10
11
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE DRAGEN
De borstkas-sensor bestaat uit twee delen: de borst-
kas-band en de sensor (zie de tekening hieronder).
Steek de flap van de borstkas-band in het ene uiteinde
van de sensor. Druk het uiteinde van de sensor onder
de gesp van de borstkas-band. De flap moet gelijk zijn
met de voorkant van de sensor.
Doe vervolgens
de borstkas-sen-
sor om uw borst-
kas en maak het
andere eind van
de borstkas-band
vast aan de sen-
sor. Mocht het
nodig zijn, stel
dan de lengte van
de band bij. De
borstkas-sensor moet onder uw kleding gedragen wor-
den, strak tegen uw huid en hoog onder uw borstspie-
ren of borsten. Zorg ervoor dat het logo van de sensor
naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam
en zoek naar de twee electrodes aan de binnenkant
(de electrodes hebben kleine randjes). Maak beide
electrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spug
of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug
tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE BORST-
KAS-SENSOR
• Droog de borstkas-sensor goed na ieder gebruik. De
borstkas-sensor wordt ingeschakeld wanneer u de
electrodes nat maakt en de pols-sensor draagt. De
borstkas-sensor gaat uit wanneer het wordt afge-
daan en de electrodes gedroogd worden. De sensor
blijft langer dan nodig branden en zodoende zullen
de batterijen leeg lopen als de borstkas-sensor elec-
trodes niet goed gedroogd worden.
• Bewaar de borstkas-sensor op een warme en droge
plaats. Bewaar de borstkas-sensor niet in een plas-
tic zak of enig andere verpakking die vocht kan vast-
houden.
• Stel de borstkas-sensor niet lang bloot aan direct
zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan -10 C
of aan een temperatuur hoger dan 50 C.
• Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het op-
bergen van de borstkas-sensor niet te veel.
• Maak de borstkas-sensor schoon met een zachte
doek en een beetje niet agressief schoonmaakmid-
del. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemi-
sche producten. U kunt de borstkas-band met de
hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OP-
LOSSEN
De instructies op de volgende pagina’s leggen uit
hoe u de borstkas-sensor met het bedieningspa-
neel kunt gebruiken. Loop de hieronder genoemde
procedures door wanneer de borstkas-sensor niet
goed werkt.
• Zorg ervoor dat u de borstkas-sensor goed draagt
zoals hier links is beschreven. Opgelet: Verplaats de
sensor wat naar boven of naar beneden wanneer de
borstkas-sensor niet goed werkt.
• Gebruik wat zoute vloeistof zoals spug of vloeistof
voor contact lenzen om de electrodes van de sensor
nat te maken. Maak de electrodes opnieuw wat nat
wanneer de hartslag metingen pas verschijnen
nadat u begint te transpireren.
• Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de
loopband. Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder
dan een armslengte van het bedieningspaneel
bevinden.
• De borstkas-sensor is ontwikkeld voor mensen met
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben
zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hart-
kloppingen, of aritmie.
• De werking van de borstkas-sensor kan beïnvloed
worden door magnetische storingen veroorzaakt
door hoogspanningsdraden en andere electromag-
netische bronnen. Verplaats de loopband als u ver-
moedt dat dit de oorzaak is.
• De CR2032 batterij kan vervangen moeten worden
(zie pagina 16).
Borstkas-band
Flappen
Sensor
Flap
Sensor
Gesp
BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN
Zorg ervoor dat de stek-
ker goed aangesloten is
voordat u het bediening-
spaneel gebruikt. (Zie pa-
gina 9.) Sta op de zijrails
van de loopband. Neem
de klip die aan de sleutel
vast zit (bekijk tekening hierboven) en doe de klip om
uw taille. Steek vervolgens de sleutel in het bediening-
spaneel. Test de klip door een paar stappen achter-
uit te lopen totdat de sleutel uit het bedieningspa-
neel valt. Als de sleutel niet uit het bedieningspa-
neel komt, stel dan de lengte van de klip bij.
Opgelet: Het bedieningspaneel geeft de afstand en snel-
heid in kilometers of mijlen aan. (Zie HOE DE MIJLEN
OF KILOMETERS EENHEID TE KIEZEN op pagina 12).
Steek de sleutel volledig in.
Door het insteken van
de sleutel zullen de
displays niet gaan
branden. Dit gebeurt
pas wanneer u de
ON/RESET knop in-
drukt of wanneer de
loopband begint te draaien. Aandacht: De displays
zullen al branden als u zojuist de batterijen hebt
geinstalleerd.
De snelheidscontrole opnieuw instellen en de
loopband starten.
Schuif de snelheidscontrole
volledig naar links tot de
reset positie. Aandacht:
Iedere keer dat de loop-
band stopt moet u de
snelheidscontrole naar
de reset positie schuiven
voordat u de loopband
weer kunt gebruiken.
Schuif nadat u de snelheidscontrole naar de reset
positie heeft geschoven deze vervolgens lang-
zaam naar rechts totdat de loopband op lage snel-
heid begint te draaien. Stap voorzichtig op de
loopband en begin uw oefening. Stel de snelheid
bij zoals u dat wilt door de snelheidcontrole verder
door te schuiven.
Ga om de loopband te stoppen op de zijrails staan
en schuif de snelheidscontrole naar de reset positie.
Bekijk tijdens de eerste paar minuten dat de loop-
band draait, de ligging van de band en stel deze
bij mocht het nodig zijn (zie pagina 16).
2
1
WAARSCHUWING: Lees
de volgende voorzorgsmaatregelen door
voordat u het bedieningspaneel gebruikt.
• Sta nooit op de loopband wanneer u deze
in gebruikt neemt.
• Draag altijd de klip (zie tekening hierboven)
wanneer u de loopband gebruikt. De loop-
band zal stoppen wanneer de sleutel uit het
bedieningspaneel gehaald is.
• Stel de snelheid geleidelijk bij.
• Houdt het bedieningspaneel droog om het
risico van een electrische schok te voorko-
men. Zorg ervoor dat u geen vloeistof op
het bedieningspaneel morst en gebruik al-
leen maar sluitbare flessen.
Snelheidsc
ontrole
Opgelet: Het kan zijn dat er op het bediening-
spaneel een plastic vel zit. Verwijder deze
voordat u het bedieningspaneel gebruikt.
Klip
Sleutel