Murray 226111x52B Instruction book

Categorie
Grasmaaiers
Type
Instruction book

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL
27
F-050451L
INHOUD
INTERNATIONALE PICTOGRAMMEN 27
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR 28
VEILIGE BEDIENING 28
MONTAGE 29
BEDIENING 29
ONDERHOUD 30
TROUBLESHOOTING SCHEMA 31
MURRAY, INC.
TWEEJARIGE BEPERKTE
GARANTIE
Murray, Inc. biedt de eerste eigenaar van dit
produkt garantie gedurende twee jaar dat dit
produkt, bij normaal gebruik en onderhoud, vrij
is van defecten aan materiaal en als gevolg van
samenstelling. Echter, deze garantie heeft geen
betrekking op de motor en accessoires zoals
sneeuwblazers, sneeuwmessen, graszakvullers,
transmissies, accu’s en aan normale slijtage
onderhevige onderdelen (uitzonderingen worden
hieronder genoemd) of op verbindingsassen,
aangezien de bedrijven die deze produkten
maken deze zelf garanderen en service
aanbieden via hun eigen gemachtigde service
centers. Zie de garantieteksten behorend bij
deze bijzondere onderdelen voor aanvullende
informatie. Als u er niet zeker van bent of uw
machine uitgerust is met één of meer van deze
onderdelen, vraag hier dan naar tijdens de
aankoop. Onderhevig aan de voorwaarden en
condities beschreven in deze Beperkte Garantie,
zullen wij gedurende de garantietermijn, naar
ons goeddunken, enig defect onderdeel dat valt
onder deze Beperkte Garantie gratis repareren
of vervangen, zolang de machine in bezit is van
de eerste eigenaar.
Als binnen een periode van negentig (90) dagen
na aankoop blijkt dat de accu defect is, zullen wij
deze gratis vervangen. Als binnen een periode
tussen 90 en 120 dagen na aankoop blijkt dat de
accu defect is, zullen wij deze vervangen voor
de helft van de winkelprijs zoals die geldt op het
moment van teruggave.
Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig
zijn, zijn aandrijfriemen, messen, mes
tussenstukken, luchtbanden, koplampen en
stoelbekleding. Deze onderdelen worden
gegarandeerd qua materiaal en toepassing
tijdens de aankoop van het produkt. Alle claims
voor reparatie of vervanging van zulke
onderdelen moeten binnen dertig (30) dagen na
aanschafdatum ingediend worden. Claims die
betrekking hebben op gebruik van het produkt,
misbruik of verkeerd gebruik zullen niet worden
gehonoreerd.
Deze Murray, Inc. tweejarige beperkte
garantie is exclusief. Echter, de garantie is
ongeldig of niet van toepassing op enige
machine waaraan veranderingen zijn
aangebracht of die misbruikt of gebruikt is voor
verhuur of commerciële doeleinden (ander dan
privégebruik). Uw garantie heeft geen betrekking
op kleine mechanische aanpassingen die niet
het gevolg zijn van mankementen aan materiaal
of vakmanschap. Zie uw gebruikshandleiding
voor het uitvoeren van zulke aanpassingen.
Teneinde een claim onder deze Murray, Inc.
tweejarige (2) beperkte garantie in te dienen,
moet u de machine (of bij goedkeuring vooraf,
het defecte onderdeel) samen met bewijs van
aankoop naar een erkend service center bij u in
de buurt brengen. Het dichtstbijzijnde
gemachtigde service center kunt u vinden door
met de landelijke distributeur te bellen of in de
gouden gids te kijken. Indien u de gehele
machine terug brengt, zullen wij deze repareren.
Als wij u toestaan om alleen het defecte
onderdeel terug te brengen, zullen wij dat
repareren of vervangen. Indien de transmissie of
het differentiëel (niet de verbindingsas) defect
zijn, moet de gehele transmissie of differentiëel
ingeleverd worden, aangezien deze geen losse
vervangbare onderdelen bevatten.
Deze Murray, Inc. tweejarige (2) beperkte
garantie geeft u bepaalde wettelijke rechten en
u kunt eventuele ook andere rechten hebben.
De beperkte garantie is in plaats van alle
andere expliciete of impliciete garanties,
inclusief de impliciete garantie op
verhandelbaarheid en op geschiktheid voor
een bepaald doel. Indien u meer wenst te
weten over deze beschreven garantie of
assistentie verlangt in het verkrijgen van service,
schrijf dan naar: HAYTER LIMITED,
Service Department,
Spellbrook,
Bishop’s Stortford,
Hertfordshire. CM23 4BU.
MURRAY, INC.
International Sales
P.O. Box 268
Brentwood, Tennessee USA 37024
1-800-251-8007
Fax (615) 373-6633
INTERNATIONALE PICTOGRAMMEN
BELANGRIJK: De volgende pictogrammen
bevinden zich op uw machine of in de daar-
bijbehorende literatuur. Voordat u de machi-
ne gaat bedienen, moet u de betekenis en het
doel van elk pictogram leren begrijpen.
OPMERKING: Illustraties en pictogrammen
beginnen op pagina 2.
Veiligheids- en waarschuwings-
pictogrammen (Figuu
r 21)
1 Waarschuwing.
2 BELANGRIJK: Lees de
Gebruikshandleiding voordat u met deze
machine gaat werken.
3 WAARSCHUWING: Uitgeworpen
voorwerpen. Houdt omstanders op afstand.
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u deze
machine gaat bedienen.
4 Maai niet de helling op of af, maar maai
met de helling mee.
5 GEVAAR: Dit is geen trede.
6 GEVAAR: Houd voeten en handen uit de
buurt van draaiende messen.
7 Opgegeven geluidvermogensniveau van
100 dB(A) volgens Richtlijn 2000/14/EG.
8 GEVAAR: Verwijder de bougiekabel van de
bougie voordat u onderhoud aan de
machine uitvoert.
9 GEVAAR: De beschermingskappen niet
openen of verwijderen terwijl de motor
draait.
Bedieningspictogrammen (Figuur 22)
1 Langzaam
2 Snel
3 Stoppen van de motor
4 Motor starten
5 Olie
6 Brandstof
7 Voorwaarts
MODEL NO.: 226112x52A
SERIAL NO.:
3050 min-1
32 kg
SKU No.:
Assembled in Lawrenceburg, TN 38464, U.S.A.
YYYY MM DD:
Opgegeven trillingsemissiewaarden volgens EEG Richtlijn 98/37/EC.
Trillingsemissie volgens EN 836/A2:2001: 6,95
m/s
2
.
Deze waarden zijn bepaald voor een stationair draaiende machine bij 3050 toeren
per minuut op een betonnen oppervlak aan de bedieningshendel van de machine.
Opgegeven geluidvermogensniveau van
100 dB(A) volgens Richtlijn 2000/14/EG.
Geluidsdrukniveaus bij de bestuurdersstoel 84
dB.
Deze waarden zijn bepaald bij het oor in overeenstemming met specificaties EN
836/A2:2001.
NL
28
F-050451L
INFORMATIE VOOR DE
EIGENAAR
Ken uw machine: Als u de machine en de wer-
king ervan begrijpt krijgt u de beste resultaten.
Vergelijk de illustraties van de machine met de
werkelijkheid, terwijl u deze handleiding door-
leest. Leer de werking van de bedieningsele-
menten en waar ze zich bevinden. Volg de
bedieningsaanwijzingen en de veiligheidsregels
om een ongeluk te voorkomen. Bewaar deze
handleiding om hem later te kunnen raadplegen.
WAARSCHUWING: Let op! Dit symbool
duidt op belangrijke veiligheidsmaatrege-
len. Dit symbool betekent: “Let en pas op!
Uw veiligheid kan in gevaar zijn.”
Verantwoordelijkheid van de eigenaar
WAARSCHUWING: Dit is een snij-
dende machine die in staat is han-
den en voeten te amputeren en
voorwerpen weg te slingeren. Veronachtza-
ming van de volgende veiligheidsaanwij-
zingen kan resulteren in ernstig letsel of de
dood voor de bestuurder en omstanders.
Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar om de onderstaande
aanwijzingen op te volgen.
VEILIGE BEDIENING
Voor loopmaaiers met roterende
messen
Training
1. Lees de instructies nauwkeurig. Wees ver-
trouwd met de bediening en het juiste ge-
bruik van de machine.
2. Sta nooit toe dat kinderen of mensen die
niet bekend zijn met deze instructies de
machine gebruiken. Lokale regels kunnen
een minimum leeftijd voor de bestuurder
voorschrijven.
3. Maai nooit als er omstanders, in het bijzon-
der kinderen, of huisdieren in de buurt zijn.
4. Onthoud dat de bestuurder of gebruiker
verantwoordelijk is voor ongevallen of
blootstelling aan gevaar aan derden of hun
bezittingen.
Voorbereiding
1. Draag tijdens het maaien altijd stevige
schoenen en een lange broek. Bedien de
machine niet met blote voeten of met san-
dalen aan.
2. Onderwerp het te maaien gebied aan een
grondige inspectie en verwijder alle voor-
werpen die door de machine uitgeworpen
zouden kunnen worden.
3. WAARSCHUWING: Benzine is zeer
brandbaar.
a. Bewaar brandstof in containers die speciaal voor
dit doel ontworpen zijn.
b. Voeg benzine toe in de frisse lucht en rook niet.
c. Voeg benzine toe voordat u de motor aanzet.
Verwijder nooit de benzinetankdop of voeg ben−
zine toe terwijl de motor loopt of nog heet is.
d. Als er benzine gemorst is, mag u de motor niet
starten, maar moet u de machine van de plek
met de gemorste benzine verwijderen en voorko−
men dat er een vonk kan optreden, totdat de
benzine verdampt is.
e. Schroef alle doppen van benzine containers en
tanks zorgvuldig vast.
4. Vervang defecte geluidsdempers.
5. Controleer voor gebruik altijd dat de mes-
sen, mesbouten en snijconstructie niet ver-
sleten of beschadigd zijn. Vervang
versleten of beschadigde messen en bou-
ten in paren zodat het evenwicht niet ver-
stoord wordt.
6. Bij machines met meerdere messen kan
het draaien van één mes tot gevolg hebben
dat andere messen ook gaan bewegen.
Bediening
1. Gebruik de machine niet in een afgesloten
ruimte, waar zich gevaarlijke koolmonoxy-
de dampen kunnen ophopen.
2. Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht.
3. Voorkom, waar mogelijk, het maaien van
nat gras.
4. Zorg altijd voor voldoende grip op hellin-
gen.
5. Loop nooit hard.
6. Voor machines met aangedreven wielen:
maai niet de helling op of af, maar maai
met de helling mee.
7. Wees uiterst voorzichtig bij het veranderen
van richting op een helling.
8. Gebruik de machine niet op steile hellin-
gen.
9. Wees uiterst voorzichtig bij het veranderen
van richting of als u de maaier naar u toe
trekt.
10. Zet de draaiende messen af als de maaier
scheef gehouden moet worden voor trans-
portdoeleinden, bij het oversteken van ter-
rein anders dan gazon en bij het
transporteren van de maaier van en naar
het te maaien gebied.
11. Gebruik de maaier nooit als de bescherm-
kappen kapot zijn of als deze en andere
veiligheidsmiddelen, zoals graszakken, niet
op hun plaats zitten.
12. Verander de instellingen van de regulateur
van de machine niet en voer hem niet op.
13. Schakel de mes- en wiel-aandrijving uit
alvorens u de motor start.
14. Start de motor voorzichtig volgens de aan-
wijzingen en met uw voeten uit de buurt
van de mes(sen).
15. Kantel de machine niet bij het starten van
de motor, tenzij dat absoluut noodzakelijk
is. Kantel hem in dat geval zo min mogelijk
en breng het gedeelte omhoog dat het
verst van u weg is.
