Documenttranscriptie
48
Resolución de fallas .............................................................................................. 107
48.1 Instrucciones de seguridad .................................................................................. 107
48.2 Indicaciones de avería .......................................................................................... 107
49
Eliminación del aparato usado............................................................................. 108
50
Garantía .................................................................................................................. 108
51
Datos técnicos ....................................................................................................... 108
52
Gebruiksaanwijzing ............................................................................................... 110
52.1 Algemeen ............................................................................................................... 110
52.2 Informatie over deze gebruiksaanwijzing............................................................ 110
52.3 Waarschuwingsinstructies ................................................................................... 110
52.4 Aansprakelijkheid .................................................................................................. 111
52.5 Auteurswet ............................................................................................................. 111
53
Veiligheid ............................................................................................................... 111
53.1 Gebruik volgens de voorschriften ....................................................................... 111
53.2 Algemene veiligheidsinstructies .......................................................................... 112
53.3 Bronnen van gevaar .............................................................................................. 113
53.3.1 Gevaar door elektromagnetisch veld ................................................................ 113
53.3.2 Verbrandingsgevaar .......................................................................................... 114
53.3.3 Explosiegevaar ................................................................................................. 114
53.3.4 Brandgevaar ..................................................................................................... 115
53.3.5 Gevaar door elektrische stroom ........................................................................ 115
54
Ingebruikname ....................................................................................................... 116
54.1 Veiligheidsvoorschriften....................................................................................... 116
54.2 Leveringsomvang en transportinspectie ............................................................ 116
54.3 Uitpakken ............................................................................................................... 117
54.4 Verwijderen van de verpakking ............................................................................ 117
54.5 Plaatsen.................................................................................................................. 117
54.5.1 Eisen aan de plek van plaatsing ....................................................................... 117
54.5.2 Voorkomen van frequentiestoring ..................................................................... 118
54.6 Elektrische aansluiting ......................................................................................... 118
55
Opbouw en functie ................................................................................................ 119
55.1 Algemeen overzicht .............................................................................................. 119
55.1.1 Aanwijzingen bij het apparaat ........................................................................... 119
55.1.2 Bedieningspaneel en display ............................................................................ 120
55.1.3 Pieptonen .......................................................................................................... 120
55.1.4 Thermische beveiliging bij oververhitting .......................................................... 120
55.1.5 Automatische uitschakeling............................................................................... 120
55.2 Typeplaatje............................................................................................................. 120
10
56
Bediening en gebruik ............................................................................................ 121
56.1 Werking en productvoordelen van inductiekookplaten ..................................... 121
56.2 Aanwijzingen voor kookgerei ............................................................................... 121
56.3 Veiligheidsvoorschriften....................................................................................... 122
56.4 Gebruik van het apparaat ..................................................................................... 123
56.4.1 Bediening met Touch Control ............................................................................ 123
56.4.2 Inschakelen ....................................................................................................... 123
56.4.3 Vermogens........................................................................................................ 123
56.4.4 Temperatuur ..................................................................................................... 123
56.4.5 Warmhoud-functie: ............................................................................................ 124
56.4.6 Booster.............................................................................................................. 124
56.4.7 Timer ................................................................................................................. 124
56.4.8 Kinderslot .......................................................................................................... 124
56.4.9 Uitschakelen ..................................................................................................... 125
57
Reiniging en onderhoud ....................................................................................... 125
57.1 Veiligheidsvoorschriften....................................................................................... 125
57.2 Reiniging ................................................................................................................ 125
58
Storingen verhelpen .............................................................................................. 126
58.1 Veiligheidsvoorschriften....................................................................................... 126
58.2 Storingsmeldingen ................................................................................................ 126
59
Afvoer van het oude apparaat ............................................................................. 126
60
Garantie .................................................................................................................. 127
61
Technische gegevens ........................................................................................... 127
11
Gebruiksaanwijzing
Inductiekookplaat
Comfort C 2000
Arti.Nr. 2006
109
52 Gebruiksaanwijzing
52.1 Algemeen
Lees de hier vermelde informatie, zodat u snel vertrouwd raakt met uw apparaat en al zijn
functies in volle omvang kunt gebruiken. U heeft jaren lang plezier van uw inductiekookplat
als u hem vakkundig behandelt en onderhoudt. Wij wensen u veel plezier met het gebruik.
52.2 Informatie over deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is onderdeel van de inductiekookplat (vanaf hier ‘apparaat’
genoemd) en geeft u belangrijke aanwijzingen voor de ingebruikname, de veiligheid, het
doelgerichte gebruik en het onderhoud van het apparaat. De gebruiksaanwijzing moet altijd
bij het apparaat voorhanden zijn en voor iedereen te lezen en te gebruiken die met de
• Ingebruikname
• bediening
• oplossing van een storing en/of
• Reiniging
• van het apparaat belast is.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef hem samen met het apparaat door aan een eventuele volgende eigenaar.
52.3 Waarschuwingsinstructies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende waarschuwingsinstructies gebruikt:
GEVAAR
Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een dreigende, gevaarlijke
situatie. Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, leidt deze tot de dood of
zware verwondingen.
► De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om het gevaar van dood of
zware verwondingen bij personen te voorkomen.
WAARSCHUWING
Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, kan dit tot zware verwondingen leiden.
► De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om verwondingen bij
personen te voorkomen.
VOORZICHTIG
Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, kan dit tot lichte of matige verwondingen
leiden.
► De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om verwondingen bij
personen te voorkomen.
TIP
Een tip duidt op extra informatie, die de omgang met het apparaat lichter maakt.
110
52.4 Aansprakelijkheid
Alle in deze gebruiksaanwijzing aanwezige technische informatie, gegevens en instructies
voor installatie, ingebruikname en onderhoud beantwoorden aan de laatste stand bij het in
druk gaan en vinden plaats met inachtneming van onze tot nu toe opgedane ervaringen en
kennis naar eer en geweten. Aan de informatie, afbeeldingen en beschrijvingen in deze
gebruiksaanwijzingen kunnen geen rechten worden ontleend. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schaden op grond van:
• Niet-naleving van de gebruiksaanwijzing
Ondeskundige reparaties
• Niet volgens de voorschriften geldend gebruik
• Technische veranderingen, modificaties van het apparaat
• Toepassing van niet goedgekeurde onderdelen
Modificaties van het apparaat worden niet aanbevolen en vallen niet onder de garantie.
Vertalingen worden naar beste weten uitgevoerd. Wij zijn niet verantwoordelijk voor
vertaalfouten, ook niet in het geval dat de vertaling door ons of in opdracht van ons is
gemaakt. Bindend blijft alleen de oorspronkelijke Duitse tekst.
52.5 Auteurswet
Dit documentatiemateriaal is auteursrechtelijk beschermd.
Alle rechten, ook die van de fotomechanische reproductie, de verveelvoudiging en de
verbreiding door bijzondere handelswijzen (bijvoorbeeld gegevensverwerking,
informatiedragers en datanetwerken), ook ten dele, zijn de firma Braukmann GmbH
voorbehouden. Inhoudelijke en technische veranderingen voorbehouden.
53 Veiligheid
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke veiligheidsinstructies betreffende de omgang met het
apparaat. Dit apparaat beantwoordt aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Een
ondeskundig gebruik kan echter tot materiële schade en schade aan personen leiden.
53.1 Gebruik volgens de voorschriften
Dit apparaat is alleen voor het gebruik in het huishouden in een gesloten ruimte ter
verwarmen, koken en braden van levensmiddelen bestemd. Het hierbij gebruikte kookgerei
moet geschikt zijn voor inductiekookplaten. Dit apparaat is bedoeld voor het huishouden en
in soortgelijke toepassingen zoals bijvoorbeeld:
in keukens voor medewerkers in winkels, kantoren en andere commerciële toepassingen;
op boerderijen; door klanten in hotels, motels en dergelijke; in pensions met ontbijt.
Een ander of er van afwijkend gebruik geldt als niet volgens de voorschriften.
WAARSCHUWING
Gevaar door gebruik niet volgens de voorschriften! Bij onreglementair gebruik van het
apparaat en/of gebruik op een andere wijze kunnen gevaren ontstaan.
► Het apparaat uitsluitend volgens de voorschriften gebruiken.
► De in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelswijzen in acht nemen.
Aanspraken van welke aard dan ook wegens niet reglementair gebruik zijn uitgesloten. Het
risico draagt alleen de gebruiker.
111
53.2 Algemene veiligheidsinstructies
TIP
Houdt u zich voor een veilige omgang met het apparaat aan
de volgende algemene veiligheidsinstructies:
► Controleer het apparaat voor de ingebruikname op aan de
buitenkant zichtbare schaden. Neem een beschadigd apparaat
niet in gebruik.
► Indien de aansluiting of de stekker beschadigd is, moet deze
door de fabrikant of servicepersoneel dat daar opdracht toe
heeft van de fabrikant worden vervangen om gevaren te
voorkomen.
► Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder, mits ze onder toezicht staan of wanneer hun de veilige
gebruik van het apparaat is uitgelegd en ze de mogelijke
gevaren hebben begrepen.
► Reiniging en onderhoud mag niet door kinderen worden
uitgevoerd, tenzij ze 8 jaar of ouder zijn en ze onder toezicht
staan.
► Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
► Het apparaat en zijn aansluiting moet buiten het bereik blijven
van kinderen jonger dan 8 jaar.
► Het apparaat kan door personen met verminderde fysieke,
zintuiglijke of mentale vermogens of gebrek aan ervaring en/of
kennis worden gebruikt, wanneer ze onder toezicht staan of
hen het veilige gebruik van het apparaat is uitgelegd en ze de
mogelijke gevaren hebben begrepen.
► Het apparaat tijdens gebruik niet onbeheerd laten.
► Een reparatie van het apparaat mag alleen door een door de
fabrikant geautoriseerde servicedienst uitgevoerd worden,
anders vervalt bij een volgende schade de aanspraak op
garantie. Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke
gevaren voor de gebruiker ontstaan.
112
TIP
► Defecte onderdelen mogen alleen tegen originele
vervangende onderdelen omgewisseld worden. Alleen bij die
onderdelen is gegarandeerd dat ze aan de veiligheidseisen
voldoen.
► Het apparaat nooit met de stekker uit het stopcontact trekken.
► Het apparaat niet in water of andere vloeistoffen
onderdompelen, niet in de vaatwasmachine zetten.
► Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet worden geplaatst op de kookplaat, omdat deze
heet kunnen worden.
► Het apparaat is er niet voor bedoeld om met een externe
tijdschakelaar of een afzonderlijke afstandsbediening te
worden gebruikt.
53.3 Bronnen van gevaar
53.3.1 Gevaar door elektromagnetisch veld
WAARSCHUWING
Door bij gebruik ontstane magnetische velden kunnen
leiden tot belemmeringen:
Let u op de volgende veiligheidstips:
► Personen met een verhoogde electrosensibiliteit moeten niet
langer dan nodig in de directe omgeving van het apparaat
blijven
► Wetenschappelijke tests hebben aangetoond dat
inductiekookstellen niet gevaarlijk zijn. Personen met een
pacemaker moeten echter minstens een afstand van 60 cm
afstand tot het apparaat bewaren, als dit in werking is.
Daarnaast moeten personen met een pacemaker eventueel in
acht te nemen beschermende maatregelen voor het gebruik
met hun arts bespreken.
► Zet de potten en pannen in het midden van de kookzone. Op
die manier beschermt de onderkant van de pan het
magnetische veld zoveel mogelijk af.
113
WAARSCHUWING
► Verwijder geen dichtingen van het apparaat.
53.3.2 Verbrandingsgevaar
WAARSCHUWING
Het in dit apparaat bereidde voedsel alsook het gebruikte
kookgerei alsook de oppervlakte van het apparaat kan zeer
heet worden.
Let u op de volgende veiligheidsvoorschriften om u zelf of
anderen niet te verbranden:
► Bescherm bij het werken van het warme apparaat of met
kookgerei uw handen met warmte-isolerende
ovenhandschoenen, pannenlappen of iets dergelijks..
► Leg geen keukengereedschappen, pannendeksels, messen
of andere metalen voorwerpen op de kookzone.
► De hete oppervlakte van het keramische veld niet aanraken.
De inductiekoker ontwikkelt tijdens het koken zelf geen
warmte. De temperatuur van het kookgerei verwarmt echter de
kookzone.
► Plaats geen lege schalen op het apparaat.
53.3.3 Explosiegevaar
WAARSCHUWING
Bij ondeskundig gebruik van het apparaat bestaat
explosiegevaar door ontsteking van de inhoud.
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om
explosiegevaar te voorkomen:
► Verwarm nooit voedsel of vloeistoffen in gesloten containers,
zoals Blikjes. Als gevolg van de daaruit voortvloeiende druk
kan barsten van de tank. Een blikje wordt verwarmd op zijn
best, door het openen en is in een pot gevuld met water.
114
53.3.4 Brandgevaar
WAARSCHUWING
Bij ondeskundig gebruik van het apparaat bestaat
brandgevaar.
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om
brandgevaar te voorkomen:
► Verwijder tijdens het gebruik, alle brandbare voorwerpen
(zoals schoonmakers, spuitbussen, ovenwanten, theedoeken,
etc.) uit de onmiddellijke nabijheid van het apparaat.
► Vermijd een langdurige oververhitting van oliën en vetten.
Oververhitte olie of vet kan snel vlam vatten.
► Doe een lege pot niet op de kookplaat!
TIP
Als er een brand op een kookplaat, gaat u als volgt:
◆ Schakel (indien nodig schakel de zekering).
◆ U stik de vlammen met een grote pot deksel, een plaat of een
vochtige theedoek.
◆ NIET HELDER WATER! Na de brand is geblust, laat afkoelen
keukenapparatuur en bieden voldoende frisse lucht.
53.3.5 Gevaar door elektrische stroom
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij contact met onder stroom staande snoeren of
constructieonderdelen bestaat levensgevaar!
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om een
dreiging van elektrische stroom te voorkomen:
► De installatie mag alleen door gekwalificeerde vakmensen
uitgevoerd worden.
► Trek nooit aan het snoer, maar de stekker in om het scheiden
van de macht.
115
GEVAAR
► Voordat u de lamp van de interne licht is, schakelt het
apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
► Het apparaat mag niet in gebruik worden genomen, als de
aansluiting of de stekker beschadigd is, als het niet volgens de
voorschriften werkt, op de grond is gevallen of beschadigd is.
Indien de aansluiting of de stekker beschadigd is, moet deze
door de fabrikant of servicepersoneel dat daar opdracht toe
heeft van de fabrikant worden vervangen om gevaren te
voorkomen.
► Open in geen geval de behuizing van het apparaat. Als
aansluitingen die onder stroom staan worden aangeraakt en
de elektrische of mechanische opbouw veranderd, bestaat
gevaar voor elektrische schokken. Daarnaast kunnen
functionele storingen in het apparaat optreden.
► Trek niet aan het aansluitsnoer en hou het apparaat niet vast
aan het aansluitsnoer.
► Sluit het apparaat niet samen met andere apparaten aan op
hetzelfde stopcontact.
54 Ingebruikname
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie omtrent de ingebruikname van het apparaat.
Neem de aanwijzingen in acht om gevaren en beschadigingen te voorkomen.
54.1 Veiligheidsvoorschriften
► Verpakkingsmateriaal mag niet als speelgoed gebruikt worden. Er bestaat kans op
verstikking.
54.2 Leveringsomvang en transportinspectie
De Comfort C 2000 wordt met de volgende onderdelen geleverd:
• Inductiekookplaat Comfort C 2000
• Gebruiksaanwijzing
TIP
► Controleer de levering op volledigheid en op zichtbare beschadigingen.
► Waarschuw de expediteur, de verzekering en de leverancier bij een onvolledige levering
of bij beschadiging als gevolg van gebrekkige verpakking of als gevolg van het transport.
116
54.3 Uitpakken
Bij het uitpakken van het apparaat gaat u als volgt te werk:
Neem het apparaat uit de doos en verwijder het verpakkingsmateriaal.
54.4 Verwijderen van de verpakking
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. De
verpakkingsmaterialen zijn uitgezocht vanuit milieuvriendelijke en verwijderingtechnische
gezichtspunten en daarom recyclebaar.
Het terugbrengen van de verpakking in de materiaalkringloop bespaart grondstoffen en
verkleint de afvalhoop. Lever niet meer benodigd verpakkingsmateriaal in bij een
afvalbrengstation, dat zorgdraagt voor de recycling.
TIP
► Bewaar indien mogelijk het originele verpakkingsmateriaal gedurende de
garantieperiode, zodat u het apparaat indien nodig weer volgens de voorschriften kunt
inpakken.
54.5 Plaatsen
54.5.1
Eisen aan de plek van plaatsing
Voor een veilig en foutloos functioneren van het apparaat moet de plek waar het apparaat
komt te staan aan de volgende eisen voldoen:
• Het apparaat moet op een vaste, vlakke, horizontale (waterpas) en hittebestendige
ondergrond met voldoende draagkracht voor de inductiekookplaat plus de naar
verwachting zwaarste potten en pannen geplaatst worden.
• De inductiekookplaat mag niet op een ijzer- of staalachtige ondergrond in gebruik
genomen worden, omdat dit zwaar verhit kan worden.
• Kies de plek dusdanig dat kinderen hete oppervlakken van het apparaat niet kunnen
aanraken.
• Het apparaat is niet geschikt voor inbouw in een wand of in een inbouwkast.
• Plaatst u het apparaat niet in een hete, natte of zeer vochtige omgeving of in de buurt
van brandbare materialen.
• Plaats de inductiekookplaat niet in de buurt van apparaten en voorwerpen die gevoelig
zijn voor magnetische velden (bv. radio’s, televisies, cassetterecorders, etc. )
• Het apparaat heeft voor een correcte werking voldoende luchtstroming nodig. Laat u bij
het plaatsen 10 cm. vrije ruimte aan alle zijden .
• Dek geen openingen van het apparaat af en blokkeer de openingen niet.
• Het stopcontact moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat de voedingskabel er in geval van
nood ongecompliceerd uitgehaald kan worden.
117
• De inbouw en montage van dit apparaat op niet stationaire plekken (bijvoorbeeld
schepen) mogen alleen door vakzaken/vakmensen uitgevoerd worden, als ze de
voorwaarden voor een veilig gebruik van dit apparaat garanderen.
54.5.2
Voorkomen van frequentiestoring
Door het apparaat kunnen storingen bij radio’s, televisies of soortgelijke apparaten
optreden.
Door de volgende maatregelen kunnen storingen weggenomen of gereduceerd worden:
• Reinig de deur en de afdichtingen van het apparaat.
• Plaats de radio, de televisie, etc. op een zo groot mogelijke afstand van het apparaat.
• Gebruik voor het apparaat een ander stopcontact, zodat het apparaat en de gestoorde
ontvanger van verschillende stroomketens gebruik maken.
• Gebruik een volgens de voorschriften geïnstalleerde antenne voor de ontvanger, om zo
zeker te zijn van een goede ontvangst.
54.6 Elektrische aansluiting
Voor een veilig en feilloos gebruik van het apparaat moeten bij de elektrische aansluiting de
volgende aanwijzingen in acht genomen worden:
• Controleer voor het aansluiten van het apparaat de aansluitingsgegevens (spanning en
frequentie) op het typeplaatje met de gegevens van uw stroomnet. Deze gegevens
moeten overeenkomen, zodat het apparaat niet beschadigd kan raken. In geval van
twijfel vraagt u een vakkundige elektricien.
• Bij gebruik van een verlengsnoer mag voor aansluiting van het apparaat op het
stroomnet alleen een uitgerold verlengsnoer van maximaal 3 meter lengte en een
doorsnede van 1,5 mm² gebruikt worden. Het gebruik van een stekker of stekkerdoos
met meerdere aansluitingen is vanwege het daarmee verbonden brandgevaar verboden.
• Vergewis u er van dat de voedingskabel onbeschadigd is en niet onder de oven of over
hete of scherpte oppervlakten gelegd is.
• Het stopcontact moet beschermd zijn met een zekering of automatische schakelaar van
16 ampère.
• De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen dan gegarandeerd wanneer het is
aangesloten aan een reglementair geïnstalleerd systeem met aardkabels en
veiligheidschakelaars. Laat u in geval van twijfel de huisinstallatie controleren door een
erkende elektricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schaden, die
door een gebrekkige of onderbroken aardingskabel veroorzaakt worden.
118
55 Opbouw en functie
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke aanwijzingen m.b.t. de opbouw en het functioneren van
het apparaat.
55.1 Algemeen overzicht
ventilatie
kookzone
2
Bedienings
paneel
luchtinlaat
55.1.1
4
Aanwijzingen bij het apparaat
Deze aanwijzing en het verschijnen van “H” in het display dient ter
waarschuwing dat de keramische plaat heet kan zijn. De inductiekookplaat zelf
ontwikkelt tijdens het kookproces echter geen warmte: de temperatuur van het
kookgerei verwarmt echter de kookplaat!
VOORZICHT
Verbrandingsgevaar bij hete oppervlakte!
► De oppervlakte van de keramische plaat niet aanraken zolang deze heet is (H verschijnt
in display)
► Geen objecten op de hete keramische plaat neerleggen.
119
55.1.2
Bedieningspaneel en display
1 Hoofdschakelaar On/Standby
2 Keep warm-functie
3 Booster-functie
4,5 +/- knoppen voor het instellen van de stand, de temperatuur of de timer
6 Knop voor de selectie van de functies vermogensstand of temperatuur
7 Timer
55.1.3
Pieptonen
Het apparaat geeft na inschakeling en na een foutmelding een akoestisch signaal af.
55.1.4
Thermische beveiliging bij oververhitting
Het apparaat is uitgerust met een thermische beveiliging bij oververhitting.
Wanneer de temperatuur van het apparaat de kritische grens overschrijdt, schakelt het
apparaat uit veiligheidsoverwegingen de stroomtoevoer uit.
Na de afkoelperiode kan het apparaat weer uit- en ingeschakeld worden.
TIP
Plaats geen lege potten en pannen op de kookplaat. Het verwarmen van een lege pan of
koepepan leidt ertoe dat de thermeische beveiliging bij oververhitting wordt ingeschakeld.
55.1.5
Automatische uitschakeling
Het apparaat is uitgerust met een automatische uitschakeling. Als u vergeten bent het
apparaat uit te zetten, schakelt het apparaat uit veiligheidsoverwegingen de energietoevoer
uit.
Kookstand
Automatische uitschakeling na
1-10
2 uur
Zodra u de pan van de kookplaat neemt, wordt na de automatische pieptoon de
energietoevoer direct verbroken.
55.2 Typeplaatje
Het typeplaatje met de aansluit- en vermogensgegevens bevindt zich aan de achterkant van
het apparaat.
120
56 Bediening en gebruik
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke aanwijzingen m.b.t. de bediening van het apparaat.
Neem de aanwijzingen in acht om gevaren en beschadigingen te voorkomen.
56.1 Werking en productvoordelen van inductiekookplaten
Bij een inductiekookplaat wordt de warmte niet door een verwarmingselement via de pan op
de etenswaren overgedragen maar de benodigde warmte wordt m.b.v. inductiestromen
direct in de pan gebracht. Een inductiespoel onder de glazen keramische kookplaat wekt
een elektromagnetisch wisselveld op, dat door dringt in de glazen keramische kookplaat en
in de bodem van de pan de warmte opwekkende stroom induceert.
Voordelen van een inductiekookplaat
• Energiezuinig koken door directe energieoverdracht op de pan.
• Verhoogde veiligheid, doordat de energie alleen wordt overgedragen als er een pan op
staat.
• Energieoverdracht tussen inductiekookzones en panbodem met hoog rendement..
• Hoge opwarmsnelheid
• Gering verbrandingsgevaar omdat de kookoppervlakte alleen door de bodem van de pan
wordt verwarmd.
• Overgelopen etenswaren branden niet aan.
• Snelle, lichte regeling van de energietoevoer.
56.2 Aanwijzingen voor kookgerei
Het voor de inductiekookoppervlakte te gebruiken kookgerei moet uit metaal zijn,
magnetische eigenschappen hebben en over voldoende vlakke bodemruimte beschikken.
Zo kunt u vaststellen of het kookgerei geschikt is:
Stel vast of het kookgerei een aanwijzing bevat die duidt op koken met
inductiestroom of voer de volgende magneettest uit :
◆ Breng een magneet (bv. een magneet van een magneetbord) naar de
bodem van uw pan. Wordt de magneet sterk aangetrokken, dan kunt u
deze pan op de inductiekookoppervlakte gebruiken.
De volgende tabel dient als houvast voor het kiezen van het juiste kookgerei::
Geschikt kookgerei
Ongeschikt kookgerei
Kookgerei met ferromagnetische
(ijzerhoudende) bodem
Kookgerei uit koper, aluminium, vuurvast
glas en ander niet-metaal kookgerei
Geëmailleerde pan of pot uit staal met een
sterke onderkant
Potten of pannen uit roestvrij staal zonder
magnetische ijzerkern
Gietijzeren pan of pot met geëmailleerde
onderkant
Potten of pannen die geen vlakke laag op
de kookplaat hebben
121
Pan of pot uit roestvrij staal met meerdere
lagen, roestvrij ferriet staal resp. aluminium
met een speciale onderkant
Potten of pannen met een bodemdoorsnee
kleiner dan 15 cm. en groter dan 22 cm.
TIP
► Bij gebruik van inductiebestendigde pannen van enkele fabrikanten kunnen geluiden
optreden, die terug te voeren zijn op de productiewijze van deze pannen.
VOORZICHTIG
Let u ook op de volgende aanwijzingen voor het gebruik van geschikt kookgerei:
► Gebruik uitsluitend pannen met een onderkant, geschikt voor inductie.
► Het maximale toegestane gewicht van alle pannen met inhoud mag de 6 kg. niet
overschrijden.
► Voorzichtig bij het gebruik van lege au bain-marie pannen. Deze pannen kunnen
ongemerkt leeg koken. Dat leidt tot beschadegingen aan de pan en de kookplaat.
► Kras niet met de oppervlakte van de pan over de kookplaat (een verkraste glazen
keramische oppervlakte heeft geen invloed op het gebruik van het apparaat).
56.3 Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
► Het apparaat tijdens gebruik niet uit het oog verliezen, zodat er bij gevaren snel
ingegrepen kan worden.
► Het apparaat niet tijdens het gebruik of met heet kookgerei van zijn plaats bewegen.
► Let er op dat het kookgerei in het midden van de kookplaat staat. Het mag niet op het
bedieningspaneel of op de rand neergezet worden.
► Geen keukengereedschap uit metaal, potten- of pannendeksels, messen of andere
voorwerpen uit metaal op de kookplaat leggen. Als het apparaat wordt ingeschakeld,
kunnen deze voorwerpen verhit worden.
► Geen aluminiumfolie of metalen bladen op de oppervlakte van het apparaat leggen, om
oververhitting te vermijden.
► De hete oppervlakte van het keramische veld niet aanraken. De inductiekookplaat
ontwikkelt tijdens het koken zelf geen hitte. De temperatuur van het kookgerei verwarmt
echter de kookplaat.
► Houdt u de kookplaat en de onderkant van de pannen altijd droog en schoon. Als er
vloeistof tussen de onderkant van de pan en de kookplaat komt, kan de vloeistof
verdampen en door de ontstane druk kan de pan in de lucht vliegen. Kans op
verwonding.
TIP
► Schakel het apparaat na gebruik uit. Zo vermijdt u onnodig energieverbruik en zorgt u
voor uw eigen veiligheid.
122
Tip
► Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, raden wij aan de stekker uit het stopcontact
te trekken.
56.4 Gebruik van het apparaat
56.4.1
Bediening met Touch Control
De bediening reageert op aanraking, zonder druk.
Gebruik de bolle binnenkant van de vingers, niet de toppen.
U hoort een pieptoon zodra een contact is geregistreerd.
Zorg ervoor dat het bedieningspaneel schoon en droog is. Zelfs een
flinterdun laagje water bemoeilijkt de precieze werking.
56.4.2
Inschakelen
• Stekker in een geschikt stopcontact steken.
• Het display geeft de temperatuur van de oppervlakte van het inductiekookveld aan. Als
de temperatuur van de oppervlakte onder de 50°C ligt, wordt „L“ aangegeven, als de
temperatuur van de oppervlakte boven de 50°C ligt, geeft de display „H“ aan. Een
akoestisch signaal weerklinkt. Het apparaat bevindt zich nu in de Standby stand.
• Geschikt kookgerei met te bereiden voedsel in het midden van de kookzone plaatsen(Ø
150 mm - 220 mm).
• Druk eenmaal op de aan/standby toets. Vervolgens knippert het „ aan/standby“- lampje
en klinkt een akoestisch signaal.
Tip
► Als u binnen 10 seconden geen gegevens invoert, schakelt het apparaat automatisch uit.
56.4.3
Vermogens
• Selecteer met de functieknop (6) de vermogensmodus, dan ziet u 1600 in de display.
• U kunt met behulp van de +/- knoppen tussen 10 niveaus kiezen (200, 400, 600, 800,
1000, 1200, 1400, 1600, 1800, 2000 W) wählen. Het gekozen vermogen wordt
aangegeven in de display.
56.4.4
Temperatuur
• Selecteer met de functieknop (6) de temperatuurmodus, dan ziet u 140 in de display.
• U kunt met behulp van de +/- knoppen temperaturen tussen 60°C en 200°C selecteren.
(60, 80, 100, 120, 140, 160, 170, 180, 190, 200). De geselecteerde temperatuurs in de
display te zien.
Tip
► Daar vooral bij het braden met heel weinig vet de temperatuur op de bodem van de pan
zeer snel stijft en de grenswaarde van 150-170°C snel wordt bereikt, schakelt u bij het
braden om naar de temperatuurmodus. Hier ligt de maximumtemperatuur bij 200°C.
123
Tip
► Als u de pan weghaalt, stopt het verwarmen meteen. Er klinken 30 seconden lang
signaaltonen, daarna schakelt het apparaat automatisch in de stand-by-modus.
56.4.5
Warmhoud-functie:
Druk op de knop Keep Warm (2). In deze instelling houdt het apparaat de producten tot
60°C energiebesparend warm. Het display toont "--------".
Tip
► In deze instelling kunnen de functies (vermogen en temperatuur) niet worden gewijzigd
56.4.6
Booster
Druk op de knop Booster (3). De Booster selecteert meteen de hoogste vermogensstand.
Het display toont "--------". De Booster schakelt automatisch na 30 seconden naar de
tevoren gekozen functiestand terug.
56.4.7
Timer
Selecteer de gewenste vermogensstand of temperatuur.
Druk zo lang op de knop Timer (7) tot “0:00“ verschijnt in de display.
Met de toetsen + / –stelt u de duur in met een interval van 1 minuut (tot max. 180 min.).
Zodra de ingestelde tijd is verstreken, klinkt er een akoestisch signaal en het apparaat, of
beter gezegd de kookplaat, gaat naar de standby stand.
De geselecteerde functie en de timer kunt u afwisselend zien in de display.
De standaard timer op 2 minuten gaat an op jede kookstand.
TIP
► Gedurende de werking van de timer kunt u de duur naar believen met de knoppen +/instellen. Door de geheugenfunctie blijft de instelling van de kookstand onveranderd.
► Gedurende het kookproces kan de kookstand naar believen opnieuw ingesteld worden.
Ook de timer kunt u altijd weer opnieuw instellen.
► Als u tussen vermogensstand en temperatuur wisselt, moet u de timer opnieuw instellen.
56.4.8
Kinderslot
Het kinderslot voorkomt onbedoeld gebruik van het apparaat door kinderen of het
onbedoeld indrukken van de knoppen.
Inschakelen van het kinderslot:
Druk gelijktijdig op de knoppen + en – tot het controlelampje boven het slot-symbool gaat
branden.
In afgegrendelde toestand zijn alle knoppen behalve de hoofdschakelaar On/Standby (1)
gedeactiveerd. De kookzone verwarmt verder volgens de daarvoor ingestelde kookstand.
Uitschakelen van het kinderslot:
Druk op de knoppen + en - tot het controlelampje boven het slot-symbool uitgaat.
124
56.4.9
Uitschakelen
Het gehele apparaat wordt met de hoofdschakelaar On/Standby (1) uitgeschakeld.
TIP
► Let u er op dat de ventilator van het apparaat na het uitschakelen nog een tijdje verder
loopt, om de in het apparaat aanwezige warmte af te voeren.
57 Reiniging en onderhoud
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie m.b.t de reiniging en het onderhoud van het
apparaat. Neem de aanwijzingen in acht om beschadigingen door verkeerde reiniging van
het apparaat te voorkomen en een storingvrij gebruik te waarborgen.
57.1 Veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG
Schenkt u eerst aandacht aan de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u met de
reiniging van het apparaat begint:
► Het apparaat moet regelmatig gereinigd worden en kookresten verwijderd. Een niet in
een schone toestand verkerend apparaat heeft nadelige gevolgen voor de levensduur en
kan leiden tot een gevaarlijke conditie van het apparaat.
► Schakel vóór het reinigen het apparaat uit.
► De kookzone kan na gebruik heet zijn. Er bestaat verbrandingsgevaar! Wacht u totdat het
apparaat afgekoeld is.
► Reinig het apparaat na gebruik, zodra het is afgekoeld. Te lang wachten verzwaart het
reinigen onnodig en maakt het in extreme situaties onmogelijk. Te sterke
verontreinigingen kunnen onder omstandigheden het apparaat beschadigen.
► Als er vochtigheid het apparaat binnendringt, kunnen elektrische elementen beschadigd
worden. Let erop dat er geen vocht door de ventilatieopeningen naar de binnenkant van
het apparaat loopt.
► Het apparaat niet in water onderdompelen en niet in de vaatwasser zetten.
► Krab hardnekkig vuil niet af met harde voorwerpen.
57.2 Reiniging
◆ Keramische kookzone, behuizing en bedieningspaneel
• De keramische kookplaat met een zachte, lichtvochtige doek of met een milde, niet
schurende zeepoplossing schoonwrijven.
• Keramische kookzone: Bij sterke verontreiniging kunt u een beetje wijnazijn gebruiken.
► Gebruik geen oplosmiddelen op basis van reinigingsmiddel zoals Benzine, als niet aan
de plastic onderdelen beschadigen.
125
58 Storingen verhelpen
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie m.b.t. het lokaliseren van storingen en het
verhelpen van storingen. Let u op de aanwijzingen om gevaren en beschadigingen te
voorkomen.
58.1 Veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG
► Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen uitgevoerd worden door
gekwalificeerd vakpersoneel dat door de fabrikant is geschoold.
► Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan,
evenals schaden aan het apparaat.
58.2 Storingsmeldingen
Bij een storing verschijnt in het display een foutmeldingscode, die de oorzaak van de fout
beschrijft.
De volgende tabel helpt bij het lokaliseren en het verhelpen van kleinere storingen
Storing
Korrigieren
E1 E2 E4 E5 Eb
Het apparaat moet ter reparatie naar de klantenservice gestuurd
worden.
E3 E6
Apparaat laten afkoelen. Apparaat uit- en weer aanzetten, om de fout
te herstellen.
Spanningsschommelingen.
E7 E8
Apparaat laten afkoelen. Apparaat uit- en weer aanzetten, om de fout
te herstellen.
TIP
► Als u met de bovengenoemde stappen het probleem niet kan oplossen, richt u zich dan
tot de klantenservice.
► Mochten er na langere wachttijd en het opnieuw inschakelen van het apparaat nog
steeds foutmeldingen verschijnen, dan moet het apparaat ter controle naar de
klantenservice gestuurd worden.
59 Afvoer van het oude apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardvolle
materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen, die voor hun
functioneren en veiligheid noodzakelijk waren.
In het huishoudelijk afval of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen de menselijke
gezondheid en het milieu schade aanbrengen.
126
Zet uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone huishoudelijk vuil.
TIP
► Maak gebruik van de in uw woonplaats voorhanden zijnde inzamelplek voor teruggave en
verwerking van oude elektrische en elektronische apparaten. Haal eventueel informatie
bij uw gemeentehuis, de vuilnisophaaldienst of bij uw winkelier.
► Zorg ervoor dat uw oude apparaat tot het moment van transport op een kinderveilige plek
wordt bewaard.
60 Garantie
Voor dit product geven we vanaf de dag van aankoop 24 maanden garantie op gebreken,
die te herleiden zijn tot productie- of materiaalfouten.
Garantieclaims volgens §439 ff. BGB-E blijven hiervan van kracht.
Onder de garantie vallen niet de schaden die door onjuiste behandeling of ingebruikname
ontstaan zijn, zoals gebreken die de functie of de waarde van het apparaat slechts gering
beïnvloeden. Verder zijn aan slijtage onderhevige onderdelen, transportschade zo lang wij
deze niet te verantwoorden hebben, als ook schaden, die door niet door ons verrichtte
reparaties ontstaan zijn, uitgesloten van aanspraak op garantieclaim.
Dit apparaat is vervaardigd voor huishoudelijk gebruik (kleinverbruik) en voorzien van een
overeenkomstig vermogen.
Een eventueel gebruik voor bedrijfsdoeleinden valt alleen onder de garantie, als de mate
van gebruik te vergelijken is met het gebruik in een particulier kleinhuishouden. Het is niet
voor de verdere bedrijfsdoeleinden bestemd.
Bij rechtmatige reclamaties zullen wij het defecte apparaat naar ons bevinden repareren of
tegen een apparaat vrij van gebreken omwisselen.
Zichtbare defecten moeten binnen 14 dagen na levering aangetoond worden. Verdere
claims zijn uitgesloten.
Stelt u zich voor het indienen van een garantieclaim en het terugsturen van uw apparaat via
onderstaand adres (altijd met bewijs van koop!) met ons in verbinding.
61 Technische gegevens
Apparaat
Inbouw inductiekookplaat
Name
Comfort C 2000
Artikelnr.
2006
Aansluitgegevens
220-240 V~ 50/60Hz
Vermogens
2000 W, Standby “volgens ErP niveau 2”
Afmetingen (B/H/D)
280 x 65 x 360 mm
Nettogewicht
2,52 kg
127