Weslo Cadence 70 Handleiding

Type
Handleiding
GEBRUIKSAANWIJZING
Sticker met
serienummer
Modelnummer WETL20131
Serienummer
WAARSCHUWING
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding door voordat u dit appa
-
raat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
Fitness Product HC Klasse
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid.
Mocht u nog vragen hebben,
mochten sommige onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn
neem dan contact op met de
winkel waar u dit product hebt
gekocht.
INHOUD
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laataste Pagina
Opgelet: U vindt een GEDETAILLEERDE TEKENING en een LIJST MET ONDERDELEN in het midden van deze
handleiding.
WESLO is een merk van ICON IP, Inc.
2
3
1.
Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Gebruik de loopband alleen zoals voorge-
schreven.
3. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
4. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond
met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte
achter de loopband en 0,5 m ruimte aan ie-
dere kant van de loopband. Zorg ervoor dat
de loopband geen luchtopeningen, luchtroos-
ters blokkeert. Leg een kleed onder de loop-
band om de vloer te beschermen.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
7.
De loopband kan alleen door mensen die min-
der dan 113 kg wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan een persoon op de loop-
band.
9.
Draag geschikte kleding wanneer u de loop
-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan
-
bevolen.
Draag altijd sportschoenen. Gebruik
de loopband nooit op blote voeten, op sokken
of op sandalen.
10. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP
-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pa-
gina 13.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om
de loopband te kunnen uitklappen, inklappen
of verplaatsen.
11.
Steek het elektriciteitssnoer alleen in een ge-
aard stopcontact (zie pagina 9). Geen elk
ander apparaat moet zich op dezelfde groep
bevinden.
12. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge-
bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
13. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
14. Verander de hellingstand van de loopband
niet door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
15. Loop nooit op de loopband wanneer de elec-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband
niet wanneer het electrische snoer of stekker
beschadigd is. Gebruik de loopband niet als
hij niet goed werkt. (Zie VOORDAT U BEGINT
op pagina 5 als de loopband niet goed werkt.)
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de hand-
leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schok-
kende versnellingen te voorkomen.
18. De pols-sensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
metingen beïnvloeden. De pols-sensor is al
-
leen als hulpmiddel bedoeld voor algemene
hartslag meting.
19.
Laat de loopband nooit zonder toezicht rond
-
draaien. Haal altijd de sleutel, trek de stekker
uit het stopcontact, en druk de on/off (aan/uit)
knop in de off positie wanneer u de loopband
niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 5 om
de aan/uit knop te vinden.)
20.
Zorg ervoor dat de sluitknop volledig geslo
-
ten is voordat u de loopband inklapt of ver-
plaatst.
WAARSCHUWING: Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en infor-
matie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische
schok of persoonlijk letsel te verminderen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
De hieronder weergegeven sticker bevindt zich op uw loop-
band. De vertaling van de engelse sticker is als volgt:
GEVAAR:
Bescherm uzelf en andere gebruikers tegen het risico van
ernstig letsel. Lees deze handleiding en:
• Ga altijd op de zijrails staan bij het starten en stoppen van
de loopband.
• Stel de snelheid geleidelijk bij.
Houdt U tijdens het gebruik van de loopband vast aan de
handleuningen om te voorkomen dat U valt draag ook altijd
de veiligheidsklip.
• Stop wanneer u zich niet goed voelt, duizelig of kortademig
wordt.
• Sluit de sluitklip goed voordat u de loopband verplaatst of
opbergt.
• Plaats de hellling van de loopband in de laagste stand voor-
dat U de loopband opvouwt.
• Laat kinderen niet in de buurt van of op de loopband spe-
len.
• Haal de sleutel uit het apparaat wanneer U deze niet ge-
bruikt.
• Blijf met uw kleding, uw vingers en hoofdhaar uit de buurt
van de lopende band.
• Probeer nooit tijdens het gebruik de loopband te repareren
of bij te stellen.
• Draag altijd sportschoenen wanneer U op de loopband oe-
fent.
21. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
22. Steek nooit iets in welke opening dan ook.
23. GEVAAR: Trek de stekker altijd di-
rect na gebruik van de loopband uit het stop
-
contact. Eveneens de stekker uit het stop-
contact trekken vóór het schoonmaken van
de loopband, voor het plegen van onderhoud
en voor het bijregelen zoals beschreven is in
deze handleiding. Verwijder nooit de motor-
kap tenzij een technicus dat aangeeft. Ander
onderhoud dan datgene wat vermeld staat in
deze handleiding moet door een technicus
uitgevoerd worden.
24. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet
commercieel of voor verhuur.
WAARSCHUWING: Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefen-
programma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezond-
heidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. ICON is niet verantwoordelijk voor persoon-
lijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Fijn dat u de nieuwe WESLO
®
CADENCE 70 gekozen
hebt. De CADENCE 70 loopband combineerd unieke
technologie met een nieuw ontwerp om om u de beste
oefening aan te bieden binnen het gemak en de pri-
vacy van uw eigen huis. En wanneer u de loopband
niet gebruikt kunt u de CADENCE 70 loopband inklap-
pen zodat hij minder ruimte in beslag neemt dan an-
dere loopbanden.
Lees deze handleiding voor uw eigen welzijn zorg-
vuldig door voordat u de loopband gebruikt. Mocht
u nog vragen hebben, neem dan contact op met de
winkel waar u dit product hebt gekocht. Om u beter
van dienst te kunnen zijn, zorg ervoor dat u het model-
en serienummer bij de hand hebt voordat u belt. Het
modelnummer van de loopband is WETL20131. Het
serienummer bevindt zich op een sticker op de loop-
band (zie kaft van deze handleiding).
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de te-
kening hieronder en de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Sluitknop
Sleutel/Klip
Stroomonderbreker
Hellingpoot
Loopband
Regelbaar Kussen
Voetkussentje
RECHTERKANT
Bijstelbouten
voor de Achterroller
Bedieningspaneel
Boekenhouder
Accessoire Houder
Aan/uit Knop
ACHTERKANT
1. Zorg ervoor dat het snoer uit het stopcontact getrok-
ken is.
Plaats de Basis (79) zoals getoond is, met de aangege-
ven kleine gaten aan de bovenkant (alleen een klein gat
is aangegeven). Plaats een Wiel in iedere Huizing van
het Wiel (62), en schuif twee Huizings van het Wiel op
de einden van de Basis met de bout gaten.
Open onderdeelzak A. Maak een Wiel (63) aan iedere
Huizing van het Wiel (62) vast met een 2 1/2" Bout (61)
en een Wielmoer (64). Zorg ervoor dat de Wielmoeren
zich aan de aangegeven kanten bevinden. Draai de
Bouten nog niet te vast.
Schuif twee Kapjes van de Basis (75) op de andere ein-
den van de Basis (79) (alleen een Kap van de Basis is
getoond). Maak de vier Kussens van de Basis (73) aan
de Kapjes van de Basis en de Huizings van het Wiel
(62) vast met vier 1 1/4" Tek Schroeven (60).
2. Tiil de Basis (79) rechtop en plaats het bij het Onderstel
(96) van de loopband zoals aangegeven. Zorg ervoor dat
de Wieltjes (63) zich in de getoonde positie bevinden.
Zoek naar de Rechter Staander (104), de een groot rond
gat in de aangegeven plaats heeft. Voer de Draadhar-
nas in de het gat en uit de bovenkant van de Rechter
Staander. Zorg ervoor dat er twee U-Moeren (74) aan de
onderkant van de Rechter Staander zitten (zie tekening
2a). Plaats de Rechter Staander tegen de Basis (79)
zoals aangegeven. Zorg ervoor dat de Rechter
Staander geplaats is zoals aangegeven zodat de
zwenkgaten in de aangegeven positie bevinden.
Draai handmatig twee 3" Bouten (58) met twee 5/16"
Ster-tussenringen (57) in de onderkant van de Basis en
de onderkant van de Rechter Staander.
Maak de Linker Staander (47) aan de Basis (79) op de-
zelfde manier vast. Opgelet: Er is geen draadharnas in
de Linker Staander.
Met de hulp van de tweede persoon, til de Staanders
(47, 104) rechtop.
60
73
Klein Gat
75
61
73
63
62
Gat
voor
Bout
64
79
60
63
60
1
Zwenk-
gaten
79
63
63
58
57
47
58
57
65
2a
74
104
6
104
2
61
64
62
73
96
Rond
Gat
MONTAGE
De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en
verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Opgelet: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het
vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking be-
vindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
Tijdens de montage zult u de meegeleverde inbussleutels , uw eigen kruiskopschroevendraaier ,
knijptang en neuspunt combinatietang nodig hebben.
Raadpleeg de TEKENING OM ONDERDELEN TE HERKENNEN in het midden van deze handleiding als
hulp bij het identificeren van de onderdelen. Opgelet: De elementen en andere kleine onderdelen zijn in
aparte zakken verpakt. Open de zakken met onderdelen pas wanneer dat wordt aangegeven.
5. Voer de Draadharnas (65) vanuit het grote gat in de vier-
kante houder op de Rechter Handleuning. (Opgelet:
Gebruik een neuspunt buigtang om de Draadharnas uit
het gat te trekken). Verwijder de plastic verbindingen van
de houder.
Steek een houder van de Handleuning (40) in de boven-
kant van de Rechter Staander (104). Maak de Rechter
Handleuning zoals getoond vast met twee 1" Bouten
(43), twee 1/4" Tussenringen (44), en twee 1/4" Ster-tus-
senringen (45).
Draai de bouten nog niet vast.
Zie tekening 5a. Steek de nylon verbinding door het aan-
gegeven gat in de Handleuning (40).
Zie tekening 5b. Kijk even in de Handleuning (40) en
zorg ervoor dat de Draadharnas (65) aan de aangegeven
kant bevestigd is. Maak de nylon verbinding vast en snij
het overschot af.
Maak de Linker Handleuning (niet getoond) op dezelfde
manier vast. Opgelet: Er is geen draadharnas in de
Linker Staander.
65
43
44
104
45
43
44
45
40
Groot
Gat
Houder
5
4. Maak de Huizing van het Slot (46) aan de Linker
Staander (47) vast met twee 3/4" Schroeven (38). Zorg
ervoor dat het grote gat in de Huizing van het Slot aan de
getoonde kant zit.
Draai de Sluitknop (48) los van de Sluitpen (52). Zorg er-
voor dat de Kraag van de Sluitpen (49) en de Veer (50)
op de Sluitpen zitten. Steek de Huizing van het Slot (46)
en draai de Sluitknop op de Sluitpen vast.
46
38
52
50
47
Groot Gat
48
49
4
3. Open onderdeelzak B. Houdt een Tussenstuk van de
Staander (59) tegen een kant van het Onderstel (96)
zoals aangegeven. Steek een 3 1/2" Bout (54) in het
aangegeven gat in het Tussenstuk van de Staander en
het Onderstel. Draai een 3/4" Tek Schroef (9) in het
Tussenstuk van de Staander. Verwijder de 3 1/2" Bout
en het Onderstel. Herhaal deze procedure voor de an-
dere kant van het Onderstel.
Laat een tweede persoon het linker eind van het
Onderstel (96) optillen. Steek een 3 1/2" Bout (54) met
een 3/8" Ster-tussenring (55) in de Rechter Staander
(104) en het rechter Tussenstuk van de Staander (59),
en draai de bouten vast.
Draai de Bout niet te vast.
Herhaal deze stap voor de linkerkant van het Onderstel.
3
55
96
Gat
54
104
9
59
5a
5b
Verbinding
Verbinding
65
40
40
7
6. Maak het eind van de geaarde draad aan het kleine gat
in de zijkant van de rechter Handleuning (40) vast met
een Zilvere Geaarde Schroef (66).
Open onderdeelzak C. Maak de Dwarsstang (39) aan de
rechter Handleuning (40) en de linker Handleuning (40)
vast met twee Schroeven van de Dwarsstang (37). Draai
de Schroeven van de Dwarsstang nog niet te vast.
Zorg ervoor dat het rechthoekige gat in de Dwarstang aan
de aangegeven kant zit.
7. Plaats de Basis van het Bedieningspaneel (67) op de
rechter Handleuning (40) en de Linker Handleuning (niet
getoond).
Steek de Draadharnas (65) door de twee aangegeven plas-
tic verbindingen van de Basis van het Bedieningspaneel
(67). Raak de rechter Handleuning (40) even aan om
statische elektriciteit te ontladen. Bekijk tekening 7a.
Zoek naar de connector aan het einde van de
Draadharnas. Steek de connector in het rode contactpunt
onder het Bedieningspaneel
(69). De connector moet
makkelijk in het contacpunt schuiven en vast zitten.
Als de connector niet makkelijk in het contactpunt schuift
en niet vast blijft zitten draai de connector dan en steek
deze weer in. WANNEER DE CONNECTORS NIET
GOED ZIJN VERBONDEN KAN HET BEDIENINGSPA-
NEEL BESCHADIGD WORDEN ALS DE STROOM IN-
GESCHAKELD WORDT.
Zoek naar de 3/4" Schroeven (38); zorg ervoor dat u de
3/4" Schroeven en de 1/2" Schroef (5) niet door el-
kaar haalt. Maak de Basis van het Bedieningspaneel
(67) aan de rechter Handleuning (40) en de linker
Handleuning (niet getoond) vast met acht 3/4" Schroeven
(alleen vier Schroeven zijn getoond). Start eerst alle
acht Schroeven voordat ze vastgedraaid worden.
Draai de Schroeven niet te vast.
Draai de Schroeven van de Dwarsstang (37).
8.
Druk de Draadharnas (65) in de gleuf aan de achterkant
van de Basis van het Bedieningspaneel (67). Opgelet:
Het kan zijn dat de Draadharnas van een kleine cilinder
is voorzien zodat het niet in het spoor terechtkomt. Druk
zoveel mogelijk draad in het spoor.
Steek het overschot van de Draadharnas (65) in het
grote gat in de zijkant van de rechter Handleuning (40).
Maak de plastic verbinding goed vast zodat de
Draadharnas niet glijdt. Snij vervolgens de einden van
de plastic verbinding af.
Maak het Toegangsdeurtje (84) aan de Basis van het
Bedieningspaneel (67) vast met de 1/2" Schroef (5).
Draai de gebruikte bouten in stap 5 vast (maar niet te
vast). Met de hulp van een tweede persoon, laat de staanders neer en draai de bouten in stap 2 goed vast.
9. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed zijn vastgedraaid voordat u de loopband gebruikt. Opgelet: Het kan
zijn dat er extra onderdelen zijn. Bewaar de meegeleverde inbussleutels op een veilige plaats. De grote sleutel is
voor het bijstellen van de band (zie pagina 16). Plaats een matje onder de loopband om uw vloer te beschermen.
5
67
84
65
40
8
Verbinding
65
67
7a
65
69
7
40
6
Geaarde
Draad
Gat
66
39
40
37
37
38
38
37
Spoor
40
8
Verbinding
9
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
DE PERFORMANT LUBE
®
LOOPBAND
Uw loopband bevat een band die met PERFORMANT LUBE
®
is behandeld. BELANGRIJK: Behandel de band
of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult u de loopband be
-
schadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd.
Het apparaat wordt met twee snoeren geleverd. Gebruik het
snoer die in uw stopcontact past. Steek het in tekening 1 aan-
gegeven uiteinde van het snoer in het contactpunt van de ellip-
tische crosstrainer. Licht vervolgens het flapje van het dosje
met ferriet op en klem het rond het snoer vast. Het dosje met
ferriet kan niet op het snoer schuiven. Maak de inbegrepen
plastic verbinding achter het dosje met ferriet vast en snij de
uiteinden van de verbinding af. Steek de stekker in een geaard
stopcontact zoals aangegeven in tekening 2.
Als het snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de
fabrikant aanbevolen snoer.
OPGELET: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok lei-
den. Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed ge-
aard is. Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monte-
ren als de stekker niet in het stopcontact past.
Stopcontact van de
loopband
Stopcontact
1
2
Dosje met Ferriet
Flapje
Plastic
Verbinding
10
WAARSCHUWINKEN
De sticker op het bedieningspaneel is in het Engels.
Het meegeleverde blad met stickers bevat dezelfde in-
formatie in vijf verschillende talen. Zoek naar de sticker
met Nederlandse opschrift. Plak de sticker op de aan
-
gegeven plaats.
HOE HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van
verschillende functies om het meest doeltreffend te oe-
fenen. U kunt tijdens uw oefening de snelheid van de
loopband met een druk op de toets veranderen. De
display zullen tijdens uw oefening continu informatie
weergeven. U kunt zelfs uw hartslag meten met de in-
gebouwde hartslagsensor of borstriem.
Volg de volgende instructies om het bedieningspaneel
te gebruiken.
De stekker in het stopcontact steken (zie pagina 9).
Zoek naar de aan/uit
knop aan de rechter-
kant van de loopband
bij de rechter staander.
Zorg ervoor dat de
knop aan is.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband
staan. Zoek naar de klip die aan de sleutel (bekijk
tekening hierboven) vast zit en maak de klip aan
de tailleband van uw kleding vast. Steek vervol
-
gens de sleutel in het bedieningspaneel. Even na
-
dien zullen de piste en de displays gaan branden.
Test de klip door voorzichtig een paar stappen
achteruit te zetten totdat de sleutel uit het be
-
dieningspaneel wordt getrokken. Als de sleu-
tel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan
de lengte van de klip bij.
3
2
1
Aan
Positie
Sleutel
Klip
Opgelet: Het kan zijn dat
er op het bedieningspa-
neel een plastic vel zit.
Sticker
Druk op de Snelheid [SPEED] toets om de
loopband te starten.
Direct nadat u op de toets drukt zal de loopband
met een snelheid-van 1 mijl per uur (mph) begin-
nen te draaien. Houdt u vast aan de handleunin-
gen vast en begin te oefenen.
U kunt tijdens uw oefe-
ning de snelheid van de
loopband veranderen
als u dat wilt door op de
Snelheid toetsen te
drukken. Iedere keer
als de toets wordt ingedrukt zal de snelheid van
de loopband 0,1 mph veranderen. Wanneer u de
toets ingedrukt houdt zal de snelheid van de loop-
band 0,5 mph veranderen.
Druk op de Stop toets om de loopband te stoppen.
De Tijd/Tempo display zal opflikkeren. Druk op de
Snelheid toets om de loopband weer opnieuw in
gang te zetten.
Opgelet: Bekijk tijdens de eerste paar minuten de
ligging van de band en stel deze bij mocht het
nodig zijn (zie pagina 16).
Bekijk uw vordering op de piste en de vier dis-
plays.
De piste
–De piste in
het midden van het be-
dieningspaneel geeft
een afstand van 400
meter (1/4 mijl) aan. De
indicators rond de piste
zullen gaan branden
wanneer u op de loopband loopt totdat de hele
piste verlicht is. De piste zal daan doven en de in-
dicators zullen opnieuw gaan branden. Het aantal
voltooiden rondes verschijnt in het midden van de
piste.
De Afstand display
Deze display geeft de
gelopen afstand [DIS-
TANCE] aan.
Tijd/Tempo display
Deze display geeft de
verlopen tijd [TIME] en
uw tempo [PACE] aan
(het tempo is in
minuten
per mijl gemeten). De
display zal telkens na
een paar seconden van het ene nummer naar het
andere overgaan zoals door de indicators op de
display wordt aangegeven.
De Vet Calorieën/Calo-
rieën display—Deze
display geeft bij be-
nadering de verbruikte
vet calorieën [FAT] en
calorieën [CALORIES]
aan. (Zie VET VERBRUIKEN op pagina 17). De
display zal telkens na een paar seconden van het
ene nummer naar het andere overgaan zoals door
de indicators op de display wordt aangegeven.
Hartslag/Snelheid dis-
play—Deze display zal
wanneer u de pols-sen-
sor niet gebruikt (zie stap
6 op pagina 12) de snel-
heid [SPEED] van de
loopband aangeven.
De display zal wanneer
u de pols-sensor ge-
bruikt uw hartslag
[HEART RATE]
aangeven.
Opgelet: Het bedien-
ingspaneel kan de snel-
heid en afstand in mijlen
of kilometers aangeven.
De letters "MPH" of
"KPH" zullen op de
Hartslag/Snelheid display verschijnen en de
gekozen eenheid aangeven. Druk om van eenheid
te veranderen de Stop toets terwijl u de sleutel in
het bedieningspaneel steekt. De Hartslag/Snelheid
display zal een “E” aangeven (voor engelse mijlen)
of een “M” aangeven (voor kilometers). Druk op de
Snelheid + toets om van de ene naar de andere
eenheid over te schakelen. Wanneer u de gewen-
ste eenheid hebt gekozen haal dan de sleutel uit
en steek deze weer in.
5
4
1
1
Indicator
12
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Om uw hartslag te
meten moet u eerst
op de voetrails
gaan staan en uw
duim op de pols-
sensor plaatsen.
Druk niet te hard
met uw duim of u
zult de bloedsomloop in uw duim belemmeren
en geen pols uitslag krijgen. De hartvormige in-
dicator in de Hartslag/Snelheid display zal wan-
neer uw pols gemeten wordt met iedere hartslag
beginnen te flikkeren, en uw hartslag zal dan wor-
den aangegeven. Houdt uw duim ongeveer 15 se-
conden op de pols-sensor voor de beste meting.
Haal uw duim een paar seconden van de pols-
sensor af wanneer uw hartslag niet wordt aange
-
geven of wanneer uw hartslag te hoog of te laag
schijnt de zijn. Vergeet niet dat u stil moet staan
wanneer u uw hartslag wilt meten.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u uw oefening voltooid hebt.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stop knop en
haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Bewaar
de sleutel op een veilige plaats.
Plaats de aan/uit toets in de uit positie wanneer u
met de loopband klaar bent.
DE HELLING VAN DE LOOPBAND VERANDEREN
Om de zwaarte van uw oefening te variëren kunt u de
helling van de loopband aanpassen. De loopband kent
vier verschillende standen. Voordat u de helling ver
-
andert moet u wel eerst de sleutel verwijderen en
de stekker uit het stopcontact trekken.
Klap vervolgens de loopband in (zie HOE DE LOOP-
BAND IN TE KLAPPEN op pagina 13).
Om de helling stand te kunnen aanpassen moet u
eerst een van de hellingpoten uit de huls trekken zoals
rechts is aangegeven. Draai de hellingpoot in een an-
dere stand en druk op de aangegeven knop terwijl u
de hellingpoot weer insteekt. Een pijl op de huls geeft
een van vier cijfers aan aan de onderkant van de hel-
lingpoot. Stand 1 is laagste en stand 4 is de hoogste
helling stand.
Stel de andere poot op dezelfde ma-
nier bij. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat beide hel-
lingpoten op dezelfde stand staan.
Nadat u de helling hebt ingesteld kunt u de loopband
weer uitklappen (zie HOE DE LOOPBAND UIT TE
KLAPPEN op pagina 14).
7
6
Pols-Sensor
Hellingpoot
Pijl
Knop
Huls
13
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Stel de helling in de laagste stand voordat u de loopband in-
klapt. U kunt als u dit niet doet de loopband voor altijd be-
schadigen. De stekker uit het stopcontact. WAARSCHU
-
WING: U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te
kunnen uitklappen, inklappen of verplaatsen.
1. Houdt de loopband vast op de rechts aangegeven plaatsen.
WAARSCHUWING: Buig door uw knieën en houdt uw rug
recht om persoonlijk letsel te vermijden. Zorg ervoor dat
u de kracht van uw benen gebruikt in plaats van uw rug
om de loopband te tillen.
Til de loopband half omhoog.
2. Plaats uw rechterhand zoals aangegeven en houdt de loop-
band goed vast. Trek, met gebruik van uw linker hand, de
sluitknop naar links en houdt deze vast. Til de loopband op
tot het onderstel voorbij de sluitpin is. Laat de sluitknop lang-
zaam los.
Zorg ervoor dat het onderstel door de sluitpin
goed vast zit.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking
te beschermen. Houdt de loopband uit direct zonlicht.
Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de tem-
peratuur hoger dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband kunt verplaatsen moet u eerst de loop-
band inklappen zoals hierboven is beschreven. Zorg ervoor dat
het onderstel door de sluitpin goed vast zit.
1. Pak de uiteinden van de leuningen vast. Plaats een voet op
het onderstel zoals aangegeven.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voorwieltjes.
Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste plaats.
Wees heel voorzichtig tijdens het verplaatsen van de
loopband zodat u het risico op persoonlijk letsel voor
-
komt. Verplaats de loopband niet over een oneffen onder-
grond.
3.
Plaats weer een voet op het onderstel en kantel de loopband
tot deze weer rechtop staat.
Vergrendeld
Onderstel
Sluitknop
Sluitpin
Onderstel
Voorwieltjes
14
HOE DE LOOPBAND UIT TE KLAPPEN
1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangegeven.
Trek de sluitknop naar links en houd hem in die positie vast.
Scharnier de loopband omlaag totdat het frame voorbij de
pen op de sluitknop is. Laat voorzichtig de sluitknop los.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat de
loopband op de vloer zakken.
Laat de loopband niet op de
grond vallen. Buig door uw knieën en houdt u rug recht
om het risico op persoonlijk letsel te vermijden.
Sluitknop
15
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
Zoek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
neem dan contact op met onze klantendienst.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING:
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangestoken in een geaard stopcontact. (Zie pagina 9).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 meter of korter.
BELANGRIJK: De loopband is niet voor een GFCI stopcontact bedoeld.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich volledig in het bedie-
ningspaneel zit.
c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op
het onderstel van de loopband. Als de knop uit-
steekt zoals aangegeven is de stroomonderbreker
doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk de scha-
kelaar opnieuw in om de stroomonderbreker op-
nieuw in werking te stellen (te resetten).
d. Bekijk de aan/uit knop die zich bij het electrici-
teitsnoer van de loopband bevindt. De knop moet
zich in de aan positie bevinden.
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer van de loopband (zie tekening c. boven). Als de
stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel.
d. Zorg ervoor dat de aan/uit knop zich in de aan positie bevindt (zie d. boven).
e. Als de loopband nog niet wil draaien, bel dan onze klantendienst.
PROBLEEM:
De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING:
a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai de
Schroeven voor Kap (2) van de Kap (1) los en
verwijder de kap.
2
1
a
Doorgeslagen
c
Resten
Aan
Positie
d
16
Zoek de Sensor (16) en de Magneet (10) aan de lin-
kerkant van de Katrol (101). Draai de Katrol zodanig
dat de Magneet gelijk staat met de Sensor.
Zorg er
-
voor dat de afstand tussen de Magneet en de
Sensor ongeveer 3 mm is. Draai, indien nodig, de
Schroef (78) wat los en verplaats de Sensor enigs-
zins. Draai de Schroef weer vast. Maak de Kap (niet
getoond) weer vast en laat de loopband een paar
minuten draaien om de snelheidsmeting na te kijken.
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING:
a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband
minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de
sleutel uit het bedieningspaneel en DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegele-
verde sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 8 à 10 cm
van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat
de band goed in het midden ligt. Steek de stekker
en de sleutel weer in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de
loopband goed ligt.
c. Bel onze klantendienst wanneer de loopband blijft vertragen.
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer
de loopband niet goed in het midden ligt. Als de
loopband naar links is verschoven, draai met de
meegeleverde sleutel de linker bout van de achter-
roller een 1/2 slag met de klok mee. Als de loop-
band naar rechts is verschoven, draai dan de
bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok
in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aandraait.
Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de
loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai met de meegele
-
verde sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 8 à 10 cm
van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat
de band goed in het midden ligt. Steek de stekker
en de sleutel weer in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de
loopband goed ligt.
b
a
Bijstelbouten voor de Achterroller
8 à 10 cm
b
10
16
78
Zicht van
boven
3 mm
101
17
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoe
-
ren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie
raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivascu-
lair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit
het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen
door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram
hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet
verbranding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u
eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden
zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie ge-
tallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw
trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor
vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor
aerobic oefeningen aanbevolen.
Gebruik de pols-sensor op het bedieningspaneel om
uw hartslag tijdens het oefenen te meten.
Vet verbruiken
Om effectief vet te verbranden moet U voor een lan
-
gere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen.
Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw
lichaam makkelijke bereikbare koolhydraten. Pas na de
eerste paar minuten begint uw lichaam vet als energie
te verbruiken. Stel de snelheid en de helling van de
loopband bij todat uw hartslag rond het laagste getal
van uw trainingszone ligt als u vet wilt verbranden.
Stel voor maximale vet verbranding, de snelheid en
helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het
middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic oefening
Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw
cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic oe-
fening is een activiteit met een hogere zuurstof toevoer
voor een langere tijd. Deze hogere intensiteit vraagt
een grotere prestatie van uw hart om bloed naar uw
spieren te pompen. Het vereist ook een grotere presta-
tie van uw longen om het bloed van zuurstof te voor-
zien. Stel de snelheid en de helling van de loopband bij
totdat uw hartslag rond het hoogste getal van uw trai-
ningszone ligt als u een aerobic oefening wilt uitvoeren.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderleden
bestaan:
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarm-
fase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en
wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefe-
ning verhoogt uw lichaamstemperatuur , uw hartslag
en bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op
uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensi-
teit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hart-
slag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 60
minuten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van
uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten).
Haal
diep en regelmatig adem. Houdt nooit uw adem in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi
-
nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw
spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen
na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet
u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust
tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u
als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te
hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
ander oefenprogramma begint. Dit is bijzon
-
der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of
mensen met gezondheidsproblemen. Lees
alle instructies door voor gebruik.
De pols-sensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
hartslag metingen beïnvloeden. De pols-sen-
sor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor al-
gemene hartslag meting.
18
VOORGESTELDE STREKOEFENINGEN
De juiste houding voor de strekoefeningen is hier rechts getoond.
Strek u langzaam, vermijdt krachtige inspanning.
1. Tenen aanraken
Sta met uw knieën lichtjes gebogen en buig uw lichaam vanuit uw
heupen naar voren. Ontspan uw rug en schouders zo veel mogelijk
en reik zover mogelijk naar uw tenen toe. Houdt deze houding 15
seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees,
achterkant van knieen en rug.
2. Kniepees strekken
Zit met één been gestrekt. Trek uw andere voet naar u toe en leg
deze tegen de binnenkant van het gestrekte been. Reik zover mo-
gelijk naar uw tenen. Houdt deze houding 15 seconden vol en ont-
span. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees,onderrug en lies.
3. Kuit/achillespees strekken
Leun met het ene been voor het andere, naar voren en plaats uw
handen tegen de muur. Houdt uw achterste been gestrekt en uw
achterste voet plat op de grond. Buig uw voorste been, leun naar
voren en duw uw heupen naar de muur toe. Houdt deze houding
15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer voor ieder been.
Om uw achillespees verder te strekken, buig ook uw achterste
been. Spieren: kuiten, achillespees en enkels.
4. Dijspier strekken
Pak met één hand tegen de muur voor evenwicht, uw voet met uw
andere hand vast. Breng uw voet zo ver mogelijk tegen uw zitvalk
aan. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit
3 keer voor ieder been. Spieren: dijspier en heupspieren.
5. Binnendij strekken
Zit met de voetzolen tegen elkaar en knieën naar buiten gebogen.
Haal uw voeten zover mogelijk naar uw lies toe. Herhaal dit 3 keer.
Spieren: dijspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
19
ANNOTATIES
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. WETL20131 R0903A
Onder- Aantal
Beschrijving
deelnr.
Onder- Aantal
Beschrijving
deelnr.
Onder- Aantal
Beschrijving
deelnr.
1 1 Kap
2 4 Schroef voor Kap
3 2 Voetkussentje
4 2 Loopband geleider
5 5 1/2” Schroef
6 8 Isolator
7 8 Loopoppervlak
Schroef
8 2 Rubberen Element
van de Kap
9 15 3/4” Tek Schroef
10 1 Magneet
11 1 Sensorklip
12 1 Tussenring van de
Motor
13 1 Ster-tussenring van
de Motor
14 2 Plastic Tussenstuk
15 1 Scharniermoer van de
Motor
16 1 Sensor
17 1 Motor
18 1 Katrol/Vliegwiel/
Ventilator
19 1 Riem van de Motor
20* 1 Montage van Motor
21 1 Bout van de Motor
22 1 Ster-tussenring van
de Motor
23 2 Plastic Tussenring
24 1 Moer van de Motor
25 1 Scharnierbout van de
Motor
26 1 Beugel voor
Elektronica
27 14 Schroef voor
Elektronica
28
1
Filter
29 1 Contactpunt
30 1 Stroomonderbreker
31 1 Aan/Uit Knop
32
1
Controller
33
1
Handleuning Kapje
34 1 Choke
35 4 Plastic Tussenstuk
36 1 Schakelbord met
Electronica
37 2 Schroef van de
Dwarsstang
38 13 3/4” Schroef
39
1
Dwarsstang
40 2 Handleuning
41 0
42 4 Kooibeugels
43 4 1” Bout
44 4 1/4” Tussenring
45 4 1/4” Ster-tussenring
46 1 Huizing van het Slot
47 1 Linker Staander
48 1 Sluitknop
49 1 Kraag van de Sluitpen
50 1 Veer
51 1 Sluitpenklem
52 4
Sluitpen
53* 1 Montage van Sluitpen
54 2 3 1/2” Bout
55 2 3/8” Ster-tussenring
56 1 Rechter Staander
57 4 5/16” Ster-tussenring
58 4 3” Bout
59 2 Tussenstuk van de
Staander
60 2 1 1/4” Tek Schroef
61 2 2 1/2” Bout
62 2 Huizings van het Wiel
63 2 Wiel
64 2 Wielmoer
65 1 Draadharnas
66 2 Zilveren Geaarde
Schroef
67 1 Basis van het
Bedieningspaneel
68 1 Boeklens
69 1 Bedieningspaneel
70 1 Plastic Bevestiging
71 1 Sleutel/Klip
72 1 Sticker van het
Bedieningspaneel
73 4 Kussen van de Basis
74 4 U-Moer
75 2 Kapje van Basis
76
1
Pakking van de
Staander
77 1 Aarde-kabel van het
Onderstel
78
10
Schroef
79
1 Basis
80 1 Filter Draad
81 1 Onderkap
82 1 Dosje met Ferriet
83
1 Elektriciteitssnoer
84 1 Toegangsdeurtje
85 3 Verbindingsklip
86 3 Verbinding
87
1
8” Kabelbevestiging
88 1 Aarde-kabel
89 4
Schroef van
Hellingpoot
90 2 Hellingpoot
91 2 Hellingpoot Huls
92 4 Plastic Klem
93 1 Rechter Bescherm-
kapje
94 3 Pakkingring rollerver-
stelling
95 3 Bijstelbout van de
Roller
96 1 Onderstel
97 1 Achteroller
98 1 Linker Bescherm-
kapje
99 1 Loopband
100 1 Loopoppervlak
101 1 Wieltje/Katrol
102 1 Waarschuwingssticker
103 1 Bijstelbout van de
Voorste Roller
104 1 Rechter Staander
105 2 Houder van Element
van de Kap
106 1 Schakelhuls van
Motor
107 1 Draad van Controller
van de Motor
108 1 Inbussleutel
109 2 Dwarsstang
Schuimrubber
110 2 Handleuning
Schuimrubber
111 1 Plug van Onderkap
# 1 10” Groene Draad,
Vrouwelijk/Ring
# 1 8” Groene Draad,
Vrouwelijk/Ring
#
1
4” Groene Draad,
Vrouwelijk/Ring
# 1 6” Blauwe Draad, 2
Vrouwelijke
# 1 4” Blauwe Draad, 2
Vrouwelijke
# 1 8” Witte Draad, 2
vrouwelijke
# 1 6” Witte Draad, 2
vrouwelijke
# 1 4” Zwarte Draad, 2
vrouwelijke
#
1
Gebruikersaanwijzing
* Inclusief alle meegeleverde delen.
# Deze onderdelen woorden niet ge-
toond.
Wielmoer (64)–2
1” Bout (43)–4
Zilveren Geaarde
Schroef (66)–1
3/4” Tek Schroef (9)–4
3 1/2” Bout (54)–2
3/4” Schroef (38)–10
Dwarsstang Schroef
(37)–2
1/4” Tussenring (44)–4
1/4” Ster-tussenring
(45)–4
3/8” Ster-tussenring
(55)–2
2 1/2” Bout (61)–2
3” Bout (58)–4
1/2” Schroef (5)–1
5/16” Ster-tussenring
(57)–4
1 1/4” Tek Schroef (60)–4
Haal deze kaart uit de handleiding en gebruik ze om de kleine onderdelen
te identificeren tijdens de montage. Bewaar deze GEDETAILLEERDE TEKE-
NING/LIJST MET ONDERDELEN voor verdere raadpleging.
TEKENING OM ONDERDELEN TE HERKENNEN
1
2
2
2
2
3
6
7
4
5
7
105
9
16
11
78
10
6
96
7
6
7
6
102
98
95
94
91
90
89
91
89
95
94
92
93
97
90
6
6
6
7
4
6
81
3
82
83
9
73
60
75
73
60
75
48
8
27
9
29
30
27
28
13
9
15
14
8
19
21
22
24
20*
80
39
37
27
38
38
34
37
36
78
35
25
14
18
17
26
78
33
40
27
32
31
43
44
45
42
43
45
44
38
46
47
33
38
110
65
67
53*
52
54
49
50
55
57
58
79
63
61
62
64
51
74
65
76
78
77
62
58
57
74
55
54
64
61
63
78
88
43
38
38
38
42
45
44
45
44
43
71
66
38
69
68
38
5
38
84
104
9
85
86
87
5
101
92
38
70
38
99
100
105
103
94
7
7
7
72
12
106
23
108
107
109
109
111
110
40
59
9
9
59
73
60
60
73
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. WETL20131 R0304A
Onderdeel Nr 202924R0304A Gedrukt inCanada © 2004 ICON Health & Fitness, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit ap-
paraat hebt gekocht.
Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen:
het MODELNUMMER van het product (WETL20131)
de NAAM van het product (WESLO
®
CADENCE 70 loopband)
het SERIENUMMER van het product (zie de kaft van de handleiding)
het NUMMER VAN HET ONDERDEEL en de BESCHRIJVING van het onderdeel in het midden van deze
handleiding
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23

Weslo Cadence 70 Handleiding

Type
Handleiding