5019 307 00356
1. Ga na of alle sluitingen dicht zijn en de
zakken leeg zijn.
2. Keer het wasgoed binnenste buiten.
3. Doe het wasgoed losjes in de trommel om
ervoor te zorgen dat het niet kreukt.
Sorteer het wasgoed als volgt:
A) Naar wassymbolen (in de kraag of de
binnenzoom):
Geschikt voor drogen in de
droogautomaat.
Drogen in de droogautomaat alleen
bij lage droogintensiteit. Druk op de
toets Delicaat.
Niet in de droogautomaat drogen.
B) Naar dikte/gewicht
Wanneer de lading die gedroogd moet
worden, de capaciteit van de droogautomaat
te boven gaat, dient u het wasgoed op grond
van gewicht te scheiden (bijv. handdoeken
scheiden van dun ondergoed).
C) Naar type weefsel
Katoen/linnen
: Handdoeken, jersey katoen,
bed- en tafellinnen van katoen of linnen.
Synthetisch/Easy care
: Bloesjes, overhemden,
overalls, enz. gemaakt van polyester of
polyamide, evenals gemengde katoenen/
synthetische weefsels.
D) Naar droogniveau
• Sorteren op: strijkdroog, kastdroog, enz.
Deze weefsels niet in een droogautomaat
drogen:
Wol, zijde, nylon kousen, delicate
borduursels, wasgoed met metalen onderdelen/
versiersels, omvangrijk wasgoed zoals
slaapzakken enz.
Belangrijk: gebruik alleen specifieke
droogveilige toevoegingen
en spoel wasgoed
dat met een vlekkenmiddel is behandeld eerst
grondig uit in ruim water, alvorens het te
drogen.
Gebruik alleen specifiek aanbevolen
droogveilige plastic items
en droog nooit
rubberen artikelen of artikelen die bevlekt zijn
met plantaardige olie in de droogautomaat.
Programma en extra functies:
• Om een programma te selecteren draait u de
programmakeuzeknop in de gewenste
positie. Het indicatielampje voor het drogen
knippert “ “, wat aangeeft dat de cyclus
gestart dient te worden.
• Om een extra functie te selecteren, drukt u
op de desbetreffende toets. Het
indicatielampje in de toets bevestigt dat er
een selectie is gemaakt.
• Druk opnieuw op de functietoets om de extra
functie te annuleren.
1. Nadat u het gewenste programma en de
gewenste extra functies heeft geselecteerd,
drukt u op de Start-/Pauzetoets.
Wanneer het wasgoed niet uit de trommel
gehaald wordt aan het einde van de
droogcyclus, zal een automatisch anti-
kreukprogramma in werking worden gesteld
gedurende ongeveer 60 minuten. De
trommel draait op regelmatige intervallen,
wat voorkomt dat het wasgoed kreukt.
2. Wanneer het programma voltooid is, zet u de
programmakeuzeknop op
“0”
.
De droogautomaat stopt als het programma
gewijzigd wordt tijdens de droogcyclus. Het
indicatielampje drogen knippert “ “.
Druk op de Start-/Pauzetoets om het nieuwe
programma te laten starten.
De droogautomaat onderbreken tijdens het proces
1. Zet de programmakeuzeknop op Luchten “ “.
2. Druk op de Start/Pauzetoets.
Wacht tenminste 5 minuten met het openen van
de deur, zodat de droogautomaat kan afkoelen.
Om veiligheidsredenen stopt het programma
automatisch wanneer u de deur opent.
3. Om opnieuw te starten nadat de deur
geopend is, moet de deur worden gesloten
en opnieuw de Start/Pauzetoets worden
ingedrukt.
Maak het pluisfilter aan het einde van elke
droogcyclus schoon:
1. Open de deur.
2. Trek het filter naar boven.
3. Open het filter.
4. Verwijder het pluis met behulp van een
zachte borstel of uw vingers.
5. Sluit het filter.
6. Druk het filter weer stevig op zijn plaats
.
Leeg de waterbak aan het einde van elke
droogcyclus.
1. Trek aan de hendel om de waterbak te
verwijderen.
2. Leeg de waterbak.
3. Vervang de waterbak wanneer deze leeg is
door hem
volledig
terug op zijn plaats te
drukken.
Mocht de droogautomaat storingen in de
werking vertonen, dan wordt u verzocht de
volgende punten na te gaan alvorens contact
op te nemen met de Servicedienst:
Het drogen duurt te lang / het wasgoed is niet
droog genoeg:
• Is het juiste programma geselecteerd?
• Was het wasgoed te nat toen het in de
trommel geplaatst werd (de
centrifugeersnelheid van de wasmachine
minder dan 800 tpm? Wanneer de
centrifugeersnelheid minder dan 800 tpm is,
kan de fout met de waterbak tijdens de
droogcyclus optreden)?
• Is het pluisfilter vuil (indicatielampje filter
brandt)?
• Is de warmtewisselaar vuil? (zie de
Gebruiksaanwijzing).
• Is de omgevingstemperatuur te hoog?
De droogautomaat werkt niet:
(druk na een stroomstoring en/of
onderbreking van de elektriciteit altijd op de
Start/Pauzetoets).
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
• Is de stroom uitgevallen?
• Is de zekering doorgeslagen?
• Is de deur goed gesloten?
• Is het programma geselecteerd?
•Is de
Start/Pauze
-toets ingedrukt?
Het indicatielampje van het pluisfilter of de
waterbak is aan:
• Is het pluisfilter schoon?
• Is de waterbak leeg?
• Is de waterbak goed geplaatst?
• Is de warmtewisselaar schoon?
Waterdruppels onder de droogautomaat:
• Staat de warmtewisselaar goed?
• Is er pluis van de afdichting van de
warmtewisselaar weggeveegd?
• Is er pluis van de deurafdichting
weggeveegd?
• Is de waterbak goed geplaatst?
Als de storing aanhoudt of opnieuw optreedt,
nadat u de bovenstaande controles heeft
uitgevoerd, dient u de droogautomaat uit te
schakelen en onze Servicedienst te bellen (zie de
garantie).
Vermeld:
• De aard van de storing.
• Het type droogautomaat en het model
• Het servicenummer (nummer achter het
woord Service op het typeplaatje) aan de
binnenkant van de deur rechts.
• Uw volledige adres en telefoonnummer.
HET WASGOED VOORBEREIDEN EEN PROGRAMMA EN EXTRA FUNCTIES
SELECTEREN
EEN PROGRAMMA STARTEN & VOLTOOIEN
HET WIJZIGEN VAN EEN REEDS GEKOZEN
PROGRAMMA
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN
DAGELIJKS ONDERHOUD & REINIGING
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE