Indesit kp958 Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
1
15. Um optimale Leistungen Ihres zu gewährleisten, sind
beim Kochen einige grundsätzlichen Maßnahmen zu
beachten:
• Verwenden Sie Kochgeschirr, die glatt auf der
Kochzone aufliegen.
16.Als het fornuis op een voetstuk wordt geplaatst moet u
er voor zorgen dat het er niet af kan schuiven
17.Gebruik geen stoomapparaat voor het reinigen van de
oven
1. Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor
huishoudelijk gebruik.
2. De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
aandachtig doorlezen daar zij belangrijke informatie
bevatten met betrekking tot de veiligheid tijdens de
installatie, het gebruik en het onderhoud. Deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig opbergen om later
te kunnen raadplegen.
3. Na de verpakking te hebben verwijderd controleren of
het apparaat onbeschadigd is. In geval van twijfel het
apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen
met de leverancier.
4. Alle handelingen met betrekking tot de installatie dienen
in overeenstemming met de geldende normen door een
erkend installateur te worden uitgevoerd. De hierop
betrekking hebbende instructies staan beschreven in
de aanwijzingen voor de installateur.
5. Regelmatig de goede staat van de aanvoerleiding van
het gas controleren en deze zodra er afwijkingen worden
geconstateerd door een erkend installateur laten
vervangen.
6. De aansluitkabel en de toevoerleiding van het gas van
dit apparaat mogen niet door de gebruiker zelf worden
vervangen. In geval van beschadiging mag de eventuele
vervanging ervan uitsluitend door een erkend
installateur of de Servicedienst worden uitgevoerd.
7. Alvorens het apparaat aan te sluiten controleren of de
gegevens op het plaatje met de technische gegevens
(aan de achterzijde van het apparaat) overeenstemmen
met die van het elektriciteits- en gasnet.
8. Controleren of de capaciteit van de elektrische
installatie en de stopcontacten overeenstemmen met
het maximum vermogen van het apparaat zoals vermeld
op het plaatje. In geval van twijfel dient een erkend
installateur te worden geraadpleegd.
9. Geen ontvlambare vloeistoffen in de nabijheid van het
in werking zijnde apparaat gebruiken.
10. Sommige delen van het apparaat zijn met een
verwijderbare krasvaste folie bedekt. Alvorens het
ALGEMENE AANWIJZINGEN
DEZE GEBRUIKSAANWIJZING IS UITSLUITEND VAN TOEPASSING IN DE LANDEN WAARVAN HET SYMBOOL OP
DE GEBRUIKSAANWIJZING EN HET TYPEPLAATJE VAN HET APPARAAT ZIJN AFGEBEELD.
Wij danken u dat u een Indesit product heeft gekozen, veilig en gemakkelijk in het gebruik. Om het fornuis te leren kennen
moet het langdurig en zo goed mogelijk gebruikt worden. Wij verzoeken u deze gebruiksaanwijzing te lezen. Dank u.
apparaat in werking te stellen moet de folie worden
verwijderd en het onderliggende gedeelte met een doek
en een niet krassend huishoudelijk schoonmaakmiddel
schoongemaakt. Wij raden aan om de oven de eerste
keer 30 minuten lang op de maximum temperatuur te
laten branden om eventueel achtergebleven
verontreinigingen als gevolg van het productieproces
te verwijderen.
11. Als de oven in werking is wordt het apparaat ter hoogte
van het glas van de ovendeur en de gedeelten
daaromheen heet. Let er daarom op dat kinderen niet
in de buurt komen met de bedoeling ermee te gaan
spelen. Als u wilt dat het apparaat veiliger is dan is er
bij onze officiële Servicedienst op aanvraag een
kinderbeveiliging leverbaar. Om deze beveiliging te
bestellen verzoeken wij u vriendelijk de volgende code
te vermelden: BAB gevolgd door het model fornuis.
Het model staat op het typeplaatje dat aan de achterkant
van het fornuis aangebracht is.
12. Het apparaat niet onnodig aan laten staan. De gaskraan
in de toevoerleiding dichtdraaien als het apparaat niet
wordt gebruikt.
13. Sommige onderdelen van het apparaat zullen nog lang
na het gebruik warm blijven. Erop letten ze niet aan te
raken.
14. Geen instabiele of vervormde pannen op de branders
plaatsen om ongelukken als gevolg van het omvallen
ervan te voorkomen.
2
OMSCHRIJVING VAN HET FORNUIS
E Bougies voor de automatische ontsteking
F Thermische beveiliging - Deze treedt in werking als
de vlam per ongeluk is uitgegaan (overkoken, tocht
enz.) door de gastoevoer van de brander te blokkeren.
H Keuzeknop voor de elektrische oven
(keuzeschakelaar van de bereidingsfuncties)
N Thermostaatknop voor de elektrische oven
(instelling van de temperatuurstanden)
S Functiecontrolelampje van de elektrische oven
A Sudderbrander
B Normale branderbrander
C Sterkbrander
D Drievoudige vlamkroonbrander (wok)
G Pannendragers
R Verkleiningsrooster
M Bedieningsknoppen voor de gasbranders
P Drukknop voor de automatische ontsteking
T Kookwekker
E
F
3
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
De branders hebben verschillende afmetingen en
vermogens. Kies de meest geschikte brander met het oog
op de diameter van de pan e.d. die u wilt gebruiken.
De gekozen brander kan met de betreffende knop "M" als
volgt geregeld worden:
Regelkraan dicht
Regelkraan maximaal geopend
Regelkraan minimaal geopend
De symbolen bij de knoppen verwijzen naar de positie
van de betreffende brander op de kookplaat. Dit fornuis is
uitgerust met een thermo-elektrische beveiliging tegen het
ontsnappen van gas. Dit mechanisme zorgt ervoor dat de
gastoevoer wordt onderbroken als de vlam van de brander
tijdens het functioneren mocht uitgaan.
Ontsteking van de branders
Om een brander te ontsteken als volgt te werk gaan:
de betreffende knop indrukken, linksom draaien en het
streepje met het symbool van de grote vlam overeen
laten stemmen (maximum vermogen);
de knop volledig indrukken en de automatische ontsteking
van het gas inschakelen door op de drukknop “P” met
het symbool te drukken;
als de vlam brandt de knop gedurende 10 seconden
ingedrukt houden tot het element van de thermo-
elektrische-beveiliging warm is geworden;
de knop loslaten en controleren of de vlam regelmatig
brandt. Als dit niet het geval mocht zijn de bovenstaande
handelingen herhalen.
Voor de laagste stand (minimum vermogen) de knop verder
draaien tot aan het symbool van de kleine vlam.
Tussenliggende standen zijn mogelijk, hiertoe de knop
tussen het symbool van de grote vlam en dat van de kleine
vlam instellen. Om de brander te doven de knop rechtsom
draaien tot stand " ". In deze stand wordt de knop
geblokkeerd. Om haar opnieuw te draaien zal ze eerst
moeten worden ingedrukt.
Belangrijk:
De automatische vonkontsteking niet langer dan 15
seconden achter elkaar gebruiken. Bij problemen met
de ontsteking, de knop loslaten en de eventueel in de
gasleiding aanwezige lucht eruit laten stromen.
Vervolgens opnieuw op het knopje drukken.
Bij het ongewenste uitgaan van de vlam van de branders
zal het gas nog even door blijven stromen vóórdat het
beveiligingsmechanisme in werking treedt. De
bedieningsknop sluiten en tenminste 1 minuut wachten
alvorens te proberen de vlam opnieuw te ontsteken om
het ontsnapte gas de tijd te geven om in de lucht op te
lossen.
Als het apparaat niet wordt gebruikt, controleren of de
knoppen in de dicht-stand staan " ". Verder wordt het
aanbevolen om de gaskraan in de toevoerleiding te
sluiten.
WERKING VAN DE KOOKPLAAT
WERKING VAN DE ELEKTRISCHE OVEN
(mod. 9507 XE)
Oven die geschikt is om gerechten op traditionele wijze te
bereiden waarbij u het verhittingselement kunt kiezen: boven
(minigrill), onder, minigrill + onder tezamen en grill.
De verschillende functies worden verkregen door de knop
van de keuzeschakelaar “H” (zie figuur op blz.3) in
de volgende standen te draaien:
Nadat u het verhittingselement gekozen heeft moet u de
thermostaatknop "N" (aangeduid met het simbool )
op de gewenste temperatuurstand zetten.
Voor het op normale wijze
conventionele
koken
(roosteren, biscuits, enz.) de functie gebruiken
(boven- en onderwarmte).
De te bereiden gerechten in de oven zetten wanneer
deze de geselecteerde temperatuur heeft bereikt en bij
voorkeur één enkele richel gebruiken voor het bakken.
Als u de warmte meer op de onderkant of op de
bovenkant van de gerechten wilt concentreren dan moet
u de bedieningsschakelknop van de oven op de stand
zetten (onderwarmte) of (bovenwarmte);
loobmyS eitcnuF negomreV
0
tiU)0-
etmrawrednone-nevoB)1W0532
etmrawrednO)2W0031
etmrawnevoB)3W0501
llirG)4W0002
rednarB .mcninapednavretemaiD
ArednarbrebbuS41temnetot6nav
BlaamroN02temnetot51nav
CkretS
D)kow(noorkmalvegiduoveirD
03temnetot42nav
Praktische wenken voor het gebruik van de branders
De branders zullen het beste resultaat leveren als uitsluitend
pannen met een voor de gebruikte brander geschikte
diameter worden gebruikt, waarbij moet worden voorkomen
dat de vlam tot voorbij de bodem van de pan komt (zie
onderstaande tabel). Voorts wordt aangeraden om, als een
vloeistof aan de kook raakt, de vlam te verlagen tot een
hoogte die volstaat om haar aan de kook te houden.
Dit fornuis is uitgerust met een verkleiningsrooster "R",
die uitsluitend op de hulpbrander "A" gebruikt mag worden.
4
0
tiU-
llirginim+tnemelesgnittihreV)1
redno+
W0532
rednotnemelesgnittihreV)2W0031
llirginimtnemelesgnittihreV)3W0501
llirgtnemelesgnittihreV)4W0002
tnemelesgnittihreVllirgixaM)5
llirg+llirginim
W0503
eitalitnev+llirgixaM)6W0013
+rednotnemelesgnittihreV)7
eitalitnev
W0531
eitalucrictnemelesgnittihreV)8
eitalitnev+
W0582
neioodtnolenS)9W05
De oven biedt negen combinatiemogelijkheden voor de
elektrische warmte-elementen; als voor het te koken
gerecht de meest geschikte combinatie wordt gekozen
zullen uiterst precieze resultaten mogelijk zijn.
De verschillende functies worden verkregen door de knop
van de keuzeschakelaar “H” in de volgende standen
te draaien:
Na instelling van de gewenste verwarmingsmethode, de
knop van de thermostaat “N” op de gewenste
temperatuur instellen.
Voor het op normale wijze conventionele koken
(roosteren, biscuits, enz.) de functie gebruiken (boven-
en onderwarmte).
De te bereiden gerechten pas in de oven plaatsen als de
vooraf ingestelde temperatuur is bereikt en bij voorkeur
slechts één niveau gebruiken.
Als daarentegen een sterkere verwarming van de
gerechten van onderen of van boven is gewenst, de
keuzeschakelaar in de stand (onderwarmte),
(onderwarmte + ventilator) of (bovenwarmte) plaatsen.
Bij de functie wordt het gerecht gebakken met behulp
van vooraf door een verwarmingselement opgewarmde
lucht die vervolgens door een ventilator in de oven in
circulatie wordt gebracht. De oven komt zeer snel op
temperatuur en de gerechten kunnen daarom direct vanaf
het begin in de koude oven worden geplaatst. Voorts
bestaat de mogelijkheid om tegelijkertijd op twee
verschillende niveaus te bakken.
Bij de functie “snel ontdooien worden geen
verwarmingselementen gebruikt, maar uitsluitend de
ovenverlichting en de ventilator.
Bij het grillen wordt een hoog verwarmingsvermogen
gebruikt, wat het onmiddellijke roosteren van de
buitenoppervlakken van de gerechten mogelijk maakt en
speciaal geschikt is voor vleessoorten die van binnen
zacht moeten blijven.
Voor het koken met de grill moet de keuzeschakelar “H”
op één van de volgende standen worden gezet: (grill),
(maxigrill), (maxigrill+ventilator)
Bij het grillen is het van belang dat de ovendeur
gesloten blijft. De thermostaatknop verder niet op een
temperatuur van meer dan 200°C instellen.
Ovenverlichting
De ovenverlichting gaat branden zodra de keuzeschakelaar
"H" op een willekeurige stand wordt gezet.
Controlelampje "S"
De oven is voorzien van een controlelampje "S" (figuur op
blz.3), dat uitgaat zodra de ingestelde temperatuur is
bereikt. Op dit punt betekent het aan en uit gaan van het
lampje dat de thermostaat aan het werk is de temperatuur
van de oven constant te houden.
Kookwekker "T"
Voor het opwinden van de klok moet u de knop bijna een
hele toer met de klok mee draaien; daarna, terugdraaiend,
stelt u de gewenste tijd in door het wijzertje op het
voorpaneel gelijk te laten vallen met het nummer dat
correspondeert met het aantal minuten dat u wenst.
Timer (slechts op enkele modellen aanwezig)
Handmatige functie
Draai de knop van de timer met het symbool tegen
de klok in en plaats het wijzertje op het symbool
(handmatig). Steek de oven aan door de keuzeknop te
draaien en de gewenste temperatuur in te stellen met de
thermostaatknop. De oven gaat uit als u de knop van de
timer op de begin-positie " " zet.
Functie met geprogrammeerde kooktijd
Draai de knop van de timer tegen de klok in en plaats het
wijzertje op de gekozen tijd (van 10 tot 120 minuten). Steek
de oven aan door de keuzeknop te draaien en de gewenste
temperatuur in te stellen met de thermostaatknop. Aan het
einde van het aftellen hoort u een geluidssignaal dat na 1
min. ophoudt of na het indrukken van een willekeurige knop.
Vergeet niet dat de timer wordt gedeactiveerd op het
moment dat het koken begint (zowel onmiddelijk als
uitgestelde start).
MULTIFUNCTIONELE OVEN (mod. KP 958 MS (X))
5
REINIGEN EN ONDERHOUD
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling
overgaat.
Het is belangrijk voor de lange duurzaamheid van het
apparaat dat u het regelmatig nauwkeurig schoonmaakt,
als volgt:
De geëmailleerde delen en de zelfreinigende panelen
(indien aanwezig) worden met lauw water gewassen
zonder schuurmiddelen of bijtende middelen;
De binnenkant van de oven wordt liefst kort na gebruik
gereinigd, als hij nog lauw is, met een warm sopje, dan
afgespoeld en nauwkeurig gedroogd;
de delen van roestvrij staal kunnen vlekken vertonen
na lang contact met kalkhoudend water of agressieve
wasmiddelen (fosforhoudend). Spoel ze dus na het
reinigen goed af en droog ze af. Droog altijd eventueel
geknoeid water af;
Bekleed de bodem van de oven nooit met aluminiumfolie,
aangezien de excessieve hitte die daaruit voort zou
komen het email kan beschadigen.
Het vervangen van de ovenlamp
Sluit de stroom van de oven af door middel van de
schakelaar die de installatie aan het net verbindt, of
door de stekker uit het stopcontact te trekken, indien
deze bereikbaar is.
Schroef het glazen lampekapje los;
Schroef het lampje los en vervang het met een nieuw
lampje dat hittebestendig is (300°C) met de volgende
kenmerken:
- Spanning 230/240 V
- Vermogen 15W
- Fitting E14
Monteer het lampekapje en sluit de stroom weer aan.
Demonteren/monteren ovendeur
De deur van de oven kan verwijderd worden voor het
gemakkelijker reinigen van de binnenkant van de oven, ga
als volgt te werk (afb.3-4):
Zet de deur wijd open en zet de 2 hendeltjes "B" omhoog
(afb.3);
Sluit de deur gedeeltelijk zodat u hem kunt opheffen als
de haken "A" zijn uitgetrokken zoals aangegeven in afb.4.
Voor het weer monteren van de deur:
Steek de 2 haken "A" in de gaten met de deur in vertikale
houding.
Controleer of de behuizing "D" perfect aan de rand van
het gat is gehaakt (beweeg de deur zachtjes naar voren
en naar achteren);
Houd de deur wijd open, klap de 2 hendeltjes "B" neer en
doe de deur dicht.
afb. 3
afb. 4
fig.2a fig.2b
Braadspit - draaispit
Om het braadspit te gebruiken moet u als volgt te werk
gaan: prik het vlees dat u klaar wilt maken op dwarsspies
in de lengterichting en zorg ervoor dat het vlees tussen de
beide speciale verstelbare vorken klem komt te zitten
(fig.2a)
Doe de steunen “A” en “B” (fig.2b) in de gaten in de
vetopvangbak “E”, laat de gleuf van de stang precies in
de opening “C” vallen en zet het rooster op de eerste
geleider van de bodem van de oven af gerekend; steek de
stang nu in het gat van het draaispit en schuif de gleuf
naar voren in de opening “D”. Stel het draaispit in werking
door de keuzeschakelaar op één van de volgende standen
te draaien: .
6
De bereidingstijden kunnen variëren afhankelijk van de aard van de gerechten, het feit of zij gelijkmatig gaar moeten worden en de omvang
ervan. In eerste instantie moet dan ook voor de kortste kooktijden worden gekozen om later, indien nodig voor langere tijden te kiezen.
Boven- en onderwarmte
Hete lucht
Opmerkingen:
1) Koken zonder voorverwarming van de oven met uitzondering van de gerechten waar een sterretje voor staat.