16. Start de motor niet als u zich voor de uit-
worp bevindt.
17. Houd uw handen en voeten weg van draai-
ende onderdelen en altijd uit de buurt van
de uitworp.
18. Til een maaier met draaiende motor nooit
op en draag hem nooit.
19. Stop de motor en trek de bougiekabel(s)
los als u:
1. verstoppingen in de uitworptrechter of elders wilt
verhelpen;
2. de maaier controleert, reinigt of er aan wilt wer−
ken;
3. wanneer u de maaier inspecteert nadat u een
obstakel geraakt hebt. Voer, indien nodig, repa−
raties uit voordat u de machine opnieuw gaat
starten en gebruiken;
4. de motor controleert bij abnormaal trillen. (On−
middellijk controleren!)
20. Stop de motor:
1. als u de maaier verlaat;
2. voordat u benzine bijvult.
21. Neem gas terug aan het einde van de
maaiactiviteiten. Draai de benzinekraan
dicht, indien de motor hiermee is uitgerust.
22. Wees extra voorzichtig bij blinde hoeken,
struiken, bomen of andere obstakels die
het zicht kunnen wegnemen.
Onderhoud en opslag
1. Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en
schroeven vast aangedraaid zitten om er
zeker van te zijn dat de machine veilig is.
2. Parkeer de machine nooit met benzine in
de tank, in een afgesloten ruimte waar de
dampen met een vlam of vonk in aanraking
kunnen komen.
3. Laat de motor afkoelen voordat u de machi-
ne in een afgesloten ruimte weg zet.
4. Verwijder gras, bladeren en overmatig
smeervet van de en van de benzine op-
slagplaats om gevaar voor brand te vermin-
deren.
5. Controleer de grasvanger regelmatig op
slijtage.
6. Vervang versleten of beschadigde onderde-
len om veiligheidsredenen.
7. Als het nodig blijkt de benzinetank af te tap-
pen, moet dit in de frisse lucht gebeuren.
NL
29
F-050451L
MONTAGE
OPMERKING: Illustraties en pictogrammen
beginnen op pagina 2.
Instructies bij het uitpakken
De maaier werd in de fabriek geassembleerd.
Toen de maaier verpakt werd in de doos, werd
de hendel in de opslagstand gelegd. Om de hen-
del in de gebruiksstand te plaatsen, moet u de
onderstaande stappen uitvoeren:
1. (Figuur 1) Haal de maaier uit de doos.
2. Plaats de onderste hendel (1) in de ge-
bruiksstand. Zorg dat de onderste hendel
(1) tussen de uitsteeksels (2) vast komt te
zitten.
3. Plaats de bovenste hendel (3) in de ge-
bruiksstand. Draai de knoppen (4) aan.
WAARSCHUWING: Pas op als u de hendel
omhoog of omlaag beweegt. Voorkom dat
de kabels beschadigd worden. Een ge-
knikte kabel zal niet goed werken. Ver-
vang geknikte of beschadigde kabels
voordat u de machine gaat gebruiken.
4. (Figuur 7) Trek de motorstophendel (1)
aan.
5. (Figuur 2) Om de greep van het startkoord
(1) aan de koordgeleider (2) vast te maken,
moet u het koord door de koordgeleider (2)
trekken. Deze zit gemonteerd aan de rech-
terkant van de hendel.
OPMERKING: Als het niet lukt om de greep
van het startkoord te bevestigen omdat het
koord te kort is, moet u de motorstophendel
tegen de hendel aanhouden. Trek nu lang-
zaam aan het koord.
Aanpassen van de hendelhoogte
(Figuur 3 en Figuur 4) De hendelbeugel (1)
heeft twee standen; een HOGE (3) en een
LAGE (4) stand. In de HOGE (3) stand is de
hendel ongeveer 10 cm hoger.
1. (Figuur 1) Verwijder de vleugelmoeren (6)
en bouten van de rechter en linker hendel-
beugels (2).
2. (Figuur 3) Om de hendel omhoog te
brengen, moet u de onderste hendel (1) in
de HOGE (3) stand monteren.
3. (Figuur 4) Om de hendel omlaag te brengen,
moet u de onderste hendel (1) in de LAGE
(4) stand monteren.
4. (Figuur 1) Bevestig de onderste hendel (1)
aan de hendelbeugels (2) met de bouten en
de vleugelmoeren (6).
In gereedheid brengen van de motor
OPMERKING: De motor bevat geen OLIE of
BENZINE.
WAARSCHUWING: Zoek in de
handleiding van de motorfabrikant
op welk soort benzine en olie u
moet gebruiken. Gebruik altijd een goedge-
keurde jerrycan. Rook niet tijdens het bij-
vullen van benzine, zet de motor af en laat
deze eerst enige minuten afkoelen. Bijvul-
len van benzine mag nooit in afgesloten
ruimtes gebeuren.
OPMERKING: De werkelijke voortdurende
paardenkracht zal waarschijnlijk lager zijn
door de bedrijfsbeperkingen en omgevings-
factoren.
Zoek in de handleiding van de motorfabrikant op
welk soort benzine en olie u moet gebruiken.
Lees eerst de informatie over veiligheid, bedie-
ning, onderhoud en opslag.
Installatie en verwijdering van de
mulcheraccessoire
WAARSCHUWING: Voordat u de
mulcheraccessoire installeert of
verwijdert, moet u de bougiekabel
lostrekken.
Bij sommige modellen is de mulcheraccessoire
in de fabriek geïnstalleerd. U kunt de maaier
aanpassen van mulcher naar zij-uitworp, door
de plaat te verwijderen.
Een maaier met zijdelingse uitworp kan in een
mulchmaaier worden veranderd door de mulche-
raccessoire als volgt aan te brengen:
1. (Figuur 6) Breng de uitworpkap (1) om-
hoog.
2. Schuif de lip (3) aan de bovenkant van de
geleidplaat (2) onder de rand van de maai-
behuizing.
3. (Figuur 5) Lip (4) aan de onderkant van de
geleidplaat (2) moet eveneens onder de
rand van de maaibehuizing gestoken wor-
den.
4. Laat de uitworpkap (1) zakken.
Tips voor het mulchen
Door te mulchen wordt het gras zeer fijn gesne-
den, zodat het gemakkelijk gerecycled kan wor-
den. Omdat de voedingsstoffen op die manier
naar de bodem teruggevoerd worden, heeft het
gazon minder (kunst)mest nodig. Volg de onder-
staande aanwijzingen om het gazon op de juiste
wijze te mulchen.
G Het gras moet droog zijn. Nat gras nat is
moeilijk te snijden en vormt kluiten.
G Het gras mag niet te lang zijn. De maximum
lengte die nog effectief gemaaid kan worden
is 11 cm. Stel de hoogteregelaars zo in dat
alleen de bovenste 33% van het gras wordt
afgesneden.
G Gras dat langer dan 11cm is moet in twee
keer gemaaid worden. Zet voor de eerste
maaibeurt de hoogteregelaars in de hoogste
stand. Stel ze daarna lager in voor de
tweede maaibeurt.
G Zorg dat het mes scherp is. Een bot mes
veroorzaakt bruine uiteinden aan het gras.
G Maak de onderkant van de maaibehuizing
schoon. Gras en rommel kan de goede
werking van de maaier verhinderen.
Als de kwaliteit van het maaien marginaal is,
kunt u het volgende proberen:
G Stel de hoogteregelaars op een hogere
maaihoogte in.
G Maai het gras vaker.
G Gebruik de maaier bij een lagere rijsnelheid.
G Laat de maaistroken overlappen, in plaats
van telkens een volle strook te maaien.
G Maai de marginale gebieden nogmaals.
BEDIENING
OPMERKING: Illustraties en pictogrammen
beginnen op pagina 2.
Machinestophendel (Figuur 7)
Door de machinestophendel (1) los te laten,
zal de motor en het mes automatisch stoppen.
Om de motor gaande te houden, moet u de ma-
chinestophendel (1) in de gebruiksstand (2)
houden.
Voordat u de motor start, moet u de machines-
tophendel (1) enige keren aantrekken om u er-
van te vergewissen dat de kabel gemakkelijk
beweegt.
Stoppen van de motor (Figuur 7)
Laat de machinestophendel (1) los om de mo-
tor te stoppen. Trek de bougiekabel los om te
voorkomen dat de motor start.
Als de motor niet wil afslaan, moet u een
schroevedraaier tegen de bougie en de koelele-
menten houden. De vonk wordt daardoor geaard
waardoor de motor afslaat. Controleer de machi-
nestopkabel voordat u de motor start. Zorg dat
deze goed bevestigd is. Vervang een beschadig-
de of geknikte stopkabel voordat u de machine
gaat gebruiken.
Voorwielaandrijving (Figuur 8)
De maaier heeft voorwielaandrijving. Bedien de
aandrijving als volgt.
1. Houd de motorstophendel (1) in de OPE-
RATING stand.
2. Duw de aandrijfhendel (2) geheel naar vo-
ren. Laat de aandrijfhendel (2) los als deze
een klik te horen geeft. Het aandrijfsysteem
is nu in werking gesteld.
OPMERKING: Om de motor te stoppen,
moet u de motorstophendel los laten.
3. Laat de motorstophendel (1) geheel los om
de aandrijving te ontkoppelen en de motor af
te laten slaan.
4. Door de motorstophendel (1) ongeveer 5
cm. op te laten komen wordt alleen de aan-
drijving ontkoppeld. De aandrijving zal wor-
den ontkoppeld maar de motor blijft draaien.
WAARSCHUWING: Voor veilig ge-
bruik moet het aandrijfsysteem me-
teen uitschakelen, zodra de aan-
drijfhendel wordt losgelaten. Als het aan-
drijfsysteem niet juist uitschakelt, mag u
de maaier niet gebruiken, totdat deze is in-
gesteld of gerepareerd door een erkend
service center.
Starten van de motor (Figuur 9 en 10)
WAARSCHUWING: Het mes draait
als de motor aan staat.
1. Controleer de olie.
2. Vul de benzine tank met normale ongelode
benzine. Zie het hoofdstuk “In gereedheid
brengen van de motor”.
3. Zorg dat de bougiekabel met de bougie ver-
bonden is.
4. Zorg ervoor dat de aandrijfhendel in de DI-
SENGAGE stand staat.
5. (Figuur 9) De benzine inspuitknop (1) be-
vindt zich aan de zijkant van de machine.
Druk vijf keer op de benzine inspuitknop (1)
en wacht twee seconden.
OPMERKING: Gebruik de benzine inspuit-
knop (1) niet om een warme motor te star-
ten.
6. (Figuur 10) Ga achter de maaier staan. Ge-
bruik één hand om de machinestophendel
(1) in de gebruiksstand te houden, zoals aan-
gegeven. Pak met de andere hand de start-
koordknop (2) vast.
NL
30
F-050451L
7. Geef een ruk aan de startkoordknop (2) en
laat dit langzaam terugkomen.
8. Als de motor na 5 of 6 keer niet start, zie dan
de aanwijzingen in de “Troubleshooting sche-
ma”.
ONDERHOUD
OPMERKING: Illustraties en pictogrammen
beginnen op pagina 2.
Onderhoud van de motor
Gebruik het onderstaande hoofdstuk over onder-
houd om de machine in goede conditie te hou-
den. Informatie over onderhoud aan de motor
staat in het instruktieboekje voor de motor. Lees
dit boekje voordat u de motor start.
WAARSCHUWING: Voordat u de
motor inspecteert, instelt (behalve
de carburateur), of repareert, moet
u eerst de bougiekabel los trekken.
