40 41
AG 21-180E AG 21-230E AGV 21-230E AGV 21-230GE AGV 21-230GEX
..... 2100 W ............ 2100 W .......... 2100 W ...............2100 W ..............2100 W
..... 1350 W ............ 1350 W .......... 1350 W ...............1350 W ..............1350 W
..... 8500 (min
-1
) ...... 6600 (min
-1
) .... 6600 (min
-1
) ........6600 (min
-1
) .......6600 (min
-1
)
....... 180 mm ............ 230 mm .......... 230 mm ..............230 mm .............230 mm
..... M 14 ................ M 14 .............. M 14 ..................M 14 .................M 14
........ 4,9 kg ............... 5,1 kg ............. 5,4 kg ..................5,4 kg ................5,4 kg
......... 94 dB(A) .......... 94 dB(A) ......... 94 dB(A) .............94 dB(A) ............94 dB(A)
....... 105 dB(A) ........ 105 dB(A) ...... 105 dB(A) ...........105 dB(A) ..........105 dB(A)
........ 6,0 m/s
2
............ 6,0 m/s
2
.......... 3,3 m/s
2
...............3,3 m/s
2
.............3,3 m/s
2
........ 1,5 m/s
2
............ 1,5 m/s
2
.......... 1,5 m/s
2
...............1,5 m/s
2
.............1,5 m/s
2
.....< 2,5 m/s
2
......... < 2,5 m/s
2
....... < 2,5 m/s
2
............< 2,5 m/s
2
..........< 2,5 m/s
2
........ 1,5 m/s
2
............ 1,5 m/s
2
.......... 1,5 m/s
2
...............1,5 m/s
2
.............1,5 m/s
2
NEDERLANDS
TECHNISCHE GEGEVENS
Nominaal afgegeven vermogen .................................
Afgegeven vermogen .................................................
Min. Onbelast toerental ..............................................
Slijpschijf-Ø ................................................................
Asaansluiting ..............................................................
Gewicht, zonder snoer ...............................................
Geluids-/trillingsinformatie
Meetwaarden vastgesteld volgens EN 60 745.
Het kenmerkende A-gewogen geluidsniveau van de
machine bedraagt:
Geluidsdrukniveau (K = 3 dB(A)) ..............................
Geluidsvermogenniveau (K = 3 dB(A)) .....................
Draag oorbeschermers!
Totale trillingswaarden (vectorsom van drie richtingen)
bepaald volgens EN 60745.
Doorslijpen en voorbewerken: trillingsemissiewaarde a
h
Onzekerheid K = ..............................................................
Slijpen met kunststof slijpschijf: trillingsemissiewaarde a
h
Onzekerheid K = .........................................................
VEILIGHEIDSADVIEZEN
Algemene waarschuwingen voor slijpen, schuren,
borstelen en doorslijpen:
a) Dit elektrische gereedschap is bestemd voor gebruik
als slijpmachine, schuurmachine, borstelmachine en
doorslijpmachine. Neem alle waarschuwingen, aanwij-
zingen, afbeeldingen en gegevens die u bij het elektrische
gereedschap ontvangt in acht. Als u de volgende
aanwijzingen niet in acht neemt, kunnen een elektrische
schok, brand en/of ernstig letsel het gevolg zijn.
b) Er wordt afgeraden om met dit werktuig te polijsten. Het
uitvoeren van werkzaamheden waar het werktuig niet voor is
bestemd, creëert risico’s en kan letsels van personen als
gevolg hebben.
c) Gebruik uitsluitend toebehoren dat door de fabrikant
speciaal voor dit elektrische gereedschap is voorzien en
geadviseerd. Het feit dat u het toebehoren aan het elektrische
gereedschap kunt bevestigen, waarborgt nog geen veilig
gebruik.
d) Het toegestane toerental van het inzetgereedschap
moet minstens even hoog zijn als het maximale toerental
dat op het elektrische gereedschap vermeld staat.
Toebehoren dat sneller draait dan toegestaan, kan breken en
wegvliegen.
e) De buitendiameter en de dikte van het inzetgereedschap
moeten overeenkomen met de maatgegevens van het
elektrische gereedschap.
Inzetgereedschappen met onjuiste
afmetingen kunnen niet voldoende afgeschermd of
gecontroleerd worden.
f) Slijpschijven, flenzen, steunschijven en ander
toebehoren moeten nauwkeurig op de uitgaande as van
het elektrische gereedschap passen. Inzetgereedschappen
die niet nauwkeurig op de uitgaande as van het elektrische
gereedschap passen, draaien ongelijkmatig, trillen sterk en
kunnen tot het verlies van de controle leiden.
g) Gebruik geen beschadigde inzetgereedschappen.
Controleer voor het gebruik altijd inzetgereedschappen
zoals slijpschijven op afsplinteringen en scheuren,
steunschijven op scheuren of sterke slijtage en draadbor-
stels op losse of gebroken draden. Als het elektrische
gereedschap of het inzetgereedschap valt, dient u te
controleren of het beschadigd is, of gebruik een
onbeschadigd inzetgereedschap. Als u het inzetgereed-
schap hebt gecontroleerd en ingezet, laat u het elektrische
gereedschap een minuut lang met het maximale toerental
lopen. Daarbij dient u en dienen andere personen uit de
buurt van het ronddraaiende inzetgereedschap te blijven.
Beschadigde inzetgereedschappen breken meestal gedurende
deze testtijd.
h) Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Gebruik
afhankelijk van de toepassing een volledige
gezichtsbescherming, oogbescherming of veiligheidsbril.
Draag voor zover van toepassing een stofmasker, een
gehoorbescherming, werkhandschoenen of een speciaal
schort dat kleine slijp- en materiaaldeeltjes tegenhoudt.
Uw ogen moeten worden beschermd tegen wegvliegende
deeltjes die bij verschillende toepassingen ontstaan. Een stof-
of adembeschermingsmasker moet het bij de toepassing
ontstaande stof filteren. Als u lang wordt blootgesteld aan luid
lawaai, kan uw gehoor worden beschadigd.
i) Let erop dat andere personen zich op een veilige afstand
bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen die de
werkomgeving betreedt, moet persoonlijke beschermende
uitrusting dragen. Brokstukken van het werkstuk of gebroken
inzetgereedschappen kunnen wegvliegen en verwondingen
veroorzaken, ook buiten de directe werkomgeving.
j) Houd het elektrische gereedschap alleen vast aan de
geïsoleerde greepvlakken als u werkzaamheden uitvoert
waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomleidingen
of de eigen netkabel kan raken. Contact met een onder
spanning staande leiding zet ook de metalen delen van het
elektrische gereedschap onder spanning en leidt tot een
elektrische schok.
k) Houd de stroomkabel uit de buurt van draaiende
inzetgereedschappen. Als u de controle over het elektrische
gereedschap verliest, kan de stroomkabel worden
doorgesneden of meegenomen en uw hand of arm kan in het
ronddraaiende inzetgereedschap terechtkomen.
l) Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat het
inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het
draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met het
oppervlak, waardoor u de controle over het elektrische
gereedschap kunt verliezen.
m) Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u
het draagt. Uw kleding kan door toevallig contact met het
draaiende inzetgereedschap worden meegenomen en het
inzetgereedschap kan zich in uw lichaam boren.
n) Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het
elektrische gereedschap. De motorventilator trekt stof in het
huis en een sterke ophoping van metaalstof kan elektrische
gevaren veroorzaken.
WAARSCHUWING
Het in deze gebruiksaanwijzing vermelde trillingsniveau is gemeten met een volgens EN 60745 genormeerde meetmethode en kan
worden gebruikt voor het vergelijken van gereedschappen.
Het trillingsniveau verandert afhankelijk van het gebruik van het elektrische gereedschap en kan in sommige gevallen boven de in
deze gebruiksaanwijzing aangegeven waarde liggen. De trillingsbelasting kan onderschat worden als het elektrische gereedschap
regelmatig op dergelijke wijze wordt gebruikt.
Opmerking: Voor een nauwkeurige schatting van de trillingsbelasting tijdens een bepaalde arbeidsperiode moet ook rekening
worden gehouden met de tijd waarin het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het gereedschap wel loopt, maar niet werkelijk
wordt gebruikt. Dit kan de trillingsbelasting gedurende de gehele arbeidsperiode duidelijk verminderen.
NEDERLANDS
o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt
van brandbare materialen. Vonken kunnen deze materialen
ontsteken.
p)Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor vloeibare
koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik van water of andere
vloeibare koelmiddelen kan tot een elektrische schok leiden.
Terugslag en bijbehorende waarschuwingen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een
vasthakend of geblokkeerd draaiend inzetgereedschap, zoals
een slijpschijf, steunschijf, draadborstel, enz. Vasthaken of
blokkeren leidt tot abrupte stilstand van het ronddraaiende
inzetgereedschap. Daardoor wordt een ongecontroleerd
elektrisch gereedschap tegen de draairichting van het
inzetgereedschap versneld op de plaats van de blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vasthaakt of
blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die in het werkstuk
invalt, zich vastgrijpen. Daardoor kan de slijpschijf uitbreken of
een terugslag veroorzaken. De slijpschijf beweegt zich
vervolgens naar de bediener toe of van de bediener weg,
afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats van
de blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of
onjuiste gebruiksomstandigheden van het elektrische
gereedschap. Terugslag kan worden voorkomen door
geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng
uw lichaam en uw armen in een positie waarin u de
terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik altijd de extra
handgreep, indien aanwezig, om de grootst mogelijke
controle te hebben over terugslagkrachten of
reactiemomenten bij het op toeren komen. De bediener kan
door geschikte voorzorgsmaatregelen de terugslag- en
reactiekrachten beheersen.
b) Breng uw hand nooit in de buurt van draaiende
inzetgereedschappen. Het inzetgereedschap kan bij de
terugslag over uw hand bewegen.
c) Mijd met uw lichaam het gebied waarheen het
elektrische gereedschap bij een terugslag wordt bewogen.
De terugslag drijft het elektrische gereedschap in de richting
die tegengesteld is aan de beweging van de slijpschijf op de
plaats van de blokkering.
d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken,
scherpe randen, enz. Voorkom dat inzetgereedschappen
van het werkstuk terugspringen en vastklemmen.
Het
ronddraaiende inzetgereedschap neigt er bij hoeken, scherpe
randen of wanneer het terugspringt toe om zich vast te
klemmen. Dit veroorzaakt een controleverlies of terugslag.
e) Gebruik geen kettingblad of getand zaagblad.
Zulke
inzetgereedschappen veroorzaken vaak een terugslag of het
verlies van de controle over het elektrische gereedschap.
Bijzondere waarschuwingen voor slijp- en
doorslijpwerkzaamheden
a) Gebruik uitsluitend het voor het elektrische
gereedschap toegestane slijptoebehoren en de voor dit
slijptoebehoren voorziene beschermkap. Slijptoebehoren
dat niet voor het elektrische gereedschap is voorzien, kan niet
voldoende worden afgeschermd en is niet veilig.
b) Gebruik altijd de beschermkap die voor het gebruikte
soort slijpgereedschap is voorzien. De beschermkap moet
stevig op het elektrische gereedschap zijn aangebracht en
zodanig zijn ingesteld dat een maximum aan veiligheid
wordt bereikt. Dat wil zeggen dat het kleinst mogelijke
deel van het slijpgereedschap open naar de bediener
wijst. De beschermkap moet de bediener beschermen tegen
brokstukken en toevallig contact met het slijpgereedschap.
c) Slijptoebehoren mag alleen worden gebruikt voor de
geadviseerde toepassingsmogelijkheden.
Bijvoorbeeld: slijp
nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven
zijn bestemd voor materiaalafname met de rand van de schijf.
Een zijwaartse krachtinwerking op dit slijptoebehoren kan het
toebehoren breken.
d) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste
maat en vorm voor de door u gekozen slijpschijf.
Geschikte
flenzen steunen de slijpschijf en verminderen zo het gevaar
van een slijpschijfbreuk. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen
verschillen van de flenzen voor andere slijpschijven.
e) Gebruik geen versleten slijpschijven van grotere
elektrische gereedschappen. Slijpschijven voor grotere
elektrische gereedschappen zijn niet geconstrueerd voor de
hogere toerentallen van kleinere elektrische gereedschappen
en kunnen breken.
Overige bijzondere waarschuwingen voor
doorslijpwerkzaamheden
a) Voorkom blokkeren van de doorslijpschijf en te hoge
aandrukkracht. Slijp niet overmatig diep. Een overbelasting
van de doorslijpschijf vergroot de slijtage en de gevoeligheid
voor kantelen of blokkeren en daardoor de mogelijkheid van
een terugslag of breuk van het slijptoebehoren.
b) Mijd de omgeving voor en achter de ronddraaiende
doorslijpschijf. Als u de doorslijpschijf in het werkstuk van u
weg beweegt, kan in het geval van een terugslag het
elektrische gereedschap met de draaiende schijf rechtstreeks
naar u toe worden geslingerd.
c) Als de doorslijpschijf vastklemt of als u de
werkzaamheden onderbreekt, schakelt u het elektrische
gereedschap uit en houdt u het rustig tot de schijf tot
stilstand is gekomen. Probeer nooit om de nog draaiende
doorslijpschijf uit de groef te trekken. Anders kan een
terugslag het gevolg zijn. Stel de oorzaak van het
vastklemmen vast en maak deze ongedaan.
d) Schakel het elektrische gereedschap niet opnieuw in
zolang het zich in het werkstuk bevindt. Laat de
doorslijpschijf eerst het volledige toerental bereiken
voordat u het doorslijpen voorzichtig voortzet.
Anders kan
de schijf vasthaken, uit het werkstuk springen of een terugslag
veroorzaken.
e) Ondersteun platen of grote werkstukken om het risico
van een terugslag door een ingeklemde doorslijpschijf te
verminderen. Grote werkstukken kunnen onder hun eigen
gewicht doorbuigen. Het werkstuk moet aan beide zijden
worden ondersteund, vlakbij de slijpgroef en aan de rand.
f) Wees bijzonder voorzichtig bij invallend frezen in
bestaande muren of andere plaatsen zonder voldoende
zicht. De invallende doorslijpschijf kan bij het doorslijpen van
gas- of waterleidingen, elektrische leidingen of andere objecten
een terugslag veroorzaken.
Bijzondere waarschuwingen voor schuurwerkzaamheden
a) Gebruik geen schuurbladen met te grote afmetingen,
maar houd u aan de voorschriften van de fabrikant voor
de maten van schuurbladen. Schuurbladen die over de rand
van de steunschijf uitsteken, kunnen verwondingen
veroorzaken en kunnen tot blokkeren, scheuren van de
schuurbladen of terugslag leiden.
Bijzondere waarschuwingen voor werkzaamheden met
draadborstels
a) Houd er rekening mee dat de draadborstel ook tijdens
het normale gebruik draadstukken verliest. Overbelast de
draden niet door een te hoge aandrukkracht. Wegvliegende
draadstukken kunnen gemakkelijk door dunne kleding en/of de
huid dringen.
b) Als het gebruik van een beschermkap wordt
geadviseerd, dient u te voorkomen dat beschermkap en
draadborstel elkaar kunnen raken. Vlakstaal- en
komstaalborstels kunnen door aandrukkracht en
centrifugaalkrachten hun diameter vergroten.
Verplaatsbaar gereedschap moet bij het gebruik buiten aan
een aardlekschakelaar (FI,RCD,PRCD) aangesloten worden.
Spanen of splinters mogen bij draaiende machine niet worden
verwijderd.
Machine alleen uitgeschakeld aan het net aansluiten.
Niet aan de draaiende delen komen.
Altijd de zijhandgreep gebruiken.
Bij schuren en doorslijpen altijd met de beschermkap werken.