Haak de afzuigkap (Afb. 6). Stel de horizontale positie af door de afzuigkap naar rechts of naar links te verplaatsen zodat
de afzuigkap precies op één lijn met de keukenkasten komt te zitten. Teken na de afstelling, zonder de kap weg te halen,
de andere 2 gaten die moeten worden geboord (B) af op de muur; haak de kap los en boor de gaten die u getekend heeft
(diameter 8mm); maak vervolgens gebruik van de 2 meegeleverde pluggen en schroeven om de afzuigkap definitief
te bevestigen (4.8x38mm). Om het toestel niet te beschadigen, raden wij aan enkel de gaten te gebruiken die al werden
voorzien door de constructeur.
Bevestiging van de telescopische pijpen: Essentiële eisen voor de montage: – Breng de elektrische aansluiting
zodanig tot stand dat e.e.a. binnen de decorpijp weggewerkt wordt. – Als uw apparaat in de afzuigversie of in
de versie met een externe motor geïnstalleerd moet worden dan moet er een luchtafvoergat gemaakt worden.
Zet de beugel (W) op 50 mm van het plafond en zet hem op de verticale lijn van uw wasemkap, gebruik makend
van de inkepingen in het midden van de beugel (Afb. 7); teken met een stift de 2 gaten op de wand, en boor
vervolgens de gaten en steek er de bijgeleverde pluggen in, Zet daarna de beugel vast door middel van de 2
schroeven (bijgeleverd).
Afzuigversie en versie met een externe motor: Verbind de luchtafvoerpijp met de luchtafvoeropening van de kap;
gebruik een buigzame slang en zet deze aan de luchtuitgang van de afzuigkap vast met een metalen bandje (slang
en bandje worden niet bijgeleverd).
Alleen bij de versie met een externe motor (Fig. 8): breng de elektrische aansluiting van de afzuigkap op de externe
regeleenheid tot stand en maak daarbij gebruik van de speciale klemmenblokken: verwijder kabelklem A en kap B van
de aansluitkast; sluit de verbindingskabel van de regeleenheid aan op het klemmenblok C; breng kabelklem A en kap
B van de aansluitkast weer aan.
Breng de elektrische aansluiting van de wasemkap tot stand via de voedingskabel. Neem de 2 slangen samen
en leg hen op de bovenkant van de wasemkap. Til de bovenste slang op tot aan het plafond en zet hem vast
aan de beugel met de 2 schroeven (Afb. 9).
Filterversie: Breng de elektrische aansluiting van de wasemkap tot stand via de voedingskabel. Zet de
luchtafbuigplaat aan de onderste slang vast zoals geïllustreerd op afbeelding 10, met behulp van 2 schroeven.
Neem de 2 slangen samen en leg hen op de bovenkant van de wasemkap. Til de bovenste slang op tot aan
het plafond en zet hem vast aan de beugel met de 2 schroeven (Afb. 9).
Denk er bovendien aan dat in de filterversie de toepassing van koolstoffilters nodig is; controleer of de filters
reeds geïnstalleerd zijn; monteer hen eventueel als volgt, afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft:
- als de wasemkap is voorzien van ronde koolstoffilters (Afb. 11), zet het koolstoffilter dan met een draaiende
beweging (met de klok mee) weg.
- als de wasemkap is voorzien van een paneel-koolstoffilter (Afb.12), verwijder dan de 2 metalen filtervergrendelingen
(M) en plaats het koolstoffilter in het vetfilters; breng vervolgens de 2 filtervergrendelingen aan om het
koolstoffilter vast te zetten.
WERKING
Afhankelijk van de versies is het apparaat uitgerust met de volgende bedieningselementen:
Bedieningselementen van Afb. 13:
Toets A: verlichtingsschakelaar. Toets B: aan/uitschakelaar van de motor:
eerste snelheid. Toets C: 2de snelheidsschakekaar. Toets D: 3de snelheidsschakelaar.
Bedieningselementen van Afb. 14:
Toets A: Lichtschakelaar; stand 0: licht uit.; stand 1: licht aan.
Toets B: Motorschakelaar; stand 0: motor uit; stand 1-2-3: motor aan op de eerste, tweede en derde snelheid.
Bedieningselementen van Afb. 15:
Toets A: schakelaar ON/OFF lichts.
Toets B: schakelaar ON/OFF motor op Ie snelheid.
Toets C: schakelaar ON/OFF motor op IIe snelheid.
Toets D: schakelaar ON/OFF motor op IIIe snelheid.
Toets E: schakelaar ON/OFF motor op IV e snelheid (intensieve).
Alarm filters:
Na 30 uur werking, bij afgezette motor, oplichten de snelheidstoetsen (toetsen B, C, D en E) gedurende 30 seconden om
aan te geven dat de vetfilters gereinigd moeten worden. Druk, zodra de filters gereinigd zijn, 2 secondenop een van de
toetsen (B, C, D en E) tijdens het oplichten om de telling van de uren weer op te starten (Reset).
Na 120 uur werking, bij afgezette motor, knipperen de snelheidstoetsen (toetsen B, C, D en E) gedurende 30 seconden
om aan te geven dat de vetfilters gereinigd (en verving de koolstoffilters) moeten worden. Druk, zodra de filters gereinigd
zijn, 2 secondenop een van de toetsen (B, C, D en E) tijdens het knipperen om de telling van de uren weer op te starten
(Reset).
Timer: de timer kan geactiveerd worden (vertraagde uitschakeling van 5 minuten) door 2 seconden de toetsten B, C of
D wanneer de motor werkt; de toets van de gekozen snelheid begint te knipperen.
Bedieningselementen van Afb. 16:
Toets A: schakelaar ON/OFF motor op Ie snelheid.
Toets B : MOTOR / RESET FILTERALARM. Het verhoogt en verlaagt het toerental van de motor. De knop indrukken (ca.
2 seconden) tijdens de weergave van het filteralarm (bij uitgeschakelde motor) om de timer terug te stellen.
Toets C : TIMER. De knop indrukken terwijl de motor draait om de TIMER in te schakelen. De kap wordt na 5 minuten