Kantelen van de motor (Figuur 20)
Als u onderhoud aan de motor verricht, het mes
inspecteert, of de onderkant van de
maaibehuizing schoon maakt, moet u er altijd
voor zorgen dat u de motor zo kantelt dat de
bougie omhoog wijst. Transporteren of kantelen
van de motor met de bougie omlaag, zal tot
gevolg hebben dat:
G de motor moeilijk start.
G de motor gaat roken.
G de bougie vervuilt raakt.
G het luchtfilter vol met olie of benzine komt te
zitten.
Smering
1. Om de maximale prestatie te waarborgen,
moet u de wielen en alle draaipunten elke 25
uur met motorolie smeren.
2. Zie het instruktieboekje voor de motor over
het smeren van de motor.
OPMERKING: Smeer de motorstopkabel niet.
Smeermiddelen zullen de kabel beschadigen
waardoor de kabel niet meer vrij kan bewe-
gen. Vervang de kabel indien deze geknikt of
beschadigd is.
Reinigen van de maaibehuizing
WAARSCHUWING: Het mes draait
als de motor aan staat. Voordat u
de maaibehuizing schoon maakt,
moet u de motor afzetten en de bougieka-
bel los trekken.
Gras en andere rommel kan voorkomen dat de
maaier goed werkt. Maak na het maaien de
maaier, als volg schoon:
1. Stop de motor.
2. Trek de bougiekabel los.
3. Maak de boven- en onderkant van de maai-
behuizing schoon.
Instellen van de maaihoogte (Figuur 11)
WAARSCHUWING: Het mes draait
als de motor aan staat. Voordat u
de maaibehuizing schoon maakt,
moet u de motor afzetten en de bougieka-
bel los trekken.
Om de maaihoogte te veranderen, moet u de
hendel (1) bij elk wiel in een andere stand zet-
ten. Zorg dat de hendel (1) bij elk wiel in de zelf-
de stand staat, zodat de maaier egaal maait.
1. Trek de hendel (1) opzij.
2. Zet de hendel (1) in een andere stand.
Verwijderen van de aandrijfriem
Om de aandrijfriem te verwijderen, moet u de
onderstaande stappen uitvoeren.
WAARSCHUWING: Trek de bougie-
kabel los, voordat u de aandrijfriem
verwijdert.
1. (Figuur 13) Verwijder de aandrijfriemkap
(1).
2. (Figuur 14) Maak de riemspanningsbout
(2) los.
3. Verwijder de voorzijde van de aandrijfriem
(3) van de transmissieschijf (4).
4. (Figuur 15) Schuif de aandrijfriem (3) over
het uiteinde van het mes (4) om de achterzij-
de van de aandrijfriem (3) te verwijderen.
OPM: Zorg ervoor dat u de aandrijfriem
alleen vervangt met een reserveriem van
de fabriek.
5. Herhaal de bovenstaande stappen in omge-
keerde volgorde om de aandrijfriem (3) sa-
men te stellen..
6. (Figuur 16) Stel de riemspanning af.
a. Span de regelmoer (5) af totdat de moer
de pasring (6) raakt. Probeer de pasring
(6) te draaien. Wanneer de regelmoer (5)
de pasring (6) raakt, zal de pasring (6)
niet draaien.
b. Draai vervolgens de regelmoer (5)
slechts voldoende los om de pasring (6)
te laten draaien. De spanning op de aan-
drijfriem (3) is nu correct.
7. (Figuur
13) Installeer de riemkap (1).
8. Voordat u met maaien begint, moet u zich er
van vergewissen dat het aandrijfsysteem
goed uitschakelt en dat de maaier daadwer-
kelijk stopt. Als het aandrijfsysteem niet goed
uitschakelt, moet u de maaier naar een er-
kend service center brengen voordat u er-
mee kan werken.
Hoe de aandrijfkabel afstellen
(Figuur 12)
WAARSCHUWING: Voordat u de
aandrijfkabel afstelt, dient u het
motorstophendeltje loslaten en
wachten tot de motor stopt.
Als het aandrijfsysteem niet juist in- en
uitschakelt, dient u te controleren of de hendel
juist is samengesteld. Zorg ervoor dat alle
onderdelen in goede conditie zijn, niet gebroken
of gebogen zijn en dat alle klemmen vast zitten.
Versleten onderdelen en uitgerekte kabels zullen
de werking van het aandrijfsysteem
beïnvloeden. Wanneer u maait in hoog of dik
gras of op hellingen, kan het aandrijfsysteem
slippen. Als het aandrijfsysteem slipt, dient u het
als volgt af te stellen of neem de maaimachine
naar een erkend servicecentrum.
BELANGRIJK: Voordat u de motor start,
dient u het motorstophendeltje verscheidene
keren te proberen. Zorg ervoor dat de motor-
stopkabel vrij beweegt..
OPM: Het motorontwerp omvat geen smoor-
regeling of motorsnelheidsregelaar. De mo-
tor is ingesteld op de beste snelheid om gras
te maaien, gras op te vangen en voor een
verlengde gebruiksduur van de motor.
1. Als het aandrijfsysteem slipt, dient u de ka-
belregelaar (1) een slag in de richting ge-
toond op de illustratie te draaien. Test het
aandrijfsysteem en controleer of het systeem
slipt.
2. Als het aandrijfsysteem nog steeds slipt,
dient u de kabelregelaar (1) nog een slag te
draaien om de kabel te verkorten. Test op-
nieuw het aandrijfsysteem.
3. Herhaal de afstelling en test totdat het aan-
drijfsysteem niet meer slipt.
4. Voordat u begint met maaien dient u ervoor
te zorgen dat het aandrijfsysteem correct uit-
schakelt en dat de maaimachine stopt. Als
het aandrijfsysteem niet uitschakelt, dient u
de maaimachine naar een erkend service-
centrum te brengen voor u de maaimachine
gebruikt.
Vervangen van het mulchmes
Een maaier die kan mulchen is uitgerust met
een speciaal mulchmes. Als dit versleten of be-
schadigd is, moet u het vervangen met een ori-
gineel reserve exemplaar. Een standaard mes
zal niet goed maaien en kan ongelukken veroor-
zaken.
Onderhoud aan het mes
WAARSCHUWING: Voordat u het
mes of het mesverbindingsstuk in-
specteert, moet u de bougiekabel
lostrekken. Stop de motor als het mes een
obstakel raakt. Trek de bougiekabel los en
controleer of er schade is opgetreden.
Controleer het mes regelmatig op slijtage of be-
schadigingen zoals barstjes. Controleer even-
eens regelmatig of de bout die het mes op zijn
plaats houdt, goed vast zit. Stop de motor als
het blad een obstakel raakt. Trek de bougiekabel
los. Controleer het mesverbindingsstuk op scha-
de. Kijk of het mes gebogen, beschadigd, of ern-
stig versleten is. Voordat u met de machine
werkt, moeten beschadigde onderdelen worden
vervangen met originele fabrieksonderdelen.
Vervang het mes elke twee jaar om veiligheids-
redenen. Zorg dat het mes altijd geslepen is.
Een bot mes veroorzaakt bruine randjes aan het
gras. Het mes moet als volgt vervangen worden.
Vervangen van het mes
(Figuur 17 en Figuur 18)
WAARSCHUWING: Voordat u het
mes gaat verwijderen, moet u de
bougiekabel lostrekken. Het mes
heeft scherpe randen. Pak het mes alleen
vast met handschoenen of een doek, om
uw handen te beschermen.
1. Leeg de benzinetank.
2. Kantel de maaier omhoog aan de zijde van
de geluidsdemper of bougie.
3. Borg het mes met een stuk hout, zodat het
niet kan draaien.
4. Verwijder de bout (1) die het mes (2) op zijn
plaats houdt.
5. Controleer het mes volgens de richtlijnen on-
der “Onderhoud aan het mes.” Vervang een
mes dat versleten of beschadigd is met een
origineel reserve exemplaar.
NL
31
F-050451L
6. Plaats het mes met de gebogen randen om-
hoog. Een blad dat ondersteboven zit, zal
niet goed maaien en kan een ongeluk ver-
oorzaken.
7. Zet het mes (2) vast met de originele ringen
(3 en 4) en de bout (1). Zorg dat de platte
kant van de getrapte ring (4) tegen het mes
(1) aan komt te zitten.
8. Draai de bout (1) die het mes op zijn plaats
houdt aan met een moment van 30 foot
pounds (40 Nm).
WAARSCHUWING: Zorg er altijd
voor dat de moer (3) die het mes (1)
op zijn plaats houdt goed vast zit.
Een losse moer of een los mes kunnen een
ongeluk veroorzaken.
Controleren of de maaier egaal maait
Maai een kort stuk. Als de maaihoogte niet ge-
lijkmatig is, of als het gras niet wordt uitgewor-
pen, kan het zijn dat: (1) het mes gebogen of
beschadigd is, (2) het mes bot is, (3) het mes
versleten is, (4) het mesverbindingstuk gebroken
is. Verhelp het probleem voordat u de machine
gaat gebruiken.
Neerklappen van de hendel voor opslag
(Figuur 19 en Figuur
1)
WAARSCHUWING: Pas op als u de hendel
op- of neerklapt. Beschadig de kabels niet.
Een geknikte kabel zal niet goed werken. Ver-
vang geknikte of beschadigde kabels voor-
dat u met de machine gaat werken.
Neerklappen van de hendel
1. (Figuur 19) Maak de vleugelmoeren of knop-
pen los die de bovenkant van de hendel met
de onderkant verbinden. Als u de hendel
neerklapt, moet u er op letten dat de kabels
niet blijven haken achter de losse vleugel-
moeren en beschadigd worden. Klap de bo-
venste hendel in de richting van de
achterkant van de machine.
2. (Figuur 1) Maak de knoppen op het onder-
stuk van de hendel (1) los. Druk de zijkanten
van de onderste hendel (1) naar beneden
voorbij de uitsteeksels (2).
3. Klap de hendel naar voren over de motor
heen. Zorg dat de kabels niet worden be-
schadigd.
Omhoogklappen van de hendel
1. Trek de hendel naar achteren tot dat de ein-
den van de onderste hendel (1) in de juiste
stand vastklikken.
2. Klap de bovenste hendel omhoog in de werk-
stand. Draai de vleugelmoeren vast.
Voorbereiden voor opslag
WAARSCHUWING: Tap geen benzi-
ne af als de maaier zich in een af-
gesloten gebouw of in de buurt van
vuur bevindt en rook niet. Benzinedampen
kunnen een explosie of brand veroorzaken.
1. Tap de benzine af uit de benzinetank.
2. Laat de motor draaien totdat de benzine op
is.
3. Tap de olie uit de warme motor af. Vul de
krukasruimte van de motor met nieuwe olie.
4. Verwijder de bougie uit de cilinder. Giet onge-
veer 30 milliliter olie in de cilinder. Trek lang-
zaam aan het startkoord, zodat de olie
verspreid wordt en de cilinder kan bescher-
men. Plaats een nieuwe bougie in de cilinder.
5. Verwijder vuil en rommel van de cilinderkoel-
finnen en het motorhuis.
6. Maak de onderkant van de maaibehuizing
schoon.
7. Reinig de maaier in zijn geheel om de verf te
beschermen.
8. Zet de machine in een goed geventileerde
ruimte.
Bestellen van reserve onderdelen
De reserve onderdelen staan achterin dit in-
structieboek of in een aparte onderdelenboek.
Gebruik alleen reserve onderdelen die door de
fabrikant erkend of goedgekeurd zijn. De letter
achteraan het onderdeelnummer duidt op het
soort afwerking voor het onderdeel: C staat voor
chroom, Z voor zink, en PA voor aangekocht
onderdeel. U hoeft deze letters niet op te nemen
in de bestelling. Gebruik geen accessoires die
niet speciaal voor deze machine worden aanbe-
volen. Om de juiste reserve onderdelen te be-
stellen, moet u het model van uw maaier, zoals
dat op het naamplaatje voorkomt, vermelden.
Reserve onderdelen, behalve voor de motor,
transmissie, verbindingsas en differentieel, zijn
verkrijgbaar via uw leverancier of via een service
center dat wordt aanbevolen door de leveran-
cier.
Als u geen onderdelen of service kunt verkrijgen
via de hierboven beschreven weg, kunt u con-
tact opnemen met
HAYTER LIMITED,
Service Department,
Spellbrook,
Bishop’s Stortford,
Hertfordshire. CM23 4BU.
MURRAY, INC.
International Sales
P.O. Box 268
Brentwood, Tennessee USA 37024
1-800-251-8007
Fax (615) 373-6633
Reserve onderdelen voor de motor, transmissie,
of verbindingsas zijn verkrijgbaar via de erkende
service centers van de desbetreffende leveran-
cier. Deze zal vermeld staan in het telefoon-
boek. Kijk ook in de desbetreffende
garantieverklaringen van deze onderdelen, hoe
u eventueel reserve onderdelen kunt bestellen.
Bij de bestelling moet u de volgende gegevens
vermelden:
(1) Model aanduiding
(2) Serienummer
(3) Onderdeelnummer
(4) Aantal
TROUBLESHOOTING SCHEMA
De motor slaat niet aan.
1. Zorg dat er verse benzine in de tank zit. Ge-
bruik alleen verse benzine.
2. Druk de inspuitknop (sommige modellen) vijf
keer in.
3. Vergewis u ervan dat de bougiekabel met de
bougie verbonden is.
4. Stel de carburateur in. Zie de handleiding
voor de motor.
5. Er bevindt zich te veel benzine in de cilinder.
Verwijder de bougie en droog deze af. Trek
verschillende keren aan het startkoord.
Plaats de bougie weer terug. Start de motor.
6. Het is moeilijk om de motor in dik of hoog
gras te starten. Plaats de maaier op een dro-
ge en schone ondergrond.
7. Zorg ervoor dat de motorstophendel in de
werkstand gehouden wordt.
8. Vergewis u ervan dat het benzine kraantje
open (ON) staat. Zie de handleiding voor de
motor.
De motor slaat niet af
1. Laat de motorstophendel los.
2. Controleer de motorstopkabel. Vervang deze
indien hij geknikt of beschadigd is.
De motor werkt niet goed
1. Controleer of de maaihoogte goed is inge-
steld. Stel deze hoger in als het gras hoog
staat.
2. Controleer de onderkant van de mesbehui-
zing. Verwijder gras en andere rommel.
3. Controleer de bougiekabel. Zorg dat deze
goed vast zit.
4. Verwijder gras en andere rommel van de
koelfinnen van de motor.
5. Controleer dat de carburateur goed ingesteld
is. Zie de handleiding voor de motor.
6. Controleer de opening van de bougie. Deze
moet 0,75 mm bedragen.
7. Peil de olie in de motor en vul zonodig bij.
8. Controleer het luchtfilter van de motor. Zie de
handleiding voor de motor.
9. De benzine is niet goed meer. Tap deze af en
maak de benzinetank schoon. Vul de tank
met verse benzine.
De maaier trilt erg
1. Verwijder het mes. Controleer het en en ba-
lanceer het uit, indien nodig. Zie de aanwij-
zingen onder Onderhoud van het mes.
2. Controleer dat het mes niet gebogen of ge-
broken is. EEN BESCHADIGD MES IS GE-
VAARLIJK EN MOET VERVANGEN
WORDEN.
3. Controleer het mesverbindingsstuk. VER-
VANG EEN GEBROKEN MESVERBIN-
DINGSSTUK.
4. Als de machine nog steeds trilt, moet u de
machine naar een erkend service center
brengen.
Het gemaaide gras wordt niet goed
uitgeworpen.
1. Stop de motor en maak de maaibehuizing
schoon.
2. Controleer dat het mes niet ernstig versleten
is. Vervang of slijp het mes. Vervang om vei-
ligheidsredenen het mes elke twee jaar met
een reserve exemplaar van de fabriek.
Het gras wordt niet egaal gemaaid.
1. Controleer de hoogte instelling bij elk wiel.
Deze moet bij elk wiel het zelfde zijn.
2. Zorg dat het mes scherp is.
3. Controleer dat het mes niet gebogen of ge-
broken is. EEN BESCHADIGD MES IS GE-
VAARLIJK EN MOET VERVANGEN
WORDEN.
4. Controleer het mesverbindingsstuk. VER-
VANG EEN GEBROKEN MESVERBIN-
DINGSSTUK.
65
F-050451L
Parts List − Model 226112x52A
Liste de pièces − Modèle 226112x52A
Teileliste − Modell 226112x52A
Elenco pezzi − Modello 226112x52A
Onderdelenlijst − Model 226112x52A
Reservedelsliste − Model 226112x52A
Deleliste − Modell 226112x52A
Reservdelslista − Modell 226112x52A
Varaosaluettelo Malli 226112x52A
Lista de piezas - Modelo 226112x52A
Lista de peças - Modelo 226112x52A
F
D
I
NL
DK
N
S
SF
GB
E
P
69
F-050451L
rev. 2 M16006.25.02
D
EG-Konformitätserklärung
GB
EC Certificate of Conformity
F Déclaration de conformité pour la CEE
I Certificato di conformita’ comunitario
E Declaración de Conformidad
NL
EG-Conformiteitsverklaring
S
EU-konformitetsintyg
N
EU-konformitetserklæring
DK EU-overensstemmelseserklæring
SF EY: n Vaatimustenmukaisuusilmoitus
P
Declaração de conformidade
conforming to Directive 98/37/EC
conforming to Directive 89/336/EEC
conforming to Directive 2000/14/EC
entsprechend der Richtlinie 98/37/EG
entsprechend der Richtlinie 89/336/EWG
entsprechend der Richtlinie 2000/14/EG
conforme à la directive 98/37/CE
conforme à la directive 89/336/CEE
conforme à la directive 2000/14/CE
conforme alla Direttiva 98/37/CE
conforme alla Direttiva 89/336/CEE
conforme alla Direttiva 2000/14/CE
según la directiva 98/37/CE
según la directiva 89/336/CEE
según la directiva 2000/14/CE
overeen komstig de Richtlijn 98/37/EG
overeen komstig de Richtlijn 89/336/EEG
overeen komstig de Richtlijn 2000/14/EG
conforme com a Diretiva 98/37/CE
conforme com a Diretiva 89/336/CEE
conforme com a Diretiva 2000/14/CE
överensstämmande med direktiv 98/37/EG
överensstämmande med direktiv 89/336/EEG
överensstämmande med direktiv 2000/14/EG
overholder direktiv 98/37/EF
overholder direktiv 89/336/EØS
overholder direktiv 2000/14/EF
overholder direktiv 98/37/EF
overholder direktiv 89/336/EØF
overholder direktiv 2000/14/EF
naudattaa direktiiviä 98/37/EY
naudattaa direktiiviä 89/336/ETY
naudattaa direktiiviä 2000/14/EY
70
F-050451L
rev. 2 M16006.25.02
MURRAY, INC.
219 FRANKLIN ROAD, BRENTWOOD, TN USA 37027
erklären in alleiniger Verantwortung, daß das Produkt
declare in sole responsibility, that the product
déclarons sous notre seule responsabilité que le produit
dichiariamo sotto la nostra piena responsabilità che il prodotto
declaramos bajo responsabilidad propia que el producto
verklaren enig in verantwoording, dat het produkt
declaramos com responsabilidade própria que o produto
intygar med ensamansvar att nedanstående produkt
erklærer som eneansvarlig at produktet
erklærer som eneansvarlig, at produktet
ilmoitamme yksin vastaavamme, että tuote
(Fabrikat, Typ) (Make, model) (Marque, modèle) (Marca, tipo)
(Marca, modelo) (Fabricant, type) (Marca, modelo) (Fabrikat, typ)
(Fabrikat, type) (Mærke, type) (Merkki, malli)
Wir / We / Nous / Noi / Nosotros / Wij / Nós / Vi / Vi / Vi / Me
226112x52A
auf das sich diese Erklärung bezieht, den Anforderungen der Richtlinie 98/37/EG, der Richtlinie 2000/14/EG
(Konformitätsbewertungsverfahren gemäß Anhang VIII) Richtlini 2002/88/EC und der Richtlinie 89/336/EWG und aktuellen
Ergänzungen entspricht
to which this certificate applies, conforms to the requirements of Directive 98/37/EC
, Directive 2000/14/EC (conformity assessment
procedure according to Annex VIII), Directive 2002/88/EC and Directive 89/336/EEC and current amendments
faisant l’objet de la déclaration est conforme aux prescriptions fondamentales stipulées dans la Directive 98/37/CE, la directive
2000/14/CE (procédure d’évaluation de conformité selon l’annexe VIII), directive 2002/88/EC la directive 89/336/CEE etleurs
modifications courantes
cui la presente dichiarazione si riferisce, è conforme ai requisiti della Direttiva 98/37/CE, della Direttiva 2000/14/CE (procedura di
valutazione della conformità secondo l’Allegato VIII), Direttiva 2002/88/EC e della Direttiva 89/336/CEE e correnti emendamenti
al cual se refiere la presente declaración corresponde a las exigencias de la directiva 98/37/CE, de la directiva 2000/14/CE (los
procedimientos de evaluación de conformidad según el Anexo VIII) directiva 2002/88/EC y de la directiva 89/336/CEE y enmiendas
vigentes
waarop deze verklaring betrekking heeft, overeenkomt met eisen van de richtlijn 98/37/EG, de richtlijn 2000/14/EG
(conformiteitsbeoordelingsprocedure volgens bijlage VIII), richtlijn 2002/88/EC de richtlijn 89/336/EEG en huidige wijzigingen
ao que se refere esta declaração corresponde às exigências da Directiva 98/37/CE, Directiva 2000/14/CE (em conformidade com o
processo de avaliação, de acordo com o Anexo VIII) Directiva 2002/88/EC e Directiva 89/336/CEE e actuais alterações
för vilket detta intyg gäller, uppfyller kraven enligt direktiv 98/37/EG, direktiv 2000/14/EG (procedur för bedömning av överensstämmelse
enligt tillägg VIII), direktiv 2002/88/EC, 89/336/EEG samt allmäna tillägg
som denne erklæring vedrører, oppfyller kravene i direktiv 98/37/EF, direktiv 2000/14/EF (konformitetsvurderingsprosedyre i henhold til
anneks VIII) direktiv 2002/88/EC og direktiv 89/336/EØS og aktuelle vedlegg
som denne erklæring vedrører, overholder kravene i direktiv 98/37/EF, direktiv 2000/14/EF (konformitetsvurderingsprocedure iflg. Annex
VIII) direktiv 2002/88/EC og direktiv 89/336/EØF og ændringer
johon tämä ilmoitus liittyy, vastaa direktiivin 98/37/EY, direktiivin 2000/14/EY (Liitteen VIII mukaisten yhdenmukaisuuden
arviointitoimien), direktiivin 2002/88/EC, direktiivin 89/336/ETY ja nykyisten muutosten vaatimuksia
Zursachgerechten Umsetzung der EG-Richtlinien wurde(n) folgende Norm(en) und/oder technische Spezifikation(en) herangezogen:
EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 und/oder, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991
To effect correct application of the EEC Directives, the following standards and/or technical specifications were consulted: EN
836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 and/or, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991
Pour mettre en pratique les Directives de la CEE, il a été tenu compte de la/des norme(s) et/ou de la/des spécification(s) technique(s)
suivante(s): EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 et/ou, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991
Per un’appropriato riscontro della normativa CEE, è (sono) stata(e) consultata(e) la(e) seguente(i) norma(e) e/o specifica(che)
tecnica(che): EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 e/o, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991
Con el fin de realizar de forma adecuada las exigencias en las normativas de la CEE (fué(ron) consultada(s) la(s) siguiente(s)
normativa(s) y especificación(es) técnica(s): EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 y/o, EN ISO 3744;1995, ISO
11094;1991
Om de EG-richtlijnen in juiste vorm om te zetten, is/zijn van volgende norm(en) en/of technische specificatie(s) gebruik gemaakt: EN
836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 en/of, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991
Com o fim de realizar de forma apropriada as exigências nas normas da C.E.E. consultou-se a(s) seguinte(s) norma(s) e/ou
especificação(ões) técnica(s): EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 e/ou, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991
Följande norm(er) och/eller teknisk(a) specifikation(er) har legat till grund för ett fackmässigt införande av de i EU-normerna: EN
836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 och/eller, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991
Følgende normer og/eller tekniske spesifikasjoner er lagt til grunn for gjennomførelse av EU-retningslinjenes: EN 836/A2:2001, EN
836:1997, BS EN 1033:1996 og/eller, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991
Til gennemførelse af de EF-direktivet er følgende standard(er) og/eller tekniske specifikation(er) anvendt: EN 836/A2:2001, EN
836:1997, BS EN 1033:1996 og/eller, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991
ETY-direktiivien oikean soveltamisen varmistamiseksi on käytetty seuraavia standardeja ja/tai teknisiä erittelyjä: EN 836/A2:2001, EN
836:1997, BS EN 1033:1996 ja/tai, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991

Documenttranscriptie

NL INHOUD INTERNATIONALE PICTOGRAMMEN INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR VEILIGE BEDIENING MONTAGE BEDIENING ONDERHOUD TROUBLESHOOTING SCHEMA 27 28 28 29 29 30 31 MURRAY, INC. TWEEJARIGE BEPERKTE GARANTIE Murray, Inc. biedt de eerste eigenaar van dit produkt garantie gedurende twee jaar dat dit produkt, bij normaal gebruik en onderhoud, vrij is van defecten aan materiaal en als gevolg van samenstelling. Echter, deze garantie heeft geen betrekking op de motor en accessoires zoals sneeuwblazers, sneeuwmessen, graszakvullers, transmissies, accu’s en aan normale slijtage onderhevige onderdelen (uitzonderingen worden hieronder genoemd) of op verbindingsassen, aangezien de bedrijven die deze produkten maken deze zelf garanderen en service aanbieden via hun eigen gemachtigde service centers. Zie de garantieteksten behorend bij deze bijzondere onderdelen voor aanvullende informatie. Als u er niet zeker van bent of uw machine uitgerust is met één of meer van deze onderdelen, vraag hier dan naar tijdens de aankoop. Onderhevig aan de voorwaarden en condities beschreven in deze Beperkte Garantie, zullen wij gedurende de garantietermijn, naar ons goeddunken, enig defect onderdeel dat valt onder deze Beperkte Garantie gratis repareren of vervangen, zolang de machine in bezit is van de eerste eigenaar. Als binnen een periode van negentig (90) dagen na aankoop blijkt dat de accu defect is, zullen wij deze gratis vervangen. Als binnen een periode tussen 90 en 120 dagen na aankoop blijkt dat de accu defect is, zullen wij deze vervangen voor de helft van de winkelprijs zoals die geldt op het moment van teruggave. Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, zijn aandrijfriemen, messen, mes tussenstukken, luchtbanden, koplampen en stoelbekleding. Deze onderdelen worden gegarandeerd qua materiaal en toepassing tijdens de aankoop van het produkt. Alle claims voor reparatie of vervanging van zulke onderdelen moeten binnen dertig (30) dagen na aanschafdatum ingediend worden. Claims die betrekking hebben op gebruik van het produkt, misbruik of verkeerd gebruik zullen niet worden gehonoreerd. Deze Murray, Inc. tweejarige beperkte garantie is exclusief. Echter, de garantie is ongeldig of niet van toepassing op enige machine waaraan veranderingen zijn aangebracht of die misbruikt of gebruikt is voor verhuur of commerciële doeleinden (ander dan privégebruik). Uw garantie heeft geen betrekking op kleine mechanische aanpassingen die niet het gevolg zijn van mankementen aan materiaal of vakmanschap. Zie uw gebruikshandleiding voor het uitvoeren van zulke aanpassingen. Teneinde een claim onder deze Murray, Inc. tweejarige (2) beperkte garantie in te dienen, moet u de machine (of bij goedkeuring vooraf, het defecte onderdeel) samen met bewijs van Gebruikshandleiding voordat u met deze machine gaat werken. INTERNATIONALE PICTOGRAMMEN BELANGRIJK: De volgende pictogrammen bevinden zich op uw machine of in de daarbijbehorende literatuur. Voordat u de machine gaat bedienen, moet u de betekenis en het doel van elk pictogram leren begrijpen. OPMERKING: Illustraties en pictogrammen beginnen op pagina 2. Veiligheids- en waarschuwingspictogrammen (Figuur 21) 1 2 Waarschuwing. BELANGRIJK: Lees de 3 WAARSCHUWING: Uitgeworpen voorwerpen. Houdt omstanders op afstand. Lees de gebruiksaanwijzing voordat u deze machine gaat bedienen. 4 Maai niet de helling op of af, maar maai met de helling mee. 5 GEVAAR: Dit is geen trede. 6 GEVAAR: Houd voeten en handen uit de buurt van draaiende messen. 7 Opgegeven geluidvermogensniveau van 100 dB(A) volgens Richtlijn 2000/14/EG. MODEL NO.: 226112x52A SKU No.: YYYY MM DD: SERIAL NO.: 3050 min-1 32 kg Assembled in Lawrenceburg, TN 38464, U.S.A. F-050451L aankoop naar een erkend service center bij u in de buurt brengen. Het dichtstbijzijnde gemachtigde service center kunt u vinden door met de landelijke distributeur te bellen of in de gouden gids te kijken. Indien u de gehele machine terug brengt, zullen wij deze repareren. Als wij u toestaan om alleen het defecte onderdeel terug te brengen, zullen wij dat repareren of vervangen. Indien de transmissie of het differentiëel (niet de verbindingsas) defect zijn, moet de gehele transmissie of differentiëel ingeleverd worden, aangezien deze geen losse vervangbare onderdelen bevatten. Deze Murray, Inc. tweejarige (2) beperkte garantie geeft u bepaalde wettelijke rechten en u kunt eventuele ook andere rechten hebben. De beperkte garantie is in plaats van alle andere expliciete of impliciete garanties, inclusief de impliciete garantie op verhandelbaarheid en op geschiktheid voor een bepaald doel. Indien u meer wenst te weten over deze beschreven garantie of assistentie verlangt in het verkrijgen van service, schrijf dan naar: HAYTER LIMITED, Service Department, Spellbrook, Bishop’s Stortford, Hertfordshire. CM23 4BU. MURRAY, INC. International Sales P.O. Box 268 Brentwood, Tennessee USA 37024 1-800-251-8007 Fax (615) 373-6633 8 9 GEVAAR: Verwijder de bougiekabel van de bougie voordat u onderhoud aan de machine uitvoert. GEVAAR: De beschermingskappen niet openen of verwijderen terwijl de motor draait. Bedieningspictogrammen (Figuur 22) 1 2 3 4 5 6 7 Langzaam Snel Stoppen van de motor Motor starten Olie Brandstof Voorwaarts Opgegeven trillingsemissiewaarden volgens EEG Richtlijn 98/37/EC. Trillingsemissie volgens EN 836/A2:2001: 6,95 m/s2. Deze waarden zijn bepaald voor een stationair draaiende machine bij 3050 toeren per minuut op een betonnen oppervlak aan de bedieningshendel van de machine. Opgegeven geluidvermogensniveau van 100 dB(A) volgens Richtlijn 2000/14/EG. Geluidsdrukniveaus bij de bestuurdersstoel 84 dB. Deze waarden zijn bepaald bij het oor in overeenstemming met specificaties EN 836/A2:2001. 27 NL INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR 3. Ken uw machine: Als u de machine en de werking ervan begrijpt krijgt u de beste resultaten. Vergelijk de illustraties van de machine met de werkelijkheid, terwijl u deze handleiding doorleest. Leer de werking van de bedieningselementen en waar ze zich bevinden. Volg de bedieningsaanwijzingen en de veiligheidsregels om een ongeluk te voorkomen. Bewaar deze handleiding om hem later te kunnen raadplegen. WAARSCHUWING: Let op! Dit symbool duidt op belangrijke veiligheidsmaatregelen. Dit symbool betekent: “Let en pas op! Uw veiligheid kan in gevaar zijn.” Verantwoordelijkheid van de eigenaar WAARSCHUWING: Dit is een snijdende machine die in staat is handen en voeten te amputeren en voorwerpen weg te slingeren. Veronachtzaming van de volgende veiligheidsaanwijzingen kan resulteren in ernstig letsel of de dood voor de bestuurder en omstanders. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar om de onderstaande aanwijzingen op te volgen. VEILIGE BEDIENING Voor loopmaaiers met roterende messen 2. Lees de instructies nauwkeurig. Wees vertrouwd met de bediening en het juiste gebruik van de machine. Sta nooit toe dat kinderen of mensen die niet bekend zijn met deze instructies de machine gebruiken. Lokale regels kunnen een minimum leeftijd voor de bestuurder voorschrijven. 3. Maai nooit als er omstanders, in het bijzonder kinderen, of huisdieren in de buurt zijn. 4. Onthoud dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen of blootstelling aan gevaar aan derden of hun bezittingen. Voorbereiding 1. 2. Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen en een lange broek. Bedien de machine niet met blote voeten of met sandalen aan. Onderwerp het te maaien gebied aan een grondige inspectie en verwijder alle voorwerpen die door de machine uitgeworpen zouden kunnen worden. F-050451L 13. Schakel de mes- en wiel-aandrijving uit alvorens u de motor start. a. Bewaar brandstof in containers die speciaal voor 14. Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen en met uw voeten uit de buurt van de mes(sen). dit doel ontworpen zijn. b. Voeg benzine toe in de frisse lucht en rook niet. c. Voeg benzine toe voordat u de motor aanzet. Verwijder nooit de benzinetankdop of voeg ben− zine toe terwijl de motor loopt of nog heet is. d. Als er benzine gemorst is, mag u de motor niet starten, maar moet u de machine van de plek met de gemorste benzine verwijderen en voorko− men dat er een vonk kan optreden, totdat de benzine verdampt is. e. Schroef alle doppen van benzine containers en tanks zorgvuldig vast. 4. Vervang defecte geluidsdempers. 5. Controleer voor gebruik altijd dat de messen, mesbouten en snijconstructie niet versleten of beschadigd zijn. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten in paren zodat het evenwicht niet verstoord wordt. 6. 15. Kantel de machine niet bij het starten van de motor, tenzij dat absoluut noodzakelijk is. Kantel hem in dat geval zo min mogelijk en breng het gedeelte omhoog dat het verst van u weg is. 16. Start de motor niet als u zich voor de uitworp bevindt. 17. Houd uw handen en voeten weg van draaiende onderdelen en altijd uit de buurt van de uitworp. 18. Til een maaier met draaiende motor nooit op en draag hem nooit. 19. Stop de motor en trek de bougiekabel(s) los als u: 1. verstoppingen in de uitworptrechter of elders wilt verhelpen; 2. de maaier controleert, reinigt of er aan wilt wer− ken; Bij machines met meerdere messen kan het draaien van één mes tot gevolg hebben dat andere messen ook gaan bewegen. 3. wanneer u de maaier inspecteert nadat u een obstakel geraakt hebt. Voer, indien nodig, repa− raties uit voordat u de machine opnieuw gaat starten en gebruiken; Bediening 1. Gebruik de machine niet in een afgesloten ruimte, waar zich gevaarlijke koolmonoxyde dampen kunnen ophopen. 2. Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht. 3. Voorkom, waar mogelijk, het maaien van nat gras. 4. Zorg altijd voor voldoende grip op hellingen. 5. Loop nooit hard. 6. Voor machines met aangedreven wielen: maai niet de helling op of af, maar maai met de helling mee. 7. Wees uiterst voorzichtig bij het veranderen van richting op een helling. 8. Gebruik de machine niet op steile hellingen. 9. Wees uiterst voorzichtig bij het veranderen van richting of als u de maaier naar u toe trekt. Training 1. WAARSCHUWING: Benzine is zeer brandbaar. 4. de motor controleert bij abnormaal trillen. (On− middellijk controleren!) 20. Stop de motor: 1. als u de maaier verlaat; 2. voordat u benzine bijvult. 21. Neem gas terug aan het einde van de maaiactiviteiten. Draai de benzinekraan dicht, indien de motor hiermee is uitgerust. 22. Wees extra voorzichtig bij blinde hoeken, struiken, bomen of andere obstakels die het zicht kunnen wegnemen. Onderhoud en opslag 1. Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven vast aangedraaid zitten om er zeker van te zijn dat de machine veilig is. 2. Parkeer de machine nooit met benzine in de tank, in een afgesloten ruimte waar de dampen met een vlam of vonk in aanraking kunnen komen. 3. Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een afgesloten ruimte weg zet. 4. Verwijder gras, bladeren en overmatig smeervet van de en van de benzine opslagplaats om gevaar voor brand te verminderen. 11. Gebruik de maaier nooit als de beschermkappen kapot zijn of als deze en andere veiligheidsmiddelen, zoals graszakken, niet op hun plaats zitten. 5. Controleer de grasvanger regelmatig op slijtage. 6. Vervang versleten of beschadigde onderdelen om veiligheidsredenen. 12. Verander de instellingen van de regulateur van de machine niet en voer hem niet op. 7. Als het nodig blijkt de benzinetank af te tappen, moet dit in de frisse lucht gebeuren. 10. Zet de draaiende messen af als de maaier scheef gehouden moet worden voor transportdoeleinden, bij het oversteken van terrein anders dan gazon en bij het transporteren van de maaier van en naar het te maaien gebied. 28 NL MONTAGE OPMERKING: Illustraties en pictogrammen beginnen op pagina 2. Zoek in de handleiding van de motorfabrikant op welk soort benzine en olie u moet gebruiken. Lees eerst de informatie over veiligheid, bediening, onderhoud en opslag. Instructies bij het uitpakken Installatie en verwijdering van de mulcheraccessoire De maaier werd in de fabriek geassembleerd. Toen de maaier verpakt werd in de doos, werd de hendel in de opslagstand gelegd. Om de hendel in de gebruiksstand te plaatsen, moet u de onderstaande stappen uitvoeren: 1. (Figuur 1) Haal de maaier uit de doos. 2. Plaats de onderste hendel (1) in de gebruiksstand. Zorg dat de onderste hendel (1) tussen de uitsteeksels (2) vast komt te zitten. 3. Plaats de bovenste hendel (3) in de gebruiksstand. Draai de knoppen (4) aan. WAARSCHUWING: Pas op als u de hendel omhoog of omlaag beweegt. Voorkom dat de kabels beschadigd worden. Een geknikte kabel zal niet goed werken. Vervang geknikte of beschadigde kabels voordat u de machine gaat gebruiken. 4. (Figuur 7) Trek de motorstophendel (1) aan. 5. (Figuur 2) Om de greep van het startkoord (1) aan de koordgeleider (2) vast te maken, moet u het koord door de koordgeleider (2) trekken. Deze zit gemonteerd aan de rechterkant van de hendel. OPMERKING: Als het niet lukt om de greep van het startkoord te bevestigen omdat het koord te kort is, moet u de motorstophendel tegen de hendel aanhouden. Trek nu langzaam aan het koord. Aanpassen van de hendelhoogte (Figuur 3 en Figuur 4) De hendelbeugel (1) heeft twee standen; een HOGE (3) en een LAGE (4) stand. In de HOGE (3) stand is de hendel ongeveer 10 cm hoger. 1. (Figuur 1) Verwijder de vleugelmoeren (6) en bouten van de rechter en linker hendelbeugels (2). 2. (Figuur 3) Om de hendel omhoog te brengen, moet u de onderste hendel (1) in de HOGE (3) stand monteren. 3. (Figuur 4) Om de hendel omlaag te brengen, moet u de onderste hendel (1) in de LAGE (4) stand monteren. 4. (Figuur 1) Bevestig de onderste hendel (1) aan de hendelbeugels (2) met de bouten en de vleugelmoeren (6). In gereedheid brengen van de motor OPMERKING: De motor bevat geen OLIE of BENZINE. WAARSCHUWING: Zoek in de handleiding van de motorfabrikant op welk soort benzine en olie u moet gebruiken. Gebruik altijd een goedgekeurde jerrycan. Rook niet tijdens het bijvullen van benzine, zet de motor af en laat deze eerst enige minuten afkoelen. Bijvullen van benzine mag nooit in afgesloten ruimtes gebeuren. OPMERKING: De werkelijke voortdurende paardenkracht zal waarschijnlijk lager zijn door de bedrijfsbeperkingen en omgevingsfactoren. F-050451L WAARSCHUWING: Voordat u de mulcheraccessoire installeert of verwijdert, moet u de bougiekabel lostrekken. Bij sommige modellen is de mulcheraccessoire in de fabriek geïnstalleerd. U kunt de maaier aanpassen van mulcher naar zij-uitworp, door de plaat te verwijderen. Een maaier met zijdelingse uitworp kan in een mulchmaaier worden veranderd door de mulcheraccessoire als volgt aan te brengen: 1. (Figuur 6) Breng de uitworpkap (1) omhoog. 2. Schuif de lip (3) aan de bovenkant van de geleidplaat (2) onder de rand van de maaibehuizing. 3. (Figuur 5) Lip (4) aan de onderkant van de geleidplaat (2) moet eveneens onder de rand van de maaibehuizing gestoken worden. 4. Laat de uitworpkap (1) zakken. Tips voor het mulchen Door te mulchen wordt het gras zeer fijn gesneden, zodat het gemakkelijk gerecycled kan worden. Omdat de voedingsstoffen op die manier naar de bodem teruggevoerd worden, heeft het gazon minder (kunst)mest nodig. Volg de onderstaande aanwijzingen om het gazon op de juiste wijze te mulchen. G Het gras moet droog zijn. Nat gras nat is moeilijk te snijden en vormt kluiten. G Het gras mag niet te lang zijn. De maximum lengte die nog effectief gemaaid kan worden is 11 cm. Stel de hoogteregelaars zo in dat alleen de bovenste 33% van het gras wordt afgesneden. G Gras dat langer dan 11cm is moet in twee keer gemaaid worden. Zet voor de eerste maaibeurt de hoogteregelaars in de hoogste stand. Stel ze daarna lager in voor de tweede maaibeurt. G Zorg dat het mes scherp is. Een bot mes veroorzaakt bruine uiteinden aan het gras. G Maak de onderkant van de maaibehuizing schoon. Gras en rommel kan de goede werking van de maaier verhinderen. Als de kwaliteit van het maaien marginaal is, kunt u het volgende proberen: G Stel de hoogteregelaars op een hogere maaihoogte in. G G G Maai het gras vaker. G Maai de marginale gebieden nogmaals. Gebruik de maaier bij een lagere rijsnelheid. Laat de maaistroken overlappen, in plaats van telkens een volle strook te maaien. BEDIENING OPMERKING: Illustraties en pictogrammen beginnen op pagina 2. 29 Machinestophendel (Figuur 7) Door de machinestophendel (1) los te laten, zal de motor en het mes automatisch stoppen. Om de motor gaande te houden, moet u de machinestophendel (1) in de gebruiksstand (2) houden. Voordat u de motor start, moet u de machinestophendel (1) enige keren aantrekken om u ervan te vergewissen dat de kabel gemakkelijk beweegt. Stoppen van de motor (Figuur 7) Laat de machinestophendel (1) los om de motor te stoppen. Trek de bougiekabel los om te voorkomen dat de motor start. Als de motor niet wil afslaan, moet u een schroevedraaier tegen de bougie en de koelelementen houden. De vonk wordt daardoor geaard waardoor de motor afslaat. Controleer de machinestopkabel voordat u de motor start. Zorg dat deze goed bevestigd is. Vervang een beschadigde of geknikte stopkabel voordat u de machine gaat gebruiken. Voorwielaandrijving (Figuur 8) De maaier heeft voorwielaandrijving. Bedien de aandrijving als volgt. 1. Houd de motorstophendel (1) in de OPERATING stand. 2. Duw de aandrijfhendel (2) geheel naar voren. Laat de aandrijfhendel (2) los als deze een klik te horen geeft. Het aandrijfsysteem is nu in werking gesteld. OPMERKING: Om de motor te stoppen, moet u de motorstophendel los laten. 3. Laat de motorstophendel (1) geheel los om de aandrijving te ontkoppelen en de motor af te laten slaan. 4. Door de motorstophendel (1) ongeveer 5 cm. op te laten komen wordt alleen de aandrijving ontkoppeld. De aandrijving zal worden ontkoppeld maar de motor blijft draaien. WAARSCHUWING: Voor veilig gebruik moet het aandrijfsysteem meteen uitschakelen, zodra de aandrijfhendel wordt losgelaten. Als het aandrijfsysteem niet juist uitschakelt, mag u de maaier niet gebruiken, totdat deze is ingesteld of gerepareerd door een erkend service center. Starten van de motor (Figuur 9 en 10) WAARSCHUWING: Het mes draait als de motor aan staat. 1. Controleer de olie. 2. Vul de benzine tank met normale ongelode benzine. Zie het hoofdstuk “In gereedheid brengen van de motor”. 3. Zorg dat de bougiekabel met de bougie verbonden is. 4. Zorg ervoor dat de aandrijfhendel in de DISENGAGE stand staat. 5. (Figuur 9) De benzine inspuitknop (1) bevindt zich aan de zijkant van de machine. Druk vijf keer op de benzine inspuitknop (1) en wacht twee seconden. OPMERKING: Gebruik de benzine inspuitknop (1) niet om een warme motor te starten. 6. (Figuur 10) Ga achter de maaier staan. Gebruik één hand om de machinestophendel (1) in de gebruiksstand te houden, zoals aangegeven. Pak met de andere hand de startkoordknop (2) vast. NL 7. Geef een ruk aan de startkoordknop (2) en laat dit langzaam terugkomen. 8. Als de motor na 5 of 6 keer niet start, zie dan de aanwijzingen in de “Troubleshooting schema”. ONDERHOUD OPMERKING: Illustraties en pictogrammen beginnen op pagina 2. Onderhoud van de motor Gebruik het onderstaande hoofdstuk over onderhoud om de machine in goede conditie te houden. Informatie over onderhoud aan de motor staat in het instruktieboekje voor de motor. Lees dit boekje voordat u de motor start. WAARSCHUWING: Voordat u de motor inspecteert, instelt (behalve de carburateur), of repareert, moet u eerst de bougiekabel los trekken. Kantelen van de motor (Figuur 20) Als u onderhoud aan de motor verricht, het mes inspecteert, of de onderkant van de maaibehuizing schoon maakt, moet u er altijd voor zorgen dat u de motor zo kantelt dat de bougie omhoog wijst. Transporteren of kantelen van de motor met de bougie omlaag, zal tot gevolg hebben dat: G G G G de motor moeilijk start. de motor gaat roken. de bougie vervuilt raakt. het luchtfilter vol met olie of benzine komt te zitten. Smering 1. Om de maximale prestatie te waarborgen, moet u de wielen en alle draaipunten elke 25 uur met motorolie smeren. 2. Zie het instruktieboekje voor de motor over het smeren van de motor. OPMERKING: Smeer de motorstopkabel niet. Smeermiddelen zullen de kabel beschadigen waardoor de kabel niet meer vrij kan bewegen. Vervang de kabel indien deze geknikt of beschadigd is. Reinigen van de maaibehuizing WAARSCHUWING: Het mes draait als de motor aan staat. Voordat u de maaibehuizing schoon maakt, moet u de motor afzetten en de bougiekabel los trekken. Gras en andere rommel kan voorkomen dat de maaier goed werkt. Maak na het maaien de maaier, als volg schoon: 1. Stop de motor. 2. Trek de bougiekabel los. 3. Maak de boven- en onderkant van de maaibehuizing schoon. Instellen van de maaihoogte (Figuur 11) WAARSCHUWING: Het mes draait als de motor aan staat. Voordat u de maaibehuizing schoon maakt, moet u de motor afzetten en de bougiekabel los trekken. F-050451L Om de maaihoogte te veranderen, moet u de hendel (1) bij elk wiel in een andere stand zetten. Zorg dat de hendel (1) bij elk wiel in de zelfde stand staat, zodat de maaier egaal maait. 1. Trek de hendel (1) opzij. 2. Zet de hendel (1) in een andere stand. Verwijderen van de aandrijfriem Om de aandrijfriem te verwijderen, moet u de onderstaande stappen uitvoeren. WAARSCHUWING: Trek de bougiekabel los, voordat u de aandrijfriem verwijdert. OPM: Het motorontwerp omvat geen smoorregeling of motorsnelheidsregelaar. De motor is ingesteld op de beste snelheid om gras te maaien, gras op te vangen en voor een verlengde gebruiksduur van de motor. 1. Als het aandrijfsysteem slipt, dient u de kabelregelaar (1) een slag in de richting getoond op de illustratie te draaien. Test het aandrijfsysteem en controleer of het systeem slipt. 2. Als het aandrijfsysteem nog steeds slipt, dient u de kabelregelaar (1) nog een slag te draaien om de kabel te verkorten. Test opnieuw het aandrijfsysteem. 1. (Figuur 13) Verwijder de aandrijfriemkap (1). 3. Herhaal de afstelling en test totdat het aandrijfsysteem niet meer slipt. 2. (Figuur 14) Maak de riemspanningsbout (2) los. 4. Voordat u begint met maaien dient u ervoor te zorgen dat het aandrijfsysteem correct uitschakelt en dat de maaimachine stopt. Als het aandrijfsysteem niet uitschakelt, dient u de maaimachine naar een erkend servicecentrum te brengen voor u de maaimachine gebruikt. 3. Verwijder de voorzijde van de aandrijfriem (3) van de transmissieschijf (4). 4. (Figuur 15) Schuif de aandrijfriem (3) over het uiteinde van het mes (4) om de achterzijde van de aandrijfriem (3) te verwijderen. OPM: Zorg ervoor dat u de aandrijfriem alleen vervangt met een reserveriem van de fabriek. 5. Herhaal de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde om de aandrijfriem (3) samen te stellen.. 6. (Figuur 16) Stel de riemspanning af. a. Span de regelmoer (5) af totdat de moer de pasring (6) raakt. Probeer de pasring (6) te draaien. Wanneer de regelmoer (5) de pasring (6) raakt, zal de pasring (6) niet draaien. b. Draai vervolgens de regelmoer (5) slechts voldoende los om de pasring (6) te laten draaien. De spanning op de aandrijfriem (3) is nu correct. 7. (Figuur 13) Installeer de riemkap (1). 8. Voordat u met maaien begint, moet u zich er van vergewissen dat het aandrijfsysteem goed uitschakelt en dat de maaier daadwerkelijk stopt. Als het aandrijfsysteem niet goed uitschakelt, moet u de maaier naar een erkend service center brengen voordat u ermee kan werken. Hoe de aandrijfkabel afstellen (Figuur 12) WAARSCHUWING: Voordat u de aandrijfkabel afstelt, dient u het motorstophendeltje loslaten en wachten tot de motor stopt. Als het aandrijfsysteem niet juist in- en uitschakelt, dient u te controleren of de hendel juist is samengesteld. Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede conditie zijn, niet gebroken of gebogen zijn en dat alle klemmen vast zitten. Versleten onderdelen en uitgerekte kabels zullen de werking van het aandrijfsysteem beïnvloeden. Wanneer u maait in hoog of dik gras of op hellingen, kan het aandrijfsysteem slippen. Als het aandrijfsysteem slipt, dient u het als volgt af te stellen of neem de maaimachine naar een erkend servicecentrum. BELANGRIJK: Voordat u de motor start, dient u het motorstophendeltje verscheidene keren te proberen. Zorg ervoor dat de motorstopkabel vrij beweegt.. 30 Vervangen van het mulchmes Een maaier die kan mulchen is uitgerust met een speciaal mulchmes. Als dit versleten of beschadigd is, moet u het vervangen met een origineel reserve exemplaar. Een standaard mes zal niet goed maaien en kan ongelukken veroorzaken. Onderhoud aan het mes WAARSCHUWING: Voordat u het mes of het mesverbindingsstuk inspecteert, moet u de bougiekabel lostrekken. Stop de motor als het mes een obstakel raakt. Trek de bougiekabel los en controleer of er schade is opgetreden. Controleer het mes regelmatig op slijtage of beschadigingen zoals barstjes. Controleer eveneens regelmatig of de bout die het mes op zijn plaats houdt, goed vast zit. Stop de motor als het blad een obstakel raakt. Trek de bougiekabel los. Controleer het mesverbindingsstuk op schade. Kijk of het mes gebogen, beschadigd, of ernstig versleten is. Voordat u met de machine werkt, moeten beschadigde onderdelen worden vervangen met originele fabrieksonderdelen. Vervang het mes elke twee jaar om veiligheidsredenen. Zorg dat het mes altijd geslepen is. Een bot mes veroorzaakt bruine randjes aan het gras. Het mes moet als volgt vervangen worden. Vervangen van het mes (Figuur 17 en Figuur 18) WAARSCHUWING: Voordat u het mes gaat verwijderen, moet u de bougiekabel lostrekken. Het mes heeft scherpe randen. Pak het mes alleen vast met handschoenen of een doek, om uw handen te beschermen. 1. Leeg de benzinetank. 2. Kantel de maaier omhoog aan de zijde van de geluidsdemper of bougie. 3. Borg het mes met een stuk hout, zodat het niet kan draaien. 4. Verwijder de bout (1) die het mes (2) op zijn plaats houdt. 5. Controleer het mes volgens de richtlijnen onder “Onderhoud aan het mes.” Vervang een mes dat versleten of beschadigd is met een origineel reserve exemplaar. NL 6. Plaats het mes met de gebogen randen omhoog. Een blad dat ondersteboven zit, zal niet goed maaien en kan een ongeluk veroorzaken. 7. Zet het mes (2) vast met de originele ringen (3 en 4) en de bout (1). Zorg dat de platte kant van de getrapte ring (4) tegen het mes (1) aan komt te zitten. 8. Draai de bout (1) die het mes op zijn plaats houdt aan met een moment van 30 foot pounds (40 Nm). WAARSCHUWING: Zorg er altijd voor dat de moer (3) die het mes (1) op zijn plaats houdt goed vast zit. Een losse moer of een los mes kunnen een ongeluk veroorzaken. Controleren of de maaier egaal maait Maai een kort stuk. Als de maaihoogte niet gelijkmatig is, of als het gras niet wordt uitgeworpen, kan het zijn dat: (1) het mes gebogen of beschadigd is, (2) het mes bot is, (3) het mes versleten is, (4) het mesverbindingstuk gebroken is. Verhelp het probleem voordat u de machine gaat gebruiken. Neerklappen van de hendel voor opslag (Figuur 19 en Figuur 1) WAARSCHUWING: Pas op als u de hendel op- of neerklapt. Beschadig de kabels niet. Een geknikte kabel zal niet goed werken. Vervang geknikte of beschadigde kabels voordat u met de machine gaat werken. Neerklappen van de hendel 1. (Figuur 19) Maak de vleugelmoeren of knoppen los die de bovenkant van de hendel met de onderkant verbinden. Als u de hendel neerklapt, moet u er op letten dat de kabels niet blijven haken achter de losse vleugelmoeren en beschadigd worden. Klap de bovenste hendel in de richting van de achterkant van de machine. 2. (Figuur 1) Maak de knoppen op het onderstuk van de hendel (1) los. Druk de zijkanten van de onderste hendel (1) naar beneden voorbij de uitsteeksels (2). 3. Klap de hendel naar voren over de motor heen. Zorg dat de kabels niet worden beschadigd. Omhoogklappen van de hendel 1. Trek de hendel naar achteren tot dat de einden van de onderste hendel (1) in de juiste stand vastklikken. 2. Klap de bovenste hendel omhoog in de werkstand. Draai de vleugelmoeren vast. Voorbereiden voor opslag WAARSCHUWING: Tap geen benzine af als de maaier zich in een afgesloten gebouw of in de buurt van vuur bevindt en rook niet. Benzinedampen kunnen een explosie of brand veroorzaken. 1. Tap de benzine af uit de benzinetank. 2. Laat de motor draaien totdat de benzine op is. 3. Tap de olie uit de warme motor af. Vul de krukasruimte van de motor met nieuwe olie. 4. Verwijder de bougie uit de cilinder. Giet ongeveer 30 milliliter olie in de cilinder. Trek langzaam aan het startkoord, zodat de olie verspreid wordt en de cilinder kan beschermen. Plaats een nieuwe bougie in de cilinder. F-050451L 5. Verwijder vuil en rommel van de cilinderkoelfinnen en het motorhuis. 6. Maak de onderkant van de maaibehuizing schoon. 7. Reinig de maaier in zijn geheel om de verf te beschermen. 8. Zet de machine in een goed geventileerde ruimte. 6. Het is moeilijk om de motor in dik of hoog gras te starten. Plaats de maaier op een droge en schone ondergrond. 7. Zorg ervoor dat de motorstophendel in de werkstand gehouden wordt. 8. Vergewis u ervan dat het benzine kraantje open (ON) staat. Zie de handleiding voor de motor. Bestellen van reserve onderdelen De motor slaat niet af De reserve onderdelen staan achterin dit instructieboek of in een aparte onderdelenboek. Gebruik alleen reserve onderdelen die door de fabrikant erkend of goedgekeurd zijn. De letter achteraan het onderdeelnummer duidt op het soort afwerking voor het onderdeel: C staat voor chroom, Z voor zink, en PA voor aangekocht onderdeel. U hoeft deze letters niet op te nemen in de bestelling. Gebruik geen accessoires die niet speciaal voor deze machine worden aanbevolen. Om de juiste reserve onderdelen te bestellen, moet u het model van uw maaier, zoals dat op het naamplaatje voorkomt, vermelden. Reserve onderdelen, behalve voor de motor, transmissie, verbindingsas en differentieel, zijn verkrijgbaar via uw leverancier of via een service center dat wordt aanbevolen door de leverancier. Als u geen onderdelen of service kunt verkrijgen via de hierboven beschreven weg, kunt u contact opnemen met HAYTER LIMITED, Service Department, Spellbrook, Bishop’s Stortford, Hertfordshire. CM23 4BU. MURRAY, INC. International Sales P.O. Box 268 Brentwood, Tennessee USA 37024 1-800-251-8007 Fax (615) 373-6633 Reserve onderdelen voor de motor, transmissie, of verbindingsas zijn verkrijgbaar via de erkende service centers van de desbetreffende leverancier. Deze zal vermeld staan in het telefoonboek. Kijk ook in de desbetreffende garantieverklaringen van deze onderdelen, hoe u eventueel reserve onderdelen kunt bestellen. Bij de bestelling moet u de volgende gegevens vermelden: (1) Model aanduiding (2) Serienummer (3) Onderdeelnummer (4) Aantal TROUBLESHOOTING SCHEMA De motor slaat niet aan. 1. Zorg dat er verse benzine in de tank zit. Gebruik alleen verse benzine. 2. Druk de inspuitknop (sommige modellen) vijf keer in. 3. Vergewis u ervan dat de bougiekabel met de bougie verbonden is. 4. Stel de carburateur in. Zie de handleiding voor de motor. 5. Er bevindt zich te veel benzine in de cilinder. Verwijder de bougie en droog deze af. Trek verschillende keren aan het startkoord. Plaats de bougie weer terug. Start de motor. 31 1. Laat de motorstophendel los. 2. Controleer de motorstopkabel. Vervang deze indien hij geknikt of beschadigd is. De motor werkt niet goed 1. Controleer of de maaihoogte goed is ingesteld. Stel deze hoger in als het gras hoog staat. 2. Controleer de onderkant van de mesbehuizing. Verwijder gras en andere rommel. 3. Controleer de bougiekabel. Zorg dat deze goed vast zit. 4. Verwijder gras en andere rommel van de koelfinnen van de motor. 5. Controleer dat de carburateur goed ingesteld is. Zie de handleiding voor de motor. 6. Controleer de opening van de bougie. Deze moet 0,75 mm bedragen. 7. Peil de olie in de motor en vul zonodig bij. 8. Controleer het luchtfilter van de motor. Zie de handleiding voor de motor. 9. De benzine is niet goed meer. Tap deze af en maak de benzinetank schoon. Vul de tank met verse benzine. De maaier trilt erg 1. Verwijder het mes. Controleer het en en balanceer het uit, indien nodig. Zie de aanwijzingen onder Onderhoud van het mes. 2. Controleer dat het mes niet gebogen of gebroken is. EEN BESCHADIGD MES IS GEVAARLIJK EN MOET VERVANGEN WORDEN. 3. Controleer het mesverbindingsstuk. VERVANG EEN GEBROKEN MESVERBINDINGSSTUK. 4. Als de machine nog steeds trilt, moet u de machine naar een erkend service center brengen. Het gemaaide gras wordt niet goed uitgeworpen. 1. Stop de motor en maak de maaibehuizing schoon. 2. Controleer dat het mes niet ernstig versleten is. Vervang of slijp het mes. Vervang om veiligheidsredenen het mes elke twee jaar met een reserve exemplaar van de fabriek. Het gras wordt niet egaal gemaaid. 1. Controleer de hoogte instelling bij elk wiel. Deze moet bij elk wiel het zelfde zijn. 2. Zorg dat het mes scherp is. 3. Controleer dat het mes niet gebogen of gebroken is. EEN BESCHADIGD MES IS GEVAARLIJK EN MOET VERVANGEN WORDEN. 4. Controleer het mesverbindingsstuk. VERVANG EEN GEBROKEN MESVERBINDINGSSTUK. GB F-050451L Parts List − Model 226112x52A F Liste de pièces − Modèle 226112x52A D Teileliste − Modell 226112x52A I Elenco pezzi − Modello 226112x52A NL Onderdelenlijst − Model 226112x52A DK Reservedelsliste − Model 226112x52A N Deleliste − Modell 226112x52A S Reservdelslista − Modell 226112x52A SF Varaosaluettelo − Malli 226112x52A E Lista de piezas - Modelo 226112x52A P Lista de peças - Modelo 226112x52A 65 D EG-Konformitätserklärung entsprechend der Richtlinie 98/37/EG entsprechend der Richtlinie 89/336/EWG entsprechend der Richtlinie 2000/14/EG GB EC Certificate of Conformity conforming to Directive 98/37/EC conforming to Directive 89/336/EEC conforming to Directive 2000/14/EC F Déclaration de conformité pour la CEE conforme à la directive 98/37/CE conforme à la directive 89/336/CEE conforme à la directive 2000/14/CE I Certificato di conformita’ comunitario E Declaración de Conformidad conforme alla Direttiva 98/37/CE conforme alla Direttiva 89/336/CEE conforme alla Direttiva 2000/14/CE según la directiva 98/37/CE según la directiva 89/336/CEE según la directiva 2000/14/CE NL EG-Conformiteitsverklaring overeen komstig de Richtlijn 98/37/EG overeen komstig de Richtlijn 89/336/EEG overeen komstig de Richtlijn 2000/14/EG P S N Declaração de conformidade conforme com a Diretiva 98/37/CE conforme com a Diretiva 89/336/CEE conforme com a Diretiva 2000/14/CE EU-konformitetsintyg överensstämmande med direktiv 98/37/EG överensstämmande med direktiv 89/336/EEG överensstämmande med direktiv 2000/14/EG EU-konformitetserklæring overholder direktiv 98/37/EF overholder direktiv 89/336/EØS overholder direktiv 2000/14/EF DK EU-overensstemmelseserklæring overholder direktiv 98/37/EF overholder direktiv 89/336/EØF overholder direktiv 2000/14/EF SF EY: n Vaatimustenmukaisuusilmoitus F-050451L 06.25.02 naudattaa direktiiviä 98/37/EY naudattaa direktiiviä 89/336/ETY naudattaa direktiiviä 2000/14/EY 69 rev. 2 M160 Wir / We / Nous / Noi / Nosotros / Wij / Nós / Vi / Vi / Vi / Me erklären in alleiniger Verantwortung, daß das Produkt declare in sole responsibility, that the product déclarons sous notre seule responsabilité que le produit dichiariamo sotto la nostra piena responsabilità che il prodotto declaramos bajo responsabilidad propia que el producto verklaren enig in verantwoording, dat het produkt declaramos com responsabilidade própria que o produto intygar med ensamansvar att nedanstående produkt erklærer som eneansvarlig at produktet erklærer som eneansvarlig, at produktet ilmoitamme yksin vastaavamme, että tuote MURRAY, INC. 219 FRANKLIN ROAD, BRENTWOOD, TN USA 37027 226112x52A (Fabrikat, Typ) (Make, model) (Marque, modèle) (Marca, tipo) (Marca, modelo) (Fabricant, type) (Marca, modelo) (Fabrikat, typ) (Fabrikat, type) (Mærke, type) (Merkki, malli) auf das sich diese Erklärung bezieht, den Anforderungen der Richtlinie 98/37/EG, der Richtlinie 2000/14/EG (Konformitätsbewertungsverfahren gemäß Anhang VIII) Richtlini 2002/88/EC und der Richtlinie 89/336/EWG und aktuellen Ergänzungen entspricht to which this certificate applies, conforms to the requirements of Directive 98/37/EC , Directive 2000/14/EC (conformity assessment procedure according to Annex VIII), Directive 2002/88/EC and Directive 89/336/EEC and current amendments faisant l’objet de la déclaration est conforme aux prescriptions fondamentales stipulées dans la Directive 98/37/CE, la directive 2000/14/CE (procédure d’évaluation de conformité selon l’annexe VIII), directive 2002/88/EC la directive 89/336/CEE etleurs modifications courantes cui la presente dichiarazione si riferisce, è conforme ai requisiti della Direttiva 98/37/CE, della Direttiva 2000/14/CE (procedura di valutazione della conformità secondo l’Allegato VIII), Direttiva 2002/88/EC e della Direttiva 89/336/CEE e correnti emendamenti al cual se refiere la presente declaración corresponde a las exigencias de la directiva 98/37/CE, de la directiva 2000/14/CE (los procedimientos de evaluación de conformidad según el Anexo VIII) directiva 2002/88/EC y de la directiva 89/336/CEE y enmiendas vigentes waarop deze verklaring betrekking heeft, overeenkomt met eisen van de richtlijn 98/37/EG, de richtlijn 2000/14/EG (conformiteitsbeoordelingsprocedure volgens bijlage VIII), richtlijn 2002/88/EC de richtlijn 89/336/EEG en huidige wijzigingen ao que se refere esta declaração corresponde às exigências da Directiva 98/37/CE, Directiva 2000/14/CE (em conformidade com o processo de avaliação, de acordo com o Anexo VIII) Directiva 2002/88/EC e Directiva 89/336/CEE e actuais alterações för vilket detta intyg gäller, uppfyller kraven enligt direktiv 98/37/EG, direktiv 2000/14/EG (procedur för bedömning av överensstämmelse enligt tillägg VIII), direktiv 2002/88/EC, 89/336/EEG samt allmäna tillägg som denne erklæring vedrører, oppfyller kravene i direktiv 98/37/EF, direktiv 2000/14/EF (konformitetsvurderingsprosedyre i henhold til anneks VIII) direktiv 2002/88/EC og direktiv 89/336/EØS og aktuelle vedlegg som denne erklæring vedrører, overholder kravene i direktiv 98/37/EF, direktiv 2000/14/EF (konformitetsvurderingsprocedure iflg. Annex VIII) direktiv 2002/88/EC og direktiv 89/336/EØF og ændringer johon tämä ilmoitus liittyy, vastaa direktiivin 98/37/EY, direktiivin 2000/14/EY (Liitteen VIII mukaisten yhdenmukaisuuden arviointitoimien), direktiivin 2002/88/EC, direktiivin 89/336/ETY ja nykyisten muutosten vaatimuksia Zursachgerechten Umsetzung der EG-Richtlinien wurde(n) folgende Norm(en) und/oder technische Spezifikation(en) herangezogen: EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 und/oder, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991 To effect correct application of the EEC Directives, the following standards and/or technical specifications were consulted: EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 and/or, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991 Pour mettre en pratique les Directives de la CEE, il a été tenu compte de la/des norme(s) et/ou de la/des spécification(s) technique(s) suivante(s): EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 et/ou, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991 Per un’appropriato riscontro della normativa CEE, è (sono) stata(e) consultata(e) la(e) seguente(i) norma(e) e/o specifica(che) tecnica(che): EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 e/o, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991 Con el fin de realizar de forma adecuada las exigencias en las normativas de la CEE (fué(ron) consultada(s) la(s) siguiente(s) normativa(s) y especificación(es) técnica(s): EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 y/o, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991 Om de EG-richtlijnen in juiste vorm om te zetten, is/zijn van volgende norm(en) en/of technische specificatie(s) gebruik gemaakt: EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 en/of, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991 Com o fim de realizar de forma apropriada as exigências nas normas da C.E.E. consultou-se a(s) seguinte(s) norma(s) e/ou especificação(ões) técnica(s): EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 e/ou, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991 Följande norm(er) och/eller teknisk(a) specifikation(er) har legat till grund för ett fackmässigt införande av de i EU-normerna: EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 och/eller, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991 Følgende normer og/eller tekniske spesifikasjoner er lagt til grunn for gjennomførelse av EU-retningslinjenes: EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 og/eller, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991 Til gennemførelse af de EF-direktivet er følgende standard(er) og/eller tekniske specifikation(er) anvendt: EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 og/eller, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991 ETY-direktiivien oikean soveltamisen varmistamiseksi on käytetty seuraavia standardeja ja/tai teknisiä erittelyjä: EN 836/A2:2001, EN 836:1997, BS EN 1033:1996 ja/tai, EN ISO 3744;1995, ISO 11094;1991 70 F-050451L 06.25.02 rev. 2 M160
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Murray 226111x52B Instruction book

Categorie
Grasmaaiers
Type
Instruction book
Deze handleiding is ook geschikt voor