Tunturi C60 Handleiding

Categorie
Fitness, gymnastiek
Type
Handleiding
38
H A N D L E I D I N G
C 6 0
OPMERKINGEN EN ADVIEZEN
Lees deze gids zorgvuldig door vóórdat u begint met
monteren, gebruiken of onderhouden van uw Tunturi
trainer. Bewaar de gids op een handige plaats. U kunt
er, nu en in de toekomst, nuttige informatie uithalen
die u nodig heeft voor het gebruik en het onderhoud
van de apparatuur. Volg de instructies altijd met zorg
op. De garantie vervalt bij schade ontstaan tijdens
de verzending of door het niet volgen van de in deze
handleiding gegeven instructies betreffende het
monteren, afstellen en onderhoud van het apparaat.
VEILIGHEID
Het doornemen en opvolgen van de onderstaande
voorzorgen is uitermate belangrijk voor de veiligheid
van de gebruiker.
De trainer is geschikt voor personen tot maximaal
135 kg lichaamsgewicht.
Laat uw conditie controleren bij uw huisarts voordat
u begint met trainen.
Bij misselijkheid, duizeligheid of een ander
lichamelijk ongemak gebruik dient de gebruiker direct
te stoppen en een arts te raadplegen.
Om spierpijn te voorkomen, begint u de training met
een warming up en sluit u die af met cooling-down
(langzaam fietsen met geringe weerstand). U sluit de
training af met stretch oefeningen.
Plaats de trainer op een vlakke en stevige
ondergrond.
De trainer kan tijdens in het gebruik stof en/of
smeermiddelen verliezen. De ondergrond dient
hiertegen bestand te zijn.
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens de training,
maar zorg dat u niet op de tocht zit.
Houd bij het op-en afstappen de handgrepen vast.
Gebruik de trainer uitsluitend voor het doel
waarvoor deze is gemaakt en zoals hierna beschreven
wordt.
VERDER
De trainer mag uitsluitend door één persoon tegelijk
gebruikt worden.
Raak nooit bewegende delen aan.
Houd kinderen en huisdieren tijdens de training
buiten het bereik van de trainer.
Houd toezicht bij gebruik door kinderen of
gehandicapte personen.
Draag tijdens de training de juiste kleding en
geschikte schoenen.
Stop in geval van een defect of storing en neem
contact op met uw dealer.
Houd hiervoor gevoelige apparatuur of dingen
buiten het bereik van het magnetisch veld van het
weerstandsmechanisme.
Controleer voor de training of het apparaat goed
functioneert. Train nooit op een defect apparaat.
Onderhoud en afstellingen anders dan in deze
handleiding beschreven dienen uitsluitend uitgevoerd
te worden door deskundigen. Volg de instructies van
de handleiding nauwkeurig op.
Tijdens de training is de ideale gebruikstemperatuur
tussen +10º en +35°C; voor opslag gelden de
temperaturen tussen de -15° en +40°C. De
luchtvochtigheid in de trainings- of opslagruimte mag
nooit hoger dan 90 % zijn.
Leun of steun nooit op de meter.
Druk op de toetsen met uw vingertoppen; nagels
kunnen de toetsmembranen beschadigen.
Stap niet op de framekast.
Het apparaat is ontworpen voor thuisgebruik. De
Tunturi-garantie is alleen van toepassing op defecten
en storingen ontstaan bij thuisgebruik (24 maanden).
WELKOM IN DE WERELD VAN
TUNTURITRAINING!
Uw keuze toont aan, dat u echt in uw gezondheid
en conditie wilt investeren. Het bewijst ook, dat u
kwaliteit en stijl belangrijk vindt en dit waardeert.
Met deze Tunturi looptrainer heeft u een veilig,
motiverend, kwaliteitsproduct als trainingspartner
gekozen. Wat uw trainingsdoel ook is, wij zijn ervan
overtuigd dat de keuze van deze trainer de juiste is,
om uw doel te bereiken. Informatie betreffende het
gebruik van Uw trainingsapparatuur en een efficiënte
training hiermede kunt U in deze gids en Tunturi's
website W W W.TUNT U RI.COM vinden.
MONTEREN
Voor de monteren zijn twee personen nodig. De
instructies links, rechts, voor en achter, zijn bepaald
zittend op de fiets.
1. Frame
2. Dwarssteun voor
3. Dwartssteun achter
4. Voorbuis voor
5. Handgrepen (2 st.)
6. Voetsteunen (2 st.)
7. Meter
8. Handsteun
9. Stang
10. Transformator
11. Gereedschap set (onderdelen met * in de
onderdelenlijst: Bewaar de montagebenodigdheden,
omdat u die o.a. nog bij de bijstelling van de
apparatuur kunt gebruiken)
INHOUD
OPMERKINGEN EN ADVIEZEN .............................38
MONTEREN .............................................................38
FITNESS TRAINING MET TUNTURI ......................41
MONITOR .................................................................42
MONITORFUNCTIES ...............................................43
VERPLAATSEN .......................................................48
ONDERHOUD .........................................................48
TECHNISCHE GEGEVENS ....................................49
39
N L
H A N D L E I D I N G
C 6 0
Mocht er een onderdeel missen, neem dan contact
op met uw Tunturi dealer onder vermelding van het
model, het serienummer van het apparaat en het
nummer van het missende onderdeel. Achter in deze
gids vindt u de onderdelenlijst. De verpakking bevat
een zakje met korrels die de apparatuur tijdens opslag
en transport, heeft beschermd tegen vocht. Dit zakje
kan na het uitpakken van de fietstrainer, weggegooid
worden. Plaats de trainer op een zo vlak mogelijke
ondergrond, met aan de voorkant, de achterkant en
aan de zijkanten minstens 100 cm vrije ruimte.
DWARSSTEUN VOOR
Bevestig de steunvoet voor, die van transportwielen
ter verplaatsing voorzien is, met de twee schroeven,
ringen, de veerring en de moer aan het frame.
DWARSSTEUN ACHTER
Druk de steundoppen op de uiteinden van de
dwarssteun achter vast en bevestig de steunvoet achter
met de twee schroeven, ringen, de veerring en de
moer aan het frame.
VOORBUIS
Verwijder de elastiekjes van de uit de framebuis
komende draad voor de monitor. Koppel de uit de
framebuis komende draad voor de monitor aan het
zich op de voorbuis bevindende stekkertje. Duw de
voorbuis in de framebuis naar binnen: let er daarbij op
de draad voor de meter niet te beschadigen! Bevestig
de voorbuis op het frame met de 4 inbusbouten,
ringen en veering.
VOETSTEUNEN
Maak de voetsteunen vast op de gewenste plaatsen
van de treeplank met twee schroeven, borgring en
knop.
40
H A N D L E I D I N G
C 6 0
HANDGREPEN
Druk de metalen stang door de kunststof geleide
bussen in de voorbuis. Plaats vervolgens de linker en
de rechter handgreepbuis op de metalen stang. Bij het
plaatsen van de handgreepbuizen moet u erop letten
dat de hoogte vergrendelknoppen aan de voorzijde
dienen te zitten. Daarna de beide imbusbouten met
de veerring en de grote onderlegring plaatsen en
vastzetten.
Duw de linker treeplank zover naar voren dat de
bevestigingsbuis, die zich aan de voorkant van de
treeplank bevindt, in de handgreepbuis geplaatst
kan worden. Vergrendel de handgreepbuis met de
treeplank dmv de borgknop. Doe hetzelfde met de
rechterkant.
MONITOR EN HANDSTEUN
Bevestig het stuur aan de stuurkolom. Verwijder de
plastic beschermdopjes van de bevestigingsbouten
en duw de sensordraden door het gat midden in
destuurkolom. Draai de bouten stevig vast, zodat het
stuur niet beweegt tijdens de training. Druk de plastic
beschermdopjes weer op hun plaats over de bouten.
Verbind de kabels van de stuurstang naar de
corresponderende aansluitingen van de monitor.
Steek de aangesloten kabels in de steunbuis van de
stuurstang, maar zorg ervoor dat ze niet beschadigd
raken als de monitor wordt bevestigd. Plaats de
monitor aan het uiteinde van de steunbuis van de
stuurstang en zet hem met 4 bevestigingsschroeven
vast.
41
N L
H A N D L E I D I N G
C 6 0
TRANSFORMATOR
Steek de stekker van de transformator in het contact
in het achterframe. Steek dan pas de stekker in het
wandstopcontact.
* Haal na het trainen altijd de stekker van de
transformator uit het stopcontact.
* Het snoer mag niet onder het apparaat doorlopen of
op andere wijze afgeklemd worden.
FITNESS TRAINING MET TUNTURI
TRAININGS NIVEAU
Als u lang niet getraind heeft, is het verstandig om
in onderstaande gevallen een arts te raadplegen, vóór
u met intensief trainen begint: als u 40 jaar of ouder
bent, als u in slechte fysieke conditie bent, als u aan
een chronische ziekte lijdt of andere problemen met
uw gezondheid heeft, of als u spierblessures of andere
problemen met uw spieren heeft. Vooral voor mensen
met een hartaandoening, of welk ander medisch risico
dan ook, is het van zeer groot belang zich medisch te
laten controleren vóór men aan een training begint.
Als u uw uithoudingsvermogen wilt verbeteren, is
het goed om tenminste 3 maal per week te trainen.
Al na een paar weken begint u het resultaat van een
dergelijke training te voelen en te zien. Als u niet
erg fit bent, begin dan met een training van ongeveer
twintig minuten. Zodra uw conditie beter wordt, kunt
u - afhankelijk van het doel dat u wilt bereiken - 30 tot
60 minuten gaan trainen.
Het beste resultaat bereikt u om uw algehele fitness
te verbeteren door, efficiënt, niet te zwaar en niet
te licht te trainen. Deze manier van trainen wordt
aërobe- of uithoudingstraining, genoemd. Tijdens de
training produceert uw lichaam de energie die nodig
is om vet met behulp van zuurstof te verbranden.
Hierdoor vermindert de hoeveelheid vetweefsel in uw
lichaam. Wat uw doel, uw streven ook met het trainen
is, u bereikt het beste resultaat door te trainen op
een niveau dat u aankunt. Daarvoor is, zoals gezegd,
uw hartslag de beste graadmeter. Om te beginnen
dient u te weten wat uw maximale hartslag is: dit is
de hartslag die bij mèèr inspanning niet meer hoger
wordt. Als u niet weet wat uw maximale hartslag is,
kunt u de volgende formule als leidraad nemen:
220 D E LE E FTI J D
Het maximum varieert van persoon tot persoon. De
maximale hartslag daalt per jaar met gemiddeld èèn
punt. Als u tot de eerder genoemde risicogroepen
behoort, vraag dan een arts om de juiste hoogte
van uw maximale hartslag. Om u te helpen met
uw training, hebben wij drie verschillende hartslag
niveaus geselecteerd.
BEGINN E R
50 tot 60 % van de maximale hartslag
Dit niveau is ook geschikt voor mensen die lijnen,
mensen die herstellende zijn van een ziekte en mensen
die lang niet getraind hebben. Drie trainingen van
tenminste een halfuur per week zijn aan te bevelen.
Regelmatig trainen stimuleert bij een beginner de
ademhaling en bloedsomloop in sterke mate en zorgt
al snel voor een merkbaar resultaat.
MID DELMATIGE
60 tot 70 % van de maximale
hartslag
Een perfect niveau om fitness te verbeteren en op
peil te houden. Zelfs een redelijk normale inspanning
-minimaal 3 trainingen van 30 minuten per week-
heeft een positief effect op hart en longen. Om uw
conditie verder te verbeteren kunt u het aantal keren
trainen per week verhogen of de duur van uw training
verlengen. Verhoog echter nooit beide tegelijkertijd!
GEVORD ERDE
70 tot 80 % van de maximale
hartslag
Trainen op dit niveau is alleen weggelegd voor
wie ècht fit is en wie gewend is aan langdurige
uithoudingsvermogen, trainingen. Rust is in een
fitness programma net zo belangrijk als de trainingen
zelf. Traint u bijvoorbeeld drie weken achter elkaar
zeer regelmatig, dan is het goed om het de week
daarna wat rustiger aan te doen.
HARTSLAGMETING MET HANDSENSOREN
Het apparatuur meet de hartslag met sensoren die
zich in de handsteunen bevinden en die de hartslag
meten telkens wanneer de gebruiker beide sensoren
tegelijkertijd aanraakt. Voor een betrouwbare
polsmeting dient de huid onafgebroken in contact
te staan met de sensoren en zou deze huid lichtjes
vochtig moeten zijn. Een te droge of te vochtige huid
kan een onjuiste hartslagmeting tot gevolg hebben.
Let op: het actieve gebruik van de spieren van het
bovenlichaam tijdens de oefening kan een invloed
uitoefenen op de meting van de hartslag:actieve
spieren brengen dezelfde elektronische signalen over
als de hartspier. Daarom raden we een ontspannen
houding van de armen aan tijdens de hartslagmeting.
HARTSLAG METEN
De hartslag wordt gemeten door middel van twee
sensoren op de stuurstang. Wanneer beide handen op
de sensoren rusten, toont de display de hartslag van
dat moment. Indien er een doelritme is ingesteld, zal
de hartslagwaarde op de display gaan knipperen bij
42
H A N D L E I D I N G
C 6 0
overschrijding van de ingestelde waarde. Een te droge
of te vochtige huid verzwakken het functioneren van
de polsslagmeting.
Op de meter van de C60 is er een Polar-compatibele
hartslagontvanger, zodat u de ongecodeerde
hartslaggordel van Polar (als optie verkrijgbaar)
ook voor hartslagmeting kunt gebruiken. Dit is
het meest betrouwbare systeem, dat werkt met een
borstband met meerdere elektrodes waarvan de
gemeten waarden draadloos doorgeseind worden
naar de monitor. Als u een pacemaker gebruikt, mag
u de borstband alleen met toestemming van een arts
gebruiken. Wanneer u uw hartslag tijdens de training
op deze manier wilt controleren, moeten de geribbelde
elektroden aan de binnenzijde van de borstband
vochtig gemaakt worden (water).
Plaats de zender juist onder de borst met de elastische
band strak genoeg om tijdens het fietsen de elektroden
contact te laten houden met de huid, maar niet zo
strak dat normaal ademen wordt belemmerd. De
zender geeft de hartslag automatisch door aan de
monitor die zich niet verder dan één meter van de
borstband mag bevinden. Wanneer de zender verder
van de monitor verwijderd is, wordt het signaal te
zwak om te ontvangen.Let er ook op dat niet meerdere
personen met een borstband om, binnen een straal
van één meter rond de monitor staan, want de monitor
ontvangt dan van elke elektrode een signaal en telt
deze dan bij elkaar op.
Denkt u eraan wat de trainingskleding betreft, dat
bepaalde in de kleding gebruikte vezels (zoals
polyester of polyamide) statische electriciteit
veroorzaken, wat bij de hartslagmeting problemen
veroorzaken kan.
Denkt u eraan dat mobiele telefoons, een teevee of
andere electronische apparaten een electromagnetisch
veld om zich heen vormen, wat bij de hartslagmeting
problemen veroorzaken kan.
MONITOR
1
2
3
4
5
TOETSEN
1. BACK/STOP
Gebruik de knop BACK/STOP om terug te keren
in het hoofdmenu. Tijdens de training kunt u uw
trainingssessie stoppen of onderbreken door op de
knop BACK/STOP te drukken.
2. ZOOM
Weergave van het grafisch profiel tijdens de training.
Als u op de ZOOM-toets drukt, wordt het profiel op
het display groter (2x, 4x, 8x en 16x vergroting). Als
u vijf keer op deze knop drukt, komt het profiel weer
in zijn oorspronkelijke afmeting op het display.
3. TRAINING
Gebruik de knop TRAINING om het menu
TRAINING te openen. Het menu TRAINING
bevat de volgende trainingsprogramma’s: QUICK
START, MANUAL, TARGET HR, TARGET
EFFORT, PROGRAMS, T-RIDE, T-TRAINER, WN
TRAINING en FITNESS TEST.
4. USER
Druk op de knop USER om het menu USER te
openen. Het menu USER bevat de volgende functies:
CREATE USER, SELECT/CHANGE USER, EDIT
USER, DELETE USER, SETTINGS en USER LOG.
5. KEUZEWIEL
U kunt het keuzewiel op twee manieren gebruiken:
A) Draaien aan het wiel. Door het wiel rechtsom
te draaien, kunt u menu’s omlaag of naar rechts
schuiven en waarden of de weerstand vergroten. Door
het wiel linksom te draaien kunt u menu’s omhoog
of naar links schuiven en waarden of de weerstand
verkleinen.
B) Het wiel indrukken. Door het wiel in te drukken
kunt u de keuze bevestigen die u eerder hebt gemaakt
door aan het wiel te draaien. Tijdens de training kunt
43
N L
H A N D L E I D I N G
C 6 0
u de functie accepteren die onderaan in het midden
van het display wordt weergegeven.
DISPLAY
Tijdens de training wordt links in het display de
volgende informatie weergegeven: tijd, afstand,
energieverbruik, inspanning, omw/min, hartslag en
snelheid.
MONITORFUNCTIES
De monitor wordt actief wanneer het toestel op de
elektricteit wordt aangesloten en u daarna begint
te fietsen of op een willekeurige toets drukt. Op de
monitor verschijnt dan het Menu TRAINING. Als er
5 minuten geen activiteit is (fietsen, of het indrukken
van een toets), schakelt de monitor vanzelf uit. Er
blijft, zolang de transformator in het stopcontact
aangesloten is, spanning op de elektronica en de
monitor staan. De waarden van een onderbroken
training worden 5 minuten in het geheugen van de
monitor opgeslagen, waarna ze op nul worden gezet.
Op het display worden adviezen weergegeven. Ze
worden voorafgegaan door de letter “i” op een witte
achtergrond. U kunt deze berichten wissen op het
display door het keuzewiel in te drukken.
MENU USER
U opent het menu USER door op de knop USER te
drukken. Wij adviseren u om een gebruikerscode te
kiezen en uw persoonlijke gegevens op te slaan. Deze
informatie wordt o.a. gebruikt bij het schatten van uw
persoonlijke calorieverbruik. Verder kunt u instellen
met welke meeteenheden het toestel moet werken en
de totaalwaarden van het toestel bekijken.
Als u een gebruikersnaam kiest, kunt u uw
trainingssessie opslaan en uw hartslag in verschillende
kleuren laten weergeven wanneer uw training is
afgestemd op uw hartslag. Als u een gebruikersnaam
hebt ingevoerd of een bestaande gebruikersnaam
hebt gekozen, wordt deze in de rechterbovenhoek
van het display weergegeven. U kunt ook zonder
gebruikersnaam trainen. Als u dit doet, wordt
geen gebruikersnaam in de rechterbovenhoek
van het display weergegeven en worden de
standaardinstellingen (45 jaar, 70 kg, man) gebruikt
voor uw trainingssessie. U kunt gegevens voor
maximaal 20 verschillende gebruikers opslaan.
BELANGRIJK! Als u uw persoonlijke trainingssessies
wilt weergeven die zijn opgeslagen in het
gebruikerslogboek, dient u altijd uw eigen
gebruikersnaam te kiezen. U kunt ook tijdens
het trainen beginnen met het gebruiken van een
gebruikersnaam door op de knop USER te drukken en
vervolgens uw eigen gebruikersnaam te kiezen. Uw
trainingssessie wordt dan niet onderbroken. Nadat u
uw gebruikersnaam hebt gekozen, kunt u opnieuw
de informatie over de training weergeven door op de
knop BACK/STOP te drukken.
BELANGRIJK! Om uw trainingsessie te kunnen
opslaan, dient u een gebruikersnaam te kiezen.
CREATE USER
U voegt als volgt een gebruiker toe:
1. Druk op de knop USER. Het menu USER wordt
geopend.
2. Kies de optie CREATE USER door het aan het
keuzewiel te draaien. Bevestig uw keuze door het
keuzewiel in te drukken.
3. Kies een taal door aan het keuzewiel te draaien en
bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken.
4. Voer uw naam in. Selecteer letters door aan het
keuzewiel te draaien. Bevestig de geselecteerde letter
door het keuzewiel in te drukken. Kies OK nadat
u uw naam hebt ingevoerd en druk vervolgens het
keuzewiel in.
5. Kies de maateenheden die u wilt gebruiken.
(Metric 1 (kg, km, kcal), Metric 2 (kg, km, kJ) of de
overeenkomstige Engelse eenheden Imperial 1 (lb,
mi, kcal), Imperial 2 (lb, mi, kJ)). Maak uw keuze
door aan het keuzewiel te draaien en bevestig de
keuze door het keuzewiel in te drukken. U wordt dan
automatisch naar de volgende instelling geleid.
6. Selecteer de weergave van de streefwaarde voor de
ingestelde waarden. COUNT DOWN - de waarden
aflopend van uw streefwaarde naar nul weergeven.
COUNT UP - de waarden oplopend weergeven in
de richting van uw streefwaarde. Bevestig uw keuze
door het keuzewiel in te drukken. U wordt dan naar de
volgende instelling geleid.
7. Stel uw geslacht in door aan het keuzewieltje te
draaien. Bevestig uw invoer.
8. Stel uw leeftijd in. Bevestig uw invoer.
9. Stel uw lengte in. Bevestig uw invoer.
10. Stel uw gewicht in. Bevestig uw invoer.
11. Stel uw maximale hartslag in. De meter berekent
uw geschatte maximale hartslag aan de hand van de
formule: 220 - leeftijd. Als u uw exacte maximale
hartslag kent, kunt u de geschatte maximale hartslag
van de meter wijzigen.
12. Uw anaërobe drempel instellen. Het apparaat
gebruikt uw maximale hartslag om een schatting
te maken van uw drempelhartslag (80% van uw
maximale hartslag). Als u uw exacte anaërobe
drempelhartslag kent, kunt u de geschatte waarde van
de meter wijzigen.
13. De aërobe drempel instellen. Het apparaat gebruikt
uw maximale hartslag om een schatting te maken van
uw drempelhartslag (60% van uw maximale hartslag).
Als u uw exacte aërobe drempelhartslag kent, kunt u
de geschatte waarde van de meter wijzigen.
BELANGRIJK! De meter kan maximaal 20
gebruikersnamen tegelijk opslaan.
SELECT/CHANGE USER
Als u voor uzelf een gebruikersnaam hebt ingevoerd,
kiest u deze aan het begin van uw trainingssessie door
SELECT/CHANGE USER te selecteren en uw keuze
bevestigen met het keuzewiel.
EDIT USER
Door EDIT USER te kiezen kunt u uw
gebruikersgegevens wijzigen.
44
H A N D L E I D I N G
C 6 0
DELETE USER
Door DELETE USER te kiezen kunt u gebruikers
verwijderen. Activeer de gebruikersnaam die u wit
verwijderen en kies vervolgens DELETE USER.
Bevestig de keuze door het keuzewiel in te drukken.
SETTINGS
Door SETTINGS te selecteren kunt u de firmware
van de meter updaten, het contrast van het display
instellen, de totale waarden van de cyclus weergeven
en de knoptonen in of uitschakelen.
USER LOG
Door de optie USER LOG te kiezen, kunt u
informatie over de training van de geselecteerde
gebruiker weergeven. U kunt informatie over de
meest recente trainingssessie of een samenvatting
van alle trainingssessies van de gebruiker weergeven.
U verlaat de weergave van deze informatie door op
BACK/STOP te drukken.
MENU TRAINING
U opent het menu TRAINING door op de knop
TRAINING te drukken. Vanuit het menu TRAINING
kunt u een van de volgende trainingssessies kiezen
door het keuzewiel in te drukken:
QUICK START
Met Snelstart begint u gelijk met de MANUAL-
training, zonder gebruikersinstellingen.
1. Kies QUICK START. Bevestig uw keuze door het
keuzewiel in te drukken en begin uw trainingssessie.
2. U kunt de weerstand (1-58 Nm) vergroten of
verkleinen met het keuzewiel.
3. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de
knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie
opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT
te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door
CONTINUE te kiezen.
MANUAL
Met deze optie kunt u uw inspanningsniveau tijdens
de training instellen met het keuzewiel.
1. Kies MANUAL.
2. Kies met het keuzewiel uw streefwaarde voor de
sessie: tijd, afstand of energieverbruik. Bevestig uw
keuze door het keuzewiel in te drukken.
3. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het
keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km)
of energieverbruik (50-2000 kcal). Bevestig uw keuze
door het keuzewiel in te drukken.
4. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U
kunt de weerstand (1-58 Nm) vergroten of verkleinen
met het keuzewiel. Tijdens de training kunt u de
weerstand of hartslag weergeven met behulp van het
keuzewiel.
5. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald
is, geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan
echter als u wilt gewoon doorgaan met de training.
6. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de
knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie
opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT
te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door
CONTINUE te kiezen.
TARGET HR PROGRAMMA VOOR DE
STREEFHARTSLAG
Zorgt ervoor dat de weerstand steeds zodanig
aangepast wordt dat uw hartslag op de ingestelde
waarde blijft. Als de hartslag te hoog wordt neemt
de weerstand automatisch af, als de hartslag te laag
wordt, neemt de weerstand automatisch toe, waardoor
u een grotere inspanning moet leveren. De ingestelde
hartslagwaarde. Hiervoor moet uiteraard de hartslag
gemeten worden.
1. Kies de streefwaarde voor uw hartslag bij TARGET
HR.
2. Stel de hartslag (80-220) voor de trainingssessie
in met het keuzewiel. Bevestig uw keuze door het
keuzewiel in te drukken.
3. Kies met het keuzewiel de gewenste zwaarte van de
sessie in, uitgedrukt in tijd, afstand of energieverbruik.
Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken.
4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het
keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km)
of energieverbruik (200-8000 kcal). Bevestig uw
keuze door het keuzewiel in te drukken.
5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. Met
het keuzewiel kunt u de hartslag (80-220) wijzigen.
Tijdens de training kunt u de weerstand of hartslag
weergeven met behulp van het keuzewiel.
6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald
is, geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan
echter als u wilt gewoon doorgaan met de training.
7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de
knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie
opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT
te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door
CONTINUE te kiezen.
TARGET EFFORT
Door het programma TARGET EFFORT te kiezen,
kunt u de gewenste inspanningswaarde in watt
instellen. Hierbij wordt de inspanning om de pedalen
te bewegen onafhankelijk van de pedaalslagen. De
ingestelde inspanningswaarde kan ook tijdens de
training worden gewijzigd.
1. Kies TARGET EFFORT.
2. Stel het inspanningsniveau (20-600 W) voor de
trainingssessie in met het keuzewiel. Bevestig uw
keuze door het keuzewiel in te drukken.
3. Kies met het keuzewiel de gewenste zwaarte van de
sessie in, uitgedrukt in tijd, afstand of energieverbruik.
Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken.
4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het
keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km)
of energieverbruik (200-8000 kcal). Bevestig uw
keuze door het keuzewiel in te drukken.
5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U
kunt de weerstand (20-600 W) vergroten of verkleinen
45
N L
H A N D L E I D I N G
C 6 0
met het keuzewiel. Tijdens de training kunt u de
inspanning of hartslag weergeven met behulp van het
keuzewiel.
6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald
is, geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan
echter als u wilt gewoon doorgaan met de training.
7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de
knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie
opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT
te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door
CONTINUE te kiezen.
PROGRAMS
Het soort van trainingen die de Program funstie heeft
zijn persoonlijk op zichzelf staande trainingen. Vaste
of zelf samen te stellen trainingsprofielen. Keuzetoets
PROGRAMS laat u voorgeprogrammeerde
trainingsprofielen gebruiken en wijzigen.
1. Kies PROGRAMS.
2. Kies een programma met het keuzewiel. De
profielen P1 t/m P5 zijn wattgeregelde programma’s
en P6 t/m P10 zijn hartslagprogramma’s die
hartslagmeting vereisen. Bevestig uw keuze door het
keuzewiel in te drukken.
3. Kies met het keuzewiel de gewenste zwaarte van
de sessie in, uitgedrukt in tijd of afstand. Bevestig uw
keuze door het keuzewiel in te drukken.
4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het
keuzewiel: tijd (10-180 minuten) of afstand (3-100
km). Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te
drukken.
5. Start het programma door de pedalen te bewegen.
U kunt de weerstand vergroten of verkleinen met het
keuzewiel. Tijdens de training kunt u de inspanning
of hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel.
Om de hartslag te kunnen weergeven, moet deze
worden gemeten.
6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald
is, geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan
echter als u wilt gewoon doorgaan met de training.
7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de
knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie
opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT
te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door
CONTINUE te kiezen.
PROFIEL P1. Intensiviteitsprofiel met drie pieken voor
verbetering van de zuurstofopname. De pieken duren
vrij lang, maar met de instestelde waarden het profiel
is geschikt voor beginners. Met de vooraf ingestelde
waarden, de gemiddelde inspanning is 98 watt, de
piek inspanning is 125 watt.
P1 Rolling Hills
0
25
50
75
100
125
150
175
200
225
Duration
Watt
PROFIEL P2. Intensiviteitsprofiel met drie pieken
voor verbetering van de zuurstofopname. De pieken
zijn vrij kort. Het profiel is geschikt voor beginners.
Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde
inspanning is 102 watt, de piek inspanning is 150
watt.
P2 Hill Climb
0
25
50
75
100
125
150
175
200
225
Duration
Watt
PROFIEL P3. Intensiviteitsprofiel met vele pieken om
de explosieve kracht te verbeteren. De inspanning
wordt onregelmatig gevarieerd en de pieken duren
vrij kort. Het profiel is geschikt voor iedereen. Met de
vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning
is 117 watt, de piek inspanning is 150 watt.
0
25
50
75
100
125
150
175
200
225
Duration
Watt
PROFIEL P4. Intensief bergop-profiel voor verbetering
van het uithoudingsvermogen. De vrij lange pieken
worden steeds hoger. Het profiel is vooral geschikt
voor personen met een goede conditie. Met de vooraf
ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning is 133
watt, de piek inspanning is 210 watt.
P4 Stamina
0
25
50
75
100
125
150
175
200
225
Duration
Watt
PROFIEL P5. Regelmatig intensief intervalprofiel, met
duidelijk te onderscheiden piek- en basisvermogen.
De standaardinstelling van het vermogen is 138 W,
piekvermogen 200 W. Let op, in dit profiel kunt u
apart overschakelen tussen piek- en basisweerstanden.
P5 Power Interval
0
25
50
75
100
125
150
175
200
225
Duration
Watt
46
H A N D L E I D I N G
C 6 0
PROFIEL P6. Hartslagprofiel met drie pieken voor
verbetering van de zuurstofopname. De pieken zijn
vrij lang. Het profiel is ook geschikt voor beginners.
Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde
hartslagritme is 112, de piek hartslag is 125.
P6 Fatburner 1
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Duration
BPM
PROFIEL P7. Bergop-hartslagprofiel. Tot halverwege
neemt de hartslag gelijkmatig toe en daalt daarna
gelijkmatig. Het profiel is ook geschikt voor
beginners. Met de vooraf ingestelde waarden, de
gemiddelde hartslagritme is 121, de piek hartslag is
150.
P7 Fatburner 2
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Duration
BPM
PROFIEL P8. Hartslagprofiel met drie pieken voor
verbetering van het uithoudingsvermogen. De pieken
duren vrij lang, maar de hartslag blijft steeds tamelijk
gelijkmatig. Het profiel is geschikt voor iedereen.
Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde
hartslagritme is 120, de piek hartslag is 140.
P8 Cardio Strength
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Duration
BPM
PROFIEL P9. Bergop-hartslagprofiel voor verbetering
van het uithoudingsvermogen. De vrij lange pieken
worden steeds hoger. Het profiel is vooral geschikt
voor personen met een goede conditie. Met de vooraf
ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme is
131, de piek hartslag is 170.
P9 Cardio Climb
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Duration
BPM
PROFIEL P10. Hartslagprofiel met drie pieken voor
verbetering van de zuurstofopname. Na de vrij lange
pieken begint een gelijkmatige herstelfase. Het
profiel is vooral geschikt voor personen met een
goede conditie. Met de vooraf ingestelde waarden, de
gemiddelde hartslagritme is 133, de piek hartslag is
160.
P10 Cardio Interval
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Duration
BPM
T-TRAINER
Met het T-TRAINER-programma kunt u trainen
met zes verschillende voorgeprogrammeerde
trainingsmodellen met pauzes. Na een
trainingsperiode van twee minuten is er cooldownfase
van een minuut. Het monitordisplay toont de prestatie,
tijd, trainingssnelheid alsmede de spiergroepen
waarop de betreffende training het meest effect heeft.
1. Kies T-TRAINER. Bevestig uw keuze door het
keuzewiel in te drukken. Op het display verschijnt
een van de zes trainingsmodellen. Hierna verschijnt
het display dat het hartslag- en weerstandsniveau
aangeeft. Begin de training door de aanwijzingen op
het display op te volgen. Elk trainingstype duurt twee
minuten.
2. Het programma gaat automatisch over in een
cooldownfase van een minuut. Na afloop van de
cooldownfase gaat het programma automatisch over
naar het volgende trainingsmodel.
3. Door op de keuzewiel te drukken gaat het
programma steeds naar de volgende stap, dus of naar
een trainingsmodel of naar de cooldownfase.
4. Beëindig de T-TRAINER -training door op
de BACK/STOP-toets te drukken, waarna het
opstartmenu getoond wordt.
T-RIDE
T-RIDE TRAINING is een simulatie van het fietsen
in een natuurlijke omgeving. Tijdens de training
kunt u naar een andere versnelling schakelen met het
keuzewiel en het hoogteprofiel bekijken.
1. Kies T-RIDE.
2. Kies het terrein en bevestig uw keuze.
3. Stel het beginpunt voor de sessie in met het
keuzewiel.
4. Stel het eindpunt voor de sessie in met het
keuzewiel.
5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen.
U kunt schakelen (versnelling 1 t/m 8) met
het keuzewiel. Tijdens de training kunt u het
hoogteprofiel of de hartslag weergeven met behulp
van het keuzewiel. Om de hartslag te kunnen
weergeven, moet deze worden gemeten.
6. Nadat u de route hebt afgelegd, geeft de meter een
pieptoon weer en is de trainingssessie voltooid.
47
N L
H A N D L E I D I N G
C 6 0
7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de
knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie
opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT
te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door
CONTINUE te kiezen.
EIGEN TRAINING
U kunt tot 100 trainingsprogramma’s maken en
opslaan op de meter.
EEN PROGRAMMA OPSLAAN
1. Beëindig uw trainingsessie door op BACK/STOP te
drukken.
2. Kies SAVE AND EXIT en bevestig uw keuze.
3. Voer een naam in voor de trainingssessie en
bevestig deze naam met het keuzewiel.
BELANGRIJK! U kunt alleen programma’s opslaan die
langer dan tien minuten duren.
BELANGRIJK! Om een trainsessie op te slaan dient u
een gebruikersnaam te kiezen.
OPGESLAGEN PROGRAMMA’S GEBRUIKEN
1. Kies EIGEN TRAINING.
2. Kies een trainingsessie in de lijst.
3. Kies de gewenste methode voor de uitvoering:
A) Herstart = herhaal de training zoals deze is
opgeslagen
B) Aanpassen = bewerk de duur van de opgeslagen
training voordat deze in gebruik wordt genomen
C) Race = houd een wedstrijd tegen de opgeslagen
trainingsprestatie. BELANGRIJK! Bij de
wedstrijdfunctie kunt u alleen programmaprofielen
gebruiken die zijn gemaakt in de manual functie.
In dergelijke profielen wordt de weerstand
weergegeven in standaard krukasmoment (Nm).
4. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te
drukken.
A) Herstart = begin de training door te gaan fietsen.
Stel het inspanningsniveau voor de trainingssessie
in met het keuzewiel.
B) Aanpassen = kies de duur van de training met
de keuzewiel (SET TIME tussen 10 en 180 min.).
Begin de training door te gaan fietsen. Stel het
inspanningsniveau voor de trainingssessie in met
het keuzewiel.
C) Race = kies met het keuzewiel de racemodus
(tijd: de afstand die u in een bepaalde tijd kunt
afleggen; of afstand: hoe snel u een bepaalde
afstand kunt afleggen) en bevestig uw keuze
door het keuzewiel in te drukken. Op het display
wordt een programma weergegeven dat eerder is
opgeslagen. Beweeg de pedalen om met de race
te beginnen. De stippellijn op het display geeft
aan of u vóór of achter ligt op het schema van de
het de meest recent opgeslagen trainingssessie
met hetzelfde programma. Ook de afstand ten
opzichte van de vorige opgeslagen sessie wordt
weergegeven. De vorige opgeslagen trainingssessie
word aangeduid met een lichte verticale stippellijn
en uw prestaties tijdens de huidige race worden
aangeduid door een zwarte verticale stippellijn.
5. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de
knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie
opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT
te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door
CONTINUE te kiezen.
CONDITIETEST
De condititetest van de monitor is een meertrapstest.
Deze begint met een lichte inspanning, maar
afhankelijk van het gekozen testmodel neemt de
inspanning gelijkmatig toe. De meertrapstest is een
veilige en betrouwbare submaximale manier om
de lichamelijke conditie te testen. De test wordt
voortgezet tot de individuele streefwaarde voor de
hartslag (85 % van uw maximale hartslag) is bereikt.
Voor de test is het gebruik van de hartslagriem vereist:
tijdens de test houdt de monitor de wijzigingen in
de hartslag bij en schat aan de hand daarvan uw
maximale zuurstofopnamecapaciteit. De maximale
zuurstofopnamecapaciteit is de beste manier om de
lichamelijke conditie in te schatten. Na de test geeft
de meter uiteenlopende informatie over uw conditie
in de vorm van een beschrijving en een numerieke
waarde (ml/kg/min).
VOORBEREIDING OP DE TEST
1. Controleer of de gegevens voor uw gebruikersnaam
zijn bijgewerkt – de meter gebruikt de gegevens over
de gebruiker als uitgangspunt voor de conditietest.
2. Kies FITNESS TEST.
3. Kies met het keuzewiel de conditiecategorie die het
meest op u van toepassing is:
A) inactief = beoefent geen lichaamsbeweging,
zwakke conditie
B) actief = doet aan lichaamsbeweging, gemiddelde
of goede conditie
C) athletisch = doet actief aan lichaamsbeweging,
goede of uitstekende conditie
4. Op het display komt het testmodel dat
correspondeert met de respectieve conditiecategorie.
A) Tid/Stap = duur van de vermogenstrappen tijdens
de test
B) Stappen = vermogen van de trap (in Watt); de
test bestaat uit meerdere trappen
C) Eerste fase = inspanningstrap waarmee de test
begint
5. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te
drukken.
6. Indien nodig kunt u de streefwaarde voor uw
hartslag aanpassen met het keuzewiel. Bevestig uw
instellingen met het keuzewiel.
7. Het display geeft aan dat u kunt stoppen met de test
zodra u de streefwaarde voor uw hartslag hebt bereikt.
Start de test door het keuzewiel in te drukken.
UITVOERING VAN DE TEST
1. Op het display komt het gekozen trappenmodel van
de test. Begin de test door te gaan fietsen. De curve
van uw hartslag wordt in het rood op het display
afgebeeld en wordt tijdens de test steeds bijgewerkt.
De streefwaarde voor de hartslag is een rode
stippellijn.
2. Wanneer uw hartslagniveau de streefwaarde bereikt,
48
H A N D L E I D I N G
C 6 0
geeft de monitor een geluidssignaal en een melding
op het display. Wij bevelen u aan om de test nu te
stoppen, maar als uw conditie voldoende goed is,
kunt u ook doorgaan met de test. Als de streefwaarde
voor uw hartslag correct is ingesteld (d.w.z. dat u
precies genoeg heeft vastgesteld wat uw maximale
hartslag is), levert doorgaan met de test echter geen
verbetering in de testnauwkeurigheid op. Als u uw
maximale hartslag te hoog inschat, wordt ook uw
conditie te hoog ingeschat. Op dezelfde manier wordt
uw conditie te laag ingeschat als u uw maximale
hartslag te laag inschat.
3. Om de test te stoppen als u de streefwaarde voor
uw hartslag hebt bereikt, drukt u op de knop BACK/
STOP of stopt u met het bewegen van de pedalen. De
monitor toont vervolgens het testresultaat:
A) aërobische conditie = schatting van uw
conditieniveau in het inspanningsgebied dat u
meestal
gebruikt en dat het best weergeeft hoe goed uw
lichamelijke conditie is.
B) MET-waarde = getal dat het aantal veelvouden
aangeeft waarmee de zuurstofopnamecapaciteit van
uw
lichaam kan toenemen ten opzichte van een
volledige rusttoestand.
C) ml/kg/min = uw zuurstofopnamecapaciteit
uitgedrukt in milliliters zuurstof per minuut per kilo
lichaamsgewicht.
D) l/min = uw zuurstofopnamecapaciteit uitgedrukt
in liters zuurstof per minuut. Het verschil met de
voorafgaande waarde is, dat hier geen rekening
wordt gehouden met uw lichaamsgewicht.
E) Wmax = schatting van uw maximale
prestatieniveau in Watt.
F) W/kg = verhoudingsgetal van uw maximale
prestatieniveau en uw gewicht.
MANNEN / MAXIMALE
ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN (VO2MAX)
1 = ZEER SLECHT, 7 = UITSTEKEND
LEEFT. 1 2 3 4 5 6 7
18-19 <33 33-38 39-44 45-51 52-57 58-63 >63
20-24 <32 32-37 38-43 44-50 51-56 57-62 >62
25-29 <31 31-35 36-42 43-48 49-53 54-59 >59
30-34 <29 29-34 35-40 41-45 46-51 52-56 >56
35-39 <28 28-32 33-38 39-43 44-48 49-54 >54
40-44 <26 26-31 32-35 36-41 42-46 47-51 >51
45-49 <25 25-29 30-34 35-39 40-43 44-48 >48
50-54 <24 24-27 28-32 33-36 37-41 42-46 >46
55-59 <22 22-26 27-30 31-34 35-39 40-43 >43
60-65 <21 21-24 25-28 29-32 33-36 37-40 >40
VROUWEN / MAXIMALE
ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN (VO2MAX)
1 = ZEER SLECHT, 7 = UITSTEKEND
LEEFT. 1 2 3 4 5 6 7
18-19 <28 28-32 33-37 38-42 43-47 48-52 >52
20-24 <27 27-31 32-36 37-41 42-46 47-51 >51
25-29 <26 26-30 31-35 36-40 41-44 45-49 >49
30-34 <25 25-29 30-33 34-37 38-42 43-46 >46
35-39 <24 24-27 28-31 32-35 36-40 41-44 >44
40-44 <22 22-25 26-29 30-33 34-37 38-41 >41
45-49 <21 21-23 24-27 28-31 32-35 36-38 >38
50-54 <19 19-22 23-25 26-29 30-32 33-36 >36
55-59 <18 18-20 21-23 24-27 28-30 31-33 >33
60-65 <16 16-18 19-21 22-24 25-27 28-30 >30
VERPLAATSEN
Wilt u uw trainer verplaatsen, doe dat dan op de
hieronder omschreven manier. Het verkeerd optillen
van een zwaar apparaat, kan immers rugletsel
veroorzaken.
BEL ANG R IJK! Schakel bij het verplaatsen van het
apparaat altijd eerst de elektriciteit uit en neem de
stekker uit het stopcontact!
Plaats de trainer in een droge, stofvrije ruimte met
minimale temperatuurverschillen. Met behulp van de
transportrollen aan de voorkant is de C60 eenvoudig
te verplaatsen. Ga voor de C60 staan en kantel het
frame naar u toe. Nu kan het apparaat verreden
worden.
Om schade aan het apparaat te voorkomen, is het
raadzaam de trainer op een droge plek met zo min
mogelijk stof en temperatuurwisselingen te plaatsen.
ONDERHOUD
De Tunturi apparaten hebben weinig onderhoud
nodig. Het is raadzaam om zo nu en dan te
controleren of alle bouten en moeren nog goed vast
zitten. U kunt het apparaat schoonhouden door het af
te nemen met een vochtige doek. Gebruik echter geen
oplosmiddelen.
De metalen delen kunt u het beste tegen de
inwerking van transpiratievocht beschermen, om
regelmatig deze delen te behandelen met teflonolie.
Verwijder de kunststof behuizing van het apparaat
nooit!
GEBRUIKSSTORINGEN
BEL ANG R IJK! Ondanks voortdurende
kwaliteitscontroles, kunnen er defecten of storingen
optreden die het gevolg zijn van het niet goed
functioneren van onderdelen die in de trainer zijn
gebruikt. In de meeste gevallen is het onnodig om het
gehele apparaat ter reparatie aan te bieden, aangezien
49
N L
H A N D L E I D I N G
C 6 0
de storing meestal kan worden opgelost door het
vervangen van het defecte onderdeel. Mochten er
storingen optreden bij het gebruik van de trainer,
neem dan onmiddellijk contact op met uw Tunturi
dealer.
Vermeldt daarbij altijd het model en het serienummer
van uw Tunturi trainer, de eventuele storingscode en
door wie de trainer is geïnstalleerd. Indien u merkt
dat er iets niet in orde is met de trainer, schakelt u
direct de trainer uit. Wacht vervolgens één minuut
en schakel de trainer weer aan. Op deze manier
moeten incidentele fouten hersteld zijn en kan de
trainer opnieuw worden gebruikt. Indien de trainer
na het aan- en uitschakelen nog steeds niet goed
functioneert, neem dan contact op met uw Tunturi
dealer voor onderhoud.
Vermeldt bij het bestellen van onderdelen het model,
het serienummer van het apparaat en het nummer van
het onderdeel. Op de laatste pagina’s van deze gids
vindt u de onderdelenlijst.
TECHNISCHE GEGEVENS
Lengte .........................................146 cm
Breedte ........................................65 cm
Hoogte .........................................157 cm
Gewicht .......................................82 kg
Alle Tunturi modellen voldoen aan de eisen van EUs
EMC Directieven betreffende elektromagnetische
compatibiliteit (89/336/EEC) en elektrische
apparatuur ontworpen voor gebruik binnen bepaalde
spanningslimieten (73/23/EEC). Daarom is dit
product met de CE label voorzien.
Alle Tunturi crosstrainers voldoen aan EN precisie- en
veiligheidsnormen (EN-957).
Tunturi is gerechtigd om specificaties te veranderen
zonder daarover nader te berichten.
BEL ANG R IJK! De garantie vervalt bij schade als
gevolg van het niet volgen van de instructies in
deze gids betreffende het monteren, het instellen en
het onderhouden van de apparatuur. De instructies
dienen bij het in elkaar zetten, het onderhoud en het
gebruik, zo zorgvuldig mogelijk te worden gevolgd.
Veranderingen of modificaties, welke niet door
Tunturi Oy Ltd zijn goedgekeurd, laten de Tunturi Oy
Ltd product aansprakelijkheid geheel vervallen.
Wij wensen u veel plezierige trainingen met uw
nieuwe Tunturi trainingspartner!

Documenttranscriptie

INHOUD OPMERKINGEN EN ADVIEZEN ............................. 38 MONTEREN .............................................................38 FITNESS TRAINING MET TUNTURI ...................... 41 MONITOR.................................................................42 MONITORFUNCTIES...............................................43 VERPLAATSEN .......................................................48 ONDERHOUD .........................................................48 TECHNISCHE GEGEVENS ....................................49 OPMERKINGEN EN ADVIEZEN Lees deze gids zorgvuldig door vóórdat u begint met monteren, gebruiken of onderhouden van uw Tunturi trainer. Bewaar de gids op een handige plaats. U kunt er, nu en in de toekomst, nuttige informatie uithalen die u nodig heeft voor het gebruik en het onderhoud van de apparatuur. Volg de instructies altijd met zorg op. De garantie vervalt bij schade ontstaan tijdens de verzending of door het niet volgen van de in deze handleiding gegeven instructies betreffende het monteren, afstellen en onderhoud van het apparaat. • Draag tijdens de training de juiste kleding en geschikte schoenen. • Stop in geval van een defect of storing en neem contact op met uw dealer. • Houd hiervoor gevoelige apparatuur of dingen buiten het bereik van het magnetisch veld van het weerstandsmechanisme. • Controleer voor de training of het apparaat goed functioneert. Train nooit op een defect apparaat. • Onderhoud en afstellingen anders dan in deze handleiding beschreven dienen uitsluitend uitgevoerd te worden door deskundigen. Volg de instructies van de handleiding nauwkeurig op. • Tijdens de training is de ideale gebruikstemperatuur tussen +10º en +35°C; voor opslag gelden de temperaturen tussen de -15° en +40°C. De luchtvochtigheid in de trainings- of opslagruimte mag nooit hoger dan 90 % zijn. • Leun of steun nooit op de meter. • Druk op de toetsen met uw vingertoppen; nagels kunnen de toetsmembranen beschadigen. • Stap niet op de framekast. • Het apparaat is ontworpen voor thuisgebruik. De Tunturi-garantie is alleen van toepassing op defecten en storingen ontstaan bij thuisgebruik (24 maanden). VEILIGHEID • Het doornemen en opvolgen van de onderstaande voorzorgen is uitermate belangrijk voor de veiligheid van de gebruiker. • De trainer is geschikt voor personen tot maximaal 135 kg lichaamsgewicht. • Laat uw conditie controleren bij uw huisarts voordat u begint met trainen. • Bij misselijkheid, duizeligheid of een ander lichamelijk ongemak gebruik dient de gebruiker direct te stoppen en een arts te raadplegen. • Om spierpijn te voorkomen, begint u de training met een warming up en sluit u die af met cooling-down (langzaam fietsen met geringe weerstand). U sluit de training af met stretch oefeningen. • Plaats de trainer op een vlakke en stevige ondergrond. • De trainer kan tijdens in het gebruik stof en/of smeermiddelen verliezen. De ondergrond dient hiertegen bestand te zijn. • Zorg voor voldoende ventilatie tijdens de training, maar zorg dat u niet op de tocht zit. • Houd bij het op-en afstappen de handgrepen vast. • Gebruik de trainer uitsluitend voor het doel waarvoor deze is gemaakt en zoals hierna beschreven wordt. HANDLEIDING • C60 VERDER 38 • De trainer mag uitsluitend door één persoon tegelijk gebruikt worden. • Raak nooit bewegende delen aan. • Houd kinderen en huisdieren tijdens de training buiten het bereik van de trainer. • Houd toezicht bij gebruik door kinderen of gehandicapte personen. WELKOM IN DE WERELD VAN TUNTURITRAINING! Uw keuze toont aan, dat u echt in uw gezondheid en conditie wilt investeren. Het bewijst ook, dat u kwaliteit en stijl belangrijk vindt en dit waardeert. Met deze Tunturi looptrainer heeft u een veilig, motiverend, kwaliteitsproduct als trainingspartner gekozen. Wat uw trainingsdoel ook is, wij zijn ervan overtuigd dat de keuze van deze trainer de juiste is, om uw doel te bereiken. Informatie betreffende het gebruik van Uw trainingsapparatuur en een efficiënte training hiermede kunt U in deze gids en Tunturi's website W W W.T U N T U R I .C O M vinden. MONTEREN Voor de monteren zijn twee personen nodig. De instructies links, rechts, voor en achter, zijn bepaald zittend op de fiets. Frame Dwarssteun voor 3 . Dwartssteun achter 4 . Voorbuis voor 5 . Handgrepen (2 st.) 6 . Voetsteunen (2 st.) 7. Meter 8 . Handsteun 9 . Stang 10 . Transformator 11. Gereedschap set (onderdelen met * in de onderdelenlijst: Bewaar de montagebenodigdheden, omdat u die o.a. nog bij de bijstelling van de apparatuur kunt gebruiken) 1. 2. HANDLEIDING Mocht er een onderdeel missen, neem dan contact op met uw Tunturi dealer onder vermelding van het model, het serienummer van het apparaat en het nummer van het missende onderdeel. Achter in deze gids vindt u de onderdelenlijst. De verpakking bevat een zakje met korrels die de apparatuur tijdens opslag en transport, heeft beschermd tegen vocht. Dit zakje kan na het uitpakken van de fietstrainer, weggegooid worden. Plaats de trainer op een zo vlak mogelijke ondergrond, met aan de voorkant, de achterkant en aan de zijkanten minstens 100 cm vrije ruimte. • C60 NL VOORBUIS DWARSSTEUN VOOR Verwijder de elastiekjes van de uit de framebuis komende draad voor de monitor. Koppel de uit de framebuis komende draad voor de monitor aan het zich op de voorbuis bevindende stekkertje. Duw de voorbuis in de framebuis naar binnen: let er daarbij op de draad voor de meter niet te beschadigen! Bevestig de voorbuis op het frame met de 4 inbusbouten, ringen en veering. VOETSTEUNEN Bevestig de steunvoet voor, die van transportwielen ter verplaatsing voorzien is, met de twee schroeven, ringen, de veerring en de moer aan het frame. DWARSSTEUN ACHTER Maak de voetsteunen vast op de gewenste plaatsen van de treeplank met twee schroeven, borgring en knop. Druk de steundoppen op de uiteinden van de dwarssteun achter vast en bevestig de steunvoet achter met de twee schroeven, ringen, de veerring en de moer aan het frame. 39 HANDGREPEN MONITOR EN HANDSTEUN Druk de metalen stang door de kunststof geleide bussen in de voorbuis. Plaats vervolgens de linker en de rechter handgreepbuis op de metalen stang. Bij het plaatsen van de handgreepbuizen moet u erop letten dat de hoogte vergrendelknoppen aan de voorzijde dienen te zitten. Daarna de beide imbusbouten met de veerring en de grote onderlegring plaatsen en vastzetten. Bevestig het stuur aan de stuurkolom. Verwijder de plastic beschermdopjes van de bevestigingsbouten en duw de sensordraden door het gat midden in destuurkolom. Draai de bouten stevig vast, zodat het stuur niet beweegt tijdens de training. Druk de plastic beschermdopjes weer op hun plaats over de bouten. HANDLEIDING • C60 Duw de linker treeplank zover naar voren dat de bevestigingsbuis, die zich aan de voorkant van de treeplank bevindt, in de handgreepbuis geplaatst kan worden. Vergrendel de handgreepbuis met de treeplank dmv de borgknop. Doe hetzelfde met de rechterkant. 40 Verbind de kabels van de stuurstang naar de corresponderende aansluitingen van de monitor. Steek de aangesloten kabels in de steunbuis van de stuurstang, maar zorg ervoor dat ze niet beschadigd raken als de monitor wordt bevestigd. Plaats de monitor aan het uiteinde van de steunbuis van de stuurstang en zet hem met 4 bevestigingsschroeven vast. HANDLEIDING TRANSFORMATOR • C60 NL 220 – DE LEEFTIJD Het maximum varieert van persoon tot persoon. De maximale hartslag daalt per jaar met gemiddeld èèn punt. Als u tot de eerder genoemde risicogroepen behoort, vraag dan een arts om de juiste hoogte van uw maximale hartslag. Om u te helpen met uw training, hebben wij drie verschillende hartslag niveaus geselecteerd. BEGINNER Steek de stekker van de transformator in het contact in het achterframe. Steek dan pas de stekker in het wandstopcontact. * Haal na het trainen altijd de stekker van de transformator uit het stopcontact. * Het snoer mag niet onder het apparaat doorlopen of op andere wijze afgeklemd worden. FITNESS TRAINING MET TUNTURI TRAININGS NIVEAU Als u lang niet getraind heeft, is het verstandig om in onderstaande gevallen een arts te raadplegen, vóór u met intensief trainen begint: als u 40 jaar of ouder bent, als u in slechte fysieke conditie bent, als u aan een chronische ziekte lijdt of andere problemen met uw gezondheid heeft, of als u spierblessures of andere problemen met uw spieren heeft. Vooral voor mensen met een hartaandoening, of welk ander medisch risico dan ook, is het van zeer groot belang zich medisch te laten controleren vóór men aan een training begint. Als u uw uithoudingsvermogen wilt verbeteren, is het goed om tenminste 3 maal per week te trainen. Al na een paar weken begint u het resultaat van een dergelijke training te voelen en te zien. Als u niet erg fit bent, begin dan met een training van ongeveer twintig minuten. Zodra uw conditie beter wordt, kunt u - afhankelijk van het doel dat u wilt bereiken - 30 tot 60 minuten gaan trainen. Het beste resultaat bereikt u om uw algehele fitness te verbeteren door, efficiënt, niet te zwaar en niet te licht te trainen. Deze manier van trainen wordt aërobe- of uithoudingstraining, genoemd. Tijdens de training produceert uw lichaam de energie die nodig is om vet met behulp van zuurstof te verbranden. Hierdoor vermindert de hoeveelheid vetweefsel in uw lichaam. Wat uw doel, uw streven ook met het trainen is, u bereikt het beste resultaat door te trainen op een niveau dat u aankunt. Daarvoor is, zoals gezegd, uw hartslag de beste graadmeter. Om te beginnen dient u te weten wat uw maximale hartslag is: dit is de hartslag die bij mèèr inspanning niet meer hoger wordt. Als u niet weet wat uw maximale hartslag is, kunt u de volgende formule als leidraad nemen: • 50 tot 60 % van de maximale hartslag Dit niveau is ook geschikt voor mensen die lijnen, mensen die herstellende zijn van een ziekte en mensen die lang niet getraind hebben. Drie trainingen van tenminste een halfuur per week zijn aan te bevelen. Regelmatig trainen stimuleert bij een beginner de ademhaling en bloedsomloop in sterke mate en zorgt al snel voor een merkbaar resultaat. M I D D E L M AT I G E hartslag • 60 tot 70 % van de maximale Een perfect niveau om fitness te verbeteren en op peil te houden. Zelfs een redelijk normale inspanning -minimaal 3 trainingen van 30 minuten per weekheeft een positief effect op hart en longen. Om uw conditie verder te verbeteren kunt u het aantal keren trainen per week verhogen of de duur van uw training verlengen. Verhoog echter nooit beide tegelijkertijd! G E VO R D E R D E hartslag • 70 tot 80 % van de maximale Trainen op dit niveau is alleen weggelegd voor wie ècht fit is en wie gewend is aan langdurige uithoudingsvermogen, trainingen. Rust is in een fitness programma net zo belangrijk als de trainingen zelf. Traint u bijvoorbeeld drie weken achter elkaar zeer regelmatig, dan is het goed om het de week daarna wat rustiger aan te doen. HARTSLAGMETING MET HANDSENSOREN Het apparatuur meet de hartslag met sensoren die zich in de handsteunen bevinden en die de hartslag meten telkens wanneer de gebruiker beide sensoren tegelijkertijd aanraakt. Voor een betrouwbare polsmeting dient de huid onafgebroken in contact te staan met de sensoren en zou deze huid lichtjes vochtig moeten zijn. Een te droge of te vochtige huid kan een onjuiste hartslagmeting tot gevolg hebben. Let op: het actieve gebruik van de spieren van het bovenlichaam tijdens de oefening kan een invloed uitoefenen op de meting van de hartslag:actieve spieren brengen dezelfde elektronische signalen over als de hartspier. Daarom raden we een ontspannen houding van de armen aan tijdens de hartslagmeting. HARTSLAG METEN De hartslag wordt gemeten door middel van twee sensoren op de stuurstang. Wanneer beide handen op de sensoren rusten, toont de display de hartslag van dat moment. Indien er een doelritme is ingesteld, zal de hartslagwaarde op de display gaan knipperen bij 41 overschrijding van de ingestelde waarde. Een te droge of te vochtige huid verzwakken het functioneren van de polsslagmeting. Op de meter van de C60 is er een Polar-compatibele hartslagontvanger, zodat u de ongecodeerde hartslaggordel van Polar (als optie verkrijgbaar) ook voor hartslagmeting kunt gebruiken. Dit is het meest betrouwbare systeem, dat werkt met een borstband met meerdere elektrodes waarvan de gemeten waarden draadloos doorgeseind worden naar de monitor. Als u een pacemaker gebruikt, mag u de borstband alleen met toestemming van een arts gebruiken. Wanneer u uw hartslag tijdens de training op deze manier wilt controleren, moeten de geribbelde elektroden aan de binnenzijde van de borstband vochtig gemaakt worden (water). Plaats de zender juist onder de borst met de elastische band strak genoeg om tijdens het fietsen de elektroden contact te laten houden met de huid, maar niet zo strak dat normaal ademen wordt belemmerd. De zender geeft de hartslag automatisch door aan de monitor die zich niet verder dan één meter van de borstband mag bevinden. Wanneer de zender verder van de monitor verwijderd is, wordt het signaal te zwak om te ontvangen.Let er ook op dat niet meerdere personen met een borstband om, binnen een straal van één meter rond de monitor staan, want de monitor ontvangt dan van elke elektrode een signaal en telt deze dan bij elkaar op. Denkt u eraan wat de trainingskleding betreft, dat bepaalde in de kleding gebruikte vezels (zoals polyester of polyamide) statische electriciteit veroorzaken, wat bij de hartslagmeting problemen veroorzaken kan. Denkt u eraan dat mobiele telefoons, een teevee of andere electronische apparaten een electromagnetisch veld om zich heen vormen, wat bij de hartslagmeting problemen veroorzaken kan. MONITOR 1 3 2 4 5 TOETSEN 1. BACK/STOP Gebruik de knop BACK/STOP om terug te keren in het hoofdmenu. Tijdens de training kunt u uw trainingssessie stoppen of onderbreken door op de knop BACK/STOP te drukken. 2. ZOOM Weergave van het grafisch profiel tijdens de training. Als u op de ZOOM-toets drukt, wordt het profiel op het display groter (2x, 4x, 8x en 16x vergroting). Als u vijf keer op deze knop drukt, komt het profiel weer in zijn oorspronkelijke afmeting op het display. 3. TRAINING Gebruik de knop TRAINING om het menu TRAINING te openen. Het menu TRAINING bevat de volgende trainingsprogramma’s: QUICK START, MANUAL, TARGET HR, TARGET EFFORT, PROGRAMS, T-RIDE, T-TRAINER, WN TRAINING en FITNESS TEST. 4. USER Druk op de knop USER om het menu USER te openen. Het menu USER bevat de volgende functies: CREATE USER, SELECT/CHANGE USER, EDIT USER, DELETE USER, SETTINGS en USER LOG. HANDLEIDING • C60 5. KEUZEWIEL 42 U kunt het keuzewiel op twee manieren gebruiken: A) Draaien aan het wiel. Door het wiel rechtsom te draaien, kunt u menu’s omlaag of naar rechts schuiven en waarden of de weerstand vergroten. Door het wiel linksom te draaien kunt u menu’s omhoog of naar links schuiven en waarden of de weerstand verkleinen. B) Het wiel indrukken. Door het wiel in te drukken kunt u de keuze bevestigen die u eerder hebt gemaakt door aan het wiel te draaien. Tijdens de training kunt HANDLEIDING u de functie accepteren die onderaan in het midden van het display wordt weergegeven. NL opslaan, dient u een gebruikersnaam te kiezen. CREATE USER DISPLAY Tijdens de training wordt links in het display de volgende informatie weergegeven: tijd, afstand, energieverbruik, inspanning, omw/min, hartslag en snelheid. MONITORFUNCTIES De monitor wordt actief wanneer het toestel op de elektricteit wordt aangesloten en u daarna begint te fietsen of op een willekeurige toets drukt. Op de monitor verschijnt dan het Menu TRAINING. Als er 5 minuten geen activiteit is (fietsen, of het indrukken van een toets), schakelt de monitor vanzelf uit. Er blijft, zolang de transformator in het stopcontact aangesloten is, spanning op de elektronica en de monitor staan. De waarden van een onderbroken training worden 5 minuten in het geheugen van de monitor opgeslagen, waarna ze op nul worden gezet. Op het display worden adviezen weergegeven. Ze worden voorafgegaan door de letter “i” op een witte achtergrond. U kunt deze berichten wissen op het display door het keuzewiel in te drukken. MENU USER U opent het menu USER door op de knop USER te drukken. Wij adviseren u om een gebruikerscode te kiezen en uw persoonlijke gegevens op te slaan. Deze informatie wordt o.a. gebruikt bij het schatten van uw persoonlijke calorieverbruik. Verder kunt u instellen met welke meeteenheden het toestel moet werken en de totaalwaarden van het toestel bekijken. Als u een gebruikersnaam kiest, kunt u uw trainingssessie opslaan en uw hartslag in verschillende kleuren laten weergeven wanneer uw training is afgestemd op uw hartslag. Als u een gebruikersnaam hebt ingevoerd of een bestaande gebruikersnaam hebt gekozen, wordt deze in de rechterbovenhoek van het display weergegeven. U kunt ook zonder gebruikersnaam trainen. Als u dit doet, wordt geen gebruikersnaam in de rechterbovenhoek van het display weergegeven en worden de standaardinstellingen (45 jaar, 70 kg, man) gebruikt voor uw trainingssessie. U kunt gegevens voor maximaal 20 verschillende gebruikers opslaan. BELANGRIJK! Als u uw persoonlijke trainingssessies wilt weergeven die zijn opgeslagen in het gebruikerslogboek, dient u altijd uw eigen gebruikersnaam te kiezen. U kunt ook tijdens het trainen beginnen met het gebruiken van een gebruikersnaam door op de knop USER te drukken en vervolgens uw eigen gebruikersnaam te kiezen. Uw trainingssessie wordt dan niet onderbroken. Nadat u uw gebruikersnaam hebt gekozen, kunt u opnieuw de informatie over de training weergeven door op de knop BACK/STOP te drukken. BELANGRIJK! Om • C60 uw trainingsessie te kunnen U voegt als volgt een gebruiker toe: 1. Druk op de knop USER. Het menu USER wordt geopend. 2. Kies de optie CREATE USER door het aan het keuzewiel te draaien. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 3. Kies een taal door aan het keuzewiel te draaien en bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 4. Voer uw naam in. Selecteer letters door aan het keuzewiel te draaien. Bevestig de geselecteerde letter door het keuzewiel in te drukken. Kies OK nadat u uw naam hebt ingevoerd en druk vervolgens het keuzewiel in. 5. Kies de maateenheden die u wilt gebruiken. (Metric 1 (kg, km, kcal), Metric 2 (kg, km, kJ) of de overeenkomstige Engelse eenheden Imperial 1 (lb, mi, kcal), Imperial 2 (lb, mi, kJ)). Maak uw keuze door aan het keuzewiel te draaien en bevestig de keuze door het keuzewiel in te drukken. U wordt dan automatisch naar de volgende instelling geleid. 6. Selecteer de weergave van de streefwaarde voor de ingestelde waarden. COUNT DOWN - de waarden aflopend van uw streefwaarde naar nul weergeven. COUNT UP - de waarden oplopend weergeven in de richting van uw streefwaarde. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. U wordt dan naar de volgende instelling geleid. 7. Stel uw geslacht in door aan het keuzewieltje te draaien. Bevestig uw invoer. 8. Stel uw leeftijd in. Bevestig uw invoer. 9. Stel uw lengte in. Bevestig uw invoer. 10. Stel uw gewicht in. Bevestig uw invoer. 11. Stel uw maximale hartslag in. De meter berekent uw geschatte maximale hartslag aan de hand van de formule: 220 - leeftijd. Als u uw exacte maximale hartslag kent, kunt u de geschatte maximale hartslag van de meter wijzigen. 12. Uw anaërobe drempel instellen. Het apparaat gebruikt uw maximale hartslag om een schatting te maken van uw drempelhartslag (80% van uw maximale hartslag). Als u uw exacte anaërobe drempelhartslag kent, kunt u de geschatte waarde van de meter wijzigen. 13. De aërobe drempel instellen. Het apparaat gebruikt uw maximale hartslag om een schatting te maken van uw drempelhartslag (60% van uw maximale hartslag). Als u uw exacte aërobe drempelhartslag kent, kunt u de geschatte waarde van de meter wijzigen. BELANGRIJK! De meter kan maximaal 20 gebruikersnamen tegelijk opslaan. SELECT/CHANGE USER Als u voor uzelf een gebruikersnaam hebt ingevoerd, kiest u deze aan het begin van uw trainingssessie door SELECT/CHANGE USER te selecteren en uw keuze bevestigen met het keuzewiel. EDIT USER Door EDIT USER te kiezen kunt u uw gebruikersgegevens wijzigen. 43 DELETE USER knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. SETTINGS TARGET HR PROGRAMMA VOOR DE STREEFHARTSLAG Door DELETE USER te kiezen kunt u gebruikers verwijderen. Activeer de gebruikersnaam die u wit verwijderen en kies vervolgens DELETE USER. Bevestig de keuze door het keuzewiel in te drukken. Door SETTINGS te selecteren kunt u de firmware van de meter updaten, het contrast van het display instellen, de totale waarden van de cyclus weergeven en de knoptonen in of uitschakelen. USER LOG Door de optie USER LOG te kiezen, kunt u informatie over de training van de geselecteerde gebruiker weergeven. U kunt informatie over de meest recente trainingssessie of een samenvatting van alle trainingssessies van de gebruiker weergeven. U verlaat de weergave van deze informatie door op BACK/STOP te drukken. Kies QUICK START. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken en begin uw trainingssessie. 2. U kunt de weerstand (1-58 Nm) vergroten of verkleinen met het keuzewiel. 3. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. Kies de streefwaarde voor uw hartslag bij TARGET HR. 2. Stel de hartslag (80-220) voor de trainingssessie in met het keuzewiel. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 3. Kies met het keuzewiel de gewenste zwaarte van de sessie in, uitgedrukt in tijd, afstand of energieverbruik. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km) of energieverbruik (200-8000 kcal). Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. Met het keuzewiel kunt u de hartslag (80-220) wijzigen. Tijdens de training kunt u de weerstand of hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel. 6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is, geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter als u wilt gewoon doorgaan met de training. 7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. MANUAL TARGET EFFORT Met deze optie kunt u uw inspanningsniveau tijdens de training instellen met het keuzewiel. Door het programma TARGET EFFORT te kiezen, kunt u de gewenste inspanningswaarde in watt instellen. Hierbij wordt de inspanning om de pedalen te bewegen onafhankelijk van de pedaalslagen. De ingestelde inspanningswaarde kan ook tijdens de training worden gewijzigd. MENU TRAINING U opent het menu TRAINING door op de knop TRAINING te drukken. Vanuit het menu TRAINING kunt u een van de volgende trainingssessies kiezen door het keuzewiel in te drukken: QUICK START Met Snelstart begint u gelijk met de MANUALtraining, zonder gebruikersinstellingen. 1. Kies MANUAL. Kies met het keuzewiel uw streefwaarde voor de sessie: tijd, afstand of energieverbruik. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 3. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km) of energieverbruik (50-2000 kcal). Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 4. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U kunt de weerstand (1-58 Nm) vergroten of verkleinen met het keuzewiel. Tijdens de training kunt u de weerstand of hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel. 5. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is, geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter als u wilt gewoon doorgaan met de training. 6. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de HANDLEIDING • C60 1. 2. 44 Zorgt ervoor dat de weerstand steeds zodanig aangepast wordt dat uw hartslag op de ingestelde waarde blijft. Als de hartslag te hoog wordt neemt de weerstand automatisch af, als de hartslag te laag wordt, neemt de weerstand automatisch toe, waardoor u een grotere inspanning moet leveren. De ingestelde hartslagwaarde. Hiervoor moet uiteraard de hartslag gemeten worden. 1. Kies TARGET EFFORT. Stel het inspanningsniveau (20-600 W) voor de trainingssessie in met het keuzewiel. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 3. Kies met het keuzewiel de gewenste zwaarte van de sessie in, uitgedrukt in tijd, afstand of energieverbruik. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km) of energieverbruik (200-8000 kcal). Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U kunt de weerstand (20-600 W) vergroten of verkleinen 1. 2. HANDLEIDING Intensiviteitsprofiel met drie pieken voor verbetering van de zuurstofopname. De pieken zijn vrij kort. Het profiel is geschikt voor beginners. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning is 102 watt, de piek inspanning is 150 watt. P2 Hill Climb 225 200 175 150 125 100 75 50 PROGRAMS 25 Intensiviteitsprofiel met drie pieken voor verbetering van de zuurstofopname. De pieken duren vrij lang, maar met de instestelde waarden het profiel is geschikt voor beginners. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning is 98 watt, de piek inspanning is 125 watt. PROFIEL P1. Duration Intensiviteitsprofiel met vele pieken om de explosieve kracht te verbeteren. De inspanning wordt onregelmatig gevarieerd en de pieken duren vrij kort. Het profiel is geschikt voor iedereen. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning is 117 watt, de piek inspanning is 150 watt. PROFIEL P3. P3 Cross Country 225 200 175 150 Watt Kies PROGRAMS. Kies een programma met het keuzewiel. De profielen P1 t/m P5 zijn wattgeregelde programma’s en P6 t/m P10 zijn hartslagprogramma’s die hartslagmeting vereisen. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 3. Kies met het keuzewiel de gewenste zwaarte van de sessie in, uitgedrukt in tijd of afstand. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het keuzewiel: tijd (10-180 minuten) of afstand (3-100 km). Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 5. Start het programma door de pedalen te bewegen. U kunt de weerstand vergroten of verkleinen met het keuzewiel. Tijdens de training kunt u de inspanning of hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel. Om de hartslag te kunnen weergeven, moet deze worden gemeten. 6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is, geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter als u wilt gewoon doorgaan met de training. 7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. 1. 2. 0 125 100 75 50 25 0 Duration PROFIEL P4. Intensief bergop-profiel voor verbetering van het uithoudingsvermogen. De vrij lange pieken worden steeds hoger. Het profiel is vooral geschikt voor personen met een goede conditie. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning is 133 watt, de piek inspanning is 210 watt. P4 Stamina 225 200 175 150 Watt Het soort van trainingen die de Program funstie heeft zijn persoonlijk op zichzelf staande trainingen. Vaste of zelf samen te stellen trainingsprofielen. Keuzetoets PROGRAMS laat u voorgeprogrammeerde trainingsprofielen gebruiken en wijzigen. 125 100 75 50 25 0 Duration Regelmatig intensief intervalprofiel, met duidelijk te onderscheiden piek- en basisvermogen. De standaardinstelling van het vermogen is 138 W, piekvermogen 200 W. Let op, in dit profiel kunt u apart overschakelen tussen piek- en basisweerstanden. PROFIEL P5. P1 Rolling Hills P5 Power Interval 225 225 200 200 175 175 150 150 125 125 Watt Watt NL PROFIEL P2. Watt met het keuzewiel. Tijdens de training kunt u de inspanning of hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel. 6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is, geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter als u wilt gewoon doorgaan met de training. 7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. • C60 100 100 75 75 50 50 25 25 0 0 Duration Duration 45 Hartslagprofiel met drie pieken voor verbetering van de zuurstofopname. De pieken zijn vrij lang. Het profiel is ook geschikt voor beginners. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme is 112, de piek hartslag is 125. PROFIEL P6. P6 Fatburner 1 180 Hartslagprofiel met drie pieken voor verbetering van de zuurstofopname. Na de vrij lange pieken begint een gelijkmatige herstelfase. Het profiel is vooral geschikt voor personen met een goede conditie. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme is 133, de piek hartslag is 160. PROFIEL P10. 160 P10 Cardio Interval 120 180 100 160 80 140 60 120 40 100 BPM BPM 140 20 0 80 60 Duration 40 20 0 PROFIEL P7. Bergop-hartslagprofiel. Tot halverwege neemt de hartslag gelijkmatig toe en daalt daarna gelijkmatig. Het profiel is ook geschikt voor beginners. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme is 121, de piek hartslag is 150. P7 Fatburner 2 180 160 140 BPM 120 100 80 60 40 20 0 Duration Hartslagprofiel met drie pieken voor verbetering van het uithoudingsvermogen. De pieken duren vrij lang, maar de hartslag blijft steeds tamelijk gelijkmatig. Het profiel is geschikt voor iedereen. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme is 120, de piek hartslag is 140. PROFIEL P8. P8 Cardio Strength 180 160 140 BPM 120 100 80 60 20 0 Duration Bergop-hartslagprofiel voor verbetering van het uithoudingsvermogen. De vrij lange pieken worden steeds hoger. Het profiel is vooral geschikt voor personen met een goede conditie. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme is 131, de piek hartslag is 170. PROFIEL P9. P9 Cardio Climb 160 140 120 BPM • C60 180 HANDLEIDING T-TRAINER Met het T-TRAINER-programma kunt u trainen met zes verschillende voorgeprogrammeerde trainingsmodellen met pauzes. Na een trainingsperiode van twee minuten is er cooldownfase van een minuut. Het monitordisplay toont de prestatie, tijd, trainingssnelheid alsmede de spiergroepen waarop de betreffende training het meest effect heeft. 1. Kies T-TRAINER. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. Op het display verschijnt een van de zes trainingsmodellen. Hierna verschijnt het display dat het hartslag- en weerstandsniveau aangeeft. Begin de training door de aanwijzingen op het display op te volgen. Elk trainingstype duurt twee minuten. 2. Het programma gaat automatisch over in een cooldownfase van een minuut. Na afloop van de cooldownfase gaat het programma automatisch over naar het volgende trainingsmodel. 3. Door op de keuzewiel te drukken gaat het programma steeds naar de volgende stap, dus of naar een trainingsmodel of naar de cooldownfase. 4. Beëindig de T-TRAINER -training door op de BACK/STOP-toets te drukken, waarna het opstartmenu getoond wordt. T-RIDE 40 46 Duration 100 80 60 40 20 0 Duration T-RIDE TRAINING is een simulatie van het fietsen in een natuurlijke omgeving. Tijdens de training kunt u naar een andere versnelling schakelen met het keuzewiel en het hoogteprofiel bekijken. Kies T-RIDE. Kies het terrein en bevestig uw keuze. Stel het beginpunt voor de sessie in met het keuzewiel. 4. Stel het eindpunt voor de sessie in met het keuzewiel. 5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U kunt schakelen (versnelling 1 t/m 8) met het keuzewiel. Tijdens de training kunt u het hoogteprofiel of de hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel. Om de hartslag te kunnen weergeven, moet deze worden gemeten. 6. Nadat u de route hebt afgelegd, geeft de meter een pieptoon weer en is de trainingssessie voltooid. 1. 2. 3. HANDLEIDING • C60 7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. 5. EIGEN TRAINING CONDITIETEST U kunt tot 100 trainingsprogramma’s maken en opslaan op de meter. De condititetest van de monitor is een meertrapstest. Deze begint met een lichte inspanning, maar afhankelijk van het gekozen testmodel neemt de inspanning gelijkmatig toe. De meertrapstest is een veilige en betrouwbare submaximale manier om de lichamelijke conditie te testen. De test wordt voortgezet tot de individuele streefwaarde voor de hartslag (85 % van uw maximale hartslag) is bereikt. Voor de test is het gebruik van de hartslagriem vereist: tijdens de test houdt de monitor de wijzigingen in de hartslag bij en schat aan de hand daarvan uw maximale zuurstofopnamecapaciteit. De maximale zuurstofopnamecapaciteit is de beste manier om de lichamelijke conditie in te schatten. Na de test geeft de meter uiteenlopende informatie over uw conditie in de vorm van een beschrijving en een numerieke waarde (ml/kg/min). EEN PROGRAMMA OPSLAAN 1. Beëindig uw trainingsessie door op BACK/STOP te drukken. 2. Kies SAVE AND EXIT en bevestig uw keuze. 3. Voer een naam in voor de trainingssessie en bevestig deze naam met het keuzewiel. BELANGRIJK! U kunt alleen programma’s opslaan die langer dan tien minuten duren. BELANGRIJK! Om een trainsessie op te slaan dient u een gebruikersnaam te kiezen. OPGESLAGEN PROGRAMMA’S GEBRUIKEN Kies EIGEN TRAINING. Kies een trainingsessie in de lijst. Kies de gewenste methode voor de uitvoering: A) Herstart = herhaal de training zoals deze is opgeslagen B) Aanpassen = bewerk de duur van de opgeslagen training voordat deze in gebruik wordt genomen C) Race = houd een wedstrijd tegen de opgeslagen trainingsprestatie. BELANGRIJK! Bij de wedstrijdfunctie kunt u alleen programmaprofielen gebruiken die zijn gemaakt in de manual functie. In dergelijke profielen wordt de weerstand weergegeven in standaard krukasmoment (Nm). 4. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. A) Herstart = begin de training door te gaan fietsen. Stel het inspanningsniveau voor de trainingssessie in met het keuzewiel. B) Aanpassen = kies de duur van de training met de keuzewiel (SET TIME tussen 10 en 180 min.). Begin de training door te gaan fietsen. Stel het inspanningsniveau voor de trainingssessie in met het keuzewiel. C) Race = kies met het keuzewiel de racemodus (tijd: de afstand die u in een bepaalde tijd kunt afleggen; of afstand: hoe snel u een bepaalde afstand kunt afleggen) en bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. Op het display wordt een programma weergegeven dat eerder is opgeslagen. Beweeg de pedalen om met de race te beginnen. De stippellijn op het display geeft aan of u vóór of achter ligt op het schema van de het de meest recent opgeslagen trainingssessie met hetzelfde programma. Ook de afstand ten opzichte van de vorige opgeslagen sessie wordt weergegeven. De vorige opgeslagen trainingssessie word aangeduid met een lichte verticale stippellijn en uw prestaties tijdens de huidige race worden aangeduid door een zwarte verticale stippellijn. 1. 2. 3. NL Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. VOORBEREIDING OP DE TEST 1. Controleer of de gegevens voor uw gebruikersnaam zijn bijgewerkt – de meter gebruikt de gegevens over de gebruiker als uitgangspunt voor de conditietest. 2. Kies FITNESS TEST. 3. Kies met het keuzewiel de conditiecategorie die het meest op u van toepassing is: A) inactief = beoefent geen lichaamsbeweging, zwakke conditie B) actief = doet aan lichaamsbeweging, gemiddelde of goede conditie C) athletisch = doet actief aan lichaamsbeweging, goede of uitstekende conditie 4. Op het display komt het testmodel dat correspondeert met de respectieve conditiecategorie. A) Tid/Stap = duur van de vermogenstrappen tijdens de test B) Stappen = vermogen van de trap (in Watt); de test bestaat uit meerdere trappen C) Eerste fase = inspanningstrap waarmee de test begint 5. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 6. Indien nodig kunt u de streefwaarde voor uw hartslag aanpassen met het keuzewiel. Bevestig uw instellingen met het keuzewiel. 7. Het display geeft aan dat u kunt stoppen met de test zodra u de streefwaarde voor uw hartslag hebt bereikt. Start de test door het keuzewiel in te drukken. UITVOERING VAN DE TEST 1. Op het display komt het gekozen trappenmodel van de test. Begin de test door te gaan fietsen. De curve van uw hartslag wordt in het rood op het display afgebeeld en wordt tijdens de test steeds bijgewerkt. De streefwaarde voor de hartslag is een rode stippellijn. 2. Wanneer uw hartslagniveau de streefwaarde bereikt, 47 geeft de monitor een geluidssignaal en een melding op het display. Wij bevelen u aan om de test nu te stoppen, maar als uw conditie voldoende goed is, kunt u ook doorgaan met de test. Als de streefwaarde voor uw hartslag correct is ingesteld (d.w.z. dat u precies genoeg heeft vastgesteld wat uw maximale hartslag is), levert doorgaan met de test echter geen verbetering in de testnauwkeurigheid op. Als u uw maximale hartslag te hoog inschat, wordt ook uw conditie te hoog ingeschat. Op dezelfde manier wordt uw conditie te laag ingeschat als u uw maximale hartslag te laag inschat. 3. Om de test te stoppen als u de streefwaarde voor uw hartslag hebt bereikt, drukt u op de knop BACK/ STOP of stopt u met het bewegen van de pedalen. De monitor toont vervolgens het testresultaat: A) aërobische conditie = schatting van uw conditieniveau in het inspanningsgebied dat u meestal gebruikt en dat het best weergeeft hoe goed uw lichamelijke conditie is. B) MET-waarde = getal dat het aantal veelvouden aangeeft waarmee de zuurstofopnamecapaciteit van uw lichaam kan toenemen ten opzichte van een volledige rusttoestand. C) ml/kg/min = uw zuurstofopnamecapaciteit uitgedrukt in milliliters zuurstof per minuut per kilo lichaamsgewicht. D) l/min = uw zuurstofopnamecapaciteit uitgedrukt in liters zuurstof per minuut. Het verschil met de voorafgaande waarde is, dat hier geen rekening wordt gehouden met uw lichaamsgewicht. E) Wmax = schatting van uw maximale prestatieniveau in Watt. F) W/kg = verhoudingsgetal van uw maximale prestatieniveau en uw gewicht. HANDLEIDING • C60 MANNEN / MAXIMALE ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN (VO2MAX) 1 = ZEER SLECHT, 7 = UITSTEKEND 48 LEEFT. 1 2 3 4 5 6 7 18-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65 <33 <32 <31 <29 <28 <26 <25 <24 <22 <21 33-38 32-37 31-35 29-34 28-32 26-31 25-29 24-27 22-26 21-24 39-44 38-43 36-42 35-40 33-38 32-35 30-34 28-32 27-30 25-28 45-51 44-50 43-48 41-45 39-43 36-41 35-39 33-36 31-34 29-32 52-57 51-56 49-53 46-51 44-48 42-46 40-43 37-41 35-39 33-36 58-63 57-62 54-59 52-56 49-54 47-51 44-48 42-46 40-43 37-40 >63 >62 >59 >56 >54 >51 >48 >46 >43 >40 VROUWEN / MAXIMALE ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN (VO2MAX) 1 = ZEER SLECHT, 7 = UITSTEKEND LEEFT. 1 2 3 4 5 6 7 18-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65 <28 <27 <26 <25 <24 <22 <21 <19 <18 <16 28-32 27-31 26-30 25-29 24-27 22-25 21-23 19-22 18-20 16-18 33-37 32-36 31-35 30-33 28-31 26-29 24-27 23-25 21-23 19-21 38-42 37-41 36-40 34-37 32-35 30-33 28-31 26-29 24-27 22-24 43-47 42-46 41-44 38-42 36-40 34-37 32-35 30-32 28-30 25-27 48-52 47-51 45-49 43-46 41-44 38-41 36-38 33-36 31-33 28-30 >52 >51 >49 >46 >44 >41 >38 >36 >33 >30 VERPLAATSEN Wilt u uw trainer verplaatsen, doe dat dan op de hieronder omschreven manier. Het verkeerd optillen van een zwaar apparaat, kan immers rugletsel veroorzaken. Schakel bij het verplaatsen van het apparaat altijd eerst de elektriciteit uit en neem de stekker uit het stopcontact! BELANGRIJK! Plaats de trainer in een droge, stofvrije ruimte met minimale temperatuurverschillen. Met behulp van de transportrollen aan de voorkant is de C60 eenvoudig te verplaatsen. Ga voor de C60 staan en kantel het frame naar u toe. Nu kan het apparaat verreden worden. Om schade aan het apparaat te voorkomen, is het raadzaam de trainer op een droge plek met zo min mogelijk stof en temperatuurwisselingen te plaatsen. ONDERHOUD De Tunturi apparaten hebben weinig onderhoud nodig. Het is raadzaam om zo nu en dan te controleren of alle bouten en moeren nog goed vast zitten. U kunt het apparaat schoonhouden door het af te nemen met een vochtige doek. Gebruik echter geen oplosmiddelen. • De metalen delen kunt u het beste tegen de inwerking van transpiratievocht beschermen, om regelmatig deze delen te behandelen met teflonolie. • Verwijder de kunststof behuizing van het apparaat nooit! GEBRUIKSSTORINGEN Ondanks voortdurende kwaliteitscontroles, kunnen er defecten of storingen optreden die het gevolg zijn van het niet goed functioneren van onderdelen die in de trainer zijn gebruikt. In de meeste gevallen is het onnodig om het gehele apparaat ter reparatie aan te bieden, aangezien BELANGRIJK! HANDLEIDING • C60 NL de storing meestal kan worden opgelost door het vervangen van het defecte onderdeel. Mochten er storingen optreden bij het gebruik van de trainer, neem dan onmiddellijk contact op met uw Tunturi dealer. Vermeldt daarbij altijd het model en het serienummer van uw Tunturi trainer, de eventuele storingscode en door wie de trainer is geïnstalleerd. Indien u merkt dat er iets niet in orde is met de trainer, schakelt u direct de trainer uit. Wacht vervolgens één minuut en schakel de trainer weer aan. Op deze manier moeten incidentele fouten hersteld zijn en kan de trainer opnieuw worden gebruikt. Indien de trainer na het aan- en uitschakelen nog steeds niet goed functioneert, neem dan contact op met uw Tunturi dealer voor onderhoud. Vermeldt bij het bestellen van onderdelen het model, het serienummer van het apparaat en het nummer van het onderdeel. Op de laatste pagina’s van deze gids vindt u de onderdelenlijst. TECHNISCHE GEGEVENS Lengte .........................................146 cm Breedte ........................................65 cm Hoogte .........................................157 cm Gewicht .......................................82 kg Alle Tunturi modellen voldoen aan de eisen van EUs EMC Directieven betreffende elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EEC) en elektrische apparatuur ontworpen voor gebruik binnen bepaalde spanningslimieten (73/23/EEC). Daarom is dit product met de CE label voorzien. Alle Tunturi crosstrainers voldoen aan EN precisie- en veiligheidsnormen (EN-957). Tunturi is gerechtigd om specificaties te veranderen zonder daarover nader te berichten. De garantie vervalt bij schade als gevolg van het niet volgen van de instructies in BELANGRIJK! deze gids betreffende het monteren, het instellen en het onderhouden van de apparatuur. De instructies dienen bij het in elkaar zetten, het onderhoud en het gebruik, zo zorgvuldig mogelijk te worden gevolgd. Veranderingen of modificaties, welke niet door Tunturi Oy Ltd zijn goedgekeurd, laten de Tunturi Oy Ltd product aansprakelijkheid geheel vervallen. Wij wensen u veel plezierige trainingen met uw nieuwe Tunturi trainingspartner! 49
1 / 1