2) De in de tabel aangegeven geleider geniet de voorkeur als op meerdere roosterstanden wordt gekookt.
3) De gegeven tijden hebben betrekking op het koken op één roosterstand, bij het koken op meerdere roosterstanden moet u 5-10 minuten bij de
tijden optellen.
4) Voor het braden van rundvlees, kalfsvlees, varkensvlees en kalkoenvlees met bot of rollades moeten 20 minuten bij de tijden worden opgeteld.
thceregtrooS
ruutarepmeT
C°
djitsgnidiereB
)netunim(
thceregtrooS
ruutarepmeT
C°
djitsgnidiereB
)neru(
kabeG
traatnethcurV
kabegmiuhcS
geedtiucsibnavekaC
kabegtiucsibgithcuL
traat-ekaC
traatedalocohC
"aiccacof"doorbtuozsnaailatI
stengieB
geedredalbnavsejkeoK
nezeopmoT
geedlemiurK
031
031
051
061
061
071
071
002
002
002
002
07-06
04-03
03-02
05-04
05-04
04-03
05-04
02-51
02-51
02-51
02-51
seelV
).gk8-4(neoklaK
).gk5-4(seelvneznaG
dneE).gk4-2(
).gk3-½2(neopaK
hsaluog-seelvdnuR).gk½1-1(
tuobsmaL
).gk2(saahnedarbeG
tnazafnedarbeG
piK).gk½1-1(
siV
061
061
071
071
061
061
061
061
071
002
½4-3
½4-4
½2-½1
½2-2
½3-3
½1-1
½1-1
½1-1
½1-1
netunim52-51
thceregtrooS
fanavredieleG
medobed
diehleeveoH
.gk
ruutarepmeT
C°
djitsgnidiereB
)netunim(
kabeG
mrovkabni,geedtpolkegteM*
mrovkabrednoz,geedtpolkegteM*
medobtraat,geedlemiurK
gnilluvegithcovtemgeedlemiurK
gnilluvegordtemgeedlemiurKK
geednezeregkjilruutanteM*
kabegnielK
3-1
4-3-1
4-3-1
3-1
4-3-1
3-1
4-3-1
1
1
5.0
5.1
1
1
5.0
571
571
571
571
571
571
061
06
05
03
07
54
05
03
seelV
seelvdierebretsoortehpO
seelvsflaK
seelvdnuR
feibsoreslegnE
seelvsnekraV
piK
seelvdierebedelsdaarbednI
seelvsflaK
seelvdnuR
seelvsnekraV
piK
nekkutsnineoklaK
dneE
sletohcsfootS
letohcsfootsseelvdnuR
letohcsfootsseelvsflaK
2
2
2
2
2
3-1
3-1
3-1
3-1
3-1
3-1
1
1
1
1
1
1
5.1-1
1
1
1
5.1-1
5.1
5.1-1
1
1
081
081
022
081
002
061
061
061
081
081
081
571
571
06
07
05
07
07
08
09
09
09
021
021
021
011
siV
,gnitjiw,wuajlebak,sejpalsiv,telifsiV
gnot
mlaz,tobrat,leerkaM
sretseO
3-1
3.1
3-1
1
1
081
081
081
03
54
02
nethceregnevO
nerawgeedtemthceregnevO
netneorgtemthceregnevO
sélffuosegitrahneeteoZ*
newuoveglebbudnes'azzipenoweG*
s'azzip
tsaoT
3-1
3-1
3-1
4-3-1
4-3-1
2
2
57.0
5.0
5.0
581
581
081
002
091
06
05
05
03
51
neioodtnO
nedjitlaamraalk-ne-tnaK
seelV
seelV
seelV
3-1
3-1
3-1
3-1
1
5.0
57.0
1
002
05
05
05
54
05
07
011
thceregtrooS
djitsgnidiereB
)netunim(
nednatsretsooR
).gk5.0(edanobraK
sejtsroW
)gk1(pikedlirgeG
).gk6.0(tipstehnaanedarbegseelvsflaK
).gk1(tipstehnaapiK
06
51
06
06
06
3
e
redieleg
2
e
redieleg
1
e
redieleg
-
-
KOOKTIPS
Met 1
e
geleider wordt de
laagste geleider bedoeld ten
opzichte van de ovenbodem.
GRILL
7
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR
De onderstaande instructies zijn bestemd voor de erkende
installateur en om hem in staat te stellen de handelingen
met betrekking tot de installatie, de regelingen en het
technische onderhoud op de meest correcte wijze en in
overeenstemming met de van toepassing zijnde normen
uit te voeren.
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen enz.
moeten op een van het elektriciteitsnet afgesloten
apparaat worden uitgevoerd. Indien het noodzakelijk
mocht blijken de elektrische voeding te handhaven zal de
grootst mogelijke voorzorg moeten worden genomen.
Het fornuis heeft de volgende technische kenmerken:
Klasse 1
Categorie II 2L3B/P (voor NEDERLAND)
Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË)
De afmetingen van de apparaten zijn afgebeeld in de figuur
op blz.2. Voor de goede werking van een tussen meubelen
ingebouwd apparaat is het noodzakelijk dat de in figuur 5
aangeduide minimumafstanden in acht worden genomen.
Bovendien moeten de aangrenzende oppervlakten en de
achterwand uit hittebestendig materiaal vervaardigd zijn
om aan een boventemperatuur van 65 °C te weerstaan.
Alvorens het fornuis te plaatsen moeten de verstelbare
poten ervan in de daarvoor bestemde openingen aan de
onderzijde van de ommanteling worden bevestigd. De
verstelbare poten kunnen met een schroef worden geregeld
en maken het mogelijk om indien noodzakelijk het apparaat
waterpas op de gewenste hoogte te stellen.
Plaatsing
Dit apparaat mag uitsluitend in permanent geventileerde
ruimten (overeenkomstig de voorschriften van de van
toepassing zijnde NEN 1078 Norm) worden geïnstalleerd
en functioneren. Aan de volgende voorwaarden moet worden
A
fig.5
Aansluitende Ventilatie
Bijzonderheid A kamer kamer
Voorbeeld van een ventilatieopening Vergroting van de gleuf tussen
voor verbrandingslucht de deur en de vloer
fig. 7A fig. 7B
fig.6
In open haard of vertakte rookpijp Meteen naar buiten
(aanwezig bij de kookapparaten)
Ventilatie van de keukenruimte
In de ruimte waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet
een hoeveelheid lucht worden toegevoerd die voldoerde is
voor de verbranding van het gas en de ventilatie van de
ruimte. De natuurlijke toevoer van de lucht dient te worden
gewaarborgd door middel van permanente openingen in
de buitenmuren van de ruimte, of door enkele of collectief
vertakte ventilatiekanalen, in overeenstemming met de
geldende normen.
De lucht dient rechtstreeks van buitenaf en uit de buurt
van bronnen van verontreiniging te worden toegevoerd.
De ventilatieopening moet over de volgende eigenschappen
beschikken (fig.7A):
een totale volledig onbelemmerde doorgangssectie van
tenminste 6 cm² voor iedere kW nominale
warmtecapaciteit van het apparaat, met een minimum
van 100 cm² (de warmtecapaciteit kan worden afgelezen
op het plaatje met de technische gegevens aan de
achterzijde van het apparaat);
de mondingen aan zowel de binnen- als de buitenzijde
van de wand mogen niet verstopt kunnen raken;
met bijvoorbeeld een rooster, metalen gazen, enz. zijn
beschermd opdat de bovengenoemde nuttige sectie niet
wordt verminderd.
op een hoogte vlak boven de vloer zijn geplaatst.
De lucht mag eveneens vanuit een nevenliggende ruimte
worden toegevoerd, op voorwaarde dat het hier geen
slaapkamer of een ruimte waar brandgevaar bestaat
betreft, zoals bijv. opslagplaatsen, garages, magazijnen
met brandbaar materiaal enz., en ze in overeenstemming
met de geldende normen is geventileerd. De toevoer van
de lucht vanuit een nevenliggende ruimte naar de te
ventileren ruimte dient vrijelijk door permanente openingen
te worden gegarandeerd, met een sectie die niet kleiner
mag zijn dan die hierboven vermeld. Deze openingen
kunnen ook worden verkregen door de vrije ruimte tussen
de deur en de vloer te vergroten (fig.7B).
voldaan:
Het apparaat moet de verbrandingsproducten afvoeren
naar een speciaal hiervoor bestemde kap die op een
schoorsteen, een afvoerkanaal of rechtstreeks naar
buiten moet zijn aangesloten (fig.6).
Als het gebruik van een kap niet mogelijk is, kan een op
het raam of de buitenmuur geplaatste elektroventilator
worden gebruikt die tegelijkertijd met het apparaat in
werking moet worden gesteld.
8
Als voor de afvoer van de verbrandingsproducten een
elektroventilator wordt gebruikt, zal de ventilatieopening
moeten worden aangepast aan de maximale capaciteit van
de luchtverplaatsing ervan. De capaciteit van de
elektroventilator dient voldoende te zijn om per uur een
luchtverversing van 3÷5 maal het volume van de ruimte te
garanderen. Bij een intensief en langdurig gebruik van het
apparaat kan een extra ventilatie noodzakelijk blijken die
kan worden verkregen door bijvoorbeeld het openen van
een raam of een verbetering van de afzuigcapaciteit van
de elektroventilator, indien aanwezig. De gassen van een
vloeibaar gemaakt gasmengsel (LPG) zijn zwaarder dan
lucht en blijven laag hangen. De ruimtes waarin gasflessen
met LPG staan moeten dan ook openingen naar buiten
hebben ter hoogte van de vloer, zodat eventueel gelekte
gassen van onderen afgevoerd kunnen worden. Zet geen
LPG gasflessen (ook als deze leeg zijn) in ondergrondse
ruimtes; in de ruimte is het verstandig alleen de gasfles te
laten staan die op dat moment in gebruik is, waar u de
gasfles uit de buurt van warmtebronnen moet neerzetten
waardoor de temperatuur van de gasfles eventueel op kan
lopen tot meer dan 50°C.
Aansluiting op het gas
De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -fles
moet worden uitgevoerd in overeenstemming met
voorschriften van de van toepassing zijnde normen en
uitsluitend na te hebben gecontroleerd of het apparaat is
afgesteld op het soort gas waarmee het zal worden
gevoed.
• Dit apparaat is ingesteld om te functioneren op de
gassoort die op het etiket staat dat op het fornuis zelf is
aangebracht. Indien de beschikbare gassoort niet
overeenstemt met de gassoort waar het apparaat op
ingesteld is, moet u de betreffende inspuiters (die bij de
levering inbegrepen zijn) verwisselen waarbij u de
aanwijzingen die in de paragraaf “Ombouw van het
apparaat op een andere gassoort” zijn opgenomen in acht
moet nemen.
Om zeker te zijn van de goede werking van het apparaat,
om de energie op adequate wijze te kunnen benutten en
om ervoor te zorgen dat het apparaat lang meegaat, moet
u zich ervan verzekeren dat de voedingsdruk
overeenstemt met de waarden die in de volgende tabel 1
staan. Als dit niet het geval is moet u op de
gastoevoerleiding een speciale drukregelaar monteren in
overeenstemming met de geldende normen.
Er bij de aansluiting op letten dat het apparaat niet aan
spanningen of druk wordt blootgesteld.
Een niet-flexibele metalen buis met verbindingsstukken
overeenkomstig de geldende normen of een metalen slang
met een ononderbroken wand in overeenstemming met de
geldende normen die in uitgerekte vorm niet langer dan
2000 mm mag zijn, op het draaibare verbindingsstuk (½
duims gas buitendraads), aan de rechterzijkant achter van
het apparaat (fig.8) aansluiten.
A
Afstelling van het minimumvermogen
Zet de regelkraan op de laagste stand.
Haal de bedieningsknop van de regelkraan af en draai
aan de stelschroef (fig.10) die zich naast het stangetje
van de regelkraan bevindt, gebruik daarbij een
schroevendraaier (als u de schroef losser draait neemt
het minimumvermogen toe, als u de schroef strakker
draait neemt het minimumvermogen af).
Opmerking: in geval van vloeibaar gas moet de
stelschroef aangedraaid worden totdat hij niet verder kan.
Als u het gewenste minimum vermogen bereikt heeft,
moet u de knop-terwijl de brander brandt-een paar keer
snel van de hoogste stand op de laagste stand zetten en
nagaan dat de brander niet dooft.
Breng de knoppen weer aan.
fig.9
fig.10
fig.8
Als de installatie is voltooid moeten het gascircuit, de in-
terne verbindingen en de kraantjes met behulp van zeepsop
op lekkages worden gecontroleerd (nooit met een vlam).
Verder moet worden gecontroleerd of de aanvoerleiding niet
met bewegende delen in aanraking kan komen die tot
beschadigingen of het afklemmen ervan zouden kunnen
leiden.
Belangrijk: Om de aansluiting met vloeibaar gas
(flessengas) tot stand te brengen moet er een drukregelaar
tussen geplaatst worden die aan de geldende normen
voldoet.
Ombouw van het apparaat op een andere gassoort
Als de fornuis op een andere gassoort omgebouwd moet
worden dan de gassoort waarop de kookplaat ingesteld is
(staat op het etiket op de kookplaat aangegeven), moet u
de inspuiters van de branders verwisselen waarbij als volgt
te werk moet gaan:
haal de roosters en de branders eraf.
draai de inspuiters "A" (fig.9) met een pijpsleutel van 7
mm los en vervang de inspuiters door de inspuiters die
geschikt zijn met het oog op de nieuwe gassoort en houd
daarbij onderstaande tabel aan.
tenslotte, vervang het oude typeplaatje met een ander
dat het nieuwe type gas aangeeft, verkrijgbaar bij onze
Technische Dienst. weer.
HET APPARAAT MOET OP EEN RANDGEAARD
STOPCONTACT WORDEN AANGESLOTEN.
Het fornuis is bestemd om te worden gebruikt met
wisselstroom met een spanning en frequentie zoals vermeld
op het plaatje met de technische gegevens (geplaatst aan
de achterzijde). Controleren of de voedingsspanning ter
plaatse overeenstemt met die vermeld op het plaatje.
Aansluiting van de elektrische voedingskabel op het
elektriciteitsnet
ELEKTRISCHE AANSLUITING
9
*A 15°C en 1013 mbar-droog gasH.s. Propaangas G31 = 50,37 MJ/kg
H.s. Butangas G30 = 49,47 MJ/kg H.s. Aardgas G25 = 32,49 MJ/m
3
H.s. Aardgas G20 = 37,78 MJ/m
3
)DNALREDENroov(1lebaTsagraabieolVsagdraA
rednarBrednarB
eensrood
tieticapacetmraW
)*.s.H(Wk
ssap-yB
001/1
)mm(
retiupsnI
001/1
)mm(
*teibeD
h/g
retiupsnI
001/1
)mm(
*teibeD
h/l
)mm(.moN.reG 13G/03G52G
ClenS00100.37.00468812221233
BlensflaH5756.14.0034602149381
ApluH5500.13.0720537ss27111
DgniregiduoveirD03152.33.17519632431063
kurdsgnideoV0352
)ËIGLEBroov(1lebaT sagraabieolVsagdraA
rednarBrednarB
eensrood
)mm(
tieticapacetmraW
)*.s.H(Wk
ssap-yB
001/1
)mm(
retiupsnI
001/1
)mm(
*teibeD
h/g
retiupsnI
001/1
)mm(
*teibeD
h/l
.moN.reG 03G13G52G/02G02G52G
ClenS00100.37.00468812412611682233
BlensflaH5756.14.0034602181169751381
ApluH5500.13.0720537171759111
DgniregiduoveirD03152.33.17519632232421903063
kurdsgnideoV82730252
Als een rechtstreekse aansluiting op het elektriciteitsnet
is gewenst moet tussen het apparaat en het elektriciteitsnet
een meerpolige interruptieschakelaar worden geplaatst met
een minimale opening tussen de contacten van 3 mm,
aangepast aan de belasting en in overeenstemming met
de geldende normen. De geel-groene aardkabel moet niet
door de interruptieschakelaar worden onderbroken. Bij de
plaatsing van de voedingskabel moet er rekening mee
worden gehouden dat hij op geen enkel punt een temperatuur
van meer dan 50°C boven die van de omgeving mag
bereiken. DEZE APPARATEN MOETEN GESCHEIDEN
WORDEN AANGESLOTEN. Geen verloopstukken,
adapters of aftakdozen gebruiken die tot oververhitting of
verbrandingen zouden kunnen leiden. Alvorens de
aansluiting uit te voeren, controleren of:
de spanningsbegrenzer en de elektrische installatie thuis
geschikt zijn voor de belasting van de apparatuur (zie
plaatje met technische gegevens);
de elektrische voeding over een deugdelijke
aardaansluiting beschikt in overeenstemming met de
geldende normen en voorschriften;
het stopcontact of de meerpolige schakelaars makkelijk
zijn te bereiken. WIJ AANVAARDEN GEEN ENKELE
VERANTWOORDELIJKHEID ALS DE
ONGEVALLENPREVENTIENORMEN NIET WORDEN
NAGELEEFD.
Vervanging van de kabel
Een rubberen kabel van het type H05VV-F met een sectie
van 3 x 1.5 mm² gebruiken. De geel-groene geleider zal
2÷3 cm langer dan de andere geleiders moeten zijn.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
KENMERKEN VAN DE BRANDERS EN INSPUITERS
ENERGY LABEL
Richtlijn 2002/40/CE op etiket van de elektrische ovens
Norm EN 50304
Energieverbruik convectie Natuurlijk
verwarmingsfunctie:
Statische
Energieverbruik verklaring Klasse convectie Hetelucht
verwarmingsfunctie :
Geventileerd (mod. KP 958 MS.B)
TECHNISCHE KENMERKEN
Dit apparaat voldoet aan de volgende Europese richtlijnen:
- EEG/73/23 van 19/02/73 (Laagspanning) en successievelijke
modificaties;
- EEG/89/336 van 03/05/89 (Electromagnetische compatibiliteit)
en successievelijke modificaties;
- EEG/90/396 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke
modificaties;
- EEG/93/68 van 22/07/93 en successievelijke modificaties.
