5019 407 00234
1. Ga na of alle sluitingen dicht zijn en de
zakken leeg zijn.
2. Keer het wasgoed binnenste buiten.
3. Doe het wasgoed losjes in de trommel
om ervoor te zorgen dat het niet
kreukt.
Sorteer het wasgoed als volgt:
A) Naar wassymbolen (in de kraag of de
binnenzoom):
Geschikt voor drogen in de
droogautomaat.
Drogen in de droogautomaat
alleen bij lage droogintensiteit.
Druk op de toets Delicaat.
Niet in de droogautomaat
drogen
.
B) Naar dikte/gewicht
Wanneer de lading die gedroogd moet
worden, de capaciteit van de
droogautomaat te boven gaat, dient u
het wasgoed op grond van gewicht te
scheiden (bijv. handdoeken scheiden van
dun ondergoed).
C) Naar type weefsel
Katoen/linnen: Handdoeken, jersey
katoen, bed- en tafellinnen van katoen
of linnen.
Synthetisch/Easy care: Bloesjes,
overhemden, overalls, enz. gemaakt van
polyester of polyamide, evenals
gemengde katoenen/synthetische
weefsels.
D) Naar droogniveau
• Sorteren op: strijkdroog, kastdroog, enz.
Deze weefsels niet in een
droogautomaat drogen: Wol, zijde, nylon
kousen, delicate borduursels, wasgoed met
metalen onderdelen/versiersels, omvangrijk
wasgoed zoals slaapzakken enz.
Belangrijk: gebruik alleen specifieke
droogveilige toevoegingen en spoel
wasgoed dat met een vlekkenmiddel is
behandeld eerst grondig uit in ruim water,
alvorens het te drogen. Gebruik alleen
specifiek aanbevolen droogveilige
plastic items en droog nooit rubberen
artikelen of artikelen die bevlekt zijn met
plantaardige olie in de droogautomaat.
Programma en extra functies:
• Om een programma te selecteren draait
u de programmakeuzeknop in de
gewenste positie. Het indicatielampje
"start" knippert, hetgeen aangeeft dat
de cyclus moet worden gestart.
• Om een extra functie te selecteren, drukt
u op de desbetreffende toets. Het
indicatielampje in de toets bevestigt dat er
een selectie is gemaakt.
•
Druk opnieuw op de functietoets om de
extra functie te annuleren
.
1. Nadat u h
et gewenste programma en de
gewenste extra functies heeft
geselecteerd, drukt u op de Start-/
Pauzetoets.
Zodra de droogcyclus beëindigd is, gaat
het indicatielampje END branden en kan
de was uit de machine worden gehaald.
Wanneer het wasgoed niet uit de
trommel gehaald wordt aan het einde van
de droogcyclus, zal een automatisch anti-
kreukprogramma in werking worden
gesteld gedurende ongeveer 60 minuten.
De trommel draait op regelmatige
intervallen, wat voorkomt dat het
wasgoed kreukt.
Anti-Kreukbescherming verdeelt het
wasgoed in de trommel opnieuw.
2.
Wanneer het programma voltooid is, zet
u de progr
ammakeuzeknop op “0
”
.
De droogautomaat stopt als het programma
gewijzigd wordt tijdens de droogcyclus.
Het
indicatielampje "start" knippert
.
Druk op de Start-/Pauzetoets om het nieuwe
programma te laten starten.
De droogautomaat onderbreken tijdens
het proces
1. Zet de programmakeuzeknop op
Koudefase.
2. Druk op de Start/Pauzetoets.
Wacht tenminste 5 minuten met het openen
van de deur, zodat de droogautomaat kan
afkoelen.
Om veiligheidsredenen stopt het
programma automatisch wanneer u de
deur opent.
3.
Om opnieuw te starten nadat de deur
geopend is, moet de deur worden
gesloten en opnieuw de Start/Pauzetoets
worden ingedrukt.
Maak het pluisfilter aan het einde van elke
droogcyclus schoon:
1. Open de deur.
2. Trek het filter naar boven.
3. Open het filter.
4. Verwijder het pluis met behulp van een
zachte borstel of uw vingers.
5. Sluit het filter.
6. Druk het filter weer stevig op zijn plaats
.
Leeg de waterbak aan het einde van elke
droogcyclus.
1. Trek aan de hendel om de waterbak te
verwijderen.
2. Leeg de waterbak.
3. Vervang de waterbak wanneer deze leeg
is door hem
volledig
terug op zijn plaats
te drukken.
Mocht de droogautomaat storingen in de
werking vertonen, dan wordt u verzocht
de volgende punten na te gaan alvorens
contact op te nemen met de
Servicedienst:
Het drogen duurt te lang / het wasgoed is
niet droog genoeg:
• Is het juiste programma geselecteerd?
• Was het wasgoed te nat toen het in de
trommel geplaatst werd (de
centrifugeersnelheid van de wasmachine
minder dan 800 tpm? Wanneer de
centrifugeersnelheid minder dan 800 tpm
is, kan de fout met de waterbak tijdens de
droogcyclus optreden)?
• Is het pluisfilter vuil (indicatielampje filter
brandt)?
• Is de warmtewisselaar vuil? (zie de
Gebruiksaanwijzing).
• Is de omgevingstemperatuur te hoog?
De droogautomaat werkt niet:
(druk na een stroomstoring en/of
onderbreking van de elektriciteit altijd
op de Start/Pauzetoets).
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
• Is de stroom uitgevallen?
• Is de zekering doorgeslagen?
• Is de deur goed gesloten?
• Is het programma geselecteerd?
• Is de Start/Pauze-toets ingedrukt?
Het indicatielampje van het pluisfilter of
de waterbak is aan:
• Is het pluisfilter schoon?
• Is de waterbak leeg?
• Is de waterbak goed geplaatst?
• Is de warmtewisselaar schoon?
Waterdruppels onder de droogautomaat:
• Staat de warmtewisselaar goed?
• Is er pluis van de afdichting van de
warmtewisselaar weggeveegd?
• Is er pluis van de deurafdichting
weggeveegd?
• Is de waterbak goed geplaatst?
Als de storing aanhoudt of opnieuw optreedt,
nadat u de bovenstaande controles heeft
uitgevoerd, dient u de droogautomaat uit te
schakelen en onze Servicedienst te bellen (zie
de garantie).
Vermeld:
• De aard van de storing.
• Het type droogautomaat en het model
• Het servicenummer (nummer achter het
woord Service op het typeplaatje) aan de
binnenkant van de deur rechts.
• Uw volledige adres en telefoonnummer.
HET WASGOED VOORBEREIDEN EEN PROGRAMMA EN EXTRA FUNCTIES
SELECTEREN
EEN PROGRAMMA STARTEN &
VOLTOOIEN
HET WIJZIGEN VAN EEN REEDS
GEKOZEN PROGRAMMA
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN
DAGELIJKS ONDERHOUD & REINIGING
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE