De eenheid draait iedere keer dat u hem inschakelt het ingebouwde programma om alle motoren in hun
uitgangsstand te zetten en enkele controles uit te voeren; u kunt gedurende ongeveer 20 seconden wat
geluiden horen. Als één van de testen tijdens het herinstellen mislukt, wordt de informatie van de fout
weergegeven.
HOOFDMENU:
Druk om enige functie te selecteren net zolang de toets MENU totdat de gewenste functie op het scherm
wordt weergegeven, of gebruik de toetsen ▲/▼ om door het menu te bladeren.
Selecteer de functie met de ENTER-toets (het scherm knippert).
Gebruik de toetsen ▲/▼ om de modus te wijzigen.
Druk wanneer de gewenste modus is geselecteerd de ENTER-toets om de keuze te bevestigen.
Druk de MENU-toets gedurende ongeveer 2 seconden om de instellingen op te slaan en terug te keren
naar de bedrijfsmodus. Als u dit niet doet, worden de instellingen niet opgeslagen en keert het armatuur
na ongeveer 8 seconden terug naar de vorige bedrijfsmodus.
DMX Address
Wordt gebruikt om het startadres in een DMX-installatie in te stellen.
Houd de MENU-toets ingedrukt totdat DMX Address op het scherm wordt weergegeven.
Druk op de ENTER-toets, het scherm begint te knipperen.
Gebruik de toetsen ▲/▼ om het DMX512-adres te wijzigen.
Druk zodra het juiste adres op het scherm wordt weergegeven de ENTER-toets om het te selecteren.
Druk de MENU-toets gedurende ongeveer 2 seconden om de instellingen op te slaan en terug te keren
naar de bedrijfsmodus.
Channel mode
Wordt gebruikt om de gewenste instellingenmodus van de kanalen in te stellen.
Houd de MENU-toets ingedrukt totdat Channel mode op het scherm wordt weergegeven.
Druk op de ENTER-toets, het scherm begint te knipperen.
Gebruik de toetsen ▲/▼ om 5Ch Auto of 12Ch te kiezen.
Druk zodra de gewenste installatiemodus voor de kanalen op het scherm wordt weergegeven de ENTER-
toets om hem te selecteren.
Druk de MENU-toets gedurende ongeveer 2 seconden om de instellingen op te slaan en terug te keren
naar de bedrijfsmodus.
Show Mode
Wordt gebruikt om de showmodus te kiezen bij gebruik in de standalone- of master/slave-modus.
Druk op en houd de MENU-toets ingedrukt totdat Show Mode op het scherm wordt weergegeven.
Druk op de ENTER-toets, het scherm begint te knipperen.
Gebruik de toetsen ▲/▼ om één van de beschikbare shows te selecteren:
Floor: Het armatuur wordt op de vloer geplaatst. Tilt-bewegingshoek 210°.
Ceiling: Armatuur wordt onder het plafond bevestigd. Tilt-bewegingshoek 90°.
Stage FL: Armatuur wordt op een podium, voor het publiek geplaatst. De spot projecteert
hoofdzakelijk in de richting van het publiek voor het podium. Pan-bewegingshoek (van links naar
rechts naar links): 160°. Tilt-bewegingshoek: 90° (60° boven de horizon; 30° onder de horizon.)
Stage CE: Armatuur wordt onder het plafond bevestigd. De spot projecteert voornamelijk voor het
podium. Pan-bewegingshoek (van links naar rechts naar links): 160°. Tilt-bewegingshoek: 90°
(verticaal, voor 75°; achter 15°)
Druk zodra de juiste modus op het scherm wordt weergegeven de ENTER-toets om hem te selecteren.
Druk de MENU-toets gedurende ongeveer 2 seconden om de instellingen op te slaan en terug te keren
naar de bedrijfsmodus.
NO DMX
Bepaalt hoe de projector moet reageren als er geen DMX-signaal wordt ontvangen.
Druk op de toets MENU totdat er NO DMX op het scherm verschijnt.
Druk op de ENTER-toets, het scherm begint te knipperen.
Gebruik de toetsen ▲/▼ om te selecteren:
Blackout: wanneer er geen DMX-signaal wordt gedetecteerd zal het apparaat in de black-out modus
gaan en wachten op een DMX-signaal.
Freeze: als er geen DMX-signaal wordt gedetecteerd, wordt de eenheid op basis van het laatste