Documenttranscriptie

NL GEBRUIKSAANWIJZING WAGEN VOOR HET VERPLAATSEN VAN VOERTUIGEN ART. 3009 TECHNISCHE KENMERKEN Max. draagvermogen 550 kg 4 kantelrollen Breedte rollen 200 mm Geschikt voor wielen met een max. breedte van 240 mm WERKING 1. Overschrijd het maximum draagvermogen van de wagen NOOIT. Bij het bepalen van het gewicht van het voertuig moet u er altijd rekening mee houden dat het gedeelte met de motor het zwaarste is. 2. Gebruik de wagen niet om het voertuig op te tillen om eronder te kunnen werken. 3. Start en verplaatst het voertuig niet m.b.v. de versnelling, terwijl het door de wagen wordt ondersteund. 4. Gebruik de wagen bij voorkeur of een vlak en hard terrein. 5. Wanneer u het voertuig duwt, is het raadzaam dit in tegenwoordigheid van 2 operators te doen om de massa tegen te gaan en te stoppen, die tijdens het verplaatsen met inertie is belast. INSPECTIE Voor het gebruik is het raadzaam de algemene staat van de wagen te controleren. Het is daarom raadzaam zich ervan te vergewissen dat er geen onregelmatigheden zijn, zoals: - duidelijke schade aan de lasnaden - verbogen, loszittende of ontbrekende delen - elk type zichtbare schade HANDELINGEN: DE WAGEN PLAATSEN Om een wiel op te tillen moet de wagen met de rollen naast het wiel worden geplaatst. (FIG. 1) Verplaats de “L-hendel” richting “A”, til de pin voor het pedaal op en draai hem om op stand “E”. Op die manier kan hij vrij lopen en kan de wagen met de hand op de breedste stand worden verbreed. Verzeker u ervan dat de band in het midden van beide stellen rollen staat. (FIG. 2) Fig. 1 12 Fig. 2  GEBRUIKSAANWIJZING NL EEN WIEL OPTILLEN VOORDAT U MET DEZE HANDELINGEN BEGINT, VERZEKERT U ZICH ERVAN DAT DE HANDREM IS AANGETROKKEN. Verplaats de “L-hendel” richting “B”, til de pin voor het pedaal op en draai hem om op stand “C”. Trap op de pedaalhendel om het wiel op te tillen en let erop dat er een klik te horen is voordat u de druk erop loslaat. Zet de handeling voort tot het wiel ongeveer 2 cm van de grond staat. LET OP: indien u meerdere wagens gebruikt, moet u erg goed op het soort terrein letten. Indien u op niet vlakke oppervlakken werkt, is het belangrijk dat u niet onvoorbereid voor onverhoedse bewegingen van het voertuig staat. HET VOERTUIG VERPLAATSEN Verzeker u ervan dat er voldoende personeel is, zodat het voertuig tijdens het verplaatsen gemakkelijk kan worden gecontroleerd. Let op eventuele afdalingen, toegangen tot hellingen en dergelijke ook als deze niet steil lijken. Wanneer een voertuig naast een constructie staat en de wagen moet worden verwijderd, moet u er altijd aan denken dat u voldoende ruimte vrijlaat. LET OP: GEEN ENKEL REMMEND MECHANISME VAN HET VOERTUIG FUNCTIONEERT, TERWIJL U HET VOERTUIG VERPLAATST EN HIERVOOR UITSLUITEND WAGENS 3009 GEBRUIKT. EEN WIEL LATEN ZAKKEN Verplaats de “L-hendel” op stand “A” en draai de pin voor het pedaal op stand “C”. Gebruik de hendel met herhalende bewegingen tot u de klik hoor en de band op de grond staat zonder dat er nog druk op de rollen wordt uitgeoefend. Herhaal nu de handelingen die u heeft verricht voor het plaatsen en neem de wagen weg. 13