De accessoires van de oven die met etenswaren in aanraking
kunnen komen zijn gemaakt van materiaal dat in overeenstemming
is met hetgeen bepaald wordt door de Communautaire Richtlijn EEG
89/109 van 21/12/88 en de geldende normen.

Documenttranscriptie

Wij danken u dat u een Indesit product heeft gekozen, veilig en gemakkelijk in het gebruik. Om het fornuis te leren kennen moet het langdurig en zo goed mogelijk gebruikt worden. Wij verzoeken u deze gebruiksaanwijzing te lezen. Dank u. ALGEMENE AANWIJZINGEN DEZE GEBRUIKSAANWIJZING IS UITSLUITEND VAN TOEPASSING IN DE LANDEN WAARVAN HET SYMBOOL OP DE GEBRUIKSAANWIJZING EN HET TYPEPLAATJE VAN HET APPARAAT ZIJN AFGEBEELD. 1. Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor huishoudelijk gebruik. 2. De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen daar zij belangrijke informatie bevatten met betrekking tot de veiligheid tijdens de installatie, het gebruik en het onderhoud. Deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig opbergen om later te kunnen raadplegen. 3. Na de verpakking te hebben verwijderd controleren of het apparaat onbeschadigd is. In geval van twijfel het apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met de leverancier. 4. Alle handelingen met betrekking tot de installatie dienen in overeenstemming met de geldende normen door een erkend installateur te worden uitgevoerd. De hierop betrekking hebbende instructies staan beschreven in de aanwijzingen voor de installateur. 5. Regelmatig de goede staat van de aanvoerleiding van het gas controleren en deze zodra er afwijkingen worden geconstateerd door een erkend installateur laten vervangen. 6. De aansluitkabel en de toevoerleiding van het gas van dit apparaat mogen niet door de gebruiker zelf worden vervangen. In geval van beschadiging mag de eventuele vervanging ervan uitsluitend door een erkend installateur of de Servicedienst worden uitgevoerd. 7. Alvorens het apparaat aan te sluiten controleren of de gegevens op het plaatje met de technische gegevens (aan de achterzijde van het apparaat) overeenstemmen met die van het elektriciteits- en gasnet. 8. Controleren of de capaciteit van de elektrische installatie en de stopcontacten overeenstemmen met het maximum vermogen van het apparaat zoals vermeld op het plaatje. In geval van twijfel dient een erkend installateur te worden geraadpleegd. 9. Geen ontvlambare vloeistoffen in de nabijheid van het in werking zijnde apparaat gebruiken. 10. Sommige delen van het apparaat zijn met een verwijderbare krasvaste folie bedekt. Alvorens het apparaat in werking te stellen moet de folie worden verwijderd en het onderliggende gedeelte met een doek en een niet krassend huishoudelijk schoonmaakmiddel schoongemaakt. Wij raden aan om de oven de eerste keer 30 minuten lang op de maximum temperatuur te laten branden om eventueel achtergebleven verontreinigingen als gevolg van het productieproces te verwijderen. 11. Als de oven in werking is wordt het apparaat ter hoogte van het glas van de ovendeur en de gedeelten daaromheen heet. Let er daarom op dat kinderen niet in de buurt komen met de bedoeling ermee te gaan spelen. Als u wilt dat het apparaat veiliger is dan is er bij onze officiële Servicedienst op aanvraag een kinderbeveiliging leverbaar. Om deze beveiliging te bestellen verzoeken wij u vriendelijk de volgende code te vermelden: BAB gevolgd door het model fornuis. Het model staat op het typeplaatje dat aan de achterkant van het fornuis aangebracht is. 12. Het apparaat niet onnodig aan laten staan. De gaskraan in de toevoerleiding dichtdraaien als het apparaat niet wordt gebruikt. 13. Sommige onderdelen van het apparaat zullen nog lang na het gebruik warm blijven. Erop letten ze niet aan te raken. 14. Geen instabiele of vervormde pannen op de branders plaatsen om ongelukken als gevolg van het omvallen ervan te voorkomen. 15. Um optimale Leistungen Ihres zu gewährleisten, sind beim Kochen einige grundsätzlichen Maßnahmen zu beachten: • Verwenden Sie Kochgeschirr, die glatt auf der Kochzone aufliegen. 16.Als het fornuis op een voetstuk wordt geplaatst moet u er voor zorgen dat het er niet af kan schuiven 17.Gebruik geen stoomapparaat voor het reinigen van de oven 1 OMSCHRIJVING VAN HET FORNUIS F E A B C D G R M P T E Bougies voor de automatische ontsteking F Thermische beveiliging - Deze treedt in werking als de vlam per ongeluk is uitgegaan (overkoken, tocht enz.) door de gastoevoer van de brander te blokkeren. H Keuzeknop voor de elektrische oven (keuzeschakelaar van de bereidingsfuncties) N Thermostaatknop voor de elektrische oven (instelling van de temperatuurstanden) S Functiecontrolelampje van de elektrische oven Sudderbrander Normale branderbrander Sterkbrander Drievoudige vlamkroonbrander (wok) Pannendragers Verkleiningsrooster Bedieningsknoppen voor de gasbranders Drukknop voor de automatische ontsteking Kookwekker 2 INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK Praktische wenken voor het gebruik van de branders De branders zullen het beste resultaat leveren als uitsluitend pannen met een voor de gebruikte brander geschikte diameter worden gebruikt, waarbij moet worden voorkomen dat de vlam tot voorbij de bodem van de pan komt (zie onderstaande tabel). Voorts wordt aangeraden om, als een vloeistof aan de kook raakt, de vlam te verlagen tot een hoogte die volstaat om haar aan de kook te houden. Dit fornuis is uitgerust met een verkleiningsrooster "R", die uitsluitend op de hulpbrander "A" gebruikt mag worden. WERKING VAN DE KOOKPLAAT De branders hebben verschillende afmetingen en vermogens. Kies de meest geschikte brander met het oog op de diameter van de pan e.d. die u wilt gebruiken. De gekozen brander kan met de betreffende knop "M" als volgt geregeld worden: Regelkraan dicht Regelkraan maximaal geopend Regelkraan minimaal geopend De symbolen bij de knoppen verwijzen naar de positie van de betreffende brander op de kookplaat. Dit fornuis is uitgerust met een thermo-elektrische beveiliging tegen het ontsnappen van gas. Dit mechanisme zorgt ervoor dat de gastoevoer wordt onderbroken als de vlam van de brander tijdens het functioneren mocht uitgaan. Ontsteking van de branders Om een brander te ontsteken als volgt te werk gaan: • de betreffende knop indrukken, linksom draaien en het streepje met het symbool van de grote vlam overeen laten stemmen (maximum vermogen); • de knop volledig indrukken en de automatische ontsteking van het gas inschakelen door op de drukknop “P” met Brander Diameter van de pan in cm. A Subberbrander van 6 tot en met 14 B Normaal van 15 tot en met 20 C Sterk van 24 tot en met 30 D Drievoudige vlamkroon (wok) WERKING VAN DE ELEKTRISCHE OVEN (mod. 9507 XE) Oven die geschikt is om gerechten op traditionele wijze te bereiden waarbij u het verhittingselement kunt kiezen: boven (minigrill), onder, minigrill + onder tezamen en grill. De verschillende functies worden verkregen door de knop het symbool te drukken; • als de vlam brandt de knop gedurende 10 seconden ingedrukt houden tot het element van de thermoelektrische-beveiliging warm is geworden; • de knop loslaten en controleren of de vlam regelmatig brandt. Als dit niet het geval mocht zijn de bovenstaande handelingen herhalen. Voor de laagste stand (minimum vermogen) de knop verder draaien tot aan het symbool van de kleine vlam. Tussenliggende standen zijn mogelijk, hiertoe de knop tussen het symbool van de grote vlam en dat van de kleine vlam instellen. Om de brander te doven de knop rechtsom draaien tot stand " ". In deze stand wordt de knop geblokkeerd. Om haar opnieuw te draaien zal ze eerst moeten worden ingedrukt. van de keuzeschakelaar “H” (zie figuur op blz.3) in de volgende standen te draaien: Symbool 0 Belangrijk: • De automatische vonkontsteking niet langer dan 15 seconden achter elkaar gebruiken. Bij problemen met de ontsteking, de knop loslaten en de eventueel in de gasleiding aanwezige lucht eruit laten stromen. Vervolgens opnieuw op het knopje drukken. • Bij het ongewenste uitgaan van de vlam van de branders zal het gas nog even door blijven stromen vóórdat het beveiligingsmechanisme in werking treedt. De bedieningsknop sluiten en tenminste 1 minuut wachten alvorens te proberen de vlam opnieuw te ontsteken om het ontsnapte gas de tijd te geven om in de lucht op te lossen. • Als het apparaat niet wordt gebruikt, controleren of de knoppen in de dicht-stand staan " ". Verder wordt het aanbevolen om de gaskraan in de toevoerleiding te sluiten. Functi e 0) U i t Vermogen - 1) Boven- en onderw armte 2350 W 2) Onderw armte 1300 W 3) Bovenw armte 1050 W 4) Gri l l 2000 W Nadat u het verhittingselement gekozen heeft moet u de thermostaatknop "N" (aangeduid met het simbool ) op de gewenste temperatuurstand zetten. •Voor het op normale wijze conventionele koken (roosteren, biscuits, enz.) de functie gebruiken (boven- en onderwarmte). De te bereiden gerechten in de oven zetten wanneer deze de geselecteerde temperatuur heeft bereikt en bij voorkeur één enkele richel gebruiken voor het bakken. • Als u de warmte meer op de onderkant of op de bovenkant van de gerechten wilt concentreren dan moet u de bedieningsschakelknop van de oven op de stand zetten (onderwarmte) of (bovenwarmte); 3 MULTIFUNCTIONELE OVEN (mod. KP 958 MS (X)) De oven biedt negen combinatiemogelijkheden voor de elektrische warmte-elementen; als voor het te koken gerecht de meest geschikte combinatie wordt gekozen zullen uiterst precieze resultaten mogelijk zijn. De verschillende functies worden verkregen door de knop zacht moeten blijven. Voor het koken met de grill moet de keuzeschakelar “H” van de keuzeschakelaar “H” Bij het grillen is het van belang dat de ovendeur gesloten blijft. De thermostaatknop verder niet op een temperatuur van meer dan 200°C instellen. op één van de volgende standen worden gezet: (maxigrill), in de volgende standen te draaien: 0 Uit (maxigrill+ventilator) - Ovenverlichting De ovenverlichting gaat branden zodra de keuzeschakelaar 1) Verhittingselement + minigrill 2350 W + onder 2) Verhittingselement onder 1300 W 3) Verhittingselement minigrill 1050 W 4) Verhittingselement grill 2000 W 5) Maxigrill Verhittingselement minigrill + grill 3050 W 6) Maxigrill + ventilatie 3100 W "H" op een willekeurige stand wordt gezet. Controlelampje "S" De oven is voorzien van een controlelampje "S" (figuur op blz.3), dat uitgaat zodra de ingestelde temperatuur is bereikt. Op dit punt betekent het aan en uit gaan van het lampje dat de thermostaat aan het werk is de temperatuur van de oven constant te houden. Kookwekker "T" Voor het opwinden van de klok moet u de knop bijna een hele toer met de klok mee draaien; daarna, terugdraaiend, stelt u de gewenste tijd in door het wijzertje op het voorpaneel gelijk te laten vallen met het nummer dat correspondeert met het aantal minuten dat u wenst. 7) Verhittingselement onder + 1350 W ventilatie 8) Verhittingselement circulatie 2850 W + ventilatie 9) Snel ontdooien (grill), Timer (slechts op enkele modellen aanwezig) 50 W Handmatige functie Na instelling van de gewenste verwarmingsmethode, de knop van de thermostaat “N” Draai de knop van de timer met het symbool op de gewenste de klok in en plaats het wijzertje op het symbool (handmatig). Steek de oven aan door de keuzeknop te draaien en de gewenste temperatuur in te stellen met de thermostaatknop. De oven gaat uit als u de knop van de timer op de begin-positie " " zet. temperatuur instellen. • Voor het op normale wijze conventionele koken (roosteren, biscuits, enz.) de functie gebruiken (bovenen onderwarmte). De te bereiden gerechten pas in de oven plaatsen als de vooraf ingestelde temperatuur is bereikt en bij voorkeur slechts één niveau gebruiken. • Als daarentegen een sterkere verwarming van de gerechten van onderen of van boven is gewenst, de keuzeschakelaar in de stand (onderwarmte), (onderwarmte + ventilator) of tegen Functie met geprogrammeerde kooktijd Draai de knop van de timer tegen de klok in en plaats het wijzertje op de gekozen tijd (van 10 tot 120 minuten). Steek de oven aan door de keuzeknop te draaien en de gewenste temperatuur in te stellen met de thermostaatknop. Aan het einde van het aftellen hoort u een geluidssignaal dat na 1 min. ophoudt of na het indrukken van een willekeurige knop. Vergeet niet dat de timer wordt gedeactiveerd op het moment dat het koken begint (zowel onmiddelijk als uitgestelde start). (bovenwarmte) plaatsen. • Bij de functie wordt het gerecht gebakken met behulp van vooraf door een verwarmingselement opgewarmde lucht die vervolgens door een ventilator in de oven in circulatie wordt gebracht. De oven komt zeer snel op temperatuur en de gerechten kunnen daarom direct vanaf het begin in de koude oven worden geplaatst. Voorts bestaat de mogelijkheid om tegelijkertijd op twee verschillende niveaus te bakken. • Bij de functie “snel ontdooien” worden geen verwarmingselementen gebruikt, maar uitsluitend de ovenverlichting en de ventilator. • Bij het grillen wordt een hoog verwarmingsvermogen gebruikt, wat het onmiddellijke roosteren van de buitenoppervlakken van de gerechten mogelijk maakt en speciaal geschikt is voor vleessoorten die van binnen 4 Braadspit - draaispit Om het braadspit te gebruiken moet u als volgt te werk gaan: prik het vlees dat u klaar wilt maken op dwarsspies in de lengterichting en zorg ervoor dat het vlees tussen de beide speciale verstelbare vorken klem komt te zitten (fig.2a) Doe de steunen “A” en “B” (fig.2b) in de gaten in de vetopvangbak “E”, laat de gleuf van de stang precies in de opening “C” vallen en zet het rooster op de eerste geleider van de bodem van de oven af gerekend; steek de stang nu in het gat van het draaispit en schuif de gleuf naar voren in de opening “D”. Stel het draaispit in werking door de keuzeschakelaar op één van de volgende standen te draaien: fig.2a fig.2b . REINIGEN EN ONDERHOUD Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Het is belangrijk voor de lange duurzaamheid van het apparaat dat u het regelmatig nauwkeurig schoonmaakt, als volgt: • De geëmailleerde delen en de zelfreinigende panelen (indien aanwezig) worden met lauw water gewassen zonder schuurmiddelen of bijtende middelen; • De binnenkant van de oven wordt liefst kort na gebruik gereinigd, als hij nog lauw is, met een warm sopje, dan afgespoeld en nauwkeurig gedroogd; • de delen van roestvrij staal kunnen vlekken vertonen na lang contact met kalkhoudend water of agressieve wasmiddelen (fosforhoudend). Spoel ze dus na het reinigen goed af en droog ze af. Droog altijd eventueel geknoeid water af; • Bekleed de bodem van de oven nooit met aluminiumfolie, aangezien de excessieve hitte die daaruit voort zou komen het email kan beschadigen. Demonteren/monteren ovendeur De deur van de oven kan verwijderd worden voor het gemakkelijker reinigen van de binnenkant van de oven, ga als volgt te werk (afb.3-4): • Zet de deur wijd open en zet de 2 hendeltjes "B" omhoog (afb.3); • Sluit de deur gedeeltelijk zodat u hem kunt opheffen als de haken "A" zijn uitgetrokken zoals aangegeven in afb.4. Voor het weer monteren van de deur: • Steek de 2 haken "A" in de gaten met de deur in vertikale houding. • Controleer of de behuizing "D" perfect aan de rand van het gat is gehaakt (beweeg de deur zachtjes naar voren en naar achteren); • Houd de deur wijd open, klap de 2 hendeltjes "B" neer en doe de deur dicht. Het vervangen van de ovenlamp • Sluit de stroom van de oven af door middel van de schakelaar die de installatie aan het net verbindt, of door de stekker uit het stopcontact te trekken, indien deze bereikbaar is. • Schroef het glazen lampekapje los; • Schroef het lampje los en vervang het met een nieuw lampje dat hittebestendig is (300°C) met de volgende kenmerken: - Spanning 230/240 V - Vermogen 15W - Fitting E14 • Monteer het lampekapje en sluit de stroom weer aan. afb. 3 afb. 4 5 KOOKTIPS De bereidingstijden kunnen variëren afhankelijk van de aard van de gerechten, het feit of zij gelijkmatig gaar moeten worden en de omvang ervan. In eerste instantie moet dan ook voor de kortste kooktijden worden gekozen om later, indien nodig voor langere tijden te kiezen. Boven- en onderwarmte Temperatuur Bereidingstijd °C (minuten) Soor t gerecht Gebak Vruchtentaar t Schuimgebak Cake van biscuitdeeg Luchtig biscuitgebak Cake-taar t Chocoladetaar t Italiaans zout brood "focaccia" Beignets Koekjes van bladerdeeg Tompoezen Kruimeldeeg 130 130 150 160 160 170 170 200 200 200 200 60-70 30-40 20-30 40-50 40-50 30-40 40-50 15-20 15-20 15-20 15-20 Soor t gerecht Temperatuur °C Bereidingstijd (uren) Vlees Kalkoen (4-8 kg.) Ganzenvlees (4-5 kg.) Eend (2-4 kg.) Kapoen (2½-3 kg.) Rundvlees- goulash (1-1½ kg.) Lamsbout Gebraden haas (2 kg.) Gebraden fazant Kip (1-1½ kg.) 160 160 170 170 160 160 160 160 170 3-4½ 4-4½ 1½-2½ 2-2½ 3-3½ 1-1½ 1-1½ 1-1½ 1-1½ Vis 200 15-25 minuten GRILL Soor t gerecht Bereidingstijd (minuten) Roosterstanden Karbonade (0.5 kg.) Worstjes Gegrilde kip (1 kg) Kalfsvlees gebraden aan het spit (0.6 kg.) Kip aan het spit (1 kg.) 60 15 60 60 60 3e gel ei der 2e gel ei der 1e gel ei der - Met 1 e geleider wordt de laagste geleider bedoeld ten opzichte van de ovenbodem. Hete lucht Soor t gerecht Gebak * Met geklopt deeg, in bakvorm * Met geklopt deeg, zonder bakvorm Kruimeldeeg, taar tbodem Kruimeldeeg met vochtige vulling KKruimeldeeg met droge vulling * Met natuurlijk gerezen deeg K l ei n gebak Vlees Op het rooster bereid vlees Kalfsvlees R u n d vl e e s Engelse rosbief Varkensvlees Ki p In de braadslede bereid vlees Kalfsvlees R u n d vl e e s Varkensvlees Ki p Kalkoen in stukken E end Stoofschotels Rundvleesstoofschotel Kalfsvleesstoofschotel Vis Visfilet, vislapjes, kabeljauw, wijting, tong Makreel, tarbot, zalm Oesters Ovengerechten Ovengerecht met deegwaren Ovengerecht met groenten * Zoete en har tige soufflés * Gewone pizza's en dubbelgevouwen pizza's Toast Ontdooien Kant-en-klaar maaltijden V l ees V l ees V l ees Geleider vanaf de bodem H o e ve e l h e i d kg . Temperatuur Bereidingstijd °C (minuten) 1-3 1-3-4 1-3-4 1-3 1-3-4 1-3 1-3-4 1 1 0.5 1.5 1 1 0.5 175 175 175 175 175 175 160 60 50 30 70 45 50 30 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1-1.5 180 180 220 180 200 60 70 50 70 70 1-3 1-3 1-3 1-3 1-3 1-3 1 1 1 1-1.5 1.5 1-1.5 160 160 160 180 180 180 80 90 90 90 120 120 1 1 1 1 175 175 120 110 1-3 1.3 1-3 1 1 180 180 180 30 45 20 1-3 1-3 1-3 1-3-4 1-3-4 2 2 0.75 0.5 0.5 185 185 180 200 190 60 50 50 30 15 1-3 1-3 1-3 1-3 1 0.5 0.75 1 200 50 50 50 45 50 70 110 Opmerkingen: 1) Koken zonder voorverwarming van de oven met uitzondering van de gerechten waar een sterretje voor staat. 2) De in de tabel aangegeven geleider geniet de voorkeur als op meerdere roosterstanden wordt gekookt. 3) De gegeven tijden hebben betrekking op het koken op één roosterstand, bij het koken op meerdere roosterstanden moet u 5-10 minuten bij de tijden optellen. 4) Voor het braden van rundvlees, kalfsvlees, varkensvlees en kalkoenvlees met bot of rollades moeten 20 minuten bij de tijden worden opgeteld. 6 INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR voldaan: • Het apparaat moet de verbrandingsproducten afvoeren naar een speciaal hiervoor bestemde kap die op een schoorsteen, een afvoerkanaal of rechtstreeks naar buiten moet zijn aangesloten (fig.6). • Als het gebruik van een kap niet mogelijk is, kan een op het raam of de buitenmuur geplaatste elektroventilator worden gebruikt die tegelijkertijd met het apparaat in werking moet worden gesteld. Bijzonderheid A Aansluitende kamer Ventilatie kamer fig.5 De onderstaande instructies zijn bestemd voor de erkende installateur en om hem in staat te stellen de handelingen met betrekking tot de installatie, de regelingen en het technische onderhoud op de meest correcte wijze en in overeenstemming met de van toepassing zijnde normen uit te voeren. Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen enz. moeten op een van het elektriciteitsnet afgesloten apparaat worden uitgevoerd. Indien het noodzakelijk mocht blijken de elektrische voeding te handhaven zal de grootst mogelijke voorzorg moeten worden genomen. Het fornuis heeft de volgende technische kenmerken: Klasse 1 Categorie II 2L3B/P (voor NEDERLAND) Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË) De afmetingen van de apparaten zijn afgebeeld in de figuur op blz.2. Voor de goede werking van een tussen meubelen ingebouwd apparaat is het noodzakelijk dat de in figuur 5 aangeduide minimumafstanden in acht worden genomen. Bovendien moeten de aangrenzende oppervlakten en de achterwand uit hittebestendig materiaal vervaardigd zijn om aan een boventemperatuur van 65 °C te weerstaan. Alvorens het fornuis te plaatsen moeten de verstelbare poten ervan in de daarvoor bestemde openingen aan de onderzijde van de ommanteling worden bevestigd. De verstelbare poten kunnen met een schroef worden geregeld en maken het mogelijk om indien noodzakelijk het apparaat waterpas op de gewenste hoogte te stellen. A Vergroting van de gleuf tussen de deur en de vloer fig. 7A fig. 7B Ventilatie van de keukenruimte In de ruimte waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet een hoeveelheid lucht worden toegevoerd die voldoerde is voor de verbranding van het gas en de ventilatie van de ruimte. De natuurlijke toevoer van de lucht dient te worden gewaarborgd door middel van permanente openingen in de buitenmuren van de ruimte, of door enkele of collectief vertakte ventilatiekanalen, in overeenstemming met de geldende normen. De lucht dient rechtstreeks van buitenaf en uit de buurt van bronnen van verontreiniging te worden toegevoerd. De ventilatieopening moet over de volgende eigenschappen beschikken (fig.7A): • een totale volledig onbelemmerde doorgangssectie van tenminste 6 cm² voor iedere kW nominale warmtecapaciteit van het apparaat, met een minimum van 100 cm² (de warmtecapaciteit kan worden afgelezen op het plaatje met de technische gegevens aan de achterzijde van het apparaat); • de mondingen aan zowel de binnen- als de buitenzijde van de wand mogen niet verstopt kunnen raken; • met bijvoorbeeld een rooster, metalen gazen, enz. zijn beschermd opdat de bovengenoemde nuttige sectie niet wordt verminderd. • op een hoogte vlak boven de vloer zijn geplaatst. De lucht mag eveneens vanuit een nevenliggende ruimte worden toegevoerd, op voorwaarde dat het hier geen slaapkamer of een ruimte waar brandgevaar bestaat betreft, zoals bijv. opslagplaatsen, garages, magazijnen met brandbaar materiaal enz., en ze in overeenstemming met de geldende normen is geventileerd. De toevoer van de lucht vanuit een nevenliggende ruimte naar de te ventileren ruimte dient vrijelijk door permanente openingen te worden gegarandeerd, met een sectie die niet kleiner mag zijn dan die hierboven vermeld. Deze openingen kunnen ook worden verkregen door de vrije ruimte tussen de deur en de vloer te vergroten (fig.7B). fig.6 In open haard of vertakte rookpijp (aanwezig bij de kookapparaten) Voorbeeld van een ventilatieopening voor verbrandingslucht Meteen naar buiten Plaatsing Dit apparaat mag uitsluitend in permanent geventileerde ruimten (overeenkomstig de voorschriften van de van toepassing zijnde NEN 1078 Norm) worden geïnstalleerd en functioneren. Aan de volgende voorwaarden moet worden 7 Als voor de afvoer van de verbrandingsproducten een elektroventilator wordt gebruikt, zal de ventilatieopening moeten worden aangepast aan de maximale capaciteit van de luchtverplaatsing ervan. De capaciteit van de elektroventilator dient voldoende te zijn om per uur een luchtverversing van 3÷5 maal het volume van de ruimte te garanderen. Bij een intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan een extra ventilatie noodzakelijk blijken die kan worden verkregen door bijvoorbeeld het openen van een raam of een verbetering van de afzuigcapaciteit van de elektroventilator, indien aanwezig. De gassen van een vloeibaar gemaakt gasmengsel (LPG) zijn zwaarder dan lucht en blijven laag hangen. De ruimtes waarin gasflessen met LPG staan moeten dan ook openingen naar buiten hebben ter hoogte van de vloer, zodat eventueel gelekte gassen van onderen afgevoerd kunnen worden. Zet geen LPG gasflessen (ook als deze leeg zijn) in ondergrondse ruimtes; in de ruimte is het verstandig alleen de gasfles te laten staan die op dat moment in gebruik is, waar u de gasfles uit de buurt van warmtebronnen moet neerzetten waardoor de temperatuur van de gasfles eventueel op kan lopen tot meer dan 50°C. Als de installatie is voltooid moeten het gascircuit, de interne verbindingen en de kraantjes met behulp van zeepsop op lekkages worden gecontroleerd (nooit met een vlam). Verder moet worden gecontroleerd of de aanvoerleiding niet met bewegende delen in aanraking kan komen die tot beschadigingen of het afklemmen ervan zouden kunnen leiden. Belangrijk: Om de aansluiting met vloeibaar gas (flessengas) tot stand te brengen moet er een drukregelaar tussen geplaatst worden die aan de geldende normen voldoet. Ombouw van het apparaat op een andere gassoort Als de fornuis op een andere gassoort omgebouwd moet worden dan de gassoort waarop de kookplaat ingesteld is (staat op het etiket op de kookplaat aangegeven), moet u de inspuiters van de branders verwisselen waarbij als volgt te werk moet gaan: • haal de roosters en de branders eraf. • draai de inspuiters "A" (fig.9) met een pijpsleutel van 7 mm los en vervang de inspuiters door de inspuiters die geschikt zijn met het oog op de nieuwe gassoort en houd daarbij onderstaande tabel aan. • tenslotte, vervang het oude typeplaatje met een ander dat het nieuwe type gas aangeeft, verkrijgbaar bij onze Technische Dienst. weer. Aansluiting op het gas • De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -fles moet worden uitgevoerd in overeenstemming met voorschriften van de van toepassing zijnde normen en uitsluitend na te hebben gecontroleerd of het apparaat is afgesteld op het soort gas waarmee het zal worden gevoed. • Dit apparaat is ingesteld om te functioneren op de gassoort die op het etiket staat dat op het fornuis zelf is aangebracht. Indien de beschikbare gassoort niet overeenstemt met de gassoort waar het apparaat op ingesteld is, moet u de betreffende inspuiters (die bij de levering inbegrepen zijn) verwisselen waarbij u de aanwijzingen die in de paragraaf “Ombouw van het apparaat op een andere gassoort” zijn opgenomen in acht moet nemen. • Om zeker te zijn van de goede werking van het apparaat, om de energie op adequate wijze te kunnen benutten en om ervoor te zorgen dat het apparaat lang meegaat, moet u zich ervan verzekeren dat de voedingsdruk overeenstemt met de waarden die in de volgende tabel 1 staan. Als dit niet het geval is moet u op de gastoevoerleiding een speciale drukregelaar monteren in overeenstemming met de geldende normen. • Er bij de aansluiting op letten dat het apparaat niet aan spanningen of druk wordt blootgesteld. Een niet-flexibele metalen buis met verbindingsstukken overeenkomstig de geldende normen of een metalen slang met een ononderbroken wand in overeenstemming met de geldende normen die in uitgerekte vorm niet langer dan 2000 mm mag zijn, op het draaibare verbindingsstuk (½ duims gas buitendraads), aan de rechterzijkant achter van het apparaat (fig.8) aansluiten. A fig.9 fig.10 Afstelling van het minimumvermogen • Zet de regelkraan op de laagste stand. • Haal de bedieningsknop van de regelkraan af en draai aan de stelschroef (fig.10) die zich naast het stangetje van de regelkraan bevindt, gebruik daarbij een schroevendraaier (als u de schroef losser draait neemt het minimumvermogen toe, als u de schroef strakker draait neemt het minimumvermogen af). Opmerking: in geval van vloeibaar gas moet de stelschroef aangedraaid worden totdat hij niet verder kan. • Als u het gewenste minimum vermogen bereikt heeft, moet u de knop-terwijl de brander brandt-een paar keer snel van de hoogste stand op de laagste stand zetten en nagaan dat de brander niet dooft. • Breng de knoppen weer aan. ELEKTRISCHE AANSLUITING HET APPARAAT MOET OP EEN RANDGEAARD STOPCONTACT WORDEN AANGESLOTEN. Het fornuis is bestemd om te worden gebruikt met wisselstroom met een spanning en frequentie zoals vermeld op het plaatje met de technische gegevens (geplaatst aan de achterzijde). Controleren of de voedingsspanning ter plaatse overeenstemt met die vermeld op het plaatje. Aansluiting van de elektrische voedingskabel op het elektriciteitsnet fig.8 8 ELEKTRISCHE AANSLUITING • de spanningsbegrenzer en de elektrische installatie thuis geschikt zijn voor de belasting van de apparatuur (zie plaatje met technische gegevens); • de elektrische voeding over een deugdelijke aardaansluiting beschikt in overeenstemming met de geldende normen en voorschriften; • het stopcontact of de meerpolige schakelaars makkelijk zijn te bereiken. WIJ AANVAARDEN GEEN ENKELE VERANTWOORDELIJKHEID ALS DE ONGEVALLENPREVENTIENORMEN NIET WORDEN NAGELEEFD. Vervanging van de kabel Een rubberen kabel van het type H05VV-F met een sectie van 3 x 1.5 mm² gebruiken. De geel-groene geleider zal 2÷3 cm langer dan de andere geleiders moeten zijn. Als een rechtstreekse aansluiting op het elektriciteitsnet is gewenst moet tussen het apparaat en het elektriciteitsnet een meerpolige interruptieschakelaar worden geplaatst met een minimale opening tussen de contacten van 3 mm, aangepast aan de belasting en in overeenstemming met de geldende normen. De geel-groene aardkabel moet niet door de interruptieschakelaar worden onderbroken. Bij de plaatsing van de voedingskabel moet er rekening mee worden gehouden dat hij op geen enkel punt een temperatuur van meer dan 50°C boven die van de omgeving mag bereiken. DEZE APPARATEN MOETEN GESCHEIDEN WORDEN AANGESLOTEN. Geen verloopstukken, adapters of aftakdozen gebruiken die tot oververhitting of verbrandingen zouden kunnen leiden. Alvorens de aansluiting uit te voeren, controleren of: TECHNISCHE KENMERKEN Dit apparaat voldoet aan de volgende Europese richtlijnen: - EEG/73/23 van 19/02/73 (Laagspanning) en successievelijke modificaties; - EEG/89/336 van 03/05/89 (Electromagnetische compatibiliteit) en successievelijke modificaties; - EEG/90/396 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke modificaties; - EEG/93/68 van 22/07/93 en successievelijke modificaties. De accessoires van de oven die met etenswaren in aanraking kunnen komen zijn gemaakt van materiaal dat in overeenstemming is met hetgeen bepaald wordt door de Communautaire Richtlijn EEG 89/109 van 21/12/88 en de geldende normen. ENERGY LABEL Richtlijn 2002/40/CE op etiket van de elektrische ovens Norm EN 50304 Energieverbruik convectie Natuurlijk verwarmingsfunctie: Statische Energieverbruik verklaring Klasse convectie Hetelucht verwarmingsfunctie : Geventileerd (mod. KP 958 MS.B) KENMERKEN VAN DE BRANDERS EN INSPUITERS Tabel 1 (voor NEDERLAND) Brander Vloeibaar gas Aardgas Brander Warmtecapaciteit By-pass Inspuiter Debiet * Inspuiter Debiet * doorsnee kW (H.s.*) 1/100 1/100 g/h 1/100 l/h (mm) (mm) (mm) (mm) Nom. Ger. G30/G31 S nel C 100 3.00 0.7 40 86 218 122 332 Halfsnel B 75 1.65 0.4 30 64 120 94 183 H ul p A 55 1.00 0.3 27 50 73 7 2 ss 111 Drievoudige ring D 130 3.25 1.3 57 91 236 134 360 Voedingsdruk 30 Tabel 1 (voor BELGIË) Brander G25 25 Vloeibaar gas Brander Warmtecapaciteit By-pass Inspuiter doorsnee kW (H.s. *) 1/100 1/100 (mm) (mm) (mm) Nom. Ger. S nel C 100 3.00 0.7 40 Halfsnel B 75 1.65 0.4 H ul p A 55 1.00 0.3 Drievoudige ring D 130 3.25 1.3 D ebi et * g/h Inspuiter 1/100 (mm) D ebi et * l/h G30 G31 G20/G25 G20 G25 86 218 214 116 286 332 30 64 120 118 96 157 183 27 50 73 71 71 95 111 57 91 236 232 124 309 360 28 37 20 25 Voedingsdruk * A 15°C en 1013 mbar-droog gas H.s. Butangas G30 = 49,47 MJ/kg H.s. Aardgas G20 = 37,78 MJ/m3 Aardgas H.s. Propaangas G31 = 50,37 MJ/kg H.s. Aardgas G25 = 32,49 MJ/m3 9
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Indesit kp958 Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding