigd wasgoed m.u.v. wol.
Informatie voor de gebruiker
11
ECO
Energiebesparend programma voor licht tot normaal verontreinigde
witte was, verlengde wastijd (niet te combineren met KORT
*
).
Toetsen voor extra programma’s
Met deze toetsen kunt u het wasprogramma
aanpassen aan de mate van verontreiniging
van het wasgoed. Voor normaal
verontreinigd goed zijn extra programma's
niet nodig.
Afhankelijk van het programma kunnen de
verschillende functies met elkaar
gecombineerd worden.
De programma’s kunt u kiezen na het instellen van het programma en
vóór het indrukken van toets START/PAUZE. Als u een toets indrukt, gaat
het betreffende lampje branden. Indien het lampje niet AAN gaat, is
deze optie niet mogelijk.
SPOELEN PLUS
Deze functie voegt bij katoen, synthetic en fijne was een extra
spoelgang toe.
KORT
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd wasgoed (kan niet gekozen
worden bij instelling WOL, 40-60 MIX, ECO en in combinatie met
VLEKKEN).
VOORWAS
Ca. 15 minuten bij 30°C. Warm voorwassen voor de automatisch
volgende hoofdwas (kan niet gekozen worden bij instelling WOL en in
combinatie met VLEKKEN); met tussendoor centrifugeren bij WITTE
WAS/ BONTE WAS, zonder tussendoor centrifugeren bij
KREUKHERSTELLEND en FIJNE WAS.
VLEKKEN
Voor het behandelen van sterk verontreinigd wasgoed of van wasgoed
*afhankelijk van model
Informatie voor de gebruiker
12
met vlekken (verlengde hoofdwas, waarbij vlekkenzout op het juiste
moment wordt ingespoeld, kan niet gekozen worden bij instelling WOL en
in combinatie met KORT en VOORWAS en bij temperaturen beneden
40°C).
BEHOEDZAAM
Verhoogde spoelwerking door extra spoelgang en tegelijk voorzichtige
behandeling van het wasgoed (verminderde trommelbeweging). Ideaal als
er vaak moet worden gewassen, bijvoorbeeld bij overgevoeligheid van de
huid.
GELUIDSSIGNAAL UITSCHAKELEN
Er klinkt een geluidssignaal als wasprogramma en toetsenfunctie worden
ingesteld. Het einde van het programma wordt aangegeven door
meerdere geluidssignalen. Als deze signalen moeten worden
uitgeschakeld omdat ze storend werken, gaat u als volgt te werk:
a) Wasprogramma kiezen,
b) Toetsen "STARTTIJDKEUZE" en "START/PAUZE" tegelijk indrukken,
c) Het geluidssignaal is nu uitgeschakeld.
d) Weer inschakelen van het signaal geschiedt in dezelfde volgorde.
Toets CENTRIFUGETOERENTAL / SPOELSTOP
Door indrukken van deze toets kunt u het
maximale centrifugetoerental voor het
ingestelde programma reduceren of
SPOELSTOP instellen.
De maximale centrifugetoerentallen zijn
aangepast aan de betreffende soort wasgoed.
Als u SPOELSTOP kiest, blijft het wasgoed in
het laatste spoelwater liggen, het wordt niet gecentrifugeerd.
Als u het centrifugetoerental niet wijzigt, wordt het automatisch aan het
wasprogramma aangepast:
- WITTE WAS / BONTE WAS ............................1300 tpm
- KREUKHERSTELLEND / STRIJKVRIJ ............... 900 tpm
- FIJNE WAS........................................................... 900 tpm
- WOL / handwas.................................................. 900 tpm
Het toerental voor de centrifugegangen tussendoor is afhankelijk van het
gekozen programma en kan niet worden gewijzigd.
Informatie voor de gebruiker
13
Toets STARTTIJDKEUZE
Met deze toets kunt u de start van een
wasprogramma 30, 60, 90 minuten tot maximaal
23 uur uitstellen. Zo kunt u bijv. in de voordeeluren
wassen.
Deze toets moet vóór het inschakelen van toets
START/PAUZE worden ingedrukt.
In het display verschijnt 5 seconden lang de
gekozen tijd, dan wordt de duur van het gekozen programma weer
aangegeven.
Na inschakelen van toets START/PAUZE begint de machine de resterende
tijd in uren terug te tellen.
Om de gekozen starttijd te wijzigen of te annuleren, toets START/PAUZE
indrukken en dan toets STARTTIJDKEUZE indrukken, tot in het
multidisplay de gewenste tijd verschijnt resp.
0 h wordt aangegeven (als
u de starttijdkeuze wilt annuleren).
Nu toets START / PAUZE nogmaals indrukken.
Als u de starttijd hebt geannuleerd, wordt in het display weer de duur
van het eerder gekozen wasprogramma aangegeven.
Attentie! Als u functie "starttijdkeuze" kiest, liever geen vloeibaar
wasmiddel gebruiken. Het vloeibare wasmiddel zou al voordat het
programma begint op het wasgoed terecht kunnen komen en vlekken
kunnen veroorzaken. Gebruik daarom de door de wasmiddelindustrie
aangeboden doseerhulpjes of poedervormig wasmiddel.
Informatie voor de gebruiker
14
Multidisplay
In dit display wordt de volgende informatie
aangegeven:
Duur van het gekozen programma (in minuten)
Een oplichtende nul aan het einde van het programma.
Starttijdkeuze die met de betreffende toets is gekozen. De tijd tot aan
de start (max. 23 uur) wordt in uren teruggeteld.
Foutcode. Treden storingen aan het apparaat op, dan worden deze
m.b.v. een speciale foutcode in het display aangegeven.
Toets «START / PAUZE»
Deze toets heeft 2 functies:
a) Start
Door indrukken van de toets wordt het ingestelde
programma gestart.
b) Pauze
Om een lopend programma te onderbreken, toets START/PAUZE indruk-
ken: de indicatie in het multidisplay knippert
U zet het programma voort door de toets opnieuw in te drukken.
Machinedeksel openen en sluiten
Openen: aan de greep van het machinedeksel
trekken.
Sluiten: machinedeksel stevig dichtdrukken.
De indicaties DEKSEL en START/PAUZE geven, als het apparaat is
Informatie voor de gebruiker
15
ingeschakeld, aan of het machinedeksel kan worden geopend:
Als :
- de indicatie DEKSEL rood knippert,
- daarna de foutcode E40 in het multidisplay knippert,
- en de indicatie EINDE knippert,
hebt u geprobeerd een programma te starten, zonder dat het
machinedeksel goed gesloten was. In dat geval machinedeksel stevig
dichtdrukken en wasprogramma nogmaals starten.
Indicatie van het programmaverloop
Geeft vóór de start van het programma aan welke
programmaonderdelen zijn gekozen. Tijdens het
programma brandt de indicatie van het onderdeel
waarmee de machine bezig is.
De indicatie PARKEERSTAND in de indicatie van het
programmaverloop wijst erop, dat de trommel
vastgezet is en direct kan worden geopend.
Als de indicatie OVERDOSERING brandt, hebt u in
het afgelopen programma te veel wasmiddel
gebruikt. Bij de volgende was op de doseeraanwijzingen van de
wasmiddelfabrikant en op het vulgewicht letten!
Indicatie
DEKSEL
Indicatie
START/PAUZE
Machinedeksel openen
mogelijk ?
brandt groen knippert rood Ja
brandt groen brandt rood Ja, na indrukken van
toets START/PAUZE.
is uit knippert of brandt
rood
Nee
*
*.Machinedeksel is vanwege hoog waterniuveau resp. hoge
temperatuur vergrendeld.
Informatie voor de gebruiker
16
Verbruikswaarden en tijdsduur voor
gekozen programma’s (richtlijnen)
Programma/
Temperatuur in °C
Wasgoed
in kg
Water
in liter
Stroom
in kWh
Tij in
minuten
WITTE WAS 95 5,0 59 2,00 140 - 155
ECO 60
*
*Dit 60°C-programma is het referentieprogramma voor de gegevens op
het energielabel, volgens richtlijn 92/75/EG.
5,0 42 0,95 140 - 155
KREUKHERSTELLEND 60 2,5 52 1,10 85 - 100
FIJNE WAS 30 2,5 53 0,35 55 - 70
WOL 30 1,0 50 0,30 45 - 60
Informatie voor de gebruiker
17
Voordat u gaat wassen
Wasgoed sorterne en voorbereiden
Wasgoed volgens soort en behandelingsetiket sorteren : normale
was voor sterk wasgoed dat krachtig wassen en centrifugeren kan
verdragen; fijne was voor teer wasgoed dat voorzichtiger moet
worden behandeld. Kies voor gemengde ladingen programma en
temperatuur passend bij het teerste textiel.
Wit en gekleurd wasgoed apart wassen. Anders kan het witte
goed verkleuren resp. vergrauwen.
Nieuw wasgoed geeft vaak af. Zulke stukken daar-om de eerste
keer liever apart wassen. Houd u aan de aanwijzingen "apart
wassen" en "enkele keren apart wassen" op het
behandelingsetiket.
Zakken leegmaken en het wasgoed uit elkaar vouwen.
Alle losse knopen, haken en ogen verwijderen. Ritsen sluiten, een
knoop leggen in veters en riempjes.
Kleding die uit meer lagen bestaat (slaapzakken, anoraks enz.),
gebreid gekleurd textiel en wol en textiel met applicaties
binnenste buiten keren.
Kleine en tere stukken wasgoed (sokken, panty's, beha's enz.) in
een wasnetje wassen.
Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Haken verwijderen en
de vitrages in een net of zak binden
Hoeveelheid wagoed
De hoeveelheid wasgoed die u in de trommel doet mag het maximale
vulgewicht van de wasautomaat niet overschrijden. Dit vulgewicht
hangt af van het soort wasgoed. Doe minder wasgoed in de machine
als het erg vuil is.
Niet alle textielsoorten hebben hetzelfde volume en hetzelfde
opnemend vermogen. Daarom moet de trommel in het algemeen als
volgt gevuld worden:
vol, maar niet overvol voor katoen en linnen,
Informatie voor de gebruiker
18
halfvol voor weefsels gemengd met katoen en synthetische
weefsels,
voor een derde gevuld voor tere artikelen zoals vitrages en wol.
Bij een gemengde was het vulgewicht van het teerste materiaal
aanhouden.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen die geschikt
zijn voor gebruik in een wasautomaat. Lees de aanwijzingen van de
fabrikant.
Wasmiddelen in poedervorm kunnen zonder beperkingen worden
gebruikt. Vloeibaar wasmiddel doseert u in de doseerbol direct in de
trommel of in het wasmiddelbakje; in dat geval moet u direct een
programma starten. Wasmiddelen in tabletvorm legt u in het vakje
voor hoofdwasmiddel.
De hoeveelheid wasmiddel hangt af van de hoeveelheid wasgoed, de
waterhardheid en de mate van ver-ontreiniging van het wasgoed.
Als het water zacht is, kunt u wat minder doseren. Doseer wat meer als
het water hard is (of gebruik liever een waterontharder) of als het
wasgoed erg vuil of gevlekt is.
Informatie over de waterhardheid in uw woonplaats kunt u bij het
waterleidingbedrijf krijgen.
Informatie voor de gebruiker
19
Internationale behandelingsetiketten
Informatie voor de gebruiker
20
Een was doen
Voordat u de machine in gebruik neemt, raden wij u aan een wasgang
op 90°C zonder wasgoed uit te voeren om de kuip schoon te maken.
Wasgoed in de machine doen
Machinedeksel openen.
Trommel openen door grendeltoets A in te drukken; de twee klep-
pen gaan vanzelf uit elkaar.
Wasgoed in de machine doen, trommel sluiten en machinedeksel
sluiten.
Waarschuwing: voordat u het
machinedeksel sluit, dient u te controleren
of de trommel goed gesloten is:
de twee kleppen goed gesloten,
grendeltoets A niet ingedrukt.
Wasmiddel doseren
U kunt de door de fabrikanten van wasmiddel aanbevolen hoeveelheid
reduceren door gebruik te maken van het wasproces dat waterverbruik
en wasmiddelverbruik reduceert.
Doseer wasmiddel in vak en voorwasmiddel in vak als u wilt
voorwassen. Doseer indien gewenst wasverzachter in vak .
Als u een ander type wasmiddel gebruikt lees dan "Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen".
Programma kiezen
In de programmatabel ziet u, welk programma geschikt is voor uw
wasgoed.
Draai de programmakiezer op het gewenste programma, de lampjes
van de betreffende programma-onderdelen gaan branden.
Het display laat zien hoe lang het gekozen programma ongeveer gaat
duren.
De tijd in het display wordt tijdens het programma automatisch
aangepast.
A
Informatie voor de gebruiker
21
Centrifugetoerental kiezen
Het maximale centrifugetoerental (aangepast aan het soort wasgoed)
wordt aangegeven als u het programma kiest en als de machine op
pauze staat. Door toets "centrifugetoerental verlagen" in te drukken
kunt u echter het toerental verlagen of spoelstop (alleen pompen)
kiezen.
Extra functies kiezen
De verschillende extra functies kunt u kiezen nadat u het programma
hebt gekozen en voordat u toets "Start/Pauze" indrukt.
Druk de gewenste toets(en) in, de betreffende lampjes gaan branden.
Als u een toets nogmaals indrukt, gaat het lampje uit. Als een functie
niet kan worden gecombineerd met het gekozen programma, gaat
het betreffende lampje knipperen en verschijnt "Err" in het display
(zie programmatabel).
Startuitstel kiezen
Deze functie stelt de start van het programma 30, 60, 90 minuten tot
23 uur uit. Kies het aantal uren dat u de start wilt uitstellen door de
toets verschillende malen in te drukken.
Wasprogramma starten
Controleren of de waterkraan open is.
Wasprogramma starten: toets START/PAUZE indrukken. Het pro-
gramma wordt gestart.
Het machinedeksel is niet goed gesloten als bij indrukken van toets
START/PAUZE
de indicatie DEKSEL rood knippert
daarna de foutcode E40 in het multidisplay knippert,
en de indicatie EINDE knippert.
In dat geval deksel stevig dichtdrukken en toets START/PAUZE
nogmaals indrukken.
Bij ingestelde starttijdkeuze :
De ingestelde tijd loopt af, in het multidisplay wordt de resterende
Informatie voor de gebruiker
22
tijd tot de programmastart (in volle uren) aangegeven. Tijdens deze
periode kunt u nog wasgoed in de machine doen of de starttijdkeuze
wijzigen resp. afbreken.
Wasgoed in de machine doen: toets START/PAUZE indrukken, het
deksel kan worden geopend. Dan machinedeksel sluiten en toets
START/PAUZE weer indrukken.
Starttijdkeuze wijzigen resp. afbreken: toets STARTTIJDKEUZE zo
vaak indrukken, tot de gewenste tijd wordt aangegeven; als de
programmalooptijd wordt aangegeven (indicatie in minuten, start
het wasprogramma direct.
Afloop van het wasprogramma
Vóór de start worden de verschillende programma-onderdelen op de
indicatie van het programmaverloop aangegeven.
Tijdens het wasprogramma wordt aangegeven met welk onderdeel de
machine bezig is.
Multidisplay :
De te verwachten resterende looptijd (in minuten) wordt tot het einde
van het programma in het multidisplay aangegeven.
Bij automatische programma-aanpassing door de sturing van de
wasautomaat (hoeveelheid wasgoed, soort wasgoed,
onbalansherkenning, extra spoelgang enz.) kan de telling van de
resterende looptijd stilgezet of gecorrigeerd worden.
Einde van het programma
Als een wasprogramma is beëindigd, gaat EINDE in de indicatie van het
programmaverloop branden.
Als u spoelstop hebt gekozen, moet eerst het water worden
weggepompt:
- Programmakiezer op UIT draaien.
- Programmakiezer op POMPEN draaien en toets START/PAUZE
indrukken (het water wordt zonder centrifugeren weggepompt), of
- Programmakiezer op CENTRIFUGEREN draaien en toets START/
PAUZE indrukken (het water wordt weggepompt en het wasgoed
Informatie voor de gebruiker
23
wordt gecentrifugeerd of voorzichtig gecentrifugeerd).
Na beëindiging van dit programma-onderdeel brandt de indicatie
EINDE.
Deksel openen.
Zodra de indicatie DEKSEL groen brandt, kan het machinedeksel
worden geopend.
De indicatie PARKEERSTAND in de indicatie van het
programmaverloop wijst erop, dat de trommel vastgezet is en direct
kan worden geopend.
Wasgoed uit de machine nemen.
Programmakiezer op UIT draaien.
Na het wassen het machinedeksel een tijd open laten staat zodat
de wasautomaat kan luchten.
Attentie! Als de wasautomaat langere tijd niet wordt gebruikt:
waterkraan dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
Informatie voor de gebruiker
24
Programmatabel
Wassen
Hier vindt u een overzicht van niet alle mogelijke, maar alleen de in het
dagelijks gebruik zinvolle instellingen.
Soort
wasgoed
Max.
vulgewicht
(droog
wasgoed)
Programmakiezer
Temperatuur
(°C)
Mogelijke
extra
programma’s
Witte was 5 kg WITTE WAS /
BONTE WAS
95
KORT
*
VOORWAS
VLEKKEN
BEHOEDZAAM
*Kan niet gekozen worden bij instelling ECO, 40-60 MIX en in combinatie met VLEKKEN.
Energiespaarprog.
ECO
**
**Dit 60°C-programma is het referentieprogrammma voor de gegevens op het energiela-
bel,
Bonte was 4,5 kg 40-60 MIX
5,0 kg WITTE WAS /
BONTE WAS
30 - 60
KORT
VOORWAS
VLEKKEN
***
BEHOEDZAAM
****
***Kan niet gekozen worden bij temperaturen beneden 40°C.
****Kan niet gekozen worden bij instelling STRIJKVRIJ.
Kreukherstel-
lend
2,5 kg
KREUKHERSTELLEND
30 - 60
1,0 kg STRIJKVRIJ
40
Fijne was 2,5 kg (ou
15-20 m² de
voilages)
FIJNE WAS
30 - 40
Wol/
Handwas
1,0 kg WOL
Koud - 40
Alle 2,5 kg SNELWAS
Informatie voor de gebruiker
25
Spoelen
Centrifugeren
Soort wasgoed Max. vulgewicht
(droog wasgoed)
Programmakiezer
Witte was / bonte was 5,0 kg
SPOELEN
Kreukherstellend 2,5 kg
Fijne was 2,5 kg
Wol / handwas 1,0 kg
Soort wasgoed Max. vulgewicht
(droog wasgoed
Programmakiezer
Witte was / bonte was 5,0 kg
CENTRIFUGEREN
Kreukherstellend 2,5 kg
Fijne was 2,5 kg
Wol / handwas 1,0 kg
Informatie voor de gebruiker
26
Onderhoud en reiniging
Voordat u de machine gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het
stopcontact trekken.
Machine ontkalken
Als u op de juiste wijze wasmiddel doseert, is ontkalken niet nodig.
Als ontkalken toch noodzakelijk is, gebruik dan een in de handel
verkrijgbaar niet-bijtend product dat speciaal voor wasautomaten is
bedoeld. Volg de aanwijzingen m.b.t. dosering op de verpakking op.
Buitenkant
Maak de buitenkant van de machine schoon met lauw water en een
mild schoonmaakmiddel. Nooit alcohol, oplosmiddelen of dergelijke
producten gebruiken.
Wasmiddelbakje
Demonteren :
Druk op de lipjes aan weerskanten van het
wasmiddelbakje en trek het omhoog.
Maak het bakje onder stromend water schoon
en gebruik een borstel of doekje.
Controleer of de hevels aan de achterkant van
het bakje niet geblokkeerd worden.
Monteren :
Zet het wasmiddelbakje in de openingen en klik het
vast.
Informatie voor de gebruiker
27
Afvoerfilter
Maak het filter aan de onderzijde van de machine regelmatig schoon.
Lampje FILTER
*
gaat branden als het filter verstopt is. In dt geval het
filter onmiddellijk schoonmaken. Als u erg pluizig wasgoed wast, het
filter in elk geval schoonmaken.
Open het deurtje met bijvoorbeeld een schroevendraaier :
Restwater weg laten lopen:
Zet een bak onder de afvoer. Draai de dop tegen
de wijzers van de klok in tot hij verticaal staat en
het restwater weg-loopt.
Filter verwijderen :
Dop helemaal losdraaien. Goed onder stromend
water schoonmaken. Dop weer aanbrengen en
met de wijzers van de klok mee vastdraaien.
Als u het filter heeft schoongemaakt, sluit dan het pompdeurtje. Het
pompdeurtje moet altijd dicht zijn als de machine aan staat.
* afhankelijk van model
Informatie voor de gebruiker
28
Hulp bij storingen
Tijdens de fabricage van deze wasautomaat zijn vele controles
uitgevoerd. Als er echter een storing optreedt, lees dan eerst
onderstaande aanwijzingen voordat u contact opneemt met onze
service-afdeling.
Probleem Oorzaak
De machine start niet of er
wordt geen water toegevoerd:
de machine is niet correct aangeslo-
ten, de elektrische installatie werkt
niet,
het machinedeksel en de trommelklep-
pen zijn niet goed gesloten,
u hebt het programma niet goed ges-
tart,
er is een stroomstoring,
de watertoevoer is afgesloten,
de waterkraan is dicht,
de watertoevoer is geblokkeerd.
Er wordt water toegevoerd,
maar meteen weer
weggepompt:
de afvoerslang hangt te laag (zie hoofds-
tuk Installatie).
De machine centrifugeert niet
of pompt niet:
de afvoerslang is verstopt of gedraaid,
het afvoerfilter is verstopt,
de onbalansherkenning is in werking
getreden; slechte verdeling van het was-
goed in de trommel,
u hebt programma pompen of functie
"nachtstand"* gekozen,
de afvoerslang hangt niet op de juiste
hoogte.
Er ligt water op de vloer rond
de wasautomaat:
te veel wasmiddel heeft te veel schuim
gevormd en dat is overstroomd,
het wasmiddel is niet geschikt voor machi-
naal wassen,
de afvoerslang hangt niet goed,
het afvoerfilter is niet op z'n plek gezet,
de watertoevoerslang lekt.
Informatie voor de gebruiker
29
Wasresultaten zijn niet
tevredenstellend:
het wasmiddel is niet geschikt voor machi-
naal wassen,
er zit te veel wasgoed in de trommel,
u hebt niet het juiste programma gekozen,
u hebt niet voldoende wasmiddel
gedoseerd.
De machine vibreert of staat
onrustig:
niet alle verpakking is verwijderd
de machine staat niet waterpas of is niet
goed gevuld,
de machine staat te dicht tegen de muur
of meubilair,
het wasgoed is niet goed in de trommel
verdeeld,
er zit erg weinig wasgoed in de trommel.
Het programma duurt te lang: de watertoevoer is geblokkeerd,
er is een stroomstoring geweest of het
water is afgesloten,
de oververhittingsbeveiliging van de
motor is in werking getreden,
de temperatuur van het leidingwater is
lager dan normaal,
het schuimherkenningssysteem is in wer-
king getreden (te veel wasmiddel) en de
machine heeft het schuim verwijderd,
de onbalansherkenning is in werking
getreden, een extra fase is toegevoegd om
het wasgoed beter in de trommel te verde-
len.
De machine stopt tijdens een
programma:
er is een water- of stroomstoring,
u hebt spoelstop ingesteld.
Het machinedeksel kan
tijdens een programma niet
geopend worden:
lampje "DEKSEL" is uit.
de temperatuur van het sop is te hoog.
o het deksel kan pas 1 tot 2 minuten na
beëindiging van het programma geopend
worden
*
.
Probleem Oorzaak
Informatie voor de gebruiker
30
Lampje "
PARKEERSTAND
"* brandt
niet na afloop van een waspro-
gramma:
de trommel kon de juiste positie niet
bereiken door een voortdurende onba-
lans; draai de trommel met de hand.
Foutcode E40 verschijnt in het
display en lampje EINDE
**
knippert 4 keer
***
:
het machinedeksel is niet goed gesloten.
Foutcode E20 verschijnt in het
display en lampje EINDE**
knippert 2 keer***:
het afvoerfilter is verstopt,
de afvoerslang is verstopt of gedraaid,
de afvoerslang ligt te hoog (zie hoofdstuk
Installatie),
de afvoerpomp is verstopt,
de installatiesifon is verstopt.
Foutcode E10 verschijnt in het
display en lampje EINDE**
knippert 1 keer***:
de waterkraan is dicht,
de watertoevoer in de woning is afgeslo-
ten.
Foutcode EA0 verschijnt in het
display en lampje EINDE**
knippert 10 keer***:
De kleppen van de trommel zijn open.
Foutcode EF3 verschijnt in het
display en lampje EINDE**
knippert 15 keer***:
De beveiliging tegen wateroverlast,
aqua-control, is in werking getreden :
- waterkraan dichtdraaien,
- vervolgens de stekker uit het stopcontact
trekken,
- contact met de service-afdeling
opnemen.
Afvoerpomp blijft voort-
durend lopen - ook
wanneer het apparaat is
uitgeschakeld:
Wasverzachter komt tijdens
het doseren uit de overloop
(Lampje "
OVERDOSERING
"* brandt):
u hebt niet de juiste hoeveelheid
gedoseerd,
de hevels aan de achterkant van het was-
middelbakje zijn verstopt.
*Afhankelijk van model.
** Afhankelijk van het model kunnen akoestische signalen klinken.
*** Probleem indien mogelijk oplossen en dan toets "start/pauze" indrukken om het
onderbroken programma opnieuw te starten.
Probleem Oorzaak
Informatie voor de gebruiker
31
Opstel-en aansluitaanwijzing
Waarschuwingen
Deze wasautomaat is zwaar. Voorzichtig bij het verplaatsen ervan.
Voor het in gebruik nemen moet de verpakking van de
wasautomaat worden verwijderd. Als niet de gehele
transportbeveiliging wordt verwijderd, kan dat tot schade aan de
wasautomaat of omringende meubelen leiden. De stekker mag
tijdens het uitpakken niet in het stopcontact zitten.
De wateraansluiting mag alleen door een erkend installateur
worden uitgevoerd.
De machine moet aan een stopcontact met rand-aarde worden
aangesloten.
Een eventuele wijziging in de elektrische huisinstallatie mag
alleen door een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Lees de aanwijzingen in paragraaf 3.7 aandachtig, voordat u de
machine gaat aansluiten.
Controleer na het installeren of de machine niet op het
aansluitsnoer staat.
Als de machine op vaste vloerbedekking wordt geïnstalleerd,
mogen de ventilatie-openingen aan de onderkant van de
machine niet door het tapijt worden afgedekt.
Het aansluitsnoer mag alleen door onze service-afdeling
vervangen worden.
Als de machine niet volgens de voorschriften is geïnstalleerd,
wordt eventuele schade niet door de garantiebepalingen gedekt.
Informatie voor de gebruiker
32
Afmetingen van het apparaat
Informatie voor de gebruiker
33
Installatie
Uitpakken
Verpakkingsmateriaal dat is gebruikt om interne
onderdelen van de machine tijdens het transport te
beschermen moet verwijderd worden voordat de
machine voor de eerste keer in gebruik wordt genomen.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal van de
machine. Kantel de machine naar opzij,
verwijder dan de verpakking onder de motor
en zet de machine weer rechtop.
Kantel de machine naar achteren en draai
hem een kwart slag op één van de hoeken om
de transportbodem te verwijderen.
Open het machinedeksel en verwijder de
transportbeveiliging en het plastic. Sluit het
deksel.
Informatie voor de gebruiker
34
Gebruik een 10 mm moersleutel om de twee
schroeven en afstandhouders achterop te ver-
wijderen.
U kunt nu de openingen zien die moeten
worden afgesloten met de meegeleverde
dopjes; vergeet niet de dopjes te sluiten.
Controleer of u al deze onderdelen uit de
machine hebt verwijderd en bewaar ze zodat u
ze indien nodig in de toekomst weer kunt
gebruiken.
Als u wilt dat de wasautomaat op één lijn staat
met de keukenmeubelen ernaast, kunt u de
slanghouder achterop de wasautomaat
afsnijden. Laat de twee plaatjes op hun plek.
Opstellen
Zet de wasautomaat op een vlakke harde vloer in een goed
geventileerde ruimte.
Zorg ervoor dat de machine niet in aanraking komt met de muur of
meubelen.
Informatie voor de gebruiker
35
Machine verplaatsen
Als u de machine wilt verplaatsen, tilt u hem op
z'n rollers door de hendel onderaan de machine
helemaal naar links te trekken. Als de machine
op de gewenste plek staat, zet u de hendel weer
in z'n oorspronkelijke stand terug.
Waterplas stellen
Als de machine waterpas staat voorkomt dat trillen, geluid en
beweging tijdens het gebruik.
Zet de machine waterpas door de stelschroef
die te kort is aan te passen.
Draai de ring los (til de machine indien nodig
op).
Als de machine stabiel staat, draai dan de ring
zo ver mogelijk vast.
Watertoever
Deze biedt optimale bescherming tegen
waterschade. In geval van een storing
blokkeert het systeem de watertoevoer naar
het apparaat. De storing wordt aangegeven
doordat een rode markering in het venstertje
verschijnt. Neem dan contact op met onze
service-afdeling.
Informatie voor de gebruiker
36
Schroef de slangkoppeling aan de waterkraan (20x27 mm). Draai de
waterkraan open.
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Als de slang te kort is, dient
u een langere toevoerslang te kopen.
Waterafvoer
De afvoerslang kan worden aangesloten op een afvoerpijp of sifon of
in een wastafel, gootsteen of badkuip worden gehangen.
Waterafvoer via een sifon
U hangt de afvoerslang zodanig in het
meegeleverde kunststof bochtstuk, dat alleen de
rubber tuit er uitsteekt. Dit uiteinde hangt u in de
afvoerpijp of sifon. Het bochtstuk kunt u m.b.v. de
gaten eventueel aan bijv. de muur vastmaken.
De afvoerslang mag niet ingekort worden!
Als de afvoerslang te lang is, laat hem dan in een
ruime bocht achter de machine hangen; de slang
mag niet knikken!
Als de afvoerslang iets te kort is, verplaats dan de
afvoerpijp.
De hoogte van de afvoerpijp moet zich tussen 70
en 100 cm vanaf de onderzijde van de machine
bevinden.
De verbindingsplaats buis / sifon met een
slangklem vastzetten.
Elektrische aansluiting
Vaste aansluiting aan het elektriciteitsnet mag alleen door een erkend
elektro-installateur worden uitgevoerd.
Bij het aansluiten moet aan de algemeen en plaatselijk geldende
voorschriften van het elektriciteitsbedrijf strikt de hand worden
gehouden.
Controleer vóór het in gebruik nemen of de op het typeplaatje
aangegeven netspanning en stroomsoort over-eenkomen met
netspanning en stroomsoort op de plaats van opstelling. Op het
typeplaatje vindt u ook de vereiste waarde van de installatieautomaat
of smeltveiligheid in uw groepenkast.
De machine mag niet d.m.v. een verlengsnoer worden aangesloten.
Informatie voor de gebruiker
37
Technische gegevens
AFMETINGEN Hoogte
Breedte
Diepte
850 mm
397 mm
600 mm
NETSPANNING/FREQUENTIE
AANSLUITWAARDE
230 V / 50 Hz
2300 W
WATERDRUK
Aansluiting aan waternet
Minimaal
Maximaal
0,05 MPa (0,5 bar)
0,8 MPa (8 bars)
Type 20x27
Dit apparaat voldoet aan EG-richtlijn 89-336 (EMC-
richtlijn) en EG-richtlijn 73-23 EG (laagspanningsrichtlijn).
Informatie voor de gebruiker
38
Garantievoorwaarden
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect
optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen
als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt
daardoor niet negatief beïnvloed. Onderstaande garantievoorwaarden
zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet. Ook de
garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven
onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande
voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2
tot en met 15 gebreken aan het product die zich openbaren binnen
24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In
geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de
garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten
geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt
teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad.
Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos
vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om moge-lijke verdere
schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het
gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop-
en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan
dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onder-
delen, zoals (vitrokera-misch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is
door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de ges-
telde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het pro-
duct onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroor-zaakt door:
chemische en elektrochemische inwerking van water,
abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
voor het product oneigenlijke bedrijfsomstan-digheden,
contact met agressieve stoffen.
Informatie voor de gebruiker
39
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade
die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige
installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het
niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaan-wijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt
door herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet
deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebeho-
ren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect
veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden
overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter
plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde pro-
ducten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehan-
gen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen
samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane
extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die onts-
taat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect
herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn
wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging
geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor
om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiks-
periode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantieter-
mijn noch aanvang van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend
op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade
ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten voor zover een aanspra-
kelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde
van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in
gebruik zijnde producten. Indien een product naar het buitenland wordt
gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de
technische voorwaarden (o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften,
gassoort, klimaatomstan-digheden) in het betreffende land. Voor in het
Informatie voor de gebruiker
40
buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te
vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste
aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd
worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter
beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Informatie voor de gebruiker
41
Klantenservice
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft,
kunt u contact opnemen met AEG: zie "Adres Klantenservice".
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd het E/PNC- en F/S-nummer van
uw apparaat bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje (op het
deurtje voor het pluizenfilter.) en kunt u het beste hieronder en voorop deze
gebruiksaanwijzing noteren.
Modelaanduiding........................... .
E/PNC-Nr...........................................
F/S-Nr .................................................
Geef onze service-afdeling ook het volgende op:
Hoe doet de storing zich voor?
Onder welke omstandigheden treedt de sto-
ring op?
Geeft het multidisplay een foutcode aan?
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u slechts
één maal thuis te blijven.
Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde storingen
of vanwege foutieve bediening de AEG service-afdeling inschakelt, wordt
dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze
garantiebepalingen gedekt.
Elektrische apparaten van AEG voldoen aan de betreffende
veiligheidsbepalingen. Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen
door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot de
AEG service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan AEG
geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen
voldoen aan alle eisen! Onze service-afdeling voert reparaties uit
overeenkomstig de voorwaarden die tussen de Consumentenbond en de
VLEHAN (Vereniging Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke
Apparaten Nederland) zijn overeengekomen.
Informatie voor de gebruiker
42
Adres klantenservice
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Consumentenbelangen tel. (0172)-468 172
(voor algemene, product- fax (0172)-468 470
of gebruiksinformatie)
Storingen/reparaties tel. (0172)-468 300
(voor bezoek servicetechnicus) fax (0172)-468 255
Onderdelen tel. (0172)-468 400
fax (0172)-468 376
www.aeg-huishoudelijk.nl
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http: //www.aeg.hausgeraete.de
Copyright by AEG
146 6109 00 - 03/04
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43

AEG LAV47388 Handleiding

Type
Handleiding