Samsung SGH-S100SA Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

* Het is mogelijk dat de informatie in deze
gebruiksaanwijzing op sommige plaatsen afwijkt van
uw telefoon, omdat deze soms afhangt van de
geïnstalleerde software of uw internet provider.
Drukfouten voorbehouden.
ELECTRONICS
Internet
http://www.samsungmobile.com
Gedrukt in Korea
Code No.: GH68-03280A
Dutch. 10/2002. Rev. 1.0
TRI BAND
GPRS TELEFOON
SGH-S100
2
3
Inhoud
Belangrijke veiligheidsinformatie................. 7
Uitpakken .................................................... 9
Uw telefoon................................................ 10
Onderdelen .................................................. 10
Display ........................................................ 13
Standby-lampje ............................................ 16
Aan de slag ................................................ 17
SIM-kaart installeren ..................................... 17
Batterij opladen ............................................ 19
Telefoon aan- en uitzetten.............................. 21
Telefoneren................................................ 22
Zelf bellen.................................................... 22
Volume aanpassen ........................................ 24
Een oproep beantwoorden .............................. 25
Gemiste oproepen bekijken ............................ 26
Snel naar de stille modus overschakelen .......... 28
Functies en opties selecteren..................... 29
Voorbeeld: Display-taal instellen ..................... 31
Telefoonlijst............................................... 33
Naam en nummer vastleggen ......................... 33
Opties telefoonlijst gebruiken.......................... 35
Nummer opzoeken in telefoonlijst en bellen ...... 37
Een belgroep wijzigen .................................... 39
Verkort kiezen .............................................. 40
Geheugenstatus controleren ........................... 41
Inhoud
4
Tekst intoetsen .......................................... 42
Tekstinvoerstand wijzigen .............................. 43
T9 stand ...................................................... 44
Standen voor hoofdletters/kleine letters ........... 45
Speciale tekens intoetsen ............................... 47
Stand voor cijfers.......................................... 47
Tijdens gesprek beschikbare opties ........... 48
Gesprek in de wacht zetten ............................ 48
Microfoon uitschakelen................................... 49
Toetstonen in- en uitschakelen........................ 50
Een nummer opzoeken in de telefoonlijst.......... 50
SMS diensten ............................................... 51
Een tweede oproep beantwoorden
(wisselgesprek)............................................. 51
Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen) 52
Het menu ................................................... 54
Naar menufunctie bladeren............................. 54
Naar menufunctie via sneltoets ....................... 55
Overzicht menufuncties.................................. 55
Berichten ................................................... 60
Lezen
(Menu 1.1) ................................................
60
Schrijven
(Menu 1.2) ...........................................
62
Standaardberichten
(Menu 1.3) ...........................
64
Instellingen
(Menu 1.4) .......................................
64
Info-berichten
(Menu 1.5) ...................................
66
Voice Mail
(Menu 1.6) ..........................................
67
Voorkeuren
(Menu 1.7) .......................................
68
Geheugenstatus
(Menu 1.8) ................................
68
Inhoud
5
Oproepenlijst ............................................. 69
Gemist
(Menu 2.1) ..............................................
69
Ontvangen
(Menu 2.2) ........................................
69
Uitgaand
(Menu 2.3)............................................
70
Gesprektellers
(Menu 2.4) ...................................
70
Kostentellers
(Menu 2.5) .....................................
71
Geluidopties............................................... 72
Beltoon
(Menu 3.1)..............................................
72
Belvolume
(Menu 3.2) .........................................
72
Type belsignaal
(Menu 3.3) .................................
73
Toetstoon
(Menu 3.4) ..........................................
73
Bericht signaal
(Menu 3.5) ..................................
74
Andere tonen
(Menu 3.6) ....................................
75
Telefoon opties .......................................... 76
Infrarood aan
(Menu 4.1) ....................................
76
Gebruikersinstellingen
(Menu 4.2).......................
77
Begroeting
(Menu 4.3).........................................
78
Eigen nummer
(Menu 4.4)...................................
78
Taalkeuze
(Menu 4.5) ..........................................
79
Beveiliging
(Menu 4.6).........................................
79
LCD-scherm instellingen
(Menu 4.7) ...................
82
Extra instellingen
(Menu 4.8) ..............................
84
Sneltoets
(Menu 4.9) ...........................................
85
Reset instellingen
(Menu 4.10) ............................
85
Organizer ................................................... 86
Agenda
(Menu 5.1)..............................................
86
Actielijst
(Menu 5.2) ............................................
88
Tijd en datum
(Menu 5.3)....................................
91
Alarm
(Menu 5.4) ................................................
92
Calculator
(Menu 5.5) ..........................................
93
Valutabeurs
(Menu 5.6) .......................................
94
Inhoud
6
Netwerkdiensten........................................ 95
Doorschakelen
(Menu 6.1)...................................
95
Blokkeren
(Menu 6.2) ..........................................
97
Wisselgesprek
(Menu 6.3) ...................................
99
Netwerk kiezen
(Menu 6.4) ...............................
100
Nr.weergave
(Menu 6.5)....................................
101
Gebr.groepen
(Menu 6.6) ..................................
101
Bandkeuze
(Menu 6.7).......................................
103
Amusement.............................................. 104
Spelletjes
(Menu 7.1) ........................................
104
WAP browser
(Menu 7.2) ...................................
104
Downloads
(Menu 7.3).......................................
104
Problemen oplossen................................. 107
Toegangscodes ........................................ 110
Wachtwoord voor telefoon ............................ 110
PIN ........................................................... 111
PUK........................................................... 111
PIN2.......................................................... 112
PUK2 ......................................................... 112
Wachtwoord voor blokkeren van gesprekken... 113
Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid.......................... 114
Blootstelling aan radiogolven
(SAR informatie) ......................................... 114
Voorzorgen bij het gebruik van batterijen ....... 116
Verkeersveiligheid ....................................... 118
Gebruiksomgeving....................................... 120
Omgeving waar kans is op explosies .............. 122
Telefoneren in geval van nood ...................... 123
Overige belangrijke veiligheidsinformatie........ 124
Verzorging en onderhoud ............................. 125
Verklarende woordenlijst......................... 127
Index ....................................................... 132
7
Belangrijke
veiligheidsinformatie
Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u uw
telefoon in gebruik neemt. Houdt u zich er niet
aan, dan kan dit gevaar opleveren of kunt u de
wet overtreden. Uitvoerige veiligheidsinformatie
vindt u op pagina 114 onder “Gezondheids- en
veiligheidsinformatie”.
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon nooit tijdens het rijden.
Parkeer eerst de auto.
Uitschakelen als u gaat tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of
in de buurt van chemicaliën of brandstoffen.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in
elektronische systemen veroorzaken. Daarom is
gebruik hiervan in een vliegtuig verboden en
gevaarlijk.
Uitschakelen in een ziekenhuis
Schakel uw telefoon uit als u zich in de nabijheid
van medische apparatuur bevindt. Volg alle van
kracht zijnde voorschriften op.
Storingen
De werking van elke mobiele telefoon kan nadelig
worden beïnvloed door apparatuur die
radiofrequenties uitzendt.
Speciale voorschriften
Houd u aan speciale voorschriften en schakel uw
telefoon uit op plaatsen waar het gebruik verboden
is of gevaar of storingen kan opleveren (b.v. in een
ziekenhuis).
Belangrijke veiligheidsinformatie
8
Radiofrequenties
Deze telefoon voldoet aan de eisen van de
Europese Unie (EU) met betrekking tot
blootstelling aan radiofrequenties (RF). Om aan
deze eisen te blijven voldoen, dient u uitsluitend
door Samsung geleverde of goedgekeurde
accessoires te gebruiken. Gebruik van niet-
goedgekeurde accessoires kan ertoe leiden dat
niet meer aan deze eisen wordt voldaan.
Stand van de telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand
(tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de
antenne als de telefoon is ingeschakeld.
Accessoires en batterijen
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires en batterijen.
Deskundige technische service
Laat onderhoud altijd over aan gekwalificeerde
technici.
9
Uitpakken
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
Uw SAMSUNG dealer kan de volgende
accessoires leveren:
• Oplader • Microfoon
• Hands-free kit • Houder voor in de
• Standaard/extra
auto
dunne batterijen
• Adapter voor sigarettenaansteker
Telefoon
Adapter
Batterij
Gebruiksaanwijzingen
Microfoon
Software cd-rom
Datakabel
10
Uw telefoon
Onderdelen
De volgende afbeeldingen tonen de belangrijkste
onderdelen van uw telefoon.
Luidspreker
Display
Functietoets
(rechts)
WAP browser
toets
Aan/uit/menu
verlaten
Alfanumerieke
toetsen
Toetsen voor
speciale functies
Navigatietoetsen
Volumetoetsen
Functietoets
(links)
Kiezen/
bevestigen
menukeuze
Infraroodpoort
Microfoon
Annuleren/
correctietoets
Aansluiting
oortelefoon
Antenne
Standby-
lampje
Extern display
Uw telefoon
11
Toets Beschrijving
In menu’s
, door de menukeuzes of de
telefoonlijst bladeren.
In de standby-stand
, direct naar veel
gebruikte menu-opties (zie pagina 85
voor meer informatie over sneltoetsen).
In menu’s, terug naar vorig
menuniveau of keuze van het huidige
menu.
Bij het ingeven van tekst, voor het naar
links of rechts verplaatsen van de
cursor.
In de standby-stand, direct naar veel
gebruikte menu-opties (zie pagina 85
voor meer informatie over sneltoetsen).
(functie-
toetsen)
Voert de functie uit die erboven is
aangegeven (op de onderste regel van
het display).
In de stand-by stand, opent direct de
WAP browser.
Wist tekens van het display.
In menu’s, terug naar vorig
menuniveau.
Uw telefoon
12
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, kunt u het laatste
nummer dat u heeft gebeld of waarvan
u een oproep heeft ontvangen
(opnieuw) bellen.
In menu’s, menufunctie kiezen of
ingevoerde informatie opslaan (zoals
een naam) in het telefoon- of
SIM-geheugen.
Gesprek beëindigen. Ingedrukt houden
om telefoon in- of uit te schakelen.
In menu’s, terug naar standby-stand en
ingevoerde informatie annuleren.
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, wordt uw voice mail
geopend.
Cijfers, letters en een aantal speciale
tekens invoeren.
Speciale tekens invoeren.
Uitvoeren van diverse functies.
(zijkant van de telefoon)
Tijdens een gesprek, volume van
luidspreker aanpassen.
In de standby-stand, toetsvolume
aanpassen.
In menu’s, door de menukeuzes of
telefoonlijst bladeren.
Toets Beschrijving (vervolg)
Uw telefoon
13
Display
Indeling display
Het display bestaat uit drie gedeelten:
Gedeelte Beschrijving
Bovenste regel Toont diverse symbolen (zie
pagina 14).
Midden-
gedeelte
Hier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie (bijvoorbeeld
telefoonnummer) weergegeven.
Onderste regel Toont de functies die op dat
moment aan de twee
functietoetsen zijn toegewezen.
Symbolen
Tekst en
afbeeldingen
Functietoetsen
Menu Namen
Uw telefoon
14
Symbolen
Sym-
bool
Beschrijving
Sterkte ontvangstsignaal. Hoe meer
staafjes, hoe sterker het signaal.
Verschijnt tijdens een gesprek.
Verschijnt wanneer u verbinding met het
GPRS netwerk maakt.
Verschijnt wanneer de stille modus is
ingeschakeld of wanneer de menukeuze
Type belsignaal
(
Menu 3.3
) op Trillen
is ingesteld. Voor meer informatie, zie
pagina 73.
Verschijnt als een nieuw bericht is
ontvangen.
Verschijnt als een nieuw voice-mail bericht
is ontvangen.
Verschijnt tijdens het invoeren van tekst
om aan te geven wat de huidige
tekstinvoerstand is.
Verschijnt als u het alarm instelt.
Toont de batterijstatus. Hoe meer
staafjes, hoe voller de batterij.
Verschijnt wanneer de infraroodpoort
geactiveerd is. Voor meer informatie, zie
pagina 76.
Uw telefoon
15
Verlichting
De verlichting van het display wordt ingeschakeld
zodra u een toets indrukt. Als u gedurende een
bepaalde periode geen toets indrukt, gaat de
verlichting automatisch weer uit. Met de optie
Verlichting (Menu 4.7.2) kunt u instellen of de
verlichting lang of kort aan moet blijven. Zie
pagina 82 voor meer bijzonderheden.
Via de menukeuze Verlichting autom.
(Menu 4.7.3) kunt u de telefoon ook zo instellen
dat de verlichting gedurende een bepaalde
periode aanblijft. Meer informatie hierover vindt
u op pagina 83.
Extern display
Uw telefoon is voorzien van een extra display aan
de buitenkant van het klepje. Hierop ziet u of er
een inkomend gesprek of bericht is, en als een
door u ingesteld alarm afgaat, wordt dat hier
aangegeven.
Verschijnt als u buiten het bereik van uw
eigen netwerk bent en bij een ander
netwerk bent aangemeld (b.v. in het
buitenland).
Verschijnt als de Stille modus aan staat.
Sym-
bool
Beschrijving
Uw telefoon
16
Standby-lampje
Het standby-lampje bevindt zich rechtsboven op
het toestel. Het knippert als de telefoon
gebruiksklaar is en verbinding heeft met het
netwerk.
U kunt het lampje in- en uitschakelen met de
optie Standby-lampje (Menu 4.7.4). Zie
pagina 83 voor meer bijzonderheden.
Standby-
lampje
17
Aan de slag
SIM-kaart installeren
Als u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart. Die bevat een
geheugen waarin uw abonnementsgegevens
(PIN, aanvullende diensten e.d.) zijn opgeslagen.
Belangrijk! De SIM-kaart is zeer gevoelig voor
beschadiging of verbuiging (dit
geldt met name voor de contacten).
Behandel de SIM dus zeer
voorzichtig als u hem plaatst of
verwijdert.
Houd een SIM-kaart buiten het
bereik van kinderen.
1. Zet zo nodig de telefoon uit door de toets
ingedrukt te houden tot het slotfilmpje start.
2. Haal de batterij uit de telefoon. Zo gaat u te
werk:
Houd het nokje aan de achterkant van de
telefoon boven de batterij ingedrukt.
Schuif de batterij van de telefoon, zoals
afgebeeld.
Aan de slag
18
3. Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder,
zodat de houder de kaart in de juiste stand
vastzet.
Zorg ervoor dat het schuine hoekje rechts aan
de bovenkant zit en de goudkleurige contacten
naar de telefoon gericht zijn.
Opmerking
: Als u de SIM-kaart moet verwijderen,
schuift u het in de aangegeven richting
en haalt u hem uit de houder.
4. Plaats de batterij terug. Zorg ervoor dat de
nokjes in de batterij in de uitsparingen in de
telefoon vallen.
Aan de slag
19
5. Schuif de batterij omhoog in de richting van de
grendel tot hij vast klikt. Controleer voordat u de
telefoon aanzet of de batterij goed vast zit.
Batterij opladen
Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ion-
batterij. Bij uw telefoon wordt een adapter
geleverd. Gebruik alleen goedgekeurde batterijen
en opladers. Uw SAMSUNG dealer kan u hierover
meer informatie geven.
U kunt de telefoon tijdens het opladen van de
batterij blijven gebruiken.
Opmerking
: Laad de batterij volledig op voordat u de
telefoon de eerste keer gebruikt. Een
geheel ontladen batterij wordt in
ongeveer 200 minuten volledig
opgeladen.
1. Nadat de batterij in de telefoon is geplaatst, sluit
u het snoertje van de adapter aan op de
onderzijde van de telefoon.
Aan de slag
20
2. Doe de adapter in een normaal stopcontact.
3. Na het opladen haalt u de adapter uit het
stopcontact en maakt u de adapter los van de
telefoon, door de grijze knopjes aan de zijkant
van de connector in te drukken en de connector
uit de telefoon te trekken.
Indicatie batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar enkele
minuten kunt bellen, hoort u een
waarschuwingstoon en verschijnt regelmatig de
melding:
Als de batterij te zwak is om de telefoon nog te
kunnen gebruiken, schakelt het toestel zich
automatisch uit.
**Batterij is**
bijna leeg
Menu Namen
Aan de slag
21
Telefoon aan- en uitzetten
1. Open het klepje.
2. Houd de toets ingedrukt tot de telefoon
aan is.
3. Als het toestel om een wachtwoord vraagt, geeft
u dat in en drukt u op de functietoets
OK
. Het
wachtwoord is in de fabriek ingesteld op
00000000. Zie pagina 110 voor meer informatie.
4. Als het toestel om een PIN vraagt, geeft u uw
PIN-code in en drukt u op de functietoets
OK
.
Zie pagina 111 voor meer bijzonderheden.
De telefoon zoekt uw netwerk en zodra hij dit
heeft gevonden, verschijnt het standby-scherm,
zoals hieronder aangegeven. Nu kunt u zelf
bellen of oproepen beantwoorden.
Opmerking
: De displaytaal is standaard ingesteld
op Nederlands. U kunt de taal
aanpassen met de optie
Taalkeuze
(
Menu 4.5
). Zie pagina 79 voor meer
informatie.
5. Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de
toets ingedrukt tot het slotfilmpje wordt
getoond.
NETWERK
07:30
WO 06 MRT
Menu Namen
07:30
WO/06
22
Telefoneren
Zelf bellen
Als de telefoon standby staat, toetst u het
netnummer en telefoonnummer in en drukt u
op .
Opmerking
: Als u de functie
Nr. herhalen
in
menu
Extra instellingen
(
Menu 4.8
) hebt ingeschakeld
(zie pagina 84) en de persoon die u wilt
bellen neemt niet op of is in gesprek,
wordt het nummer automatisch
maximaal tien keer opnieuw gekozen.
Internationaal bellen
1. Houd de toets ingedrukt.
Het
+
teken verschijnt in het display.
2. Geef nu het landnummer in, dan het netnummer
en het abonneenummer. Druk daarna op .
Nummer corrigeren
U wilt wissen... Doe dan het volgende...
Laatste cijfer op
het display
Druk op de toets .
Ander cijfer van
het nummer
Druk op de toets of totdat de
cursor rechts naast het cijfer staat
dat u wilt wissen. Druk op de
toets . U kunt ook een
ontbrekend cijfer invoeren door
op de betreffende toets te
drukken.
Alle cijfers Houd de toets ruim 1 seconde
ingedrukt.
Telefoneren
23
Gesprek beëindigen
Om een gesprek te beëindigen, drukt u kort
op de toets .
Laatste nummer herhalen
De telefoon slaat de nummers op van uitgaande
gesprekken en van inkomende en gemiste
oproepen waarvan de beller bekend is. Voor meer
informatie, zie “Oproepenlijst” op pagina 69.
Met de volgende stappen laat u een van die
nummers automatisch opnieuw kiezen.
1. Maak eventueel het display leeg, door de
toets gedurende ruim een seconde
ingedrukt te houden.
2. Druk op de toets om naar de lijst met
laatstgekozen nummers te gaan.
3. Gebruik de toetsen en om door deze
lijst te bladeren tot u bij het gewenste nummer
bent.
4. W
ilt u...
Doe dan het
volgende...
Het
gemarkeerde
nummer
draaien
Druk op de toets .
Het
gemarkeerde
nummer
wijzigen
• Druk op de functietoets
Wijzig
.
• Voer de gewenste
wijzigingen in. Voor
meer informatie, zie
“Nummer corrigeren”
op pagina 22
Telefoneren
24
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
U kunt namen en nummers die u regelmatig belt,
opslaan op de SIM-kaart en in het geheugen van
uw telefoon, de telefoonlijst. Dan hoeft u alleen
maar de naam te selecteren om het bijbehorende
nummer te laten kiezen. Zie pagina 33 voor
meer informatie over de telefoonlijst.
Volume aanpassen
Met de toetsen en links op het toestel kunt
u tijdens een gesprek het luidsprekervolume
aanpassen.
Druk op om het volume te verhogen of op
om het te verlagen.
In de standby-stand, met het klepje open, kunt u
met de toetsen en het toetsvolume
aanpassen.
Telefoneren
25
Een oproep beantwoorden
Als iemand u belt, gaat uw telefoon over en
knippert het telefoonsymbool midden op het
display.
Als de beller wordt herkend, verschijnt zijn
telefoonnummer (of zijn naam als die in uw
telefoonlijst is opgeslagen).
1. Open, indien nodig, het klepje. Druk op de
toets of de functietoets
Opnemen
om een
binnenkomend gesprek te beantwoorden.
Als de menu-optie
Elke toets antw.
in menu
Extra instellingen
(
Menu 4.8
) is ingeschakeld,
kunt u een gesprek aannemen door op een
willekeurige toets te drukken, met uitzondering
van de toets en de functietoets
Weiger
(zie pagina 84).
Als
Klepje actief
in menu
Extra instellingen
(
Menu 4.8
) is geselecteerd, kunt u een oproep
ook beantwoorden door het klepje te openen
(zie pagina 84).
Opmerking
: Om een oproep te weigeren, houdt u de
volumetoetsen links op de telefoon
ingedrukt, zonder het klepje te openen.
2. U kunt een gesprek of oproep beëindigen door
het klepje te sluiten of door op te drukken.
Opmerking
: U kunt de telefoon ook opnemen terwijl
u menufuncties of de telefoonlijst
gebruikt.
Opnemen Weiger
Telefoneren
26
Gemiste oproepen bekijken
Als u om welke reden dan ook een gesprek niet
wilt of kunt beantwoorden, kunt u nagaan wie er
naar u belde, als die functie beschikbaar is.
Daarna kunt u beslissen of u zelf terugbelt.
Na een niet beantwoorde oproep verschijnt in de
standby-stand het aantal gemiste oproepen op
het display.
Via de volgende stappen kunt u een gemiste
oproep direct bekijken.
1. Open, indien nodig, het klepje.
2. Druk op de functietoets
Kies
.
Is het bij de laatste gemiste oproep behorende
telefoonnummer beschikbaar, dan wordt dit
getoond.
3. U wilt... Druk dan op...
Door de gemiste
oproepen bladeren
De toets of .
Getoonde nummer
bellen
De toets .
Nummer van gemiste
oproep wissen of
wijzigen
De functietoets
Kies
(zie volgende pagina).
Telefoneren
27
Nummer gemiste oproep wijzigen
Opmerking
: Als het nummer van de gemiste oproep
niet beschikbaar is, verschijnt de optie
Bewerken
niet.
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk indien nodig op de toets of om de
optie
Bewerken
te kiezen.
3. Druk op de functietoets
Kies
.
4. Voer de gewenste wijzigingen in.
Gemiste oproep wissen
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk indien nodig op de toets of om de
optie
Wissen
te kiezen.
3. Druk op de functietoets
Kies
.
U kunt op elk gewenst moment op de toets
drukken om deze menu-keuze te verlaten.
Opmerking
: Door de optie
Gemist
(
Menu 2.1
) te
kiezen, komt u direct in deze menu-
keuze. Zie pagina 69 voor meer
informatie.
5. U wilt... Druk dan op...
Het nummer
bellen
De toets .
Het nummer
opslaan
De functietoets
Opslaan
en
geef daarna de naam en
locatie in (zie pagina 33 voor
meer informatie).
Telefoneren
28
Snel naar de stille modus
overschakelen
De stille modus is handig wanneer u op een
plaats bent waar het overgaan van uw telefoon
storend zou werken, bijvoorbeeld tijdens een
kerkdienst of een concert.
In de standby-stand kunt u de telefoon snel in de
stille modus zetten, door de toets ingedrukt
te houden tot de melding “Stille modus AAN”
wordt getoond en het symbool van de trilfunctie
( ) wordt weergegeven.
In de stille modus worden de geluidsinstellingen
van uw telefoon als volgt gewijzigd.
U kunt de stille modus uitschakelen en terug
naar de vorige geluidsinstellingen, door de
toets ingedrukt te houden totdat “Stille
modus UIT” verschijnt. Het symbool van de
trilfunctie ( ) is niet langer zichtbaar.
Optie Nieuwe instelling
Type belsignaal
(Menu 3.3)
Trillen
Toetstoon (Menu 3.4) UIT
SMS toon (Menu 3.5.1) Alleen lichtsignaal
Fouttoon (Menu 3.6.1) UIT
29
Functies en opties
selecteren
Uw telefoon heeft een aantal functies waarmee u
het toestel aan uw voorkeuren kunt aanpassen.
Deze functies bevinden zich in menu’s en
submenu’s, die u kunt selecteren met de twee
functietoetsen en . In elk menu en submenu
kunt u de instellingen van een bepaalde functie
bekijken en eventueel veranderen.
De functie van een functietoets is afhankelijk van
de plaats waar die zich in het menu bevindt.
Onder in het display ziet u direct boven de toets
welke functie de functietoets op dat moment
vervult.
Voorbeeld
:
Opties
Druk op de linker
functietoets om de
beschikbare opties te
openen.
Druk op de rechter
functietoets om een
andere tekstinvoer-
stand te kiezen.
Functies en opties selecteren
30
Via de volgende stappen krijgt u een overzicht
van de beschikbare functies/opties en kunt u er
een kiezen.
1. Druk op de desbetreffende functietoets.
Bij sommige functies wordt om een wachtwoord
of PIN gevraagd. Voer de juiste code in en druk
op de functietoets OK.
2. U wilt... Druk dan op...
Selecteren:
• De getoonde functie
of
• De gemarkeerde
optie
De functietoets
Kies
of
de toets .
De volgende functie
zien of de volgende
optie markeren
De toets of links
op de telefoon.
Naar de vorige functie
of lijst
De toets of links
op de telefoon.
Een niveau hoger in
de menustructuur
De toets , functietoets
of toets .
Dit menu verlaten
zonder instellingen
aan te passen
De toets .
Functies en opties selecteren
31
Voorbeeld: Display-taal instellen
1. In de standby-stand drukt u op de functietoets
Menu
om in het menu te komen.
2. Druk op de toets of om door de menu’s
te bladeren tot u bij menu
Telefoon opties
bent.
3. Druk op de functietoets
Kies
of de toets om
het menu
Telefoon opties
te openen.
NETWERK
07:30
WO 06 MRT
Menu Namen
Oproepen
lijst
Geluid
opties
Telefoon
opties
Kies
Kies
Telefoon opties
Infrarood aan
Gebruikersin...
Begroeting
Eigen nummer
Taalkeuze
Beveiliging
Als de naam van een
geselecteerde optie niet op
de regel past, loopt deze
automatisch van rechts naar
links.
Functies en opties selecteren
32
4. Druk op de toets of om naar het
submenu
Taalkeuze
te gaan.
5. Druk op de functietoets
Kies
of de toets voor
een overzicht van de beschikbare talen.
De huidige taal wordt gemarkeerd weergegeven.
6. Druk op toets of om de door u gewenste
taal te markeren.
7. Druk op de functietoets
Kies
of de toets om
uw keuze te bevestigen.
8. Druk twee keer op de toets of om het
menu te verlaten.
Telefoonopties
Infrarood aan
Gebruikersin...
Begroeting
Eigen
Taalkeuze
Beveiliging
Geeft de huidige
instelling aan
Kies
Nederlands
Taalkeuze
Español
Nederlands
Svenska
Dansk
Português
Suomi
Huidige taal
Kies
33
Telefoonlijst
U kunt telefoonnummers en de bijbehorende
namen in het geheugen van uw SIM-kaart
opslaan. Daarnaast biedt het geheugen van uw
telefoon ruimte aan 500 nummers en namen.
Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht
gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één
geheel, de telefoonlijst.
Naam en nummer vastleggen
U kunt een nummer op twee manieren
vastleggen:
• In de standby-stand met de functietoets
Opslaan
• In het menu Telefoonlijst via de optie
Nieuwe
contact.
Een nummer vastleggen in de standby-
stand
Zodra u een nummer begint in te voeren,
verschijnt boven de linker functietoets Opslaan.
Daarmee kunt u het ingevoerde nummer in de
telefoonlijst opslaan.
1. Voer het nummer in dat u wilt opslaan.
Opmerking
: Als u tijdens het invoeren van een
nummer een fout maakt, kunt u deze
met de toets corrigeren. Zie
pagina 22 voor meer bijzonderheden.
2. Druk op de functietoets
Opslaan
als u zeker
weet dat het nummer correct is.
3. Selecteer het symbool van de categorie waar het
nummer dat u wilt opslaan toe behoort. Er zijn
drie categorieën:
Mobiel
Werk
Privé
Druk op de toets of en daarna op de
functietoets Kies om de gewenste categorie te
selecteren.
Telefoonlijst
34
4. Geef de naam in en druk op de functietoets
OK
.
Het aantal posities dat voor ingave van de naam
beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 42.
De telefoon gaat nu naar de eerste lege plaats in
het geheugen dat als laatste is gebruikt om een
nummer vast te leggen. Als dat geheugen vol is,
wordt de eerste vrije plaats in het andere
geheugen getoond.
Opmerking
: Wanneer u van telefoon wisselt, blijft
de informatie die op uw SIM-kaart is
opgeslagen beschikbaar op uw nieuwe
telefoon. Informatie die in het toestel
zelf is opgeslagen is dan niet meer
beschikbaar en zal eventueel opnieuw
moeten worden ingegeven.
5. Druk op de rechter functietoets om te wisselen
tussen
Op SIM
en
In tst.
.
6. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde
naam op een andere dan de voorgestelde positie
wilt opslaan, druk dan op de toets en geef
daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u
de informatie wilt opslaan.
7. Druk op
OK
om het nummer en de naam op te
slaan.
Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de
telefoon de zojuist opgeslagen naam.
8. U wilt... Druk dan op...
Invoeropties gebruiken De functietoets
Opties
.
Teruggaan naar de
standby-stand
De toets .
Telefoonlijst
35
Een nummer in de telefoonlijst opslaan
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen
.
2. Blader met de toets of naar
Nieuwe
contact
en druk op de functietoets
Kies
om
uw keuze te bevestigen.
3. Selecteer het symbool van de categorie waar het
nummer dat u wilt opslaan toe behoort.
Opmerking
: U kunt hierbij ook het e-mail
symbool ( ) kiezen en een e-mail
adres opslaan in plaats van een
telefoonnummer.
4. Om het nummer op te slaan, volgt u de
procedure zoals beschreven vanaf stap 4 op
pagina 34.
Opties telefoonlijst gebruiken
De telefoonlijst beschikt over een aantal opties,
die u kunt openen door op de functietoets
Opties te drukken.
U wilt... Druk dan...
Gemarkeerde optie
kiezen
Op de functietoets
Kies
of de
toets .
Andere optie
selecteren
Enkele keren op of
tot de gewenste optie
gemarkeerd wordt
weergegeven.
Telefoonlijst
36
De volgende opties zijn beschikbaar:
Invoegen: hiermee kunt u een telefoonnummer
uit de telefoonlijst in de stand voor normaal
bellen plakken. Gebruik deze optie als u een
nummer wilt bellen dat deels identiek is aan het
nummer in de telefoonlijst, bijvoorbeeld een
intern nummer binnen hetzelfde bedrijf.
Gebruik de toets als u het nummer wilt
aanpassen (zie pagina 22 voor meer informatie).
Druk op als u het nummer wilt bellen.
Wijzigen: hiermee kunt u de geselecteerde
naam en nummer wijzigen.
Wissen: hiermee kunt u een nummer en een
naam uit de telefoonlijst verwijderen. De telefoon
vraagt om een bevestiging voor de wisopdracht.
Druk op de functietoets Ja.
Kopiëren: hiermee kunt u het nummer naar een
andere geheugenlocatie kopiëren. Gebruik deze
optie om een nummer op te slaan dat veel lijkt
op een reeds opgeslagen nummer. Pas het
nummer aan en sla op het in de telefoonlijst.
Belgroep: hiermee kunt u de contactpersoon
aan een belgroep toewijzen. Wanneer u door
iemand die tot die groep behoort wordt gebeld,
kunt u dat aan bijvoorbeeld het belsignaal horen.
Selecteer een van de tien beschikbare groepen.
Kies de optie Geen groep als u een nummer uit
een groep wilt verwijderen.
Zie pagina 39 voor meer informatie over de
instellingen voor belgroepen.
Aan groep toevoegen: hiermee kunt u van de
op dat moment geselecteerde contactpersoon
aan verschillende categorieën (mobiel, werk,
privé, e-mail) een nummer toevoegen. Per
contactpersoon kan voor iedere categorie één
nummer c.q. e-mail adres worden opgeslagen.
Telefoonlijst
37
Nummer opzoeken in telefoonlijst en
bellen
Nadat u nummers in de telefoonlijst hebt
opgeslagen, kunt u hierin op twee manieren
zoeken:
Op naam
Op belgroep
Een nummer op naam opzoeken
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen
.
2. Als
Zoek
gemarkeerd wordt weergegeven,
drukt u op de functietoets
Kies
. De telefoon
vraagt u nu om een naam op te geven.
3. Geef de beginletter(s) in van de naam die u
zoekt.
U ziet nu de namen in de telefoonlijst,
beginnend met de eerste die aan de ingevoerde
beginletters voldoet. Die naam is bovendien
gemarkeerd.
5. Zodra u de gewenste naam hebt gevonden,
drukt u op de toets om het nummer te bellen
of op de functietoets
Opties
om naar de andere
telefoonlijstopties te gaan. Voor meer
informatie, zie pagina 35.
4. U wilt... Druk dan...
Gemarkeerde
naam bekijken
Op de functietoets
Kies
.
Naar een andere
naam
Enkele keren op de toets
of tot de gezochte naam
gemarkeerd is.
Naam opzoeken
beginnend met een
andere letter
Op de toets met de
gewenste letter.
Telefoonlijst
38
Een nummer op belgroep opzoeken
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen
.
2. Blader met de toets of naar
Groep
zoeken
en druk op de functietoets
Kies
. De
telefoon vraagt u nu om een groepsnaam op te
geven.
3. Geef de eerste letter(s) is van de naam van de
groep die u zoekt.
U ziet nu een overzicht van de groepen, te
beginnen met de eerste groep waarvan de
beginletters met uw ingave overeenstemmen.
Deze naam is gemarkeerd weergegeven.
4. Blader met de toets of naar de
gewenste groep en druk op de functietoets
Kies
.
U ziet nu een overzicht van de contactpersonen
die tot die groep behoren.
6. Als u de gewenste naam hebt gevonden, drukt u
op de toets om het nummer te bellen, of op
de functietoets
Opties
om een van de andere
telefoonlijstopties te gebruiken. Voor meer
informatie, zie pagina 35.
5. U wilt... Druk dan...
Gemarkeerde
naam bekijken
Op de functietoets
Kies
.
Naar een andere
naam
Enkele keren op de
toets of tot
de gezochte naam
gemarkeerd is.
Telefoonlijst
39
Een belgroep wijzigen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen
.
2. Blader met de toets of naar
Groep
wijzigen
en druk op de functietoets
Kies
.
3. Geef de beginletter(s) in van de naam van de
groep die u zoekt of blader met de toets
of door de lijst naar de gewenste groep.
4. Als de groep die u zoekt is geselecteerd, drukt u
op de functietoets
Opties
.
5. Kies de diverse opties en wijzig waar nodig de
instellingen. De volgende opties zijn
beschikbaar:
Beltoon
: hiermee kunt u de beltoon kiezen die
moet worden gebruikt als u gebeld wordt door
een persoon uit de groep.
SMS-toon
: hiermee kunt u de beltoon kiezen
die moet worden gebruikt als u een tekstbericht
ontvangt van een persoon uit de groep.
Pictogram
: hiermee kunt u een pictogram
kiezen dat verschijnt als u wordt gebeld door
een persoon uit de groep.
Groepsnaam
: hiermee kunt u een naam
toekennen aan de groep. Op pagina 42 vindt u
meer informatie over het intoetsen van tekst.
6. Als uw instellingen naar wens zijn, drukt u
op de toets of .
Telefoonlijst
40
Verkort kiezen
Zodra u de nummers in de telefoonlijst hebt
opgeslagen, kunt u deze gemakkelijk bellen.
Nummers voor verkort kiezen toekennen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen
.
2. Blader met de toets of naar
Verkort
kiezen
en druk op de functietoets
Kies
.
3. Selecteer de toets die u voor het verkort kiezen
wilt gebruiken (de toetsen t/m ) en druk
op de functietoets
OK
.
Opmerking
: Als aan de betreffende toets al een
nummer is toegekend, wordt de
functietoets
OK
vervangen door
de functietoets
Opties
. Ga naar
stap 6.
4. Kies de gewenste contactpersoon uit de lijst en
druk op de functietoets
Kies
.
5. Zijn er meer nummers, druk dan op de toets
of om het gewenste nummer te selecteren
en druk op de functietoets
Kies
.
6. Nadat u aan de betreffende toets een nummer
hebt toegewezen, zijn de volgende opties
beschikbaar.
Wijzigen
: hiermee kunt u aan de toets een
ander nummer toekennen.
Wissen
: het nummer wordt gewist, zodat geen
nummer meer aan de toets is toegewezen.
Telefoonlijst
41
Alles wissen
: alle nummers worden gewist. Aan
geen enkele toets is dan meer een nummer
toegewezen.
Nummer
: hiermee kunt u zien welk nummer aan
de toets is toegewezen.
7. Als u klaar bent, drukt u op de toets of .
Verkort kiezen via de telefoonlijst
Om de nummers te bellen die aan de toetsen
t/m
zijn toegewezen, houd u de betreffende
toets ingedrukt.
Opmerking
: Geheugenplaats 1 is gereserveerd voor
het telefoonnummer van uw Voice Mail
server.
Geheugenstatus controleren
U kunt controleren hoeveel namen en nummers er
zijn opgeslagen in de telefoonlijst (geheugens van
SIM-kaart en telefoon) en hoeveel vrije locaties er
nog over zijn.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen
.
2. Kies de optie
Geheugenstatus
.
3. Druk op de toets of om het aantal vrije
geheugenlocaties op de kaart en in de telefoon te
bekijken.
42
Tekst intoetsen
U zult regelmatig tekst willen intoetsen,
bijvoorbeeld als u een naam in de telefoonlijst
wilt opnemen, uw eigen welkomtekst wilt maken
of afspraken in de agenda wilt zetten. Daarom
kunt u met de toetsen van de telefoon ook letters
en andere tekens ingeven.
Uw telefoon beschikt over een aantal standen
waarmee u tekst in kunt voeren:
• T9 stand
In deze stand kunt u door slechts één toets per
letter in te toetsen woorden ingeven. Aan
iedere toets op het toetsenbord zijn
verschillende letters toegewezen. Met de
toets kunt u de letters J, K en L maken.
In de T9 stand worden de tekens die u intoetst,
automatisch vergeleken met een ingebouwd
linguïstisch woordenboek en wordt het meest
waarschijnlijke woord automatisch aangevuld,
zodat u vaak minder toetsen nodig hebt dan bij
gebruik van de normale standen voor
hoofdletter en kleine letters.
• Standen voor hoofdletters en kleine
letters
Hiermee kunt u hoofdletters of kleine letters
intoetsen door de toets waarop de gewenste
letter staat aangegeven één, twee, drie of vier
keer in te drukken tot de gewenste letter wordt
getoond.
• Tekens
In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen.
• Cijfers
In deze stand kunt u cijfers intoetsen.
Tekst intoetsen
43
Tekstinvoerstand wijzigen
Wanneer u in een scherm staat waarin u letters
wilt intoetsen, ziet u in het display de
tekstinvoerstand.
Wilt u...Ò Druk dan op de
functietoets
totdat...
T9 stand wordt getoond.
Zie pagina 44.
Hoofdletters
A
wordt getoond.
Zie pagina 45.
Kleine letters
a
wordt getoond.
Zie pagina 45.
Cijfers
1
wordt getoond.
Zie pagina 47.
Tekens wordt getoond.
Zie pagina 47.
Opties
HALLO
Indicatie
tekstinvoerstand
Tekst intoetsen
44
T9 stand
Met de voorspellende T9 tekstinvoerstand kunt u
tekens intoetsen met een enkele toetsdruk. Deze
invoerstand werkt met een ingebouwd
woordenboek.
1. Zorg ervoor dat de tekstinvoerstand T9 aan
staat en begin met de toetsen t/m het
woord in te toetsen. Voor iedere letter hoeft u de
toets maar één keer aan te slaan.
V
oorbeeld: Om in de stand T9 HALLO in te
geven,drukt u op de toetsen ,
, , en .
Het woord dat u ingeeft verschijnt in het display.
Het kan bij iedere nieuwe toetsaanslag
veranderen.
2. Voordat u letters kunt wijzigen of wissen, moet
u het hele woord intoetsen.
3. Is het woord juist, ga dan verder met het
volgende woord.
Wilt u wijzigingen aanbrengen, druk dan zo vaak
als nodig op , of voor alternatieve
woorden voor de door u ingegeven letters.
V
oorbeeld: Zowel OF en ME worden gemaakt
met de toetsen , . De telefoon
toont het meest gebruikte woord
eerst.
4. Sluit ieder woord af met een spatie ( ).
Om een woord in te toetsen dat niet is gevonden
in de T9 stand, kiest u de tekstinvoerstand voor
hoofdletters of kleine letters.
Tekst intoetsen
45
Voor een punt, streepje of apostrof, drukt u op de
toets . De T9 stand maakt gebruikt van
grammaticaregels om ervoor te zorgen dat het
juiste leesteken wordt gekozen.
V
oorbeeld: wordt twee keer gebruikt om twee
leestekens te tonen.
Om in de T9 stand tussen hoofd- en kleine
letters te wisselen, gebruikt u de toets .
U kunt de cursor ook verplaatsen met de
toetsen en . Druk op de toets om
letters te wissen. Houd de toets even
ingedrukt om alle letters te wissen.
Standen voor hoofdletters/kleine
letters
Met de toetsen t/m kunt u tekst
intoetsen.
1. Druk op de toets met de letter die u wilt
invoeren:
- Eén keer voor de eerste letter
- Twee keer voor de tweede letter
- Enz.
2. Voer de resterende letters op dezelfde wijze in.
Opmerking
: Als u op een andere toets drukt, schuift
de cursor een positie naar rechts. Als u
twee keer dezelfde letter invoert (of
een andere letter van dezelfde toets),
wacht dan enkele seconden. De cursor
gaat dan automatisch een positie
verder.
Tekst intoetsen
46
Zie onderstaande tabel voor meer informatie
over de tekens die met de toetsen kunnen
worden ingegeven.
Voor het invoegen van een spatie drukt u op de
toets .
U kunt de cursor ook verplaatsen met de
toetsen en . Om letters te wissen, drukt u op
de toets . Houd de toets even ingedrukt
om alle letters te wissen.
Tekens in de weergegeven volgorde
Toets
Spatie
Hoofdletters
Kleine letters
Tekst intoetsen
47
Speciale tekens intoetsen
Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en
symbolen in een tekstbericht invoegen.
Met de navigatietoetsen gaat u naar het
gewenste teken of symbool. Vervolgens drukt u
op de functietoets OK om dit in uw bericht in te
voegen.
Stand voor cijfers
In de cijferstand kunt u in een tekstbericht cijfers
intoetsen door de betreffende cijfertoetsen in te
drukken (bijvoorbeeld een telefoonnummer).
Druk op de toetsen waarop de door u gewenste
cijfers voorkomen en ga daarna eventueel terug
naar de gewenste tekstinvoerstand.
OK
48
Tijdens gesprek
beschikbare opties
Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook
tijdens een gesprek kunt gebruiken.
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de
wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt,
kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan
voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het
tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u tussen
beide gesprekken heen en weer schakelen.
Druk op de functietoets
Wacht
als u een gesprek
in de wacht wilt zetten. Zodra u weer terug wilt
gaan naar dat gesprek, drukt u op de functietoets
Haal op
.
Via de volgende stappen begint u tijdens een
gesprek een tweede gesprek.
1. Geef het telefoonnummer in van degene die u
wilt bellen of zoek dit op in de telefoonlijst.
2. Druk op de toets om dit nummer te bellen.
Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de
wacht gezet.
Een tweede manier om dit te doen is de volgende:
1. Druk op de functietoets
Wacht
om het huidige
gesprek in de wacht te zetten.
2. Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de
persoon die u tegelijkertijd wilt spreken.
Druk op de functietoets
Wissel
om tussen beide
gesprekken te switchen.
Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en het
in de wacht gezette gesprek wordt weer opgehaald,
zodat u het gesprek met die persoon kunt
voortzetten.
Bij elk van de gesprekken drukt u op de toets
als u dat gesprek wilt beëindigen.
Tijdens gesprek beschikbare opties
49
Microfoon uitschakelen
U kunt de microfoon tijdelijk uitschakelen, zodat de
persoon aan de andere kant van de lijn u niet kan
horen.
V
oorbeeld: U wilt even iets zeggen tegen iemand
die bij u in de ruimte zit, zonder dat de
persoon met wie u aan het telefoneren
bent dat kan horen.
Zo schakelt u de microfoon tijdelijk uit:
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk indien nodig op de toets om de optie
Micr. uit
te accentueren.
3. Druk op de functietoets
OK
.
De persoon aan de andere kant van de lijn kan u
nu niet meer horen.
Zo zet u de microfoon weer aan:
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk indien nodig op de toets om de optie
Micr. aan
te accentueren.
3. Druk op de functietoets
OK
.
Nu kan de persoon met wie u verbonden bent u
weer horen.
Tijdens gesprek beschikbare opties
50
Toetstonen in- en uitschakelen
Met deze opties bepaalt u of u bij het indrukken van
toetsen een toontje hoort. Als de optie
DTMF uit
is
gekozen, maakt uw telefoon geen geluid wanneer
een toets wordt ingedrukt. Op die manier hoort u
geen storende piepjes wanneer u tijdens een
gesprek toetsen indrukt.
Opmerking
: Als u verbinding maakt met
antwoordapparaten of
computergestuurde telefoonsystemen
moet u de optie
DTMF aan
selecteren.
Een nummer opzoeken in de
telefoonlijst
U kunt tijdens een gesprek een nummer in de
telefoonlijst opzoeken.
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk op de toets om de optie
Telefoonlijst
te selecteren.
3. Druk op de functietoets
OK
.
U ziet nu een overzicht van de telefoonlijst,
gesorteerd op alfabetische volgorde.
4. U kunt nu door de lijst bladeren of de eerste
letters van de naam die u zoekt ingeven.
U gaat dan direct naar de eerste naam die
overeenstemt met de door u ingetoetste
beginletters. Deze naam is geaccentueerd
weergegeven.
5. Druk op de functietoets
Kies
om de
geaccentueerde naam te bekijken.
Zie pagina 33 voor meer informatie over het
gebruik van de telefoonlijst.
Tijdens gesprek beschikbare opties
51
SMS diensten
Als tijdens een gesprek een SMS-bericht (Short
Message Service) binnenkomt, knippert op het
display het berichtsymbool ( ). Door
SMS
Service
te kiezen, kunt u van deze optie gebruik
maken.
Lezen
: hiermee kunt u ontvangen berichten lezen.
Schrijven:
hiermee kunt u berichten maken.
Zie pagina 60 voor meer bijzonderheden over SMS
berichten.
Een tweede oproep beantwoorden
(wisselgesprek)
Als uw provider deze service aanbiedt en als u
Wisselgesprek
(
Menu 6.3
) op
Activeren
hebt
ingesteld (zie pagina 99), kunt u tijdens een
gesprek een tweede binnenkomend gesprek
beantwoorden. U hoort dat er een gesprek
binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor
een wachtend gesprek.
Voer de volgende stappen uit als u het
binnenkomende gesprek wilt beantwoorden.
1. Druk op de toets om het tweede gesprek te
beantwoorden.
Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de
wacht gezet.
2. Druk op de functietoets
Wissel
om tussen beide
gesprekken te switchen.
Als u een in de wacht gezet gesprek wilt
beëindigen, druk dan op de functietoets
Opties
en kies daarna de optie
Stop wacht
.
3. Druk op de toets als u het huidige gesprek
wilt beëindigen.
Tijdens gesprek beschikbare opties
52
Multiparty-gesprekken (telefonisch
vergaderen)
“Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen
genoemd) is een dienst die door diverse providers
geboden wordt, waarbij maximaal zes personen
tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen
deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met uw provider.
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel op de normale wijze de eerste gespreks-
deelnemer.
2. Bel op dezelfde wijze ook de tweede gespreks-
deelnemer. Het eerste gesprek wordt dan
automatisch in de wacht gezet.
3. Druk op de functietoets
Opties
en kies dan de
optie
Deelnemen
om de eerste deelnemer aan
het multiparty-gesprek toe te voegen.
4. Om een volgende deelnemer aan het multiparty-
gesprek toe te voegen, belt u die op de normale
wijze. Vervolgens drukt u op de functietoets
Opties
en kiest u de optie
Deelnemen
.
Om binnenkomende gesprekken aan de multiparty
toe te voegen, beantwoordt u het binnenkomende
gesprek en drukt u achtereenvolgens op
Opties
en
Deelnemen
. Herhaal dit zo vaak als u wilt.
Privégesprek met één van de deelnemers
1. Druk op de functietoets
Opties
en kies de optie
Kies deelnemer
.
Vervolgens verschijnt een overzicht van de
deelnemers aan het gesprek.
2. Druk op de toets of om de gewenste
persoon te kiezen en daarna op de functietoets
Kies
of de toets .
Tijdens gesprek beschikbare opties
53
3. Kies de optie
Privé
.
Nu kunt u een privégesprek met de gekozen
deelnemer voeren. De overige multiparty-
deelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven
spreken.
4. Druk op de functietoets
Opties
en kies daarna
Deelnemen
als u weer naar het multiparty-
gesprek wilt gaan.
Nu kunnen alle multiparty-gesprekspartners
elkaar horen.
Een deelnemer verwijderen
1. Druk op de functietoets
Opties
en kies de optie
Kies deelnemer
.
Vervolgens verschijnt een overzicht van de
deelnemers aan het gesprek.
2. Druk op de toets of om de gewenste
persoon te kiezen en daarna op de functietoets
Kies
of de toets .
3. Kies nu
Verwijderen
.
De verbinding met de gekozen gespreks-
deelnemer wordt verbroken, maar u kunt met
alle andere deelnemers blijven spreken.
4. U beëindigt het multiparty-gesprek door de
telefoon dicht te klappen of door het indrukken
van de toets .
54
Het menu
Uw telefoon biedt u een groot aantal functies
waarmee u de telefoon op uw eisen en wensen kunt
afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in
menu’s en submenu’s.
U kunt de menu's op twee manieren selecteren.
Naar menufunctie bladeren
1. Druk in de standby stand op de functietoets
Menu
om in het menu te komen.
2. Ga met de toets of naar het gewenste
hoofdmenu, bijvoorbeeld
Telefoonopties
.
Druk op de functietoets
Kies
of op de toets
om in het menu te komen.
3. Als het menu submenu’s bevat, zoals het
menu
Taalkeuze
, kunt hier met de toets
of naar toe, waarna u op de functietoets
Kies
drukt.
Als het menu dat u heeft gekozen meer opties
bevat, kunt u hier op dezelfde wijze naar toe.
4. U wilt... Druk dan op...
Door het menu
bladeren
De toets of
of de toetsen en
links op de telefoon.
De gekozen instelling
bevestigen
De functietoets
Kies
of
de toets .
Naar het vorige menu
teruggaan
De functietoets of de
toets .
Het menu verlaten
zonder instellingen aan
te passen
De toets .
Het menu
55
Naar menufunctie via sneltoets
De diverse menu onderdelen (menu- en submenu
opties) zijn genummerd en via het betreffende
nummer snel te benaderen. Het nummer van de
sneltoets vindt u rechtsonder in het display naast
de functietoets . Druk op de functietoets
Menu
en geef het gewenste nummer in.
V
oorbeeld: De optie
Taalkeuze
openen.
1. Druk op de functietoets
Menu
.
2. Druk op voor het menu
Telefoonopties
.
3. Druk op voor
Taalkeuze
.
De beschikbare talen worden direct getoond.
Opmerking
: Op pagina 56 vindt u een overzicht met
alle menu-items en de daarbij behorende
nummers. Het is mogelijk dat deze
nummers niet overeenstemmen met de
menunummers op uw telefoon, omdat
deze afhankelijk zijn van de diensten die
uw SIM-kaart ondersteunt.
Overzicht menufuncties
De volgende illustratie toont de beschikbare
menustructuur, inclusief:
De nummers die aan de opties zijn toegewezen
De pagina waarop u een beschrijving van de
betreffende functie kunt vinden
Opmerking
: Als u gebruik maakt van een
SIM AT-kaart met extra mogelijkheden,
verschijnt het
SIM AT
menu (
8
) pas
als u op de functietoets
Menu
drukt.
Kijk voor meer informatie in de
documentatie van de SIM-kaart.
Het menu
56
1. Berichten
(zie pagina 60)
1.1 Lezen
1.1.1 Ontvangen
1.1.2 Verzonden
1.2 Schrijven
1.3 Standaardberichten
1.4 Instellingen
1.4.1 Instelling 1
*
1.4.2 Instelling 2
*
1.4.3 Instelling 3
*
1.4.4 Standaard
1.5 Info-berichten
1.5.1 Ontvangen bericht lezen
1.5.2 Ontvangen
1.5.3 Kanalen
1.5.4 Taalkeuze
1.6 Voice Mail
1.6.1 Verbinden met Voice Mail
1.6.2 Telefoonnr Voice Mail
1.7 Voorkeuren
1.7.1 EMS melodie
1.7.2 EMS afbeelding
1.7.3 EMS filmpje
1.8 Geheugenstatus
1.8.1 SIM geheugen
1.8.2 Telefoongeheugen
1.8.3 Info-berichten geheugen
2. Oproepenlijst
(zie pagina 69)
2.1 Gemist
2.2 Ontvangen
2.3 Uitgaand
2.4 Gesprektellers
2.4.1 Laatste oproep
2.4.2 Alle uitgaande oproepen
2.4.3 Alle inkomende oproepen
2.4.4 Nulstellen
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Het menu
57
2. Oproepenlijst
(vervolg)
2.5 Kostentellers
*
2.5.1 Kosten laatste oproep
2.5.2 Totale kosten
2.5.3 Max. kosten
2.5.4 Nulstellen
2.5.5 Max. kosten instellen
2.5.6 Prijs per eenheid
3. Geluidopties
(zie pagina 72)
3.1 Beltoon
3.2 Belvolume
3.3 Type belsignaal
3.4 Toetstoon
3.5 Bericht signaal
3.5.1 SMS toon
3.5.2 Info-bericht toon
3.6 Andere tonen
3.6.1 Fouttoon
3.6.2 Minutenteller
3.6.3 Verbindingstoon
4. Telefoon opties
(zie pagina 76)
4.1 Infrarood aan
4.2 Gebruikersinstellingen
4.2.1 Achtergrond
4.2.2 Kleurenschema
4.2.3 Menu-instelling
4.3 Begroeting
4.4 Eigen nummer
4.5 Taalkeuze
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Het menu
58
4. Telefoonopties
(vervolg)
4.6 Beveiliging
4.6.1 PIN-controle
4.6.2 PIN wijzigen
4.6.3 Toestel blokkeren
4.6.4 Wachtwoord
4.6.5 SIM blokkeren
4.6.6 FDN-modus
*
4.6.7 PIN2 wijzigen
*
4.7 LCD-scherm instellingen
4.7.1 Contrast
4.7.2 Verlichting
4.7.3 Verlichting autom.
4.7.4 Standby-lampje
4.7.5 Logo provider
4.8 Extra instellingen
4.8.1 Nr. herhalen
4.8.2 Klepje actief
4.8.3 Elke toets antw.
4.9 Sneltoets
4.10 Reset instellingen
5. Organizer
(zie pagina 86)
5.1 Agenda
5.2 Actielijst
5.3 Tijd en datum
5.3.1 Klok instellen
5.3.2 Datum instellen
5.3.3 Wereldtijd
5.3.4 Tijdformaat
5.4 Alarm
5.5 Calculator
5.6 Valutabeurs
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Het menu
59
6. Netwerkdiensten
(zie pagina 95)
6.1 Doorschakelen
6.1.1 Alles doorschakelen
6.1.2 In gesprek
6.1.3 Neemt niet op
6.1.4 Buiten bereik
6.1.5 Alles opheffen
6.2 Blokkeren
6.2.1 Alle uitgaande
6.2.2 Internationaal
6.2.3 Internationaal behalve NL
6.2.4 Alle inkomende
6.2.5 Inkomend buiten bereik
6.2.6 Alles opheffen
6.2.7 Wachtwoord
6.3 Wisselgesprek
6.3.1 Spraak
6.3.2 Data
6.3.3 Alles opheffen
6.4 Netwerk kiezen
6.4.1 Automatisch
6.4.2 Zelf zoeken
6.5 Nr.weergave
6.5.1 Standaard
6.5.2 Nr. verbergen
6.5.3 Nr. zenden
6.6 Gebr.groepen
6.6.1 Groepen
6.6.2 Buiten groep OK
6.6.3 Standaardgroep
6.6.4 Uitzetten
*
6.7 Bandkeuze
7. Amusement
(zie pagina 104)
7.1 Spelletjes
7.2 WAP browser
7.3 Downloads
7.3.1 Spelletjes en meer
7.3.2 Geluiden
7.3.3 Afbeeldingen
7.3.4 DNS Instellingen
* Verschijnt alleen als de functie gesloten gebruikersgroep aan
staat.
60
Berichten
De meeste providers bieden de mogelijkheid tot het
versturen van SMS berichten (Short Message
Service). Voor zover uw provider deze diensten
aanbiedt, kunnen berichten als tekst, per fax, per
e-mail en via oproepsystemen worden verzonden.
Om berichten per telefoon te versturen, moet u
weten wat het SMS-nummer van uw provider is.
Als het symbool verschijnt, hebt u een of meer
nieuwe tekstberichten ontvangen. Als het geheugen
vol is, verschijnt er een melding en kunt u geen
nieuwe berichten meer ontvangen. Gebruik de optie
Wissen
in het menu
Lezen
(
Menu 1.1
) voor het
verwijderen van oude berichten.
Lezen
(Menu 1.1)
Er zijn twee postvakken voor berichten
beschikbaar:
Ontvangen
: voor het bewaren van ontvangen
berichten.
Verzonden
: voor het bewaren van verstuurde/te
versturen berichten.
Een bericht lezen
1. Ga naar het gewenste postvak en druk op de
functietoets
Kies
.
De lijst met berichten in het postvak wordt
getoond, met daarbij de afzender of
telefoonnummer en naam van de ontvanger
(indien deze informatie in uw telefoonlijst is
opgeslagen).
2. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets
Kies
om de inhoud van het bericht
te bekijken.
Berichten
61
3. Gebruik de toets of om door het bericht
heen te lopen.
Met de functietoets
Opties
kunt u de volgende
opties kiezen.
Wissen
: verwijderen van oude berichten.
Beantwoorden
(alleen ontvangen berichten):
antwoorden door middel van een tekstbericht.
U kunt ook het SMS-nummer veranderen (indien
nodig).
Terugbellen
(alleen ontvangen berichten): om de
afzender terug te bellen.
Nr. bewerken
: om een telefoonnummer uit een
bericht te halen, zodat u het kunt bellen of in de
telefoonlijst kunt opslaan.
Verzenden
: bericht verzenden dat u bewaard of
ontvangen hebt. Meer informatie over het intoetsen
van een naam vindt u op pagina 62.
Wijzigen
: hiermee kunt u berichten wijzigen.
Objecten selecteren
: hiermee kunt u eventuele
geluiden of afbeeldingen uit het bericht in uw
telefoon opslaan. Deze kunt u vervolgens weer
meesturen met een nieuw bericht. Voor meer
informatie, zie pagina 63.
Opmerking
:
Afhankelijk van de berichtstatus
(Nieuw, Oud, Nt verz. of Verzond.)
verschillen de beschikbare opties.
Berichten
62
Schrijven
(Menu 1.2)
Met dit menu kunt u een tekstbericht schrijven en
verzenden.
Opmerking
: U heeft de beschikking over
918 posities. Als u aan uw bericht een
afbeelding of geluid toevoegt, wordt
het aantal beschikbare posities lager.
Eenvoudig SMS tekstbericht maken
1. Stel uw bericht samen.
Opmerking
: Meer informatie over het ingeven van
tekst vindt u op pagina 42.
2. Als u klaar bent met het ingeven van uw bericht,
drukt u op de functietoets
Opties
. De volgende
opties zijn beschikbaar:
Verzenden
: om een geselecteerd bericht te
verzenden. Na verzending wordt het bericht
verwijderd.
Verz.+Opslaan
: het bericht opslaan en het
vervolgens versturen naar het gewenste
telefoonnummer (zie hierboven onder
"Verzenden"). Met de optie
Lezen
kunt u het
bericht in het postvak Verzonden lezen.
Opslaan
: om het bericht op te slaan en pas
later te versturen. Met de optie
Lezen
kunt u
het bericht in het postvak Verzonden lezen.
Meer informatie over de opties
Tekst
formatteren
,
Objecten toevoegen
,
Standaardbericht toevoegen
en
Taal
vindt
u op pagina 63.
3. Selecteer
Verzenden
of
Verz.+Opslaan
en
druk op de functietoets
Kies
.
Als u het bericht alleen wilt opslaan, selecteert u
Opslaan
. Na het bericht te hebben opgeslagen,
gaat de telefoon terug naar het menu
Berichten
.
Berichten
63
4. Geef het gewenste nummer in en druk op de
functietoets
OK
. Het bericht wordt verzonden.
Een bericht samenstellen met
gebruikmaking van de opties
1. Stel uw bericht samen.
2. Druk op de functietoets
Opties
.
3. Kies zo nodig met de toetsen en een
vervolgoptie en druk ter bevestiging op de
functietoets
Kies
.
Tekst formatteren
: hiermee kunt u de
lay–out van uw tekst aanpassen. Bij
Grootte
kunt u kiezen uit
Normaal
,
Groot
en
Klein
.
Onderstreept
en
Doorgehaald
kunt u
selecteren door deze opties
AAN
of
UIT
te
zetten. U kunt meerdere opties tegelijk
selecteren.
Objecten toevoegen
: hiermee kunt u een
beltoon, melodie, afbeelding of animatiefilmpje
aan uw bericht toevoegen. Selecteer de
categorie waartoe het object dat u wilt
toevoegen behoort. Bij iedere categorie kunt u
kiezen voor een van de standaarditems of een
item dat u bijvoorbeeld via internet gedownload
hebt of via een bericht hebt ontvangen.
Standaardbericht
toevoegen
: hiermee kunt
u voor uw bericht een van de
standaardberichten gebruiken. Selecteer via het
menu
Standaardberichten
(
Menu 1.3
) een
van de vijf standaardberichten. Voor meer
informatie, zie pagina 64.
Taal
: hiermee kunt u instellen welke taal in de
T9 tekstinvoerstand moet worden gebruikt.
Selecteer de gewenste taal.
4. Maak het bericht af en verzend het of sla het op
zoals beschreven bij stap 2 op pagina 62.
Berichten
64
Standaardberichten
(Menu 1.3)
Met dit menu kunt u vijf berichten invoeren die u
vaak gebruikt. Blader met de toetsen en
door de lijst. Zodra het gewenste bericht wordt
getoond, drukt u op de functietoets
Opties
.
Wijzigen
: hiermee kunt u een nieuw bericht
schrijven of het geselecteerde bericht wijzigen.
Opmerking
: Meer informatie over het intoetsen van
tekst vindt u op pagina 42.
Verzenden
: hiermee kunt u het geselecteerde
bericht terughalen. Als het bericht klaar is, kunt u
het versturen, opslaan en versturen of alleen
opslaan. Meer informatie over het verzenden van
berichten vindt u op pagina 62.
Wissen
: om een geselecteerd bericht te wissen. U
kunt het wissen bevestigen door op de functietoets
Ja
te drukken.
Instellingen
(Menu 1.4)
Met dit menu kunt u standaardgegevens voor de
SMS-functie opgeven. Een groep bestaat uit een
aantal instellingen die nodig zijn om berichten te
versturen. Het aantal beschikbare groepen is
afhankelijk van de capaciteit van uw SIM-kaart.
Instelling x
(waarbij
x
het nummer van de
groep is): iedere groep heeft een eigen submenu.
SMS-service
: om het SMS-nummer voor het
versturen van berichten op te slaan of te wijzigen.
U krijgt dit nummer van uw provider.
Berichten
65
Standaard SMS instellingen: hier kunt u het
standaard berichttype (tekst, fax, e-mail en
oproepsystemen) instellen. De provider kan de
berichten in het gekozen formaat omzetten.
Standaard geldigheid
: hier kunt u instellen hoe lang
uw provider het bericht moet bewaren als hij het
niet meteen kan doorsturen.
Naam instellen
: om een naam toe te kennen aan de
groep die u aan het instellen bent.
Standaard
: u kunt kiezen uit vier mogelijkheden:
Antwoordpad
: de ontvanger van uw SMS-bericht
kan u een antwoord sturen via de provider, als deze
optie door het netwerk wordt aangeboden.
Ontv
.bevest.: hier kunt u de functie voor
ontvangstbevestiging in- en uitschakelen. Als deze
functie is ingeschakeld, krijgt u van de provider te
horen of uw bericht al dan niet verstuurd is.
Dr
ager kiezen: hier kunt u kiezen tussen
GSM
en
GPRS
.
W
ap-info: hier kunt u aangeven of u al dan niet
Web-berichten van de server wilt ontvangen.
Selecteer
Nooit
als u geen berichten wilt
ontvangen,
Altijd
als u alle berichten wilt
ontvangen en
Alleen specifiek SMS-C
als u
alleen berichten van een bepaalde SMS centrale wilt
ontvangen.
Berichten
66
Info-berichten
(Menu 1.5)
Netwerkservice voor het ontvangen van berichten
over verschillende onderwerpen, zoals weer of
verkeer. Berichten verschijnen meteen nadat ze
ontvangen zijn, mits:
De telefoon in de standby-stand staat
De optie
Ontvangen
op
Activeren
staat
Het berichtkanaal op dat moment actief is in de
kanaallijst
De volgende opties zijn beschikbaar:
Ontvangen bericht lezen
: lezen van het eerste
bericht.
Niet opslaan
toont de berichten van het
netwerk, maar deze worden gewist zodra de
telefoon wordt uitgezet. Met de toetsen en
kunt u het gehele bericht bekijken. Terwijl u een
bericht leest, kunt u op de functietoets
Opslaan
drukken om het bericht in het postvak
Bewaren
vast te leggen, zodat u het later nog eens kunt
lezen.
Ontvangen
: om het ontvangen van berichten in of
uit te schakelen.
Kanalen
: hier kunt u aangeven van welke kanalen
u info-berichten wilt ontvangen. De volgende opties
zijn beschikbaar:
Kiez
en: aan- of uitzetten van kanalen in de lijst
door deze te (de)markeren (voor het gekozen
kanaal verschijnt een vinkje).
T
oevoegen: voor het toevoegen van een nieuwe
kanaal-ID en kanaalnaam.
Wissen
: om een kanaal uit de lijst te verwijderen.
Wijzigen
: voor het wijzigen van een kanaal-ID en
kanaalnaam van een bestaand kanaal.
Berichten
67
Taalkeuze
: om te kiezen in welke taal de
berichten op het display verschijnen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
provider.
Voice Mail
(Menu 1.6)
Met dit menu kunt u snel in uw voice-mailbox
komen (als deze door uw provider wordt
aangeboden).
De volgende opties zijn beschikbaar:
Verbinden met Voice Mail
: voordat u deze
functie kunt gebruiken moet u het voice-server
nummer invoeren dat u van uw provider hebt
gekregen (zie menu
1.6.2
). Vervolgens kunt u deze
optie kiezen en op de functietoets
OK
drukken om
uw berichten te beluisteren.
Om snel verbinding te krijgen met de voice mail
server, houdt u de toets ingedrukt.
Telefoonnr Voice Mail
: u kunt het nummer van
de voice-mail server zo nodig wijzigen.
Opmerking
: Voice Mail is een netwerkdienst. Neem
voor meer informatie contact op met
uw provider.
U wilt... Druk dan op...
Server nummer
invoeren
De juiste cijfertoetsen.
Cijfer herstellen De toets .
Cursor naar links/
rechts verplaatsen
zonder het cijfer te
wissen
De toets of .
Berichten
68
Voorkeuren
(Menu 1.7)
Nadat u objecten (afbeeldingen, melodieën, etc.)
die u bij berichten hebt ontvangen in uw telefoon
heeft opgeslagen, kunt u deze met de keuze
Objecten selecteren
(zie pagina 61) in dit menu
bekijken.
U kunt de objecten in dit menu verwijderen door op
de functietoets
Wissen
te drukken.
U kunt objecten naar anderen doorsturen door deze
bij een bericht op te nemen en u kunt ze gebruiken
als beltoon of achtergrond.
Er zijn drie categorieën met objecten:
EMS melodie
EMS afbeelding
EMS filmpje
Geheugenstatus
(Menu 1.8)
Via dit menu kunt u nagaan hoeveel berichten er
zijn opgeslagen op de SIM-kaart, in de telefoon en
in het geheugen met info-berichten.
69
Oproepenlijst
Met dit menu kunt u de volgende oproepen
bekijken:
Gemist
Ontvangen
Uitgaand
Opmerking
: Door in de standby-stand op
te
drukken, krijgt u toegang tot alle drie
de soorten oproepen.
Gemist
(Menu 2.1)
Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde
gesprekken bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar,
getoond, samen met de datum en tijd waarop de
oproep werd gedaan. Door op de functietoets Opties
te drukken, kunt u:
Het nummer wijzigen en draaien of het in de
telefoonlijst opslaan
Het nummer uit de lijst verwijderen
Ontvangen
(Menu 2.2)
Met deze optie kunt de laatste 20 binnengekomen
gesprekken bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar,
getoond, samen met de datum en tijd waarop de
oproep werd ontvangen. Door op de functietoets
Opties te drukken, kunt u:
Het nummer wijzigen en draaien of het in de
telefoonlijst opslaan
Het nummer uit de lijst verwijderen
Oproepenlijst
70
Uitgaand
(Menu 2.3)
Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde
nummers zien.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd gedaan. Door op de
functietoets
Opties
te drukken, kunt u:
Het nummer verwijderen
Het nummer wijzigen en in de telefoonlijst
opslaan
Gesprektellers
(Menu 2.4)
Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en
binnengekomen gesprekken bekijken.
De volgende tellers zijn beschikbaar:
Laatste oproep
: duur van het laatste gesprek.
Alle uitgaande oproepen
: duur van alle
gevoerde gesprekken sinds de teller voor het laatst
op nul is gezet.
Alle inkomende oproepen
: duur van alle
binnengekomen gesprekken sinds de teller voor het
laatst op nul is gezet.
Nulstellen
: voor het opnieuw instellen van de
gesprekteller. U moet eerst het wachtwoord van uw
toestel invoeren (zie pagina 110). Daarna drukt u
op de functietoets
OK
.
Opmerking
: De werkelijke duur van uw gesprekken
op de rekening van uw provider kan
iets afwijken, afhankelijk van de
netwerkdiensten, afronding van kosten
enz.
Oproepenlijst
71
Kostentellers
*
(Menu 2.5)
Met deze netwerkfunctie kunt u de gesprekskosten
bekijken.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Kosten laatste oproep
: kosten van het laatste
gesprek.
Totale kosten
: totale kosten van alle gesprekken
sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Als de
totale kosten de maximumkosten, instelbaar met
de optie
Max. kosten instellen
, overschrijden,
kunt u geen gesprekken meer voeren tot u de teller
op nul hebt gezet.
Max. kosten
: maximale kosten, ingesteld met de
optie
Max. kosten instellen
(zie hieronder).
Nulstellen
: optie voor het op nul zetten van de
kostenteller. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie
pagina 112). Daarna drukt u op de functietoets
OK
.
Max. kosten instellen
: optie om de maximale
kosten voor uw gesprekken in te stellen.
Prijs per eenheid
: optie voor het instellen van
kosten per eenheid. Met deze prijs per eenheid
worden de gesprekskosten berekend.
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
72
Geluidopties
Via het menu Geluidopties kunt u de volgende
instellingen aanpassen:
Melodie beltoon, volume en type belsignaal
Geluiden bij het indrukken van de toetsen,
foutieve invoer en bij het ontvangen van
berichten
Opmerking
: Als de telefoon in de Stille modus staat
(zie pagina 28), kunt u de geluidopties
niet wijzigen.
Beltoon
(Menu 3.1)
Met deze optie kunt u de gewenste beltoon kiezen.
U kunt uit een groot aantal verschillende melodieën
kiezen. De gekozen melodie wordt enkele seconden
afgespeeld. Als u via Internet of het programma
EasyGPRS beltonen of melodieën hebt gedownload
of deze bij berichten hebt ontvangen, worden deze
in de lijst van dit menu opgenomen.
Belvolume
(Menu 3.2)
Met deze optie kunt u het belvolume instellen. U
kunt kiezen uit vijf niveaus.
Gebruik hiervoor de toetsen en of de
toetsen en links op de telefoon.
Geluidopties
73
Type belsignaal
(Menu 3.3)
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
moet waarschuwen bij een binnenkomend gesprek.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Alleen licht
: het display licht op, de telefoon gaat
niet over en trilt niet.
Melodie
: de telefoon gaat over met de beltoon die
u hebt ingesteld in het menu
Beltoon
(
Menu 3.1
); zie pagina 72.
Trillen
: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Trillen+melodie
: de telefoon trilt drie keer en
gaat daarna over.
Toetstoon
(Menu 3.4)
Met deze optie kunt kiezen welke toon u hoort bij
het indrukken van een toets.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT
: de toetsen geven geen geluid.
Toon
: elke toets maakt een verschillend geluid.
Oproeptoon
: alle toetsen maken hetzelfde geluid.
Geluidopties
74
Bericht signaal
(Menu 3.5)
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
waarschuwt bij een binnenkomend bericht.
SMS toon
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
waarschuwt bij een binnenkomend SMS bericht.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT
: de telefoon geeft geen signaal bij een
binnenkomend bericht.
Alleen lichtsignaal
: het standby-lampje aan de
bovenkant van de telefoon knippert.
Trillen
:
d
e telefoon trilt, maar gaat niet over.
Eén beep
: de telefoon gaat één keer over.
SMS-toon1~10
: de telefoon gaat over met een
SMS-toon. Er zijn 10 SMS-tonen beschikbaar.
Info-bericht toon
Met deze optie kunt u kiezen hoe de telefoon
aangeeft dat een nieuw info-bericht is ontvangen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT
: de telefoon geeft geen signaal bij een
binnenkomend info-bericht.
Alleen lichtsignaal
: het standby-lampje aan de
bovenkant van de telefoon knippert bij een
binnenkomend info-bericht.
Trillen
: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Eén beep
: bij een binnenkomend info-bericht gaat
de telefoon één keer over.
Infobericht toon1~10
: de telefoon geeft
het hier ingestelde signaal. U kunt kiezen uit
10 Infobericht tonen.
Geluidopties
75
Andere tonen
(Menu 3.6)
Met deze optie kunt u diverse andere tonen die door
de telefoon worden gebruikt ook aanpassen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Fouttoon
: met deze optie kunt u instellen of de
telefoon een signaal moet geven bij een foutieve
ingave.
Minutenteller
: met deze optie kunt u instellen of
de telefoon tijdens een uitgaand gesprek iedere
minuut een piepje moet geven om de gespreksduur
aan te geven.
Verbindingstoon
: met deze optie kunt u
aangeven of de telefoon een signaal moet geven als
de gebelde persoon opneemt.
Om een toon... Drukt u...
AAN te zetten Op de functietoets
AAN
.
Voor de optie wordt een
vinkje gezet.
UIT te zetten Nogmaals op de functietoets
UIT
.
Het vinkje voor de optie
verdwijnt.
76
Telefoon opties
U kunt de instelling van veel functies op uw telefoon
aan uw eigen voorkeur aanpassen. U roept deze
functies op via het menu Telefoon opties.
Infrarood aan
(Menu 4.1)
Met deze functie kunt u via de infraroodpoort van
uw telefoon data en faxberichten verzenden en
ontvangen. Om de infraroodverbinding te kunnen
gebruiken, moet u het volgende doen:
De IrDA-compatibele infraroodpoort van uw pc
configureren en aanzetten.
De infraroodfunctie van uw telefoon aanzetten.
Het IrDA symbool ( ) verschijnt op de bovenste
regel van het display.
Zorg ervoor dat de infraroodpoort van uw
telefoon in één lijn ligt met de infraroodpoort van
uw pc.
U kunt nu tussen de pc en uw telefoon gegevens
verzenden.
Als binnen 30 seconden nadat de infraroodfunctie is
aangezet geen communicatie plaatsvindt, wordt de
infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld.
Opmerking
: U bereikt de beste resultaten wanneer
u gebruik maakt van de met uw
SGH-S100 meegeleverde datakabel.
15
Infrarood-
poort
Infraroodpoort
Telefoon opties
77
Gebruikersinstellingen
(Menu 4.2)
U kunt de afbeelding op de achtergrond en het in
het display gebruikte kleurenschema aan uw
voorkeuren aanpassen.
Achtergrond
Met deze optie kunt u de afbeelding kiezen die in de
stand-by stand als achtergrond wordt gebruikt.
U kunt de afbeelding als volgt wijzigen:
1. Blader met de toets of door de lijst met
afbeeldingen.
U kunt kiezen uit een aantal standaard
afbeeldingen. U kunt echter ook een blanco
achtergrond kiezen of een afbeelding die u via
Internet of het programma EasyGPRS hebt
gedownload.
2. Als de door u gewenste afbeelding gemarkeerd
wordt weergegeven, drukt u op de functietoets
Kies
.
De geselecteerde afbeelding wordt getoond.
3. Wilt u deze afbeelding als achtergrond
selecteren, druk dan op de functietoets
Kies
.
Kleurenschema
U kunt het kleurenschema dat in het display voor
de verschillende items zoals tekst, functietoetsen,
menunamen en symbolen wordt gebruikt,
aanpassen. U kunt kiezen uit vijf verschillende
kleurenschema’s.
Kies het gewenste kleurenschema en druk
op de functietoets
Kies
en vervolgens op de
functietoets
OK
om uw keuze te bevestigen.
Telefoon opties
78
Menu-instelling
Met deze optie kunt u instellen hoe het menu wordt
weergegeven. U kunt kiezen tussen
Normaal
en
Achtergrond
.
Begroeting
(Menu 4.3)
Met deze optie kunt u kort een begroeting laten
verschijnen bij het aanzetten van de telefoon. De
huidige begroeting wordt getoond.
Zie pagina 42 voor meer informatie over het
intoetsen van tekst.
Eigen nummer
(Menu 4.4)
Hiermee kunt u:
Namen toekennen aan uw eigen nummers die op
de SIM-kaart zijn opgeslagen
Namen en nummers wijzigen
Deze functie is een geheugensteuntje dat u kunt
gebruiken om uw eigen telefoonnummers te
controleren.
Wijzigingen die u hier aanbrengt, worden niet
doorgevoerd op uw SIM-kaart.
U wilt... Druk dan op...
Bestaande
begroeting wissen
De toets en houd deze
ingedrukt tot het bericht is
verwijderd.
Nieuwe begroeting
invoeren
De juiste alfanumerieke
toetsen.
Een andere
tekstinvoerstand te
kiezen
De functietoets .
Telefoon opties
79
Taalkeuze
(Menu 4.5)
Hier kunt u de displaytaal kiezen. Als de taalkeuze
op
Automatisch
is ingesteld, wordt automatisch
de taal van de SIM-kaart gekozen.
Beveiliging
(Menu 4.6)
Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van
uw telefoon beperken tot:
Door u gekozen personen
Door u gekozen soorten gesprekken
De functies van uw telefoon kunt u via verschillende
codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in
de volgende hoofdstukken beschreven (zie tevens
de pagina’s 110-113).
PIN-controle
Als de PIN-controle is ingeschakeld, moet u bij het
aanzetten van de telefoon altijd uw PIN-code
intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden
gebruikt door mensen die uw PIN-code weten.
Opmerking
: Voordat de PIN-controle uitgeschakeld
kan worden, moet u uw PIN-code
intoetsen.
Wilt u uw PIN -code wijzigen, kijk dan bij
menu-optie
PIN wijzigen
(
Menu 4.6.2
).
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten
: na het inschakelen is er meteen contact
met het netwerk.
Aanzetten
: bij het inschakelen moet u iedere keer
uw PIN-code intoetsen.
Telefoon opties
80
PIN wijzigen
Met deze functie kunt u uw huidige PIN-code
veranderen. De PIN-controle moet dan wel
ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN-code
intoetsen voordat u een nieuwe PIN-code kunt
instellen.
Als u een nieuwe PIN-code hebt ingevoerd, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Toestel blokkeren
Als de functie Toestel blokkeren is ingeschakeld,
moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een
8-cijferig wachtwoord intoetsen.
Dit wachtwoord is in de fabriek ingesteld op
“00000000”. Wilt u het wachtwoord van uw telefoon
wijzigen, kijk dan hieronder bij
Wachtwoord
(
Menu 4.6.4
).
Na het invoeren van het wachtwoord kunt u de
telefoon gebruiken tot u hem uitzet.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten
: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen
bij inschakeling van de telefoon.
Aanzetten
: u moet het wachtwoord intoetsen bij
inschakeling van de telefoon.
Wachtwoord
Hiermee kunt u uw wachtwoord wijzigen. U moet
het huidige wachtwoord ingeven voordat u een
nieuw kunt ingeven.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op “00000000”. Als u een nieuw wachtwoord hebt
ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals
intoetsen.
Telefoon opties
81
SIM blokkeren
Als de functie SIM blokkeren is ingeschakeld, werkt
uw telefoon alleen met de huidige SIM-kaart.
U moet dan eerst de SIM-code intoetsen.
Als u de code voor blokkeren hebt ingetoetst, moet
u deze ter bevestiging nogmaals invoeren.
Om de SIM-blokkering op te heffen, moet u de
SIM-code invoeren.
FDN-modus
Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)-
modus ondersteunt, kunt u uw uitgaande
gesprekken beperken tot een bepaald aantal
nummers.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten
: u kunt elk nummer bellen.
Aanzetten
: u kunt alleen nummers bellen
die in de telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet
uw PIN2-code intoetsen.
Opmerking
: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
Zie menu-optie
PIN2 wijzigen
(
Menu 4.6.7
)
hieronder voor het wijzigen van uw PIN2-code.
PIN2 wijzigen
Met deze functie kunt u uw PIN2-code veranderen.
U moet uw huidige PIN2-code intoetsen voordat u
een nieuwe kunt invoeren.
Als u een nieuwe PIN2-code hebt ingetoetst, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Opmerking
: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
Telefoon opties
82
LCD-scherm instellingen
(Menu 4.7)
Contrast
Met deze optie kunt u het contrast van de
LCD-schermen aanpassen, door deze donkerder
of lichter te maken.
Dit doet u als volgt.
1. Kies het display waarvan u het contrast wilt
aanpassen (
Hoofd LCD-scherm
of
Front
LCD-scherm
) en druk op de functietoets
Kies
.
2. Wijzig met de toetsen en of de
toetsen en links op de telefoon het
contrast.
3. Als de instelling naar wens is, drukt u op de
functietoets
OK
.
Verlichting
Met deze optie kunt u de verlichting aan- of
uitzetten. Uitzetten levert een kleine toename van
de standby- en beltijd op.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT
: geen verlichting.
Kort
: de verlichting gaat aan bij het indrukken van
een toets en bij een binnenkomend gesprek en gaat
10 seconden na de laatste toetshandeling weer uit.
Lang
: de verlichting gaat aan bij het indrukken van
een toets en bij een binnenkomend gesprek en gaat
20 seconden na de laatste toetshandeling weer uit.
Telefoon opties
83
Verlichting autom.
Met deze optie kunt u instellen hoe lang de
verlichting aan blijft. Hoe korter de verlichting aan
is, hoe langer de batterij meegaat.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten
: de instelling die is gekozen bij menu-
optie
Verlichting
(
Menu 4.7.2
) wordt gebruikt.
Zie pagina 82.
Aanzetten
: de verlichting gaat gedurende een
vastgestelde tijdsduur aan. U kunt deze tijdsduur
met de cijfertoetsen in uren en minuten instellen.
Standby-lampje
Met deze optie kunt u instellen of u het standby-
lampje rechtsboven op de telefoon wilt gebruiken.
U kunt uit een aantal kleuren kiezen: rood, groen,
blauw, geel, cyaan, violet en wit. Het standby-
lampje knippert in de gekozen kleur als de telefoon
gebruiksklaar is.
Als u het standby-lampje niet wilt gebruiken, kunt u
dit uitschakelen door
UIT
te selecteren.
Logo provider
Met deze optie kunt u instellen dat in plaats van de
naam van de provider zijn logo wordt afgebeeld.
AAN
: in de standby-stand wordt het provider-logo
dat in uw telefoon is opgeslagen getoond. Als geen
logo is opgeslagen, wordt de naam van de provider
weergegeven.
UIT
: in de standby-stand wordt de naam van de
provider getoond.
Telefoon opties
84
Extra instellingen
(Menu 4.8)
Via dit menu kunt u een aantal opties als Nummer
herhalen en Klepje actief aan- en uitzetten.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Nr. herhalen
: als deze optie aan staat, probeert
de telefoon na een mislukte poging maximaal
10 keer het laatste nummer opnieuw te bellen.
Opmerking
: De tijd tussen twee pogingen kan
variëren.
Klepje actief
: als deze optie aan staat, hoeft u
alleen het klepje van de telefoon te openen om een
oproep aan te nemen.
Als deze optie niet geselecteerd is, moet u voor het
aannemen van een gesprek het klepje openen en
op een toets drukken, afhankelijk van de instelling
bij
Elke toets antw.
(zie hieronder).
Elke toets antw.
: als deze optie geselecteerd is,
kunt u een gesprek aannemen door op een
willekeurige toets te drukken, met uitzondering van
de toets en de functietoets
Weiger
. Om een
oproep te weigeren, drukt u op de toets of de
functietoets
Weiger
.
Als deze optie niet is geselecteerd, kunt u een
gesprek alleen aannemen door op de toets of de
functietoets
Opnemen
te drukken.
Om een functie... Drukt u op...
AAN te zetten De functietoets
AAN
.
Voor de optie wordt een
vinkje gezet.
UIT te zetten De functietoets
UIT
.
Het vinkje voor de optie
verdwijnt.
Telefoon opties
85
Sneltoets
(Menu 4.9)
U kunt de navigatietoetsen als sneltoetsen
gebruiken. Als ze in de standby-stand worden
ingedrukt, kunt u daarmee direct naar een bepaalde
menu-optie gaan.
U kunt de navigatietoetsen als volgt als sneltoetsen
instellen:
1. Selecteer door op de toets of te drukken
de toets die u als sneltoets wilt gebruiken en
druk daarna op de functietoets
Kies
.
Toets omhoog
( )
Toets omlaag
( )
Toets rechts
( )
Toets links
( )
2. Kies door op of te drukken het menu
dat u aan de toets wilt toekennen.
Opmerking
: Als u een toets niet (meer) als
sneltoets wilt gebruiken, selecteert u
Geen
.
3. Druk op de functietoets
Kies
om uw instelling
op te slaan.
Reset instellingen
(Menu 4.10)
U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten
in de standaardinstellingen. Dit doet u als volgt.
1. Selecteer de optie
Reset instellingen
.
2. Voer het juiste 8-cijferige wachtwoord van uw
telefoon in en druk op de functietoets
OK
.
Opmerking
: Het wachtwoord is in de fabriek
ingesteld op “00000000”. Wilt u het
wachtwoord wijzigen, kijk dan op
pagina 80.
86
Organizer
Met deze functie kunt u:
De kalender bekijken en afspraken bijhouden
Een lijst opstellen met afspraken of acties die u
niet mag vergeten
De huidige datum en tijd instellen
Het alarm instellen, zodat de telefoon op een
bepaalde tijd overgaat (bijvoorbeeld om u aan
een afspraak te herinneren)
De telefoon gebruiken om eenvoudige
rekenkundige of wisselkoersbewerkingen uit te
voeren
Agenda
(Menu 5.1)
Met de optie Agenda kunt u:
De kalender bekijken
Bij de desbetreffende data agendaregels maken
met informatie over afspraken, vergaderingen,
verjaardagen, enz. en desgewenst een alarm af
laten gaan
De kalender bekijken
De kalender verschijnt als u het menu
Agenda
(
Menu
5.1
) kiest. Als u op de functietoets
Opties
drukt, kunt u kiezen uit de volgende opties.
Alles zoeken
: alle ingevoerde agendaregels
worden getoond, te beginnen met de oudste.
U kunt met de toets of door de
agendaregels lopen.
Alles wissen
: om alle agendaregels te
verwijderen. Voordat de agendaregels worden
gewist, wordt om een bevestiging gevraagd.
Ga naar datum
: om direct naar een bepaalde
datum te gaan.
Afsluiten
: hiermee verlaat u de agendafunctie en
gaat u terug naar de standby-stand.
Organizer
87
Agendaregel ingeven
Om een agendaregel bij een bepaalde datum aan te
maken of te wijzigen, dit doet u als volgt:
1. Kies met de navigatietoetsen de gewenste
kalenderdatum.
Opmerking
: Met de toetsen
en
links op de
telefoon kunt u naar een vorige of
volgende maand gaan.
2. Druk op de functietoets
Kies
.
Er verschijnt een leeg scherm waar u uw
agendaregel kunt ingeven.
3. Geef uw agendaregel in en druk op de
functietoets
OK
.
Opmerking
: Zie pagina 42 voor meer informatie
over het intoetsen van tekst.
U wordt gevraagd of u het alarm wilt instellen.
4. Druk op de functietoets
Ja
als u wilt dat het
alarm op de betreffende dag afgaat.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
5. Indien u op
Ja
hebt gedrukt, stelt u de tijd voor
het alarm in en drukt u op
OK
.
De kleur van de datum wijzigt in groen, wat
aangeeft dat voor deze datum een agendaregel
is ingevoerd.
Agendaregel wijzigen
Als u een dag kiest waarvoor een agendaregel is
ingegeven, kunt op de functietoets
Wijzig
drukken
om de agendaregel te wijzigen.
Opmerking
: Zie pagina 42 voor meer informatie
over het intoetsen van tekst.
Organizer
88
Als u klaar bent met het wijzigen van de memo,
drukt u op de functietoets
OK
. Als u op de
functietoets
Opties
drukt, kunt u kiezen uit de
volgende mogelijkheden.
Alarm
: instellen van het alarm voor een bepaalde
dag.
Wissen
: verwijderen van de agendaregel.
Kopiëren naar
: agendaregel kopiëren naar een
andere datum en/of tijd.
Verplaatsen naar
: datum en/of tijd van de
agendaregel wijzigen.
Actielijst
(Menu 5.2)
Hiermee kunt u:
Een lijst opstellen met actiepunten of taken die u
uit moet voeren
Prioriteit en deadline aan ieder actiepunt
toekennen
De bestaande actiepunten op prioriteit en status
sorteren
Actielijst maken
1. Druk op de functietoets
Nieuw
.
2. Geef de eerste actie in.
Opmerking
: U heeft de beschikking over 40 posities.
Zie pagina 42 voor meer informatie
over het intoetsen van tekst.
3. Druk op de functietoets
OK
.
4. Kies met behulp van de toets of de
prioriteit (hoog, normaal of laag) en druk op de
functietoets
Kies
.
5. Geef de datum in waarop de actie moet zijn
uitgevoerd.
Als u geen deadline wilt instellen, drukt u op de
functietoets
Oversl
.
Organizer
89
6. Druk op de functietoets
OK
.
Actielijst wijzigen
Als er al actiepunten in de actielijst zijn opgenomen
wanneer u de menu-optie
Actielijst
(
Menu
5.2
)
selecteert, wordt de inhoud daarvan getoond,
inclusief informatie over de status van afhandeling
en de prioriteit (drie sterren wil zeggen hoge
prioriteit, twee sterren normaal en 1 ster laag).
De volgende opties zijn beschikbaar:
U wilt... Doe dan het volgende...
De details van
een bepaald
actiepunt
bekijken
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Kies
.
De status van
een bepaald
actiepunt
wijzigen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de toets om aan te
geven dat het actiepunt op de
huidige tijd en datum is
afgehandeld.
of
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Selecteren
• Kies de gewenste status
(
Afgehandeld
of
Geannuleerd
).
Een nieuw
actiepunt
invoeren
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Nieuw
.
• Geef de tekst, prioriteit en
deadline van het actiepunt in.
Een bestaand
actiepunt
wijzigen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Bewerken
.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
eventueel deadline van de actie.
Organizer
90
Bestaande
actiepunten op
prioriteit en
status
sorteren
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Sorteren
.
• Kies het sorteercriterium
(
Hoog
,
Laag
,
Afgehandeld
of
Geannuleerd
).
Een actiepunt
kopiëren
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Kopiëren
.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
eventueel de deadline van het
actiepunt.
Een actiepunt
naar de
agenda
kopiëren
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Naar agenda
kopiëren
.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
deadline van het actiepunt en
stel eventueel het alarm in.
Een actiepunt
wissen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Wissen
.
Alle
actiepunten
wissen
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Alles wissen
.
• Druk op
OK
om dit te
bevestigen.
De actielijst
verlaten
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Afsluiten
.
U wilt... Doe dan het volgende...
Organizer
91
Tijd en datum
(Menu 5.3)
Met deze optie kunt u de tijd en datum op het
display wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich
Mean Time (GMT) en de tijd in 21 grote steden
bekijken.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Klok instellen
: hier kunt u de huidige tijd
instellen. Via de menu-optie
Tijd
(
Menu 5.3.4
)
kunt u het gewenste formaat instellen.
Opmerking
: Voordat u de tijd instelt, moet u
via de menu-optie
Wereldtijd
(
Menu 5.3.3
) de tijdzone instellen.
Datum instellen
: met deze optie kunt u dag,
maand en jaar invoeren.
Wereldtijd
: met behulp van de toetsen en
kunt u de Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd in
21 steden bekijken.
In het display verschijnt:
Naam van de stad
Lokale datum en tijd
Tijdsverschil tussen de gekozen stad en uw stad
als u de lokale tijd of GMT (standaard) hebt
ingesteld (meer informatie vindt u hieronder)
Met de volgende procedure geeft u op in welke
tijdzone u zich bevindt.
1. Door een of meerdere keren te drukken op de
toets of kiest u de stad die correspondeert
met uw tijdzone. U ziet nu de lokale datum en
tijd.
2. Druk op de functietoets
Stel in
.
Tijdformaat
: hier kunt het tijdformaat wijzigen in
24 uur
of
12 uur
.
Organizer
92
Alarm
(Menu 5.4)
Hiermee kunt u:
Het alarm op een bepaalde tijd af laten gaan
Het alarm op een bepaalde tijd laten afgaan, zelfs
als de telefoon op dat moment niet aan staat (De
telefoon wordt dan automatisch aangezet. De
optie
Autopower
moet dan ingesteld zijn op
Aanzetten.
)
De volgende opties zijn beschikbaar:
Eenmalig
: het alarm gaat slechts één keer af en
wordt daarna uitgeschakeld.
Dagelijks
: het alarm gaat iedere dag op dezelfde
tijd af.
Wekker
: het alarm gaat’s morgens af om u te
wekken.
Zo stelt u het alarm in:
1. Ga naar het gewenste alarm.
2. Geef de tijd en dag van de week in (indien van
toepassing) waarop het alarm af moet gaan.
3. Druk op de functietoets
OK
.
4. Als u in stap 1
Wekker
hebt geselecteerd, geeft
u in op welke dagen de wekker af moet gaan:
Maandag tot vrijdag
of
Maandag tot
zaterdag
.
Alarm uitzetten
: om het alarm uit te schakelen.
Autopower
: als bij deze optie is gekozen voor
Aanzetten
, gaat het alarm op de ingestelde tijd af,
ook als de telefoon is uitgeschakeld.
Als deze menu-optie op
Uitzetten
staat en de
telefoon op de ingegeven tijd is uitgeschakeld, gaat
het alarm niet af.
Organizer
93
Om het alarm uit te schakelen als het afgaat, doet u
het klepje van de telefoon open en drukt u op de
functietoets
Stop
.
Bij het instellen of bekijken van een alarm, zijn de
volgende opties beschikbaar als u op de
functietoets
Opties
drukt.
Alarm uitzetten
: om het alarm uit te schakelen.
Alarmsignaal ingesteld
: om de melodie van het
alarm in te stellen.
Calculator
(Menu 5.5)
Hiermee kunt u de telefoon als calculator
gebruiken. De calculator biedt de basis
rekenfuncties: optellen, aftrekken,
vermenigvuldigen en delen.
Calculator gebruiken
1. Voer met behulp van de cijfertoetsen het eerste
cijfer in.
2. Druk op de rechter functietoets tot het gewenste
rekenkundige symbool verschijnt:
+
(optellen),
-
(aftrekken),
x
(vermenigvuldigen),
/
(delen).
3. Geef het tweede cijfer in.
4. Herhaal zo vaak als nodig de stappen 1 tot en
met 3.
Opmerkingen
:
• Om een onjuiste invoer te wissen en het display leeg
te maken, drukt u op de toets .
• Om een decimaal of een haakje in te voeren, drukt u
op de linker functietoets tot het gewenste symbool
verschijnt.
5. Druk op de toets voor het uitvoeren van de
berekening.
Organizer
94
Valutabeurs
(Menu 5.6)
Met deze functie kunt u wisselkoersberekeningen
uitvoeren.
1. Geef de huidige wisselkoers van de bronvaluta in
en druk op de functietoets
OK
.
U kunt een decimale punt invoegen door op de
toets
te drukken.
2. Geef het bedrag in dat u wilt omrekenen en druk
op de functietoets
OK
.
Het bedrag dat u heeft ingegeven wordt
getoond, met daarbij de omgerekende waarde in
de andere valuta.
3. Druk op de functietoets
Stop
om deze functie af
te sluiten.
95
Netwerkdiensten
De hieronder behandelde menufuncties zijn
netwerkdiensten. Neem contact op met uw provider
voor de beschikbaarheid en een abonnement op
deze diensten.
Doorschakelen
(Menu 6.1)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende
gesprekken doorschakelen naar een ander nummer.
V
oorbeeld: U kunt zakelijke gesprekken
doorschakelen naar een collega als op
vakantie bent.
Gesprekken doorschakelen kan op de volgende
manieren:
Alles doorschakelen
: alle gesprekken worden
doorgeschakeld.
In gesprek
: gesprekken worden doorgeschakeld
als u in gesprek bent.
Neemt niet op
: gesprekken worden
doorgeschakeld als u de telefoon niet opneemt.
Buiten bereik
: gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw
provider bevindt.
Alles opheffen
: alle doorschakelfuncties worden
geannuleerd.
U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de
volgende soorten gesprekken:
Alleen spraak oproepen
Alleen data oproepen
V
oorbeeld: U kunt spraak oproepen doorschakelen
naar een collega als u in gesprek bent.
Netwerkdiensten
96
Met de volgende procedure kunt u de
doorschakelfuncties instellen.
1. Kies de gewenste doorschakelfunctie door
enkele keren op de toets of te drukken
tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op
de functietoets
Kies
.
2. Kies welk soort oproepen u wilt doorschakelen
door enkele keren op de toets of te
drukken tot de gewenste optie verschijnt en
druk dan op de functietoets
Kies
.
De huidige status verschijnt. Als de optie al is
ingesteld, verschijnt het nummer waarnaar de
gesprekken worden doorgeschakeld.
4. Toets het nummer in waarnaar de gesprekken
moeten worden doorgeschakeld en druk op
OK
.
Voor het invoeren van een internationale
toegangscode drukt u op tot het teken
+
verschijnt.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U kunt alle
doorschakelinstellingen annuleren door
de optie
Alles opheffen
te kiezen.
U wilt... Doe dan het volgende...
Gesprekken
doorschakelen
aanzetten.
Druk op de functietoets
Activeren.
Ga naar stap 4.
Het nummer
wijzigen
Druk op de functietoets
Wijzig
.
Ga naar stap 4.
Gesprekken
doorschakelen
annuleren
Druk op de functietoets
Hef
op
.
Netwerkdiensten
97
Blokkeren
(Menu 6.2)
Met deze netwerkdienst kunt u uw oproepen
beperken.
Gesprekken blokkeren kan op de volgende
manieren worden ingesteld.
Alle uitgaande
: u kunt geen uitgaande
gesprekken voeren.
Internationaal
: u kunt geen internationale
gesprekken voeren.
Internationaal behalve NL
: in het buitenland
kunt u alleen gesprekken voeren binnen dat land en
naar het land van uw eigen provider.
Alle inkomende
: u kunt geen gesprekken
ontvangen.
Inkomend buiten bereik
: buiten het
servicegebied van uw eigen provider kunt u geen
gesprekken ontvangen.
Alles opheffen
: u heft alle blokkeerinstellingen
op; u kunt gewoon gesprekken voeren en
ontvangen.
U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de
volgende soorten gesprekken:
Alleen spraak oproepen
Alleen data oproepen
Netwerkdiensten
98
Met de volgende procedure kunt u de
blokkeringsfuncties instellen.
1. Kies de gewenste blokkeerinstellingen door
enkele keren op de toets of te drukken
tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op
de functietoets
Kies
.
2. Kies welk soort oproepen u wilt blokkeren, door
enkele keren op de toets of te drukken
tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op
de functietoets
Kies
.
3. Druk op de functietoets
Activeren
om uw
keuze te bevestigen.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst ervan via het
display.
Met de volgende procedure kunt u alle
blokkeerinstellingen annuleren.
1. Kies de blokkeerinstelling die geannuleerd moet
worden.
2. Kies het soort gesprek waarvoor deze blokkering
is ingesteld.
3. Druk op de functietoets
Uitzetten
.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst ervan via het
display.
U kunt ook alle
blokkeringen annuleren door de
optie
Alles opheffen
te kiezen.
Netwerkdiensten
99
Wachtwoord
: met deze optie kunt u het
blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt
gekregen instellen of veranderen. U moet het
huidige wachtwoord ingeven voordat u een nieuw
kunt ingeven.
Als u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet
u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Wisselgesprek
(Menu 6.3)
Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als
iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor
wisselgesprek/wachtstand afzonderlijk instellen:
Alleen spraak oproepen
Alleen data oproepen
U kunt deze optie alleen voor spraakverbindingen
gebruiken.
1. Kies het type oproep waarvoor u wisselgesprek
wilt instellen door op de toets of te
drukken tot de gewenste keuze is gemarkeerd
en daarna op de functietoets
Kies
te drukken.
Op het scherm ziet u of de optie Wisselgesprek
aan of uit staat.
2. U kunt deze optie naar keuze aan- of uitzetten
met de functietoetsen
Activeren
en
Uitzetten
.
Om naar het vorige scherm te gaan, drukt u op
de functietoets
Stop
.
U kunt ook alle
instellingen voor een wisselgesprek
annuleren door de optie
Alles opheffen
te kiezen.
Netwerkdiensten
100
Netwerk kiezen
(Menu 6.4)
Met deze functie kunt u aangeven of het gebruikte
roaming-netwerk (buiten het bereik van uw eigen
provider) automatisch of handmatig wordt gekozen.
Opmerking
: U kunt een ander netwerk alleen kiezen
als dit een roaming-contract met uw
eigen provider heeft.
Met de volgende procedure bepaalt u of een
netwerk automatisch of handmatig moet worden
gekozen.
1. Als
Netwerk kiezen
verschijnt, drukt u op de
functietoets
Kies
.
2. Druk op de toets of tot de
gewenste optie verschijnt en druk dan
op de functietoets
OK
.
Als u
Automatisch
kiest, wordt u verbonden
met het eerste beschikbare roaming-netwerk.
Als u
Zelf zoeken
kiest, zoekt uw telefoon naar
beschikbare netwerken. Ga naar stap 3.
3. Druk op de toets of tot het gewenste
netwerk verschijnt en druk dan op de
functietoets
OK
.
U bent dan verbonden met dat netwerk.
Netwerkdiensten
101
Nr.weergave
(Menu 6.5)
U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer
verschijnt op het display van de persoon naar wie u
belt.
Opmerking
: Bij sommige providers kunt u deze
instelling niet wijzigen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Standaard
: de telefoon gebruikt de
standaardinstelling van uw provider.
Nr. verbergen
: uw nummer verschijnt niet op een
andere telefoon.
Nr. zenden
: uw nummer verschijnt wel op een
andere telefoon.
Gebr.groepen
(Menu 6.6)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende en
uitgaande gesprekken beperken tot een bepaalde
groep gebruikers. U kunt gebruik maken van
maximaal 10 gebruikersgroepen. Neem contact op
met uw provider voor meer details over het
opzetten, activeren en gebruiken van een gesloten
gebruikersgroep.
V
oorbeeld: Een bedrijf leent SIM-kaarten aan
werknemers en wil de uitgaande
gesprekken beperken tot leden van
hetzelfde team.
Opzetten van een gebruikersgroep
Als u het menu
Gebr.groepen
selecteert, kunt u
de instellingen voor de gesloten gebruikersgroep
vastleggen. Nadat u op de functietoets
Kies
hebt
gedrukt, kunt u de volgende opties kiezen.
Groepen
: hier kunt u de indexnummers voor een
gebruikersgroep noteren, toevoegen of verwijderen.
De huidige lijst van indexen verschijnt.
Netwerkdiensten
102
Voeg een nieuwe index toe (op advies van uw
provider) of verwijder een geselecteerde groep.
Buiten groep OK
: hiermee kunt u gesprekken
met nummers buiten de gebruiksgroep toestaan of
verbieden. Deze functie is afhankelijk van uw
abonnement. Neem contact op met uw provider.
Standaard groep
: u kunt een standaard groep
doorgeven aan uw provider. Hierna kunt u de optie
Standaard groep
activeren. Als u gaat bellen,
kunt u kiezen voor de standaard gebruikersgroep in
plaats van deze uit de lijst te kiezen.
Uitzetten
: beëindigt deze functie. Dit menu
verschijnt alleen als er een standaard groep is
ingeschakeld of als er een index is geselecteerd.
U wilt... Druk dan op...
Door de
bestaande
indexen bladeren
De toets of .
Index toevoegen De functietoets
Opties
, kies
de optie
Toevoegen
en geef
de index in.
Index verwijderen De functietoets
Opties
en
kies de optie
Wissen
.
Index activeren De functietoets
Opties
en
kies de optie
Activeren
.
Netwerkdiensten
103
Bandkeuze
(Menu 6.7)
Om uitgaande en inkomende gesprekken te kunnen
voeren, moet uw telefoon bij een van de
beschikbare netwerken worden aangemeld. Uw
telefoon is geschikt voor de volgende soorten
netwerken:
GSM 900
GSM 1800
Gecombineerd GSM 900/1800
GSM 1900
Het land waar u de telefoon hebt aangeschaft is
bepalend voor de standaard bandbreedte die wordt
gebruikt. In het buitenland kan het nodig zijn een
andere bandbreedte te kiezen. Dit doet u als volgt:
1. Als
Bandkeuze
verschijnt, drukt u op de
functietoets
Kies
.
2. Druk op de toets of tot de gewenste
bandbreedte (GSM 900/1800 of GSM 1900) is
geselecteerd en druk dan op de functietoets OK.
Als u een bandbreedte hebt geselecteerd, wordt in
het display een bevestiging getoond en wordt
automatisch gezocht naar de beschikbare
netwerken. Vervolgens meldt uw telefoon zich aan
bij een voorkeursnetwerk binnen de gekozen
bandbreedte.
104
Amusement
Het menu
Amusement
biedt diverse spelletjes.
Spelletjes
(Menu 7.1)
U kunt met uw telefoon drie spelletjes spelen.
Kies met de toetsen en het gewenste
spel en druk op de functietoets
Kies
. Meer
bijzonderheden over het spel vindt u in de
on-line help-informatie.
WAP browser
(Menu 7.2)
Uw telefoon beschikt over een WAP browser
waarmee u toegang heeft tot het Wireless Web
(draadloze internet).
In de meegeleverde gebruiksaanwijzing vindt u
informatie over gebruik van de
WAP browser
.
Downloads
(Menu 7.3)
Met uw WAP browser kunt u vanuit diverse bronnen
MIDlets (Java toepassingen voor mobiele telefoons)
downloaden en in uw telefoon opslaan. Vervolgens
kunt u via het scherm Spelletjes en meer de lijst
met opgeslagen MIDlets bekijken.
Opmerking
: De beschikbaarheid van Java diensten
is afhankelijk van de provider.
Spelletjes en meer
Met deze menu-optie kunt u een MIDlet starten en
toegang krijgen tot diverse menu-opties.
In de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de
WAP browser vindt u meer informatie over het
downloaden van MIDlets via de WAP browser.
Amusement
105
Een MIDlet starten
Het starten van een MIDlet gaat als volgt:
1. In het scherm Downloads selecteert u de optie
Spelletjes en meer
.
2. Blader naar de gewenste MIDlet en druk op de
functietoets
Starten
.
Menu’s gebruiken
Door in het hoofdscherm op de functietoets
Menu
te drukken, krijgt u toegang tot de volgende opties:
Info
*
: toont informatie over de geselecteerde
MIDlet, zoals bestandsgrootte, versie, leverancier
en locatie van het jad bestand (het
beschrijvingsbestand van de MIDlet).
Verwijderen
*
: verwijdert de geselecteerde
MIDlet. Als de melding verschijnt waarin u om een
bevestiging wordt gevraagd, drukt u op de
functietoets
Verwijderen
. Wilt u het bestand niet
verwijderen, druk dan op de functietoets
Annuleren
.
Bijwerken
*
: gaat naar de server en werkt de
geselecteerde MIDlet bij.
Tekst intoetsen
Het ingeven van URL adressen kan via de volgende
vier invoerstanden:
ABC
: voor het ingeven van hoofdletters.
abc
: voor het ingeven van kleine letters.
123
: voor het ingeven van cijfers.
Sym
: voor het ingeven van speciale tekens of
symbolen. Selecteer met de navigatietoetsen het
gewenste teken of symbool en druk vervolgens op
de toets .
* Wordt alleen getoond wanneer een MIDlet is
gedownload.
Amusement
106
U kunt de tekstinvoerstand wijzigen door op de
toets te drukken tot de gewenste invoerstand in
het functietoetsgedeelte van het display wordt
getoond.
Geluiden
In dit menu kunt u de lijst met geluiden die u van
de server gedownload heeft bekijken. Het geluid
dat u gedownload heeft, kunt u als beltoon
selecteren, maar u kunt het niet naar andere
telefoons sturen.
Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing
getoond. Het downloaden van nieuwe beltonen is
dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt.
Afbeeldingen
In dit menu kunt u de lijst met afbeeldingen die u
van de server gedownload heeft bekijken. De
afbeelding die u gedownload heeft, kunt u als
achtergrond instellen, maar niet naar andere
telefoons sturen.
Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing
getoond. Het downloaden van nieuwe afbeeldingen
is dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt.
DNS Instellingen
Het DNS (domeinnaam server)-adres van de Java
server is in de fabriek al ingesteld. Zo nodig moet
dit worden aangepast. In dit menu kunt u instellen
of het adres automatisch moet worden bijgewerkt
of dat u dit handmatig doet.
Automatisch: de server geeft bij een wijziging het
nieuwe adres automatisch aan de telefoon door.
Zelf zoeken: u wijzigt het adres handmatig.
107
Problemen oplossen
Voer de volgende controles uit alvorens contact op
te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u
de kosten en de tijd van een onnodig gesprek
voorkomen.
Bij het aanzetten van de telefoon
verschijnen de volgende
boodschappen
Insert SIM Card (Plaats SIM-kaart)
Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
Toestel geblokkeerd Geef Wachtwoord
Het toestel is geblokkeerd. U moet het
wachtwoord van de telefoon ingeven voordat u de
telefoon kunt gebruiken.
Geef PIN
U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U
moet de PIN ingeven die u bij de SIM-kaart hebt
ontvangen.
De optie dat u iedere keer na het inschakelen van
de PIN in moet geven is ingeschakeld. U moet uw
PIN ingeven en daarna kunt u die controle
eventueel uitzetten.
Geef PUK
Er is 3 keer achter elkaar een verkeerde PIN
ingetoetst. Daarom is uw telefoon nu
geblokkeerd. Toets de PUK in die u van uw
provider hebt gekregen.
Problemen oplossen
108
“Geen netwerk,” “Netwerkfout” of “Niet
uitgevoerd” verschijnt in het display
De netwerkverbinding is verbroken. U bevindt
zich in een omgeving met zwakke ontvangst (in
een tunnel of tussen gebouwen). Probeer het
opnieuw op een andere locatie.
U probeert een optie gekozen waarop u geen
abonnement hebt. Neem voor meer informatie
contact op met uw provider.
U hebt een nummer ingetoetst, maar het
werd niet gebeld
Hebt u op de toets gedrukt?
Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
Misschien heeft u uitgaande gesprekken
geblokkeerd.
Iemand probeert tevergeefs u te bellen
Staat uw telefoon aan ( langer dan een
seconde ingedrukt houden)?
Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
Misschien heeft u binnenkomende gesprekken
geblokkeerd.
Uw gesprekspartner hoort u niet
Hebt u de microfoon uitgeschakeld?
Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond?
De microfoon bevindt zich in het midden aan de
onderkant van de telefoon.
Problemen oplossen
109
De telefoon geeft waarschuwingssignalen
en “Batterij is bijna leeg” knippert op het
display
De batterij is onvoldoende opgeladen. Laad de
batterij op.
Slechte geluidskwaliteit
Controleer in het display de signaalsterkte ( );
het aantal staafjes geeft aan of de signaalsterkte
sterk ( ) of zwak ( ) is.
Houd de telefoon in een andere stand. Bevindt u
zich in een gebouw, ga dan wat dichter bij een
raam staan.
Een nummer uit de telefoonlijst wordt
niet gebeld
Controleer met de zoekfunctie of het
telefoonnummer goed is opgeslagen.
Sla het nummer eventueel opnieuw op.
Kunt u met behulp van voornoemde richtlijnen
uw probleem niet oplossen, zorg dan voor:
• Het type en serienummer van uw telefoon
• Uw garantie-informatie
• Een goede beschrijving van het probleem
en neem contact op met uw leverancier of de
klantenservice van Samsung.
110
Toegangscodes
Uw telefoon en de SIM-kaart zijn met verschillende
toegangscodes beveiligd. Zij helpen u om
onbevoegd gebruik van de telefoon tegen te gaan.
Als uw telefoon om een van de hieronder
aangegeven codes vraagt, toets die dan in (op het
display verschijnen alleen sterretjes) en druk
daarna op de functietoets
OK
. Als u een tikfout
maakt, druk dan enkele keren op tot het foute
teken is gewist en geef dan de rest van de goede
code in.
U kunt de toegangscodes (behalve PUK en PUK2)
wijzigen met de opties van het menu
Beveiliging
(
Menu 4.6
). Zie pagina 79 voor meer
bijzonderheden.
Belangrijk!
Gebruik geen toegangscodes die op
alarmnummers lijken, zoals 112,
zodat u niet onbedoeld een
alarmnummer draait.
Wachtwoord voor telefoon
De blokkeerfunctie gebruikt een wachtwoord om de
telefoon te beschermen tegen onbevoegd gebruik.
In de fabriek is het wachtwoord ingesteld op
00000000.
U wilt... Zie...
De blokkering activeren/
opheffen
Pagina 80
(
Menu 4.6.3
).
Uw wachtwoord wijzigen Pagina 80
(
Menu 4.6.4
).
Toegangscodes
111
PIN
Het
P
ersoonlijke
I
dentificatie
N
ummer of PIN code
van 4 tot 8 cijfers beschermt uw SIM-kaart tegen
onbevoegd gebruik. Normaal gesproken wordt uw PIN
bij uw SIM-kaart geleverd.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN-code
invoert, wordt de PIN-code opgeheven. De telefoon
kan pas opnieuw worden gebruikt nadat u de
PUK-code hebt ingevoerd (zie hieronder).
PUK
De PUK (
P
ersonal
U
nblocking
K
ey) van 8 cijfers is
nodig om de telefoon weer bruikbaar te maken
nadat de PIN is geblokkeerd. Als u bij uw SIM-kaart
geen PUK-code hebt ontvangen of als u die code
kwijt bent, neem dan contact op met uw service
provider.
Voer de volgende stappen uit om een nieuwe PIN op
te geven.
1. Geef de juiste PUK-code in en druk op
OK
.
2. Geef een nieuwe PIN-code in en druk op
OK
.
3. Als de melding
Herhaal nwe PIN
verschijnt,
geef dan dezelfde code nogmaals in en druk
op
OK
.
Als u tien keer na elkaar een foute PUK-code
intoetst, wordt uw SIM-kaart onbruikbaar. Neem
dan contact op met uw provider voor een nieuwe
SIM-kaart.
U wilt... Zie...
PIN-controle activeren/
opheffen
Pagina 79
(
Menu 4.6.1
).
De PIN wijzigen Pagina 80
(
Menu 4.6.2
).
Toegangscodes
112
PIN2
De PIN2 (4 tot 8 cijfers), die bij sommige
SIM-kaarten wordt geleverd, is nodig voor bepaalde
speciale functies, zoals het instellen van de
maximale kosten per gesprek. Deze functies
werken alleen als uw SIM-kaart ze ondersteunt.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN2-code
invoert, wordt de code opgeheven. U kunt die
functies dan pas opnieuw gebruiken nadat u de
PUK2-code hebt ingevoerd.
Zie pagina 81 als u PIN2 wilt wijzigen
(
Menu 4.6.7
).
PUK2
De PUK2-code (
P
ersonal
U
nblocking
K
ey
2
) van
8 cijfers, geleverd bij bepaalde SIM-kaarten,
is nodig om speciale functies weer te kunnen
gebruiken door een geblokkeerde PIN2 te wijzigen.
Neem contact op met uw provider als u de
PUK2-code kwijt bent.
Voer de volgende stappen uit om een nieuwe
PIN2-code op te geven.
1. Voer de PUK2-code in en druk op de
functietoets
OK
.
2. Voer een nieuwe PIN2-code in en druk op de
functietoets
OK
.
3. Als de melding
Herhaal nwe PIN2
verschijnt,
geef dan dezelfde code nogmaals op en druk op
de functietoets
OK
.
Als u tien keer na elkaar een foute PUK2-code
opgeeft, dan kunt u de via PIN2 toegankelijke
speciale functies niet meer gebruiken. Neem dan
contact op met uw provider voor een nieuwe
SIM-kaart.
Toegangscodes
113
Wachtwoord voor blokkeren van
gesprekken
Voor de functie waarmee u gesprekken kunt
blokkeren is een wachtwoord van 4 cijfers nodig. U
krijgt dit wachtwoord van uw provider als u een
abonnement op deze functie neemt. Zie pagina 99
voor meer bijzonderheden.
114
Informatie met
betrekking tot
gezondheid en
veiligheid
Blootstelling aan radiogolven
(SAR informatie)
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU
met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven.
Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt
radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en
gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor
de blootstelling aan radiofrequentie (RF) energie,
zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet
overschreden worden. Deze limieten maken deel uit
van uitgebreide richtlijnen waarin de toegestane
niveaus voor RF energie zijn vastgelegd. Deze
richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke
wetenschappelijke organisaties aan de hand van
periodieke onderzoeken en evaluatie van
wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is
sprake van een ruime veiligheidsmarge zodat de
veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de
gezondheid, gewaarborgd is.
Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons
wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend
staat onder de naam SAR (Specific Absorption
Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is
vastgesteld op 2,0.
*
* De SAR limiet voor mobiele telefoons voor algemeen
gebruik bedraagt gemiddeld 2,0 watt/kilogram (W/kg)
per tien gram lichaamsweefsel. Bij deze limiet is
rekening gehouden met een ruime veiligheidsmarge, die
de bescherming van iedere persoon waarborgt en
rekening houdt met meetvariaties. De SAR waarden zijn
afhankelijk van landelijke eisen en de bandbreedte van
het netwerk.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
115
De SAR tests worden uitgevoerd in standaard
situaties waarbij de telefoon met het hoogste
toegestane vermogen wordt gebruikt op alle
geteste bandbreedtes. Hoewel de SAR is
vastgesteld op basis van het hoogste toegestane
vermogen, kan het werkelijke SAR niveau tijdens
gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde
liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de
telefoon rekening is gehouden met meerdere
vermogenniveaus, zodat alleen het vermogen dat
nodig is om het netwerk te bereiden wordt gebruikt.
In het algemeen geldt dat hoe dichter u bij een
basisstation van het netwerk bent, hoe lager het
vermogen.
Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag
worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet
aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de
belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid
van de gebruiker en andere personen.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
116
Voorzorgen bij het gebruik van
batterijen
Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ion-
batterij.
Gebruik nooit batterijen of batterijladers die
beschadigd zijn.
Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden
dan waarvoor ze bedoeld zijn.
Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation
van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder
stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk
afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen
van het netwerk.
De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type
batterij en oplader. De batterij kan honderden
keren worden ontladen en opgeladen, maar na
verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij
achteruit. Wordt de gebruikstijd (spreek- en
standbytijden) aanmerkelijk korter, dan is het tijd
om een nieuwe batterij te kopen.
Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt
zichzelf na verloop van tijd.
Gebruik alleen batterijen en opladers die
Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de
batterijlader niet, haal dan de stekker uit het
stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een
week in de oplader zitten. Dit verkort de
levensduur van de batterij.
Extreem hoge en lage temperaturen hebben
invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan
nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op
te warmen voor u met opladen begint.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
117
Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm
of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de
levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel
mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de
batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen
werken met name niet goed bij temperaturen
onder de 0 °C.
Maak geen kortsluiting tussen de contacten van
de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer
een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip
van een pen of een sleutel) direct contact maakt
tussen de + en - polen van de batterij (metalen
strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reserve-
batterij in uw zak of tas bewaart. Kortsluiting
tussen de contacten kan de batterij (maar ook
het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt)
beschadigen of vernielen.
Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor
gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en
gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in
het vuur.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
118
Verkeersveiligheid
Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna
overal en altijd mondeling te communiceren. Deze
mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat
echter gepaard met een belangrijke
verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die
iedere gebruiker serieus moet nemen.
Als u autorijdt, is het besturen van uw auto uw
belangrijkste taak die uw volledige aandacht
vraagt. Het gebruik van een mobiele telefoon is (of
wordt binnenkort) dan ook in veel landen verboden.
Als u tijdens het rijden toch uw mobiele telefoon
wilt gebruiken, moet u rekening houden met het
volgende:
1. Zorg ervoor dat u alle functies en mogelijkheden
als snelkiezen en nummer herhalen kent. Door
gebruik te maken van deze functies kunt u met
zo min mogelijk toetsaanslagen telefoneren.
2. Maak bij voorkeur gebruik van een hands-free
carkit. Tegenwoordig zijn veel accessoires
verkrijgbaar die het hands-free bellen mogelijk
maken, en daarmee het gemak en de veiligheid
aanzienlijk vergroten.
3. Zorg dat u uw telefoon gemakkelijk kunt
pakken, zodat uw blik op de weg gericht blijft.
Laat eventueel uw voice mail de oproep
beantwoorden.
4. Laat degene die u belt weten dat u op de weg
zit. Breek het gesprek zonodig af wanneer het
erg druk is op de weg of wanneer het weer erg
slecht is. Regen, ijzel en sneeuw kunnen tot zeer
gevaarlijke situaties leiden.
5. Maak geen aantekeningen en zoek geen
telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit soort
activiteiten leiden ertoe dat u niet uw volle
aandacht bij het rijden en het verkeer kunt
houden.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
119
6. Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat
echt nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u
stilstaat of voordat u zich in het verkeer
begeeft. Wilt u toch iemand bellen tijdens het
rijden, draai dan de eerste twee cijfers, richt uw
blik weer op de weg en het verkeer, draai dan
de volgende twee cijfers, enzovoort.
7. Houd tijdens het rijden geen gesprekken die
stress of emoties met zich meebrengen. Maak
de persoon met wie u aan het telefoneren bent
duidelijk dat u op de weg zit en stel het gesprek
uit tot een later tijdstip.
8. In noodsituaties kunt u met uw mobiele
telefoon de alarmdienst bellen, bijvoorbeeld bij
brand, een verkeersongeval, enzovoort. Meestal
kunt u deze nummers gratis bellen.
9. Gebruik uw telefoon om anderen in
noodsituaties te helpen. Ziet u een ongeluk
gebeuren, een overval of een andere situatie
waarbij levens in gevaar zijn, bel dan het
alarmnummer (112 of een ander officieel
alarmnummer).
10. In minder ernstige situaties, bijvoorbeeld een
ongeluk zonder lichamelijk letsel, kunt u de
lokale politie bellen.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
120
Gebruiksomgeving
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Wilt u de telefoon op een ander apparaat
aansluiten, kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing
hoe het met de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit
geen incompatibele producten op elkaar aan.
Net als voor andere mobiele apparatuur die
radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon
voor een juiste werking en uw persoonlijke
veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken
(tegen uw oor, waarbij de antenne over uw
schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen.
Het kan echter voorkomen dat bepaalde
elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen
de RF signalen van uw mobiele telefoon. Neem in
dat geval contact op met de fabrikant voor een
alternatieve oplossing.
Pacemakers
Om interferentie met de pacemaker te voorkomen,
adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de
telefoon en de pacemaker een afstand van
minimaal 15 cm aan te houden. Deze aanbeveling
stemt overeen met onafhankelijk onderzoek door
en aanbevelingen van het Wireless Technology
Research.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
121
Gebruikers met een pacemaker:
Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal
15 cm van hun pacemaker vandaan houden
Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen
Moeten om het risico van interferentie te
beperken de telefoon bij het oor houden dat het
verst van de pacemaker vandaan zit
Heeft u het idee dat er toch sprake is van
interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit.
Gehoorapparaten
Bij sommige digitale draadloze telefoons is sprake
van interferentie met bepaalde gehoorapparaten.
Neem in dat geval contact op met de fabrikant van
uw gehoorapparaat voor een eventueel andere
oplossing.
Andere medische apparatuur
Gebruikt u een ander medisch apparaat of
hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant
van dat apparaat om na te gaan of het afdoende
beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan
uw huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn.
Houd u altijd aan de voorschriftenvoor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
122
Voertuigen
Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde
elektronische systemen in motorvoertuigen.
Neem hierover eventueel contact op met de
fabrikant of dealer van de auto of het in uw auto
ingebouwde apparaat.
Verbod op mobiel telefoneren
Als in een bepaald gebouw of gebied is aangegeven
dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden
is, dient u zich daaraan te houden. Zet in dat geval
uw mobiele telefoon direct uit, mocht u hem aan
hebben staan.
Omgeving waar kans is op explosies
Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een
omgeving bent waar met explosieven wordt
gewerkt. Houd u aan alle ter plaatse gelden
veiligheidsvoorschriften. Vonken kunnen in zo’n
omgeving tot een ontploffing leiden, met lichamelijk
letsel en zelfs de dood als gevolg.
Zet uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We
wijzen u nogmaals op de noodzaak om u in
brandstofdepots (opslag en distributie), chemische
fabrieken en andere plaatsen waar met explosieve
materialen wordt gewerkt altijd te houden aan de
voorschriften en verboden voor het gebruik van
radioapparatuur.
Omgevingen en situaties waar kans bestaat op
ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven.
Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen,
plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën
plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen
waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht
zitten, bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en
ieder ander gebied waar u normaalgesproken de
motor van uw auto uit zou moeten zetten.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
123
Telefoneren in geval van nood
Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen,
mobiele en vaste netwerken en
voorgeprogrammeerde functies die geen garantie
voor verbinding onder alle omstandigheden kunnen
bieden. Vertrouw daarom in een noodgeval
(bijvoorbeeld voor medische assistentie) nooit
alleen op uw mobiele telefoon.
Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw
telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met
voldoende signaalsterkte van een netwerk voor
mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is
niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken
of als bepaalde netwerkdiensten en functies van de
telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw
provider.
Een alarmnummer bellen doet u als volgt:
1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan.
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen
per land verschillen.
3. Druk op de toets .
Als u bepaalde functies aan heeft staan
(wachtwoord telefoon, blokkeren oproepen, enz.)
moet u deze functies misschien eerst uitzetten
voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg
daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact
op met uw provider.
Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken
alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door
te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat
moment misschien het enige beschikbare
communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas
nadat u daartoe opdracht hebt gekregen.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
124
Overige belangrijke
veiligheidsinformatie
Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon
in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en
ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon
vervalt.
Controleer ingebouwde telefoonapparatuur
regelmatig op correcte montage en werking.
Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen,
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal
niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of
accessoires.
Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan
aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen.
Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen
of apparatuur in de directe omgeving van de
airbag te plaatsen of te installeren.
Zet uw mobiele telefoon aan boord van een
vliegtuig altijd uit. Het gebruik van een mobiele
telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk
voor de besturingselektronica van het vliegtuig.
Bovendien kan het het mobiele netwerk
verstoren.
Bij het overtreden van deze voorschriften kan u
het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd
of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
125
Verzorging en onderhoud
Uw telefoon is een kwaliteitsproduct en moet
zorgvuldig worden behandeld. Onderstaande tips
helpen u te voldoen aan de garantieverplichtingen
en zij zorgen dat u uw telefoon jarenlang kunt
gebruiken.
Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik
van kleine kinderen.
Houd de telefoon droog. Regen, vocht en
mineraalhoudende vloeistoffen tasten de
elektronica aan.
Raak de telefoon tijdens het opladen niet met
natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een
elektrische schok oplopen en de telefoon kan
erdoor beschadigd raken.
Gebruik of bewaar de telefoon niet in een
stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen
daardoor beschadigen.
Bewaar uw telefoon niet op een plaats met
extreem hoge temperaturen. Dit verkort de
levensduur van de elektronica, beschadigt de
batterijen en doet het plastic kromtrekken of
smelten.
Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij
verplaatsing naar een warmere plaats kan er
condens ontstaan die de elektronica aantast.
Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen
stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan,
kunnen de onderdelen in de telefoon
beschadigen.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
126
Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen
een in een mild sopje gedrenkte doek.
Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
beweegbare delen van het toestel verstopt raken,
wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer
goed werkt.
Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop
kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden
dat de telefoon niet meer voldoet aan de
wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen
uitzendt.
Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een
andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan
bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service
center. Daar zorgt men voor technische
ondersteuning en indien nodig voor deskundige
reparatie.
127
Verklarende
woordenlijst
Verklaring van diverse technische termen en
afkortingen die in deze handleiding worden
gebruikt. Hiermee kunt u optimaal gebruik maken
van de mogelijkheden van uw mobiele telefoon.
Blokkeren van oproepen
Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot
bepaalde telefoonnummers.
Doorschakelen van oproepen
Inkomende oproepen worden naar een ander
nummer doorgeschakeld.
Functietoetsen
Toetsen en op de telefoon, waarvan het doel:
Afhankelijk is van de functie die op dat moment
wordt gebruikt
Op de onderste regel van het display, boven de
betreffende toets is aangegeven
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek in de wacht te zetten terwijl u
een tweede telefoongesprek met iemand anders
voert of een ander nummer belt. U kunt tussen de
twee gesprekken heen en weer schakelen.
Verklarende woordenlijst
128
GPRS (General Packet Radio Service)
Nieuwe service waarbij via het mobiele
telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en
ontvangen kan worden. GPRS garandeert
gebruikers van mobiele telefoons en computers een
continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd
op GSM (Global System for Mobile Communication)
verbindingen en SMS (Short Message Service).
GSM (Global System for Mobile
Communication)
Deze internationale standaard voor mobiele
telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele
netwerk operators. Naast grote delen van Europa is
GSM ook in veel andere landen de standaard.
Java
Programmeertaal waarmee toepassingen gemaakt
kunnen worden die op alle mogelijke hardware-
platforms, zowel klein als groot, werken. Java wordt
met name gebruikt binnen Internet en Intranet.
Wanneer een Java programma vanaf een
webpagina wordt gedraaid, wordt het een Java
applet genoemd en vanaf een mobiele telefoon een
MIDlet.
Klepje actief
Om een gesprek aan te nemen, hoeft u alleen maar
het klepje te openen.
Multiparty (telefonisch vergaderen)
Mogelijkheid om met maximaal vijf andere
personen telefonisch te vergaderen.
Verklarende woordenlijst
129
Nummerweergave
U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken
en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken.
PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer)
Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen
gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt
tegelijk met de SIMkaart door de provider
verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters
en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen.
PUK (PIN Unblocking Key)
Beveiligingscode die nodig is om de telefoon
te deblokkeren nadat drie keer na elkaar een
onjuiste PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat
uit 8 cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de
SIM-kaart door de provider verstrekt.
Roaming
Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw
provider (met name in het buitenland).
SDN (Servicenummers)
Telefoonnummers die u van uw provider heeft
ontvangen en waarmee u toegang heeft tot speciale
diensten als voice mail, ondersteuning en
alarmcentrales.
Verklarende woordenlijst
130
SIM (Subscriber Identification Module)
Een kaartje met een chip die alle informatie bevat
die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerk-
en geheugeninformatie en persoonlijke gegevens
van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine
opening aan de achterkant van de telefoon en
wordt beschermd door de batterij die erop wordt
geplaatst.
SMS (Short Message Service)
Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten
kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele
telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen,
bewerken en verzenden.
Tri Band
Mogelijkheid gebruik te maken van de volgende
soorten netwerken: GSM 900, GSM 1800,
gecombineerd GSM 900/1800 en GSM 1900 MHz
bandbreedte, met meer kans op een succesvolle
oproep en een bredere roaming.
Uw telefoon zoekt automatisch naar het laatste
netwerk dat gebruikt is. Wanneer dit om welke
reden dan ook niet beschikbaar is, probeert uw
telefoon automatisch aan te melden bij een ander
netwerk.
Voice Mail
Antwoordapparaat dat automatisch uw oproepen
beantwoordt als u niet beschikbaar bent. Eerst
wordt een welkomtekst afgespeeld (deze kunt u
eventueel zelf inspreken) en vervolgens kan een
boodschap worden opgenomen.
Verklarende woordenlijst
131
Wachtwoord telefoon
Met deze code kunt u uw telefoon beveiligen tegen
gebruik door onbevoegden. Wanneer u deze optie
aan heeft staan, kan de telefoon na aanzetten
alleen worden gebruikt als eerst het juiste
wachtwoord wordt ingevoerd.
Wisselgesprek
Mogelijkheid om gebruikers tijdens een
telefoongesprek te informeren dat er (nog) een
oproep is.
132
Index
A
Aan- en uitzetten
DTMF
• 50
stille modus
• 28
telefoon
• 21
Accessoires
• 9
Achtergrond
• 77
Actielijst (5.2)
• 88
Actiepunten
ingeven
• 88
wijzigen
• 89
wissen
• 90
Adapter
• 19
Afbeeldingberichten
• 61, 68
Afbeeldingen
achtergrond
• 77
berichten
• 61, 63
Agenda (5.1)
• 86
Agendaregels
kopiëren
• 88
schrijven
• 87
toevoegen
• 87
verwijderen
• 88
wijzigen
• 87
Alarm
instellingen (5.4)
• 92
Alarm (5.4)
• 92
Amusement (7)
• 104
Andere tonen (3.6)
• 75
Animatiefilms
• 63
Automatisch herhalen
• 84
Autopower
• 92
B
Bandkeuze (6.7)
• 103
Batterij
indicatie batterij bijna
leeg
• 20
opladen
• 19
Beantwoorden
tweede oproep
(wisselgesprek)
• 51
Beantwoorden van een
oproep
• 25
Begroeting
• 78
B
(vervolg)
Belgroep
groep
• 39
wijzigen
• 39
Belgroepen
• 36, 38
Belsignaal, type (3.3)
• 73
Beltoon (3.1)
• 72
Belvolume (3.2)
• 72
Bericht met
object
• 68
Bericht signaal (3.5)
• 74
Berichten
• 60
animatiefilmpjes
• 63
begroeting
• 78
formatteren
• 63
geheugenstatus (1.8) 68
instellingen (1.4)
• 64
lezen (1.1)
• 60
met afbeeldingen
• 61,
63, 68
met filmpjes
• 68
met geluid
• 63
met geluiden
• 61, 68
schrijven (1.2)
• 62
standaardberichten (1.3)
• 63, 64
taal
• 63
Voice Mail (1.6)
• 67
voorkeuren (1.7)
• 68
Beveiliging (4.6)
• 79
Bladeren
naar menufuncties
• 54
Blokkeerwachtwoord
• 99
Blokkeren
SIM-kaart
• 81
telefoon
• 80
Blokkeren (6.2)
• 97
Browser
WAP (7.2)
• 104
C
Calculator (5.5)
• 93
Cijfers intoetsen
• 47
Contrast
• 82
Corrigeren van nummers
22
CUG
• 101
Index
133
D
Datum instellen
• 91
Display
contrast
• 82
extern
• 15
indeling
• 13
symbolen
• 14
taal
• 31, 79
verlichting
• 15
Doorschakelen (6.1)
• 95
Downloads (7.3)
• 104
E
Een
• 51
Eigen nummer (4.4)
• 78
Elektronische
apparatuur
• 120
Elke toets antw
• 25, 84
Extern display
• 15
Extra instellingen (4.8)
• 84
F
FDN-modus
• 81
Filmpjes
• 68
Fouttoon
• 75
Functies en opties
selecteren
• 29
Functies selecteren
• 29
Functietoetsen
• 29
G
Gebr
• 101
Gebr.groepen (6.6)
• 101
Gebruikersgroepen
(CUG)
• 101
Gebruikersinstellingen (4.2)
• 77
Gedownloade
afbeeldingen
• 106
beltonen
• 106
Geheugenstatus
info-berichten (1.8)
• 68
telefoonlijst
• 41
Gehoorapparaten
• 121
G
(vervolg)
Geluid
berichten
• 63
Geluidopties (3)
• 72
Gemist (1.1)
• 26, 69
Gemiste oproepen
• 26, 69
Gesprekken
beëindigen
• 23
in de wacht zetten
• 48
Gesprekken in de wacht
• 48
Gespreksduur
• 70, 75
Gesprekskosten
• 71
Gesprektellers (2.4)
• 70
Gezondheidsinformatie
• 114
Grafisch logo
• 83
H
Hoofdletters intoetsen
• 45
I
In-/ uitschakelen
microfoon
• 49
Indicatie batterij bijna
leeg
• 20
Info-bericht toon
• 74
Info-berichten (1.5)
• 66
Infrarood aan (4.1)
• 76
Infraroodpoort
• 76
Instellingen
• 64
beveiliging (4.6)
• 79
extra (4.8)
• 84
geluid (3)
• 72
kleurenschema
• 77
LCD-scherm (4.7)
• 82
resetten (4.10)
• 85
taalkeuze (4.5)
• 79
telefoon (4)
• 76
Internationaal bellen
• 22
Internet
• 104
Intoetsen van
tekst
• 42
Invoerstand
wijzigen
• 43
Invoerstand voor
letters
• 43
Index
134
K
Kaart
SIM-kaart
installeren
• 17
Klepje actief
• 84
Kleurenschema
• 77
Kopiëren
actiepunten
• 90
agendaregels
• 88
nummers
telefoonlijst
• 36
Kosten van
gesprekken (2.5)
• 71
L
Laatste nummer
herhalen
• 23
Lampje
standby
• 83
LCD-scherm
instellingen (4.7)
• 82
Letters
intoetsen
• 42
Lezen (1.1)
• 60
Logo
grafisch
• 83
provider
• 83
Luidsprekervolume
• 24
M
Medische apparatuur
• 121
Melodieën
• 63, 68
Menu
instelling
• 78
kleuren
• 77
overzicht
• 55
Menu’s
sneltoetsen menu’s
• 55
Microfoon uitschakelen
• 49
Minutenteller
• 75
Multi-party gesprek
deelnemer
verwijderen
• 53
Multiparty gesprekken
• 52
Multiparty-gesprek
opzetten
• 52
privégesprek
• 52
N
Namen
intoetsen
• 42
opzoeken en bellen
• 37
vastleggen
• 33
Netwerk kiezen (6.4)
• 100
Netwerkdiensten (6)
• 95
Noodoproepen
• 123
Nr. herhalen
• 84
Nr.weergave (6.5)
• 101
Nummers
corrigeren
• 22
invoegen in
telefoonlijst
• 36
opnieuw bellen
• 23
telefoonlijst
kopiëren
• 36
terugbellen
• 23
vastleggen
• 33
wissen
• 36
zoeken en bellen
• 37
Nummers telefoonlijst
verwijderen
• 36
wijzigen
• 36
Nummers toevoegen
aan telefoonlijst
• 36
Nummerweergave
• 25, 101
O
Objecten bij bericht
• 61
Omgeving waar kans is op
explosies
• 122
Onderhoud
• 125
Ontvangen
oproepen (2.2)
• 69
Oplossen van
problemen • 107
Oproepen
automatisch
herhalen
• 84
beantwoorden
• 25
blokkeren (6.2)
• 97
doorschakelen (6.1)
• 95
oproepenlijst (2)
• 69
via telefoonlijst
• 37
via verkort kiezen
• 40
weigeren
• 25
Index
135
O
Opties
selecteren
• 29
Organizer (5)
• 86
P
Pacemakers
• 120
PIN
controle
• 79
wijzigen
• 80
PIN2
wijzigen
• 81
PIN2-code
• 112
PIN-code
• 111
Problemen oplossen
• 107
PUK
• 111
PUK2
• 112
R
Radiofrequenties
• 114
Reset instellingen (4.10)
• 85
Roaming
• 100
S
Schrijven (1.2)
• 62
Signaal
bij bericht
• 74
SIM-kaart
blokkeren
• 81
installeren
• 17
SMS
• 74
SMS bericht
instellingen
• 64
lezen (1.1)
• 51
schrijven (1.2)
• 51
symbool
• 60
SMS berichten
• 51
SMS toon
• 74
Sneltoets (4.9)
• 85
Speciale tekens intoetsen
• 47
Spelletjes
• 104
Standaardberichten (1.3)
• 63, 64
Standby-lampje
• 16, 83
Standen
• 45
Stille modus
• 28
Symbolen
beschrijving
• 14
T
T9 stand
• 44
Taalkeuze (4.5)
• 31, 79
Tekst
intoetsen
• 42
Tekstinvoerstand
wijzigen
• 43
Telefonisch vergaderen
• 52
Telefoon
opties (4)
• 76
Telefoonlijst
belgroep
• 36, 38
belgroepen
• 39
geheugenstatus
• 41
invoegen
• 36
kopiëren
• 36
namen/nummers
vastleggen
• 33
nummer toevoegen
• 36
opties
• 35
verkort kiezen
• 40
wijzigen
• 36
wissen
• 36
zoeken/bellen
• 37
zoeken/kiezen
• 50
Telefoonnr Voice Mail
• 67
Telefoonnummers
invoegen
• 36
Telefoonwachtwoord
• 110
Tijd
formaat
• 91
instellen
• 91
Tijdinstellingen
• 91
Tijdsduur van gesprekken
• 70
Toegangscodes
• 110
Toestel
blokkeren
• 80
Toets
beschrijving
• 11
plaats
• 10
sneltoets
• 85
Toetstonen
selecteren (3.4)
• 73
uitschakelen
• 50
versturen
• 50
Toetstoon (3.4)
• 73
Tonen
andere
• 75
Index
136
T
(vervolg)
Toon
bij fouten
• 75
bij verbinding
• 75
toetsen
• 73
Trillen
• 73, 74
Type belsignaal (3.3)
• 73
U
Uitgaande
oproepen (2.3)
• 70
Uitschakelen
microfoon
• 49
toetstonen
• 50
V
Valutabeurs (5.6)
• 94
Veiligheid
batterijen
• 116
gebruiksomgeving
• 120
omgeving waar kans is op
explosies
• 122
op de weg
• 118
Veiligheidsinformatie
• 7, 114, 124
Verbinden
met Voice Mail
• 67
Verbindingstoon
• 75
Verkeersveiligheid
• 118
Verkort kiezen
• 40
Verlichting
• 15, 82
achtergrond
• 82
automatisch
aanzetten
• 83
contrast
• 82
Verlichting autom.
• 83
Verwijderen
agendaregels
• 88
berichten
• 61
Verzenden van
berichten
• 62
Verzorging
• 125
Voice Mail (1.6)
• 67
Volume
beltoon
• 72
instellen
• 24
V
(vervolg)
Volume toetstonen
aanpassen
• 24
Voorkeuren (1.7)
• 68
Voorzorgsmaatregelen
batterijen
• 116
W
Wachtwoord
• 99
blokkeren
gesprekken
• 113
telefoon
• 110
Wachtwoord
blokkeercode
• 113
Wachtwoord blokkeren
gesprekken
• 99
Wachtwoord telefoon
wijzigen
• 80
WAP browser (7.2)
• 104
Wekker
• 92
Wereldtijd
• 91
Wijzigen
actiepunten
• 89
agendaregels
• 87
belgroep
• 39
berichten
• 61
gemiste oproep
• 27
gemiste oproepen
• 69
nummers
telefoonlijst
• 36
PIN
• 80
PIN2
• 81
tekstinvoerstand
• 43
wachtwoord
• 80
Wisselgesprek (6.3)
• 51, 99
Wissen
gemiste oproep
• 27
gemiste oproepen
• 69
Z
Zelf bellen
• 22
Zoeken in de telefoonlijst
37
Zoeken in telefoonlijst
• 50
Naar een
menu
Druk op de functietoets
Menu
.
Blader met de toetsen
en door de menulijst
tot u bij het gewenste
menu bent.
Druk op de functietoets
Kies
.
Blader met de toetsen
en naar de gewenste
optie in de lijst.
Druk op de functietoets
Kies
.
De twee functietoetsen ( en )
hebben de functie die boven die
functietoets is aangegeven (op de
onderste regel in het display).
In-/
uitschakelen
Houd de toets
ingedrukt.
Zelf bellen Toets het nummer in.
Druk op de toets .
Gesprek
beëindigen
Druk kort op de toets .
Een gemiste
oproep direct
bekijken
Klap de telefoon open en
druk op de functietoets
Kies
.
Blader met de toetsen
en door de
gemiste oproepen.
Druk op de toets om
het betreffende nummer
terug te bellen.
Tri Band SGH-S100 GPRS telefoon
Referentiekaart
Telefoon
opnemen
Klap de telefoon open
of
Druk op de -toets.
Volume
instellen
Druk op of links op uw
telefoon.
Type
belsignaal
kiezen
Kies de menu-optie
Type
belsignaal
(
3.3
).
Kies een optie:
Alleen licht
Melodie
Trillen
Trillen+melodie
Druk op de functietoets
Kies
.
Nummer in
telefoonlijst
opslaan
Toets het nummer in.
Druk op de functietoets
Opslaan
.
Selecteer een pictogram.
Druk op de functietoets
Kies
.
Geef de naam in.
Druk op de functietoets
OK
.
Wijzig eventueel de
locatie.
Druk op de functietoets
OK
.
Druk op de toets
om terug te gaan naar
standby.
Nummer in
telefoonlijst
opzoeken
Druk op de functietoets
Namen
.
Kies de optie
Zoek
.
Geef het begin van de
naam in.
Met de toetsen
en kunt u door de
namen bladeren.
Druk op de functietoets
Kies
.
Gebruik de toetsen
en om door de
nummers te lopen.
Druk op de toets om
het nummer te bellen.
Conformiteitsverklaring (R&TTE)
Voor het volgende product:
TRI BAND GPRS TELEFOON
(Product)
SGH-S100
(Type nummer)
Gefabriceerd door:
- Samsung Electronics, 94-1 Imsu-Dong, Gumi City, Kyung Buk,
Korea, 730-350
- Samsung Electronics Iberia, S.A., Pol. Ind. Riera de Caldes, Via
Augusta, n-10 08184 Palau de Plegamans, Barcelona, Spanje
(Naam fabriek, adres)
Wij verklaren hierbij dat [alle noodzakelijke radio tests zijn
uitgevoerd en dat] bovengenoemd product voldoet aan alle van
belang zijnde eisen van Richtlijn 1999/5/EC.
De conformiteits- goedkeuringsprocedure waarnaar in artikel 10
wordt verwezen en welke nader is uitgewerkt in bijlage [IV] van
Richtlijn 1999/5/EC is opgevolgd, waarbij de volgende officiële
organisatie(s) is (zijn) betrokken:
BABT, Claremont House, 34 Molesey Road, Walton-on-Thames,
KT12 4RQ, Groot-Brittannië - Identificatienummer: 168
De technische documentatie bevindt zich bij:
Samsung Electronics Euro QA Lab.
en is op verzoek op te vragen.
(fabrikant)
Samsung Electronics Co., Ltd.
Suwon P.O.Box 105
Kyungki-Do, Korea 440-600
05/20/2002
JUNGKWAN CHOI / S. Manager
(plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van geautoriseerde medewerker)
(Vertegenwoordiger in de EU).
Samsung Electronics Euro QA Lab.,
Blackbush Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
05/20/2002
IN-SEOP LEE / Manager
(plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van geautoriseerde medewerker)

Documenttranscriptie

* Het is mogelijk dat de informatie in deze gebruiksaanwijzing op sommige plaatsen afwijkt van uw telefoon, omdat deze soms afhangt van de geïnstalleerde software of uw internet provider. Drukfouten voorbehouden. ELECTRONICS Gedrukt in Korea Internet http://www.samsungmobile.com Code No.: GH68-03280A Dutch. 10/2002. Rev. 1.0 TRI BAND GPRS TELEFOON SGH-S100 Inhoud Belangrijke veiligheidsinformatie................. 7 Uitpakken .................................................... 9 Uw telefoon................................................ 10 Onderdelen .................................................. 10 Display ........................................................ 13 Standby-lampje ............................................ 16 Aan de slag ................................................ 17 SIM-kaart installeren ..................................... 17 Batterij opladen ............................................ 19 Telefoon aan- en uitzetten.............................. 21 Telefoneren................................................ 22 Zelf bellen.................................................... Volume aanpassen ........................................ Een oproep beantwoorden .............................. Gemiste oproepen bekijken ............................ Snel naar de stille modus overschakelen .......... 22 24 25 26 28 Functies en opties selecteren ..................... 29 Voorbeeld: Display-taal instellen ..................... 31 Telefoonlijst ............................................... 33 Naam en nummer vastleggen ......................... Opties telefoonlijst gebruiken.......................... Nummer opzoeken in telefoonlijst en bellen ...... Een belgroep wijzigen .................................... Verkort kiezen .............................................. Geheugenstatus controleren ........................... 2 33 35 37 39 40 41 3 Inhoud Inhoud Tekst intoetsen .......................................... 42 Oproepenlijst ............................................. 69 Tekstinvoerstand wijzigen .............................. T9 stand ...................................................... Standen voor hoofdletters/kleine letters ........... Speciale tekens intoetsen ............................... Stand voor cijfers.......................................... Gemist (Menu 2.1) .............................................. Ontvangen (Menu 2.2) ........................................ Uitgaand (Menu 2.3)............................................ Gesprektellers (Menu 2.4) ................................... Kostentellers (Menu 2.5) ..................................... 43 44 45 47 47 69 69 70 70 71 Tijdens gesprek beschikbare opties ........... 48 Geluidopties ............................................... 72 Gesprek in de wacht zetten ............................ Microfoon uitschakelen................................... Toetstonen in- en uitschakelen........................ Een nummer opzoeken in de telefoonlijst.......... SMS diensten ............................................... Een tweede oproep beantwoorden (wisselgesprek)............................................. Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen) Beltoon (Menu 3.1).............................................. Belvolume (Menu 3.2) ......................................... Type belsignaal (Menu 3.3) ................................. Toetstoon (Menu 3.4) .......................................... Bericht signaal (Menu 3.5) .................................. Andere tonen (Menu 3.6) .................................... 48 49 50 50 51 51 52 Het menu ................................................... 54 Naar menufunctie bladeren............................. 54 Naar menufunctie via sneltoets ....................... 55 Overzicht menufuncties.................................. 55 Berichten ................................................... 60 Lezen (Menu 1.1) ................................................ Schrijven (Menu 1.2) ........................................... Standaardberichten (Menu 1.3) ........................... Instellingen (Menu 1.4) ....................................... Info-berichten (Menu 1.5) ................................... Voice Mail (Menu 1.6) .......................................... Voorkeuren (Menu 1.7) ....................................... Geheugenstatus (Menu 1.8) ................................ 4 60 62 64 64 66 67 68 68 72 72 73 73 74 75 Telefoon opties .......................................... 76 Infrarood aan (Menu 4.1) .................................... Gebruikersinstellingen (Menu 4.2) ....................... Begroeting (Menu 4.3)......................................... Eigen nummer (Menu 4.4)................................... Taalkeuze (Menu 4.5) .......................................... Beveiliging (Menu 4.6)......................................... LCD-scherm instellingen (Menu 4.7) ................... Extra instellingen (Menu 4.8) .............................. Sneltoets (Menu 4.9) ........................................... Reset instellingen (Menu 4.10) ............................ 76 77 78 78 79 79 82 84 85 85 Organizer ................................................... 86 Agenda (Menu 5.1).............................................. Actielijst (Menu 5.2) ............................................ Tijd en datum (Menu 5.3).................................... Alarm (Menu 5.4) ................................................ Calculator (Menu 5.5) .......................................... Valutabeurs (Menu 5.6) ....................................... 86 88 91 92 93 94 5 Inhoud Netwerkdiensten........................................ 95 Doorschakelen (Menu 6.1)................................... 95 Blokkeren (Menu 6.2) .......................................... 97 Wisselgesprek (Menu 6.3) ................................... 99 Netwerk kiezen (Menu 6.4) ............................... 100 Nr.weergave (Menu 6.5).................................... 101 Gebr.groepen (Menu 6.6) .................................. 101 Bandkeuze (Menu 6.7)....................................... 103 Amusement.............................................. 104 Spelletjes (Menu 7.1) ........................................ 104 WAP browser (Menu 7.2) ................................... 104 Downloads (Menu 7.3)....................................... 104 Problemen oplossen................................. 107 Toegangscodes ........................................ 110 Wachtwoord voor telefoon ............................ PIN ........................................................... PUK........................................................... PIN2.......................................................... PUK2 ......................................................... Wachtwoord voor blokkeren van gesprekken... 110 111 111 112 112 113 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid.......................... 114 Blootstelling aan radiogolven (SAR informatie) ......................................... Voorzorgen bij het gebruik van batterijen ....... Verkeersveiligheid ....................................... Gebruiksomgeving....................................... Omgeving waar kans is op explosies .............. Telefoneren in geval van nood ...................... Overige belangrijke veiligheidsinformatie........ Verzorging en onderhoud ............................. 114 116 118 120 122 123 124 125 Verklarende woordenlijst ......................... 127 Index ....................................................... 132 6 Belangrijke veiligheidsinformatie Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u uw telefoon in gebruik neemt. Houdt u zich er niet aan, dan kan dit gevaar opleveren of kunt u de wet overtreden. Uitvoerige veiligheidsinformatie vindt u op pagina 114 onder “Gezondheids- en veiligheidsinformatie”. Verkeersveiligheid voor alles Gebruik de telefoon nooit tijdens het rijden. Parkeer eerst de auto. Uitschakelen als u gaat tanken Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in de buurt van chemicaliën of brandstoffen. Uitschakelen in een vliegtuig Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische systemen veroorzaken. Daarom is gebruik hiervan in een vliegtuig verboden en gevaarlijk. Uitschakelen in een ziekenhuis Schakel uw telefoon uit als u zich in de nabijheid van medische apparatuur bevindt. Volg alle van kracht zijnde voorschriften op. Storingen De werking van elke mobiele telefoon kan nadelig worden beïnvloed door apparatuur die radiofrequenties uitzendt. Speciale voorschriften Houd u aan speciale voorschriften en schakel uw telefoon uit op plaatsen waar het gebruik verboden is of gevaar of storingen kan opleveren (b.v. in een ziekenhuis). 7 Belangrijke veiligheidsinformatie Uitpakken Radiofrequenties Deze telefoon voldoet aan de eisen van de Europese Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan radiofrequenties (RF). Om aan deze eisen te blijven voldoen, dient u uitsluitend door Samsung geleverde of goedgekeurde accessoires te gebruiken. Gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan ertoe leiden dat niet meer aan deze eisen wordt voldaan. In de doos vindt u de volgende onderdelen: Telefoon Adapter Batterij Gebruiksaanwijzingen Stand van de telefoon Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon is ingeschakeld. Accessoires en batterijen Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires en batterijen. Deskundige technische service Laat onderhoud altijd over aan gekwalificeerde technici. Microfoon Software cd-rom Datakabel Uw SAMSUNG dealer kan de volgende accessoires leveren: • Oplader • Microfoon • Hands-free kit • Houder voor in de auto • Standaard/extra dunne batterijen • Adapter voor sigarettenaansteker 8 9 Uw telefoon Uw telefoon Toets Onderdelen Beschrijving In menu’s, door de menukeuzes of de telefoonlijst bladeren. De volgende afbeeldingen tonen de belangrijkste onderdelen van uw telefoon. In de standby-stand, direct naar veel gebruikte menu-opties (zie pagina 85 voor meer informatie over sneltoetsen). Luidspreker In menu’s, terug naar vorig menuniveau of keuze van het huidige menu. Display Bij het ingeven van tekst, voor het naar links of rechts verplaatsen van de cursor. In de standby-stand, direct naar veel gebruikte menu-opties (zie pagina 85 voor meer informatie over sneltoetsen). Navigatietoetsen Volumetoetsen Functietoets (links) Kiezen/ bevestigen menukeuze Annuleren/ correctietoets Functietoets (rechts) WAP browser toets Aan/uit/menu verlaten Alfanumerieke toetsen Infraroodpoort Microfoon Toetsen voor speciale functies (functietoetsen) Voert de functie uit die erboven is aangegeven (op de onderste regel van het display). In de stand-by stand, opent direct de WAP browser. Wist tekens van het display. In menu’s, terug naar vorig menuniveau. Antenne Aansluiting oortelefoon Standbylampje Extern display 10 11 Uw telefoon Toets Uw telefoon Beschrijving (vervolg) Display Zelf bellen of oproep beantwoorden. Als u deze toets in de standby-stand ingedrukt houdt, kunt u het laatste nummer dat u heeft gebeld of waarvan u een oproep heeft ontvangen (opnieuw) bellen. Indeling display Het display bestaat uit drie gedeelten: Symbolen In menu’s, menufunctie kiezen of ingevoerde informatie opslaan (zoals een naam) in het telefoon- of SIM-geheugen. Gesprek beëindigen. Ingedrukt houden om telefoon in- of uit te schakelen. Tekst en afbeeldingen Menu Namen Functietoetsen In menu’s, terug naar standby-stand en ingevoerde informatie annuleren. Als u deze toets in de standby-stand ingedrukt houdt, wordt uw voice mail geopend. Gedeelte Beschrijving Bovenste regel Toont diverse symbolen (zie pagina 14). Cijfers, letters en een aantal speciale tekens invoeren. Middengedeelte Speciale tekens invoeren. Onderste regel Toont de functies die op dat moment aan de twee functietoetsen zijn toegewezen. Uitvoeren van diverse functies. Hier worden meldingen, instructies en ingevoerde informatie (bijvoorbeeld telefoonnummer) weergegeven. (zijkant van de telefoon) Tijdens een gesprek, volume van luidspreker aanpassen. In de standby-stand, toetsvolume aanpassen. In menu’s, door de menukeuzes of telefoonlijst bladeren. 12 13 Uw telefoon Symbolen SymBeschrijving bool Uw telefoon SymBeschrijving bool Sterkte ontvangstsignaal. Hoe meer staafjes, hoe sterker het signaal. Verschijnt als u buiten het bereik van uw eigen netwerk bent en bij een ander netwerk bent aangemeld (b.v. in het buitenland). Verschijnt tijdens een gesprek. Verschijnt als de Stille modus aan staat. Verschijnt wanneer u verbinding met het GPRS netwerk maakt. Verschijnt wanneer de stille modus is ingeschakeld of wanneer de menukeuze Type belsignaal (Menu 3.3) op Trillen is ingesteld. Voor meer informatie, zie pagina 73. Verschijnt als een nieuw bericht is ontvangen. Verschijnt als een nieuw voice-mail bericht is ontvangen. Verschijnt tijdens het invoeren van tekst om aan te geven wat de huidige tekstinvoerstand is. Verschijnt als u het alarm instelt. Toont de batterijstatus. Hoe meer staafjes, hoe voller de batterij. Verlichting De verlichting van het display wordt ingeschakeld zodra u een toets indrukt. Als u gedurende een bepaalde periode geen toets indrukt, gaat de verlichting automatisch weer uit. Met de optie Verlichting (Menu 4.7.2) kunt u instellen of de verlichting lang of kort aan moet blijven. Zie pagina 82 voor meer bijzonderheden. Via de menukeuze Verlichting autom. (Menu 4.7.3) kunt u de telefoon ook zo instellen dat de verlichting gedurende een bepaalde periode aanblijft. Meer informatie hierover vindt u op pagina 83. Extern display Uw telefoon is voorzien van een extra display aan de buitenkant van het klepje. Hierop ziet u of er een inkomend gesprek of bericht is, en als een door u ingesteld alarm afgaat, wordt dat hier aangegeven. Verschijnt wanneer de infraroodpoort geactiveerd is. Voor meer informatie, zie pagina 76. 14 15 Uw telefoon Aan de slag Standby-lampje Het standby-lampje bevindt zich rechtsboven op het toestel. Het knippert als de telefoon gebruiksklaar is en verbinding heeft met het netwerk. U kunt het lampje in- en uitschakelen met de optie Standby-lampje (Menu 4.7.4). Zie pagina 83 voor meer bijzonderheden. Standbylampje SIM-kaart installeren Als u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart. Die bevat een geheugen waarin uw abonnementsgegevens (PIN, aanvullende diensten e.d.) zijn opgeslagen. Belangrijk! De SIM-kaart is zeer gevoelig voor beschadiging of verbuiging (dit geldt met name voor de contacten). Behandel de SIM dus zeer voorzichtig als u hem plaatst of verwijdert. Houd een SIM-kaart buiten het bereik van kinderen. 1. Zet zo nodig de telefoon uit door de toets ingedrukt te houden tot het slotfilmpje start. 2. Haal de batterij uit de telefoon. Zo gaat u te werk: ➀ Houd het nokje aan de achterkant van de telefoon boven de batterij ingedrukt. ➁ Schuif de batterij van de telefoon, zoals afgebeeld. 16 17 Aan de slag 3. Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder, zodat de houder de kaart in de juiste stand vastzet. Zorg ervoor dat het schuine hoekje rechts aan de bovenkant zit en de goudkleurige contacten naar de telefoon gericht zijn. Aan de slag 5. Schuif de batterij omhoog in de richting van de grendel tot hij vast klikt. Controleer voordat u de telefoon aanzet of de batterij goed vast zit. Batterij opladen Opmerking: Als u de SIM-kaart moet verwijderen, schuift u het in de aangegeven richting en haalt u hem uit de houder. Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ionbatterij. Bij uw telefoon wordt een adapter geleverd. Gebruik alleen goedgekeurde batterijen en opladers. Uw SAMSUNG dealer kan u hierover meer informatie geven. U kunt de telefoon tijdens het opladen van de batterij blijven gebruiken. Opmerking: Laad de batterij volledig op voordat u de telefoon de eerste keer gebruikt. Een geheel ontladen batterij wordt in ongeveer 200 minuten volledig opgeladen. 4. Plaats de batterij terug. Zorg ervoor dat de nokjes in de batterij in de uitsparingen in de telefoon vallen. 18 1. Nadat de batterij in de telefoon is geplaatst, sluit u het snoertje van de adapter aan op de onderzijde van de telefoon. 19 Aan de slag Aan de slag 2. Doe de adapter in een normaal stopcontact. 3. Na het opladen haalt u de adapter uit het stopcontact en maakt u de adapter los van de telefoon, door de grijze knopjes aan de zijkant van de connector in te drukken en de connector uit de telefoon te trekken. Telefoon aan- en uitzetten 1. Open het klepje. 2. Houd de toets aan is. ingedrukt tot de telefoon 3. Als het toestel om een wachtwoord vraagt, geeft u dat in en drukt u op de functietoets OK. Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op 00000000. Zie pagina 110 voor meer informatie. 4. Als het toestel om een PIN vraagt, geeft u uw PIN-code in en drukt u op de functietoets OK. Zie pagina 111 voor meer bijzonderheden. Indicatie batterij bijna leeg Als de batterij bijna leeg is en u nog maar enkele minuten kunt bellen, hoort u een waarschuwingstoon en verschijnt regelmatig de melding: De telefoon zoekt uw netwerk en zodra hij dit heeft gevonden, verschijnt het standby-scherm, zoals hieronder aangegeven. Nu kunt u zelf bellen of oproepen beantwoorden. NETWERK 07:30 WO 06 MRT 07:30 WO/06 **Batterij is** bijna leeg Menu Menu Namen Als de batterij te zwak is om de telefoon nog te kunnen gebruiken, schakelt het toestel zich automatisch uit. 20 Namen Opmerking: De displaytaal is standaard ingesteld op Nederlands. U kunt de taal aanpassen met de optie Taalkeuze (Menu 4.5). Zie pagina 79 voor meer informatie. 5. Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de toets ingedrukt tot het slotfilmpje wordt getoond. 21 Telefoneren Telefoneren Gesprek beëindigen Zelf bellen Om een gesprek te beëindigen, drukt u kort op de toets . Als de telefoon standby staat, toetst u het netnummer en telefoonnummer in en drukt u op . Laatste nummer herhalen Opmerking: Als u de functie Nr. herhalen in menu Extra instellingen (Menu 4.8) hebt ingeschakeld (zie pagina 84) en de persoon die u wilt bellen neemt niet op of is in gesprek, wordt het nummer automatisch maximaal tien keer opnieuw gekozen. Internationaal bellen 1. Houd de toets ingedrukt. Het + teken verschijnt in het display. 2. Geef nu het landnummer in, dan het netnummer en het abonneenummer. Druk daarna op . De telefoon slaat de nummers op van uitgaande gesprekken en van inkomende en gemiste oproepen waarvan de beller bekend is. Voor meer informatie, zie “Oproepenlijst” op pagina 69. Met de volgende stappen laat u een van die nummers automatisch opnieuw kiezen. 1. Maak eventueel het display leeg, door de toets gedurende ruim een seconde ingedrukt te houden. 2. Druk op de toets om naar de lijst met laatstgekozen nummers te gaan. 3. Gebruik de toetsen en om door deze lijst te bladeren tot u bij het gewenste nummer bent. Nummer corrigeren U wilt wissen... Doe dan het volgende... Laatste cijfer op het display Druk op de toets Ander cijfer van het nummer Druk op de toets of totdat de cursor rechts naast het cijfer staat dat u wilt wissen. Druk op de toets . U kunt ook een ontbrekend cijfer invoeren door op de betreffende toets te drukken. Alle cijfers 22 Houd de toets ingedrukt. . ruim 1 seconde 4. Wilt u... Doe dan het volgende... Het gemarkeerde nummer draaien Druk op de toets . Het gemarkeerde nummer wijzigen • Druk op de functietoets Wijzig. • Voer de gewenste wijzigingen in. Voor meer informatie, zie “Nummer corrigeren” op pagina 22 23 Telefoneren Telefoneren Een nummer kiezen uit de telefoonlijst Een oproep beantwoorden U kunt namen en nummers die u regelmatig belt, opslaan op de SIM-kaart en in het geheugen van uw telefoon, de telefoonlijst. Dan hoeft u alleen maar de naam te selecteren om het bijbehorende nummer te laten kiezen. Zie pagina 33 voor meer informatie over de telefoonlijst. Als iemand u belt, gaat uw telefoon over en knippert het telefoonsymbool midden op het display. Volume aanpassen Met de toetsen en links op het toestel kunt u tijdens een gesprek het luidsprekervolume aanpassen. Druk op om het volume te verhogen of op om het te verlagen. Opnemen Weiger Als de beller wordt herkend, verschijnt zijn telefoonnummer (of zijn naam als die in uw telefoonlijst is opgeslagen). 1. Open, indien nodig, het klepje. Druk op de toets of de functietoets Opnemen om een binnenkomend gesprek te beantwoorden. Als de menu-optie Elke toets antw. in menu Extra instellingen (Menu 4.8) is ingeschakeld, kunt u een gesprek aannemen door op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de toets en de functietoets Weiger (zie pagina 84). Als Klepje actief in menu Extra instellingen (Menu 4.8) is geselecteerd, kunt u een oproep ook beantwoorden door het klepje te openen (zie pagina 84). In de standby-stand, met het klepje open, kunt u met de toetsen en het toetsvolume aanpassen. Opmerking: Om een oproep te weigeren, houdt u de volumetoetsen links op de telefoon ingedrukt, zonder het klepje te openen. 2. U kunt een gesprek of oproep beëindigen door het klepje te sluiten of door op te drukken. 24 Opmerking: U kunt de telefoon ook opnemen terwijl u menufuncties of de telefoonlijst gebruikt. 25 Telefoneren Telefoneren Gemiste oproepen bekijken Als u om welke reden dan ook een gesprek niet wilt of kunt beantwoorden, kunt u nagaan wie er naar u belde, als die functie beschikbaar is. Daarna kunt u beslissen of u zelf terugbelt. Na een niet beantwoorde oproep verschijnt in de standby-stand het aantal gemiste oproepen op het display. Via de volgende stappen kunt u een gemiste oproep direct bekijken. 1. Open, indien nodig, het klepje. Nummer gemiste oproep wijzigen Opmerking: Als het nummer van de gemiste oproep niet beschikbaar is, verschijnt de optie Bewerken niet. 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk indien nodig op de toets optie Bewerken te kiezen. of om de 3. Druk op de functietoets Kies. 4. Voer de gewenste wijzigingen in. 2. Druk op de functietoets Kies. Is het bij de laatste gemiste oproep behorende telefoonnummer beschikbaar, dan wordt dit getoond. 3. U wilt... Druk dan op... Door de gemiste oproepen bladeren De toets Getoonde nummer bellen De toets of . 5. U wilt... Druk dan op... Het nummer bellen De toets . Het nummer opslaan De functietoets Opslaan en geef daarna de naam en locatie in (zie pagina 33 voor meer informatie). . Nummer van gemiste De functietoets Kies oproep wissen of (zie volgende pagina). wijzigen Gemiste oproep wissen 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk indien nodig op de toets optie Wissen te kiezen. of om de 3. Druk op de functietoets Kies. U kunt op elk gewenst moment op de toets drukken om deze menu-keuze te verlaten. Opmerking: Door de optie Gemist (Menu 2.1) te kiezen, komt u direct in deze menukeuze. Zie pagina 69 voor meer informatie. 26 27 Telefoneren Functies en opties selecteren Snel naar de stille modus overschakelen De stille modus is handig wanneer u op een plaats bent waar het overgaan van uw telefoon storend zou werken, bijvoorbeeld tijdens een kerkdienst of een concert. In de standby-stand kunt u de telefoon snel in de stille modus zetten, door de toets ingedrukt te houden tot de melding “Stille modus AAN” wordt getoond en het symbool van de trilfunctie ( ) wordt weergegeven. In de stille modus worden de geluidsinstellingen van uw telefoon als volgt gewijzigd. Optie Nieuwe instelling Type belsignaal (Menu 3.3) Trillen Toetstoon (Menu 3.4) UIT SMS toon (Menu 3.5.1) Alleen lichtsignaal Fouttoon (Menu 3.6.1) UIT Uw telefoon heeft een aantal functies waarmee u het toestel aan uw voorkeuren kunt aanpassen. Deze functies bevinden zich in menu’s en submenu’s, die u kunt selecteren met de twee functietoetsen en . In elk menu en submenu kunt u de instellingen van een bepaalde functie bekijken en eventueel veranderen. De functie van een functietoets is afhankelijk van de plaats waar die zich in het menu bevindt. Onder in het display ziet u direct boven de toets welke functie de functietoets op dat moment vervult. Voorbeeld: Opties U kunt de stille modus uitschakelen en terug naar de vorige geluidsinstellingen, door de toets ingedrukt te houden totdat “Stille modus UIT” verschijnt. Het symbool van de trilfunctie ( ) is niet langer zichtbaar. Druk op de linker functietoets om de beschikbare opties te openen. 28 Druk op de rechter functietoets om een andere tekstinvoerstand te kiezen. 29 Functies en opties selecteren Functies en opties selecteren Via de volgende stappen krijgt u een overzicht van de beschikbare functies/opties en kunt u er een kiezen. 1. Druk op de desbetreffende functietoets. 2. U wilt... Voorbeeld: Display-taal instellen 1. In de standby-stand drukt u op de functietoets Menu om in het menu te komen. Druk dan op... Selecteren: • De getoonde functie of • De gemarkeerde optie De functietoets Kies of de toets . De volgende functie zien of de volgende optie markeren De toets of op de telefoon. links Naar de vorige functie of lijst De toets of op de telefoon. links Een niveau hoger in de menustructuur De toets , functietoets of toets . Dit menu verlaten zonder instellingen aan te passen De toets NETWERK 07:30 WO 06 MRT Menu Namen 2. Druk op de toets of om door de menu’s te bladeren tot u bij menu Telefoon opties bent. Oproepen lijst Geluid opties . Telefoon opties Kies Bij sommige functies wordt om een wachtwoord of PIN gevraagd. Voer de juiste code in en druk op de functietoets OK. 3. Druk op de functietoets Kies of de toets het menu Telefoon opties te openen. om Telefoon opties Infrarood aan Gebruikersin... Begroeting Eigen nummer Taalkeuze Beveiliging Als de naam van een geselecteerde optie niet op de regel past, loopt deze automatisch van rechts naar links. Kies 30 31 Functies en opties selecteren Telefoonlijst 4. Druk op de toets of om naar het submenu Taalkeuze te gaan. U kunt telefoonnummers en de bijbehorende namen in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan. Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon ruimte aan 500 nummers en namen. Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één geheel, de telefoonlijst. Telefoonopties Infrarood aan Gebruikersin... Begroeting Eigen Nederlands Taalkeuze Geeft de huidige instelling aan Naam en nummer vastleggen Beveiliging Kies 5. Druk op de functietoets Kies of de toets voor een overzicht van de beschikbare talen. De huidige taal wordt gemarkeerd weergegeven. Taalkeuze Een nummer vastleggen in de standbystand Español Nederlands Huidige taal Zodra u een nummer begint in te voeren, verschijnt boven de linker functietoets Opslaan. Daarmee kunt u het ingevoerde nummer in de telefoonlijst opslaan. Svenska Dansk Português Suomi Kies 6. Druk op toets of taal te markeren. 1. Voer het nummer in dat u wilt opslaan. om de door u gewenste 7. Druk op de functietoets Kies of de toets uw keuze te bevestigen. 8. Druk twee keer op de toets menu te verlaten. 32 U kunt een nummer op twee manieren vastleggen: • In de standby-stand met de functietoets Opslaan • In het menu Telefoonlijst via de optie Nieuwe contact. of om om het Opmerking: Als u tijdens het invoeren van een nummer een fout maakt, kunt u deze met de toets corrigeren. Zie pagina 22 voor meer bijzonderheden. 2. Druk op de functietoets Opslaan als u zeker weet dat het nummer correct is. 3. Selecteer het symbool van de categorie waar het nummer dat u wilt opslaan toe behoort. Er zijn drie categorieën: Mobiel Werk Privé Druk op de toets of en daarna op de functietoets Kies om de gewenste categorie te selecteren. 33 Telefoonlijst Telefoonlijst 4. Geef de naam in en druk op de functietoets OK. Het aantal posities dat voor ingave van de naam beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart. Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 42. De telefoon gaat nu naar de eerste lege plaats in het geheugen dat als laatste is gebruikt om een nummer vast te leggen. Als dat geheugen vol is, wordt de eerste vrije plaats in het andere geheugen getoond. Opmerking: Wanneer u van telefoon wisselt, blijft de informatie die op uw SIM-kaart is opgeslagen beschikbaar op uw nieuwe telefoon. Informatie die in het toestel zelf is opgeslagen is dan niet meer beschikbaar en zal eventueel opnieuw moeten worden ingegeven. 5. Druk op de rechter functietoets om te wisselen tussen Op SIM en In tst.. 6. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde naam op een andere dan de voorgestelde positie wilt opslaan, druk dan op de toets en geef daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u de informatie wilt opslaan. 7. Druk op OK om het nummer en de naam op te slaan. Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de telefoon de zojuist opgeslagen naam. 8. U wilt... 34 Druk dan op... Invoeropties gebruiken De functietoets Opties. Teruggaan naar de standby-stand De toets Een nummer in de telefoonlijst opslaan 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Nieuwe contact en druk op de functietoets Kies om uw keuze te bevestigen. 3. Selecteer het symbool van de categorie waar het nummer dat u wilt opslaan toe behoort. Opmerking: U kunt hierbij ook het e-mail symbool ( ) kiezen en een e-mail adres opslaan in plaats van een telefoonnummer. 4. Om het nummer op te slaan, volgt u de procedure zoals beschreven vanaf stap 4 op pagina 34. Opties telefoonlijst gebruiken De telefoonlijst beschikt over een aantal opties, die u kunt openen door op de functietoets Opties te drukken. U wilt... Druk dan... Gemarkeerde optie Op de functietoets Kies of de kiezen toets . Andere optie selecteren Enkele keren op of tot de gewenste optie gemarkeerd wordt weergegeven. . 35 Telefoonlijst De volgende opties zijn beschikbaar: Invoegen: hiermee kunt u een telefoonnummer uit de telefoonlijst in de stand voor normaal bellen plakken. Gebruik deze optie als u een nummer wilt bellen dat deels identiek is aan het nummer in de telefoonlijst, bijvoorbeeld een intern nummer binnen hetzelfde bedrijf. Gebruik de toets als u het nummer wilt aanpassen (zie pagina 22 voor meer informatie). Druk op als u het nummer wilt bellen. Wijzigen: hiermee kunt u de geselecteerde naam en nummer wijzigen. Wissen: hiermee kunt u een nummer en een naam uit de telefoonlijst verwijderen. De telefoon vraagt om een bevestiging voor de wisopdracht. Druk op de functietoets Ja. Kopiëren: hiermee kunt u het nummer naar een andere geheugenlocatie kopiëren. Gebruik deze optie om een nummer op te slaan dat veel lijkt op een reeds opgeslagen nummer. Pas het nummer aan en sla op het in de telefoonlijst. Belgroep: hiermee kunt u de contactpersoon aan een belgroep toewijzen. Wanneer u door iemand die tot die groep behoort wordt gebeld, kunt u dat aan bijvoorbeeld het belsignaal horen. Selecteer een van de tien beschikbare groepen. Kies de optie Geen groep als u een nummer uit een groep wilt verwijderen. Zie pagina 39 voor meer informatie over de instellingen voor belgroepen. Aan groep toevoegen: hiermee kunt u van de op dat moment geselecteerde contactpersoon aan verschillende categorieën (mobiel, werk, privé, e-mail) een nummer toevoegen. Per contactpersoon kan voor iedere categorie één nummer c.q. e-mail adres worden opgeslagen. 36 Telefoonlijst Nummer opzoeken in telefoonlijst en bellen Nadat u nummers in de telefoonlijst hebt opgeslagen, kunt u hierin op twee manieren zoeken: • Op naam • Op belgroep Een nummer op naam opzoeken 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Als Zoek gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Kies. De telefoon vraagt u nu om een naam op te geven. 3. Geef de beginletter(s) in van de naam die u zoekt. U ziet nu de namen in de telefoonlijst, beginnend met de eerste die aan de ingevoerde beginletters voldoet. Die naam is bovendien gemarkeerd. 4. U wilt... Druk dan... Gemarkeerde naam bekijken Op de functietoets Kies. Naar een andere naam Enkele keren op de toets of tot de gezochte naam gemarkeerd is. Op de toets met de Naam opzoeken beginnend met een gewenste letter. andere letter 5. Zodra u de gewenste naam hebt gevonden, drukt u op de toets om het nummer te bellen of op de functietoets Opties om naar de andere telefoonlijstopties te gaan. Voor meer informatie, zie pagina 35. 37 Telefoonlijst Telefoonlijst Een nummer op belgroep opzoeken 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Groep zoeken en druk op de functietoets Kies. De telefoon vraagt u nu om een groepsnaam op te geven. 3. Geef de eerste letter(s) is van de naam van de groep die u zoekt. U ziet nu een overzicht van de groepen, te beginnen met de eerste groep waarvan de beginletters met uw ingave overeenstemmen. Deze naam is gemarkeerd weergegeven. 4. Blader met de toets of naar de gewenste groep en druk op de functietoets Kies. U ziet nu een overzicht van de contactpersonen die tot die groep behoren. 5. U wilt... Druk dan... Gemarkeerde naam bekijken Op de functietoets Kies. Naar een andere naam Enkele keren op de toets of tot de gezochte naam gemarkeerd is. 6. Als u de gewenste naam hebt gevonden, drukt u op de toets om het nummer te bellen, of op de functietoets Opties om een van de andere telefoonlijstopties te gebruiken. Voor meer informatie, zie pagina 35. 38 Een belgroep wijzigen 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Groep wijzigen en druk op de functietoets Kies. 3. Geef de beginletter(s) in van de naam van de groep die u zoekt of blader met de toets of door de lijst naar de gewenste groep. 4. Als de groep die u zoekt is geselecteerd, drukt u op de functietoets Opties. 5. Kies de diverse opties en wijzig waar nodig de instellingen. De volgende opties zijn beschikbaar: Beltoon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die moet worden gebruikt als u gebeld wordt door een persoon uit de groep. SMS-toon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die moet worden gebruikt als u een tekstbericht ontvangt van een persoon uit de groep. Pictogram: hiermee kunt u een pictogram kiezen dat verschijnt als u wordt gebeld door een persoon uit de groep. Groepsnaam: hiermee kunt u een naam toekennen aan de groep. Op pagina 42 vindt u meer informatie over het intoetsen van tekst. 6. Als uw instellingen naar wens zijn, drukt u op de toets of . 39 Telefoonlijst Verkort kiezen Zodra u de nummers in de telefoonlijst hebt opgeslagen, kunt u deze gemakkelijk bellen. Nummers voor verkort kiezen toekennen 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Verkort kiezen en druk op de functietoets Kies. 3. Selecteer de toets die u voor het verkort kiezen wilt gebruiken (de toetsen t/m ) en druk op de functietoets OK. Opmerking: Als aan de betreffende toets al een nummer is toegekend, wordt de functietoets OK vervangen door de functietoets Opties. Ga naar stap 6. 4. Kies de gewenste contactpersoon uit de lijst en druk op de functietoets Kies. 5. Zijn er meer nummers, druk dan op de toets of om het gewenste nummer te selecteren en druk op de functietoets Kies. 6. Nadat u aan de betreffende toets een nummer hebt toegewezen, zijn de volgende opties beschikbaar. Wijzigen: hiermee kunt u aan de toets een ander nummer toekennen. Telefoonlijst Alles wissen: alle nummers worden gewist. Aan geen enkele toets is dan meer een nummer toegewezen. Nummer: hiermee kunt u zien welk nummer aan de toets is toegewezen. 7. Als u klaar bent, drukt u op de toets of . Verkort kiezen via de telefoonlijst Om de nummers te bellen die aan de toetsen t/m zijn toegewezen, houd u de betreffende toets ingedrukt. Opmerking: Geheugenplaats 1 is gereserveerd voor het telefoonnummer van uw Voice Mail server. Geheugenstatus controleren U kunt controleren hoeveel namen en nummers er zijn opgeslagen in de telefoonlijst (geheugens van SIM-kaart en telefoon) en hoeveel vrije locaties er nog over zijn. 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Kies de optie Geheugenstatus. 3. Druk op de toets of om het aantal vrije geheugenlocaties op de kaart en in de telefoon te bekijken. Wissen: het nummer wordt gewist, zodat geen nummer meer aan de toets is toegewezen. 40 41 Tekst intoetsen Tekst intoetsen U zult regelmatig tekst willen intoetsen, bijvoorbeeld als u een naam in de telefoonlijst wilt opnemen, uw eigen welkomtekst wilt maken of afspraken in de agenda wilt zetten. Daarom kunt u met de toetsen van de telefoon ook letters en andere tekens ingeven. Tekstinvoerstand wijzigen Wanneer u in een scherm staat waarin u letters wilt intoetsen, ziet u in het display de tekstinvoerstand. Indicatie tekstinvoerstand HALLO Uw telefoon beschikt over een aantal standen waarmee u tekst in kunt voeren: • T9 stand In deze stand kunt u door slechts één toets per letter in te toetsen woorden ingeven. Aan iedere toets op het toetsenbord zijn verschillende letters toegewezen. Met de toets kunt u de letters J, K en L maken. In de T9 stand worden de tekens die u intoetst, automatisch vergeleken met een ingebouwd linguïstisch woordenboek en wordt het meest waarschijnlijke woord automatisch aangevuld, zodat u vaak minder toetsen nodig hebt dan bij gebruik van de normale standen voor hoofdletter en kleine letters. • Standen voor hoofdletters en kleine letters Hiermee kunt u hoofdletters of kleine letters intoetsen door de toets waarop de gewenste letter staat aangegeven één, twee, drie of vier keer in te drukken tot de gewenste letter wordt getoond. • Tekens Opties Wilt u...Ò Druk dan op de functietoets totdat... T9 stand wordt getoond. Zie pagina 44. Hoofdletters A wordt getoond. Zie pagina 45. Kleine letters a wordt getoond. Zie pagina 45. Cijfers 1 wordt getoond. Zie pagina 47. Tekens wordt getoond. Zie pagina 47. In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen. • Cijfers In deze stand kunt u cijfers intoetsen. 42 43 Tekst intoetsen Tekst intoetsen T9 stand Met de voorspellende T9 tekstinvoerstand kunt u tekens intoetsen met een enkele toetsdruk. Deze invoerstand werkt met een ingebouwd woordenboek. 1. Zorg ervoor dat de tekstinvoerstand T9 aan staat en begin met de toetsen t/m het woord in te toetsen. Voor iedere letter hoeft u de toets maar één keer aan te slaan. Voorbeeld: Om in de stand T9 HALLO in te geven,drukt u op de toetsen , , , en . Het woord dat u ingeeft verschijnt in het display. Het kan bij iedere nieuwe toetsaanslag veranderen. 2. Voordat u letters kunt wijzigen of wissen, moet u het hele woord intoetsen. 3. Is het woord juist, ga dan verder met het volgende woord. Wilt u wijzigingen aanbrengen, druk dan zo vaak als nodig op , of voor alternatieve woorden voor de door u ingegeven letters. Voorbeeld: Zowel OF en ME worden gemaakt met de toetsen , . De telefoon toont het meest gebruikte woord eerst. 4. Sluit ieder woord af met een spatie ( ). • Voor een punt, streepje of apostrof, drukt u op de toets . De T9 stand maakt gebruikt van grammaticaregels om ervoor te zorgen dat het juiste leesteken wordt gekozen. Voorbeeld: wordt twee keer gebruikt om twee leestekens te tonen. • Om in de T9 stand tussen hoofd- en kleine letters te wisselen, gebruikt u de toets . • U kunt de cursor ook verplaatsen met de toetsen en . Druk op de toets om letters te wissen. Houd de toets even ingedrukt om alle letters te wissen. Standen voor hoofdletters/kleine letters Met de toetsen intoetsen. t/m kunt u tekst 1. Druk op de toets met de letter die u wilt invoeren: - Eén keer voor de eerste letter - Twee keer voor de tweede letter - Enz. 2. Voer de resterende letters op dezelfde wijze in. Opmerking: Als u op een andere toets drukt, schuift de cursor een positie naar rechts. Als u twee keer dezelfde letter invoert (of een andere letter van dezelfde toets), wacht dan enkele seconden. De cursor gaat dan automatisch een positie verder. • Om een woord in te toetsen dat niet is gevonden in de T9 stand, kiest u de tekstinvoerstand voor hoofdletters of kleine letters. 44 45 Tekst intoetsen Tekst intoetsen Zie onderstaande tabel voor meer informatie over de tekens die met de toetsen kunnen worden ingegeven. Toets Speciale tekens intoetsen Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en symbolen in een tekstbericht invoegen. Tekens in de weergegeven volgorde Hoofdletters Kleine letters Spatie OK Met de navigatietoetsen gaat u naar het gewenste teken of symbool. Vervolgens drukt u op de functietoets OK om dit in uw bericht in te voegen. • Voor het invoegen van een spatie drukt u op de toets . Stand voor cijfers • U kunt de cursor ook verplaatsen met de toetsen en . Om letters te wissen, drukt u op de toets . Houd de toets even ingedrukt om alle letters te wissen. In de cijferstand kunt u in een tekstbericht cijfers intoetsen door de betreffende cijfertoetsen in te drukken (bijvoorbeeld een telefoonnummer). Druk op de toetsen waarop de door u gewenste cijfers voorkomen en ga daarna eventueel terug naar de gewenste tekstinvoerstand. 46 47 Tijdens gesprek beschikbare opties Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook tijdens een gesprek kunt gebruiken. Gesprek in de wacht zetten U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt, kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u tussen beide gesprekken heen en weer schakelen. Druk op de functietoets Wacht als u een gesprek in de wacht wilt zetten. Zodra u weer terug wilt gaan naar dat gesprek, drukt u op de functietoets Haal op. Via de volgende stappen begint u tijdens een gesprek een tweede gesprek. 1. Geef het telefoonnummer in van degene die u wilt bellen of zoek dit op in de telefoonlijst. 2. Druk op de toets om dit nummer te bellen. Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de wacht gezet. Een tweede manier om dit te doen is de volgende: 1. Druk op de functietoets Wacht om het huidige gesprek in de wacht te zetten. 2. Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de persoon die u tegelijkertijd wilt spreken. Druk op de functietoets Wissel om tussen beide gesprekken te switchen. Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en het in de wacht gezette gesprek wordt weer opgehaald, zodat u het gesprek met die persoon kunt voortzetten. Bij elk van de gesprekken drukt u op de toets als u dat gesprek wilt beëindigen. 48 Tijdens gesprek beschikbare opties Microfoon uitschakelen U kunt de microfoon tijdelijk uitschakelen, zodat de persoon aan de andere kant van de lijn u niet kan horen. Voorbeeld: U wilt even iets zeggen tegen iemand die bij u in de ruimte zit, zonder dat de persoon met wie u aan het telefoneren bent dat kan horen. Zo schakelt u de microfoon tijdelijk uit: 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk indien nodig op de toets Micr. uit te accentueren. om de optie 3. Druk op de functietoets OK. De persoon aan de andere kant van de lijn kan u nu niet meer horen. Zo zet u de microfoon weer aan: 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk indien nodig op de toets Micr. aan te accentueren. om de optie 3. Druk op de functietoets OK. Nu kan de persoon met wie u verbonden bent u weer horen. 49 Tijdens gesprek beschikbare opties Tijdens gesprek beschikbare opties Toetstonen in- en uitschakelen SMS diensten Met deze opties bepaalt u of u bij het indrukken van toetsen een toontje hoort. Als de optie DTMF uit is gekozen, maakt uw telefoon geen geluid wanneer een toets wordt ingedrukt. Op die manier hoort u geen storende piepjes wanneer u tijdens een gesprek toetsen indrukt. Als tijdens een gesprek een SMS-bericht (Short Message Service) binnenkomt, knippert op het display het berichtsymbool ( ). Door SMS Service te kiezen, kunt u van deze optie gebruik maken. Opmerking: Als u verbinding maakt met antwoordapparaten of computergestuurde telefoonsystemen moet u de optie DTMF aan selecteren. Een nummer opzoeken in de telefoonlijst U kunt tijdens een gesprek een nummer in de telefoonlijst opzoeken. 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk op de toets te selecteren. om de optie Telefoonlijst 3. Druk op de functietoets OK. U ziet nu een overzicht van de telefoonlijst, gesorteerd op alfabetische volgorde. 4. U kunt nu door de lijst bladeren of de eerste letters van de naam die u zoekt ingeven. U gaat dan direct naar de eerste naam die overeenstemt met de door u ingetoetste beginletters. Deze naam is geaccentueerd weergegeven. 5. Druk op de functietoets Kies om de geaccentueerde naam te bekijken. Zie pagina 33 voor meer informatie over het gebruik van de telefoonlijst. 50 Lezen: hiermee kunt u ontvangen berichten lezen. Schrijven: hiermee kunt u berichten maken. Zie pagina 60 voor meer bijzonderheden over SMS berichten. Een tweede oproep beantwoorden (wisselgesprek) Als uw provider deze service aanbiedt en als u Wisselgesprek (Menu 6.3) op Activeren hebt ingesteld (zie pagina 99), kunt u tijdens een gesprek een tweede binnenkomend gesprek beantwoorden. U hoort dat er een gesprek binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor een wachtend gesprek. Voer de volgende stappen uit als u het binnenkomende gesprek wilt beantwoorden. 1. Druk op de toets om het tweede gesprek te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de wacht gezet. 2. Druk op de functietoets Wissel om tussen beide gesprekken te switchen. Als u een in de wacht gezet gesprek wilt beëindigen, druk dan op de functietoets Opties en kies daarna de optie Stop wacht. 3. Druk op de toets wilt beëindigen. als u het huidige gesprek 51 Tijdens gesprek beschikbare opties Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen) “Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen genoemd) is een dienst die door diverse providers geboden wordt, waarbij maximaal zes personen tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw provider. Een multiparty-gesprek starten 1. Bel op de normale wijze de eerste gespreksdeelnemer. 2. Bel op dezelfde wijze ook de tweede gespreksdeelnemer. Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de wacht gezet. Tijdens gesprek beschikbare opties 3. Kies de optie Privé. Nu kunt u een privégesprek met de gekozen deelnemer voeren. De overige multipartydeelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven spreken. 4. Druk op de functietoets Opties en kies daarna Deelnemen als u weer naar het multipartygesprek wilt gaan. Nu kunnen alle multiparty-gesprekspartners elkaar horen. Een deelnemer verwijderen 1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie Kies deelnemer. 3. Druk op de functietoets Opties en kies dan de optie Deelnemen om de eerste deelnemer aan het multiparty-gesprek toe te voegen. Vervolgens verschijnt een overzicht van de deelnemers aan het gesprek. 4. Om een volgende deelnemer aan het multipartygesprek toe te voegen, belt u die op de normale wijze. Vervolgens drukt u op de functietoets Opties en kiest u de optie Deelnemen. 2. Druk op de toets of om de gewenste persoon te kiezen en daarna op de functietoets Kies of de toets . Om binnenkomende gesprekken aan de multiparty toe te voegen, beantwoordt u het binnenkomende gesprek en drukt u achtereenvolgens op Opties en Deelnemen. Herhaal dit zo vaak als u wilt. Privégesprek met één van de deelnemers 1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie Kies deelnemer. 3. Kies nu Verwijderen. De verbinding met de gekozen gespreksdeelnemer wordt verbroken, maar u kunt met alle andere deelnemers blijven spreken. 4. U beëindigt het multiparty-gesprek door de telefoon dicht te klappen of door het indrukken van de toets . Vervolgens verschijnt een overzicht van de deelnemers aan het gesprek. 2. Druk op de toets of om de gewenste persoon te kiezen en daarna op de functietoets Kies of de toets . 52 53 Het menu Het menu Naar menufunctie via sneltoets Uw telefoon biedt u een groot aantal functies waarmee u de telefoon op uw eisen en wensen kunt afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in menu’s en submenu’s. U kunt de menu's op twee manieren selecteren. Naar menufunctie bladeren Voorbeeld: De optie Taalkeuze openen. 1. Druk in de standby stand op de functietoets Menu om in het menu te komen. 2. Ga met de toets of naar het gewenste hoofdmenu, bijvoorbeeld Telefoonopties. Druk op de functietoets Kies of op de toets om in het menu te komen. 3. Als het menu submenu’s bevat, zoals het menu Taalkeuze, kunt hier met de toets of naar toe, waarna u op de functietoets Kies drukt. Als het menu dat u heeft gekozen meer opties bevat, kunt u hier op dezelfde wijze naar toe. 1. Druk op de functietoets Menu. 2. Druk op 3. Druk op voor het menu Telefoonopties. voor Taalkeuze. De beschikbare talen worden direct getoond. Opmerking: Op pagina 56 vindt u een overzicht met alle menu-items en de daarbij behorende nummers. Het is mogelijk dat deze nummers niet overeenstemmen met de menunummers op uw telefoon, omdat deze afhankelijk zijn van de diensten die uw SIM-kaart ondersteunt. Druk dan op... Overzicht menufuncties Door het menu bladeren De toets of of de toetsen en links op de telefoon. De volgende illustratie toont de beschikbare menustructuur, inclusief: De gekozen instelling bevestigen De functietoets Kies of de toets . Naar het vorige menu teruggaan De functietoets toets . Het menu verlaten zonder instellingen aan te passen De toets 4. U wilt... 54 De diverse menu onderdelen (menu- en submenu opties) zijn genummerd en via het betreffende nummer snel te benaderen. Het nummer van de sneltoets vindt u rechtsonder in het display naast de functietoets . Druk op de functietoets Menu en geef het gewenste nummer in. . of de • De nummers die aan de opties zijn toegewezen • De pagina waarop u een beschrijving van de betreffende functie kunt vinden Opmerking: Als u gebruik maakt van een SIM AT-kaart met extra mogelijkheden, verschijnt het SIM AT menu (8) pas als u op de functietoets Menu drukt. Kijk voor meer informatie in de documentatie van de SIM-kaart. 55 Het menu Het menu 1. Berichten (zie pagina 60) 1.1 Lezen 1.1.1 Ontvangen 1.1.2 Verzonden 1.2 Schrijven 1.3 Standaardberichten 1.4 Instellingen 1.4.1 Instelling 1* 1.4.2 Instelling 2* 1.4.3 Instelling 3* 1.4.4 Standaard 1.5 Info-berichten 1.5.1 Ontvangen bericht lezen 1.5.2 Ontvangen 1.5.3 Kanalen 1.5.4 Taalkeuze 1.6 Voice Mail 1.6.1 Verbinden met Voice Mail 1.6.2 Telefoonnr Voice Mail 1.7 Voorkeuren 1.7.1 EMS melodie 1.7.2 EMS afbeelding 1.7.3 EMS filmpje 1.8 Geheugenstatus 1.8.1 SIM geheugen 1.8.2 Telefoongeheugen 1.8.3 Info-berichten geheugen 2. Oproepenlijst 2.1 2.2 2.3 2.4 (zie pagina 69) Gemist Ontvangen Uitgaand Gesprektellers 2.4.1 Laatste oproep 2.4.2 Alle uitgaande oproepen 2.4.3 Alle inkomende oproepen 2.4.4 Nulstellen * Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 56 2. Oproepenlijst (vervolg) 2.5 Kostentellers* 2.5.1 Kosten laatste oproep 2.5.2 Totale kosten 2.5.3 Max. kosten 2.5.4 Nulstellen 2.5.5 Max. kosten instellen 2.5.6 Prijs per eenheid 3. Geluidopties (zie pagina 72) 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 Beltoon Belvolume Type belsignaal Toetstoon Bericht signaal 3.5.1 SMS toon 3.5.2 Info-bericht toon 3.6 Andere tonen 3.6.1 Fouttoon 3.6.2 Minutenteller 3.6.3 Verbindingstoon 4. Telefoon opties (zie pagina 76) 4.1 Infrarood aan 4.2 Gebruikersinstellingen 4.2.1 Achtergrond 4.2.2 Kleurenschema 4.2.3 Menu-instelling 4.3 Begroeting 4.4 Eigen nummer 4.5 Taalkeuze * Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 57 Het menu Het menu 4. Telefoonopties (vervolg) 4.6 Beveiliging 4.6.1 PIN-controle 4.6.2 PIN wijzigen 4.6.3 Toestel blokkeren 4.6.4 Wachtwoord 4.6.5 SIM blokkeren 4.6.6 FDN-modus* 4.6.7 PIN2 wijzigen* 4.7 LCD-scherm instellingen 4.7.1 Contrast 4.7.2 Verlichting 4.7.3 Verlichting autom. 4.7.4 Standby-lampje 4.7.5 Logo provider 4.8 Extra instellingen 4.8.1 Nr. herhalen 4.8.2 Klepje actief 4.8.3 Elke toets antw. 4.9 Sneltoets 4.10 Reset instellingen 5. Organizer (zie pagina 86) 5.1 Agenda 5.2 Actielijst 5.3 Tijd en datum 5.3.1 Klok instellen 5.3.2 Datum instellen 5.3.3 Wereldtijd 5.3.4 Tijdformaat 5.4 Alarm 5.5 Calculator 5.6 Valutabeurs * Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 58 6. Netwerkdiensten (zie pagina 95) 6.1 Doorschakelen 6.1.1 Alles doorschakelen 6.1.2 In gesprek 6.1.3 Neemt niet op 6.1.4 Buiten bereik 6.1.5 Alles opheffen 6.2 Blokkeren 6.2.1 Alle uitgaande 6.2.2 Internationaal 6.2.3 Internationaal behalve NL 6.2.4 Alle inkomende 6.2.5 Inkomend buiten bereik 6.2.6 Alles opheffen 6.2.7 Wachtwoord 6.3 Wisselgesprek 6.3.1 Spraak 6.3.2 Data 6.3.3 Alles opheffen 6.4 Netwerk kiezen 6.4.1 Automatisch 6.4.2 Zelf zoeken 6.5 Nr.weergave 6.5.1 Standaard 6.5.2 Nr. verbergen 6.5.3 Nr. zenden 6.6 Gebr.groepen 6.6.1 Groepen 6.6.2 Buiten groep OK 6.6.3 Standaardgroep 6.6.4 Uitzetten* 6.7 Bandkeuze 7. Amusement (zie pagina 104) 7.1 Spelletjes 7.2 WAP browser 7.3 Downloads 7.3.1 Spelletjes en meer 7.3.2 Geluiden 7.3.3 Afbeeldingen 7.3.4 DNS Instellingen * Verschijnt alleen als de functie gesloten gebruikersgroep aan staat. 59 Berichten Berichten De meeste providers bieden de mogelijkheid tot het versturen van SMS berichten (Short Message Service). Voor zover uw provider deze diensten aanbiedt, kunnen berichten als tekst, per fax, per e-mail en via oproepsystemen worden verzonden. Om berichten per telefoon te versturen, moet u weten wat het SMS-nummer van uw provider is. Als het symbool verschijnt, hebt u een of meer nieuwe tekstberichten ontvangen. Als het geheugen vol is, verschijnt er een melding en kunt u geen nieuwe berichten meer ontvangen. Gebruik de optie Wissen in het menu Lezen (Menu 1.1) voor het verwijderen van oude berichten. Lezen (Menu 1.1) Er zijn twee postvakken voor berichten beschikbaar: Ontvangen: voor het bewaren van ontvangen berichten. Verzonden: voor het bewaren van verstuurde/te versturen berichten. Een bericht lezen 1. Ga naar het gewenste postvak en druk op de functietoets Kies. De lijst met berichten in het postvak wordt getoond, met daarbij de afzender of telefoonnummer en naam van de ontvanger (indien deze informatie in uw telefoonlijst is opgeslagen). 2. Selecteer het gewenste bericht en druk op de functietoets Kies om de inhoud van het bericht te bekijken. 60 3. Gebruik de toets heen te lopen. of om door het bericht Met de functietoets Opties kunt u de volgende opties kiezen. Wissen: verwijderen van oude berichten. Beantwoorden (alleen ontvangen berichten): antwoorden door middel van een tekstbericht. U kunt ook het SMS-nummer veranderen (indien nodig). Terugbellen (alleen ontvangen berichten): om de afzender terug te bellen. Nr. bewerken: om een telefoonnummer uit een bericht te halen, zodat u het kunt bellen of in de telefoonlijst kunt opslaan. Verzenden: bericht verzenden dat u bewaard of ontvangen hebt. Meer informatie over het intoetsen van een naam vindt u op pagina 62. Wijzigen: hiermee kunt u berichten wijzigen. Objecten selecteren: hiermee kunt u eventuele geluiden of afbeeldingen uit het bericht in uw telefoon opslaan. Deze kunt u vervolgens weer meesturen met een nieuw bericht. Voor meer informatie, zie pagina 63. Opmerking: Afhankelijk van de berichtstatus (Nieuw, Oud, Nt verz. of Verzond.) verschillen de beschikbare opties. 61 Berichten Schrijven Berichten (Menu 1.2) Met dit menu kunt u een tekstbericht schrijven en verzenden. Opmerking: U heeft de beschikking over 918 posities. Als u aan uw bericht een afbeelding of geluid toevoegt, wordt het aantal beschikbare posities lager. Eenvoudig SMS tekstbericht maken 1. Stel uw bericht samen. Opmerking: Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 42. 2. Als u klaar bent met het ingeven van uw bericht, drukt u op de functietoets Opties. De volgende opties zijn beschikbaar: Verzenden: om een geselecteerd bericht te verzenden. Na verzending wordt het bericht verwijderd. Verz.+Opslaan: het bericht opslaan en het vervolgens versturen naar het gewenste telefoonnummer (zie hierboven onder "Verzenden"). Met de optie Lezen kunt u het bericht in het postvak Verzonden lezen. Opslaan: om het bericht op te slaan en pas later te versturen. Met de optie Lezen kunt u het bericht in het postvak Verzonden lezen. Meer informatie over de opties Tekst formatteren, Objecten toevoegen, Standaardbericht toevoegen en Taal vindt u op pagina 63. 3. Selecteer Verzenden of Verz.+Opslaan en druk op de functietoets Kies. 62 Als u het bericht alleen wilt opslaan, selecteert u Opslaan. Na het bericht te hebben opgeslagen, gaat de telefoon terug naar het menu Berichten. 4. Geef het gewenste nummer in en druk op de functietoets OK. Het bericht wordt verzonden. Een bericht samenstellen met gebruikmaking van de opties 1. Stel uw bericht samen. 2. Druk op de functietoets Opties. 3. Kies zo nodig met de toetsen en een vervolgoptie en druk ter bevestiging op de functietoets Kies. Tekst formatteren: hiermee kunt u de lay–out van uw tekst aanpassen. Bij Grootte kunt u kiezen uit Normaal, Groot en Klein. Onderstreept en Doorgehaald kunt u selecteren door deze opties AAN of UIT te zetten. U kunt meerdere opties tegelijk selecteren. Objecten toevoegen: hiermee kunt u een beltoon, melodie, afbeelding of animatiefilmpje aan uw bericht toevoegen. Selecteer de categorie waartoe het object dat u wilt toevoegen behoort. Bij iedere categorie kunt u kiezen voor een van de standaarditems of een item dat u bijvoorbeeld via internet gedownload hebt of via een bericht hebt ontvangen. Standaardbericht toevoegen: hiermee kunt u voor uw bericht een van de standaardberichten gebruiken. Selecteer via het menu Standaardberichten (Menu 1.3) een van de vijf standaardberichten. Voor meer informatie, zie pagina 64. Taal: hiermee kunt u instellen welke taal in de T9 tekstinvoerstand moet worden gebruikt. Selecteer de gewenste taal. 4. Maak het bericht af en verzend het of sla het op zoals beschreven bij stap 2 op pagina 62. 63 Berichten Berichten Standaardberichten (Menu 1.3) Met dit menu kunt u vijf berichten invoeren die u vaak gebruikt. Blader met de toetsen en door de lijst. Zodra het gewenste bericht wordt getoond, drukt u op de functietoets Opties. Wijzigen: hiermee kunt u een nieuw bericht schrijven of het geselecteerde bericht wijzigen. Opmerking: Meer informatie over het intoetsen van tekst vindt u op pagina 42. Verzenden: hiermee kunt u het geselecteerde bericht terughalen. Als het bericht klaar is, kunt u het versturen, opslaan en versturen of alleen opslaan. Meer informatie over het verzenden van berichten vindt u op pagina 62. Standaard SMS instellingen: hier kunt u het standaard berichttype (tekst, fax, e-mail en oproepsystemen) instellen. De provider kan de berichten in het gekozen formaat omzetten. Standaard geldigheid: hier kunt u instellen hoe lang uw provider het bericht moet bewaren als hij het niet meteen kan doorsturen. Naam instellen: om een naam toe te kennen aan de groep die u aan het instellen bent. Standaard: u kunt kiezen uit vier mogelijkheden: Antwoordpad: de ontvanger van uw SMS-bericht kan u een antwoord sturen via de provider, als deze optie door het netwerk wordt aangeboden. Wissen: om een geselecteerd bericht te wissen. U kunt het wissen bevestigen door op de functietoets Ja te drukken. Ontv.bevest.: hier kunt u de functie voor ontvangstbevestiging in- en uitschakelen. Als deze functie is ingeschakeld, krijgt u van de provider te horen of uw bericht al dan niet verstuurd is. Instellingen Drager kiezen: hier kunt u kiezen tussen GSM en GPRS. (Menu 1.4) Met dit menu kunt u standaardgegevens voor de SMS-functie opgeven. Een groep bestaat uit een aantal instellingen die nodig zijn om berichten te versturen. Het aantal beschikbare groepen is afhankelijk van de capaciteit van uw SIM-kaart. Instelling x (waarbij x het nummer van de groep is): iedere groep heeft een eigen submenu. Wap-info: hier kunt u aangeven of u al dan niet Web-berichten van de server wilt ontvangen. Selecteer Nooit als u geen berichten wilt ontvangen, Altijd als u alle berichten wilt ontvangen en Alleen specifiek SMS-C als u alleen berichten van een bepaalde SMS centrale wilt ontvangen. SMS-service: om het SMS-nummer voor het versturen van berichten op te slaan of te wijzigen. U krijgt dit nummer van uw provider. 64 65 Berichten Info-berichten Berichten (Menu 1.5) Taalkeuze: om te kiezen in welke taal de berichten op het display verschijnen. Netwerkservice voor het ontvangen van berichten over verschillende onderwerpen, zoals weer of verkeer. Berichten verschijnen meteen nadat ze ontvangen zijn, mits: Neem voor meer informatie contact op met uw provider. • De telefoon in de standby-stand staat Voice Mail (Menu 1.6) • De optie Ontvangen op Activeren staat • Het berichtkanaal op dat moment actief is in de kanaallijst Met dit menu kunt u snel in uw voice-mailbox komen (als deze door uw provider wordt aangeboden). De volgende opties zijn beschikbaar: De volgende opties zijn beschikbaar: Ontvangen bericht lezen: lezen van het eerste bericht. Niet opslaan toont de berichten van het netwerk, maar deze worden gewist zodra de telefoon wordt uitgezet. Met de toetsen en kunt u het gehele bericht bekijken. Terwijl u een bericht leest, kunt u op de functietoets Opslaan drukken om het bericht in het postvak Bewaren vast te leggen, zodat u het later nog eens kunt lezen. Verbinden met Voice Mail: voordat u deze functie kunt gebruiken moet u het voice-server nummer invoeren dat u van uw provider hebt gekregen (zie menu 1.6.2). Vervolgens kunt u deze optie kiezen en op de functietoets OK drukken om uw berichten te beluisteren. Ontvangen: om het ontvangen van berichten in of uit te schakelen. Telefoonnr Voice Mail: u kunt het nummer van de voice-mail server zo nodig wijzigen. Kanalen: hier kunt u aangeven van welke kanalen u info-berichten wilt ontvangen. De volgende opties zijn beschikbaar: U wilt... Druk dan op... Server nummer invoeren De juiste cijfertoetsen. Cijfer herstellen De toets Kiezen: aan- of uitzetten van kanalen in de lijst door deze te (de)markeren (voor het gekozen kanaal verschijnt een vinkje). Toevoegen: voor het toevoegen van een nieuwe kanaal-ID en kanaalnaam. Wissen: om een kanaal uit de lijst te verwijderen. Wijzigen: voor het wijzigen van een kanaal-ID en kanaalnaam van een bestaand kanaal. 66 Om snel verbinding te krijgen met de voice mail server, houdt u de toets ingedrukt. Cursor naar links/ De toets rechts verplaatsen zonder het cijfer te wissen . of . Opmerking: Voice Mail is een netwerkdienst. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. 67 Berichten Oproepenlijst Voorkeuren (Menu 1.7) Nadat u objecten (afbeeldingen, melodieën, etc.) die u bij berichten hebt ontvangen in uw telefoon heeft opgeslagen, kunt u deze met de keuze Objecten selecteren (zie pagina 61) in dit menu bekijken. U kunt de objecten in dit menu verwijderen door op de functietoets Wissen te drukken. U kunt objecten naar anderen doorsturen door deze bij een bericht op te nemen en u kunt ze gebruiken als beltoon of achtergrond. Met dit menu kunt u de volgende oproepen bekijken: • Gemist • Ontvangen • Uitgaand Opmerking: Door in de standby-stand op te drukken, krijgt u toegang tot alle drie de soorten oproepen. Gemist (Menu 2.1) Er zijn drie categorieën met objecten: Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde gesprekken bekijken. • EMS melodie • EMS afbeelding • EMS filmpje Geheugenstatus (Menu 1.8) Via dit menu kunt u nagaan hoeveel berichten er zijn opgeslagen op de SIM-kaart, in de telefoon en in het geheugen met info-berichten. Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd waarop de oproep werd gedaan. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u: • Het nummer wijzigen en draaien of het in de telefoonlijst opslaan • Het nummer uit de lijst verwijderen Ontvangen (Menu 2.2) Met deze optie kunt de laatste 20 binnengekomen gesprekken bekijken. Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd waarop de oproep werd ontvangen. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u: • Het nummer wijzigen en draaien of het in de telefoonlijst opslaan • Het nummer uit de lijst verwijderen 68 69 Oproepenlijst Uitgaand Oproepenlijst (Menu 2.3) Kostentellers* (Menu 2.5) Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde nummers zien. Met deze netwerkfunctie kunt u de gesprekskosten bekijken. Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd waarop de oproep werd gedaan. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u: De volgende opties zijn beschikbaar: • Het nummer verwijderen • Het nummer wijzigen en in de telefoonlijst opslaan Gesprektellers (Menu 2.4) Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en binnengekomen gesprekken bekijken. De volgende tellers zijn beschikbaar: Laatste oproep: duur van het laatste gesprek. Alle uitgaande oproepen: duur van alle gevoerde gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Alle inkomende oproepen: duur van alle binnengekomen gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Kosten laatste oproep: kosten van het laatste gesprek. Totale kosten: totale kosten van alle gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Als de totale kosten de maximumkosten, instelbaar met de optie Max. kosten instellen, overschrijden, kunt u geen gesprekken meer voeren tot u de teller op nul hebt gezet. Max. kosten: maximale kosten, ingesteld met de optie Max. kosten instellen (zie hieronder). Nulstellen: optie voor het op nul zetten van de kostenteller. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 112). Daarna drukt u op de functietoets OK. Max. kosten instellen: optie om de maximale kosten voor uw gesprekken in te stellen. Prijs per eenheid: optie voor het instellen van kosten per eenheid. Met deze prijs per eenheid worden de gesprekskosten berekend. Nulstellen: voor het opnieuw instellen van de gesprekteller. U moet eerst het wachtwoord van uw toestel invoeren (zie pagina 110). Daarna drukt u op de functietoets OK. Opmerking: De werkelijke duur van uw gesprekken op de rekening van uw provider kan iets afwijken, afhankelijk van de netwerkdiensten, afronding van kosten enz. 70 * Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 71 Geluidopties Geluidopties Type belsignaal Via het menu Geluidopties kunt u de volgende instellingen aanpassen: • Melodie beltoon, volume en type belsignaal • Geluiden bij het indrukken van de toetsen, foutieve invoer en bij het ontvangen van berichten Opmerking: Als de telefoon in de Stille modus staat (zie pagina 28), kunt u de geluidopties niet wijzigen. (Menu 3.3) Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u moet waarschuwen bij een binnenkomend gesprek. De volgende opties zijn beschikbaar: Alleen licht: het display licht op, de telefoon gaat niet over en trilt niet. Melodie: de telefoon gaat over met de beltoon die u hebt ingesteld in het menu Beltoon (Menu 3.1); zie pagina 72. Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over. Beltoon (Menu 3.1) Met deze optie kunt u de gewenste beltoon kiezen. U kunt uit een groot aantal verschillende melodieën kiezen. De gekozen melodie wordt enkele seconden afgespeeld. Als u via Internet of het programma EasyGPRS beltonen of melodieën hebt gedownload of deze bij berichten hebt ontvangen, worden deze in de lijst van dit menu opgenomen. Belvolume Toetstoon (Menu 3.4) Met deze optie kunt kiezen welke toon u hoort bij het indrukken van een toets. De volgende opties zijn beschikbaar: UIT: de toetsen geven geen geluid. (Menu 3.2) Met deze optie kunt u het belvolume instellen. U kunt kiezen uit vijf niveaus. Gebruik hiervoor de toetsen en of de toetsen en links op de telefoon. 72 Trillen+melodie: de telefoon trilt drie keer en gaat daarna over. Toon: elke toets maakt een verschillend geluid. Oproeptoon: alle toetsen maken hetzelfde geluid. 73 Geluidopties Bericht signaal Geluidopties (Menu 3.5) Andere tonen (Menu 3.6) Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u waarschuwt bij een binnenkomend bericht. Met deze optie kunt u diverse andere tonen die door de telefoon worden gebruikt ook aanpassen. SMS toon Om een toon... Drukt u... Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u waarschuwt bij een binnenkomend SMS bericht. AAN te zetten Op de functietoets AAN. Voor de optie wordt een vinkje gezet. UIT te zetten Nogmaals op de functietoets UIT. Het vinkje voor de optie verdwijnt. De volgende opties zijn beschikbaar: UIT: de telefoon geeft geen signaal bij een binnenkomend bericht. Alleen lichtsignaal: het standby-lampje aan de bovenkant van de telefoon knippert. Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over. Eén beep: de telefoon gaat één keer over. SMS-toon1~10: de telefoon gaat over met een SMS-toon. Er zijn 10 SMS-tonen beschikbaar. Info-bericht toon Met deze optie kunt u kiezen hoe de telefoon aangeeft dat een nieuw info-bericht is ontvangen. De volgende opties zijn beschikbaar: UIT: de telefoon geeft geen signaal bij een binnenkomend info-bericht. De volgende opties zijn beschikbaar: Fouttoon: met deze optie kunt u instellen of de telefoon een signaal moet geven bij een foutieve ingave. Minutenteller: met deze optie kunt u instellen of de telefoon tijdens een uitgaand gesprek iedere minuut een piepje moet geven om de gespreksduur aan te geven. Verbindingstoon: met deze optie kunt u aangeven of de telefoon een signaal moet geven als de gebelde persoon opneemt. Alleen lichtsignaal: het standby-lampje aan de bovenkant van de telefoon knippert bij een binnenkomend info-bericht. Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over. Eén beep: bij een binnenkomend info-bericht gaat de telefoon één keer over. Infobericht toon1~10: de telefoon geeft het hier ingestelde signaal. U kunt kiezen uit 10 Infobericht tonen. 74 75 Telefoon opties Telefoon opties Gebruikersinstellingen U kunt de instelling van veel functies op uw telefoon aan uw eigen voorkeur aanpassen. U roept deze functies op via het menu Telefoon opties. Infrarood aan (Menu 4.1) (Menu 4.2) U kunt de afbeelding op de achtergrond en het in het display gebruikte kleurenschema aan uw voorkeuren aanpassen. Achtergrond Met deze functie kunt u via de infraroodpoort van uw telefoon data en faxberichten verzenden en ontvangen. Om de infraroodverbinding te kunnen gebruiken, moet u het volgende doen: Met deze optie kunt u de afbeelding kiezen die in de stand-by stand als achtergrond wordt gebruikt. • De IrDA-compatibele infraroodpoort van uw pc configureren en aanzetten. 1. Blader met de toets afbeeldingen. • De infraroodfunctie van uw telefoon aanzetten. Het IrDA symbool ( ) verschijnt op de bovenste regel van het display. • Zorg ervoor dat de infraroodpoort van uw telefoon in één lijn ligt met de infraroodpoort van uw pc. 15 Infraroodpoort Infraroodpoort U kunt de afbeelding als volgt wijzigen: of door de lijst met U kunt kiezen uit een aantal standaard afbeeldingen. U kunt echter ook een blanco achtergrond kiezen of een afbeelding die u via Internet of het programma EasyGPRS hebt gedownload. 2. Als de door u gewenste afbeelding gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Kies. De geselecteerde afbeelding wordt getoond. 3. Wilt u deze afbeelding als achtergrond selecteren, druk dan op de functietoets Kies. Kleurenschema U kunt nu tussen de pc en uw telefoon gegevens verzenden. Als binnen 30 seconden nadat de infraroodfunctie is aangezet geen communicatie plaatsvindt, wordt de infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld. Opmerking: U bereikt de beste resultaten wanneer u gebruik maakt van de met uw SGH-S100 meegeleverde datakabel. 76 U kunt het kleurenschema dat in het display voor de verschillende items zoals tekst, functietoetsen, menunamen en symbolen wordt gebruikt, aanpassen. U kunt kiezen uit vijf verschillende kleurenschema’s. Kies het gewenste kleurenschema en druk op de functietoets Kies en vervolgens op de functietoets OK om uw keuze te bevestigen. 77 Telefoon opties Telefoon opties Taalkeuze Menu-instelling Met deze optie kunt u instellen hoe het menu wordt weergegeven. U kunt kiezen tussen Normaal en Achtergrond. Begroeting Hier kunt u de displaytaal kiezen. Als de taalkeuze op Automatisch is ingesteld, wordt automatisch de taal van de SIM-kaart gekozen. (Menu 4.3) Beveiliging Met deze optie kunt u kort een begroeting laten verschijnen bij het aanzetten van de telefoon. De huidige begroeting wordt getoond. U wilt... Druk dan op... Bestaande begroeting wissen De toets en houd deze ingedrukt tot het bericht is verwijderd. Nieuwe begroeting invoeren De juiste alfanumerieke toetsen. Een andere tekstinvoerstand te kiezen De functietoets . Zie pagina 42 voor meer informatie over het intoetsen van tekst. Eigen nummer (Menu 4.4) Hiermee kunt u: • Namen toekennen aan uw eigen nummers die op de SIM-kaart zijn opgeslagen • Namen en nummers wijzigen Deze functie is een geheugensteuntje dat u kunt gebruiken om uw eigen telefoonnummers te controleren. Wijzigingen die u hier aanbrengt, worden niet doorgevoerd op uw SIM-kaart. 78 (Menu 4.5) (Menu 4.6) Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van uw telefoon beperken tot: • Door u gekozen personen • Door u gekozen soorten gesprekken De functies van uw telefoon kunt u via verschillende codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in de volgende hoofdstukken beschreven (zie tevens de pagina’s 110-113). PIN-controle Als de PIN-controle is ingeschakeld, moet u bij het aanzetten van de telefoon altijd uw PIN-code intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden gebruikt door mensen die uw PIN-code weten. Opmerking: Voordat de PIN-controle uitgeschakeld kan worden, moet u uw PIN-code intoetsen. Wilt u uw PIN -code wijzigen, kijk dan bij menu-optie PIN wijzigen (Menu 4.6.2). De volgende opties zijn beschikbaar: Uitzetten: na het inschakelen is er meteen contact met het netwerk. Aanzetten: bij het inschakelen moet u iedere keer uw PIN-code intoetsen. 79 Telefoon opties Telefoon opties PIN wijzigen SIM blokkeren Met deze functie kunt u uw huidige PIN-code veranderen. De PIN-controle moet dan wel ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN-code intoetsen voordat u een nieuwe PIN-code kunt instellen. Als de functie SIM blokkeren is ingeschakeld, werkt uw telefoon alleen met de huidige SIM-kaart. U moet dan eerst de SIM-code intoetsen. Als u een nieuwe PIN-code hebt ingevoerd, moet u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen. Om de SIM-blokkering op te heffen, moet u de SIM-code invoeren. Toestel blokkeren FDN-modus Als de functie Toestel blokkeren is ingeschakeld, moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een 8-cijferig wachtwoord intoetsen. Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)modus ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald aantal nummers. Dit wachtwoord is in de fabriek ingesteld op “00000000”. Wilt u het wachtwoord van uw telefoon wijzigen, kijk dan hieronder bij Wachtwoord (Menu 4.6.4). Na het invoeren van het wachtwoord kunt u de telefoon gebruiken tot u hem uitzet. De volgende opties zijn beschikbaar: Uitzetten: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen bij inschakeling van de telefoon. Aanzetten: u moet het wachtwoord intoetsen bij inschakeling van de telefoon. Als u de code voor blokkeren hebt ingetoetst, moet u deze ter bevestiging nogmaals invoeren. De volgende opties zijn beschikbaar: Uitzetten: u kunt elk nummer bellen. Aanzetten: u kunt alleen nummers bellen die in de telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet uw PIN2-code intoetsen. Opmerking: Niet alle SIM-kaarten beschikken over PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2 verschijnt deze optie niet. Zie menu-optie PIN2 wijzigen (Menu 4.6.7) hieronder voor het wijzigen van uw PIN2-code. PIN2 wijzigen Wachtwoord Hiermee kunt u uw wachtwoord wijzigen. U moet het huidige wachtwoord ingeven voordat u een nieuw kunt ingeven. Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld op “00000000”. Als u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen. 80 Met deze functie kunt u uw PIN2-code veranderen. U moet uw huidige PIN2-code intoetsen voordat u een nieuwe kunt invoeren. Als u een nieuwe PIN2-code hebt ingetoetst, moet u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen. Opmerking: Niet alle SIM-kaarten beschikken over PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2 verschijnt deze optie niet. 81 Telefoon opties LCD-scherm instellingen Telefoon opties (Menu 4.7) Contrast Met deze optie kunt u het contrast van de LCD-schermen aanpassen, door deze donkerder of lichter te maken. Dit doet u als volgt. 1. Kies het display waarvan u het contrast wilt aanpassen (Hoofd LCD-scherm of Front LCD-scherm) en druk op de functietoets Kies. 2. Wijzig met de toetsen en of de toetsen en links op de telefoon het contrast. 3. Als de instelling naar wens is, drukt u op de functietoets OK. Verlichting Met deze optie kunt u de verlichting aan- of uitzetten. Uitzetten levert een kleine toename van de standby- en beltijd op. Verlichting autom. Met deze optie kunt u instellen hoe lang de verlichting aan blijft. Hoe korter de verlichting aan is, hoe langer de batterij meegaat. De volgende opties zijn beschikbaar: Uitzetten: de instelling die is gekozen bij menuoptie Verlichting (Menu 4.7.2) wordt gebruikt. Zie pagina 82. Aanzetten: de verlichting gaat gedurende een vastgestelde tijdsduur aan. U kunt deze tijdsduur met de cijfertoetsen in uren en minuten instellen. Standby-lampje Met deze optie kunt u instellen of u het standbylampje rechtsboven op de telefoon wilt gebruiken. U kunt uit een aantal kleuren kiezen: rood, groen, blauw, geel, cyaan, violet en wit. Het standbylampje knippert in de gekozen kleur als de telefoon gebruiksklaar is. Als u het standby-lampje niet wilt gebruiken, kunt u dit uitschakelen door UIT te selecteren. De volgende opties zijn beschikbaar: UIT: geen verlichting. Kort: de verlichting gaat aan bij het indrukken van een toets en bij een binnenkomend gesprek en gaat 10 seconden na de laatste toetshandeling weer uit. Lang: de verlichting gaat aan bij het indrukken van een toets en bij een binnenkomend gesprek en gaat 20 seconden na de laatste toetshandeling weer uit. Logo provider Met deze optie kunt u instellen dat in plaats van de naam van de provider zijn logo wordt afgebeeld. AAN: in de standby-stand wordt het provider-logo dat in uw telefoon is opgeslagen getoond. Als geen logo is opgeslagen, wordt de naam van de provider weergegeven. UIT: in de standby-stand wordt de naam van de provider getoond. 82 83 Telefoon opties Telefoon opties Extra instellingen (Menu 4.8) Via dit menu kunt u een aantal opties als Nummer herhalen en Klepje actief aan- en uitzetten. Om een functie... AAN te zetten UIT te zetten Drukt u op... De functietoets AAN. Voor de optie wordt een vinkje gezet. De functietoets UIT. Het vinkje voor de optie verdwijnt. Sneltoets (Menu 4.9) U kunt de navigatietoetsen als sneltoetsen gebruiken. Als ze in de standby-stand worden ingedrukt, kunt u daarmee direct naar een bepaalde menu-optie gaan. U kunt de navigatietoetsen als volgt als sneltoetsen instellen: 1. Selecteer door op de toets of te drukken de toets die u als sneltoets wilt gebruiken en druk daarna op de functietoets Kies. Toets omhoog ( Toets omlaag ( De volgende opties zijn beschikbaar: Toets rechts ( ) Nr. herhalen: als deze optie aan staat, probeert de telefoon na een mislukte poging maximaal 10 keer het laatste nummer opnieuw te bellen. Toets links ( ) Opmerking: De tijd tussen twee pogingen kan variëren. Klepje actief: als deze optie aan staat, hoeft u alleen het klepje van de telefoon te openen om een oproep aan te nemen. Als deze optie niet geselecteerd is, moet u voor het aannemen van een gesprek het klepje openen en op een toets drukken, afhankelijk van de instelling bij Elke toets antw. (zie hieronder). Elke toets antw.: als deze optie geselecteerd is, kunt u een gesprek aannemen door op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de toets en de functietoets Weiger. Om een oproep te weigeren, drukt u op de toets of de functietoets Weiger. Als deze optie niet is geselecteerd, kunt u een gesprek alleen aannemen door op de toets of de functietoets Opnemen te drukken. 84 ) ) 2. Kies door op of te drukken het menu dat u aan de toets wilt toekennen. Opmerking: Als u een toets niet (meer) als sneltoets wilt gebruiken, selecteert u Geen. 3. Druk op de functietoets Kies om uw instelling op te slaan. Reset instellingen (Menu 4.10) U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten in de standaardinstellingen. Dit doet u als volgt. 1. Selecteer de optie Reset instellingen. 2. Voer het juiste 8-cijferige wachtwoord van uw telefoon in en druk op de functietoets OK. Opmerking: Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op “00000000”. Wilt u het wachtwoord wijzigen, kijk dan op pagina 80. 85 Organizer Organizer Met deze functie kunt u: • De kalender bekijken en afspraken bijhouden • Een lijst opstellen met afspraken of acties die u niet mag vergeten • De huidige datum en tijd instellen • Het alarm instellen, zodat de telefoon op een bepaalde tijd overgaat (bijvoorbeeld om u aan een afspraak te herinneren) • De telefoon gebruiken om eenvoudige rekenkundige of wisselkoersbewerkingen uit te voeren Agenda (Menu 5.1) Met de optie Agenda kunt u: • De kalender bekijken • Bij de desbetreffende data agendaregels maken met informatie over afspraken, vergaderingen, verjaardagen, enz. en desgewenst een alarm af laten gaan De kalender bekijken De kalender verschijnt als u het menu Agenda (Menu 5.1) kiest. Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen uit de volgende opties. Alles zoeken: alle ingevoerde agendaregels worden getoond, te beginnen met de oudste. U kunt met de toets of door de agendaregels lopen. Alles wissen: om alle agendaregels te verwijderen. Voordat de agendaregels worden gewist, wordt om een bevestiging gevraagd. Ga naar datum: om direct naar een bepaalde datum te gaan. Afsluiten: hiermee verlaat u de agendafunctie en gaat u terug naar de standby-stand. 86 Agendaregel ingeven Om een agendaregel bij een bepaalde datum aan te maken of te wijzigen, dit doet u als volgt: 1. Kies met de navigatietoetsen de gewenste kalenderdatum. Opmerking: Met de toetsen en links op de telefoon kunt u naar een vorige of volgende maand gaan. 2. Druk op de functietoets Kies. Er verschijnt een leeg scherm waar u uw agendaregel kunt ingeven. 3. Geef uw agendaregel in en druk op de functietoets OK. Opmerking: Zie pagina 42 voor meer informatie over het intoetsen van tekst. U wordt gevraagd of u het alarm wilt instellen. 4. Druk op de functietoets Ja als u wilt dat het alarm op de betreffende dag afgaat. Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets Nee. 5. Indien u op Ja hebt gedrukt, stelt u de tijd voor het alarm in en drukt u op OK. De kleur van de datum wijzigt in groen, wat aangeeft dat voor deze datum een agendaregel is ingevoerd. Agendaregel wijzigen Als u een dag kiest waarvoor een agendaregel is ingegeven, kunt op de functietoets Wijzig drukken om de agendaregel te wijzigen. Opmerking: Zie pagina 42 voor meer informatie over het intoetsen van tekst. 87 Organizer Organizer Als u klaar bent met het wijzigen van de memo, drukt u op de functietoets OK. Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden. 6. Druk op de functietoets OK. Alarm: instellen van het alarm voor een bepaalde dag. Als er al actiepunten in de actielijst zijn opgenomen wanneer u de menu-optie Actielijst (Menu 5.2) selecteert, wordt de inhoud daarvan getoond, inclusief informatie over de status van afhandeling en de prioriteit (drie sterren wil zeggen hoge prioriteit, twee sterren normaal en 1 ster laag). Wissen: verwijderen van de agendaregel. Kopiëren naar: agendaregel kopiëren naar een andere datum en/of tijd. Verplaatsen naar: datum en/of tijd van de agendaregel wijzigen. Actielijst (Menu 5.2) Hiermee kunt u: • Een lijst opstellen met actiepunten of taken die u uit moet voeren • Prioriteit en deadline aan ieder actiepunt toekennen • De bestaande actiepunten op prioriteit en status sorteren Actielijst wijzigen De volgende opties zijn beschikbaar: U wilt... Doe dan het volgende... De details van een bepaald actiepunt bekijken De status van een bepaald actiepunt wijzigen • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Kies. Actielijst maken 1. Druk op de functietoets Nieuw. 2. Geef de eerste actie in. Opmerking: U heeft de beschikking over 40 posities. Zie pagina 42 voor meer informatie over het intoetsen van tekst. 3. Druk op de functietoets OK. 4. Kies met behulp van de toets of de prioriteit (hoog, normaal of laag) en druk op de functietoets Kies. 5. Geef de datum in waarop de actie moet zijn uitgevoerd. Als u geen deadline wilt instellen, drukt u op de functietoets Oversl. 88 Een nieuw actiepunt invoeren Een bestaand actiepunt wijzigen • Selecteer het actiepunt. • Druk op de toets om aan te geven dat het actiepunt op de huidige tijd en datum is afgehandeld. of • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Selecteren • Kies de gewenste status (Afgehandeld of Geannuleerd). • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Nieuw. • Geef de tekst, prioriteit en deadline van het actiepunt in. • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Bewerken. • Wijzig de tekst, prioriteit en eventueel deadline van de actie. 89 Organizer Organizer U wilt... Doe dan het volgende... Bestaande actiepunten op prioriteit en status sorteren Een actiepunt kopiëren • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Sorteren. • Kies het sorteercriterium (Hoog, Laag, Afgehandeld of Geannuleerd). • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Kopiëren. • Wijzig de tekst, prioriteit en eventueel de deadline van het actiepunt. • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Naar agenda kopiëren. • Wijzig de tekst, prioriteit en deadline van het actiepunt en stel eventueel het alarm in. • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Wissen. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Alles wissen. • Druk op OK om dit te bevestigen. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Afsluiten. Een actiepunt naar de agenda kopiëren Een actiepunt wissen Alle actiepunten wissen De actielijst verlaten Tijd en datum (Menu 5.3) Met deze optie kunt u de tijd en datum op het display wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd in 21 grote steden bekijken. De volgende opties zijn beschikbaar: Klok instellen: hier kunt u de huidige tijd instellen. Via de menu-optie Tijd (Menu 5.3.4) kunt u het gewenste formaat instellen. Opmerking: Voordat u de tijd instelt, moet u via de menu-optie Wereldtijd (Menu 5.3.3) de tijdzone instellen. Datum instellen: met deze optie kunt u dag, maand en jaar invoeren. Wereldtijd: met behulp van de toetsen en kunt u de Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd in 21 steden bekijken. In het display verschijnt: • Naam van de stad • Lokale datum en tijd • Tijdsverschil tussen de gekozen stad en uw stad als u de lokale tijd of GMT (standaard) hebt ingesteld (meer informatie vindt u hieronder) Met de volgende procedure geeft u op in welke tijdzone u zich bevindt. 1. Door een of meerdere keren te drukken op de toets of kiest u de stad die correspondeert met uw tijdzone. U ziet nu de lokale datum en tijd. 2. Druk op de functietoets Stel in. Tijdformaat: hier kunt het tijdformaat wijzigen in 24 uur of 12 uur. 90 91 Organizer Alarm Organizer (Menu 5.4) Hiermee kunt u: • Het alarm op een bepaalde tijd af laten gaan • Het alarm op een bepaalde tijd laten afgaan, zelfs als de telefoon op dat moment niet aan staat (De telefoon wordt dan automatisch aangezet. De optie Autopower moet dan ingesteld zijn op Aanzetten.) Om het alarm uit te schakelen als het afgaat, doet u het klepje van de telefoon open en drukt u op de functietoets Stop. Bij het instellen of bekijken van een alarm, zijn de volgende opties beschikbaar als u op de functietoets Opties drukt. Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen. Alarmsignaal ingesteld: om de melodie van het alarm in te stellen. De volgende opties zijn beschikbaar: Eenmalig: het alarm gaat slechts één keer af en wordt daarna uitgeschakeld. Calculator Dagelijks: het alarm gaat iedere dag op dezelfde tijd af. Hiermee kunt u de telefoon als calculator gebruiken. De calculator biedt de basis rekenfuncties: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Wekker: het alarm gaat’s morgens af om u te wekken. Zo stelt u het alarm in: 1. Ga naar het gewenste alarm. 2. Geef de tijd en dag van de week in (indien van toepassing) waarop het alarm af moet gaan. 3. Druk op de functietoets OK. 4. Als u in stap 1 Wekker hebt geselecteerd, geeft u in op welke dagen de wekker af moet gaan: Maandag tot vrijdag of Maandag tot zaterdag. Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen. Autopower: als bij deze optie is gekozen voor Aanzetten, gaat het alarm op de ingestelde tijd af, ook als de telefoon is uitgeschakeld. Als deze menu-optie op Uitzetten staat en de telefoon op de ingegeven tijd is uitgeschakeld, gaat het alarm niet af. 92 (Menu 5.5) Calculator gebruiken 1. Voer met behulp van de cijfertoetsen het eerste cijfer in. 2. Druk op de rechter functietoets tot het gewenste rekenkundige symbool verschijnt: + (optellen), - (aftrekken), x (vermenigvuldigen), / (delen). 3. Geef het tweede cijfer in. 4. Herhaal zo vaak als nodig de stappen 1 tot en met 3. Opmerkingen: • Om een onjuiste invoer te wissen en het display leeg te maken, drukt u op de toets . • Om een decimaal of een haakje in te voeren, drukt u op de linker functietoets tot het gewenste symbool verschijnt. 5. Druk op de toets berekening. voor het uitvoeren van de 93 Organizer Valutabeurs (Menu 5.6) Met deze functie kunt u wisselkoersberekeningen uitvoeren. 1. Geef de huidige wisselkoers van de bronvaluta in en druk op de functietoets OK. U kunt een decimale punt invoegen door op de toets te drukken. 2. Geef het bedrag in dat u wilt omrekenen en druk op de functietoets OK. Het bedrag dat u heeft ingegeven wordt getoond, met daarbij de omgerekende waarde in de andere valuta. 3. Druk op de functietoets Stop om deze functie af te sluiten. 94 Netwerkdiensten De hieronder behandelde menufuncties zijn netwerkdiensten. Neem contact op met uw provider voor de beschikbaarheid en een abonnement op deze diensten. Doorschakelen (Menu 6.1) Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende gesprekken doorschakelen naar een ander nummer. Voorbeeld: U kunt zakelijke gesprekken doorschakelen naar een collega als op vakantie bent. Gesprekken doorschakelen kan op de volgende manieren: Alles doorschakelen: alle gesprekken worden doorgeschakeld. In gesprek: gesprekken worden doorgeschakeld als u in gesprek bent. Neemt niet op: gesprekken worden doorgeschakeld als u de telefoon niet opneemt. Buiten bereik: gesprekken worden doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt. Alles opheffen: alle doorschakelfuncties worden geannuleerd. U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de volgende soorten gesprekken: • Alleen spraak oproepen • Alleen data oproepen Voorbeeld: U kunt spraak oproepen doorschakelen naar een collega als u in gesprek bent. 95 Netwerkdiensten Netwerkdiensten Met de volgende procedure kunt u de doorschakelfuncties instellen. Blokkeren 1. Kies de gewenste doorschakelfunctie door enkele keren op de toets of te drukken tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. Met deze netwerkdienst kunt u uw oproepen beperken. 2. Kies welk soort oproepen u wilt doorschakelen door enkele keren op de toets of te drukken tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. De huidige status verschijnt. Als de optie al is ingesteld, verschijnt het nummer waarnaar de gesprekken worden doorgeschakeld. U wilt... Doe dan het volgende... Gesprekken doorschakelen aanzetten. Druk op de functietoets Activeren. Ga naar stap 4. Het nummer wijzigen Druk op de functietoets Wijzig. Ga naar stap 4. Gesprekken doorschakelen annuleren Druk op de functietoets Hef op. 4. Toets het nummer in waarnaar de gesprekken moeten worden doorgeschakeld en druk op OK. Voor het invoeren van een internationale toegangscode drukt u op tot het teken + verschijnt. (Menu 6.2) Gesprekken blokkeren kan op de volgende manieren worden ingesteld. Alle uitgaande: u kunt geen uitgaande gesprekken voeren. Internationaal: u kunt geen internationale gesprekken voeren. Internationaal behalve NL: in het buitenland kunt u alleen gesprekken voeren binnen dat land en naar het land van uw eigen provider. Alle inkomende: u kunt geen gesprekken ontvangen. Inkomend buiten bereik: buiten het servicegebied van uw eigen provider kunt u geen gesprekken ontvangen. Alles opheffen: u heft alle blokkeerinstellingen op; u kunt gewoon gesprekken voeren en ontvangen. U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de volgende soorten gesprekken: • Alleen spraak oproepen • Alleen data oproepen De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst hiervan via het display. U kunt alle doorschakelinstellingen annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen. 96 97 Netwerkdiensten Met de volgende procedure kunt u de blokkeringsfuncties instellen. 1. Kies de gewenste blokkeerinstellingen door enkele keren op de toets of te drukken tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. 2. Kies welk soort oproepen u wilt blokkeren, door enkele keren op de toets of te drukken tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. 3. Druk op de functietoets Activeren om uw keuze te bevestigen. 4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw provider hebt gekregen. De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst ervan via het display. Netwerkdiensten Wachtwoord: met deze optie kunt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt gekregen instellen of veranderen. U moet het huidige wachtwoord ingeven voordat u een nieuw kunt ingeven. Als u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen. Wisselgesprek (Menu 6.3) Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek bent. Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor wisselgesprek/wachtstand afzonderlijk instellen: • Alleen spraak oproepen • Alleen data oproepen Met de volgende procedure kunt u alle blokkeerinstellingen annuleren. 1. Kies de blokkeerinstelling die geannuleerd moet worden. 2. Kies het soort gesprek waarvoor deze blokkering is ingesteld. 3. Druk op de functietoets Uitzetten. 4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw provider hebt gekregen. De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst ervan via het display. U kunt ook alle blokkeringen annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen. U kunt deze optie alleen voor spraakverbindingen gebruiken. 1. Kies het type oproep waarvoor u wisselgesprek wilt instellen door op de toets of te drukken tot de gewenste keuze is gemarkeerd en daarna op de functietoets Kies te drukken. Op het scherm ziet u of de optie Wisselgesprek aan of uit staat. 2. U kunt deze optie naar keuze aan- of uitzetten met de functietoetsen Activeren en Uitzetten. Om naar het vorige scherm te gaan, drukt u op de functietoets Stop. U kunt ook alle instellingen voor een wisselgesprek annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen. 98 99 Netwerkdiensten Netwerk kiezen Netwerkdiensten (Menu 6.4) Met deze functie kunt u aangeven of het gebruikte roaming-netwerk (buiten het bereik van uw eigen provider) automatisch of handmatig wordt gekozen. Opmerking: U kunt een ander netwerk alleen kiezen als dit een roaming-contract met uw eigen provider heeft. Met de volgende procedure bepaalt u of een netwerk automatisch of handmatig moet worden gekozen. Nr.weergave (Menu 6.5) U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer verschijnt op het display van de persoon naar wie u belt. Opmerking: Bij sommige providers kunt u deze instelling niet wijzigen. De volgende opties zijn beschikbaar: Standaard: de telefoon gebruikt de standaardinstelling van uw provider. Nr. verbergen: uw nummer verschijnt niet op een andere telefoon. 1. Als Netwerk kiezen verschijnt, drukt u op de functietoets Kies. Nr. zenden: uw nummer verschijnt wel op een andere telefoon. 2. Druk op de toets of tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets OK. Gebr.groepen Als u Automatisch kiest, wordt u verbonden met het eerste beschikbare roaming-netwerk. Als u Zelf zoeken kiest, zoekt uw telefoon naar beschikbare netwerken. Ga naar stap 3. 3. Druk op de toets of tot het gewenste netwerk verschijnt en druk dan op de functietoets OK. U bent dan verbonden met dat netwerk. (Menu 6.6) Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende en uitgaande gesprekken beperken tot een bepaalde groep gebruikers. U kunt gebruik maken van maximaal 10 gebruikersgroepen. Neem contact op met uw provider voor meer details over het opzetten, activeren en gebruiken van een gesloten gebruikersgroep. Voorbeeld: Een bedrijf leent SIM-kaarten aan werknemers en wil de uitgaande gesprekken beperken tot leden van hetzelfde team. Opzetten van een gebruikersgroep Als u het menu Gebr.groepen selecteert, kunt u de instellingen voor de gesloten gebruikersgroep vastleggen. Nadat u op de functietoets Kies hebt gedrukt, kunt u de volgende opties kiezen. Groepen: hier kunt u de indexnummers voor een gebruikersgroep noteren, toevoegen of verwijderen. De huidige lijst van indexen verschijnt. 100 101 Netwerkdiensten Netwerkdiensten Voeg een nieuwe index toe (op advies van uw provider) of verwijder een geselecteerde groep. U wilt... Druk dan op... Door de bestaande indexen bladeren De toets Index toevoegen De functietoets Opties, kies de optie Toevoegen en geef de index in. Index verwijderen Index activeren of . De functietoets Opties en kies de optie Wissen. De functietoets Opties en kies de optie Activeren. Buiten groep OK: hiermee kunt u gesprekken met nummers buiten de gebruiksgroep toestaan of verbieden. Deze functie is afhankelijk van uw abonnement. Neem contact op met uw provider. Standaard groep: u kunt een standaard groep doorgeven aan uw provider. Hierna kunt u de optie Standaard groep activeren. Als u gaat bellen, kunt u kiezen voor de standaard gebruikersgroep in plaats van deze uit de lijst te kiezen. Uitzetten: beëindigt deze functie. Dit menu verschijnt alleen als er een standaard groep is ingeschakeld of als er een index is geselecteerd. 102 Bandkeuze (Menu 6.7) Om uitgaande en inkomende gesprekken te kunnen voeren, moet uw telefoon bij een van de beschikbare netwerken worden aangemeld. Uw telefoon is geschikt voor de volgende soorten netwerken: • GSM 900 • GSM 1800 • Gecombineerd GSM 900/1800 • GSM 1900 Het land waar u de telefoon hebt aangeschaft is bepalend voor de standaard bandbreedte die wordt gebruikt. In het buitenland kan het nodig zijn een andere bandbreedte te kiezen. Dit doet u als volgt: 1. Als Bandkeuze verschijnt, drukt u op de functietoets Kies. 2. Druk op de toets of tot de gewenste bandbreedte (GSM 900/1800 of GSM 1900) is geselecteerd en druk dan op de functietoets OK. Als u een bandbreedte hebt geselecteerd, wordt in het display een bevestiging getoond en wordt automatisch gezocht naar de beschikbare netwerken. Vervolgens meldt uw telefoon zich aan bij een voorkeursnetwerk binnen de gekozen bandbreedte. 103 Amusement Amusement Een MIDlet starten Het menu Amusement biedt diverse spelletjes. Spelletjes (Menu 7.1) U kunt met uw telefoon drie spelletjes spelen. Kies met de toetsen en het gewenste spel en druk op de functietoets Kies. Meer bijzonderheden over het spel vindt u in de on-line help-informatie. WAP browser (Menu 7.2) Uw telefoon beschikt over een WAP browser waarmee u toegang heeft tot het Wireless Web (draadloze internet). In de meegeleverde gebruiksaanwijzing vindt u informatie over gebruik van de WAP browser. Downloads (Menu 7.3) Met uw WAP browser kunt u vanuit diverse bronnen MIDlets (Java toepassingen voor mobiele telefoons) downloaden en in uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt u via het scherm Spelletjes en meer de lijst met opgeslagen MIDlets bekijken. Opmerking: De beschikbaarheid van Java diensten is afhankelijk van de provider. Het starten van een MIDlet gaat als volgt: 1. In het scherm Downloads selecteert u de optie Spelletjes en meer. 2. Blader naar de gewenste MIDlet en druk op de functietoets Starten. Menu’s gebruiken Door in het hoofdscherm op de functietoets Menu te drukken, krijgt u toegang tot de volgende opties: Info*: toont informatie over de geselecteerde MIDlet, zoals bestandsgrootte, versie, leverancier en locatie van het jad bestand (het beschrijvingsbestand van de MIDlet). Verwijderen*: verwijdert de geselecteerde MIDlet. Als de melding verschijnt waarin u om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op de functietoets Verwijderen. Wilt u het bestand niet verwijderen, druk dan op de functietoets Annuleren. Bijwerken*: gaat naar de server en werkt de geselecteerde MIDlet bij. Tekst intoetsen Het ingeven van URL adressen kan via de volgende vier invoerstanden: ABC: voor het ingeven van hoofdletters. Spelletjes en meer abc: voor het ingeven van kleine letters. Met deze menu-optie kunt u een MIDlet starten en toegang krijgen tot diverse menu-opties. 123: voor het ingeven van cijfers. In de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de WAP browser vindt u meer informatie over het downloaden van MIDlets via de WAP browser. 104 Sym: voor het ingeven van speciale tekens of symbolen. Selecteer met de navigatietoetsen het gewenste teken of symbool en druk vervolgens op de toets . * Wordt alleen getoond wanneer een MIDlet is gedownload. 105 Amusement U kunt de tekstinvoerstand wijzigen door op de Problemen oplossen toets te drukken tot de gewenste invoerstand in het functietoetsgedeelte van het display wordt getoond. Voer de volgende controles uit alvorens contact op te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u de kosten en de tijd van een onnodig gesprek voorkomen. Geluiden Bij het aanzetten van de telefoon verschijnen de volgende boodschappen In dit menu kunt u de lijst met geluiden die u van de server gedownload heeft bekijken. Het geluid dat u gedownload heeft, kunt u als beltoon selecteren, maar u kunt het niet naar andere telefoons sturen. Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing getoond. Het downloaden van nieuwe beltonen is dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt. Afbeeldingen In dit menu kunt u de lijst met afbeeldingen die u van de server gedownload heeft bekijken. De afbeelding die u gedownload heeft, kunt u als achtergrond instellen, maar niet naar andere telefoons sturen. Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing getoond. Het downloaden van nieuwe afbeeldingen is dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt. DNS Instellingen Het DNS (domeinnaam server)-adres van de Java server is in de fabriek al ingesteld. Zo nodig moet dit worden aangepast. In dit menu kunt u instellen of het adres automatisch moet worden bijgewerkt of dat u dit handmatig doet. Automatisch: de server geeft bij een wijziging het nieuwe adres automatisch aan de telefoon door. Zelf zoeken: u wijzigt het adres handmatig. 106 Insert SIM Card (Plaats SIM-kaart) • Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is geplaatst. Toestel geblokkeerd Geef Wachtwoord • Het toestel is geblokkeerd. U moet het wachtwoord van de telefoon ingeven voordat u de telefoon kunt gebruiken. Geef PIN • U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U moet de PIN ingeven die u bij de SIM-kaart hebt ontvangen. • De optie dat u iedere keer na het inschakelen van de PIN in moet geven is ingeschakeld. U moet uw PIN ingeven en daarna kunt u die controle eventueel uitzetten. Geef PUK • Er is 3 keer achter elkaar een verkeerde PIN ingetoetst. Daarom is uw telefoon nu geblokkeerd. Toets de PUK in die u van uw provider hebt gekregen. 107 Problemen oplossen Problemen oplossen “Geen netwerk,” “Netwerkfout” of “Niet uitgevoerd” verschijnt in het display • De netwerkverbinding is verbroken. U bevindt zich in een omgeving met zwakke ontvangst (in een tunnel of tussen gebouwen). Probeer het opnieuw op een andere locatie. • U probeert een optie gekozen waarop u geen abonnement hebt. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. U hebt een nummer ingetoetst, maar het werd niet gebeld • Hebt u op de toets gedrukt? De telefoon geeft waarschuwingssignalen en “Batterij is bijna leeg” knippert op het display • De batterij is onvoldoende opgeladen. Laad de batterij op. Slechte geluidskwaliteit • Controleer in het display de signaalsterkte ( ); het aantal staafjes geeft aan of de signaalsterkte sterk ( ) of zwak ( ) is. • Houd de telefoon in een andere stand. Bevindt u zich in een gebouw, ga dan wat dichter bij een raam staan. • Gebruikt u het juiste mobiele netwerk? • Misschien heeft u uitgaande gesprekken geblokkeerd. Iemand probeert tevergeefs u te bellen • Staat uw telefoon aan ( langer dan een seconde ingedrukt houden)? Een nummer uit de telefoonlijst wordt niet gebeld • Controleer met de zoekfunctie of het telefoonnummer goed is opgeslagen. • Sla het nummer eventueel opnieuw op. • Gebruikt u het juiste mobiele netwerk? • Misschien heeft u binnenkomende gesprekken geblokkeerd. Uw gesprekspartner hoort u niet • Hebt u de microfoon uitgeschakeld? • Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond? De microfoon bevindt zich in het midden aan de onderkant van de telefoon. 108 Kunt u met behulp van voornoemde richtlijnen uw probleem niet oplossen, zorg dan voor: • Het type en serienummer van uw telefoon • Uw garantie-informatie • Een goede beschrijving van het probleem en neem contact op met uw leverancier of de klantenservice van Samsung. 109 Toegangscodes Toegangscodes PIN Uw telefoon en de SIM-kaart zijn met verschillende toegangscodes beveiligd. Zij helpen u om onbevoegd gebruik van de telefoon tegen te gaan. Als uw telefoon om een van de hieronder aangegeven codes vraagt, toets die dan in (op het display verschijnen alleen sterretjes) en druk daarna op de functietoets OK. Als u een tikfout maakt, druk dan enkele keren op tot het foute teken is gewist en geef dan de rest van de goede code in. U kunt de toegangscodes (behalve PUK en PUK2) wijzigen met de opties van het menu Beveiliging (Menu 4.6). Zie pagina 79 voor meer bijzonderheden. Belangrijk! Gebruik geen toegangscodes die op alarmnummers lijken, zoals 112, zodat u niet onbedoeld een alarmnummer draait. Wachtwoord voor telefoon De blokkeerfunctie gebruikt een wachtwoord om de telefoon te beschermen tegen onbevoegd gebruik. In de fabriek is het wachtwoord ingesteld op 00000000. Het Persoonlijke Identificatie Nummer of PIN code van 4 tot 8 cijfers beschermt uw SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Normaal gesproken wordt uw PIN bij uw SIM-kaart geleverd. Als u drie keer na elkaar een foute PIN-code invoert, wordt de PIN-code opgeheven. De telefoon kan pas opnieuw worden gebruikt nadat u de PUK-code hebt ingevoerd (zie hieronder). U wilt... Zie... PIN-controle activeren/ opheffen Pagina 79 (Menu 4.6.1). De PIN wijzigen Pagina 80 (Menu 4.6.2). PUK De PUK (Personal Unblocking Key) van 8 cijfers is nodig om de telefoon weer bruikbaar te maken nadat de PIN is geblokkeerd. Als u bij uw SIM-kaart geen PUK-code hebt ontvangen of als u die code kwijt bent, neem dan contact op met uw service provider. Voer de volgende stappen uit om een nieuwe PIN op te geven. U wilt... Zie... 1. Geef de juiste PUK-code in en druk op OK. De blokkering activeren/ opheffen Pagina 80 (Menu 4.6.3). 2. Geef een nieuwe PIN-code in en druk op OK. Uw wachtwoord wijzigen Pagina 80 (Menu 4.6.4). 3. Als de melding Herhaal nwe PIN verschijnt, geef dan dezelfde code nogmaals in en druk op OK. Als u tien keer na elkaar een foute PUK-code intoetst, wordt uw SIM-kaart onbruikbaar. Neem dan contact op met uw provider voor een nieuwe SIM-kaart. 110 111 Toegangscodes PIN2 De PIN2 (4 tot 8 cijfers), die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd, is nodig voor bepaalde speciale functies, zoals het instellen van de maximale kosten per gesprek. Deze functies werken alleen als uw SIM-kaart ze ondersteunt. Als u drie keer na elkaar een foute PIN2-code invoert, wordt de code opgeheven. U kunt die functies dan pas opnieuw gebruiken nadat u de PUK2-code hebt ingevoerd. Toegangscodes Wachtwoord voor blokkeren van gesprekken Voor de functie waarmee u gesprekken kunt blokkeren is een wachtwoord van 4 cijfers nodig. U krijgt dit wachtwoord van uw provider als u een abonnement op deze functie neemt. Zie pagina 99 voor meer bijzonderheden. Zie pagina 81 als u PIN2 wilt wijzigen (Menu 4.6.7). PUK2 De PUK2-code (Personal Unblocking Key 2) van 8 cijfers, geleverd bij bepaalde SIM-kaarten, is nodig om speciale functies weer te kunnen gebruiken door een geblokkeerde PIN2 te wijzigen. Neem contact op met uw provider als u de PUK2-code kwijt bent. Voer de volgende stappen uit om een nieuwe PIN2-code op te geven. 1. Voer de PUK2-code in en druk op de functietoets OK. 2. Voer een nieuwe PIN2-code in en druk op de functietoets OK. 3. Als de melding Herhaal nwe PIN2 verschijnt, geef dan dezelfde code nogmaals op en druk op de functietoets OK. Als u tien keer na elkaar een foute PUK2-code opgeeft, dan kunt u de via PIN2 toegankelijke speciale functies niet meer gebruiken. Neem dan contact op met uw provider voor een nieuwe SIM-kaart. 112 113 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Blootstelling aan radiogolven (SAR informatie) Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven. Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor de blootstelling aan radiofrequentie (RF) energie, zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet overschreden worden. Deze limieten maken deel uit van uitgebreide richtlijnen waarin de toegestane niveaus voor RF energie zijn vastgelegd. Deze richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties aan de hand van periodieke onderzoeken en evaluatie van wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is sprake van een ruime veiligheidsmarge zodat de veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de gezondheid, gewaarborgd is. De SAR tests worden uitgevoerd in standaard situaties waarbij de telefoon met het hoogste toegestane vermogen wordt gebruikt op alle geteste bandbreedtes. Hoewel de SAR is vastgesteld op basis van het hoogste toegestane vermogen, kan het werkelijke SAR niveau tijdens gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de telefoon rekening is gehouden met meerdere vermogenniveaus, zodat alleen het vermogen dat nodig is om het netwerk te bereiden wordt gebruikt. In het algemeen geldt dat hoe dichter u bij een basisstation van het netwerk bent, hoe lager het vermogen. Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker en andere personen. Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend staat onder de naam SAR (Specific Absorption Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is vastgesteld op 2,0.* * De SAR limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik bedraagt gemiddeld 2,0 watt/kilogram (W/kg) per tien gram lichaamsweefsel. Bij deze limiet is rekening gehouden met een ruime veiligheidsmarge, die de bescherming van iedere persoon waarborgt en rekening houdt met meetvariaties. De SAR waarden zijn afhankelijk van landelijke eisen en de bandbreedte van het netwerk. 114 115 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Voorzorgen bij het gebruik van batterijen • Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen werken met name niet goed bij temperaturen onder de 0 °C. Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ionbatterij. • Gebruik nooit batterijen of batterijladers die beschadigd zijn. • Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden dan waarvoor ze bedoeld zijn. • Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen van het netwerk. • De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de resterende batterijlading en het gebruikte type batterij en oplader. De batterij kan honderden keren worden ontladen en opgeladen, maar na verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij achteruit. Wordt de gebruikstijd (spreek- en standbytijden) aanmerkelijk korter, dan is het tijd om een nieuwe batterij te kopen. • Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt zichzelf na verloop van tijd. • Maak geen kortsluiting tussen de contacten van de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip van een pen of een sleutel) direct contact maakt tussen de + en - polen van de batterij (metalen strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas bewaart. Kortsluiting tussen de contacten kan de batterij (maar ook het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt) beschadigen of vernielen. • Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in het vuur. • Gebruik alleen batterijen en opladers die Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de batterijlader niet, haal dan de stekker uit het stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een week in de oplader zitten. Dit verkort de levensduur van de batterij. • Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op te warmen voor u met opladen begint. 116 117 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Verkeersveiligheid 6. Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat echt nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u stilstaat of voordat u zich in het verkeer begeeft. Wilt u toch iemand bellen tijdens het rijden, draai dan de eerste twee cijfers, richt uw blik weer op de weg en het verkeer, draai dan de volgende twee cijfers, enzovoort. Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna overal en altijd mondeling te communiceren. Deze mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat echter gepaard met een belangrijke verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die iedere gebruiker serieus moet nemen. Als u autorijdt, is het besturen van uw auto uw belangrijkste taak die uw volledige aandacht vraagt. Het gebruik van een mobiele telefoon is (of wordt binnenkort) dan ook in veel landen verboden. Als u tijdens het rijden toch uw mobiele telefoon wilt gebruiken, moet u rekening houden met het volgende: 1. Zorg ervoor dat u alle functies en mogelijkheden als snelkiezen en nummer herhalen kent. Door gebruik te maken van deze functies kunt u met zo min mogelijk toetsaanslagen telefoneren. 2. Maak bij voorkeur gebruik van een hands-free carkit. Tegenwoordig zijn veel accessoires verkrijgbaar die het hands-free bellen mogelijk maken, en daarmee het gemak en de veiligheid aanzienlijk vergroten. 3. Zorg dat u uw telefoon gemakkelijk kunt pakken, zodat uw blik op de weg gericht blijft. Laat eventueel uw voice mail de oproep beantwoorden. 7. Houd tijdens het rijden geen gesprekken die stress of emoties met zich meebrengen. Maak de persoon met wie u aan het telefoneren bent duidelijk dat u op de weg zit en stel het gesprek uit tot een later tijdstip. 8. In noodsituaties kunt u met uw mobiele telefoon de alarmdienst bellen, bijvoorbeeld bij brand, een verkeersongeval, enzovoort. Meestal kunt u deze nummers gratis bellen. 9. Gebruik uw telefoon om anderen in noodsituaties te helpen. Ziet u een ongeluk gebeuren, een overval of een andere situatie waarbij levens in gevaar zijn, bel dan het alarmnummer (112 of een ander officieel alarmnummer). 10. In minder ernstige situaties, bijvoorbeeld een ongeluk zonder lichamelijk letsel, kunt u de lokale politie bellen. 4. Laat degene die u belt weten dat u op de weg zit. Breek het gesprek zonodig af wanneer het erg druk is op de weg of wanneer het weer erg slecht is. Regen, ijzel en sneeuw kunnen tot zeer gevaarlijke situaties leiden. 5. Maak geen aantekeningen en zoek geen telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit soort activiteiten leiden ertoe dat u niet uw volle aandacht bij het rijden en het verkeer kunt 118 houden. 119 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Gebruiksomgeving Gebruikers met een pacemaker: Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren (zoals in een ziekenhuis). Wilt u de telefoon op een ander apparaat aansluiten, kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing hoe het met de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit geen incompatibele producten op elkaar aan. Net als voor andere mobiele apparatuur die radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon voor een juiste werking en uw persoonlijke veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de antenne over uw schouder wijst). Elektronische apparatuur De meeste moderne elektronische apparaten zijn afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen. Het kan echter voorkomen dat bepaalde elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen de RF signalen van uw mobiele telefoon. Neem in dat geval contact op met de fabrikant voor een alternatieve oplossing. Pacemakers Om interferentie met de pacemaker te voorkomen, adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de telefoon en de pacemaker een afstand van minimaal 15 cm aan te houden. Deze aanbeveling stemt overeen met onafhankelijk onderzoek door en aanbevelingen van het Wireless Technology Research. 120 • Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal 15 cm van hun pacemaker vandaan houden • Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen • Moeten om het risico van interferentie te beperken de telefoon bij het oor houden dat het verst van de pacemaker vandaan zit Heeft u het idee dat er toch sprake is van interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit. Gehoorapparaten Bij sommige digitale draadloze telefoons is sprake van interferentie met bepaalde gehoorapparaten. Neem in dat geval contact op met de fabrikant van uw gehoorapparaat voor een eventueel andere oplossing. Andere medische apparatuur Gebruikt u een ander medisch apparaat of hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant van dat apparaat om na te gaan of het afdoende beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan uw huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn. Houd u altijd aan de voorschriftenvoor mobiele telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren (zoals in een ziekenhuis). 121 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Voertuigen Telefoneren in geval van nood Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde elektronische systemen in motorvoertuigen. Neem hierover eventueel contact op met de fabrikant of dealer van de auto of het in uw auto ingebouwde apparaat. Verbod op mobiel telefoneren Als in een bepaald gebouw of gebied is aangegeven dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden is, dient u zich daaraan te houden. Zet in dat geval uw mobiele telefoon direct uit, mocht u hem aan hebben staan. Omgeving waar kans is op explosies Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een omgeving bent waar met explosieven wordt gewerkt. Houd u aan alle ter plaatse gelden veiligheidsvoorschriften. Vonken kunnen in zo’n omgeving tot een ontploffing leiden, met lichamelijk letsel en zelfs de dood als gevolg. Zet uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We wijzen u nogmaals op de noodzaak om u in brandstofdepots (opslag en distributie), chemische fabrieken en andere plaatsen waar met explosieve materialen wordt gewerkt altijd te houden aan de voorschriften en verboden voor het gebruik van radioapparatuur. Omgevingen en situaties waar kans bestaat op ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven. Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen, plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten, bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en ieder ander gebied waar u normaalgesproken de motor van uw auto uit zou moeten zetten. 122 Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en voorgeprogrammeerde functies die geen garantie voor verbinding onder alle omstandigheden kunnen bieden. Vertrouw daarom in een noodgeval (bijvoorbeeld voor medische assistentie) nooit alleen op uw mobiele telefoon. Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met voldoende signaalsterkte van een netwerk voor mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken of als bepaalde netwerkdiensten en functies van de telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw provider. Een alarmnummer bellen doet u als volgt: 1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan. 2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land verschillen. 3. Druk op de toets . Als u bepaalde functies aan heeft staan (wachtwoord telefoon, blokkeren oproepen, enz.) moet u deze functies misschien eerst uitzetten voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact op met uw provider. Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat moment misschien het enige beschikbare communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas nadat u daartoe opdracht hebt gekregen. 123 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Overige belangrijke veiligheidsinformatie Verzorging en onderhoud • Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon vervalt. • Controleer ingebouwde telefoonapparatuur regelmatig op correcte montage en werking. • Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen, gassen en ander brandbaar of explosief materiaal niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of accessoires. • Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen. Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen of apparatuur in de directe omgeving van de airbag te plaatsen of te installeren. • Zet uw mobiele telefoon aan boord van een vliegtuig altijd uit. Het gebruik van een mobiele telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk voor de besturingselektronica van het vliegtuig. Bovendien kan het het mobiele netwerk verstoren. • Bij het overtreden van deze voorschriften kan u het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd. Uw telefoon is een kwaliteitsproduct en moet zorgvuldig worden behandeld. Onderstaande tips helpen u te voldoen aan de garantieverplichtingen en zij zorgen dat u uw telefoon jarenlang kunt gebruiken. • Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog. Regen, vocht en mineraalhoudende vloeistoffen tasten de elektronica aan. • Raak de telefoon tijdens het opladen niet met natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een elektrische schok oplopen en de telefoon kan erdoor beschadigd raken. • Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen daardoor beschadigen. • Bewaar uw telefoon niet op een plaats met extreem hoge temperaturen. Dit verkort de levensduur van de elektronica, beschadigt de batterijen en doet het plastic kromtrekken of smelten. • Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij verplaatsing naar een warmere plaats kan er condens ontstaan die de elektronica aantast. • Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan, kunnen de onderdelen in de telefoon beschadigen. 124 125 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid • Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een in een mild sopje gedrenkte doek. • Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de beweegbare delen van het toestel verstopt raken, wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer goed werkt. • Gebruik alleen de meegeleverde of een andere goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer voldoet aan de wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen uitzendt. • Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service center. Daar zorgt men voor technische ondersteuning en indien nodig voor deskundige reparatie. Verklarende woordenlijst Verklaring van diverse technische termen en afkortingen die in deze handleiding worden gebruikt. Hiermee kunt u optimaal gebruik maken van de mogelijkheden van uw mobiele telefoon. Blokkeren van oproepen Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot bepaalde telefoonnummers. Doorschakelen van oproepen Inkomende oproepen worden naar een ander nummer doorgeschakeld. Functietoetsen Toetsen en op de telefoon, waarvan het doel: • Afhankelijk is van de functie die op dat moment wordt gebruikt • Op de onderste regel van het display, boven de betreffende toets is aangegeven Gesprek in de wacht zetten U kunt een gesprek in de wacht te zetten terwijl u een tweede telefoongesprek met iemand anders voert of een ander nummer belt. U kunt tussen de twee gesprekken heen en weer schakelen. 126 127 Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst GPRS (General Packet Radio Service) Nummerweergave Nieuwe service waarbij via het mobiele telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en ontvangen kan worden. GPRS garandeert gebruikers van mobiele telefoons en computers een continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd op GSM (Global System for Mobile Communication) verbindingen en SMS (Short Message Service). U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken. GSM (Global System for Mobile Communication) Deze internationale standaard voor mobiele telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele netwerk operators. Naast grote delen van Europa is GSM ook in veel andere landen de standaard. Java Programmeertaal waarmee toepassingen gemaakt kunnen worden die op alle mogelijke hardwareplatforms, zowel klein als groot, werken. Java wordt met name gebruikt binnen Internet en Intranet. Wanneer een Java programma vanaf een webpagina wordt gedraaid, wordt het een Java applet genoemd en vanaf een mobiele telefoon een MIDlet. Klepje actief Om een gesprek aan te nemen, hoeft u alleen maar het klepje te openen. PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer) Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt tegelijk met de SIMkaart door de provider verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen. PUK (PIN Unblocking Key) Beveiligingscode die nodig is om de telefoon te deblokkeren nadat drie keer na elkaar een onjuiste PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat uit 8 cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de SIM-kaart door de provider verstrekt. Roaming Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw provider (met name in het buitenland). SDN (Servicenummers) Telefoonnummers die u van uw provider heeft ontvangen en waarmee u toegang heeft tot speciale diensten als voice mail, ondersteuning en alarmcentrales. Multiparty (telefonisch vergaderen) Mogelijkheid om met maximaal vijf andere personen telefonisch te vergaderen. 128 129 Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst SIM (Subscriber Identification Module) Wachtwoord telefoon Een kaartje met een chip die alle informatie bevat die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerken geheugeninformatie en persoonlijke gegevens van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine opening aan de achterkant van de telefoon en wordt beschermd door de batterij die erop wordt geplaatst. Met deze code kunt u uw telefoon beveiligen tegen gebruik door onbevoegden. Wanneer u deze optie aan heeft staan, kan de telefoon na aanzetten alleen worden gebruikt als eerst het juiste wachtwoord wordt ingevoerd. SMS (Short Message Service) Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen, bewerken en verzenden. Wisselgesprek Mogelijkheid om gebruikers tijdens een telefoongesprek te informeren dat er (nog) een oproep is. Tri Band Mogelijkheid gebruik te maken van de volgende soorten netwerken: GSM 900, GSM 1800, gecombineerd GSM 900/1800 en GSM 1900 MHz bandbreedte, met meer kans op een succesvolle oproep en een bredere roaming. Uw telefoon zoekt automatisch naar het laatste netwerk dat gebruikt is. Wanneer dit om welke reden dan ook niet beschikbaar is, probeert uw telefoon automatisch aan te melden bij een ander netwerk. Voice Mail Antwoordapparaat dat automatisch uw oproepen beantwoordt als u niet beschikbaar bent. Eerst wordt een welkomtekst afgespeeld (deze kunt u eventueel zelf inspreken) en vervolgens kan een boodschap worden opgenomen. 130 131 Index Index A Aan- en uitzetten DTMF • 50 stille modus • 28 telefoon • 21 Accessoires • 9 Achtergrond • 77 Actielijst (5.2) • 88 Actiepunten ingeven • 88 wijzigen • 89 wissen • 90 Adapter • 19 Afbeeldingberichten • 61, 68 Afbeeldingen achtergrond • 77 berichten • 61, 63 Agenda (5.1) • 86 Agendaregels kopiëren • 88 schrijven • 87 toevoegen • 87 verwijderen • 88 wijzigen • 87 Alarm instellingen (5.4) • 92 Alarm (5.4) • 92 Amusement (7) • 104 Andere tonen (3.6) • 75 Animatiefilms • 63 Automatisch herhalen • 84 Autopower • 92 B Bandkeuze (6.7) • 103 Batterij indicatie batterij bijna leeg • 20 opladen • 19 Beantwoorden tweede oproep (wisselgesprek) • 51 Beantwoorden van een oproep • 25 Begroeting • 78 132 B (vervolg) Belgroep groep • 39 wijzigen • 39 Belgroepen • 36, 38 Belsignaal, type (3.3) • 73 Beltoon (3.1) • 72 Belvolume (3.2) • 72 Bericht met object • 68 Bericht signaal (3.5) • 74 Berichten • 60 animatiefilmpjes • 63 begroeting • 78 formatteren • 63 geheugenstatus (1.8) • 68 instellingen (1.4) • 64 lezen (1.1) • 60 met afbeeldingen • 61, 63, 68 met filmpjes • 68 met geluid • 63 met geluiden • 61, 68 schrijven (1.2) • 62 standaardberichten (1.3) • 63, 64 taal • 63 Voice Mail (1.6) • 67 voorkeuren (1.7) • 68 Beveiliging (4.6) • 79 Bladeren naar menufuncties • 54 Blokkeerwachtwoord • 99 Blokkeren SIM-kaart • 81 telefoon • 80 Blokkeren (6.2) • 97 Browser WAP (7.2) • 104 C Calculator (5.5) • 93 Cijfers intoetsen • 47 Contrast • 82 Corrigeren van nummers • 22 CUG • 101 D G Datum instellen • 91 Display contrast • 82 extern • 15 indeling • 13 symbolen • 14 taal • 31, 79 verlichting • 15 Doorschakelen (6.1) • 95 Downloads (7.3) • 104 Geluid berichten • 63 Geluidopties (3) • 72 Gemist (1.1) • 26, 69 Gemiste oproepen • 26, 69 Gesprekken beëindigen • 23 in de wacht zetten • 48 Gesprekken in de wacht • 48 Gespreksduur • 70, 75 Gesprekskosten • 71 Gesprektellers (2.4) • 70 Gezondheidsinformatie • 114 Grafisch logo • 83 E Een • 51 Eigen nummer (4.4) • 78 Elektronische apparatuur • 120 Elke toets antw • 25, 84 Extern display • 15 Extra instellingen (4.8) • 84 F FDN-modus • 81 Filmpjes • 68 Fouttoon • 75 Functies en opties selecteren • 29 Functies selecteren • 29 Functietoetsen • 29 G Gebr • 101 Gebr.groepen (6.6) • 101 Gebruikersgroepen (CUG) • 101 Gebruikersinstellingen (4.2) • 77 Gedownloade afbeeldingen • 106 beltonen • 106 Geheugenstatus info-berichten (1.8) • 68 telefoonlijst • 41 Gehoorapparaten • 121 (vervolg) H Hoofdletters intoetsen • 45 I In-/ uitschakelen microfoon • 49 Indicatie batterij bijna leeg • 20 Info-bericht toon • 74 Info-berichten (1.5) • 66 Infrarood aan (4.1) • 76 Infraroodpoort • 76 Instellingen • 64 beveiliging (4.6) • 79 extra (4.8) • 84 geluid (3) • 72 kleurenschema • 77 LCD-scherm (4.7) • 82 resetten (4.10) • 85 taalkeuze (4.5) • 79 telefoon (4) • 76 Internationaal bellen • 22 Internet • 104 Intoetsen van tekst • 42 Invoerstand wijzigen • 43 Invoerstand voor letters • 43 133 Index Index K N O T Kaart SIM-kaart installeren • 17 Klepje actief • 84 Kleurenschema • 77 Kopiëren actiepunten • 90 agendaregels • 88 nummers telefoonlijst • 36 Kosten van gesprekken (2.5) • 71 Namen intoetsen • 42 opzoeken en bellen • 37 vastleggen • 33 Netwerk kiezen (6.4) • 100 Netwerkdiensten (6) • 95 Noodoproepen • 123 Nr. herhalen • 84 Nr.weergave (6.5) • 101 Nummers corrigeren • 22 invoegen in telefoonlijst • 36 opnieuw bellen • 23 telefoonlijst kopiëren • 36 terugbellen • 23 vastleggen • 33 wissen • 36 zoeken en bellen • 37 Nummers telefoonlijst verwijderen • 36 wijzigen • 36 Nummers toevoegen aan telefoonlijst • 36 Nummerweergave • 25, 101 Opties selecteren • 29 Organizer (5) • 86 T9 stand • 44 Taalkeuze (4.5) • 31, 79 Tekst intoetsen • 42 Tekstinvoerstand wijzigen • 43 Telefonisch vergaderen • 52 Telefoon opties (4) • 76 Telefoonlijst belgroep • 36, 38 belgroepen • 39 geheugenstatus • 41 invoegen • 36 kopiëren • 36 namen/nummers vastleggen • 33 nummer toevoegen • 36 opties • 35 verkort kiezen • 40 wijzigen • 36 wissen • 36 zoeken/bellen • 37 zoeken/kiezen • 50 Telefoonnr Voice Mail • 67 Telefoonnummers invoegen • 36 Telefoonwachtwoord • 110 Tijd formaat • 91 instellen • 91 Tijdinstellingen • 91 Tijdsduur van gesprekken • 70 Toegangscodes • 110 Toestel blokkeren • 80 Toets beschrijving • 11 plaats • 10 sneltoets • 85 Toetstonen selecteren (3.4) • 73 uitschakelen • 50 versturen • 50 Toetstoon (3.4) • 73 Tonen andere • 75 L Laatste nummer herhalen • 23 Lampje standby • 83 LCD-scherm instellingen (4.7) • 82 Letters intoetsen • 42 Lezen (1.1) • 60 Logo grafisch • 83 provider • 83 Luidsprekervolume • 24 M Medische apparatuur • 121 Melodieën • 63, 68 Menu instelling • 78 kleuren • 77 overzicht • 55 Menu’s sneltoetsen menu’s • 55 Microfoon uitschakelen • 49 Minutenteller • 75 Multi-party gesprek deelnemer verwijderen • 53 Multiparty gesprekken • 52 Multiparty-gesprek opzetten • 52 privégesprek • 52 134 O Objecten bij bericht • 61 Omgeving waar kans is op explosies • 122 Onderhoud • 125 Ontvangen oproepen (2.2) • 69 Oplossen van problemen • 107 Oproepen automatisch herhalen • 84 beantwoorden • 25 blokkeren (6.2) • 97 doorschakelen (6.1) • 95 oproepenlijst (2) • 69 via telefoonlijst • 37 via verkort kiezen • 40 weigeren • 25 P Pacemakers • 120 PIN controle • 79 wijzigen • 80 PIN2 wijzigen • 81 PIN2-code • 112 PIN-code • 111 Problemen oplossen • 107 PUK • 111 PUK2 • 112 R Radiofrequenties • 114 Reset instellingen (4.10) • 85 Roaming • 100 S Schrijven (1.2) • 62 Signaal bij bericht • 74 SIM-kaart blokkeren • 81 installeren • 17 SMS • 74 SMS bericht instellingen • 64 lezen (1.1) • 51 schrijven (1.2) • 51 symbool • 60 SMS berichten • 51 SMS toon • 74 Sneltoets (4.9) • 85 Speciale tekens intoetsen • 47 Spelletjes • 104 Standaardberichten (1.3) • 63, 64 Standby-lampje • 16, 83 Standen • 45 Stille modus • 28 Symbolen beschrijving • 14 135 Index (vervolg) 136 Z Zelf bellen • 22 Zoeken in de telefoonlijst • 37 Zoeken in telefoonlijst • 50 ➀ Klap de telefoon open en druk op de functietoets Kies. ➁ Blader met de toetsen en door de gemiste oproepen. ➂ Druk op de toets om het betreffende nummer terug te bellen. • De twee functietoetsen ( en ) hebben de functie die boven die functietoets is aangegeven (op de onderste regel in het display). Druk kort op de toets Gesprek beëindigen ➃ Blader met de toetsen en naar de gewenste optie in de lijst. ➀ Toets het nummer in. ➁ Druk op de toets . Zelf bellen ➂ Druk op de functietoets Kies. Houd de toets ingedrukt. In-/ uitschakelen ➁ Blader met de toetsen en door de menulijst tot u bij het gewenste menu bent. Valutabeurs (5.6) • 94 Veiligheid batterijen • 116 gebruiksomgeving • 120 omgeving waar kans is op explosies • 122 op de weg • 118 Veiligheidsinformatie • 7, 114, 124 Verbinden met Voice Mail • 67 Verbindingstoon • 75 Verkeersveiligheid • 118 Verkort kiezen • 40 Verlichting • 15, 82 achtergrond • 82 automatisch aanzetten • 83 contrast • 82 Verlichting autom. • 83 Verwijderen agendaregels • 88 berichten • 61 Verzenden van berichten • 62 Verzorging • 125 Voice Mail (1.6) • 67 Volume beltoon • 72 instellen • 24 ➀ Druk op de functietoets Menu. V Wachtwoord • 99 blokkeren gesprekken • 113 telefoon • 110 Wachtwoord blokkeercode • 113 Wachtwoord blokkeren gesprekken • 99 Wachtwoord telefoon wijzigen • 80 WAP browser (7.2) • 104 Wekker • 92 Wereldtijd • 91 Wijzigen actiepunten • 89 agendaregels • 87 belgroep • 39 berichten • 61 gemiste oproep • 27 gemiste oproepen • 69 nummers telefoonlijst • 36 PIN • 80 PIN2 • 81 tekstinvoerstand • 43 wachtwoord • 80 Wisselgesprek (6.3) • 51, 99 Wissen gemiste oproep • 27 gemiste oproepen • 69 Naar een menu Uitgaande oproepen (2.3) • 70 Uitschakelen microfoon • 49 toetstonen • 50 W Referentiekaart U Volume toetstonen aanpassen • 24 Voorkeuren (1.7) • 68 Voorzorgsmaatregelen batterijen • 116 Een gemiste oproep direct bekijken V Tri Band SGH-S100 GPRS telefoon Toon bij fouten • 75 bij verbinding • 75 toetsen • 73 Trillen • 73, 74 Type belsignaal (3.3) • 73 ➄ Druk op de functietoets Kies. (vervolg) . T Telefoon opnemen Volume instellen Type belsignaal kiezen Conformiteitsverklaring (R&TTE) Voor het volgende product: TRI BAND GPRS TELEFOON of links op uw Klap de telefoon open of Druk op de -toets. Druk op telefoon. ➀ Kies de menu-optie Type belsignaal (3.3). ➁ Kies een optie: • Alleen licht • Melodie • Trillen • Trillen+melodie Druk op de functietoets Kies. (Product) SGH-S100 (Type nummer) Gefabriceerd door: - Samsung Electronics, 94-1 Imsu-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea, 730-350 Samsung Electronics Iberia, S.A., Pol. Ind. Riera de Caldes, Via Augusta, n-10 08184 Palau de Plegamans, Barcelona, Spanje (Naam fabriek, adres) Nummer in telefoonlijst opzoeken Nummer in telefoonlijst opslaan ➀ Druk op de functietoets Namen. ➁ Kies de optie Zoek. ➂ Geef het begin van de naam in. ➃ Met de toetsen en kunt u door de namen bladeren. ➄ Druk op de functietoets Kies. ➅ Gebruik de toetsen en om door de nummers te lopen. ➆ Druk op de toets om het nummer te bellen. ➀ Toets het nummer in. ➁ Druk op de functietoets Opslaan. ➂ Selecteer een pictogram. ➃ Druk op de functietoets Kies. ➄ Geef de naam in. ➅ Druk op de functietoets OK. ➆ Wijzig eventueel de locatie. ➇ Druk op de functietoets OK. ➈ Druk op de toets om terug te gaan naar standby. Wij verklaren hierbij dat [alle noodzakelijke radio tests zijn uitgevoerd en dat] bovengenoemd product voldoet aan alle van belang zijnde eisen van Richtlijn 1999/5/EC. De conformiteits- goedkeuringsprocedure waarnaar in artikel 10 wordt verwezen en welke nader is uitgewerkt in bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EC is opgevolgd, waarbij de volgende officiële organisatie(s) is (zijn) betrokken: BABT, Claremont House, 34 Molesey Road, Walton-on-Thames, KT12 4RQ, Groot-Brittannië - Identificatienummer: 168 De technische documentatie bevindt zich bij: Samsung Electronics Euro QA Lab. en is op verzoek op te vragen. (fabrikant) Samsung Electronics Co., Ltd. Suwon P.O.Box 105 Kyungki-Do, Korea 440-600 05/20/2002 JUNGKWAN CHOI / S. Manager (plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van geautoriseerde medewerker) (Vertegenwoordiger in de EU). Samsung Electronics Euro QA Lab., Blackbush Business Park, Saxony Way, Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK IN-SEOP LEE / Manager 05/20/2002 (plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van geautoriseerde medewerker)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73

Samsung SGH-S100SA Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor