5019 307 00327
1. Ga na of alle sluitingen dicht zijn en de
zakken leeg zijn.
2. Keer het wasgoed binnenste buiten.
3. Doe het wasgoed losjes in de trommel om
ervoor te zorgen dat het niet kreukt.
Sorteer het wasgoed als volgt:
A) Naar wassymbolen (in de kraag of de
binnenzoom):
Geschikt voor drogen in de
droogautomaat
Drogen in de droogautomaat alleen
bij lage droogintensiteit
Niet in de droogautomaat drogen
B) Naar dikte/gewicht
Wanneer de lading die gedroogd moet
worden de capaciteit van de droogautomaat
te boven gaat, dient u het wasgoed op
grond van gewicht te scheiden
(bijvoorbeeld. handdoeken scheiden van
dun ondergoed).
C) Naar type weefsel
Katoen/linnen
: Handdoeken, katoenen
jersey, bed- en tafellinnen van katoen of
linnen.
Synthetisch/Kreukvrij
: Bloesjes,
overhemden, overalls, enz. gemaakt van
polyester of polyamide, evenals gemengde
katoenen/synthetische weefsels.
D) Naar droogniveau
• Sorteren op: strijkdroog, kastdroog, enz.
Deze weefsels niet met een droogautomaat
drogen:
Wol, zijde, nylon kousen, delicate
borduursels, wasgoed met metalen onderdelen/
versiersels, omvangrijk wasgoed zoals
slaapzakken enz.
Belangrijk: gebruik alleen specifiek
aanbevolen droogveilige toevoegingen
en
spoel wasgoed dat is behandeld met middelen
om vlekken te verwijderen grondig in ruim
water alvorens te drogen.
Gebruik alleen
specifiek aanbevolen droogveilige plastic
items
en droognooit
rubber of wasgoed dat
bevlekt is met plantaardige olie in de
droogautomaat.
Programma en extra functies:
• Om een programma te selecteren draait u de
programmakeuzeknop in de gewenste
positie. Het indicatielampje voor Start/
Pauze knippert, “ “ wat aangeeft dat de
cyclus gestart dient te worden.
• Om een extra functie te selecteren, drukt u
op de desbetreffende toets. Het
indicatielampje in de toets bevestigt dat er
een selectie is gemaakt.
• Druk opnieuw op de functietoets om de extra
functie te annuleren.
1. Nadat u het gewenste programma en de
gewenste extra functies heeft geselecteerd,
drukt u op de Start-/Pauzetoets.
Als aan het einde van de droogcyclus het
wasgoed niet uit de trommel wordt gehaald,
start automatisch een anti-kreukprogramma
met een duur van maximaal 60 minuten. De
trommel draait op regelmatige intervallen,
zodat het wasgoed niet gaat kreuken.
De Anti-kreukcyclus kan worden verlengd tot
12 uur als de optie Anti-kreuk is
geselecteerd.
2. Wanneer het programma voltooid is, stelt u
de programmakeuzeknop in op de stand
“0”
.
Als het programma tijdens een droogcyclus
wordt gewijzigd, stopt de droogautomaat. Het
indicatielampje Start/Pauze knippert “ “ .
Druk op de Start-/Pauzetoets om het nieuwe
programma te laten starten.
De droogautomaat onderbreken tijdens het
proces
1. Zet de programmakeuzeknop op Luchten.
2. Druk op de Start/Pauzetoets.
Wacht tenminste 5 minuten met het openen
van de deur, zodat de droogautomaat kan
afkoelen.
Om veiligheidsredenen stopt het programma
automatisch wanneer u de deur opent.
3. Om opnieuw te starten nadat de deur geopend
is, moet de deur worden gesloten en opnieuw
de Start/Pauzetoets worden ingedrukt.
Maak het pluisfilter aan het einde van elke
droogcyclus schoon:
1. Open de deur.
2. Trek het filter naar boven.
3. Open het filter.
4. Verwijder het pluis met behulp van een
zachte borstel of uw vingers.
5. Sluit het filter.
6. Druk het filter weer stevig in zijn plaats
.
Leeg de waterbak aan het einde van elke
droogcyclus.
1. Trek aan de hendel om de waterbak te
verwijderen.
2. Leeg de waterbak.
3. Vervang de waterbak wanneer deze leeg is
door hem
volledig
terug op zijn plaats te
drukken.
De katoenprogramma's voor 6 kg zijn bestemd
voor maximaal 6 kg katoenen wasgoed dat met
een snelheid van meer dan 1000 rpm wordt
gecentrifigeerd.
Bij 6 kg wasgoed dat met een lagere snelheid dan
1000 rpm wordt gecentrifugeerd wordt het
aanbevolen om de droger op een externe
afvoerslang aan te sluiten, om het water direct
af te voeren en ervoor te zorgen dat het
waterreservoir niet hoeft te worden geleegd
.
Mocht de droogautomaat storingen in de
werking vertonen, dan wordt u verzocht de
volgende punten na te gaan alvorens contact
op te nemen met de Servicedienst:
Het drogen duurt te lang / het wasgoed is niet
droog genoeg:
• Is het juiste programma geselecteerd?
• Was het wasgoed te nat toen het in de
trommel geplaatst werd?
• Is het pluisfilter vuil (indicatielampje filter
brandt)?
• Is de warmtewisselaar vuil? (zie de
Gebruiksaanwijzing)
• Is de omgevingstemperatuur te hoog?
De droogautomaat werkt niet:
(druk na een stroomstoring en/of
onderbreking van de elektriciteit altijd op de
Start/Pauzetoets).
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
• Is de stroom uitgevallen?
• Is de zekering doorgeslagen?
• Is de deur goed gesloten?
• Is het programma geselecteerd?
• Is de
Start/Pauze
-toets ingedrukt?
Het indicatielampje van het pluisfilter of de
waterbak is aan:
• Is het pluisfilter schoon?
• Is de waterbak leeg?
• Is de waterbak goed geplaatst?
• Is de warmtewisselaar schoon?
Waterdruppels onder de droogautomaat:
• Staat de warmtewisselaar goed?
• Is er pluis van de afdichting van de
warmtewisselaar weggeveegd?
• Is er pluis van de deurafdichting
weggeveegd?
• Is de waterbak goed geplaatst?
Alle programma-indicatielampjes knipperen:
• Bel de Klantenservice.
Als de storing aanhoudt of opnieuw optreedt,
nadat u de bovenstaande controles hebt
uitgevoerd, dient u de droogautomaat uit te
schakelen en onze Servicedienst te bellen (zie de
garantie).
Vermeld:
• de aard van de storing.
• het type droogautomaat en het model.
• Het servicenummer (nummer achter het
woord Service op het typeplaatje) aan de
binnenkant van de deur rechts.
• Uw volledige adres en telefoonnummer.
HET WASGOED VOORBEREIDEN EEN PROGRAMMA EN EXTRA FUNCTIES SELECTEREN
EEN PROGRAMMA STARTEN & VOLTOOIEN
HET WIJZIGEN VAN EEN REEDS GEKOZEN PROGRAMMA
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN
DAGELIJKS ONDERHOUD & REINIGING
AFVOERSYSTEEM
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE