HP Latex 280 Printer (HP Designjet L28500 Printer) Handleiding

Type
Handleiding
Latex 280
DESIGNJET L28500 printerserie
Handleiding voor plaatsing
© 2013 Hewlett-Packard Development
Company, L.P.
1e editie
Wettelijke kennisgevingen
De informatie in dit document kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
De enige garanties voor HP-producten en -
diensten worden vermeld in de specifieke
garantieverklaring bij dergelijke producten
en diensten. Geen enkele bepaling in dit
document mag worden geïnterpreteerd als
een aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor fouten van technische of
redactionele aard of voor weggelaten
informatie in deze handleiding.
Inhoudsopgave
1 Overzicht .......................................................................................................................... 1
Inleiding ................................................................................................................................. 1
Verantwoordelijkheden van de klant ........................................................................................... 1
Tijdschema van installatie ......................................................................................................... 1
2 Vereisten voor plaatsing ................................................................................................... 2
Vereisten voor fysieke ruimte ..................................................................................................... 2
Ontlaadroute ............................................................................................................ 2
Ruimte voor assemblage ............................................................................................ 2
Omgevingsspecificaties ............................................................................................. 3
Ventilatie en airconditioning ....................................................................................... 3
Kenmerken RIP-werkstation ........................................................................................................ 4
Netwerken .............................................................................................................................. 4
Verbruiksartikelen voor het afdrukken ......................................................................................... 4
Elektrische configuratie ............................................................................................................. 5
Specificaties van driefasige lijn ................................................................................... 5
Aparte stroomonderbrekers ........................................................................................ 6
Voedingskabels ........................................................................................................ 6
Configuratie van jumpers, 380–415 V ........................................................................ 7
Configuratie van jumpers, 200-240 V ......................................................................... 8
Stroomstoringen ........................................................................................................ 8
Aarding ................................................................................................................... 8
3 Checklist voor plaatsing .................................................................................................. 10
NLWW iii
iv NLWW
1 Overzicht
Inleiding
De printer wordt zo geleverd dat deze klaar voor gebruik is na enkele eenvoudige installatieprocedures,
zoals in detail beschreven in de Assemblage-instructies. Het is belangrijk dat u de in deze gids geleverde
informatie grondig doorneemt en zorgt voor volledige compliantie met alle installatie- en
bedieningsvereisten, veiligheidsprocedures, waarschuwingen en plaatselijke regelgeving. Een goed
voorbereide locatie helpt bij een soepele en gemakkelijke installatie.
Verantwoordelijkheden van de klant
U bent verantwoordelijk voor het voorbereiden van de fysieke locatie voor de installatie van de printer.
1.
Bereid het elektrische systeem van het gebouw voor om te voldoen aan de vereisten van de printer
en de vereisten van de Electrical Code volgens het plaatselijke rechtsgebied van het land waar de
apparatuur wordt geïnstalleerd, en zet de printer aan op de installatiedag. Zie
Elektrische
configuratie op pagina 5.
OPMERKING: zorg ervoor dat een bevoegde elektricien de instelling en configuratie van het
elektrische systeem bekijkt dat wordt gebruikt om de printer van stroom te voorzien. Zie
Elektrische
configuratie op pagina 5.
2.
Voldoe aan alle vereisten voor RIP, netwerken en verbruiksartikelen. Zie
Kenmerken RIP-
werkstation op pagina 4, Netwerken op pagina 4 en Verbruiksartikelen voor het
afdrukken op pagina 4.
3.
Voldoe aan de vereisten voor temperatuur en vochtigheid en zorg voor een juiste ventilatie van de
printer. Zie
Omgevingsspecificaties op pagina 3.
4.
Bereid de ontlaadroute voor zodat de printer kan worden ontladen en op zijn plaats worden gezet.
Zie
Ontlaadroute op pagina 2.
Tijdschema van installatie
Maak minimaal drie uur vrij voor de installatie.
OPMERKING: De persoon die de printer installeert, heeft mogelijk hulp nodig van een tweede persoon
om tijdens de installatie bepaalde taken uit te voeren.
NLWW
Inleiding
1
2 Vereisten voor plaatsing
Vereisten voor fysieke ruimte
Ontlaadroute
De route tussen het ontlaadgebied van de printer en de installatielocatie, inclusief gangen en
deuropeningen waardoor de printer moet worden vervoerd, is belangrijk en moet voor de aankomst van
de printer worden gecontroleerd. Dit pad moet vrij zijn wanneer de printer arriveert.
Printer Met verpakking
Lengte 3581 mm (141 in) 3850 mm (151,6 in)
Breedte 730 mm (28,7 in) 1100 mm (43,3 in)
Hoogte 1377 mm (54,2 in) 1675 mm (65,9 in)
Gewicht 380 kg (837 lb) 645 kg (1422 lb)
Deuropeningen: minimumbreedte 1,54 m (60,6 in) × minimumhoogte 2,1 m (82,7 in) vereist.
Ruimte voor assemblage
De ruimte die nodig is voor assemblage, wordt hieronder aangegeven: 1 m (39 in) aan alle zijden van
de kist, met uitzondering van de zijde waarop de printer uit de kist wordt gereden. Hier is een ruimte van
6 m (20 ft) nodig.
Bijna het hele installatieproces kan worden uitgevoerd door één persoon, maar voor bepaalde taken zijn
twee mensen nodig.
2 Hoofdstuk 2 Vereisten voor plaatsing NLWW
Omgevingsspecificaties
Deze omgevingscondities moeten binnen het aangegeven bereik blijven om de juiste werking van de
printer te garanderen. Nalaten dit te doen, kan problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken of
gevoelige elektronische onderdelen beschadigen.
Relatieve vochtigheid voor optimale afdrukkwaliteit 20-80%, afhankelijk van substraattype
Temperatuurbereik voor optimale afdrukkwaliteit 18 tot 25°C (64 tot 77°F), afhankelijk van substraattype
Temperatuurbereik voor afdrukken 15 tot 30°C (59 tot 86°F)
Temperatuurbereik wanneer niet in gebruik -25 tot +55 (-13 tot +131)
Temperatuur verloop niet meer dan 10°C/u (18°F/u)
Maximumhoogte bij afdrukken 3000 m (10000 ft)
1
De bovengenoemde specificaties zijn omgevingsvoorwaarden voor het gebruik van de printer. De printer moet ten minste 1 uur
bij deze condities stabiliseren voordat u begint met afdrukken, of 2 uur als wordt begonnen vanaf een lagere temperatuur.
2
Voor sommige substraten is een langere stabilisatietijd nodig dan voor de printer.
Meer omgevingsvereisten
De printer moet binnen worden gehouden.
Installeer de printer niet waar deze bloot zal staan aan direct zonlicht of een sterke lichtbron.
Installeer de printer niet in een stoffige omgeving. Verwijder opgehoopt stof voor u de printer in de
omgeving plaatst.
Als de printer of de inktpatronen van een koude naar een warme en vochtige plaats worden
gebracht, kan het water uit de atmosfeer op de printeronderdelen en de patronen condenseren wat
kan resulteren in inktlekken en printerfouten. In dit geval raadt HP aan dat u minimaal 3 uur wacht
voordat u de printer aanzet of de inktpatronen installeert om het condensaat te laten verdampen.
Ventilatie en airconditioning
Zoals bij de installatie van alle apparatuur dient de airconditioning of ventilatie in het werkgebied
rekening te houden met de warmteontwikkeling van de printer om een comfortabel niveau van de
omgeving te behouden. Het maximale vermogensverlies is 8-10 kW (27,3-34,1 kBTU/u). Als de externe
temperatuur laag genoeg is, kunnen met behulp van de luchtverversing adequate condities worden
bereikt.
Airconditioning en ventilatie moeten overeenkomen met plaatselijke richtlijnen en regelgeving op het
gebied van milieu, gezondheid en veiligheid. Raadpleeg uw vaste airconditioning- of EHS-specialist voor
advies over de juiste maatregelen voor uw locatie.
Zie voor meer specifieke voorschriften voor adequate ventilatie het document Ventilation for Acceptable
Indoor Air Quality van de ANSI/ASHRAE (American Society of Heating, Refrigerating and Air-
Conditioning Engineers) 62.1-2007. Zo wordt bijvoorbeeld een minimaal uitlaattempo van 2,5 L/s.m²
(0,50 cfm/ft²) verse lucht aanbevolen voor ruimtes waar kopieermachines en printers staan.
OPMERKING: De ventilatie- en airconditioningeenheden mogen geen lucht direct op de printer blazer.
NLWW
Vereisten voor fysieke ruimte
3
OPMERKING: Sommige air-conditioning- of luchtbevochtigingssystemen hergebruiken alleen de
aanwezige lucht in de ruimte. Hierdoor kan de lucht verzadigd raken en condens ontstaan. Zorg voor
optimale betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit door adequate ventilatie met verse lucht en de juiste
omgevingsvoorwaarden aan te houden.
OPMERKING: het behouden van een positieve luchtdruk in de printerruimte helpt voorkomen dat stof
de ruimte binnendringt.
Kenmerken RIP-werkstation
De RIP-computer en RIP-software moeten door de klant geleverd worden. Elke RIP heeft specifieke vereisten.
Controleer bij uw RIP-verkoper welke vereisten gelden voor de pc die u voor het RIP-station gaat gebruiken.
Zorg ervoor dat het RIP-station volledig functioneel is en klaar voor installatie.
Netwerken
u bent verantwoordelijk voor alle netwerkvereisten en u moet de volgende taken voltooien:
OPMERKING: Om ondersteuning op afstand uit te voeren, moet de printer toegang hebben tot internet
via een LAN-verbinding.
Zorg ervoor dat er een gigabit-Ethernet-netwerk klaar is op de dag van installatie.
Zorg voor een CAT-6 LAN-kabel om de printer te verbinden met uw LAN- en RIP-werkstation.
Zorg voor een gigabit-Ethernetschakelaar.
Verbruiksartikelen voor het afdrukken
Naast de printer zelf moeten de volgende verbruiksartikelen worden aangeschaft en beschikbaar zijn op
de installatiedag:
Zes inktpatronen HP 792, één voor elke kleur: zwart, cyaan, magenta, geel, zwart, lichtcyaan en
lichtmagenta.
Ten minste een rol substraat voor afdrukken.
4 Hoofdstuk 2 Vereisten voor plaatsing NLWW
Elektrische configuratie
OPMERKING: Voor het instellen en configureren van het elektriciteitssysteem dat wordt gebruikt om
de printer te voeden en voor de printerinstallatie is een elektricien vereist. Zorg ervoor dat de elektricien
over de juiste certificaten beschikt conform de plaatselijke verordeningen en dat hij alle informatie krijgt
met betrekking tot de elektriciteitsconfiguratie.
Voor de printer moeten de volgende elektrische onderdelen worden geleverd en geïnstalleerd door de
klant, volgens de vereisten van de Elektrische Code van het plaatselijke rechtsgebied van het land waar
de apparatuur wordt geïnstalleerd.
OPMERKING: Onthoud dat u zich bij de installatie van uw printer aan de lokale wetten, voorschriften
en elektrische normen moet houden.
1.
Driefasige voedingskabel langer dan 5 m (16 ft) (niet meegeleverd)
2.
Eenheid voor stroomdistributie, met inbegrip van driefasige aansluiting van de stroomonderbreker
OPMERKING: De eenheid voor stroomdistributie moet voldoen aan de stroomvereisten van de
printer en aan de voorschriften op elektriciteitsgebied in het lokale rechtsgebied van het land waar
de apparatuur wordt geïnstalleerd.
Specificaties van driefasige lijn
De elektrische specificaties voor de driefasige lijn worden aangegeven in de volgende tabel, afhankelijk
van de lijn tot lijn invoerspanning die beschikbaar is op de locatie. Gebruik de specificatie die van
toepassing is op uw locatie.
Invoerspanning (lijn tot lijn) 380–415 V~ (-10%+6%) 200–240 V~ (±10%)
Aantal voedingsdraden 5 (3L N+PE) 4 (3L +PE)
Ingangsfrequentie 50/60 Hz ± 3Hz 50/60 Hz ± 3Hz
Stroomverbruik (opwarmen) 8 – 10 kW 8 – 10 kW
Stroomverbruik (afdrukken) 4,2 kW 4,2 kW
Stroomverbruik (standby) 155 W 155 W
Stroomverbruik (powersave) < 64 W < 64 W
Stroomverbruik (uitgeschakeld) < 0,1 W < 0,1 W
Maximale belasting (per fase) 24 A 40 A
NLWW
Elektrische configuratie
5
VOORZICHTIG: Controleer of de invoerspanning in het voorgeschreven spanningsbereik van de
printer valt.
De printer vereist driefasige stroom. Driefasige stroom biedt een efficiëntere methode voor het leveren van
grote elektrische ladingen dan enkelfasige stroom, die veelal wordt gebruikt in kantoren en woningen.
Neem contact op met uw lokale HP-vestiging als in uw faciliteit alleen enkelfasige stroom wordt geleverd.
Aparte stroomonderbrekers
OPMERKING: De stroomonderbrekers moeten voldoen aan de vereisten van de printer en aan de
voorschriften op elektriciteitsgebied in het lokale rechtsgebied van het land waar de apparatuur wordt
geïnstalleerd.
De printer heeft een aparte stroomonderbreker nodig voor de driefasige lijn.
Invoerspanning (lijn tot lijn) 380–415 V~ (-10%+6%) 200–240 V~ (±10%)
Driefase 4-polig, 30/32 A 3-polig, 50 A
WAARSCHUWING! zorg ervoor dat de ingebouwde differentieelschakelaar (ook bekend als
verliesstroomapparaat) van de printer in werking treedt in geval van storing door stroomlekkage aan het
productchassis, zelfs wanneer er een isolatieapparaat (zoals een scheidingstransformator) wordt gebruikt
om de printer van stroom te voorzien. Gebruik geen IT-stroomverdelingssysteem.
WAARSCHUWING! Controleer of de lekstroom voldoende is voor een juiste werking van de
aanvullende circuitonderbrekers die zijn opgenomen in de printer (10 kA nominale
onderbrekingscapaciteit).
VOORZICHTIG: Controleer of in invoerspanning binnen het spanningsbereik van de printer is.
Voedingskabels
Er wordt geen driefasige voedingskabel bij de printer geleverd. De kabels die u gebruikt moeten voldoen
aan de volgende minimale specificaties.
Invoerspanning (lijn tot lijn) 380–415 V~ (-10%+6%) 200–240 V~ (±10%)
Configuratie 5 draden, L1/L2/L3/N/PE 4 draden, L1/L2/L3/PE
Draad Koper, met trekontlasting, minimaal 4
mm² of 10 AWG
Koper, met trekontlasting, minimaal 6
mm² of 8 AWG
6 Hoofdstuk 2 Vereisten voor plaatsing NLWW
Invoerspanning (lijn tot lijn) 380–415 V~ (-10%+6%) 200–240 V~ (±10%)
Bereik externe diameter 14–25 mm 14–25 mm
De draden L1, L2, L3 (en N indien aanwezig) moeten eindigen met Ferrule-aansluitpunten.
De PE-draad moet eindigen met een ringaansluiting (M6).
Configuratie van jumpers, 380–415 V
NLWW
Elektrische configuratie
7
Configuratie van jumpers, 200-240 V
Stroomstoringen
Zoals bij alle computer- en elektronische apparatuur hangt de betrouwbare werking van de printer af van
de beschikbaarheid van relatief geluidsvrije wisselstroom.
Om een optimale prestatie en betrouwbaarheid te garanderen, dient de printer te zijn beschermd
tegen schommelingen in de lijnspanning. Bliksem, lijnstoringen of de stroomomschakelingen die veel
voorkomen in machines in fabrieksomgevingen kunnen schakelpieken genereren die de piekwaarde
van de aangelegde spanning ver te boven gaan. Als deze pulsen, die slechts enkele microseconden
duren, niet worden gereduceerd, kan dit tot een onderbreking van de werking van het systeem
leiden.
Aanbevolen wordt overspanning en bescherming daartegen mee te nemen in de voeding naar de
printer.
Alle apparatuur die elektrische ruis genereert, zoals ventilatoren, fluorescerende verlichting en
systemen voor airconditioning, moet op afstand worden gehouden van de voedingsbron die voor
de printer wordt gebruikt.
Aarding
De printer moet verbonden zijn met een geaarde lijn van goede kwaliteit om elektrische risico's te
vermijden. Let op uw verplichting om te voldoen aan de vereisten van de Elektrische Code van het
plaatselijke rechtsgebied van het land waar de apparatuur wordt geïnstalleerd.
8 Hoofdstuk 2 Vereisten voor plaatsing NLWW
Geaarde kabels moeten zijn geïsoleerd en minstens dezelfde grootte hebben als de fasegeleiders.
NLWW
Elektrische configuratie
9
3 Checklist voor plaatsing
Veiligheidsvoorschriften Ja Nee Opmerkingen
Zijn degenen die de printer gaan bedienen, technisch getraind en hebben
ze de nodige ervaring om zich bewust te zijn van de gevaren waaraan ze
bloot kunnen staan bij het uitvoeren van een opdracht en om de nodige
maatregelen te nemen om de risico’s te minimaliseren?
(Vereist)
Heeft de printerruimte een nooduitgang die goed bereikbaar en vrij van
obstakels is?
Vereisten elektrische installatie Ja Nee Opmerkingen
Is de elektricien op de hoogte van alle vereisten en specificaties in deze gids? (Vereist)
Bevindt de driefase lijnspanning zich binnen het voorgeschreven
spanningsbereik: 380–415 V~ (–10% +6%) of 200–240 V~ (±10%)?
(Vereist)
Geef de nominale netspanning op:
Zijn de aparte stroomonderbrekers (4 polen, 30/32 A voor 380–415 V; 3
polen, 50 A voor 200–240 V) correct geïnstalleerd voor elke speciale lijn?
(Vereist)
Is de eenheid voor stroomdistributie (PDU) correct geïnstalleerd? (Vereist)
Zijn de aardleidingen correct geïnstalleerd voor elke wandcontactdoos
(stopcontact)?
(Vereist)
Zou de ingebouwde differentieelschakelaar (ook bekend als
verliesstroomapparaat) van de printer werken in geval van storing door
stroomlekkage aan het productchassis (zelfs wanneer er een isolatie-
apparaat is geïnstalleerd?
(Vereist)
Vereisten elektrische configuratie Ja Nee Opmerkingen
Heeft u een ononderbroken stroomvoorziening (UPS) op
opjaagtransformator nodig? Zo ja, is deze correct geïnstalleerd?
Vereisten voor netwerken en computers Ja Nee Opmerkingen
Is de RIP-computer en software klaar voor installatie?
Zijn de netwerkaansluitingen geleverd?
10 Hoofdstuk 3 Checklist voor plaatsing NLWW
Vereisten voor netwerken en computers Ja Nee Opmerkingen
Heeft u een kleurensensor die compatibel is met uw RIP?
Heeft u een LAN-kabel die lang genoeg is om de printer met het netwerk te
verbinden?
Omgevingsvereisten Ja Nee Opmerkingen
Voldoen de temperatuur en de vochtigheidsgraad in de printerruimte aan de
vereisten en is er voldoende ventilatie of airconditioning?
Voldoen de temperatuur en de vochtigheidsgraad in de opslagruimte aan
de vereisten?
Is de printerruimte vrij van vuil en stof?
Is de printerruimte goed verlicht?
Andere vereisten Ja Nee Opmerkingen
Heeft u geregeld dat verbruiksartikelen, zoals substraten en inktpatronen,
beschikbaar zijn op de installatiedag?
Is er voldoende ruimte voor ontladen en assemblage van de printer?
Heeft u voldaan aan de vereisten die zijn uiteengezet in deze gids? (Vereist)
NLWW 11
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

HP Latex 280 Printer (HP Designjet L28500 Printer) Handleiding

Type
Handleiding