Sony MHC-NX3AV de handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
Mini Hi-Fi
Component
System
©1999 by Sony Corporation
MHC-NX3AV
3-867-107-44(1)
NL
IT
PT
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni per l’uso
Manual de Instruções
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om gevaar voor elektrische schokken te vermijden,
dient u de behuizing van het apparaat nooit te
openen. Laat onderhoud en eventuele reparatie over
aan bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte,
zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geklassificeerd als een
KLASSE 1 LASER product.
De aanduiding CLASS 1
LASER PRODUCT bevindt
zich aan de achterkant van
het apparaat.
Deze stereo-installatie is voorzien van het B-type
Dolby* ruisonderdrukkingssysteem.
* Geproduceerd onder licentie van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
DOLBY en het dubbel D symbool a en "PRO
LOGIC" a zijn handelsmerken van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
De MHC-NX3AV installatie bestaat uit de
volgende componenten:
Audio/video-regelversterker STR-NX3
C
ompact disc speler/stereo cassettedeck
HTC-NX1
Luidsprekersysteem
Voorluidsprekers SS-NX1
Middenluidspreker SS-RC100
Achterluidsprekers SS-RC100
3
NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-
installatie ........................................... 4
Stap 2: Opstellen van de
luidsprekers ..................................... 7
Stap 3: Gelijkzetten van de klok .......... 9
Stap 4: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders ................................... 10
Stroom besparen in de gebruiksklaar-
stand ................................................ 11
Basisbediening
Afspelen van een compact disc .......... 12
Opnemen van een compact disc ........ 13
Luisteren naar de radio ............................
14
Opnemen van een
radio-uitzending ............................ 16
Afspelen van een cassette ................... 17
Kopiëren van bandopnamen
(dubbing) ........................................ 19
Compact disc speler
Gebruik van het CD uitleesvenster.... 20
Herhaalde weergave van
muziekstukken op CD .................. 21
Willekeurige weergave van
muziekstukken op CD .................. 21
Programma-weergave van
muziekstukken op CD .................. 22
Cassettedeck
Handmatig opnemen ........................... 24
Geprogrammeerde opname
van een CD ..................................... 25
Instellen van de weergave
Bijregelen van het geluid..................... 27
Kiezen van een akoestiek-instelling .. 28
Omschakelen van de helderheid van het
uitleesvenster en de spectrum
analyzer aanduidingen ................. 29
Weergave met een ruimtelijk effect ... 29
Genieten van Dolby Pro Logic
akoestiek ......................................... 30
Bijregelen met de
grafiek-toonregeling...................... 31
Vastleggen van uw eigen akoestiek-
instellingen ..................................... 32
Extra functies
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)* .............................................. 33
Met muziek in slaap vallen ................. 35
Met muziek gewekt worden............... 36
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen................................... 37
Externe apparatuur
Aansluiten van audio-apparatuur ..... 38
Aansluiten van een videorecorder..... 39
Aansluiten van een DVD videospeler 40
Aansluiten van buitenantennes.......... 41
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ........................ 42
Verhelpen van storingen ..................... 43
Technische gegevens............................ 46
Index....................................................... 49
* Alleen voor het Europese model.
NL
4
NL
2
2
2 34
4
3
6
5
1
7
3
Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 7 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
Als u de stereo-installatie verticaal opstelt
Zet in elk geval de audio/video-regelversterker bovenop de compact disc speler/stereo cassettedeck, niet er onder.
Voorbereidingen
Linker voorluidsprekerRechter voorluidspreker
Middenluidspreker
Linker
achterluidspreker
Rechter
achterluidspreker
AM-kaderantenne
FM-draadantenne
Betreffende het installeren
Plaats de audio/video-regelversterker altijd bovenop, zoals in de afbeelding aangegeven. Als u de audio/
video-regelversterker onder de CD-speler/stereo cassettedeck plaatst, kunnen er bij het afspelen van cassettes
storende bijgeluiden klinken.
5
NL
1
Sluit de platte lintkabel stevig aan op
de SYSTEM CONTROL stekkerbussen,
zodat de stekkers vastklikken.
2 Sluit de voorluidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de FRONT
SPEAKER klemmen zoals hieronder getoond.
Opmerking
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de
antennes, om storing in de weergave te voorkomen.
3
Sluit de achterluidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
REAR SPEAKER klemmen.
Opmerkingen
Houd de luidsprekersnoeren uit de
buurt van de antennes, om storing in
de weergave te voorkomen.
Gebruikt u akoestiekluidsprekers, sluit dan in
elk geval zowel een linker als een rechter
luidspreker aan. Een enkele
akoestiekluidspreker zal geen geluid weergeven.
Losmaken
4
Sluit de akoestiek-middenluidspreker aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
CENTER SPEAKER klemmen.
Opmerking
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de
antennes, om storing in de weergave te voorkomen.
5
Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de kaderantenne in elkaar en sluit deze aan.
Aansluiting type A
Aansluiting type B
Steek alleen het vrijgemaakte uiteinde in de
aansluit
klem
.
Grijs/
Enkele kleur
()
R
L
+
+
Zwart/Gestreept ()
AM-kaderantenne
Strek de FM-
draadantenne zover
mogelijk horizontaal uit.
AM-kaderantenne
(bijgeleverd)
Strek de FM-
draadantenne zover
mogelijk horizontaal uit.
wordt vervolgd
AM
FM 75
COAXIAL
FM 75
AM
Steek alleen het vrijgemaakte
uiteinde in de aansluitklem.
Zwart/Gestreept ()
Rood/
Enkele kleur
()
+
R
L
+
Steek alleen het vrijgemaakte
uiteinde in de aansluitklem.
Zwart/Gestreept ()
Grijs/
Enkele kleur
()
R
L
+
+
Opmerking
Plaats de AM-kaderantenne zo ver mogelijk weg
van het hoofdapparaat.
6
NL
6
Bij de modellen met een
spanningskiezer, stelt u deze
VOLTAGE SELECTOR in op het
voltage van het plaatselijk lichtnet.
7
Steek de stekker van het netsnoer in
het stopcontact.
Het uitleesvenster toont nu een
demonstratie van de mogelijkheden.
Wanneer u op de 1/u toets drukt, wordt
de stereo-installatie ingeschakeld en
stopt automatisch de demonstratie.
Als de bijgeleverde verloopstekker niet
in het stopcontact past, verwijdert u deze
en gebruikt u de vaste netstekker (alleen
voor de modellen met verloopstekker).
Aansluiten van andere audio/
video-apparatuur
Zie blz. 38.
Uitschakelen van de demonstratie
Wanneer u de tijd instelt (zie Stap 3:
Gelijkzetten van de klok) wordt de
demonstratie automatisch uitgeschakeld.
Om de demonstratie weer te starten/stoppen,
drukt u op de DISPLAY toets (bij de
modellen voor Europa, de V.S. en Canada) of
op de DEMO (STANDBY) toets (bij de
overige modellen) terwijl de stereo-installatie
uit staat.
Tip
U kunt de lage tonen extra krachtig laten klinken
door een los verkrijgbare lagetonenluidspreker op
de “superwoofer” luidsprekerklemmen aan te
sluiten.
Aanbrengen van de voetjes onder
de luidsprekers
Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes
onder de luidsprekers, om te zorgen dat ze
stevig staan en niet kunnen wegglijden.
Plaats de grotere luidsprekervoetjes onder de
voorluidsprekers en de kleinere
luidsprekervoetjes onder de midden- en
achterluidsprekers.
Plaats twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de afstandsbediening
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer
zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet
meer goed op de afstandsbediening reageert,
vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet
gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit
verwijderen, om schade door eventuele
batterijlekkage en corrosie te vermijden.
Wanneer u de stereo-installatie
vervoert
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om
het CD-mechanisme te beschermen.
1 Druk op de CD toets (of meermalen op de
FUNCTION toets van de
afstandsbediening) totdat de aanduiding
“CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Houd de ENTER toets ingedrukt en druk
dan op de 1/u toets zodat er “LOCK” in
het uitleesvenster verschijnt.
Stap 1: Aansluiten van de
stereo-installatie (vervolg)
]
}
]
}
VOLTAGE SELECTOR
220V
120V
230
240V
-
7
NL
Stap 2: Opstellen van
de luidsprekers
Sluit de bijgeleverde achterluidsprekers en -
middenluidspreker aan om te kunnen
genieten van Dolby Pro Logic Surround
akoestiekeffekten. Dolby Pro Logic Surround
is een standaard decodeersysteem voor de
akoestiek van TV-programma’s en speelfilms.
De voornaamste functie van Dolby Pro Logic
Surround is het verbeteren van het
geluidsbeeld door weergave via vier
afzonderlijke kanalen. Over deze kanalen
wordt het totaalgeluid zo verdeeld, dat het
optimaal past bij de actie die zich op het
scherm afspeelt.
Plaatsing van de
luidsprekers
Alvorens u de luidsprekers aansluit, dient u
eerst de juiste opstelling te bepalen.
1 Plaats de linker en rechter
voorluidsprekers zo dat ze met uw
luisterplaats een hoek van 45˚
vormen.
wordt vervolgd
45°
Linker
achterluidspreker
Rechter
achterluidspreker
Linker
voorluid-
spreker
Middenluidspreker
2 Plaats de middenluidspreker zoveel
mogelijk op dezelfde hoogte als de
voorluidsprekers (A). Zorg dat de
middenluidspreker op één lijn met,
of ietwat achter het vlak van de
linker en rechter voorluidsprekers
komt te staan (B).
3 Plaats of hang de achterluidsprekers
recht tegenover elkaar, naast en
ongeveer 60 tot 90 cm boven uw
luisterplaats.
B
Middenluidspreker
Achterluidspreker
60 tot 90 cm
A
Rechter
voorluid-
spreker
8
NL
Instellen van de
geluidssterkte van de
luidsprekers
Om te genieten van Dolby Pro Logic
Surround akoestiek regelt u eerst de
geluidssterkte van de diverse luidsprekers
onderling af.
1
3
2,4
1 Druk op de PRO LOGIC toets.
De aanduiding “PRO LOGIC ON”
verschijnt.
2 Druk op de T.TONE toets van de
afstandsbediening.
De luidsprekers geven dan één voor één
de testtoon weer, in de onderstaande
volgorde. Hiermee kunt u de
geluidssterkte evenredig instellen.
3 Ga op uw favoriete luisterplaats
zitten en stel van daar af de
geluidssterkte van de luidsprekers
evenredig in met de CENTER
LEVEL (+/–) en REAR LEVEL (+/–)
toetsen van de afstandsbediening.
Zorg dat de testtoon op uw luisterplaats
via alle luidsprekers even krachtig
doorkomt.
4 Druk na afloop van het bijregelen
weer op de T.TONE toets van de
afstandsbediening.
De testtoon verdwijnt dan.
Tips
Met de VOLUME regelaar (of de VOLUME +/–
toetsen van de afstandsbediening) verandert de
geluidssterkte van alle luidsprekers tegelijk.
Als de testtoon tussentijds wordt uitgeschakeld,
drukt u op de T.TONE toets van de
afstandsbediening om door te gaan met instellen.
Opmerking
De testtoon werkt alleen voor het instellen van de
Dolby Pro Logic Surround akoestiek.
REAR (achter) N
(linksvoor) (midden) (rechtsvoor)
n
LEFT
nn
RIGHTCENTER
+
0
g
)
≠ +
+
PRO LOGIC
)0P
+=p
·
·ª
·ª
·
p
V
v
bB
Stap 2: Opstellen van de
luidsprekers (vervolg)
9
NL
)0P
+=p
·
·ª
·ª
·
p
V
v
b
B
Stap 3: Gelijkzetten
van de klok
Om de schakelklok-functies te kunnen
gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok
op de juiste tijd moeten instellen.
Bij de Europese modellen geeft de
ingebouwde klok de tijd aan volgens een 24-
uurs cyclus en bij de overige modellen
volgens een 12-uurs cyclus.
De afbeeldingen tonen het model met een 24-
uurs tijdsaanduiding.
1
2,4
1 Druk op de CLOCK/TIMER toets.
De uren-aanduiding begint te knipperen.
2 Druk op de V of v toets om het juiste
uur in te stellen.
De klok volgt een 24-uurs cyclus bij de
Europese modellen en een 12-uurs
cyclus bij de overige modellen.
3 Druk op de ENTER toets.
De minuten-aanduiding begint te
knipperen.
4 Druk op de V of v toets om de juiste
minuut in te stellen.
5 Druk op de ENTER toets.
De klok begint te lopen.
Tips
Na een vergissing dient u opnieuw te beginnen
vanaf stap 1.
Bij het instellen van de juiste tijd wordt de
demonstratiefunctie automatisch uitgeschakeld.
Als u de demonstratie wilt zien, drukt u op de
DISPLAY toets (bij de modellen voor Europa, de
V.S. en Canada) of op de DEMO (STANDBY) toets
(bij de overige modellen) terwijl de stereo-
installatie uitgeschakeld staat.
Corrigeren van de tijdinstelling
Hierboven wordt beschreven hoe u de tijd instelt
wanneer de apparatuur is uitgeschakeld. Voor het
gelijkzetten van de klok terwijl de apparatuur is
ingeschakeld, gaat u als volgt te werk:
1 Druk op de CLOCK/TIMER toets.
2 Druk op de V of v toets om in te stellen op
SET CLOCK.
3 Druk op de ENTER toets.
4
Volg de bovenstaande aanwijzingen 2 t/m 5.
Opmerking
De tijdinstelling verdwijnt uit het geheugen
wanneer er een stroomonderbreking is of de stekker
niet in het stopcontact zit.
3,5
10
NL
TUNED
STEREO
TUNED
STEREO
MHz
Stap 4: Vastleggen
van uw favoriete
radiozenders
U kunt een aantal van uw favoriete
radiozenders vastleggen, als volgt:
Model met 2 afstembanden: 20 FM zenders
en 10 AM zenders
Model met 3 afstembanden: 20 FM zenders,
10 middengolf-zenders en 10 kortegolf-
zenders, of 20 FM zenders, 10 AM zenders
en 5 UKV zenders, afhankelijk van het
model dat u zich hebt aangeschaft.
2
3
4
1
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
Instelknop
n
n
1 Druk net zovaak op de TUNER
BAND toets tot de gewenste
afstemband in het uitleesvenster
wordt aangegeven.
Welke afstembanden u kunt ontvangen,
hangt af van het model dat u zich hebt
aangeschaft. Controleer welke
afstembanden het model biedt.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de afstemband als volgt:
Model met 2 afstembanden:
FM ˜ AM
Model met 3 afstembanden:
FM n MW n SW
of
FM n AM n UKV*
* Als u de UKV band kiest, verschijnt
de aanduiding “STEREO PLUS” in het
uitleesvenster.
2 Houd de + of de – toets ingedrukt
totdat de frequentie-aanduiding gaat
veranderen en laat de toets dan los.
Wanneer er op een duidelijk
doorkomende zender is afgestemd. In het
uitleesvenster verschijnt de aanduiding
“TUNED” (en ook “STEREO” als er een
stereo radio-uitzending wordt ontvangen).
3 Druk op de TUNER MEMORY toets.
In het uitleesvenster knippert een
voorinstelnummer.
De zenders worden nu vastgelegd vanaf
voorinstelnummer 1.
4 Druk op de ENTER toets.
De zender wordt nu vastgelegd onder
uw gekozen nummer.
5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 voor elk
van de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Voorinstelnummer
+
0
g
)
≠ +
+
11
NL
TUNED
STEREO
Afstemmen op een zender die te
zwak is voor automatische
afstemming
Druk in stap 2 enkele malen achtereen op de
+ of – toets om handmatig op de gewenste
zender af te stemmen.
Vastleggen van een nieuwe
zender onder een al gebruikt
voorinstelnummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1. Na
stap 3 draait u aan de instelknop om in te
stellen op het voorinstelnummer waaronder u
de nieuwe zender wilt vastleggen.
U kunt na het laatste voorinstelnummer een
nieuw voorinstelnummer toevoegen.
Wissen van een vooringestelde
zender
1 Druk net zovaak op de TUNER MEMORY
toets tot er een voorinstelnummer in het
uitleesvenster knippert.
2 Draai aan de instelknop om in te stellen op
het voorinstelnummer dat u wilt wissen.
Stel in op “ALL ERASE” als u alle
voorkeurzenders in één keer wilt wissen.
3 Druk op de ENTER toets.
De aanduiding “COMPLETE!!” verschijnt.
Bij het wissen van een voorkeurzender
schuiven alle volgende zenders een plaatsje
naar voren op en krijgen dus allemaal een lager
nummer.
Omschakelen van het AM
afsteminterval
(Uitgezonderd de modellen voor
Europa en het Midden-Oosten)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de
fabriek ingesteld op 9 kHz (voor sommige gebieden 10
kHz). Om dit AM afsteminterval om te schakelen,
stemt u eerst af op een willekeurige AM zender en dan
schakelt u het apparaat uit. Houd vervolgens de
TUNER MEMORY toets ingedrukt en schakel zo de
stroom weer in met de
1/u
toets. Bij omschakelen van
het afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM
voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het
afsteminterval weer terug te schakelen, herhaalt u deze
werkwijze.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het
verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na
uitvallen van de stroom ongeveer een halve dag in
het afstemgeheugen bewaard blijven.
Stroom besparen in de
gebruiksklaar-stand
(alleen voor de modellen voor
Europa, de V.S. en Canada)
In de uitgeschakelde gebruiksklaar-stand
kunt u
het stroomverbruik
verminderen
(stroombesparingsstand) om energie te besparen.
1/u
(Aan/uit-schakelaar)
/ Druk op de POWER SAVE/DEMO
(STANDBY) toets wanneer de
stereo-installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat komt in de stroombesparingsstand
en de tijdsaanduiding dooft.
In deze stand kunt u de stereo-installatie aan/uit
zetten door indrukken van de
1/u
toets.
Tips
Telkens wanneer u in de stroombesparingsstand
op de POWER SAVE/DEMO (STANDBY) toets
drukt, schakelt het uitleesvenster over tussen de
stroombesparingsstand en de demonstratiestand.
In de stroombesparingsstand blijft het 1/u
spanningslampje branden, evenals de schakelklok-
indicator (wanneer de schakelklok is ingesteld).
In de stroombesparingsstand zal de schakelklok
gewoon werken.
Opmerkingen
De klok kan niet op de juiste tijd worden ingesteld
in de stroombesparingsstand.
De één-toets weergavestart zal niet werken in de
stroombesparingsstand.
Uitschakelen van de
stroombesparingsstand
Druk op de DISPLAY toets.
De tijdsaanduiding licht nu weer op.
+
0
g
)
≠ +
+
POWER SAVE/DEMO
(STANDBY)
DISPLAY
12
NL
)0P
+=p
·
·ª
·ª
·
p
CD·
p
P
=/+
0/)
V
v
bB
Afspelen van een
compact disc
— Normale weergave
1
Druk op
een van de CD
1-5
§
open/
sluit-toetsen
en leg een compact disc in
de disc-lade.
Als een disc niet goed geplaatst is, kan
deze niet worden afgespeeld.
Druk nogmaals op dezelfde toets om de
disc-lade te sluiten. Om nog andere
compact discs te plaatsen, drukt u op de
§
open/sluit-toets voor een ander
nummer om de bijbehorende disc-lade te
openen.
2
Druk op een van de DISC 1-5 toetsen.
De disc-lade sluit en het afspelen van de
gekozen CD begint.
Wanneer u op de · weergavetoets (of
op de CD · toets van de
afstandsbediening) drukt, begint het
afspelen vanaf het begin van de CD in de
disc-uitsparing waarvan het nummer (de
toets) groen oplicht.
Basisbediening
Met de bedrukte
label-kant boven.
Voor het afspelen
van een 8 cm CD
singletje plaatst u
dit in de binnenste
uitsparing van de
disc-lade.
Verstreken
speelduur
Muziekstuknummer
Met deze stereo-installatie kunt u tot vijf
compact discs achtereen afspelen.
2
1
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
+
0
g
)
≠ +
+
1
2
3
4
5
§
§ §
·
ª · π ª · π
∏
π
·
PLAY MODE
VOLUME
π∏
Instelknop
1
2
3
4
5
§
§ §
·
ª · π ª · π
∏
π
Nummer van de
disc-uitsparing
1
Basisbediening
13
NL
Voor het Doet u het volgende
Stoppen met Druk op de π stoptoets
afspelen (p op de afstandsbediening).
Pauzeren
Druk op de
toets (of op de
P
toets
van de afstandsbediening). Druk
nogmaals op de toets om de weergave
te hervatten.
Opzoeken van
Draai de instelknop tijdens
een muziekstuk
weergave of pauzeren naar rechts (om
vooruit te gaan) of naar links (om
terug te gaan) en laat de knop los bij
het gewenste muziekstuk. (Ook kunt u
de
+
toets (om vooruit te gaan) of
de
=
toets (om terug te gaan) op
de afstandsbediening gebruiken.)
Opzoeken van
Houd tijdens weergave de
)
of
een punt in een 0
toets (of de
)/0 toets op
muziekstuk
de afstandsbediening) ingedrukt en
laat de toets bij het gewenste punt los.
Kiezen van een Druk op de DISC 1-5 toets (of
compact disc in de D.SKIP toets van de
de stopstand afstandsbediening).
Afspelen van Druk net zovaak op de PLAY
alleen de eerste MODE toets tot er “1 DISC”
compact disc wordt aangegeven.
Afspelen van Druk net zovaak op de PLAY
alle CD’s MODE toets tot er “ALL
DISCS” wordt aangegeven.
Uitnemen of Druk op een van de CD
een compact disc 1 - 5 § open/sluit-toetsen.
Verwisselen van Druk op een van de CD 1 - 5
§
open/
een andere CD sluit-toetsen om de disc-lade te
tijdens CD-weergave openen voor de CD die u wilt
verwisselen. Na het inleggen van een
nieuwe CD drukt u nogmaals op
dezelfde toets om de disc-lade te
sluiten. Zolang de disc-lade open staat,
blijft het lampje vande betreffende
DISC 1 - 5 toets oranje knipperen.
Bijregelen
Draai aan de VOLUME regelaar (of
van de
druk op de VOLUME
+/–
geluidssterkte
toets van de afstandsbediening).
Tips
Bij indrukken van de
·
weergavetoets wanneer de stereo-
installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld
en begint het afspelen van de compact disc, mits er een CD in
de disc-lade aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer
de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de
één-toets weergavestart niet werken.
U kunt in één handeling overschakelen van een andere
geluidsbron en de weergave van een compact disc starten,
eenvoudig met een druk op de
·
weergavetoets of een
van de DISC 1-5 toetsen (automatische geluidsbron-keuze).
Als er geen CD in de disc-lade aanwezig is,
verschijnt de aanduiding “CD NO DISC”.
Tijdens het afspelen van een disc of wanneer er is ingesteld
op een disc-uitsparing met een CD er in zal de DISC 1-5
toets van de betreffende disc-uitsparing groen oplichten.
Opmerking
Druk de disc-lade niet met de hand dicht, want dat
kan storing in de werking van de CD-speler
veroorzaken. Druk voor het sluiten van de disc-lade
altijd op de juiste CD 1 - 5 § open/sluit-toets.
Met behulp van de CD SYNC toets kunt u een
compact disc snel en doeltreffend op de band
opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of
TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het
opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
1 Druk op de § toets en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in
deck B.
Opnemen van een
compact disc
— CD synchroon-opname
Met de kant
voor opname
naar u toe
gericht
2
4153
wordt vervolgd
1
2
3
4
5
§
§ §
·
ª · π ª · π
∏
π
DOLBY NR
π
ª
§
14
NL
Luisteren naar de radio
–– Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete radiozenders in het
afstemgeheugen vast (zie “Stap 4: Vastleggen
van uw favoriete radiozenders”).
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
2
1
Opnemen van een compact disc
(vervolg)
Met de bedrukte label-
kant boven. Voor het
afspelen van een 8 cm
CD singletje plaatst u
dit in de binnenste
uitsparing van de disc-
lade.
2 Druk op de CD 1~5 § open/sluit-
toets en plaats een compact disc.
Druk dan nogmaals op de toets om de
disc-lade te sluiten.
3 Druk op de CD SYNC toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan en de CD-speler komt in de weer-
gavepauzestand te staan. De
·
indicator
(voor de voorkant van de cassette) licht op.
4
Kies met de DIRECTION schakelaar de
A
instelling voor het opnemen op één
cassettekant of de
ß
(of RELAY) instelling
voor opnemen op beide cassettekanten.
5
Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de
π
stoptoets van deck B of van de CD-speler.
Tips
Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met
opnemen, druk dan op de
ª
achterkant-weergavetoets
zodat de
ª
(achterkant) indicator oplicht.
• Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan
aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als
u aan de achterkant begint, stopt het opnemen
zodra het einde van die kant is bereikt.
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge
frequenties te onderdrukken, drukt u op de DOLBY NR
schakelaar nadat u op de CD SYNC toets heeft gedrukt,
zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR” verschijnt.
Opmerkingen
Tijdens het opnemen kunt u niet naar een andere
geluidsbron luisteren; daarvoor zult u eerst
moeten stoppen met opnemen.
Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby
ruisonderdrukking uitgeschakeld en de
DIRECTION schakelaar wordt (van A of
RELAY) teruggezet op ß.
1
2
3
4
5
§
§ §
·
ª · π ª · π
∏
π
+
0
g
)
≠ +
+
VOLUME
STEREO/MONO
–/+
)0P
+=p
·
·ª
·ª
·
p
=/+
V
v
bB
VOLUME +/–
1
Basisbediening
15
NL
n
n
1 Druk net zovaak op de TUNER
BAND toets tot de gewenste
afstemband in het uitleesvenster
wordt aangegeven.
Welke afstembanden u kunt ontvangen,
hangt af van het model dat u zich hebt
aangeschaft. Controleer welke
afstembanden het model biedt.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de afstemband als volgt:
Model met 2 afstembanden:
FM ˜ AM
Model met 3 afstembanden:
FM n MW n SW
of
FM n AM n UKV*
* Als u de UKV band kiest, verschijnt de
aanduiding “STEREO PLUS” in het
uitleesvenster.
2 Draai aan de instelknop (of druk op
de = of + toets van de
afstandsbediening) om af te
stemmen op de gewenste
voorkeurzender.
Als er slechts één voorkeurzender is ingesteld,
verschijnt de aanduiding “ONE PRESET” in
het uitleesvenster.
Draai naar links
(of druk op de
= toets van
de afstandsbe-
diening) om af te
stemmen op een
lager genummerde
zender.
Draai naar rechts
(of druk op de
+ toets van de
afstandsbediening)
om af te stemmen
op een hoger
genummerde
zender.
Voorinstelnummer Afstemfrequentie
Voor het Doet u het volgende
Uitschakelen van Druk op de 1/u
de radio aan/uit-schakelaar.
Bijregelen van de Draai aan de VOLUME
geluidssterkte regelaar (of druk op de
VOLUME +/– toets van de
afstandsbediening).
Luisteren naar radiozenders die
niet zijn vastgelegd
Gebruik de handmatige of automatische
afstemming. Voor handmatige afstemming
drukt u enkele malen achtereen op de – of +
toets. Voor automatische afstemming houdt
u de – of + toets langer ingedrukt.
Tips
Bij indrukken van de TUNER BAND toets
wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt
deze automatisch ingeschakeld en begint de
weergave van de laatst ontvangen radiozender
(één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-
installatie in de stroombesparingsstand staat, zal
de één-toets weergavestart niet werken.
U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron naar de tuner en de radio-
ontvangst starten, eenvoudig met een druk op de
TUNER BAND toets (automatische geluidsbron-
keuze).
Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet
duidelijk doorkomt, drukt u op de STEREO/
MONO toets, zodat de aanduiding “MONO”
oplicht. Het stereo-effect zal nu verloren gaan,
maar de radio-ontvangst zal helderder klinken.
Druk nogmaals op de toets om weer naar stereo-
geluid te luisteren.
Om de beste radio-ontvangst te verkrijgen kan het
nodig zijn verschillende standen van de
bijgeleverde antennes uit te proberen.
≠ +
TUNED
STEREO
MHz
16
NL
3 Druk op de § toets en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in
deck B.
4
Druk op de REC PAUSE/START toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan.
5
Kies met de DIRECTION schakelaar de
A
instelling voor het opnemen op één
cassettekant of de
ß
(of RELAY) instelling
voor opnemen op beide cassettekanten.
6 Druk nogmaals op de REC PAUSE/
START toets.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de π stoptoets van deck B.
Tips
Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met
opnemen, druk dan op de
ª
achterkant-weergavetoets
zodat de
ª
(achterkant) indicator oplicht.
Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan
aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als
u aan de achterkant begint, stopt het opnemen
zodra het einde van die kant is bereikt.
Voor het opnemen van een uitzending van een radiozender
die niet is vastgelegd, gebruikt u de – en + toets om
handmatig op de gewenste zender af te stemmen.
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties
te onderdrukken, drukt u op de DOLBY NR schakelaar nadat u
in stap 6 op de REC PAUSE/START toets heeft gedrukt, zodat
in het uitleesvenster “DOLBY NR” oplicht.
Als er bij het opnemen van een radio-uitzending storing
klinkt, kunt u dit verhelpen door de antenne voor de
betreffende afstemband in een andere richting te draaien.
Opmerking
Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby
ruisonderdrukking uitgeschakeld en de
DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY)
teruggezet op ß.
Met de kant
voor opname
naar u toe
gericht
Opnemen van een
radio-uitzending
Na keuze van de gewenste vastgelegde
voorkeurzender kunt u radio-uitzendingen op de
band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of
TYPE II (CrO
2
-band) cassettes gebruiken. Het
opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
1 Druk op de TUNER BAND toets om
de gewenste afstemband te kiezen.
2
Draai aan de instelknop om af te stemmen
op de gewenste voorkeurzender.
Draai naar rechts
om af te stemmen
op een hoger
genummerde
zender.
Draai naar links
om af te stemmen
op een lager
genummerde
zender.
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
5
3
12
4,6
≠ +
0
g
+
)
≠ +
+
1
2
3
4
5
§
§ §
·
ª · π ª · π
∏
π
DOLBY NR
π
ª
–/+
Voorinstelnummer
Afstemfrequentie
§
TUNED
STEREO
MHz
Basisbediening
17
NL
)0P
+=p
·
·ª
·ª
·
p
DECK Aª·
p
0/)
DECK Bª·
V
v
bB
VOLUME +/–
Afspelen van een
cassette
De cassettedecks zijn geschikt voor weergave
van TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO2-
band) en TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij
plaatsen van een cassette neemt het deck
automatisch de bandsoort waar en stelt
daarop in. Ook kunt u de AMS* zoekfuncties
van de instelknop gebruiken om de
muziekstukken die u wilt horen vlot en
gemakkelijk op te zoeken. Gebruik de DECK
A ª· en DECK B ª· toetsen (op de
afstandsbediening) om het gewenste deck te
kiezen.
* AMS = Automatische Muziek Sensor
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
12
3
1
Met de kant
die u wilt
weergeven
naar u toe
gericht
wordt vervolgd
+
0
g
)
≠ +
+
1
2
3
4
5
§
§ §
·
ª · π ª · π
∏
π
DOLBY NR
π
π
VOLUME
3
§
1 Druk op de § toets en plaats een
bespeelde cassette in deck A of B.
2
Kies met de DIRECTION schakelaar de
A
instelling voor het afspelen van één
cassettekant of de
ß**
instelling voor
het afspelen van beide cassettekanten.
Kies de RELAY*** instelling (continu-
weergave) voor het achter elkaar
afspelen van de cassettes in beide decks.
3 Druk op de · weergavetoets.
Om de achterkant van de cassette af te spelen
drukt u op de
ª
achterkant-weergavetoets.
Dan begint de weergave.
** Het deck stopt automatisch nadat de cyclus,
d.w.z. afspelen van beide cassettekanten, vijfmaal
is herhaald.
***De continu-weergave verloopt altijd in de
onderstaande volgorde:
Deck A (voorkant), Deck A (achterkant),
Deck B (voorkant), Deck B (achterkant).
18
NL
Opzoeken van het begin van een
muziekstuk (AMS* zoekfunctie)
Draai tijdens afspelen de instelknop in
dezelfde richting als de ª of · indicator
om vooruit te zoeken. Draai de instelknop in
de andere richting om terugwaarts te zoeken.
(Of druk op de = of + toets van de
afstandsbediening.)
De richting waarin u zoekt, + (vooruit) of –
(terugwaarts) en het aantal versprongen
nummers (1-9) worden in het uitleesvenster
aangegeven.
Voorbeeld: twee nummers vooruit zoeken
* AMS = Automatische Muziek Sensor
Opmerking
De AMS-zoekfunctie kan wel eens niet goed
werken in de volgende gevallen:
als er tussen twee muziekstukken geen vier
seconden stilte is.
als de geluidssterkte van het linker kanaal sterk
verschilt van die van het rechter kanaal.
bij langdurige stille of erg zachte passages in
een muziekstuk, of geruime tijd alleen maar
lage tonen (zoals bij een bas-solo, een tuba of
een bariton-saxofoon).
als het cassettedeck te dicht bij een TV-toestel
staat. (In dit geval kunt u de apparatuur beter
wat verder van het TV-toestel zetten of de TV
uitschakelen.)
Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby
ruisonderdrukking uitgeschakeld en de
DIRECTION schakelaar wordt (van A of
RELAY) teruggezet op ß.
Tips
• Bij indrukken van de · of ª weergavetoets
wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze
automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van
de cassette, mits er een cassette in het deck aanwezig
is (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-
installatie in de stroombesparingsstand staat, zal
de één-toets weergavestart niet werken.
U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron en de weergave van een
cassette starten, eenvoudig met een druk op de ·
of ª weergavetoets (automatische geluidsbron-
keuze).
Als de af te spelen cassette is opgenomen met
Dolby ruisonderdrukking, kunt u de bandruis
onderdrukken door de DOLBY NR toets in te
drukken zodat de aanduiding “DOLBY NR”
oplicht.
Voor het Doet u het volgende
Stoppen met Druk op de π stoptoets (p op
afspelen de afstandsbediening).
Vooruitspoelen Druk op de ) toets van de
afstandsbediening tijdens het
afspelen van de voorkant of op
de 0 toets tijdens het
afspelen van de achterkant van
de cassette.
Terugspoelen Druk op de 0 toets van de
afstandsbediening tijdens het
afspelen van de voorkant of op
de ) toets tijdens het afspelen
van de achterkant van de
cassette.
Uitnemen van Druk op de § toets.
de cassette
Bijregelen van Draai aan de VOLUME regelaar
de geluidssterkte (of druk op de VOLUME +/–
toets van de
afstandsbediening).
Afspelen van een cassette
(vervolg)
DOLBY NR
Basisbediening
19
NL
1 Druk op de § toets en plaats een
bespeelde cassette in deck A en een
voor opnemen geschikte cassette in
deck B.
2 Druk op de HI DUB toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan.
3 Kies met de DIRECTION schakelaar
de A instelling voor het opnemen
op één cassettekant of de ß (of
RELAY) instelling voor opnemen op
beide cassettekanten.
4 Druk op de REC PAUSE/START
toets.
Het kopiëren begint.
Stoppen met kopiëren
Druk op de π stoptoets van deck A of B.
Tips
Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin
dan aan de voorkant van de cassette met
opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt
het opnemen zodra het einde van die kant is
bereikt.
Als u de DIRECTION schakelaar op ß zet en de
cassettes in de decks een verschillende lengte
hebben, zullen de cassettes onafhankelijk van
elkaar op de andere kant overschakelen. Als u de
schakelaar op RELAY zet, schakelen beide
cassettes gelijktijdig op de andere kant over.
Instellen van de DOLBY NR schakelaar is niet
nodig. De cassette in deck B wordt automatisch
van dezelfde codering voorzien, d.w.z. met/
zonder Dolby, als de cassette in deck A.
Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby
ruisonderdrukking uitgeschakeld en de
DIRECTION schakelaar wordt (van A of
RELAY) teruggezet op ß.
Met de kant
voor weergave/
opname naar u
toe gericht
Kopiëren van band-
opnamen (dubbing)
— Kopiëren met hoge snelheid
U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II
(CrO2-band) cassettes gebruiken. Het
opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
1
41
3
2
+
0
g
)
≠ +
+
1
2
3
4
5
§
§ §
·
ª · π ª · π
∏
π
DOLBY NR
π
π
§
20
NL
/ Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u tijdens normale
weergave of in de stopstand op deze
toets drukt, verandert de aanduiding in
het uitleesvenster als volgt:
Tijdens normale weergave
n Verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk
µ
Resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk
µ
Resterende speelduur van de huidige
compact disc (1 DISC stand) of “--.--”
aanduiding (ALL DISCS stand)
µ
Titel van het weergegeven muziekstuk*
µ
Normale klok (wordt acht seconden
aangegeven)
µ
Naam van het effect (P FILE) of “EFFECT
ON (OFF)”
In de stopstand
n Titel van de CD*
µ
Naam van de artiest(en)*
µ
Totaal aantal muziekstukken en totale
speelduur**
µ
Normale klok (wordt acht seconden lang
aangegeven)
µ
Naam van het effect (P FILE) of “EFFECT
ON (OFF)”
* Alleen met CD TEXT discs (maar bepaalde letters
kunnen niet worden aangegeven). Als er meer dan
20 muziekstukken op de disc zijn, zal er geen CD
TEXT meer getoond worden vanaf muziekstuk 21.
**Wanneer u kiest voor programma-weergave,
verschijnt het nummer van het laatste muziekstuk
in uw programma en het totale aantal
geprogrammeerde nummers (het aantal stappen)
in uw programma.
Tips
Door de DISPLAY toets op de audio/video-
regelversterker 2 seconden of langer ingedrukt te
houden, schakelt u de spectrum-analyzer AAN/
UIT.
Gebruik van het CD
uitleesvenster
In het uitleesvenster kunt u de resterende
speelduur van het weergegeven muziekstuk
of de gehele compact disc controleren.
Als er een CD TEXT disc is geplaatst, kunt u
de tekst daarvan, zoals de disc-titel,
muziektitels en de naam van de artiest(en) in
het uitleesvenster zien. Zodra het apparaat
een geplaatste CD TEXT disc waarneemt,
verschijnt de aanduiding “CD TEXT” in het
uitleesvenster.
Compact disc speler
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
+
0
g
)
≠ +
+
DISPLAY
21
NL
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
Herhaalde weergave van
muziekstukken op CD
–– REPEAT weergave
Met de herhaalfunctie kunt u een enkele compact disc
of alle CD’s laten herhalen met normale weergave,
willekeurige weergave of programma-weergave.
Willekeurige weergave
van muziekstukken op CD
–– SHUFFLE weergave
Alle muziekstukken van een compact disc of
van alle compact discs kunnen in
willekeurige volgorde worden weergegeven.
1 Druk op de CD toets en leg een
compact disc in de disc-lade.
2
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets
tot de aanduiding “1 DISC SHUFFLE” of
“ALL DISCS SHUFFLE” verschijnt.
Bij “ALL DISCS” worden de muziekstukken van
alle CD’s in willekeurige volgorde weergegeven.
Bij “1 DISC” worden de muziekstukken van de
CD waarvan de DISC indicator groen oplicht in
willekeurige volgorde weergegeven.
3 Druk op de · toets.
Dan begint het afspelen in willekeurige volgorde.
1/u
(Aan/uit-schakelaar)
/
Druk tijdens CD-weergave op de REPEAT
toets tot de aanduiding “REPEAT” verschijnt.
De herhaalde weergave begint. Volg de
onderstaande aanwijzingen voor het
omschakelen van de herhaalfunctie.
Uitschakelen van de herhaalfunctie
Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat
de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in
het uitleesvenster dooft.
Opmerking
De ALL DISCS herhaalfunctie werkt niet tijdens
weergave in willekeurige volgorde.
3
21
+
0
g
)
≠ +
+
1
2
3
4
5
§
§ §
·
ª · π ª · π
∏
π
DISC 1~5
+
0
g
)
≠ +
+
REPEAT
PLAY MODE
Voor het Drukt u net zovaak op
herhalen van
Alle muziekstukken op
de PLAY MODE toets tot
de weergegeven CD, tot
het uitleesvenster “1 DISC”
5 maal achtereen
aangeeft.
Alle muziekstukken op
de PLAY MODE toets tot
alle compact discs,
het uitleesvenster “ALL
tot 5 maal achtereen
DISCS” aangeeft.
Een enkel
de REPEAT toets tot het
muziekstuk
uitleesvenster “REPEAT 1”
aangeeft, tijdens weergave van
het te herhalen muziekstuk.
wordt vervolgd
22
NL
Programma-
weergave van
muziekstukken op CD
–– PROGRAM weergave
U kunt uw eigen muziekselectie samenstellen
door maximaal 32 nummers van alle CD’s te
programmeren in de volgorde waarin u de
muziek wilt horen.
1/u
(Aan/uit-schakelaar)
3
7
5
4
1
Uitschakelen van de willekeurige
weergave
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot
de aanduiding “SHUFFLE” of “PROGRAM”
in het uitleesvenster dooft.
Kiezen van een gewenste compact
disc
Druk op de DISC 1-5 toets.
Tips
Ook tijdens normale weergave kunt u
overschakelen op willekeurige weergave, door op
de PLAY MODE toets te drukken totdat er
“SHUFFLE” in het uitleesvenster verschijnt.
Om een ongewenst muziekstuk over te slaan,
draait u de instelknop naar rechts (of drukt u op
de + toets van de afstandsbediening).
Willekeurige weergave van
muziekstukken op CD
(vervolg)
+
0
g
)
≠ +
+
1
2
3
4
5
§
§ §
·
ª · π ª · π
∏
π
π
2
23
NL
3
PROGRAM
1 Druk op de CD toets en leg een
compact disc in de disc-lade.
2 Druk net zovaak op de PLAY
MODE toets tot de aanduiding
“PROGRAM” verschijnt.
3 Druk op een van de DISC 1-5
toetsen om in te stellen op de CD
met het gewenste muziekstuk.
Om de muziekstukken op een CD in één
keer alle tegelijk te programmeren, gaat
u direct door met stap 5.
4 Draai aan de instelknop tot het
gewenste muziekstuk in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
5 Druk op de ENTER toets.
Het gekozen muziekstuk is nu in uw
muziekprogramma opgenomen. Het
uitleesvenster toont het laatst
geprogrammeerde muziekstuknummer
en het totale aantal geprogrammeerde
muziekstukken, gevolgd door de totale
speelduur.
6 Voor elk muziekstuk dat u aan uw
muziekprogramma wilt toevoegen,
herhaalt u de stappen 3 t/m 5.
Voor het kiezen van een volgend
muziekstuk van dezelfde compact
disc kunt u stap 3 achterwege laten.
7 Druk op de · weergavetoets.
Alle geprogrammeerde muziekstukken worden
dan in de door u gekozen volgorde afgespeeld.
Nummer van CD
Nummer van muziekstuk
Uitschakelen van de programma-
weergave
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot
de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE”
dooft.
Totale speelduur
Het laatst geprogrammeerde
muziekstuknummer
Voor het Doet u het volgende
Controleren van Druk meermalen op de
het programma CHECK toets van de
afstandsbediening. Nadat
het laatste muziekstuk is
getoond, verschijnt
“CHECK END”.
Wissen van het Druk in de stopstand op
laatste muziekstuk de CLEAR toets van de
in het afstandsbediening.
muziekprogramma
Wissen van een Druk net zovaak op de
bepaald muziekstuk CHECK toets van de
in het afstandsbediening tot het
muziekprogramma nummer van het
muziekstuk dat u wilt
wissen wordt getoond en
druk vervolgens op de
CLEAR toets.
Toevoegen van een 1 Kies de compact disc met
muziekstuk aan uw de DISC 1-5 toetsen.
muziekprogramma 2 Kies het muziekstuk met
de instelknop.
3 Druk op de ENTER toets.
Wissen van het Druk in de stopstand
gehele éénmaal, of tijdens
muziekprogramma weergave tweemaal, op
de π stoptoets.
Tips
Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft
ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een
druk op de · toets kunt u hetzelfde programma
dus nogmaals weergeven.
• Als tijdens programmeren in plaats van de totale
speelduur “--.--” verschijnt, betekent dit:
dat u een muziekstuknummer boven de 20 heeft
geprogrammeerd, of dat.
de totale geprogrammeerde speelduur meer
bedraagt dan 100 minuten.
PROGRAM
24
NL
Handmatig opnemen
3 Druk op de REC PAUSE/START
opnametoets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan. De · indicator (voor de
voorkant van de cassette) licht op.
4 Kies met de DIRECTION schakelaar
de A instelling voor het opnemen
op één cassettekant of de ß (of
RELAY) instelling voor opnemen op
beide cassettekanten.
5 Druk nogmaals op de REC PAUSE/
START toets.
Het opnemen begint.
6 Begin met de weergave van de
geluidsbron die u wilt opnemen.
Voor het Doet u het volgende
Stoppen met Druk op de π stoptoets
opnemen van deck B.
Kort onderbreken Druk op de REC PAUSE/
(pauzeren) van START toets.
de opname
Tips
Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen
met opnemen, druk dan op de ª achterkant-
weergavetoets zodat de ª (achterkant) indicator
oplicht.
Om storende bandruis in zacht doorkomende
hoge frequenties te onderdrukken, drukt u op de
DOLBY NR schakelaar nadat u in stap 3 op de
REC PAUSE/START opnametoets heeft gedrukt,
zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR” oplicht.
In de opnamepauzestand (na indrukken van de
REC PAUSE/START opnametoets in stap 3 en
vóór nogmaals indrukken hiervan in stap 5) kunt
u de instelknop gebruiken om op de CD-speler de
gewenste muziekstukken te kiezen.
Opmerking
Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby
ruisonderdrukking uitgeschakeld en de
DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY)
teruggezet op ß.
U kunt een compact disc, cassette of radio-
uitzending opnemen. Bij handmatig opnemen
kunt u naar wens muziekstukken overslaan
of bijvoorbeeld in het midden van de cassette
beginnen met opnemen. Het opnameniveau
wordt automatisch ingesteld.
1 Steek een voor opnemen geschikte
cassette in deck B.
2 Druk op een van de geluidsbron-
keuzetoetsen voor de geluidsbron
die u wilt opnemen (bijv. “CD” voor
het opnemen van een compact disc).
Cassettedeck
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
2
+
0
g
)
≠ +
+
1
2
3
4
5
§
§ §
·
ª · π ª · π
∏
π
DOLBY NR
ª
π
1
4
3,5
25
NL
3
PROGRAM
+
0
g
)
≠ +
+
1
2
3
4
5
§
§ §
·
ª · π ª · π
∏ π
DOLBY NR
EDIT
π
Geprogrammeerde
opname van een CD
— Programma-montage
1 Leg een of meer compact discs in de
disc-lade en steek een voor opnemen
geschikte cassette in deck B.
2 Druk op de CD toets.
3 Druk enkele malen op de PLAY
MODE toets totdat de aanduiding
“PROGRAM” in het uitleesvenster
verschijnt.
4 Druk op een van de DISC 1-5
toetsen om in te stellen op de CD
met het gewenste muziekstuk.
5 Draai aan de instelknop tot het
gewenste muziekstuk in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
6 Druk op de ENTER toets.
Het gekozen muziekstuk is nu in uw
muziekprogramma opgenomen. Het
uitleesvenster toont het laatst
geprogrammeerde muziekstuknummer
en het totale aantal geprogrammeerde
muziekstukken, gevolgd door de totale
speelduur.
7 Voor elk muziekstuk dat u aan uw
muziekprogramma voor
cassettekant A wilt toevoegen,
herhaalt u de stappen 4 t/m 6.
Voor het kiezen van een volgend
muziekstuk van dezelfde compact disc
kunt u stap 4 achterwege laten.
Nummer van CD
Nummer van muziekstuk
U kunt de muziekstukken van alle compact
discs in een zelf gekozen volgorde opnemen.
Bij het programmeren van de nummers dient
u te zorgen dat de totale speelduur van de
gekozen muziekstukken niet langer wordt
dan de betreffende cassettekant.
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
11
1
2
4
6
10
12
5
3
wordt vervolgd
Totale speelduur
PROGRAM
Het laatst geprogrammeerde
muziekstuknummer
8
26
NL
Geprogrammeerde opname van
een CD (vervolg)
8 Druk op de (P toets op de
afstandsbediening) om een pauze
in te voegen. Deze pauze geeft het
einde van het muziekprogramma
voor cassettekant A aan.
De letter “P” verschijnt en de totale
speelduur komt op “0.00” te staan.
9 Voor het programmeren van de
muziekstukken bestemd voor
opname op cassettekant B, herhaalt
u de stappen 5 en 6 indien het
muziekstukken van dezelfde disc
betreft of anders de stappen 4 t/m 6.
10 Druk op de CD SYNC toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan en de CD-speler komt in de
weergavepauzestand te staan. De
indicator · (voor de voorkant van de
cassette) licht op.
11 Kies met de DIRECTION schakelaar
de A instelling voor het opnemen
op één cassettekant of de ß (of
RELAY) instelling voor opnemen
op beide cassettekanten.
12 Druk op de REC PAUSE/START
toets.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de π stoptoets van deck B of van de
CD-speler.
Controleren van de op te nemen
muziekstukken
Druk meermalen op de CHECK toets van de
afstandsbediening. Nadat het laatste
muziekstuk is aangegeven, verschijnt de
aanduiding “CHECK END”.
Uitschakelen van de programma-
montage
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot
de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE”
verdwijnt.
Tip
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge
frequenties te onderdrukken, drukt u na de CD
SYNC toets op de DOLBY NR toets tot in het
uitleesvenster “DOLBY NR” verschijnt.
Automatische selectie
van de vereiste
bandlengte
— Bandlengte-montage
U kunt de CD-speler de geschikte bandlengte
voor het opnemen van een bepaalde compact
disc laten bepalen en aangeven, zodat u de
disc automatisch op een passende cassette
kunt opnemen. De CD-speler kan echter geen
passende cassette bepalen voor compact discs
met meer dan 20 muziekstukken.
1 Plaats een compact disc.
2 Druk op de CD toets.
3
Druk eenmaal op de EDIT toets (EDIT/
PTY op het Europese model), zodat de
aanduiding “EDIT” gaat knipperen.
De vereiste bandlengte voor het opnemen
van de gekozen compact disc verschijnt,
gevolgd door de totale speelduur voor
achtereenvolgens cassettekant A en B.
Opmerkingen
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer u al
muziekstukken heeft geprogrammeerd. Voor het
gebruik moet u eerst de programma-weergave
uitschakelen door enkele malen op de PLAY
MODE toets te drukken tot de aanduiding
“PROGRAM” of “SHUFFLE” uit het
uitleesvenster verdwijnt.
Deze functie werkt niet wanneer de totale speelduur
van de compact disc minder is dan 1 minuut.
Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby
ruisonderdrukking uitgeschakeld en de
DIRECTION schakelaar wordt (van A of
RELAY) teruggezet op ß.
27
NL
Bijregelen van het
geluid
Instellen van de weergave
Extra vermogen voor het
totaalgeluid (GROOVE)
Druk op de GROOVE toets. De geluidssterkte
wordt verhoogd, de DBFB basversterking
komt op volle sterkte te staan, de instelling
van de grafiek-toonregeling verandert en de
GROOVE toets licht op. Druk nogmaals op de
GROOVE toets om weer terug te keren naar
de oorspronkelijke geluidssterkte.
Opmerkingen
Als de bassen in de muziek erg luid zijn en u dan
de DBFB basversterkingsfunctie gebruikt samen
met de akoestiekregeling, kan het geluid
vervormd klinken. Als dit het geval is, zet u de
DBFB basversterkingsfunctie op “
DBFB
” of “OFF”,
of schakelt u het akoestiekeffect uit (blz. 28).
Bij het uitschakelen van de GROOVE functie komt
de DBFB basversterkingsfunctie op “
DBFB
” te
staan en de grafiek-toonregeling in de
neutraalstand (geen bijregeling). Om de DBFB
functie uit te schakelen, drukt u net zovaak op de
DBFB toets tot de aanduiding verdwijnt.
Luisteren via een hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
aansluiting. Wanneer de hoofdtelefoon is
aangesloten, zal er geen geluid via de
luidsprekers te horen zijn.
Opmerking
Als u een “superwoofer” ultralagetonen-
luidspreker hebt aangesloten, zal deze ook bij
luisteren via een hoofdtelefoon nog steeds geluid
weergeven. Schakel bij luisteren via een
hoofdtelefoon de “superwoofer” ultralaag-
luidspreker uit.
+
0
g
)
≠ +
+
GROOVE
DBFB
PHONES
U kunt het weergegeven geluid meer kracht
geven door de bassen of het gehele
klankbeeld extra te versterken. Ook is er een
hoofdtelefoon-aansluiting om te luisteren
zonder anderen te storen.
Extra versterken van de bassen
(DBFB)
Druk op de DBFB* toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
als volgt:
* DBFB = Dynamic Bass Feedback (Dynamische
basversterking)
n DBFB NORMAL (
DBFB
)
µ
DBFB HIGH (
DBFB
)
µ
DBFB OFF (geen basversterking)
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
28
NL
Uitschakelen van het akoestiek-
effect
Druk enkele malen op de EFFECT toets van
de afstandsbediening, zodat de aanduiding
“EFFECT OFF” in het uitleesvenster oplicht.
Akoestiek-menu
De aanduiding “
SUR
” verschijnt als u een
akoestiek-instelling kiest met ruimtelijk
rondom-effect.
Effect
ROCK
POP
SOUL
HOUSE
R&B
ACTION
ROMANCE
SF
DRAMA
SPORTS
SHOOTING
RACING
RPG
BATTLE
ADVENTURE
P FILE 1~5
Voor
Standaard muziekbronnen
Geluid van speelfilms en
speciale luistersituaties
Videospelletjes
Eigen instellingen (Personal
file)*
* U kunt ook zelfgemaakte akoestiek-instellingen in
het geheugen vastleggen (zie “Vastleggen van uw
eigen akoestiek-instellingen” op blz. 32).
Tip
Bij gebruik van de afstandsbediening kunt u met de
V/v toetsen het laatst gekozen akoestiekeffect
aangeven, om daarna desgewenst een nieuw effect
uit het akoestiekmenu te kiezen.
Kiezen van een
akoestiek-instelling
Met behulp van het akoestiek-menu kunt u
het klankbeeld aanpassen aan de muziek
waar u naar luistert.
Keuze van een effect uit
het akoestiek-menu
1 Druk op de FILE SELECT toets.
Het laatst gekozen akoestiekeffect
verschijnt in het uitleesvenster.
2 Gebruik de instelknop om het
gewenste akoestiekeffect te kiezen.
De naam van het akoestiekeffect
verschijnt in het uitleesvenster.
Zie de tabel onder “Akoestiek-menu” in
de kolom hiernaast.
3 Druk op de ENTER toets.
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
23
1
+
0
g
)
≠ +
+
29
NL
Omschakelen van de
helderheid van het
uitleesvenster
Tijdens het luisteren naar muziek kunt u de
helderheid van het uitleesvenster naar wens
aanpassen.
/ Druk op de DIMMER toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
DIMMER ON
DIMMER OFF
Weergave met een
ruimtelijk effect
U kunt de muziek weergeven met een fraai
ruimtelijk akoestiekeffect.
)0P
+=p
·
·ª
·ª
·
p
DIMMER
V
v
bB
V
v
bB
)0P
·
p
DSP
/ Druk enkele malen achtereen op de
DSP toets om in te stellen op het
gewenste akoestiekeffect.
SURROUND ON: Voor weergave van
stereo geluidsbronnen met een ruimtelijk
effect.
HALL: Voor het simuleren van de
akoestiek van een concertzaal.
THEATER: Voor het simuleren van de
akoestiek van een theaterzaal of kleine
bioscoop.
ENHANCED THEATER: Voor het
simuleren van de akoestiek van een
grote bioscoop.
DSP OFF: Voor weergave zonder
ruimtelijk akoestiekeffect.
Tip
Als u het effect met een bepaalde geluidsbron altijd
wilt gebruiken, kunt u het vastleggen in het
geheugen (zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-
instellingen” op blz. 32).
Opmerking
Wanneer u een ander akoestiekeffect kiest, zal het
ruimtelijk SURROUND effect meestal worden
uitgeschakeld.
˜
30
NL
Genieten van Dolby
Pro Logic akoestiek
U kunt genieten van de ruimtelijke Dolby Pro
Logic Surround akoestiek met voorbespeelde
videobanden die zijn voorzien van een Dolby
Surround geluidsspoor (en het q
beeldmerk). Zorg eerst voor de juiste
luidspreker-opstelling en bijregeling
(zie blz. 7).
/ Druk tijdens het afspelen van een
geluidsbron op de PRO LOGIC
toets.
Het lampje van de PRO LOGIC toets op
het voorpaneel licht op.
Uitschakelen van de Dolby Pro
Logic Surround akoestiek
Druk nogmaals op de PRO LOGIC toets
zodat het lampje van de PRO LOGIC toets op
het voorpaneel dooft.
Opmerkingen
De Dolby Pro Logic Surround akoestiek kan niet
tegelijk met de DSP akoestiekverruiming worden
gebruikt.
Voor opnemen van het geluid dient u de Dolby
Pro Logic Surround akoestiek altijd uit te
schakelen.
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
+
0
g
)
≠ +
+
PRO LOGIC
31
NL
)0P
+=p
·
·ª
·ª
·
p
V
v
b
B
Bijregelen met de
grafiek-toonregeling
Met de grafiek-toonregeling kan het niveau
van de diverse frequentiebanden naar wens
verhoogd of verlaagd worden.
Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde
akoestiek-instelling die gebruikt wordt als
basis voor de bijregeling van de klank.
3
Druk eerst op
B
of
b
om een
frequentieband te kiezen en dan op
V
of
v
om de gekozen frequentieband
naar wens bij te regelen.
4 Druk op de ENTER toets.
Opmerking
Als u een andere akoestiek-instelling kiest uit het
menu, komt de gemaakte bijregeling te vervallen
(dit is niet het geval als “EFFECT OFF” wordt
gekozen). Wilt u de instellingen bewaren voor
toekomstig gebruik, leg deze dan vast in het
geheugen van de stereo-installatie. (Zie “Vastleggen
van uw eigen akoestiek-instellingen” op blz. 32.)
1 Kies de akoestiek-instelling die
gebruikt wordt als basis voor de
bijregeling (zie de paragraaf
“Kiezen van een akoestiek-
instelling” op blz 28).
2 Druk op de GEQ toets.
2
3
3
1
DISCS
ALL
4
32
NL
2 Druk op de P FILE toets.
Er knippert een nummer voor het
akoestiekpatroon in het uitleesvenster.
3 Kies het gewenste nummer (P FILE)
voor het akoestiekpatroon met de B
of b toets.
4 Druk op de ENTER toets.
Het bijgeregelde akoestiekeffect is nu
vastgelegd onder het gekozen nummer.
Het voorheen op deze plaats vastgelegde
akoestiekpatroon wordt gewist en
vervangen door de nieuwe instellingen.
Vastleggen van uw eigen
akoestiek-instellingen
— PERSONAL FILE functie
Na het samenstellen van uw eigen akoestiek-
instellingen (met behulp van de grafiek-
toonregeling en het ruimtelijk rondom-effect)
kunt u deze in het geheugen van de stereo-
installatie vastleggen. Zo kunt u telkens voor de
weergave van een favoriete radio-uitzending,
cassette of compact disc het bijbehorende
akoestiekpatroon oproepen. U kunt vijf
zelfgemaakte akoestiekinstellingen vastleggen.
Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde
akoestiekinstelling om die te gebruiken als
basis voor de bijregeling van het geluid.
1 Regel de akoestiekinstelling bij met
behulp van de grafiek-toonregeling
en het ruimtelijk rondom-effect.
(Zie “Bijregelen met de grafiek-
toonregeling ” op blz. 31,
“Weergave met een ruimtelijk
effect” op blz. 29 en “Kiezen van een
akoestiek-instelling” op blz. 28.)
4
3
2
)0P
+=p
·
·ª
·ª
·
p
V
v
bB
33
NL
Extra functies
Gebruik van het
Radio Data Systeem
(RDS)
(Alleen voor het Europese model)
Welke mogelijkheden biedt het
RDS informatiesysteem?
De RDS (Radio Data Systeem) is een digitaal
radio-informatiesysteem waarmee
radiozenders naast de gewone radio-
uitzendingen allerlei nuttige informatie
kunnen uitzenden. De ingebouwde tuner
biedt enkele handige RDS functies, zoals de
aanduiding van de naam van de radiozender
in het uitleesvenster en het opzoeken van
radiozenders aan de hand van het soort
programma dat ze uitzenden. De RDS is
alleen beschikbaar voor FM zenders.*
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet
goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende
is.
* Niet alle FM radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet
alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere
bijzonderheden omtrent de in uw woongebied
beschikbare RDS informatie kunt u het best
contact opnemen met de plaatselijk actieve
radiozenders.
Ontvangst van RDS
uitzendingen
/ Kies eenvoudigweg een radiozender
uit de FM band.
Bij afstemming op een zender die
RDS informatie uitzendt, zal
automatisch de zendernaam samen
met de RDS indicator in het
uitleesvenster verschijnen.
1/u
(Aan/uit-
schakelaar)
1
3,5
wordt vervolgd
+
0
g
)
≠ +
+
§
DISPLAY
2,4
Aangeven van RDS informatie in
het uitleesvenster
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets
drukt, verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
n Zendernaam**
µ
Afstemfrequentie
µ
Programmatype**
µ
Tijdsaanduiding
µ
Akoestiekpatroon (P FILE) of
“EFFECT ON (OFF)”
**Als er geen RDS informatie wordt ontvangen, kan
de zendernaam en het programmatype niet in het
uitleesvenster worden aangegeven.
Tips
Door de DISPLAY toets op de audio/video-
regelversterker 2 seconden of langer ingedrukt te
houden, schakelt u de spectrum-analyzer AAN/UIT.
Opzoeken van een
radiozender aan de hand van
het programmatype (PTY)
U kunt een radiozender van uw keuze uit de
FM afstemband opzoeken door in te stellen
op het gewenste programmatype. De tuner
stemt dan af op een uitzending van het
gekozen type, verzorgd door een van de FM
RDS zenders die zijn vastgelegd in het
afstemgeheugen van de tuner.
34
NL
Gebruik van het Radio Data
Systeem (RDS) (vervolg)
1 Druk tijdens het luisteren naar de
radio op de EDIT/PTY toets.
2 Draai aan de instelknop om in te
stellen op het programmatype dat u
wilt horen. Zie het onderstaande
“Overzicht van de programmatypes”
waaruit u kunt kiezen.
3 Druk op de ENTER toets.
De tuner doorloopt dan de vooringestelde
FM RDS radiozenders, op zoek naar het
gekozen soort programma (hierbij
verschijnen afwisselend de aanduidingen
“SEARCH” en het gekozen programmatype).
Wanneer de tuner het soort programma vindt
dat u hebt gekozen, gaat het
voorkeurzendernummer knipperen.
4 Draai aan de instelknop om de
gewenste voorkeurzender in het
uitleesvenster aan te geven.
5 Druk nogmaals op de ENTER toets
terwijl het voorkeurzendernummer
nog knippert.
Uitschakelen van de PTY
programmatype-zoekfunctie
Druk nogmaals op de EDIT/PTY toets.
Overzicht van de programmatypes (PTY)
NEWS (nieuws)
Nieuwsbulletins.
AFFAIRS (actualiteiten)
Actualiteiten-programma’s die op de
achtergronden van het huidige nieuws ingaan.
INFORMATION (informatie)
Uitzendingen over consumentenzaken,
medisch advies.
SPORT (sport)
Sportverslagen, uitslagen e.d.
EDUCATION (educatie)
Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden, praktische tips en
advies op allerlei gebied.
DRAMA (toneel)
Hoorspelen en radioseries.
CULTURE (cultureel)
Programma’s over nationale en regionale
cultuur.
SCIENCE (wetenschap)
Programma’s over natuurwetenschappen
en technologie.
VARIED (gevarieerd)
Gevarieerd amusement, zoals interviews
met bekende persoonlijkheden,
quizprogramma’s en komedies.
POP (popmuziek)
Populaire muziek.
ROCK (rockmuziek)
Moderne serieuze muziek.
EASY MUSIC (achtergrondmuziek)
Easy listening muziek.
L. CLASSICAL (licht klassiek)
Lichte klassieke muziek voor een breed publiek
zowel vocale als instrumentale muziek.
S. CLASSICAL (serieus klassiek)
Uitvoeringen van klassieke orkestwerken,
kamermuziek, opera, enz..
OTHER MUSIC (andere muziek)
Muziek die niet is onder te brengen in één
van de andere muzikale categorieën,
rhythm-and-blues, reggae, enz.
WEATHER
Weerbericht.
FINANCE
Beursberichten, financieel en zakennieuws.
CHILDREN
Kinderprogramma’s.
SOCIAL
Programma’s over mensen en hun bezigheden.
RELIGION
Programma’s over godsdienst en
religieuze zaken.
PHONE IN
Programma’s waarin luisteraars via de telefoon
of in een publiek forum kunnen reageren.
TRAVEL
Programma’s over reizen. Niet voor
aankondigingen die met de TP/TA
35
NL
verkeersinformatiefuncties te vinden zijn.
LEISURE
Programma’s over vrijetijdsbesteding en
hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d.
JAZZ
Jazz en geïmproviseerde muziek.
COUNTRY
Country & western muziek.
NATION
Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald gebied.
OLDIES
Hits van vroeger.
FOLK
Volksmuziekprogramma’s.
DOCUMENTARY
Documentaires.
ALARM TEST
Testsignaal voor nooduitzendingen.
ALARM-ALARM
Nooduitzendingen.
NONE (onbepaald)
Ieder type uitzending dat niet onder een
van de bovengenoemde categorieën valt.
Opmerking
De aanduiding “NO PTY” zal verschijnen als er
geen zender is die het door u gekozen
programmatype uitzendt.
Met muziek in slaap
vallen
— Sluimerfunctie
U kunt de stereo-installatie na een zelf te
kiezen periode automatisch laten
uitschakelen, zodat u gerust met muziek in
slaap kunt vallen (dit noemen we de
sluimerfunctie). De sluimerduur is instelbaar
in stappen van 10 minuten.
/ Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de minuten-aanduiding (de
sluimerduur of tijd tot het uitschakelen)
als volgt:
AUTO n 90min n 80min n 70min
n
n 10min n OFF n AUTO
Als u de “AUTO” instelling kiest
De stereo-installatie wordt uitgeschakeld
wanneer de huidige compact disc of cassette
is afgelopen (maximaal na 100 minuten).
Controleren van de resterende
sluimertijd
Druk eenmaal op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Wijzigen van de sluimertijd tijdens
gebruik van de sluimerfunctie
Kies weer de gewenste tijd tot het
uitschakelen met de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Uitschakelen van de
sluimerfunctie
Druk net zovaak op de SLEEP toets van de
afstandsbediening tot de aanduiding “SLEEP
OFF” verschijnt.
·
·ª
SLEEP
36
NL
Met muziek gewekt worden
— Wekfunctie
U kunt de stereo-installatie automatisch op een
vooraf gekozen tijdstip laten inschakelen, zodat u
’s ochtends met muziek gewekt wordt. Voor het
gebruik van deze wekfunctie moet wel eerst de
ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld
(zie “Stap 3: Gelijkzetten van de klok”).
1 Breng de geluidsbron waarmee u
gewekt wilt worden in gereedheid.
Compact disc: Leg een CD in de disc-
lade. Als u wilt beginnen met een
bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie “Programma-
weergave van muziekstukken op CD”).
Cassette: Steek een cassette in het deck met
de gewenste cassettekant naar u toe gericht.
Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Stap 4: Vastleggen
van uw favoriete radiozenders”).
2 Stel de geluidssterkte in.
3
Druk op de CLOCK/TIMER toets.
De aanduiding “SET (DAILY 1)” verschijnt.
4 Druk op de V of v toets en kies
DAILY 1 of DAILY 2. Druk
vervolgens op de ENTER toets.
9
De aanduiding “ON” verschijnt en de uren-
cijfers voor de inschakeltijd gaan knipperen.
5
Stel het tijdstip in waarop u door de
stereo-installatie gewekt wilt worden.
Druk op de
V
of
v
toets om het gewenste uur in
te stellen en druk op de ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Druk op de V of v toets om de gewenste minuut
in te stellen en druk op de ENTER toets.
Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu voor
de uitschakeltijd.
6 Stel op dezelfde wijze de tijd in
waarop u de stereo-installatie weer
automatisch wilt laten uitschakelen.
7
Druk op de
V
of
v
toets om de geluidsbron
te kiezen waarmee u gewekt wilt worden.
De aanduiding van de geluidsbron
verspringt als volgt:
n TUNER ˜ CD PLAY N
n TAPE PLAY N
8 Druk op de ENTER toets.
In het uitleesvenster verschijnen nu de
geldende wekfunctie (DAILY 1 of DAILY 2)
en dan de door u gekozen inschakeltijd, de
uitschakeltijd en de geluidsbron, gevolgd
door de oorspronkelijke aanduidingen.
9 Schakel de stereo-installatie uit.
Controleren van de wekfunctie-
instellingen
Druk op de TIMER SELECT toets en dan op
de V of v toets om “DAILY 1” of “DAILY 2” te
kiezen. Druk vervolgens op de ENTER toets.
Om de instellingen te wijzigen, volgt u weer
de aanwijzingen vanaf stap 1.
Uitschakelen van de schakelklok-
wekfunctie
Druk op de TIMER SELECT toets en dan op de V of v toets
tot de aanduiding “TIMER OFF” in het uitleesvenster
verschijnt. Druk vervolgens op de ENTER toets.
Tip
15 seconden voordat de ingestelde tijd wordt bereikt,
zal de stereo-installatie worden ingeschakeld.
)0P
+=p
·
·ª
·ª
·
p
V
v
bB
TIMER SELECT
3
2
4,5,8
4,5,8
1
1
37
NL
U kunt de schakelklok instellen voor het op
cassette opnemen van een radio-uitzending op een
bepaalde tijd, maar dan moet de radiozender wel
in het afstemgeheugen zijn vastgelegd (zie “Stap 4:
Vastleggen van uw favoriete radiozenders”) en
moet de klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie
“Stap 3: Gelijkzetten van de klok”).
Schakelklok-opname
van radio-uitzendingen
6
3,4
3,4
7
)0P
+=p
·
·ª
·ª
·
p
V
v
bB
TIMER SELECT
4 Stel het tijdstip in waarop u wilt
beginnen met opnemen.
Druk op de V of v toets om het uur in te
stellen en druk op de ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
opname-aanvangstijd knipperen.
Druk op de V of v toets om de minuut in
te stellen en druk op de ENTER toets.
Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu
voor de uitschakeltijd.
5 Stel op dezelfde wijze de tijd in waarop
u de stereo-installatie weer automatisch
wilt laten stoppen met opnemen.
In het uitleesvenster verschijnen nu de
door u gekozen inschakeltijd, de
uitschakeltijd, en het nummer van de
voorkeurzender, gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen.
6 Steek een voor opnemen geschikte
cassette in deck B.
7 Schakel de stereo-installatie uit.
Wanneer het opnemen begint, wordt de
geluidsweergave automatisch gedempt.
Controleren van de
schakelklokopname-instellingen
Druk op de TIMER SELECT toets en dan op
de V of v toets om “REC” te kiezen. Druk
vervolgens op de ENTER toets. Om de
instellingen te wijzigen, volgt u weer de
aanwijzingen vanaf stap 1.
