11
Menubalk
Dit zijn menu’s van bewerkingsfuncties. Tot bijna alle functies die op
de menu’s worden weergegeven, kan toegang worden verkregen
d.m.v. de toetsen in het bewerkingsgebied en via het controlepaneel.
Zie het volgende gedeelte voor details aangaande elk item op het
menu (“Menubalk”).
Gids
Geeft tekst weer die uitleg geeft over wat u kunt doen op het op dat
moment weergegeven scherm.
Bewerkingsgebied
Toont lijsten voor het selecteren van stempels, beelden, een
voorbeeld van het stempelvlak, enz. De weergegeven inhoud hangt
af van de geselecteerde functie en de huidige situatie.
Controlepaneel
Geeft toetsen en instelitems weer voor het bewerkien van
stempelvlakken. De weergegeven inhoud hangt af van de
geselecteerde functie en de huidige situatie.
Navigatieregelaars
Toont een lijst van toetsen die de bediening voorstelt die
uitgevoerd dient te worden. De op dat moment geselecteerde
toets (bedieningshandeling) licht op. Door op een toets te klikken
voor een eerdere bedieningshandeling wordt teruggegaan naar de
bedieningshandeling die uitgevoerd was d.m.v. die toets.
Menubalk
Dit gedeelte geeft uitleg over de functies van elk van de menu’s die de
menubalk omvat.
Belangrijk!
Welke functies via de menublak uitgevoerd kunnen worden, hangt af
van de taak die uitgevoerd wordt in de huidige situatie. De namen van
functies die om een bepaalde reden niet kunnen worden uitgevoerd,
zijn gedimd verlicht op het menu.
Tot bijna alle functies die met de menubalk geselecteerd kunnen
worden, kan toegang worden verkregen d.m.v. de toetsen in het
bewerkingsgebied en via het controlepaneel.
File (F) (Bestand) menu
Home (H) (Thuis)
Annuleert de huidige taak en keert terug naar het startscherm.
Exit (X) (Verlaten)
Verlaat de STC-PC10 Applicatie. Er verschijnt een
bevestigingsboodschap als er zich onopgeslagen bewerkingen
van een stempelvlak op het scherm bevinden.
Edit (E) (Bewerken) menu
Undo (U) (Ongedaan maken)
Maakt de laatste bedieningsbewerking die u uitvoerde ongedaan.
Merk op dat bepaalde bedieningsbewerkingen niet ongedaan
gemaakt kunnen worden.
Redo (R) (Opnieuw uitvoeren)
Herdoet de laatste bewerking die ongedaan werd met de Undo
(Ongedaan maken) opdracht. Bepaalde bewerkingen kunnen niet
opnieuw gedaan worden.
Copy (C) (Kopiëren)
Kopieert het op dat moment geselecteerd voorwerp (tekst, item).
Delete (D) (Wissen)
Wist het op dat moment geselecteerd voorwerp (tekst, item, of
lijst). Wist alle lijnen die getekend zijn tijdens het maken van een
tekening met de hand.
■
•
•
●
●