9 RH520A-nl-NL_v4.8 6/19
Het programmeren van de RH520A
INSTELLEN VAN TIJD EN DATUM
1. Druk vanuit de Standaard Weergave gelijktijdig op de toetsen SET en TIME.
2. De SET-indicator zal verschijnen.
3. Gebruik de pijltjestoetsen OMHOOG EN OMLAAG om de tijd in te stellen.
4. Gebruik de pijltjestoetsen LINKS en RECHTS om de parameters voor de minuten, de uren,
AM/PM/24-uur, de dag, de maand en het jaar te doorlopen.
Als AM of PM geselecteerd is, zal het datumformaat MAAND-DAG-JAAR zijn.
Als 24 uur geselecteerd is, zal het datumformaat DAG-MAAND-JAAR zijn.
5. Druk op gelijk welk moment op SET om de nieuwe waarde op te slaan en terug te keren naar de
Standaardweergave (Standard View).
6. Druk op gelijk welk moment op VIEW om terug te keren naar de Standaardweergave zonder de
eventuele wijzigingen op te slaan.
Belangrijk: Na het inschakelen van de unit en het instellen van Datum, Tijd, of de
meetfrequentie die u moet de interne datageheugen. Als u geen duidelijke interne
datageheugen krijgt u niet de juiste tijd en datum stempels (2004) met uw geregistreerde
gegevens. Druk op de Reset-knop op de achterkant van de meter voor >4 seconden.
HET INTERN GEHEUGEN WISSEN
Druk op de RESET-toets (die zich binnenin het batterijvak bevindt) om de display en de
meetparameters te wissen (steekproefsnelheid, verticale resolutie) en om de display te resetten.
Druk op de toets DATA RESET (op de achterzijde van de eenheid) om alle opgeslagen metingen,
de MAX/MIN-waarden en de alarmhistoriek te wissen.
SELECTEER DE MEETEENHEID VOOR DE TEMPERATUUR (
o
C/
o
F)
De toets
o
C/
o
F, die zich in het batterijvak bevindt, wordt gebruikt om de meeteenheid voor de
temperatuurweergaven te kiezen.
INSTELLEN VAN DE VERTICALE RESOLUTIE VOOR DE WEERGAVE VAN DE
TEMPERATUURGRAFIEK
1. Druk gelijktijdig op de toetsen SET, TEMP en UP.
2. De indicator voor het bovenste temperatuurbereik zal knipperen en de SET-icoon zal
verschijnen.
3. Gebruik de toetsen OMHOOG-OMLAAG om de bovenste temperatuurwaarde te wijzigen
(verhogingen van 5°).
4. Druk op de TEMP-toets en de indicator voor het laagste temperatuurbereik zal knipperen.
5. Gebruik de toetsen OMHOOG-OMLAAG om de laagste temperatuurwaarde te wijzigen (in
stappen van 5°). Noteer dat de hoogste en de laagste temperatuurwaarden elkaar niet kunnen
overlopen en dat de hoogste waarde niet kleiner mag zijn dan nul.
6. Druk op de TEMP-toets om heen en weer te schakelen tussen de hoogste en de laagste
waarden van het temperatuurbereik.
7. Druk op gelijk welk moment op de SET-toets om een waarde op te slaan en terug te keren naar
de Standaardweergave (Standard View).
8. Druk op gelijk welk moment op VIEW om terug te keren naar de Standaardweergave.