Uitschakelen van de schakelklok-
functie
Druk op de TIMER SELECT toets en dan op
de V of v toets tot de aanduiding “TIMER
OFF” in het uitleesvenster verschijnt. Druk
vervolgens op de ENTER toets.
Opmerking
Als de stereo-installatie op de ingestelde opname-
aanvangstijd reeds ingeschakeld is, zal er geen
opname plaatsvinden.
1
Stem af op de voorkeurzender waarvan
u een uitzending wilt opnemen (zie
“Luisteren naar de radio” op blz. 14).
2 Druk op de CLOCK/TIMER toets.
De aanduiding “SET (DAILY 1)” verschijnt.
3
Druk op de
V
of
v
toets en kies “REC”.
Druk vervolgens op de ENTER toets.
De aanduiding “ON” verschijnt en de uren-
cijfers voor de inschakeltijd gaan knipperen.
REC
REC
38
NL
Aansluiten van een
minidisc-recorder voor
het maken van analoge
opnamen
Steek de stekkers in de aansluitbussen met
dezelfde kleur. Voor het luisteren naar de
weergave van de aangesloten minidisc-
recorder, drukt u op de MD toets.
Naar de audio-ingangen
van de minidisc-recorder
Naar de audio-uitgangen
van de minidisc-recorder
Tip
Als u een Sony minidisc-recorder aansluit, kunt u de
MD · en p toetsen op de afstandsbediening van
dit apparaat gebruiken voor de regeling van de
weergave- en stopfuncties.
Aansluiten van audio-
apparatuur
Externe apparatuur
Kies een van de volgende aansluitmethoden,
afhankelijk van de apparatuur die u heeft. Zie
voor nadere bijzonderheden tevens de
gebruiksaanwijzing van elk aan te sluiten
apparaat.
Aansluiten van een
minidisc-recorder voor
het maken van digitale
opnamen
Sluit de minidisc-recorder via een optische
kabel aan voor het maken van digitale
opnamen van CD’s op minidisc.
Naar de DIGITAL IN aansluiting van de
minidisc-recorder
39
NL
Naar de ultralaag-luidspreker
Aansluiten van een
ultralaag-luidspreker
U kunt op dit apparaat ook een los
verkrijgbare “superwoofer” ultralage-tonen
luidspreker aansluiten.
Aansluiten van een
videorecorder
Steek de stekkers in de aansluitbussen met
dezelfde kleur. Voor het luisteren naar het
geluid van de aangesloten videorecorder,
drukt u meermalen op de VIDEO/DVD toets
totdat het uitleesvenster “VIDEO” aangeeft.
Zie voor nadere bijzonderheden tevens de
gebruiksaanwijzing van het aan te sluiten
apparaat.
Naar de audio-uitgang van de videorecorder
Aansluiten van een
microfoon
Op de MIC aansluitbus kunt u een los
verkrijgbare microfoon aansluiten. Stel de
geluidssterkte van de microfoon in met de
MIC LEVEL regelaar.
+
0
g
)
≠ +
+
MIC LEVEL
MIC
Opmerking
Wanneer u een video-CD-speler wilt aansluiten,
moet u de audio-uitgangsaansluitingen van de
speler verbinden met de MD IN aansluitingen van
dit apparaat.
40
NL
Als uw DVD videospeler is
voorzien van 5.1-kanaals analoge
uitgangsaansluitingen
Zorg bij het aansluiten dat de kleuren van de
stekkers en de aansluitbussen overeenkomen.
Om te luisteren naar het geluid van de
aangesloten DVD videospeler, drukt u op de
DVD 5.1CH toets.
Voor het luisteren naar een gewoon stereo
geluidsspoor van de DVD videospeler, drukt
u nogmaals op de DVD 5.1CH toets totdat de
aanduiding “DVD” in het uitleesvenster
verschijnt.
Als uw DVD videospeler is
voorzien van gewone stereo
uitgangsaansluitingen
Zorg bij het aansluiten dat de kleuren van de
stekkers en de aansluitbussen overeenkomen.
Verbind de LINE OUT audio-uitgangen van
uw DVD videospeler met de FRONT
stekkerbussen van de DVD INPUT
ingangsaansluitingen, via een gewoon audio-
aansluitsnoer. Om te luisteren naar het geluid
van de aangesloten DVD videospeler, drukt u
op de VIDEO/DVD toets, totdat de
aanduiding “DVD” in het uitleesvenster
verschijnt.
Opmerkingen
Telkens wanneer u op de DVD 5.1CH toets drukt,
verspringt de weergavefunctie als volgt.
DVD 5.1CH
˜
DVD (gewone 2-kanaals
stereo)
U zult geen gebruik kunnen maken van de 5.1-
kanaals weergave als de aangesloten DVD
videospeler niet beschikt over 5.1-kanaals analoge
uitgangsaansluitingen.
Als er geen geluid klinkt na aansluiten van een
DVD videospeler met 5.1-kanaals analoge
uitgangen, verbind dan de LINE OUT audio-
uitgangen van uw DVD videospeler met de
VIDEO IN ingangsaansluitingen van dit apparaat
en schakel voor weergave van het DVD geluid
over op VIDEO weergave door op de VIDEO/
DVD toets te drukken totdat het uitleesvenster
“VIDEO” aangeeft.
Aansluiten van een
DVD videospeler
Naar de voorkanaal-uitgangen
van de DVD videospeler
Naar de
middenkanaal-
uitgang van de
DVD videospeler
Naar de
lagetonen-
uitgangs-
aansluiting
van de DVD
videospeler
Naar de
achterkanaal-
uitgangen van
de DVD
videospeler
0
g
+
)
≠ +
+
DVD 5.1 CH
VIDEO/DVD
41
NL
Aansluiten van
buitenantennes
Voor de beste radio-ontvangst is het
aanbevolen een of meer buitenantennes aan
te sluiten. Zie voor nadere bijzonderheden
tevens de gebruiksaanwijzing van het aan te
sluiten apparaat.
FM-antenne
Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne
aan. U kunt ook gebruik maken van een TV-
antenne.
Aansluiting type A
Aansluiting type B
IEC standaard antennestekker
(niet bijgeleverd)
75-ohm coaxiaalkabel
(niet bijgeleverd)
AM-antennes
Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter
lengte aan op de AM antenne-aansluiting.
Laat tevens de bijgeleverde AM-
kaderantenne aangesloten.
Aansluiting type A
Aansluiting type B
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
AM
FM75
COAXIAL
FM 75
AM
AM
FM75
COAXIAL
AM
Opmerking
Plaats de AM-kaderantenne zo ver mogelijk weg
van het hoofdapparaat.
42
NL
Als u een compact disc afspeelt waarvan de label-
kant plakkerig is, door lijm of andere klevende
stoffen zoals speciale inkt e.d., bestaat het gevaar
dat de CD of het label ervan blijft kleven aan het
inwendige mechanisme van dit apparaat. Dan zult
u de CD niet kunnen verwijderen en kan het
apparaat defect raken. Let voor het afspelen altijd
goed op dat de CD niet plakt.
Gebruik geen CD’s waar het volgende mis mee is:
Tweedehands of gehuurde CD’s met aan de
label-kant een etiket of sticker waarvan de
rand omkrult of de lijm voorbij de sticker uitsteekt.
De lijm kan problemen bij het afspelen geven.
CD’s met een label dat in speciale inkt is
afgedrukt; als de inkt kleverig aanvoelt mag u
de CD niet afspelen.
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant van de apparatuur schoon met een zacht
doekje, droog of licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep.
Verwijderen van het luidsprekerrooster
Gebruik beide handen en trek het luidsprekerrooster recht
naar voren, om te voorkomen dat de ribben ervan breken.
Beveiligen van uw bandopnamen
tegen per ongeluk wissen
Om een cassette tegen abusievelijk wissen te
beschermen, breekt u het wispreventienokje uit voor
cassettekant A of B waarvan u de opnamen wilt
beveiligen, zoals in de afbeelding is aangegeven.
Voorzorgsmaatregelen
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik
te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Veiligheid
Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact steekt,
blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat
lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het
apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om
deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het
apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het
stopcontact en laat het appraat eerst door een deskundige
nakijken alvorens dit weer in gebruik te nemen.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen,
laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten.
Opstelling
Zet de stereo-installatie op een plaats met voldoende ventilatie
om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen,
in het belang van een langdurige betrouwbare werking.
Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat.
Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld wordt aan:
— extreme hitte of koude
— stof of vuil
— erg veel vocht
— heftige trillingen
— directe zonnestraling.
Voorkomen van beschadiging
Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in
een warme omgeving wordt gebracht of in een erg
vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens
binnenin de compact disc speler vocht uit de lucht
condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereo-
installatie niet naar behoren functioneren. In zulke
gevallen dient u de CD te verwijderen en het apparaat
ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan te
laten staan, zodat alle condensvocht kan verdampen.
Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient
u de compact disc(s) uit het apparaat te verwijderen.
Mocht u vragen of problemen met uw stereo-installatie
hebben, neemt u dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar of onderhoudsdienst.
Betreffende de omgang met compact discs
Veeg een CD voor het afspelen schoon met een niet pluizend
reinigingsdoekje, vanuit het midden naar de rand. Berg elke
CD na het afspelen weer in het bijbehorende doosje op.
Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als benzine of
thinner, evenmin als reinigingsvloeistoffen of antistatische
spray voor het reinigen van conventionele grammofoonplaten.
Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan fel
zonlicht of de hitte van een kachel of verwarmingsradiator; laat
compact discs nooit achter in een afgesloten auto die in de
volle zon geparkeerd staat.
Aanvullende informatie
Bandsoort-
herkenningsopeningen
Nokje voor kant B
Nokje voor kant A
Kant A
Ter beveiliging
het
wispreventienokje
voor
cassettekant A
uitbreken
Bandsoort-herkenningsopeningen
Bandsoort:
CrO
2
/metaalband normaalband
Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor
opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane
opening(en) met een stukje plakband afdekken. Let
bij het afplakken echter wel op dat de
bandsoortopeningen voor het automatische
bandsoort-detectiesysteem niet afgedekt worden.
43
NL
Verhelpen van storingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, neemt u dan de volgende
lijst met controlepunten door.
Controleer echter eerst of het netsnoer stevig
is aangesloten en of alle aansluitingen van de
luidsprekers in orde zijn.
Is het probleem niet zo eenvoudig te
verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met
uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
Er beginnen aanduidingen in het uitleesvenster te
knipperen wanneer u de stekker in het
stopcontact steekt, terwijl u de stereo-installatie
nog niet heeft ingeschakeld (demonstratiefunctie).
Druk op de DISPLAY toets
(bij de modellen
voor Europa, de V.S. en Canada) of op de
DEMO (STANDBY) toets (bij de overige
modellen)
terwijl de stereo-installatie uit
staat. De demonstratie verdwijnt dan.
De demonstratiefunctie wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u de stekker de eerste
maal in het stopcontact steekt nadat de stroom
langer dan een halve dag onderbroken is.
De tijdinstelling/voorkeurzenders/
schakelklok-instellingen zijn vervallen.
De stekker is langer dan een halve dag uit
het stopcontact geweest of er is een
langdurige stroomonderbreking geweest.
Doe opnieuw het volgende:
— “Stap 3: Gelijkzetten van de klok”
— “Stap 4: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders”
Als u bovendien de schakelklok had ingesteld,
volgt u tevens de aanwijzingen onder “Met
muziek gewekt worden” (op blz. 36) en/of
“Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen” (op blz. 37).
Er knippert “0:00” (of “12:00”) in het uitleesvenster.
De stroomvoorziening is onderbroken geweest.
Stel de klok weer op de juiste tijd in en leg uw
voorkeurzenders opnieuw in het geheugen vast.
Er klinkt geen geluid.
Draai de VOLUME regelaar rechtsom.
Wellicht is er een hoofdtelefoon aangesloten.
Let erop dat u alleen het vrijgemaakte uiteinde
van het luidsprekersnoer in de SPEAKER
aansluiting steekt. Als u het snoer te ver naar
binnen steekt, is het mogelijk dat de isolatie
van het snoer een goed contact verhindert.
Tijdens een schakelklok-opname wordt er
geen geluid weergegeven.
Alvorens een cassette in het
cassettedeck te plaatsen
Trek een eventuele lus in de band strak. Dit om te
voorkomen dat de band zich rondom de onderdelen
wikkelt, met beschadiging van de band en het
cassettedeck als gevolg.
Betreffende het gebruik van
cassettes langer dan 90 minuten
De band van deze cassettes is erg dun. Bij gebruik
van deze cassettes wordt het afgeraden veelvuldig
en snel achter elkaar om te schakelen tussen
afspelen, stoppen, snelspoelen e.d., aangezien de
band kan uitrekken of verstrikt kan raken.
Reinigen van de koppen
De koppen van het cassettedeck dienen om de tien
gebruiksuren gereinigd te worden, anders kunnen
de volgende problemen ontstaan:
— verminderde geluidskwaliteit
— verminderde geluidssterkte
— wegvallend geluid
— onvolledig wissen
— tegenvallende opnameresultaten.
Om verzekerd te kunnen zijn van de beste
geluidskwaliteit, verdient het aanbeveling de
koppen vóór iedere belangrijke opname te reinigen
en ook nadat u een oude cassette heeft afgespeeld.
Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare
reinigingscassette (droog type of vloeistof-type).
Zie de handleiding van de reinigingscassette voor
nadere aanwijzingen.
Demagnetiseren van de koppen
De koppen en alle metalen onderdelen waarmee de
band in aanraking komt, dienen om de 20 tot 30
gebruiksuren gedemagnetiseerd te worden met een
in de handel verkrijgbaar demagnetiseerapparaat.
Zie de handleiding van het demagnetiseerapparaat
voor nadere bijzonderheden.
wordt vervolgd
44
NL
Hevige bromtoon of ander storend geluid.
De stereo-installatie staat te dicht bij een TV of
videorecorder. Zet de stereo-installatie verder
van de TV of videorecorder vandaan.
De audio/video-regelversterker staat
onder de CD-speler/stereo cassettedeck.
Plaats de audio/video-regelversterker
altijd bovenop de CD-speler/stereo
cassettedeck.
De schakelklok-functies werken niet naar
behoren.
Stel de klok op de juiste tijd in.
Bij indrukken van de TIMER SELECT toets
verschijnen de “DAILY 1”, “DAILY 2” en
“REC” aanduidingen niet.
Stel de klok op de juiste tijd in.
Maak de schakelklok-instellingen
zorgvuldig volgens de aanwijzingen.
De afstandsbediening werkt niet.
Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie
zijn.
Richt de afstandsbediening, van niet al te
ver, recht op de afstandsbedieningssensor
van de stereo-installatie.
Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Er is akoestische terugkoppeling (u hoort
een rondzingende fluittoon).
Verminder de geluidssterkte.
Houd de microfoon verder van de
luidsprekers vandaan of draai de
microfoon in een andere richting.
Er is storing in de kleuren van het TV-
beeld.
Schakel het TV-toestel eenmaal uit en
vervolgens na 15 à 30 minuten weer in.
Als er na weer inschakelen geen
verbetering in de kleurweergave
zichtbaar is, zet de luidsprekers en de TV
dan iets verder uit elkaar.
Om en om verschijnen de aanduidingen
“PROTECT” en “PUSH POWER”.
Er is een te krachtig ingangssignaal
doorgekomen. Druk op de 1/u toets om
de stroom uit te schakelen, laat de stereo-
installatie een tijdje uit staan en druk dan
weer op de 1/u toets om het apparaat
weer in te schakelen.
Luidsprekers
Geen geluid van één kanaal of onevenwichtige
weergave van links en rechts.
Controleer de luidspreker-aansluitingen
en de opstelling van de luidsprekers.
Alleen de middenluidspreker geeft geluid.
Er wordt een mono geluidsbron
weergegeven. Druk op de PRO LOGIC
toets om de Pro Logic akoestiekfunctie uit
te schakelen.
De middenluidspreker geeft geen geluid.
Stel de middenkanaal-geluidssterkte naar
wens in met de CENTER LEVEL toetsen
(zie blz. 8).
De achterluidsprekers geven geen geluid.
Stel de achterkanaal-geluidssterkte naar
wens in met de REAR LEVEL toetsen (zie
blz. 8).
De weergegeven geluidsbron bevat niet
of nauwelijks akoestiekeffecten. Contro-
leer zonodig de instelling van de
achterluidsprekers met behulp van de
testtoon.
Erg weinig lage tonen.
Controleer of de + en – aansluitingen van
de luidsprekersnoeren niet zijn verwisseld.
CD-speler
De disc-lade gaat niet dicht.
Er ligt een compact disc niet goed in de
disc-uitsparing.
Het afspelen van de compact disc begint niet.
De compact disc ligt niet goed
horizontaal in de disc-lade.
Controleer of de compact disc vuil is.
De compact disc ligt ondersteboven in de
disc-lade.
Er is vocht uit de lucht in het apparaat
gecondenseerd. Verwijder de compact
disc(s) en laat de stereo-installatie een uur
lang ongebruikt aan staan, zodat het
condensvocht kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in willekeurige
volgorde. Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets, zodat de “PROGRAM” of “SHUFFLE”
aanduiding uit het uitleesvenster verdwijnt.
De aanduiding “OVER” verschijnt in het
uitleesvenster.
Tijdens het snel doorzoeken is het einde
van de compact disc bereikt. Druk op de
0 toets om terug te keren naar het
muziek-gedeelte van de compact disc.
Verhelpen van storingen (vervolg)
45
NL
Cassettedeck
Opnemen is niet mogelijk.
Er is geen cassette in de houder
aanwezig.
Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd (zie “Beveiligen van uw
bandopnamen tegen per ongeluk wissen”
op blz. 42).
De band is geheel naar één kant
opgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of weer
te geven, of het geluidsvolume neemt af.
Vuile bandkoppen. Reinig de koppen (zie
“Reinigen van de koppen” op blz. 43).
De koppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de koppen (zie
“Demagnetiseren van de koppen” op
blz. 43).
Eerdere opnamen worden onvoldoende
gewist.
De koppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de koppen (zie
“Demagnetiseren van de koppen” op
blz. 43).
Te veel snelheidsfluctuaties of het geluid
valt weg.
Vuil op de capstan-assen of
aandrukrollen. Reinig deze onderdelen
(zie “Reinigen van de koppen” op
blz. 43).
Veel ruis of wissen van de hoge
frequenties.
De koppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de koppen (zie
“Demagnetiseren van de koppen” op
blz. 43).
Bij indrukken van de · (ª)
weergavetoets of de § uitwerptoets
verschijnt er “EJECT” in het uitleesvenster,
dan klinkt er een mechanisch geluid en
wordt het apparaat uitgeschakeld.
De cassette is niet juist ingestoken. Neem
de cassette uit de houder en schakel dan
het apparaat weer in.
Tuner
Ernstige brom of andere storing in de
radio-ontvangst (in het uitleesvenster
knippert de “TUNED” of de “STEREO”
aanduiding).
Richt of verstel de antenne.
De ontvangen zender komt te zwak door.
Sluit een buitenantenne aan.
Een stereo FM uitzending wordt niet in
stereo weergegeven.
Druk op de STEREO/MONO toets zodat
er “STEREO” in het uitleesvenster
verschijnt.
Als er zich andere problemen
voordoen, die hierboven niet zijn
beschreven, kunt u de stereo-
installatie als volgt terugstellen in
de uitgangsstand:
1 Trek de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker weer in het stopcontact.
3 Druk de GROOVE en 1/u toets tegelijk in.
4 Druk op de 1/u aan/uit-schakelaar om de
installatie in te schakelen.
De stereo-installatie is nu teruggesteld op de
fabrieksinstellingen. Alle door u gemaakte
instellingen, zoals de tijd, de voorkeurzenders
en de schakelklok-instellingen zijn uit het
geheugen gewist. Dan zult u de gewenste
instellingen opnieuw moeten maken.
46
NL
Technische gegevens
Versterker
Model voor Canada
Voorluidsprekers:
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
130 + 130 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz,
10% THV)
Totale harmonische vervorming minder dan 0,07%
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
60 watt)
Middenluidspreker:
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
35 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz,
10% THV)
Achterluidsprekers:
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
35 + 35 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz, 10%
THV)
Modellen voor Europa
Voorluidsprekers:
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
90 + 90 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
110 + 110 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
THV)
Muziekvermogen (referentie)
180 + 180 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
THV)
Middenluidspreker:
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
25 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
35 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz, 10%
THV)
Muziekvermogen (referentie)
70 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz, 10%
THV)
Achterluidsprekers:
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
25 + 25 watt
(aan 8 ohms bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
35 + 35 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz, 10%
THV)
Muziekvermogen (referentie)
70 + 70 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz, 10%
THV)
Overige modellen
De volgende waarden zijn gemeten bij
wisselstroomvoeding van 120, 220, of 240 V,
50/60 Hz
Voorluidsprekers:
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
95 + 95 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
120 + 120 watt
(aan 6 ohm bij 1 kHz,
10% THV)
Middenluidspreker:
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
25 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
35 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz,
10% THV)
Achterluidsprekers:
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
25 + 25 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
35 + 35 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz,
10% THV)
47
NL
Ingangen
VIDEO IN: ingangsspanning 250mV,
(tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm
MD IN: ingangsspanning 450 mV,
(tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm
DVD INPUT:
FRONT IN: ingangsspanning 450 mV,
(tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm
REAR IN: ingangsspanning 450 mV,
(tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm
CENTER IN: ingangsspanning 450 mV,
(tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm
WOOFER IN: ingangsspanning 450 mV,
(tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm
MIC: gevoeligheid 1 mV,
(ministekkerbus) impedantie 10 kOhm
Uitgangen
MD OUT: uitgangsspanning 250 mV
(tulpstekkerbussen) impedantie 1 kOhm
PHONES: voor hoofdtelefoons van
(stereo ministekkerbus) 8 ohm of meer
FRONT SPEAKER: voor luidsprekers met
impedantie van 6 tot 16
ohm
REAR SPEAKER: voor luidsprekers met
impedantie van 8 tot 16
ohm
CENTER SPEAKER: voor luidsprekers met
impedantie van 8 tot 16
ohm
SUPER WOOFER: uitgangsspanning 1 V,
impedantie 1 kOhm
Compact disc speler
Afspeelsysteem Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ=780nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW*
*Deze waarde is gemeten
op een afstand van ca.
200 mm van het
lensoppervlak van het
optisch blok, bij een
diafragma van 7 mm.
Golflengte 780 – 790 nm
Frequentiebereik 20 Hz – 20 kHz (±0,5 dB)
Signaal/ruisverhouding Meer dan 90 dB
Dynamisch bereik Meer dan 90 dB
CD OPTICAL DIGITAL OUT aansluiting
(vierkante optische aansluitbus, achterpaneel)
Golflengte 660 nm
Uitgangsniveau –18 dBm
Cassettedeck
Bandopnamesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo
Frequentiebereik 40 – 13.000 Hz (±3 dB),
(zonder Dolby met Sony TYPE I
ruisonderdrukking) cassette
40 – 14.000 Hz (±3 dB),
met Sony TYPE II cassette
Snelheidsfluctuaties ±0,15% Gewogen piek
(IEC)
0,1% W.RMS (NAB)
±0,2% Gewogen piek
(DIN)
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Antenne FM draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie 10,7 MHz
UKV afstemtrap
(alleen model met 3 afstembanden (FM-AM-
UKV))
Afstembereik 65,0 – 74,0 MHz
Stereo Plus
AM afstemtrap
Afstembereik
Model met 2 afstembanden:
Modellen voor Noord-Amerika:
530 – 1.710 kHz
(afsteminterval 10 kHz)
531 – 1.710 kHz
(afsteminterval 9 kHz)
Europese modellen: 531 – 1.602 kHz
(afsteminterval 9 kHz)
Overige modellen: 531 – 1.602 kHz
(afsteminterval 9 kHz)
530 – 1.710 kHz
(afsteminterval 10 kHz)
Modellen met 3 afstembanden:
Modellen voor het Midden-Oosten:
MG: 531 – 1.602 kHz
(afsteminterval 9 kHz)
KG: 5.95 – 17,90 MHz
(afsteminterval 5 kHz)
Overige modellen:
MG: 531 – 1.602 kHz
(afsteminterval 9 kHz)
530 – 1.710 kHz
(afsteminterval 10 kHz)
KG: 5,95 – 17,90 MHz
(afsteminterval 5 kHz)
Antenne AM kaderantenne
Antenne-aansluitingen Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie 450 kHz
wordt vervolgd
48
NL
Technische gegevens (vervolg)
Luidsprekers
Voorluidsprekers
(SS-NX1)
Luidsprekersysteem 2-wegsysteem,
in basreflexkast,
magnetisch afgeschermd
type
Luidsprekereenheden
Lagetonen-luidspreker: 17 cm doorsnede,
conus-type
Hogetonen-luidspreker:
2.5 cm doorsnede, koepel-
type
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ca. 210 x 402 x 285 mm
Gewicht Ca. 7,0 kg netto per
luidspreker
Middenl/Achterluidsprekers (SS-RC100)
Luidsprekersysteem 1-weg, dubbele
luidsprekers in
basreflexkast
Luidsprekereenheden
Breedbandluidspreker: 8 cm doorsnede, conus-
type
Nominale impedantie 8 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ca. 225 x 95 x 95 mm
Gewicht Ca. 1,5 kg netto per
luidspreker
Algemeen
Stroomvoorziening
Modellen voor Noord-Amerika:
120 V wisselstroom,
60 Hz
Modellen voor Europa: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Model voor Australië: 230 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Overige modellen: 120 V, 220 V of 230 – 240
V wisselstroom, 50/60
Hz, omschakelbaar met
spanningskiezer
Stroomverbruik
Modellen voor de V.S.: 290 watt
Modellen voor Canada: 290 VA
Modellen voor Europa: 250 watt
Overige modellen: 290 watt
Afmetingen (b/h/d)
STR-NX3: Ca. 225 x 202 x 356 mm
HTC-NX1: Ca. 225 x 202 x 347 mm
Gewicht
STR-NX3: Ca. 8 kg
HTC-NX1: Ca. 4,2 kg
Bijgeleverd toebehoren:
AM-kaderantenne (1)
Afstandsbediening (1)
Batterijen (2)
FM-draadantenne (1)
Luidsprekersnoeren (5)
Voorluidspreker-voetjes
(8)
Midden-en
achterluidspreker-voetjes
(12)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
49
NL
Index
A
Aanduidingen in het
uitleesvenster 20
Aansluiten
antennes 5, 41
los verkrijgbare
apparatuur 38
luidsprekers 7
stereo-installatie 4
stroomvoorziening 6
Afspelen
cassette 17
compact disc 12
gekozen volgorde
(programma-weergave)
22
herhaalde weergave 21
willekeurige volgorde
21
Afsteminterval 11
Akoestiek-instelling 28
Antennes 5, 41
Automatische geluidsbron-
keuze 13, 15, 18
B
Basversterking 27
Batterijen 6
Beveiligen van opnamen 42
Bijregelen
akoestiek-instellingen 31
geluidssterkte 8, 13, 18
geluidsweergave 27
grafiek-toonregeling 31
C
CD synchroon-opname 13
Compact disc speler 20
D
Dagelijkse schakelklok-
instelling 36
DBFB basversterking 27
Dolby Pro Logic Surround
akoestiek 30
E, F
Eén-toets weergavestart 13,
15, 18
G
Geheugenafstemming 14
Gelijkzetten van de klok 9
Geluidsinstellingen 27-31
GROOVE extra versterking
27
H, I, J
Herhaalde weergave 21
K
Klok gelijkzetten 9
L, M, N
Luidsprekers 7, 39
Luisteren naar een
voorkeurzender 14
Normale weergave 12
O
Opnemen
compact disc 13
radio-uitzending 16
schakelklok-opname 37
P, Q
PERSONAL FILE functie 32
Programma-montage 25
Programma-weergave 22
PTY programmatype 33
R
Radio Data Systeem (RDS)
33
Radiozenders
afstemmen 14
voorinstellen 10
S
Schakelklok
gewekt worden met
muziek 36
inslapen met muziek 35
schakelklok-opname 37
Sluimerfunctie 35
T
Terugstellen in
uitgangsstand 45
Tijdinstelling 9
Tuner 14, 33
U
Uitleesvenster 20
V
Vastleggen van
voorkeurzenders 10
Verhelpen van storingen 43
W, X, Y
Wekfunctie 36
Willekeurige weergave 21
Wispreventienokje 42
Z
Zendernaam 33

Documenttranscriptie

3-867-107-44(1) Mini Hi-Fi Component System Gebruiksaanwijzing NL Istruzioni per l’uso IT Manual de Instruções PT MHC-NX3AV ©1999 by Sony Corporation 1 WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Om gevaar voor elektrische schokken te vermijden, dient u de behuizing van het apparaat nooit te openen. Laat onderhoud en eventuele reparatie over aan bevoegd vakpersoneel. Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. Dit apparaat is geklassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. De aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. Deze stereo-installatie is voorzien van het B-type Dolby* ruisonderdrukkingssysteem. * Geproduceerd onder licentie van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. DOLBY en het dubbel D symbool a en "PRO LOGIC" a zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. De MHC-NX3AV installatie bestaat uit de volgende componenten: – Audio/video-regelversterker STR-NX3 – Compact disc speler/stereo cassettedeck HTC-NX1 – Luidsprekersysteem • Voorluidsprekers • Middenluidspreker • Achterluidsprekers 2NL SS-NX1 SS-RC100 SS-RC100 Inhoudsopgave Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van de stereoinstallatie ........................................... 4 Stap 2: Opstellen van de luidsprekers ..................................... 7 Stap 3: Gelijkzetten van de klok .......... 9 Stap 4: Vastleggen van uw favoriete radiozenders ................................... 10 Stroom besparen in de gebruiksklaarstand ................................................ 11 Basisbediening Afspelen van een compact disc .......... 12 Opnemen van een compact disc ........ 13 Luisteren naar de radio ............................ 14 Opnemen van een radio-uitzending ............................ 16 Afspelen van een cassette ................... 17 Kopiëren van bandopnamen (dubbing) ........................................ 19 Compact disc speler Gebruik van het CD uitleesvenster .... 20 Herhaalde weergave van muziekstukken op CD .................. 21 Willekeurige weergave van muziekstukken op CD .................. 21 Programma-weergave van muziekstukken op CD .................. 22 Cassettedeck Handmatig opnemen ........................... 24 Geprogrammeerde opname van een CD ..................................... 25 Instellen van de weergave Bijregelen van het geluid ..................... 27 Kiezen van een akoestiek-instelling .. 28 Omschakelen van de helderheid van het uitleesvenster en de spectrum analyzer aanduidingen ................. 29 Weergave met een ruimtelijk effect ... 29 Genieten van Dolby Pro Logic akoestiek ......................................... 30 Bijregelen met de grafiek-toonregeling ...................... 31 Vastleggen van uw eigen akoestiekinstellingen ..................................... 32 NL Extra functies Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)* .............................................. 33 Met muziek in slaap vallen ................. 35 Met muziek gewekt worden ............... 36 Schakelklok-opname van radiouitzendingen ................................... 37 Externe apparatuur Aansluiten van audio-apparatuur ..... 38 Aansluiten van een videorecorder ..... 39 Aansluiten van een DVD videospeler 40 Aansluiten van buitenantennes .......... 41 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ........................ 42 Verhelpen van storingen ..................... 43 Technische gegevens ............................ 46 Index ....................................................... 49 * Alleen voor het Europese model. 3NL Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 7 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren. Als u de stereo-installatie verticaal opstelt Zet in elk geval de audio/video-regelversterker bovenop de compact disc speler/stereo cassettedeck, niet er onder. FM-draadantenne AM-kaderantenne Rechter achterluidspreker Linker achterluidspreker Middenluidspreker 3 4 3 1 5 6 2 2 Rechter voorluidspreker 34 7 2 Linker voorluidspreker Betreffende het installeren Plaats de audio/video-regelversterker altijd bovenop, zoals in de afbeelding aangegeven. Als u de audio/ video-regelversterker onder de CD-speler/stereo cassettedeck plaatst, kunnen er bij het afspelen van cassettes storende bijgeluiden klinken. 4NL 1 Sluit de platte lintkabel stevig aan op de SYSTEM CONTROL stekkerbussen, zodat de stekkers vastklikken. 4 Sluit de akoestiek-middenluidspreker aan. Sluit de luidsprekersnoeren aan op de CENTER SPEAKER klemmen. Steek alleen het vrijgemaakte uiteinde in de aansluitklem. R Losmaken + L + Grijs/ Enkele kleur (‘) 2 Sluit de voorluidsprekers aan. Zwart/Gestreept (’) Sluit de luidsprekersnoeren aan op de FRONT SPEAKER klemmen zoals hieronder getoond. Steek alleen het vrijgemaakte uiteinde in de aansluitklem. R + Opmerking Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes, om storing in de weergave te voorkomen. 5 Sluit de FM- en AM-antennes aan. L Zet de kaderantenne in elkaar en sluit deze aan. Aansluiting type A + AM-kaderantenne Rood/ Enkele kleur (‘) – – Strek de FMdraadantenne zover mogelijk horizontaal uit. AM FM CO 75 Ω AXI AL Zwart/Gestreept (’) Opmerking Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes, om storing in de weergave te voorkomen. 3 Sluit de achterluidsprekers aan. Sluit de luidsprekersnoeren aan op de REAR SPEAKER klemmen. Steek alleen het vrijgemaakte uiteinde in de aansluitklem. R + L Aansluiting type B AM-kaderantenne (bijgeleverd) + Grijs/ Enkele kleur (‘) Strek de FMdraadantenne zover mogelijk horizontaal uit. AM FM – 75Ω Zwart/Gestreept (’) Opmerkingen • Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes, om storing in de weergave te voorkomen. • Gebruikt u akoestiekluidsprekers, sluit dan in elk geval zowel een linker als een rechter luidspreker aan. Een enkele akoestiekluidspreker zal geen geluid weergeven. Opmerking Plaats de AM-kaderantenne zo ver mogelijk weg van het hoofdapparaat. wordt vervolgd 5NL Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie (vervolg) Aanbrengen van de voetjes onder de luidsprekers 6 Bij de modellen met een spanningskiezer, stelt u deze VOLTAGE SELECTOR in op het voltage van het plaatselijk lichtnet. Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes onder de luidsprekers, om te zorgen dat ze stevig staan en niet kunnen wegglijden. Plaats de grotere luidsprekervoetjes onder de voorluidsprekers en de kleinere luidsprekervoetjes onder de midden- en achterluidsprekers. - 240V 0V 12 0V 230 SELECTOR 22 VOLTAGE 7 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. Het uitleesvenster toont nu een demonstratie van de mogelijkheden. Wanneer u op de 1/u toets drukt, wordt de stereo-installatie ingeschakeld en stopt automatisch de demonstratie. Als de bijgeleverde verloopstekker niet in het stopcontact past, verwijdert u deze en gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor de modellen met verloopstekker). Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening ] } } ] Tip Aansluiten van andere audio/ video-apparatuur Zie blz. 38. Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe. Uitschakelen van de demonstratie Opmerking Wanneer u de tijd instelt (zie Stap 3: Gelijkzetten van de klok) wordt de demonstratie automatisch uitgeschakeld. Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden. Om de demonstratie weer te starten/stoppen, drukt u op de DISPLAY toets (bij de modellen voor Europa, de V.S. en Canada) of op de DEMO (STANDBY) toets (bij de overige modellen) terwijl de stereo-installatie uit staat. Tip U kunt de lage tonen extra krachtig laten klinken door een los verkrijgbare lagetonenluidspreker op de “superwoofer” luidsprekerklemmen aan te sluiten. 6NL Wanneer u de stereo-installatie vervoert Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het CD-mechanisme te beschermen. 1 Druk op de CD toets (of meermalen op de FUNCTION toets van de afstandsbediening) totdat de aanduiding “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Houd de ENTER toets ingedrukt en druk dan op de 1/u toets zodat er “LOCK” in het uitleesvenster verschijnt. Stap 2: Opstellen van de luidsprekers 2 Sluit de bijgeleverde achterluidsprekers en middenluidspreker aan om te kunnen genieten van Dolby Pro Logic Surround akoestiekeffekten. Dolby Pro Logic Surround is een standaard decodeersysteem voor de akoestiek van TV-programma’s en speelfilms. De voornaamste functie van Dolby Pro Logic Surround is het verbeteren van het geluidsbeeld door weergave via vier afzonderlijke kanalen. Over deze kanalen wordt het totaalgeluid zo verdeeld, dat het optimaal past bij de actie die zich op het scherm afspeelt. Plaats de middenluidspreker zoveel mogelijk op dezelfde hoogte als de voorluidsprekers (A). Zorg dat de middenluidspreker op één lijn met, of ietwat achter het vlak van de linker en rechter voorluidsprekers komt te staan (B). A B Middenluidspreker Plaatsing van de luidsprekers Alvorens u de luidsprekers aansluit, dient u eerst de juiste opstelling te bepalen. 1 Plaats de linker en rechter voorluidsprekers zo dat ze met uw luisterplaats een hoek van 45˚ vormen. 3 Plaats of hang de achterluidsprekers recht tegenover elkaar, naast en ongeveer 60 tot 90 cm boven uw luisterplaats. Achterluidspreker 60 tot 90 cm Middenluidspreker Linker voorluidspreker Rechter voorluidspreker 45° Linker achterluidspreker Rechter achterluidspreker wordt vervolgd 7NL Stap 2: Opstellen van de luidsprekers (vervolg) 1 Instellen van de geluidssterkte van de luidsprekers Druk op de PRO LOGIC toets. De aanduiding “PRO LOGIC ON” verschijnt. 2 Druk op de T.TONE toets van de afstandsbediening. De luidsprekers geven dan één voor één de testtoon weer, in de onderstaande volgorde. Hiermee kunt u de geluidssterkte evenredig instellen. Om te genieten van Dolby Pro Logic Surround akoestiek regelt u eerst de geluidssterkte van de diverse luidsprekers onderling af. n LEFT n CENTER (linksvoor) (midden) PRO LOGIC n RIGHT (rechtsvoor) REAR (achter) N 3 – + 0 ) ≠ + – + Zorg dat de testtoon op uw luisterplaats via alle luidsprekers even krachtig doorkomt. g 4 ª · Tips ª · = + p 0 ) P V B b v 8NL Druk na afloop van het bijregelen weer op de T.TONE toets van de afstandsbediening. De testtoon verdwijnt dan. · 2,4 1 3 Ga op uw favoriete luisterplaats zitten en stel van daar af de geluidssterkte van de luidsprekers evenredig in met de CENTER LEVEL (+/–) en REAR LEVEL (+/–) toetsen van de afstandsbediening. · p • Met de VOLUME regelaar (of de VOLUME +/– toetsen van de afstandsbediening) verandert de geluidssterkte van alle luidsprekers tegelijk. • Als de testtoon tussentijds wordt uitgeschakeld, drukt u op de T.TONE toets van de afstandsbediening om door te gaan met instellen. Opmerking De testtoon werkt alleen voor het instellen van de Dolby Pro Logic Surround akoestiek. Stap 3: Gelijkzetten van de klok Om de schakelklok-functies te kunnen gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd moeten instellen. Bij de Europese modellen geeft de ingebouwde klok de tijd aan volgens een 24uurs cyclus en bij de overige modellen volgens een 12-uurs cyclus. De afbeeldingen tonen het model met een 24uurs tijdsaanduiding. 1 Druk op de CLOCK/TIMER toets. De uren-aanduiding begint te knipperen. 2 Druk op de V of v toets om het juiste uur in te stellen. De klok volgt een 24-uurs cyclus bij de Europese modellen en een 12-uurs cyclus bij de overige modellen. 3 Druk op de ENTER toets. De minuten-aanduiding begint te knipperen. · ª · ª · 3,5 = + p 0 ) P V B 2,4 b 4 Druk op de V of v toets om de juiste minuut in te stellen. 5 Druk op de ENTER toets. v · De klok begint te lopen. p Tips 1 • Na een vergissing dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 1. • Bij het instellen van de juiste tijd wordt de demonstratiefunctie automatisch uitgeschakeld. Als u de demonstratie wilt zien, drukt u op de DISPLAY toets (bij de modellen voor Europa, de V.S. en Canada) of op de DEMO (STANDBY) toets (bij de overige modellen) terwijl de stereoinstallatie uitgeschakeld staat. Corrigeren van de tijdinstelling Hierboven wordt beschreven hoe u de tijd instelt wanneer de apparatuur is uitgeschakeld. Voor het gelijkzetten van de klok terwijl de apparatuur is ingeschakeld, gaat u als volgt te werk: 1 Druk op de CLOCK/TIMER toets. 2 Druk op de V of v toets om in te stellen op SET CLOCK. 3 Druk op de ENTER toets. 4 Volg de bovenstaande aanwijzingen 2 t/m 5. Opmerking De tijdinstelling verdwijnt uit het geheugen wanneer er een stroomonderbreking is of de stekker niet in het stopcontact zit. 9NL Stap 4: Vastleggen van uw favoriete radiozenders 1 Welke afstembanden u kunt ontvangen, hangt af van het model dat u zich hebt aangeschaft. Controleer welke afstembanden het model biedt. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de afstemband als volgt: Model met 2 afstembanden: FM ˜ AM Model met 3 afstembanden: FM n MW n SW U kunt een aantal van uw favoriete radiozenders vastleggen, als volgt: n – Model met 2 afstembanden: 20 FM zenders en 10 AM zenders – Model met 3 afstembanden: 20 FM zenders, 10 middengolf-zenders en 10 kortegolfzenders, of 20 FM zenders, 10 AM zenders en 5 UKV zenders, afhankelijk van het model dat u zich hebt aangeschaft. of FM n AM n UKV* n 1/u (Aan/uitschakelaar) Instelknop * Als u de UKV band kiest, verschijnt de aanduiding “STEREO PLUS” in het uitleesvenster. 1 3 2 – + 0 ) ≠ Druk net zovaak op de TUNER BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven. Houd de + of de – toets ingedrukt totdat de frequentie-aanduiding gaat veranderen en laat de toets dan los. Wanneer er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een stereo radio-uitzending wordt ontvangen). + – + TUNED STEREO MHz g 24 3 Druk op de TUNER MEMORY toets. In het uitleesvenster knippert een voorinstelnummer. De zenders worden nu vastgelegd vanaf voorinstelnummer 1. Voorinstelnummer TUNED STEREO 4 Druk op de ENTER toets. De zender wordt nu vastgelegd onder uw gekozen nummer. 5 10NL Herhaal de stappen 1 t/m 4 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. Afstemmen op een zender die te zwak is voor automatische afstemming Druk in stap 2 enkele malen achtereen op de + of – toets om handmatig op de gewenste zender af te stemmen. Vastleggen van een nieuwe zender onder een al gebruikt voorinstelnummer Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1. Na stap 3 draait u aan de instelknop om in te stellen op het voorinstelnummer waaronder u de nieuwe zender wilt vastleggen. U kunt na het laatste voorinstelnummer een nieuw voorinstelnummer toevoegen. Stroom besparen in de gebruiksklaar-stand (alleen voor de modellen voor Europa, de V.S. en Canada) In de uitgeschakelde gebruiksklaar-stand kunt u het stroomverbruik verminderen (stroombesparingsstand) om energie te besparen. 1/u (Aan/uit-schakelaar) DISPLAY Wissen van een vooringestelde zender 1 Druk net zovaak op de TUNER MEMORY toets tot er een voorinstelnummer in het uitleesvenster knippert. – + 0 ) ≠ + – + TUNED STEREO g 2 Draai aan de instelknop om in te stellen op het voorinstelnummer dat u wilt wissen. Stel in op “ALL ERASE” als u alle voorkeurzenders in één keer wilt wissen. 3 Druk op de ENTER toets. De aanduiding “COMPLETE!!” verschijnt. Bij het wissen van een voorkeurzender schuiven alle volgende zenders een plaatsje naar voren op en krijgen dus allemaal een lager nummer. Omschakelen van het AM afsteminterval (Uitgezonderd de modellen voor Europa en het Midden-Oosten) Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (voor sommige gebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd vervolgens de TUNER MEMORY toets ingedrukt en schakel zo de stroom weer in met de 1/u toets. Bij omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug te schakelen, herhaalt u deze werkwijze. Tip De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na uitvallen van de stroom ongeveer een halve dag in het afstemgeheugen bewaard blijven. POWER SAVE/DEMO (STANDBY) / Druk op de POWER SAVE/DEMO (STANDBY) toets wanneer de stereo-installatie is uitgeschakeld. Het apparaat komt in de stroombesparingsstand en de tijdsaanduiding dooft. In deze stand kunt u de stereo-installatie aan/uit zetten door indrukken van de 1/u toets. Tips • Telkens wanneer u in de stroombesparingsstand op de POWER SAVE/DEMO (STANDBY) toets drukt, schakelt het uitleesvenster over tussen de stroombesparingsstand en de demonstratiestand. • In de stroombesparingsstand blijft het 1/u spanningslampje branden, evenals de schakelklokindicator (wanneer de schakelklok is ingesteld). • In de stroombesparingsstand zal de schakelklok gewoon werken. Opmerkingen • De klok kan niet op de juiste tijd worden ingesteld in de stroombesparingsstand. • De één-toets weergavestart zal niet werken in de stroombesparingsstand. Uitschakelen van de stroombesparingsstand Druk op de DISPLAY toets. De tijdsaanduiding licht nu weer op. 11NL Basisbediening Afspelen van een compact disc CD· — Normale weergave · ª · =/+ Met deze stereo-installatie kunt u tot vijf compact discs achtereen afspelen. 1/u (Aan/uitschakelaar) ª · = + p 0 ) P V PLAY MODE 0/) B VOLUME Instelknop b v · 1 – + 0 ) ≠ – Met de bedrukte label-kant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade. § 1 2 · ∏ π 3 4 5 π ª · § ∏ π § 1 2 · ∏ 21 2 3 4 5 ª · π ª · § π § Druk op een van de DISC 1-5 toetsen. De disc-lade sluit en het afspelen van de gekozen CD begint. Wanneer u op de · weergavetoets (of op de CD · toets van de afstandsbediening) drukt, begint het afspelen vanaf het begin van de CD in de disc-uitsparing waarvan het nummer (de toets) groen oplicht. Nummer van de disc-uitsparing Verstreken speelduur 1 Muziekstuknummer 12NL π Druk nogmaals op dezelfde toets om de disc-lade te sluiten. Om nog andere compact discs te plaatsen, drukt u op de § open/sluit-toets voor een ander nummer om de bijbehorende disc-lade te openen. π § · Druk op een van de CD 1-5 § open/ sluit-toetsen en leg een compact disc in de disc-lade. + g · p Als een disc niet goed geplaatst is, kan deze niet worden afgespeeld. + ª p P Voor het Doet u het volgende Opmerking Stoppen met afspelen Druk op de π stoptoets (p op de afstandsbediening). Pauzeren Druk op de ∏ toets (of op de P toets van de afstandsbediening). Druk nogmaals op de toets om de weergave te hervatten. Druk de disc-lade niet met de hand dicht, want dat kan storing in de werking van de CD-speler veroorzaken. Druk voor het sluiten van de disc-lade altijd op de juiste CD 1 - 5 § open/sluit-toets. Opzoeken van Draai de instelknop tijdens een muziekstuk weergave of pauzeren naar rechts (om vooruit te gaan) of naar links (om terug te gaan) en laat de knop los bij het gewenste muziekstuk. (Ook kunt u de + toets (om vooruit te gaan) of de = toets (om terug te gaan) op de afstandsbediening gebruiken.) Houd tijdens weergave de ) of 0 toets (of de )/0 toets op de afstandsbediening) ingedrukt en laat de toets bij het gewenste punt los. Kiezen van een compact disc in de stopstand Druk op de DISC 1-5 toets (of de D.SKIP toets van de afstandsbediening). Afspelen van alleen de eerste compact disc Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot er “1 DISC” wordt aangegeven. Afspelen van alle CD’s Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot er “ALL DISCS” wordt aangegeven. — CD synchroon-opname Met behulp van de CD SYNC toets kunt u een compact disc snel en doeltreffend op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. 2 ª Basisbediening Opzoeken van een punt in een muziekstuk Opnemen van een compact disc § 1 2 · Tips • Bij indrukken van de · weergavetoets wanneer de stereoinstallatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de compact disc, mits er een CD in de disc-lade aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken. • U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een compact disc starten, eenvoudig met een druk op de · weergavetoets of een van de DISC 1-5 toetsen (automatische geluidsbron-keuze). • Als er geen CD in de disc-lade aanwezig is, verschijnt de aanduiding “CD NO DISC”. • Tijdens het afspelen van een disc of wanneer er is ingesteld op een disc-uitsparing met een CD er in zal de DISC 1-5 toets van de betreffende disc-uitsparing groen oplichten. 3 5 ª Verwisselen van Druk op een van de CD 1 - 5 § open/ een andere CD sluit-toetsen om de disc-lade te tijdens CD-weergave openen voor de CD die u wilt verwisselen. Na het inleggen van een nieuwe CD drukt u nogmaals op dezelfde toets om de disc-lade te sluiten. Zolang de disc-lade open staat, blijft het lampje van de betreffende DISC 1 - 5 toets oranje knipperen. Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de VOLUME +/– toets van de afstandsbediening). π 4 Uitnemen of Druk op een van de CD een compact disc 1 - 5 § open/sluit-toetsen. Bijregelen van de geluidssterkte ∏ · π ª § π § 4 1 · DOLBY NR 35 π 1 Druk op de § toets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B. Met de kant voor opname naar u toe gericht § wordt vervolgd 13NL Opnemen van een compact disc (vervolg) 2 Luisteren naar de radio Druk op de CD 1~5 § open/sluittoets en plaats een compact disc. Druk dan nogmaals op de toets om de disc-lade te sluiten. Met de bedrukte labelkant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disclade. § 1 2 · ∏ 3 4 5 ª · π § 3 π ª · –– Geheugenafstemming Leg eerst uw favoriete radiozenders in het afstemgeheugen vast (zie “Stap 4: Vastleggen van uw favoriete radiozenders”). 1/u (Aan/uitschakelaar) 5 1 STEREO/MONO π § Druk op de CD SYNC toets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de CD-speler komt in de weergavepauzestand te staan. De · indicator (voor de voorkant van de cassette) licht op. 4 2 – + 0 ) ≠ – + + g Kies met de DIRECTION schakelaar de A instelling voor het opnemen op één cassettekant of de ß (of RELAY) instelling voor opnemen op beide cassettekanten. –/+ VOLUME Druk op de REC PAUSE/START toets. Het opnemen begint. · 1 Stoppen met opnemen Druk op de π stoptoets van deck B of van de CD-speler. Tips • Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan op de ª achterkant-weergavetoets zodat de ª (achterkant) indicator oplicht. • Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt. • Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, drukt u op de DOLBY NR schakelaar nadat u op de CD SYNC toets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR” verschijnt. Opmerkingen • Tijdens het opnemen kunt u niet naar een andere geluidsbron luisteren; daarvoor zult u eerst moeten stoppen met opnemen. • Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby ruisonderdrukking uitgeschakeld en de DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY) teruggezet op ß. 14NL ª · =/+ ª · = + p 0 ) P V B b v · p VOLUME +/– 1 Druk net zovaak op de TUNER BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven. n Welke afstembanden u kunt ontvangen, hangt af van het model dat u zich hebt aangeschaft. Controleer welke afstembanden het model biedt. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de afstemband als volgt: Model met 2 afstembanden: FM ˜ AM Model met 3 afstembanden: FM n MW n SW n * Als u de UKV band kiest, verschijnt de aanduiding “STEREO PLUS” in het uitleesvenster. ≠ Voorinstelnummer Druk op de 1/u aan/uit-schakelaar. Bijregelen van de geluidssterkte Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de VOLUME +/– toets van de afstandsbediening). Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd Gebruik de handmatige of automatische afstemming. Voor handmatige afstemming drukt u enkele malen achtereen op de – of + toets. Voor automatische afstemming houdt u de – of + toets langer ingedrukt. + Draai naar rechts (of druk op de + toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op een hoger genummerde zender. • Bij indrukken van de TUNER BAND toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint de weergave van de laatst ontvangen radiozender (één-toets weergavestart). Wanneer de stereoinstallatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken. • U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron naar de tuner en de radioontvangst starten, eenvoudig met een druk op de TUNER BAND toets (automatische geluidsbronkeuze). • Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt, drukt u op de STEREO/ MONO toets, zodat de aanduiding “MONO” oplicht. Het stereo-effect zal nu verloren gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder klinken. Druk nogmaals op de toets om weer naar stereogeluid te luisteren. • Om de beste radio-ontvangst te verkrijgen kan het nodig zijn verschillende standen van de bijgeleverde antennes uit te proberen. Basisbediening Draai aan de instelknop (of druk op de = of + toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender. Draai naar links (of druk op de = toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op een lager genummerde zender. Doet u het volgende Uitschakelen van de radio Tips of FM n AM n UKV* 2 Voor het Afstemfrequentie TUNED STEREO MHz Als er slechts één voorkeurzender is ingesteld, verschijnt de aanduiding “ONE PRESET” in het uitleesvenster. 15NL Voorinstelnummer Afstemfrequentie Opnemen van een radio-uitzending TUNED STEREO MHz Na keuze van de gewenste vastgelegde voorkeurzender kunt u radio-uitzendingen op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. 1/u (Aan/uitschakelaar) 2 –/+ 3 Druk op de § toets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B. Met de kant voor opname naar u toe gericht 1 § 4 Druk op de REC PAUSE/START toets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. – + 0 ) ≠ – + 5 Kies met de DIRECTION schakelaar de A instelling voor het opnemen op één cassettekant of de ß (of RELAY) instelling voor opnemen op beide cassettekanten. 6 Druk nogmaals op de REC PAUSE/ START toets. + g § 1 Het opnemen begint. 2 · ∏ π 3 4 5 Stoppen met opnemen ª · π ª · Druk op de π stoptoets van deck B. π Tips § § ª 16NL 5 DOLBY NR π 3 4,6 1 Druk op de TUNER BAND toets om de gewenste afstemband te kiezen. 2 Draai aan de instelknop om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender. Draai naar links om af te stemmen op een lager genummerde zender. ≠ + Draai naar rechts om af te stemmen op een hoger genummerde zender. • Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan op de ª achterkant-weergavetoets zodat de ª (achterkant) indicator oplicht. • Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt. • Voor het opnemen van een uitzending van een radiozender die niet is vastgelegd, gebruikt u de – en + toets om handmatig op de gewenste zender af te stemmen. • Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, drukt u op de DOLBY NR schakelaar nadat u in stap 6 op de REC PAUSE/START toets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR” oplicht. • Als er bij het opnemen van een radio-uitzending storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de antenne voor de betreffende afstemband in een andere richting te draaien. Opmerking Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby ruisonderdrukking uitgeschakeld en de DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY) teruggezet op ß. Afspelen van een cassette · DECK Aª· De cassettedecks zijn geschikt voor weergave DECK Bª· van TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO2 band) en TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij plaatsen van een cassette neemt het deck automatisch de bandsoort waar en stelt 0/) daarop in. Ook kunt u de AMS* zoekfuncties van de instelknop gebruiken om de muziekstukken die u wilt horen vlot en gemakkelijk op te zoeken. Gebruik de DECK A ª· en DECK B ª· toetsen (op de afstandsbediening) om het gewenste deck te kiezen. ª · ª · = + p 0 ) P p V B b v · p VOLUME +/– * AMS = Automatische Muziek Sensor 1/u (Aan/uitschakelaar) VOLUME 1 Druk op de § toets en plaats een bespeelde cassette in deck A of B. Basisbediening Met de kant die u wilt weergeven naar u toe gericht – + 0 ) ≠ § – + 2 + g § 1 Kies de RELAY*** instelling (continuweergave) voor het achter elkaar afspelen van de cassettes in beide decks. 2 · ∏ π 3 4 5 ª · π ª · Kies met de DIRECTION schakelaar de A instelling voor het afspelen van één cassettekant of de ß** instelling voor het afspelen van beide cassettekanten. 3 π Druk op de · weergavetoets. Om de achterkant van de cassette af te spelen drukt u op de ª achterkant-weergavetoets. Dan begint de weergave. § 1 § 32 π 3 DOLBY NR π 1 ** Het deck stopt automatisch nadat de cyclus, d.w.z. afspelen van beide cassettekanten, vijfmaal is herhaald. ***De continu-weergave verloopt altijd in de onderstaande volgorde: Deck A (voorkant), Deck A (achterkant), Deck B (voorkant), Deck B (achterkant). wordt vervolgd 17NL Afspelen van een cassette (vervolg) Voor het Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de π stoptoets (p op de afstandsbediening). Vooruitspoelen Druk op de ) toets van de afstandsbediening tijdens het afspelen van de voorkant of op de 0 toets tijdens het afspelen van de achterkant van de cassette. Terugspoelen Uitnemen van de cassette Druk op de 0 toets van de afstandsbediening tijdens het afspelen van de voorkant of op de ) toets tijdens het afspelen van de achterkant van de cassette. Druk op de § toets. Bijregelen van Draai aan de VOLUME regelaar de geluidssterkte (of druk op de VOLUME +/– toets van de afstandsbediening). Tips • Bij indrukken van de · of ª weergavetoets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de cassette, mits er een cassette in het deck aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer de stereoinstallatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken. • U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een cassette starten, eenvoudig met een druk op de · of ª weergavetoets (automatische geluidsbronkeuze). • Als de af te spelen cassette is opgenomen met Dolby ruisonderdrukking, kunt u de bandruis onderdrukken door de DOLBY NR toets in te drukken zodat de aanduiding “DOLBY NR” oplicht. 18NL Opzoeken van het begin van een muziekstuk (AMS* zoekfunctie) Draai tijdens afspelen de instelknop in dezelfde richting als de ª of · indicator om vooruit te zoeken. Draai de instelknop in de andere richting om terugwaarts te zoeken. (Of druk op de = of + toets van de afstandsbediening.) De richting waarin u zoekt, + (vooruit) of – (terugwaarts) en het aantal versprongen nummers (1-9) worden in het uitleesvenster aangegeven. Voorbeeld: twee nummers vooruit zoeken DOLBY NR * AMS = Automatische Muziek Sensor Opmerking • De AMS-zoekfunctie kan wel eens niet goed werken in de volgende gevallen: – als er tussen twee muziekstukken geen vier seconden stilte is. – als de geluidssterkte van het linker kanaal sterk verschilt van die van het rechter kanaal. – bij langdurige stille of erg zachte passages in een muziekstuk, of geruime tijd alleen maar lage tonen (zoals bij een bas-solo, een tuba of een bariton-saxofoon). – als het cassettedeck te dicht bij een TV-toestel staat. (In dit geval kunt u de apparatuur beter wat verder van het TV-toestel zetten of de TV uitschakelen.) • Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby ruisonderdrukking uitgeschakeld en de DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY) teruggezet op ß. Kopiëren van bandopnamen (dubbing) 1 — Kopiëren met hoge snelheid Met de kant voor weergave/ opname naar u toe gericht U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. § 2 1/u (Aan/uitschakelaar) Druk op de § toets en plaats een bespeelde cassette in deck A en een voor opnemen geschikte cassette in deck B. Druk op de HI DUB toets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. + ) ≠ – + Kies met de DIRECTION schakelaar de A instelling voor het opnemen op één cassettekant of de ß (of RELAY) instelling voor opnemen op beide cassettekanten. 4 Druk op de REC PAUSE/START toets. + Het kopiëren begint. g § 1 2 · ∏ π Stoppen met kopiëren Druk op de π stoptoets van deck A of B. 3 4 Basisbediening – 0 3 5 Tips ª · π ª § 1 · π § 3 π 2 4 π 1 DOLBY NR • Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt. • Als u de DIRECTION schakelaar op ß zet en de cassettes in de decks een verschillende lengte hebben, zullen de cassettes onafhankelijk van elkaar op de andere kant overschakelen. Als u de schakelaar op RELAY zet, schakelen beide cassettes gelijktijdig op de andere kant over. • Instellen van de DOLBY NR schakelaar is niet nodig. De cassette in deck B wordt automatisch van dezelfde codering voorzien, d.w.z. met/ zonder Dolby, als de cassette in deck A. • Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby ruisonderdrukking uitgeschakeld en de DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY) teruggezet op ß. 19NL Compact disc speler Gebruik van het CD uitleesvenster / Druk op de DISPLAY toets. In het uitleesvenster kunt u de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of de gehele compact disc controleren. Tijdens normale weergave Als er een CD TEXT disc is geplaatst, kunt u de tekst daarvan, zoals de disc-titel, muziektitels en de naam van de artiest(en) in het uitleesvenster zien. Zodra het apparaat een geplaatste CD TEXT disc waarneemt, verschijnt de aanduiding “CD TEXT” in het uitleesvenster. 1/u (Aan/uitschakelaar) DISPLAY Telkens wanneer u tijdens normale weergave of in de stopstand op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: n Verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk µ Resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk µ Resterende speelduur van de huidige compact disc (1 DISC stand) of “--.--” aanduiding (ALL DISCS stand) µ Titel van het weergegeven muziekstuk* µ Normale klok (wordt acht seconden aangegeven) µ Naam van het effect (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)” In de stopstand – + 0 ) ≠ + g – + n Titel van de CD* µ Naam van de artiest(en)* µ Totaal aantal muziekstukken en totale speelduur** µ Normale klok (wordt acht seconden lang aangegeven) µ Naam van het effect (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)” * Alleen met CD TEXT discs (maar bepaalde letters kunnen niet worden aangegeven). Als er meer dan 20 muziekstukken op de disc zijn, zal er geen CD TEXT meer getoond worden vanaf muziekstuk 21. **Wanneer u kiest voor programma-weergave, verschijnt het nummer van het laatste muziekstuk in uw programma en het totale aantal geprogrammeerde nummers (het aantal stappen) in uw programma. Tips Door de DISPLAY toets op de audio/videoregelversterker 2 seconden of langer ingedrukt te houden, schakelt u de spectrum-analyzer AAN/ UIT. 20NL Herhaalde weergave van muziekstukken op CD Willekeurige weergave van muziekstukken op CD –– REPEAT weergave –– SHUFFLE weergave Met de herhaalfunctie kunt u een enkele compact disc of alle CD’s laten herhalen met normale weergave, willekeurige weergave of programma-weergave. 1/u (Aan/uitschakelaar) Alle muziekstukken van een compact disc of van alle compact discs kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven. 1/u (Aan/uit-schakelaar) 21 REPEAT PLAY MODE – + 0 ) ≠ – + 0 ) – + + g ≠ + – + § 1 g 2 · ∏ π 3 4 5 / Druk tijdens CD-weergave op de REPEAT toets tot de aanduiding “REPEAT” verschijnt. ª · π ª · π De herhaalde weergave begint. Volg de onderstaande aanwijzingen voor het omschakelen van de herhaalfunctie. Voor het herhalen van Drukt u net zovaak op § Alle muziekstukken op de PLAY MODE toets tot de weergegeven CD, tot het uitleesvenster “1 DISC” 5 maal achtereen aangeeft. Alle muziekstukken op alle compact discs, tot 5 maal achtereen de PLAY MODE toets tot het uitleesvenster “ALL DISCS” aangeeft. Een enkel muziekstuk de REPEAT toets tot het uitleesvenster “REPEAT 1” aangeeft, tijdens weergave van het te herhalen muziekstuk. 3 Opmerking De ALL DISCS herhaalfunctie werkt niet tijdens weergave in willekeurige volgorde. DISC 1~5 1 Druk op de CD toets en leg een compact disc in de disc-lade. 2 Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “1 DISC SHUFFLE” of “ALL DISCS SHUFFLE” verschijnt. Bij “ALL DISCS” worden de muziekstukken van alle CD’s in willekeurige volgorde weergegeven. Bij “1 DISC” worden de muziekstukken van de CD waarvan de DISC indicator groen oplicht in willekeurige volgorde weergegeven. Uitschakelen van de herhaalfunctie Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in het uitleesvenster dooft. § 3 Druk op de · toets. Dan begint het afspelen in willekeurige volgorde. wordt vervolgd 21NL Willekeurige weergave van muziekstukken op CD (vervolg) Uitschakelen van de willekeurige weergave Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het uitleesvenster dooft. Kiezen van een gewenste compact disc Druk op de DISC 1-5 toets. Tips • Ook tijdens normale weergave kunt u overschakelen op willekeurige weergave, door op de PLAY MODE toets te drukken totdat er “SHUFFLE” in het uitleesvenster verschijnt. • Om een ongewenst muziekstuk over te slaan, draait u de instelknop naar rechts (of drukt u op de + toets van de afstandsbediening). Programmaweergave van muziekstukken op CD –– PROGRAM weergave U kunt uw eigen muziekselectie samenstellen door maximaal 32 nummers van alle CD’s te programmeren in de volgorde waarin u de muziek wilt horen. 1/u (Aan/uit-schakelaar) 4 21 – + 0 ) ≠ – + + g § 1 2 · ∏ π 3 4 5 ª · π ª · π § 5 22NL § 7 π 3 1 2 3 Druk op de CD toets en leg een compact disc in de disc-lade. Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” verschijnt. Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE” dooft. Voor het Doet u het volgende Controleren van het programma Druk meermalen op de CHECK toets van de afstandsbediening. Nadat het laatste muziekstuk is getoond, verschijnt “CHECK END”. Druk op een van de DISC 1-5 toetsen om in te stellen op de CD met het gewenste muziekstuk. Om de muziekstukken op een CD in één keer alle tegelijk te programmeren, gaat u direct door met stap 5. 4 Uitschakelen van de programmaweergave Draai aan de instelknop tot het gewenste muziekstuk in het uitleesvenster wordt aangegeven. Nummer van CD Wissen van het Druk in de stopstand op laatste muziekstuk de CLEAR toets van de in het afstandsbediening. muziekprogramma Wissen van een bepaald muziekstuk in het muziekprogramma 3 PROGRAM Nummer van muziekstuk 5 Druk op de ENTER toets. Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma opgenomen. Het uitleesvenster toont het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer en het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken, gevolgd door de totale speelduur. Totale speelduur PROGRAM Het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer 6 Voor elk muziekstuk dat u aan uw muziekprogramma wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 3 t/m 5. Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 3 achterwege laten. 7 Druk op de · weergavetoets. Druk net zovaak op de CHECK toets van de afstandsbediening tot het nummer van het muziekstuk dat u wilt wissen wordt getoond en druk vervolgens op de CLEAR toets. Toevoegen van een 1 Kies de compact disc met muziekstuk aan uw de DISC 1-5 toetsen. muziekprogramma 2 Kies het muziekstuk met de instelknop. 3 Druk op de ENTER toets. Wissen van het Druk in de stopstand gehele éénmaal, of tijdens muziekprogramma weergave tweemaal, op de π stoptoets. Tips • Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een druk op de · toets kunt u hetzelfde programma dus nogmaals weergeven. • Als tijdens programmeren in plaats van de totale speelduur “--.--” verschijnt, betekent dit: – dat u een muziekstuknummer boven de 20 heeft geprogrammeerd, of dat. – de totale geprogrammeerde speelduur meer bedraagt dan 100 minuten. Alle geprogrammeerde muziekstukken worden dan in de door u gekozen volgorde afgespeeld. 23NL Cassettedeck Handmatig opnemen U kunt een compact disc, cassette of radiouitzending opnemen. Bij handmatig opnemen kunt u naar wens muziekstukken overslaan of bijvoorbeeld in het midden van de cassette beginnen met opnemen. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. 1/u (Aan/uitschakelaar) 3 Druk op de REC PAUSE/START opnametoets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. De · indicator (voor de voorkant van de cassette) licht op. 4 Kies met de DIRECTION schakelaar de A instelling voor het opnemen op één cassettekant of de ß (of RELAY) instelling voor opnemen op beide cassettekanten. 5 Druk nogmaals op de REC PAUSE/ START toets. 2 Het opnemen begint. 6 – + 0 ) ≠ – + + g § 1 2 · ∏ π 3 4 Begin met de weergave van de geluidsbron die u wilt opnemen. Voor het Doet u het volgende Stoppen met opnemen Druk op de π stoptoets van deck B. Kort onderbreken (pauzeren) van de opname Druk op de REC PAUSE/ START toets. 5 Tips ª · π ª · π § § 4 ª π 3,5 DOLBY NR 24NL 1 1 Steek een voor opnemen geschikte cassette in deck B. 2 Druk op een van de geluidsbronkeuzetoetsen voor de geluidsbron die u wilt opnemen (bijv. “CD” voor het opnemen van een compact disc). • Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan op de ª achterkantweergavetoets zodat de ª (achterkant) indicator oplicht. • Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, drukt u op de DOLBY NR schakelaar nadat u in stap 3 op de REC PAUSE/START opnametoets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR” oplicht. • In de opnamepauzestand (na indrukken van de REC PAUSE/START opnametoets in stap 3 en vóór nogmaals indrukken hiervan in stap 5) kunt u de instelknop gebruiken om op de CD-speler de gewenste muziekstukken te kiezen. Opmerking Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby ruisonderdrukking uitgeschakeld en de DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY) teruggezet op ß. Geprogrammeerde opname van een CD 1 Leg een of meer compact discs in de disc-lade en steek een voor opnemen geschikte cassette in deck B. — Programma-montage 2 Druk op de CD toets. 3 Druk enkele malen op de PLAY MODE toets totdat de aanduiding “PROGRAM” in het uitleesvenster verschijnt. 4 Druk op een van de DISC 1-5 toetsen om in te stellen op de CD met het gewenste muziekstuk. 5 Draai aan de instelknop tot het gewenste muziekstuk in het uitleesvenster wordt aangegeven. U kunt de muziekstukken van alle compact discs in een zelf gekozen volgorde opnemen. Bij het programmeren van de nummers dient u te zorgen dat de totale speelduur van de gekozen muziekstukken niet langer wordt dan de betreffende cassettekant. 1/u (Aan/uitschakelaar) EDIT 5 6 32 Nummer van CD 3 – + 0 ) PROGRAM ≠ – + + Nummer van muziekstuk g 6 § 2 · ∏ π 3 4 5 ª · π ª · Druk op de ENTER toets. Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma opgenomen. Het uitleesvenster toont het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer en het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken, gevolgd door de totale speelduur. 1 π Totale speelduur § § PROGRAM π 10 41 8 11 DOLBY NR 12 Het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer 7 Voor elk muziekstuk dat u aan uw muziekprogramma voor cassettekant A wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 4 t/m 6. Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 4 achterwege laten. wordt vervolgd 25NL Geprogrammeerde opname van een CD (vervolg) 8 Druk op de ∏ (P toets op de afstandsbediening) om een pauze in te voegen. Deze pauze geeft het einde van het muziekprogramma voor cassettekant A aan. De letter “P” verschijnt en de totale speelduur komt op “0.00” te staan. 9 Voor het programmeren van de muziekstukken bestemd voor opname op cassettekant B, herhaalt u de stappen 5 en 6 indien het muziekstukken van dezelfde disc betreft of anders de stappen 4 t/m 6. 10 Druk op de CD SYNC toets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de CD-speler komt in de weergavepauzestand te staan. De indicator · (voor de voorkant van de cassette) licht op. 11 Kies met de DIRECTION schakelaar de A instelling voor het opnemen op één cassettekant of de ß (of RELAY) instelling voor opnemen op beide cassettekanten. 12 Druk op de REC PAUSE/START toets. Het opnemen begint. Stoppen met opnemen Druk op de π stoptoets van deck B of van de CD-speler. Controleren van de op te nemen muziekstukken Druk meermalen op de CHECK toets van de afstandsbediening. Nadat het laatste muziekstuk is aangegeven, verschijnt de aanduiding “CHECK END”. Uitschakelen van de programmamontage 26NL Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE” verdwijnt. Tip Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, drukt u na de CD SYNC toets op de DOLBY NR toets tot in het uitleesvenster “DOLBY NR” verschijnt. Automatische selectie van de vereiste bandlengte — Bandlengte-montage U kunt de CD-speler de geschikte bandlengte voor het opnemen van een bepaalde compact disc laten bepalen en aangeven, zodat u de disc automatisch op een passende cassette kunt opnemen. De CD-speler kan echter geen passende cassette bepalen voor compact discs met meer dan 20 muziekstukken. 1 Plaats een compact disc. 2 Druk op de CD toets. 3 Druk eenmaal op de EDIT toets (EDIT/ PTY op het Europese model), zodat de aanduiding “EDIT” gaat knipperen. De vereiste bandlengte voor het opnemen van de gekozen compact disc verschijnt, gevolgd door de totale speelduur voor achtereenvolgens cassettekant A en B. Opmerkingen • U kunt deze functie niet gebruiken wanneer u al muziekstukken heeft geprogrammeerd. Voor het gebruik moet u eerst de programma-weergave uitschakelen door enkele malen op de PLAY MODE toets te drukken tot de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE” uit het uitleesvenster verdwijnt. • Deze functie werkt niet wanneer de totale speelduur van de compact disc minder is dan 1 minuut. • Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby ruisonderdrukking uitgeschakeld en de DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY) teruggezet op ß. Instellen van de weergave Bijregelen van het geluid U kunt het weergegeven geluid meer kracht geven door de bassen of het gehele klankbeeld extra te versterken. Ook is er een hoofdtelefoon-aansluiting om te luisteren zonder anderen te storen. 1/u (Aan/uitschakelaar) – + ) Druk op de GROOVE toets. De geluidssterkte wordt verhoogd, de DBFB basversterking komt op volle sterkte te staan, de instelling van de grafiek-toonregeling verandert en de GROOVE toets licht op. Druk nogmaals op de GROOVE toets om weer terug te keren naar de oorspronkelijke geluidssterkte. Opmerkingen • Als de bassen in de muziek erg luid zijn en u dan de DBFB basversterkingsfunctie gebruikt samen met de akoestiekregeling, kan het geluid vervormd klinken. Als dit het geval is, zet u de DBFB basversterkingsfunctie op “DBFB” of “OFF”, of schakelt u het akoestiekeffect uit (blz. 28). • Bij het uitschakelen van de GROOVE functie komt de DBFB basversterkingsfunctie op “DBFB” te staan en de grafiek-toonregeling in de neutraalstand (geen bijregeling). Om de DBFB functie uit te schakelen, drukt u net zovaak op de DBFB toets tot de aanduiding verdwijnt. DBFB 0 Extra vermogen voor het totaalgeluid (GROOVE) Luisteren via een hoofdtelefoon ≠ + – + g PHONES GROOVE Extra versterken van de bassen (DBFB) Druk op de DBFB* toets. Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting. Wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten, zal er geen geluid via de luidsprekers te horen zijn. Opmerking Als u een “superwoofer” ultralagetonenluidspreker hebt aangesloten, zal deze ook bij luisteren via een hoofdtelefoon nog steeds geluid weergeven. Schakel bij luisteren via een hoofdtelefoon de “superwoofer” ultralaagluidspreker uit. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: n DBFB NORMAL (DBFB) µ DBFB HIGH ( DBFB) µ DBFB OFF (geen basversterking) * DBFB = Dynamic Bass Feedback (Dynamische basversterking) 27NL Kiezen van een akoestiek-instelling Met behulp van het akoestiek-menu kunt u het klankbeeld aanpassen aan de muziek waar u naar luistert. Keuze van een effect uit het akoestiek-menu 1/u (Aan/uitschakelaar) 1 – + 0 ) ≠ + – + g 23 1 2 28NL Druk enkele malen op de EFFECT toets van de afstandsbediening, zodat de aanduiding “EFFECT OFF” in het uitleesvenster oplicht. Akoestiek-menu De aanduiding “ SUR ” verschijnt als u een akoestiek-instelling kiest met ruimtelijk rondom-effect. Effect Voor ROCK POP SOUL HOUSE R&B Standaard muziekbronnen ACTION ROMANCE SF DRAMA SPORTS Geluid van speelfilms en speciale luistersituaties SHOOTING RACING RPG BATTLE ADVENTURE Videospelletjes P FILE 1~5 Eigen instellingen (Personal file)* * U kunt ook zelfgemaakte akoestiek-instellingen in het geheugen vastleggen (zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen” op blz. 32). Druk op de FILE SELECT toets. Tip Het laatst gekozen akoestiekeffect verschijnt in het uitleesvenster. Bij gebruik van de afstandsbediening kunt u met de V/v toetsen het laatst gekozen akoestiekeffect aangeven, om daarna desgewenst een nieuw effect uit het akoestiekmenu te kiezen. Gebruik de instelknop om het gewenste akoestiekeffect te kiezen. De naam van het akoestiekeffect verschijnt in het uitleesvenster. Zie de tabel onder “Akoestiek-menu” in de kolom hiernaast. 3 Uitschakelen van het akoestiekeffect Druk op de ENTER toets. Omschakelen van de helderheid van het uitleesvenster Tijdens het luisteren naar muziek kunt u de helderheid van het uitleesvenster naar wens aanpassen. Weergave met een ruimtelijk effect U kunt de muziek weergeven met een fraai ruimtelijk akoestiekeffect. 0 ) P V B b v · · p DSP ª · DIMMER ª · = + p 0 ) P V B b v · p / Druk op de DIMMER toets van de afstandsbediening. / Druk enkele malen achtereen op de DSP toets om in te stellen op het gewenste akoestiekeffect. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: DIMMER ON ˜ SURROUND ON: Voor weergave van stereo geluidsbronnen met een ruimtelijk effect. HALL: Voor het simuleren van de akoestiek van een concertzaal. THEATER: Voor het simuleren van de akoestiek van een theaterzaal of kleine bioscoop. ENHANCED THEATER: Voor het simuleren van de akoestiek van een grote bioscoop. DSP OFF: Voor weergave zonder ruimtelijk akoestiekeffect. DIMMER OFF Tip Als u het effect met een bepaalde geluidsbron altijd wilt gebruiken, kunt u het vastleggen in het geheugen (zie “Vastleggen van uw eigen akoestiekinstellingen” op blz. 32). Opmerking Wanneer u een ander akoestiekeffect kiest, zal het ruimtelijk SURROUND effect meestal worden uitgeschakeld. 29NL Genieten van Dolby Pro Logic akoestiek U kunt genieten van de ruimtelijke Dolby Pro Logic Surround akoestiek met voorbespeelde videobanden die zijn voorzien van een Dolby Surround geluidsspoor (en het q beeldmerk). Zorg eerst voor de juiste luidspreker-opstelling en bijregeling (zie blz. 7). 1/u (Aan/uitschakelaar) – + 0 ) ≠ + – + g PRO LOGIC / Druk tijdens het afspelen van een geluidsbron op de PRO LOGIC toets. Het lampje van de PRO LOGIC toets op het voorpaneel licht op. 30NL Uitschakelen van de Dolby Pro Logic Surround akoestiek Druk nogmaals op de PRO LOGIC toets zodat het lampje van de PRO LOGIC toets op het voorpaneel dooft. Opmerkingen • De Dolby Pro Logic Surround akoestiek kan niet tegelijk met de DSP akoestiekverruiming worden gebruikt. • Voor opnemen van het geluid dient u de Dolby Pro Logic Surround akoestiek altijd uit te schakelen. Bijregelen met de grafiek-toonregeling Met de grafiek-toonregeling kan het niveau van de diverse frequentiebanden naar wens verhoogd of verlaagd worden. Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde akoestiek-instelling die gebruikt wordt als basis voor de bijregeling van de klank. 3 Druk eerst op B of b om een frequentieband te kiezen en dan op V of v om de gekozen frequentieband naar wens bij te regelen. 1 ALL DISCS 4 Druk op de ENTER toets. Opmerking Als u een andere akoestiek-instelling kiest uit het menu, komt de gemaakte bijregeling te vervallen (dit is niet het geval als “EFFECT OFF” wordt gekozen). Wilt u de instellingen bewaren voor toekomstig gebruik, leg deze dan vast in het geheugen van de stereo-installatie. (Zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen” op blz. 32.) · ª · ª · 4 3 2 = + p 0 ) P V 3 b B v · p 1 Kies de akoestiek-instelling die gebruikt wordt als basis voor de bijregeling (zie de paragraaf “Kiezen van een akoestiekinstelling” op blz 28). 2 Druk op de GEQ toets. 31NL Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen 2 Druk op de P FILE toets. Er knippert een nummer voor het akoestiekpatroon in het uitleesvenster. — PERSONAL FILE functie Na het samenstellen van uw eigen akoestiekinstellingen (met behulp van de grafiektoonregeling en het ruimtelijk rondom-effect) kunt u deze in het geheugen van de stereoinstallatie vastleggen. Zo kunt u telkens voor de weergave van een favoriete radio-uitzending, cassette of compact disc het bijbehorende akoestiekpatroon oproepen. U kunt vijf zelfgemaakte akoestiekinstellingen vastleggen. Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde akoestiekinstelling om die te gebruiken als basis voor de bijregeling van het geluid. · ª · ª · 4 = + p 0 ) P V B 3 2 1 32NL b v · p Regel de akoestiekinstelling bij met behulp van de grafiek-toonregeling en het ruimtelijk rondom-effect. (Zie “Bijregelen met de grafiektoonregeling ” op blz. 31, “Weergave met een ruimtelijk effect” op blz. 29 en “Kiezen van een akoestiek-instelling” op blz. 28.) 3 Kies het gewenste nummer (P FILE) voor het akoestiekpatroon met de B of b toets. 4 Druk op de ENTER toets. Het bijgeregelde akoestiekeffect is nu vastgelegd onder het gekozen nummer. Het voorheen op deze plaats vastgelegde akoestiekpatroon wordt gewist en vervangen door de nieuwe instellingen. Extra functies Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: n Zendernaam** µ Afstemfrequentie µ Programmatype** µ Tijdsaanduiding µ Akoestiekpatroon (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)” (Alleen voor het Europese model) Welke mogelijkheden biedt het RDS informatiesysteem? De RDS (Radio Data Systeem) is een digitaal radio-informatiesysteem waarmee radiozenders naast de gewone radiouitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. De ingebouwde tuner biedt enkele handige RDS functies, zoals de aanduiding van de naam van de radiozender in het uitleesvenster en het opzoeken van radiozenders aan de hand van het soort programma dat ze uitzenden. De RDS is alleen beschikbaar voor FM zenders.* Opmerking De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is. * Niet alle FM radiozenders geven RDS informatie door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere bijzonderheden omtrent de in uw woongebied beschikbare RDS informatie kunt u het best contact opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders. Ontvangst van RDS uitzendingen / Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM band. Bij afstemming op een zender die RDS informatie uitzendt, zal automatisch de zendernaam samen met de RDS indicator in het uitleesvenster verschijnen. **Als er geen RDS informatie wordt ontvangen, kan de zendernaam en het programmatype niet in het uitleesvenster worden aangegeven. Tips Door de DISPLAY toets op de audio/videoregelversterker 2 seconden of langer ingedrukt te houden, schakelt u de spectrum-analyzer AAN/UIT. Opzoeken van een radiozender aan de hand van het programmatype (PTY) U kunt een radiozender van uw keuze uit de FM afstemband opzoeken door in te stellen op het gewenste programmatype. De tuner stemt dan af op een uitzending van het gekozen type, verzorgd door een van de FM RDS zenders die zijn vastgelegd in het afstemgeheugen van de tuner. 1/u DISPLAY (Aan/uitschakelaar) 2,4 1 – + 0 ) ≠ + 3,5 – + g § wordt vervolgd 33NL Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (vervolg) EDUCATION (educatie) Educatieve programma’s, met wetenswaardigheden, praktische tips en advies op allerlei gebied. DRAMA (toneel) Hoorspelen en radioseries. 1 2 3 Druk tijdens het luisteren naar de radio op de EDIT/PTY toets. Draai aan de instelknop om in te stellen op het programmatype dat u wilt horen. Zie het onderstaande “Overzicht van de programmatypes” waaruit u kunt kiezen. Druk op de ENTER toets. De tuner doorloopt dan de vooringestelde FM RDS radiozenders, op zoek naar het gekozen soort programma (hierbij verschijnen afwisselend de aanduidingen “SEARCH” en het gekozen programmatype). Wanneer de tuner het soort programma vindt dat u hebt gekozen, gaat het voorkeurzendernummer knipperen. 4 5 Draai aan de instelknop om de gewenste voorkeurzender in het uitleesvenster aan te geven. Druk nogmaals op de ENTER toets terwijl het voorkeurzendernummer nog knippert. VARIED (gevarieerd) Gevarieerd amusement, zoals interviews met bekende persoonlijkheden, quizprogramma’s en komedies. POP (popmuziek) Populaire muziek. ROCK (rockmuziek) Moderne serieuze muziek. EASY MUSIC (achtergrondmuziek) Easy listening muziek. L. CLASSICAL (licht klassiek) Lichte klassieke muziek voor een breed publiek zowel vocale als instrumentale muziek. S. CLASSICAL (serieus klassiek) Uitvoeringen van klassieke orkestwerken, kamermuziek, opera, enz.. OTHER MUSIC (andere muziek) Muziek die niet is onder te brengen in één van de andere muzikale categorieën, rhythm-and-blues, reggae, enz. WEATHER Weerbericht. FINANCE Beursberichten, financieel en zakennieuws. Druk nogmaals op de EDIT/PTY toets. CHILDREN Kinderprogramma’s. Overzicht van de programmatypes (PTY) SOCIAL Programma’s over mensen en hun bezigheden. AFFAIRS (actualiteiten) Actualiteiten-programma’s die op de achtergronden van het huidige nieuws ingaan. INFORMATION (informatie) Uitzendingen over consumentenzaken, medisch advies. 34 SCIENCE (wetenschap) Programma’s over natuurwetenschappen en technologie. Uitschakelen van de PTY programmatype-zoekfunctie NEWS (nieuws) Nieuwsbulletins. NL CULTURE (cultureel) Programma’s over nationale en regionale cultuur. SPORT (sport) Sportverslagen, uitslagen e.d. RELIGION Programma’s over godsdienst en religieuze zaken. PHONE IN Programma’s waarin luisteraars via de telefoon of in een publiek forum kunnen reageren. TRAVEL Programma’s over reizen. Niet voor aankondigingen die met de TP/TA verkeersinformatiefuncties te vinden zijn. LEISURE Programma’s over vrijetijdsbesteding en hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d. Met muziek in slaap vallen JAZZ Jazz en geïmproviseerde muziek. — Sluimerfunctie COUNTRY Country & western muziek. U kunt de stereo-installatie na een zelf te kiezen periode automatisch laten uitschakelen, zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen (dit noemen we de sluimerfunctie). De sluimerduur is instelbaar in stappen van 10 minuten. NATION Programma’s met de nationale of streekmuziek van een bepaald gebied. OLDIES Hits van vroeger. FOLK Volksmuziekprogramma’s. DOCUMENTARY Documentaires. ALARM TEST Testsignaal voor nooduitzendingen. ALARM-ALARM Nooduitzendingen. NONE (onbepaald) Ieder type uitzending dat niet onder een van de bovengenoemde categorieën valt. Opmerking De aanduiding “NO PTY” zal verschijnen als er geen zender is die het door u gekozen programmatype uitzendt. SLEEP · ª · / Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de minuten-aanduiding (de sluimerduur of tijd tot het uitschakelen) als volgt: AUTO n 90min n 80min n 70min n … n 10min n OFF n AUTO … Als u de “AUTO” instelling kiest De stereo-installatie wordt uitgeschakeld wanneer de huidige compact disc of cassette is afgelopen (maximaal na 100 minuten). Controleren van de resterende sluimertijd Druk eenmaal op de SLEEP toets van de afstandsbediening. Wijzigen van de sluimertijd tijdens gebruik van de sluimerfunctie Kies weer de gewenste tijd tot het uitschakelen met de SLEEP toets van de afstandsbediening. Uitschakelen van de sluimerfunctie Druk net zovaak op de SLEEP toets van de afstandsbediening tot de aanduiding “SLEEP OFF” verschijnt. 35NL De aanduiding “ON” verschijnt en de urencijfers voor de inschakeltijd gaan knipperen. Met muziek gewekt worden — Wekfunctie U kunt de stereo-installatie automatisch op een vooraf gekozen tijdstip laten inschakelen, zodat u ’s ochtends met muziek gewekt wordt. Voor het gebruik van deze wekfunctie moet wel eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Stap 3: Gelijkzetten van de klok”). 1 5 Stel het tijdstip in waarop u door de stereo-installatie gewekt wilt worden. Druk op de V of v toets om het gewenste uur in te stellen en druk op de ENTER toets. Nu gaan de minuten-cijfers voor de inschakeltijd knipperen. 9 · 1 ª · Druk op de V of v toets om de gewenste minuut in te stellen en druk op de ENTER toets. Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu voor de uitschakeltijd. ª · 4,5,8 = + p 0 ) P V B 4,5,8 6 b v · p 7 3 2 Breng de geluidsbron waarmee u gewekt wilt worden in gereedheid. • Compact disc: Leg een CD in de disclade. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie “Programmaweergave van muziekstukken op CD”). • Cassette: Steek een cassette in het deck met de gewenste cassettekant naar u toe gericht. • Radio: Stem af op de gewenste voorkeurzender (zie “Stap 4: Vastleggen van uw favoriete radiozenders”). 2 3 4 36NL Stel de geluidssterkte in. Druk op de CLOCK/TIMER toets. Druk op de V of v toets om de geluidsbron te kiezen waarmee u gewekt wilt worden. De aanduiding van de geluidsbron verspringt als volgt: n TUNER ˜ CD PLAY N n TAPE PLAY N TIMER SELECT 1 Stel op dezelfde wijze de tijd in waarop u de stereo-installatie weer automatisch wilt laten uitschakelen. 8 Druk op de ENTER toets. In het uitleesvenster verschijnen nu de geldende wekfunctie (DAILY 1 of DAILY 2) en dan de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd en de geluidsbron, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 9 Schakel de stereo-installatie uit. Controleren van de wekfunctieinstellingen Druk op de TIMER SELECT toets en dan op de V of v toets om “DAILY 1” of “DAILY 2” te kiezen. Druk vervolgens op de ENTER toets. Om de instellingen te wijzigen, volgt u weer de aanwijzingen vanaf stap 1. De aanduiding “SET (DAILY 1)” verschijnt. Uitschakelen van de schakelklokwekfunctie Druk op de V of v toets en kies DAILY 1 of DAILY 2. Druk vervolgens op de ENTER toets. Druk op de TIMER SELECT toets en dan op de V of v toets tot de aanduiding “TIMER OFF” in het uitleesvenster verschijnt. Druk vervolgens op de ENTER toets. Tip 15 seconden voordat de ingestelde tijd wordt bereikt, zal de stereo-installatie worden ingeschakeld. 4 Schakelklok-opname van radio-uitzendingen Druk op de V of v toets om het uur in te stellen en druk op de ENTER toets. Nu gaan de minuten-cijfers voor de opname-aanvangstijd knipperen. U kunt de schakelklok instellen voor het op cassette opnemen van een radio-uitzending op een bepaalde tijd, maar dan moet de radiozender wel in het afstemgeheugen zijn vastgelegd (zie “Stap 4: Vastleggen van uw favoriete radiozenders”) en moet de klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Stap 3: Gelijkzetten van de klok”). REC Druk op de V of v toets om de minuut in te stellen en druk op de ENTER toets. Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu voor de uitschakeltijd. 7 · 5 ª · ª · 3,4 = + p 0 ) P V B v · Stel op dezelfde wijze de tijd in waarop u de stereo-installatie weer automatisch wilt laten stoppen met opnemen. In het uitleesvenster verschijnen nu de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd, en het nummer van de voorkeurzender, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 3,4 b Stel het tijdstip in waarop u wilt beginnen met opnemen. p 6 6 Steek een voor opnemen geschikte cassette in deck B. 7 Schakel de stereo-installatie uit. Wanneer het opnemen begint, wordt de geluidsweergave automatisch gedempt. TIMER SELECT Controleren van de schakelklokopname-instellingen 1 Stem af op de voorkeurzender waarvan u een uitzending wilt opnemen (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 14). 2 Druk op de CLOCK/TIMER toets. De aanduiding “SET (DAILY 1)” verschijnt. 3 Druk op de V of v toets en kies “REC”. Druk vervolgens op de ENTER toets. De aanduiding “ON” verschijnt en de urencijfers voor de inschakeltijd gaan knipperen. REC Druk op de TIMER SELECT toets en dan op de V of v toets om “REC” te kiezen. Druk vervolgens op de ENTER toets. Om de instellingen te wijzigen, volgt u weer de aanwijzingen vanaf stap 1. Uitschakelen van de schakelklokfunctie Druk op de TIMER SELECT toets en dan op de V of v toets tot de aanduiding “TIMER OFF” in het uitleesvenster verschijnt. Druk vervolgens op de ENTER toets. Opmerking Als de stereo-installatie op de ingestelde opnameaanvangstijd reeds ingeschakeld is, zal er geen opname plaatsvinden. 37NL Externe apparatuur Aansluiten van audioapparatuur Aansluiten van een minidisc-recorder voor het maken van analoge opnamen Kies een van de volgende aansluitmethoden, afhankelijk van de apparatuur die u heeft. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van elk aan te sluiten apparaat. Steek de stekkers in de aansluitbussen met dezelfde kleur. Voor het luisteren naar de weergave van de aangesloten minidiscrecorder, drukt u op de MD toets. Aansluiten van een minidisc-recorder voor het maken van digitale opnamen Naar de audio-uitgangen Naar de audio-ingangen van de minidisc-recorder van de minidisc-recorder Sluit de minidisc-recorder via een optische kabel aan voor het maken van digitale opnamen van CD’s op minidisc. Tip Als u een Sony minidisc-recorder aansluit, kunt u de MD · en p toetsen op de afstandsbediening van dit apparaat gebruiken voor de regeling van de weergave- en stopfuncties. Naar de DIGITAL IN aansluiting van de minidisc-recorder 38NL Aansluiten van een ultralaag-luidspreker U kunt op dit apparaat ook een los verkrijgbare “superwoofer” ultralage-tonen luidspreker aansluiten. Naar de ultralaag-luidspreker Aansluiten van een videorecorder Steek de stekkers in de aansluitbussen met dezelfde kleur. Voor het luisteren naar het geluid van de aangesloten videorecorder, drukt u meermalen op de VIDEO/DVD toets totdat het uitleesvenster “VIDEO” aangeeft. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van het aan te sluiten apparaat. Naar de audio-uitgang van de videorecorder Aansluiten van een microfoon Op de MIC aansluitbus kunt u een los verkrijgbare microfoon aansluiten. Stel de geluidssterkte van de microfoon in met de MIC LEVEL regelaar. MIC LEVEL – + 0 ) ≠ + – Opmerking Wanneer u een video-CD-speler wilt aansluiten, moet u de audio-uitgangsaansluitingen van de speler verbinden met de MD IN aansluitingen van dit apparaat. + g MIC 39NL Aansluiten van een DVD videospeler Naar de voorkanaal-uitgangen van de DVD videospeler Als uw DVD videospeler is voorzien van 5.1-kanaals analoge uitgangsaansluitingen Zorg bij het aansluiten dat de kleuren van de stekkers en de aansluitbussen overeenkomen. Om te luisteren naar het geluid van de aangesloten DVD videospeler, drukt u op de DVD 5.1CH toets. Voor het luisteren naar een gewoon stereo geluidsspoor van de DVD videospeler, drukt u nogmaals op de DVD 5.1CH toets totdat de aanduiding “DVD” in het uitleesvenster verschijnt. Als uw DVD videospeler is voorzien van gewone stereo uitgangsaansluitingen Naar de lagetonenuitgangsaansluiting van de DVD videospeler Naar de middenkanaaluitgang van de DVD videospeler Naar de achterkanaaluitgangen van de DVD videospeler Zorg bij het aansluiten dat de kleuren van de stekkers en de aansluitbussen overeenkomen. Verbind de LINE OUT audio-uitgangen van uw DVD videospeler met de FRONT stekkerbussen van de DVD INPUT ingangsaansluitingen, via een gewoon audioaansluitsnoer. Om te luisteren naar het geluid van de aangesloten DVD videospeler, drukt u op de VIDEO/DVD toets, totdat de aanduiding “DVD” in het uitleesvenster verschijnt. Opmerkingen VIDEO/DVD DVD 5.1 CH – + 0 ) ≠ + g 40NL – + • Telkens wanneer u op de DVD 5.1CH toets drukt, verspringt de weergavefunctie als volgt. DVD 5.1CH ˜ DVD (gewone 2-kanaals stereo) • U zult geen gebruik kunnen maken van de 5.1kanaals weergave als de aangesloten DVD videospeler niet beschikt over 5.1-kanaals analoge uitgangsaansluitingen. • Als er geen geluid klinkt na aansluiten van een DVD videospeler met 5.1-kanaals analoge uitgangen, verbind dan de LINE OUT audiouitgangen van uw DVD videospeler met de VIDEO IN ingangsaansluitingen van dit apparaat en schakel voor weergave van het DVD geluid over op VIDEO weergave door op de VIDEO/ DVD toets te drukken totdat het uitleesvenster “VIDEO” aangeeft. AM-antennes Aansluiten van buitenantennes Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen een of meer buitenantennes aan te sluiten. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van het aan te sluiten apparaat. Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter lengte aan op de AM antenne-aansluiting. Laat tevens de bijgeleverde AMkaderantenne aangesloten. Aansluiting type A Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd) FM-antenne AM Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne aan. U kunt ook gebruik maken van een TVantenne. FM CO75 AX IA L Aansluiting type A IEC standaard antennestekker (niet bijgeleverd) AM Aansluiting type B Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd) FM CO75 AX IA L AM Aansluiting type B Opmerking AM FM 75Ω Plaats de AM-kaderantenne zo ver mogelijk weg van het hoofdapparaat. 75-ohm coaxiaalkabel (niet bijgeleverd) 41NL Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Stroomvoorziening Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Veiligheid • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact steekt, blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en laat het appraat eerst door een deskundige nakijken alvorens dit weer in gebruik te nemen. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. Opstelling • Zet de stereo-installatie op een plaats met voldoende ventilatie om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat. • Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld wordt aan: — extreme hitte of koude — stof of vuil — erg veel vocht — heftige trillingen — directe zonnestraling. • Als u een compact disc afspeelt waarvan de labelkant plakkerig is, door lijm of andere klevende stoffen zoals speciale inkt e.d., bestaat het gevaar dat de CD of het label ervan blijft kleven aan het inwendige mechanisme van dit apparaat. Dan zult u de CD niet kunnen verwijderen en kan het apparaat defect raken. Let voor het afspelen altijd goed op dat de CD niet plakt. Gebruik geen CD’s waar het volgende mis mee is: — Tweedehands of gehuurde CD’s met aan de label-kant een etiket of sticker waarvan de rand omkrult of de lijm voorbij de sticker uitsteekt. De lijm kan problemen bij het afspelen geven. — CD’s met een label dat in speciale inkt is afgedrukt; als de inkt kleverig aanvoelt mag u de CD niet afspelen. Reinigen van de behuizing Maak de buitenkant van de apparatuur schoon met een zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Verwijderen van het luidsprekerrooster Gebruik beide handen en trek het luidsprekerrooster recht naar voren, om te voorkomen dat de ribben ervan breken. Beveiligen van uw bandopnamen tegen per ongeluk wissen Om een cassette tegen abusievelijk wissen te beschermen, breekt u het wispreventienokje uit voor cassettekant A of B waarvan u de opnamen wilt beveiligen, zoals in de afbeelding is aangegeven. Bandsoortherkenningsopeningen Voorkomen van beschadiging • Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in Nokje voor kant A Nokje voor kant B een warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens Kant A binnenin de compact disc speler vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereoTer beveiliging installatie niet naar behoren functioneren. In zulke het gevallen dient u de CD te verwijderen en het apparaat wispreventienokje ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan te voor laten staan, zodat alle condensvocht kan verdampen. cassettekant A uitbreken • Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient u de compact disc(s) uit het apparaat te verwijderen. Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane Mocht u vragen of problemen met uw stereo-installatie opening(en) met een stukje plakband afdekken. Let hebben, neemt u dan a.u.b. contact op met uw bij het afplakken echter wel op dat de dichtstbijzijnde Sony handelaar of onderhoudsdienst. bandsoortopeningen voor het automatische bandsoort-detectiesysteem niet afgedekt worden. Betreffende de omgang met compact discs 42NL • Veeg een CD voor het afspelen schoon met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden naar de rand. Berg elke CD na het afspelen weer in het bijbehorende doosje op. • Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als benzine of thinner, evenmin als reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor het reinigen van conventionele grammofoonplaten. • Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of verwarmingsradiator; laat compact discs nooit achter in een afgesloten auto die in de volle zon geparkeerd staat. Bandsoort: CrO2/metaalband normaalband Bandsoort-herkenningsopeningen Alvorens een cassette in het cassettedeck te plaatsen Verhelpen van storingen Trek een eventuele lus in de band strak. Dit om te voorkomen dat de band zich rondom de onderdelen wikkelt, met beschadiging van de band en het cassettedeck als gevolg. Mocht zich een probleem voordoen met de stereo-installatie, neemt u dan de volgende lijst met controlepunten door. Betreffende het gebruik van cassettes langer dan 90 minuten Controleer echter eerst of het netsnoer stevig is aangesloten en of alle aansluitingen van de luidsprekers in orde zijn. De band van deze cassettes is erg dun. Bij gebruik van deze cassettes wordt het afgeraden veelvuldig en snel achter elkaar om te schakelen tussen afspelen, stoppen, snelspoelen e.d., aangezien de band kan uitrekken of verstrikt kan raken. Reinigen van de koppen De koppen van het cassettedeck dienen om de tien gebruiksuren gereinigd te worden, anders kunnen de volgende problemen ontstaan: — verminderde geluidskwaliteit — verminderde geluidssterkte — wegvallend geluid — onvolledig wissen — tegenvallende opnameresultaten. Om verzekerd te kunnen zijn van de beste geluidskwaliteit, verdient het aanbeveling de koppen vóór iedere belangrijke opname te reinigen en ook nadat u een oude cassette heeft afgespeeld. Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare reinigingscassette (droog type of vloeistof-type). Zie de handleiding van de reinigingscassette voor nadere aanwijzingen. Demagnetiseren van de koppen De koppen en alle metalen onderdelen waarmee de band in aanraking komt, dienen om de 20 tot 30 gebruiksuren gedemagnetiseerd te worden met een in de handel verkrijgbaar demagnetiseerapparaat. Zie de handleiding van het demagnetiseerapparaat voor nadere bijzonderheden. Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Algemeen Er beginnen aanduidingen in het uitleesvenster te knipperen wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, terwijl u de stereo-installatie nog niet heeft ingeschakeld (demonstratiefunctie). •Druk op de DISPLAY toets (bij de modellen voor Europa, de V.S. en Canada) of op de DEMO (STANDBY) toets (bij de overige modellen) terwijl de stereo-installatie uit staat. De demonstratie verdwijnt dan. De demonstratiefunctie wordt automatisch ingeschakeld wanneer u de stekker de eerste maal in het stopcontact steekt nadat de stroom langer dan een halve dag onderbroken is. De tijdinstelling/voorkeurzenders/ schakelklok-instellingen zijn vervallen. •De stekker is langer dan een halve dag uit het stopcontact geweest of er is een langdurige stroomonderbreking geweest. Doe opnieuw het volgende: — “Stap 3: Gelijkzetten van de klok” — “Stap 4: Vastleggen van uw favoriete radiozenders” Als u bovendien de schakelklok had ingesteld, volgt u tevens de aanwijzingen onder “Met muziek gewekt worden” (op blz. 36) en/of “Schakelklok-opname van radiouitzendingen” (op blz. 37). Er knippert “0:00” (of “12:00”) in het uitleesvenster. •De stroomvoorziening is onderbroken geweest. Stel de klok weer op de juiste tijd in en leg uw voorkeurzenders opnieuw in het geheugen vast. Er klinkt geen geluid. •Draai de VOLUME regelaar rechtsom. •Wellicht is er een hoofdtelefoon aangesloten. •Let erop dat u alleen het vrijgemaakte uiteinde van het luidsprekersnoer in de SPEAKER aansluiting steekt. Als u het snoer te ver naar binnen steekt, is het mogelijk dat de isolatie van het snoer een goed contact verhindert. •Tijdens een schakelklok-opname wordt er geen geluid weergegeven. wordt vervolgd 43NL Verhelpen van storingen (vervolg) Hevige bromtoon of ander storend geluid. •De stereo-installatie staat te dicht bij een TV of videorecorder. Zet de stereo-installatie verder van de TV of videorecorder vandaan. •De audio/video-regelversterker staat onder de CD-speler/stereo cassettedeck. Plaats de audio/video-regelversterker altijd bovenop de CD-speler/stereo cassettedeck. De schakelklok-functies werken niet naar behoren. •Stel de klok op de juiste tijd in. Bij indrukken van de TIMER SELECT toets verschijnen de “DAILY 1”, “DAILY 2” en “REC” aanduidingen niet. •Stel de klok op de juiste tijd in. •Maak de schakelklok-instellingen zorgvuldig volgens de aanwijzingen. De afstandsbediening werkt niet. •Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en de stereo-installatie zijn. •Richt de afstandsbediening, van niet al te ver, recht op de afstandsbedieningssensor van de stereo-installatie. •Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg. Vervang beide batterijen door nieuwe. Er is akoestische terugkoppeling (u hoort een rondzingende fluittoon). •Verminder de geluidssterkte. •Houd de microfoon verder van de luidsprekers vandaan of draai de microfoon in een andere richting. Er is storing in de kleuren van het TVbeeld. •Schakel het TV-toestel eenmaal uit en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in. Als er na weer inschakelen geen verbetering in de kleurweergave zichtbaar is, zet de luidsprekers en de TV dan iets verder uit elkaar. Om en om verschijnen de aanduidingen “PROTECT” en “PUSH POWER”. •Er is een te krachtig ingangssignaal doorgekomen. Druk op de 1/u toets om de stroom uit te schakelen, laat de stereoinstallatie een tijdje uit staan en druk dan weer op de 1/u toets om het apparaat weer in te schakelen. 44NL Luidsprekers Geen geluid van één kanaal of onevenwichtige weergave van links en rechts. •Controleer de luidspreker-aansluitingen en de opstelling van de luidsprekers. Alleen de middenluidspreker geeft geluid. •Er wordt een mono geluidsbron weergegeven. Druk op de PRO LOGIC toets om de Pro Logic akoestiekfunctie uit te schakelen. De middenluidspreker geeft geen geluid. •Stel de middenkanaal-geluidssterkte naar wens in met de CENTER LEVEL toetsen (zie blz. 8). De achterluidsprekers geven geen geluid. •Stel de achterkanaal-geluidssterkte naar wens in met de REAR LEVEL toetsen (zie blz. 8). •De weergegeven geluidsbron bevat niet of nauwelijks akoestiekeffecten. Controleer zonodig de instelling van de achterluidsprekers met behulp van de testtoon. Erg weinig lage tonen. •Controleer of de + en – aansluitingen van de luidsprekersnoeren niet zijn verwisseld. CD-speler De disc-lade gaat niet dicht. •Er ligt een compact disc niet goed in de disc-uitsparing. Het afspelen van de compact disc begint niet. •De compact disc ligt niet goed horizontaal in de disc-lade. •Controleer of de compact disc vuil is. •De compact disc ligt ondersteboven in de disc-lade. •Er is vocht uit de lucht in het apparaat gecondenseerd. Verwijder de compact disc(s) en laat de stereo-installatie een uur lang ongebruikt aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen. De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk. •De compact disc speler staat ingesteld op programma-weergave of weergave in willekeurige volgorde. Druk enkele malen op de PLAY MODE toets, zodat de “PROGRAM” of “SHUFFLE” aanduiding uit het uitleesvenster verdwijnt. De aanduiding “OVER” verschijnt in het uitleesvenster. •Tijdens het snel doorzoeken is het einde van de compact disc bereikt. Druk op de 0 toets om terug te keren naar het muziek-gedeelte van de compact disc. Cassettedeck Tuner Opnemen is niet mogelijk. • Er is geen cassette in de houder aanwezig. • Het wispreventienokje van de cassette is verwijderd (zie “Beveiligen van uw bandopnamen tegen per ongeluk wissen” op blz. 42). • De band is geheel naar één kant opgespoeld. Ernstige brom of andere storing in de radio-ontvangst (in het uitleesvenster knippert de “TUNED” of de “STEREO” aanduiding). •Richt of verstel de antenne. •De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit een buitenantenne aan. Het is niet mogelijk op te nemen of weer te geven, of het geluidsvolume neemt af. • Vuile bandkoppen. Reinig de koppen (zie “Reinigen van de koppen” op blz. 43). • De koppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (zie “Demagnetiseren van de koppen” op blz. 43). Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist. • De koppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (zie “Demagnetiseren van de koppen” op blz. 43). Te veel snelheidsfluctuaties of het geluid valt weg. • Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen. Reinig deze onderdelen (zie “Reinigen van de koppen” op blz. 43). Veel ruis of wissen van de hoge frequenties. • De koppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (zie “Demagnetiseren van de koppen” op blz. 43). Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo weergegeven. •Druk op de STEREO/MONO toets zodat er “STEREO” in het uitleesvenster verschijnt. Als er zich andere problemen voordoen, die hierboven niet zijn beschreven, kunt u de stereoinstallatie als volgt terugstellen in de uitgangsstand: 1 2 3 4 Trek de stekker uit het stopcontact. Steek de stekker weer in het stopcontact. Druk de GROOVE en 1/u toets tegelijk in. Druk op de 1/u aan/uit-schakelaar om de installatie in te schakelen. De stereo-installatie is nu teruggesteld op de fabrieksinstellingen. Alle door u gemaakte instellingen, zoals de tijd, de voorkeurzenders en de schakelklok-instellingen zijn uit het geheugen gewist. Dan zult u de gewenste instellingen opnieuw moeten maken. Bij indrukken van de · (ª) weergavetoets of de § uitwerptoets verschijnt er “EJECT” in het uitleesvenster, dan klinkt er een mechanisch geluid en wordt het apparaat uitgeschakeld. • De cassette is niet juist ingestoken. Neem de cassette uit de houder en schakel dan het apparaat weer in. 45NL Technische gegevens Versterker Model voor Canada Voorluidsprekers: Continu RMS uitgangsvermogen (referentie) 130 + 130 watt (aan 6 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Totale harmonische vervorming minder dan 0,07% (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 60 watt) Middenluidspreker: Continu RMS uitgangsvermogen (referentie) 35 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Achterluidsprekers: Continu RMS uitgangsvermogen (referentie) 35 + 35 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Modellen voor Europa Voorluidsprekers: DIN uitgangsvermogen (nominaal) 90 + 90 watt (aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie) 110 + 110 watt (aan 6 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Muziekvermogen (referentie) 180 + 180 watt (aan 6 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Middenluidspreker: DIN uitgangsvermogen (nominaal) 25 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie) 35 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Muziekvermogen (referentie) 70 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Achterluidsprekers: DIN uitgangsvermogen (nominaal) 25 + 25 watt (aan 8 ohms bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie) 35 + 35 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Muziekvermogen (referentie) 70 + 70 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV) 46NL Overige modellen De volgende waarden zijn gemeten bij wisselstroomvoeding van 120, 220, of 240 V, 50/60 Hz Voorluidsprekers: DIN uitgangsvermogen (nominaal) 95 + 95 watt (aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie) 120 + 120 watt (aan 6 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Middenluidspreker: DIN uitgangsvermogen (nominaal) 25 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie) 35 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Achterluidsprekers: DIN uitgangsvermogen (nominaal) 25 + 25 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie) 35 + 35 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Ingangen VIDEO IN: (tulpstekkerbussen) MD IN: (tulpstekkerbussen) DVD INPUT: FRONT IN: (tulpstekkerbussen) REAR IN: (tulpstekkerbussen) CENTER IN: (tulpstekkerbussen) WOOFER IN: (tulpstekkerbussen) MIC: (ministekkerbus) Uitgangen MD OUT: (tulpstekkerbussen) PHONES: (stereo ministekkerbus) FRONT SPEAKER: REAR SPEAKER: CENTER SPEAKER: SUPER WOOFER: ingangsspanning 250mV, impedantie 47 kOhm ingangsspanning 450 mV, impedantie 47 kOhm ingangsspanning 450 mV, impedantie 47 kOhm ingangsspanning 450 mV, impedantie 47 kOhm ingangsspanning 450 mV, impedantie 47 kOhm ingangsspanning 450 mV, impedantie 47 kOhm gevoeligheid 1 mV, impedantie 10 kOhm uitgangsspanning 250 mV impedantie 1 kOhm voor hoofdtelefoons van 8 ohm of meer voor luidsprekers met impedantie van 6 tot 16 ohm voor luidsprekers met impedantie van 8 tot 16 ohm voor luidsprekers met impedantie van 8 tot 16 ohm uitgangsspanning 1 V, impedantie 1 kOhm Compact disc speler Afspeelsysteem Compact disc digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider laser (λ=780nm) Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW* *Deze waarde is gemeten op een afstand van ca. 200 mm van het lensoppervlak van het optisch blok, bij een diafragma van 7 mm. Golflengte 780 – 790 nm Frequentiebereik 20 Hz – 20 kHz (±0,5 dB) Signaal/ruisverhouding Meer dan 90 dB Dynamisch bereik Meer dan 90 dB CD OPTICAL DIGITAL OUT aansluiting (vierkante optische aansluitbus, achterpaneel) Golflengte 660 nm Uitgangsniveau –18 dBm Cassettedeck Bandopnamesysteem Frequentiebereik (zonder Dolby ruisonderdrukking) Snelheidsfluctuaties 4 sporen, 2 kanalen stereo 40 – 13.000 Hz (±3 dB), met Sony TYPE I cassette 40 – 14.000 Hz (±3 dB), met Sony TYPE II cassette ±0,15% Gewogen piek (IEC) 0,1% W.RMS (NAB) ±0,2% Gewogen piek (DIN) Tuner-gedeelte FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming FM afstemtrap Afstembereik Antenne Antenne-aansluitingen Tussenfrequentie 87,5 – 108,0 MHz FM draadantenne 75 ohm, asymmetrisch 10,7 MHz UKV afstemtrap (alleen model met 3 afstembanden (FM-AMUKV)) Afstembereik 65,0 – 74,0 MHz Stereo Plus AM afstemtrap Afstembereik Model met 2 afstembanden: Modellen voor Noord-Amerika: 530 – 1.710 kHz (afsteminterval 10 kHz) 531 – 1.710 kHz (afsteminterval 9 kHz) Europese modellen: 531 – 1.602 kHz (afsteminterval 9 kHz) Overige modellen: 531 – 1.602 kHz (afsteminterval 9 kHz) 530 – 1.710 kHz (afsteminterval 10 kHz) Modellen met 3 afstembanden: Modellen voor het Midden-Oosten: MG: 531 – 1.602 kHz (afsteminterval 9 kHz) KG: 5.95 – 17,90 MHz (afsteminterval 5 kHz) Overige modellen: MG: 531 – 1.602 kHz (afsteminterval 9 kHz) 530 – 1.710 kHz (afsteminterval 10 kHz) KG: 5,95 – 17,90 MHz (afsteminterval 5 kHz) Antenne AM kaderantenne Antenne-aansluitingen Aansluiting voor externe antenne Tussenfrequentie 450 kHz wordt vervolgd 47NL Technische gegevens (vervolg) Luidsprekers Voorluidsprekers (SS-NX1) Luidsprekersysteem Luidsprekereenheden Lagetonen-luidspreker: Hogetonen-luidspreker: Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht 2-wegsysteem, in basreflexkast, magnetisch afgeschermd type 17 cm doorsnede, conus-type 2.5 cm doorsnede, koepeltype 6 ohm Ca. 210 x 402 x 285 mm Ca. 7,0 kg netto per luidspreker Middenl/Achterluidsprekers (SS-RC100) Luidsprekersysteem 1-weg, dubbele luidsprekers in basreflexkast Luidsprekereenheden Breedbandluidspreker: 8 cm doorsnede, conustype Nominale impedantie 8 ohm Afmetingen (b/h/d) Ca. 225 x 95 x 95 mm Gewicht Ca. 1,5 kg netto per luidspreker Algemeen Stroomvoorziening Modellen voor Noord-Amerika: 120 V wisselstroom, 60 Hz Modellen voor Europa: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Model voor Australië: 230 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Overige modellen: 120 V, 220 V of 230 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz, omschakelbaar met spanningskiezer Stroomverbruik Modellen voor de V.S.: Modellen voor Canada: Modellen voor Europa: Overige modellen: 290 watt 290 VA 250 watt 290 watt Afmetingen (b/h/d) STR-NX3: HTC-NX1: Ca. 225 x 202 x 356 mm Ca. 225 x 202 x 347 mm Gewicht STR-NX3: HTC-NX1: Ca. 8 kg Ca. 4,2 kg Bijgeleverd toebehoren: AM-kaderantenne (1) Afstandsbediening (1) Batterijen (2) FM-draadantenne (1) Luidsprekersnoeren (5) Voorluidspreker-voetjes (8) Midden-en achterluidspreker-voetjes (12) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. 48NL Index A Aanduidingen in het uitleesvenster 20 Aansluiten antennes 5, 41 los verkrijgbare apparatuur 38 luidsprekers 7 stereo-installatie 4 stroomvoorziening 6 Afspelen cassette 17 compact disc 12 gekozen volgorde (programma-weergave) 22 herhaalde weergave 21 willekeurige volgorde 21 Afsteminterval 11 Akoestiek-instelling 28 Antennes 5, 41 Automatische geluidsbronkeuze 13, 15, 18 B Basversterking 27 Batterijen 6 Beveiligen van opnamen 42 Bijregelen akoestiek-instellingen 31 geluidssterkte 8, 13, 18 geluidsweergave 27 grafiek-toonregeling 31 C CD synchroon-opname 13 Compact disc speler 20 D Dagelijkse schakelklokinstelling 36 DBFB basversterking 27 Dolby Pro Logic Surround akoestiek 30 E, F Eén-toets weergavestart 13, 15, 18 G Geheugenafstemming 14 Gelijkzetten van de klok 9 Geluidsinstellingen 27-31 GROOVE extra versterking 27 H, I, J Herhaalde weergave 21 K Klok gelijkzetten 9 L, M, N Luidsprekers 7, 39 Luisteren naar een voorkeurzender 14 Normale weergave 12 O Opnemen compact disc 13 radio-uitzending 16 schakelklok-opname 37 P, Q PERSONAL FILE functie 32 Programma-montage 25 Programma-weergave 22 PTY programmatype 33 R Radio Data Systeem (RDS) 33 Radiozenders afstemmen 14 voorinstellen 10 S Schakelklok gewekt worden met muziek 36 inslapen met muziek 35 schakelklok-opname 37 Sluimerfunctie 35 T Terugstellen in uitgangsstand 45 Tijdinstelling 9 Tuner 14, 33 U Uitleesvenster 20 V Vastleggen van voorkeurzenders 10 Verhelpen van storingen 43 W, X, Y Wekfunctie 36 Willekeurige weergave 21 Wispreventienokje 42 Z Zendernaam 33 49NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148

Sony MHC-NX3AV de handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor