Samsung sgh v 200 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

TRI BAND
GPRS telefoon
SGH-V200
ELECTRONICS
* Het is mogelijk dat de informatie in deze gebruiksaanwijzing
op sommige plaatsen afwijkt van uw telefoon, omdat deze
soms afhangt van de geïnstalleerde software of uw internet
provider. Drukfouten voorbehouden.
Printed in Korea
Code No.: GH68-03605A
Dutch. 03/2003. Rev. 1.0
Site Internet
http://www.samsungmobile.com
3
Inhoud
Belangrijke veiligheidsinformatie................. 7
Uitpakken .................................................... 9
Uw telefoon................................................ 10
Onderdelen....................................................... 10
Display............................................................. 13
Standby-lampje................................................. 16
Aan de slag ................................................ 17
SIM-kaart installeren ......................................... 17
Batterij opladen................................................. 19
Telefoon aan- en uitzetten .................................. 21
Telefoneren................................................ 22
Zelf bellen ........................................................ 22
Volume aanpassen............................................. 24
Een oproep beantwoorden .................................. 25
Gemiste oproepen bekijken................................. 26
Snel naar de stille modus overschakelen............... 28
Functies en opties selecteren ..................... 29
Voorbeeld: Displaytaal instellen ........................... 31
Telefoonlijst ............................................... 33
Naam en nummer vastleggen.............................. 33
Opties telefoonlijst gebruiken .............................. 36
Een nummer opzoeken in de telefoonlijst .............. 37
Een belgroep wijzigen ....................................... 39
Verkort kiezen................................................... 40
Geheugenstatus controleren................................ 42
Tekst intoetsen .......................................... 43
Tekstinvoerstand wijzigen.................................. 44
T9 stand........................................................... 45
Stand voor het intoetsen van hoofdletters en kleine let-
ters ................................................................. 47
Speciale tekens intoetsen ................................... 48
Stand voor cijfers .............................................. 48
Inhoud
4
Tijdens een gesprek beschikbare opties..... 49
Gesprek in de wacht zetten................................. 49
Microfoon uitschakelen ....................................... 50
Toetstonen in- en uitschakelen ............................ 51
Een nummer opzoeken in de telefoonlijst .............. 51
SMS diensten.................................................... 52
Een tweede oproep beantwoorden (wisselgesprek). 52
Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen)..... 53
Menu’s gebruiken....................................... 55
Naar menufunctie bladeren ................................. 55
Naar menufunctie via de sneltoets ....................... 56
Overzicht menufuncties ...................................... 56
Tekstberichten ........................................... 62
Ontvangen
(Menu 1.1).......................................... 62
Verzonden
(Menu 1.2) .......................................... 63
Nieuw bericht
(Menu 1.3)....................................... 65
Standaardberichten
(Menu 1.4)............................. 67
Instelling
(Menu 1.5) ............................................ 68
Mijn objecten
(Menu 1.6) ...................................... 69
Geheugenstatus
(Menu 1.7) .................................. 70
Voice Mail
(Menu 1.8) ........................................... 70
Info-berichten
(Menu 1.9)..................................... 71
Afbeeldingberichten................................... 73
Postvak IN
(Menu 2.1).......................................... 73
Postvak UIT
(Menu 2.2) ........................................ 75
Nieuw bericht
(Menu 2.3)...................................... 76
Alles verwijderen
(Menu 2.4) ................................ 78
Instellen
(Menu 2.5) ............................................. 78
Berichtprofiel
(Menu 2.6) ...................................... 79
Oproepen lijst ............................................ 80
Gemist
(Menu 3.1) ............................................... 80
Ontvangen
(Menu 3.2).......................................... 80
Uitgaand
(Menu 3.3)............................................. 81
Alles wissen
(Menu 3.4) ........................................ 81
Gesprektellers
(Menu 3.5)..................................... 81
Kostentellers
(Menu 3.6)...................................... 82
Inhoud
5
Camera ...................................................... 83
Foto maken+verzenden
(Menu 4.1)....................... 83
Nieuwe foto
(Menu 4.2) ........................................ 84
Foto’s
(Menu 4.3) ................................................. 85
Geluid opties .............................................. 86
Beltoon
(Menu 5.1)............................................... 86
Belvolume
(Menu 5.2) .......................................... 86
Type belsignaal
(Menu 5.3) ................................... 87
Toetstoon
(Menu 5.4) .......................................... 87
Bericht signaal
(Menu 5.5) .................................... 88
Toon klepje
(Menu 5.6)......................................... 89
Toon bij in-/uitschakelen
(Menu 5.7) ..................... 89
Andere tonen
(Menu 5.8) ...................................... 90
Telefoon opties .......................................... 91
Infrarood aan
(Menu 6.1)...................................... 91
Gebruikersinstellingen
(Menu 6.2) ......................... 92
Begroeting
(Menu 6.3).......................................... 93
Eigen nummer
(Menu 6.4) .................................... 93
Taalkeuze
(Menu 6.5) ........................................... 94
Beveiliging
(Menu 6.6).......................................... 94
LCD-scherm instellingen
(Menu 6.7) ..................... 97
Extra instellingen
(Menu 6.8) ................................ 99
Sneltoets
(Menu 6.9) ........................................... 100
Reset instellingen
(Menu 6.10) ............................. 100
Organizer ................................................. 101
Agenda
(Menu 7.1).............................................. 101
Actielijst
(Menu 7.2) ............................................ 103
Tijd en datum
(Menu 7.3) .................................... 106
Alarm
(Menu 7.4) ................................................ 107
Calculator
(Menu 7.5) .......................................... 108
Valutabeurs
(Menu 7.6) ....................................... 109
Inhoud
6
Netwerk diensten..................................... 110
Doorschakelen
(Menu 8.1) ................................... 110
Blokkeren
(Menu 8.2) .......................................... 112
Wisselgesprek
(Menu 8.3).................................... 114
Netwerk kiezen
(Menu 8.4) .................................. 115
Nr.weergave
(Menu 8.5) ...................................... 116
Gebr.groepen
(Menu 8.6)..................................... 116
Bandkeuze
(Menu 8.7)......................................... 118
Amusement.............................................. 119
Spelletjes
(Menu 9.1) .......................................... 119
WAP browser
(Menu 9.2) ..................................... 119
Downloads
(Menu 9.3)......................................... 119
Problemen oplossen................................. 121
Toegangscodes ........................................ 124
Wachtwoord telefoon ........................................ 124
PIN................................................................. 125
PUK ................................................................ 125
PIN2 ............................................................... 126
PUK2 .............................................................. 126
Informatie met betrekking tot gezondheid en
veiligheid ................................................. 127
Blootstelling aan radiogolven
(SAR informatie) Radiofrequenties ...................... 127
Voorzorgen bij het gebruik van batterijen ............ 129
Verkeersveiligheid ............................................ 131
Gebruiksomgeving ............................................ 133
Omgeving waar kans op explosies is ................... 135
Telefoneren in geval van nood............................ 136
Overige belangrijke veiligheidsinformatie ............. 137
Verzorging en Onderhoud .................................. 138
Verklarende woordenlijst ......................... 140
Index ....................................................... 144
7
Belangrijke
veiligheidsinformatie
Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u uw
telefoon in gebruik neemt. Houdt u zich er niet aan,
dan kan dit gevaar opleveren of kunt u de wet
overtreden. Uitvoerige veiligheidsinformatie vindt u
op pagina 127 onder “Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid”.
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon nooit tijdens het rijden. Parkeer
eerst de auto.
Uitschakelen als u gaat tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in
de buurt van chemicaliën of brandstoffen.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische
systemen veroorzaken. Daarom is gebruik hiervan
in een vliegtuig verboden en gevaarlijk.
Uitschakelen in een ziekenhuis
Schakel uw telefoon uit als u zich in de nabijheid
van medische apparatuur bevindt.
Volg alle van kracht zijnde voorschriften op.
Storingen
De werking van elke mobiele telefoon kan nadelig
worden beïnvloed door apparatuur die
radiofrequenties uitzendt.
Belangrijke veiligheidsinformatie
8
Speciale voorschriften
Houd u aan speciale voorschriften en schakel uw
telefoon uit op plaatsen waar het gebruik verboden
is of gevaar of storingen kan opleveren
(bijvoorbeeld in een ziekenhuis).
Radiofrequenties
Het ontwerp van deze telefoon voldoet aan de eisen
van de Europese Unie (EU) met betrekking tot
blootstelling aan radiofrequenties (RF). Om aan
deze eisen te blijven voldoen, dient u uitsluitend
door Samsung geleverde of goedgekeurde
accessoires te gebruiken. Gebruik van niet-
goedgekeurde accessoires kan ertoe leiden dat niet
meer aan deze eisen wordt voldaan.
Stand van de telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand
(tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de
antenne als de telefoon is ingeschakeld.
Accessoires en batterijen
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires en batterijen.
Deskundige technische service
Laat onderhoud altijd over aan gekwalificeerde
technici.
9
Uitpakken
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
Uw Samsung dealer kan de volgende accessoires
leveren:
•Oortelefoon
Eenvoudige hands-free kit
Standaard/extra dunne batterijen
Adapter voor sigarettenaansteker
•Holster
Tele foon
Adapter
Batterijen
Gebruiksaanwijzing
Oortelefoon
Software cd-rom
Datakabel
10
Uw telefoon
Onderdelen
De volgende afbeeldingen tonen de belangrijkste
onderdelen van uw telefoon.
Luidspreker
Display
Functietoets
(rechts)
WAP
browser-toets
Alfanumerieke
toetsen
Cameratoets
Functietoets
(links)
Kiezen/ bevestigen
menukeuze
Infraroodpoort
Microfoon
Annuleren/
correctietoets
Navigatie-
toetsen
Volumetoetsen/
bladertoetsen
Aansluiting
oortelefoon
Toetsen voor
speciale functies
Aan/uit/menu
verlaten
Camera
Antenne
Standby-lampje
Extern display
Uw telefoon
11
Toets Beschrijving
In de menustand
: door de menukeuzes
of telefoonlijst bladeren.
In de standby-stand
: direct naar veel
gebruikte menu-opties (zie pagina 100
voor meer informatie over
sneltoetsen).
In de menustand
: terug naar vorig
menuniveau of huidige menu
selecteren.
Bij het ingeven van tekst: voor het
naar links of rechts verplaatsen van de
cursor.
In de standby-stand: direct naar veel
gebruikte menu-opties (zie pagina 100
voor meer informatie over
sneltoetsen).
(functie-
toetsen)
Voert de functie uit die erboven is
aangegeven (op de onderste regel van
het display).
In de standby-stand: direct toegang
tot het menu
Camera
waarmee u de
camera van de telefoon kunt
gebruiken.
In de standby-stand: direct starten van
de WAP (Wireless Application Protocol)
browser.
Wist tekens van het display.
In de menustand: terug naar vorig
menuniveau.
Uw telefoon
12
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, kunt u het laatste
nummer dat u heeft gebeld of waarvan
u een oproep heeft ontvangen
(opnieuw) bellen.
In de menustand: menufunctie kiezen
of ingevoerde informatie (zoals een
naam) in het telefoon- of
SIM-geheugen opslaan.
Gesprek beëindigen.
Ingedrukt houden om telefoon in- of
uit te schakelen.
In de menustand: uw ingave annuleren
en terug naar de standby-stand.
Wanneer u deze toets in de standby-
stand ingedrukt houdt, krijgt u direct
toegang tot uw voice mail.
Cijfers, letters en een aantal speciale
tekens invoeren.
Speciale tekens invoeren.
Uitvoeren van diverse functies.
(zijkant van de telefoon)
Tijdens een gesprek: volume van
luidspreker aanpassen.
In de standby-stand: toetsvolume
aanpassen.
In de menustand: door de menukeuzes
of telefoonlijst bladeren.
Toets Beschrijving (vervolg)
Uw telefoon
13
Display
Indeling display
Het display bestaat uit drie gedeelten:
Gedeelte Beschrijving
Bovenste regel Toont diverse symbolen
(zie pagina 14).
Midden-
gedeelte
Hier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie (bijvoorbeeld
telefoonnummer) weergegeven.
Onderste regel Toont de functies die op dat
moment aan de twee
functietoetsen zijn toegewezen.
Symbolen
Tekst en
afbeeldingen
Omschrijving
functietoetsen
M
enu
N
amen
Uw telefoon
14
Symbolen
Sym-
bool
Beschrijving
Sterkte ontvangstsignaal. Hoe meer
staafjes, hoe sterker het signaal.
Verschijnt tijdens een gesprek.
Verschijnt wanneer u verbinding met het
GPRS netwerk maakt.
Verschijnt wanneer de stille modus is
ingeschakeld of wanneer de menukeuze
Type belsignaal
(
Menu 5.3
) op Trillen
is ingesteld. Voor meer informatie, zie
pagina 87.
Wordt getoond wanneer een nieuw
tekstbericht is ontvangen.
Wordt getoond wanneer een nieuw voice
mailbericht is ontvangen.
Verschijnt tijdens het invoeren van tekst
om aan te geven wat de huidige
tekstinvoerstand is.
Verschijnt als u het alarm instelt.
Toont de batterijstatus. Hoe meer
staafjes, hoe voller de batterij.
Verschijnt wanneer de infraroodpoort
geactiveerd is. Voor meer informatie, zie
pagina 91.
Uw telefoon
15
Verlichting
De achtergrond van het display en het toetsenbord
zijn verlicht. Wanneer u op een willekeurige toets
drukt of het klepje opent, gaat de verlichting een
bepaalde tijd aan. De duur is afhankelijk van de
instelling bij de menu-optie
Verlichting
(
Menu 6.7.2
) in het menu Telefoon opties. Daarna
wordt de verlichting gedimd en na een minuut
uitgeschakeld.
Om in te stellen hoe lang de verlichting aan moet
blijven, gaat u naar de menukeuze
Verlichting
(
Menu 6.7.2
). Meer informatie hierover vindt u op
pagina 97.
Via de menukeuze
Verlichting autom.
(
Menu 6.7.3
) kunt u instellen dat de verlichting
op een bepaald tijdstip aan en weer uit gaat. Zie
pagina 97 voor meer informatie.
Verschijnt als de Stille modus aan staat.
Verschijnt als u buiten het bereik van uw
eigen netwerk bent en bij een ander
netwerk bent aangemeld (b.v. in het
buitenland).
Sym-
bool
Beschrijving (vervolg)
Uw telefoon
16
Extern display
Uw telefoon is voorzien van een extra display aan
de buitenkant van het klepje. Hierop ziet u of er een
inkomend gesprek of bericht is. Ook als een door u
ingesteld alarm afgaat, wordt dat hier aangegeven.
Standby-lampje
Onder het externe display op het klepje van de
telefoon bevindt zich het standby-lampje. Het
knippert als de telefoon gebruiksklaar is en
verbinding heeft met het netwerk.
U kunt het lampje in- en uitschakelen met de optie
Standby-lampje
(
Menu
6.7.4
). Zie pagina 98
voor meer bijzonderheden.
Standby-lampje
17
Aan de slag
SIM-kaart installeren
Als u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart. Die bevat een geheugen
waarin uw abonnementsgegevens (PIN,
aanvullende diensten e.d.) zijn opgeslagen.
Belangrijk!
De SIM-kaart is zeer gevoelig voor
beschadiging of verbuiging (dit geldt
met name voor de contacten).
Behandel de SIM dus zeer voorzichtig
als u hem plaatst of verwijdert.
Houd een SIM-kaart buiten het bereik
van kinderen.
1. Zet zo nodig de telefoon uit door de toets
ingedrukt te houden tot het slotfilmpje start.
2. Haal de batterij uit de telefoon. Zo gaat u te
werk:
Houd het nokje aan de achterkant van de
telefoon boven de batterij ingedrukt.
Schuif de batterij van de telefoon, zoals
afgebeeld.
Aan de slag
18
3. Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder,
zodat de houder de kaart in de juiste stand
vastzet.
Zorg ervoor dat het gedeelte met het hoekje
rechts bovenaan zit en dat de gouden
contactpunten van de SIM-kaart naar de
telefoon gericht zijn.
Opmerking
: Als u de SIM-kaart moet verwijderen,
schuift u het in de aangegeven richting
en haalt u hem uit de houder.
4. Plaats de batterij terug. Zorg ervoor dat de
nokjes in de batterij in de uitsparingen in de
telefoon vallen.
Aan de slag
19
5. Schuif de batterij omhoog in de richting van de
grendel tot hij vast klikt. Controleer voordat u de
telefoon aanzet of de batterij goed vast zit.
Batterij opladen
Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ion-batterij.
Bij uw telefoon wordt een adapter geleverd. Gebruik
alleen goedgekeurde batterijen en opladers. Uw
SAMSUNG dealer kan u hierover meer informatie
geven.
U kunt de telefoon tijdens het opladen van de batterij
blijven gebruiken.
Opmerking
: Laad de batterij volledig op voordat u de
telefoon de eerste keer gebruikt. Een
geheel ontladen batterij wordt in
ongeveer 200 minuten volledig
opgeladen.
1. Nadat de batterij in de telefoon is geplaatst, sluit
u het snoertje van de adapter aan op de
onderzijde van de telefoon.
Aan de slag
20
2. Doe de adapter in een normaal stopcontact.
3. Na het opladen haalt u de adapter uit het
stopcontact en maakt u de adapter los van de
telefoon, door de grijze knopjes aan de zijkant
van de connector in te drukken en de connector
uit de telefoon te trekken.
Opmerking:
Als de telefoon wordt opgeladen, kunt
u de batterij pas verwijderen nadat u
de telefoon van de adapter hebt
losgekoppeld. Hiermee voorkomt u dat
de telefoon beschadigt.
Indicatie batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar enkele
minuten kunt bellen, hoort u een
waarschuwingstoon en verschijnt regelmatig de
melding:
Als de batterij te zwak is om de telefoon nog te
kunnen gebruiken, schakelt het toestel zich
automatisch uit.
**Waarschuwing
**
Batterij is bijna
leeg
Menu Namen
Aan de slag
21
Telefoon aan- en uitzetten
1. Open het klepje.
2. Houd de toets ingedrukt tot de telefoon
aan is.
3. Als het toestel om een wachtwoord vraagt, geeft
u dat in en drukt u op de functietoets
OK
. Het
wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Zie pagina 124 voor meer
bijzonderheden.
4. Als gevraagd wordt om uw PIN-code, geeft u
deze in en drukt u op de functietoets
OK
. Zie
pagina 125 voor meer bijzonderheden.
De telefoon zoekt uw netwerk en zodra hij dit
heeft gevonden, verschijnt het standby-scherm,
zoals hieronder aangegeven. Nu kunt u zelf
bellen of oproepen beantwoorden.
Opmerking
: De displaytaal is standaard ingesteld
op Nederlands. U kunt de taal
aanpassen met de optie
Taalkeuze
(
Menu 6.5
); zie pagina 94 voor meer
bijzonderheden.
5. Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de
toets ingedrukt tot het slotfilmpje wordt
getoond.
NETWERK
05:17
ZA 02 OKT
Menu Namen
05:17
ZA/02
22
Telefoneren
Zelf bellen
Als de telefoon standby staat, toetst u het
netnummer en telefoonnummer in en drukt u
op de toets .
Opmerking
: Als u de optie
Nr. herhalen
in
het menu
Extra instellingen
(
Menu 6.8
) aan heeft gezet, wordt
het nummer automatisch maximaal
10 maal opnieuw gedraaid wanneer de
persoon die u wilt bellen uw oproep niet
beantwoordt of in gesprek is. Meer
informatie over deze optie vindt u op
pagina 99.
Internationaal bellen
1. Houd de toets ingedrukt.
Het
+
teken verschijnt in het display.
2. Geef nu het landnummer in, dan het netnummer
en het abonneenummer. Druk daarna op .
Nummer corrigeren
U wilt
wissen...
Dan doet u het volgende…
Laatste cijfer
op het display
Druk op de toets .
Ander cijfer
van het
nummer
Druk op of totdat de cursor
rechts naast het cijfer staat dat u
wilt wissen. Druk op de toets .
U kunt ook een ontbrekend cijfer
invoeren door op de betreffende
toets te drukken.
Alle cijfers Houd de toets ruim
1 seconde ingedrukt.
Telefoneren
23
Gesprek beëindigen
Als u uw gesprek wilt beëindigen, drukt u kort op de
toets .
Laatste nummer herhalen
De telefoon slaat de nummers op van uitgaande
gesprekken en van inkomende en gemiste
oproepen waarvan de beller bekend is. Voor meer
informatie, zie “Oproepen lijst” zie pagina 80.
Om een van deze nummers te bellen, doet u het
volgende:
1. Maak eventueel het display leeg, door de
toets gedurende ruim een seconde
ingedrukt te houden.
2. Druk op de toets om naar de lijst met
laatstgekozen nummers te gaan.
3. Gebruik de toetsen en om door deze lijst
te bladeren tot u bij het gewenste nummer bent.
4.
Om...
Dan doet u het
volgende…
Het gemarkeerde
nummer te draaien
Druk op de toets .
Het gemarkeerde
nummer te
wijzigen
Druk op de functietoets
Wijzig, kies de optie
Bewerken
en wijzigt u
het nummer (zie
“Nummer corrigeren” zie
pagina 22 voor meer
informatie).
Telefoneren
24
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
Nummers die u regelmatig belt, kunt u in het
geheugen van de SIM-kaart of van de telefoon
opslaan. Deze twee geheugens worden tezamen
aangeduid als Telefoonlijst. In dat geval hoeft u
alleen maar de naam te selecteren om het
bijbehorende nummer te laten kiezen. Zie
pagina 33 voor meer informatie over de
telefoonlijst.
Volume aanpassen
Tijdens een gesprek kunt u het volume van de
luidspreker aanpassen door op de volumetoetsen
aan de linkerzijkant van de telefoon te drukken.
Druk op om het volume te verhogen of op om
het te verlagen.
In de standby-stand met het klepje open kunt u
met deze toetsen het toetsvolume aanpassen.
Telefoneren
25
Een oproep beantwoorden
Als iemand u belt, gaat uw telefoon over en knippert
het telefoonsymbool midden op het display.
Als de beller wordt herkend, verschijnt zijn
telefoonnummer (of zijn naam als die in uw
telefoonlijst is opgeslagen).
1. Open, indien nodig, het klepje. Druk op de
toets of de functietoets
Opnemen
om een
binnenkomend gesprek te beantwoorden.
Als de menu-optie
Elke toets antw.
in menu
Extra instellingen
(
Menu 6.8
) is
ingeschakeld, kunt u een gesprek aannemen
door op een willekeurige toets te drukken, met
uitzondering van de toets en de
functietoets
Weiger
(zie pagina 99).
Als
Klepje actief
in menu
Extra instellingen
(
Menu 6.8
) is geselecteerd, kunt u een oproep
ook beantwoorden door het klepje te openen
(zie pagina 99).
Opmerking
: Om een inkomende oproep te
weigeren, kunt u ook de
volumetoetsen aan de linkerzijkant
van de telefoon ingedrukt houden
voordat u het klepje opent.
2. U kunt een gesprek of oproep beëindigen door
het klepje te sluiten of door op te drukken.
Opmerking
: U kunt de telefoon ook opnemen terwijl
u menufuncties of de telefoonlijst
gebruikt.
nnnnnnn
Opnemen Weiger
nnnnnnnn
Telefoneren
26
Gemiste oproepen bekijken
Als u om wat voor reden dan ook een oproep niet
kunt of wilt beantwoorden, kunt u zien wie u
geprobeerd heeft te bellen (als uw provider deze
dienst levert). Desgewenst kunt u deze persoon dan
terugbellen.
Na een niet beantwoorde oproep verschijnt in de
standby-stand het aantal gemiste oproepen op het
display.
Zo kunt u gemiste oproepen direct bekijken:
1. Open, indien nodig, het klepje.
2. Druk op de functietoets
Kies
.
Is het bij de laatste gemiste oproep behorende
telefoonnummer beschikbaar, dan wordt dit
getoond.
3.
U wilt... Druk op de…
Door de gemiste
oproepen bladeren
Toets of .
Getoonde nummer
bellen
Toets .
Nummer van gemiste
oproep wissen of
wijzigen
Functietoets
Kies
(zie hieronder).
Telefoneren
27
Nummer gemiste oproep wijzigen
Opmerking
: Als het nummer van de gemiste oproep
niet beschikbaar is, verschijnt de optie
Bewerken
niet.
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk indien nodig op de toets of om de
optie
Bewerken
te kiezen.
3. Druk op de functietoets
Kies
.
4. Voer de gewenste wijzigingen in.
Gemiste oproep wissen
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk indien nodig op de toets of om de
optie
Wissen
te kiezen.
3. Druk op de functietoets
Kies
.
U kunt op elk gewenst moment op de toets
drukken om deze menu-keuze te verlaten.
Opmerking
: Door de optie
Gemist
(
Menu 3.1
) te
kiezen, kunt u op ieder willekeurig
moment naar het overzicht met
gemiste oproepen. Zie pagina 80 voor
meer informatie.
5. U wilt... Druk op de…
Het nummer bellen Toets .
Het nummer
opslaan
Functietoets
Opslaan
en
geef daarna de naam en
locatie in (zie pagina 33
voor meer informatie).
Telefoneren
28
Snel naar de stille modus
overschakelen
De stille modus is handig wanneer u op een plaats
bent waar het overgaan van uw telefoon storend
zou werken, bijvoorbeeld tijdens een kerkdienst of
een concert.
In de standby-stand kunt u de telefoon snel in de
stille modus zetten, door de toets ingedrukt te
houden tot de melding “Stille modus” wordt
getoond en het symbool van de trilfunctie ( )
wordt weergegeven.
In de stille modus worden de geluidsinstellingen
van uw telefoon als volgt gewijzigd.
U kunt de stille modus uitschakelen en terug naar
de vorige geluidsinstellingen, door de toets
ingedrukt te houden totdat “Stille modus UIT”
verschijnt. Het symbool van de trilfunctie ( ) is
niet langer zichtbaar.
Optie Nieuwe instelling
Type belsignaal (Menu 5.3)Trillen
Toetstoon (Menu 5.4)UIT
SMS toon (Menu 5.5.1) Alleen lampje
29
Functies en opties
selecteren
Uw telefoon heeft een aantal functies waarmee u
het toestel aan uw voorkeuren kunt aanpassen.
Deze functies bevinden zich in menu’s en
submenu’s, die u kunt selecteren met de twee
functietoetsen en . In elk menu en
submenu kunt u de instellingen van een bepaalde
functie bekijken en eventueel veranderen.
Onder in het display ziet u direct boven de toets
welke functie de functietoets op dat moment
vervult.
V
oorbeeld:
Menu Namen
NETWERK
05:17
ZA 02 OKT
Met de linker functie-
toets gaat u naar het
hoofdmenu.
Met de rechter
functietoets gaat u
naar de telefoonlijst.
Functies en opties selecteren
30
Via de volgende stappen krijgt u een overzicht van
de beschikbare functies/opties en kunt u er een
kiezen.
1. Druk op de desbetreffende functietoets.
Bij sommige functies wordt om een wachtwoord of
PIN-code gevraagd. Voer de juiste code in en druk
op de functietoets
OK
.
2. U wilt... Druk op de…
Selecteren:
• De getoonde functie
of
• De gemarkeerde
optie
Functietoets
Kies
of
de toets .
De volgende functie
zien of de volgende
optie markeren
Toets of links
op de telefoon.
Naar de vorige functie
of lijst
Toets of links
op de telefoon.
Een niveau hoger in de
menustructuur
Toets ,
functietoets of
toets .
Dit menu verlaten
zonder instellingen aan
te passen
Toets .
Functies en opties selecteren
31
Voorbeeld: Displaytaal instellen
1. In de standby-stand drukt u op de functietoets
Menu
om in het menu te komen.
2. Druk op de toets of om door de menu’s te
bladeren tot u bij menu
Telefoon opties
bent.
3. Druk op de functietoets
Kies
of de toets om
het menu
Telefoon opties
te openen.
NETWERK
05:17
ZA 20 OKT
Menu Namen
6
Geluid opties
Organizer
Kies
6.1
Kies
Als de naam van een
geselecteerde optie niet op
de regel past, loopt deze
automatisch van rechts naar
links.
Telefoon opties
Infrarood aan
Gebruikersin...
Begroeting
Eigen nummer
Taalkeuze
Beveiliging
Functies en opties selecteren
32
4. Druk op de toets of om naar het submenu
Taalkeuze
te gaan.
5. Druk op de functietoets
Kies
of de toets voor
een overzicht van de beschikbare talen.
De huidige taal wordt gemarkeerd weergegeven.
6. Druk op toets of om de door u gewenste
taal te markeren.
7. Druk op de functietoets
Kies
of de toets om
uw keuze te bevestigen.
8. Druk twee keer op de toets of om het
menu te verlaten.
Telefoon opties
Infrarood aan
Gebruikersin...
Begroeting
Eigen
Taalkeuze
Beveiliging
Geeft de huidige
instelling aan
Kies
Nederlands
6.5.6
Huidige taal
Ki
es
Taalkeuze
Español
Nederlands
Svenska
Dansk
Português
Suomi
33
Telefoonlijst
U kunt telefoonnummers en de bijbehorende
namen in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan.
Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon
ruimte aan 500 nummers en namen. Hoewel beide
geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn,
vormen ze in de praktijk één geheel, de
telefoonlijst.
Naam en nummer vastleggen
U kunt een nummer op twee manieren vastleggen:
• In de standby-stand met de functietoets
Opslaan
• In het menu Telefoonlijst via de optie
Nieuw
contact
Een nummer vastleggen in de standby-
stand
Zodra u een nummer begint in te voeren, verschijnt
boven de linker functietoets
Opslaan
. Daarmee
kunt u het ingevoerde nummer in de telefoonlijst
opslaan.
1. Voer het nummer in dat u wilt opslaan.
Opmerking
: Als u tijdens het invoeren van een
nummer een fout maakt, kunt u
deze met de toets corrigeren.
Zie pagina 22 voor meer
bijzonderheden.
2. Druk op de functietoets
Opslaan
als u zeker
weet dat het nummer correct is.
Telefoonlijst
34
3. Selecteer het symbool van de categorie waar het
nummer dat u wilt opslaan toe behoort. U heeft
de beschikking over drie categorieën:
Mobiel
Kantoor
Privénummer
Druk op de toets of en daarna op de
functietoets Kies om de gewenste categorie te
selecteren.
4. Geef de naam in en druk op de functietoets
OK
.
Het aantal posities dat voor ingave van de naam
beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 43.
5. Selecteer het geheugen waarin het nummer
moet worden opgeslagen (
In toestel
of
Op SIM
) en druk op de functietoets
Kies
.
Opmerking
: Wanneer u van telefoon wisselt,
blijft de informatie die op uw SIM-
kaart is opgeslagen beschikbaar op
uw nieuwe telefoon. Informatie die
in het toestel zelf is opgeslagen, is
dan niet meer beschikbaar en zal
eventueel opnieuw moeten worden
ingegeven.
6. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde
naam op een andere dan de voorgestelde positie
wilt opslaan, druk dan op de toets
en geef
daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u
de informatie wilt opslaan.
7. Druk op
OK
om het nummer en de naam op te
slaan.
Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de
telefoon de zojuist opgeslagen naam.
8.
U wilt... Druk op de…
Invoeropties gebruiken Functietoets
Opties
.
Teruggaan naar de
standby-stand
Toets .
Telefoonlijst
35
Een nummer in de telefoonlijst opslaan
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen
.
2. Blader met de toets of naar
Nieuw
contact
en druk op de functietoets
Kies
om uw
keuze te bevestigen.
3. Selecteer het symbool van de categorie waar het
nummer dat u wilt opslaan toe behoort.
Opmerking
: Hierbij is ook het symbool voor
e-mail ( ) beschikbaar. Hier kunt
u in plaats van een telefoonnummer
een e-mailadres opslaan.
4. Selecteer het geheugen waarin het nummer
moet worden opgeslagen (
In toestel
of
Op
SIM
) en druk op de functietoets
Kies
.
5. Geef de naam in en druk op de functietoets
OK
.
Het aantal posities dat voor ingave van de naam
beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 43.
6. Geef het nummer of e-mailadres in en druk op
de functietoets
Opslaan
.
7. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde
naam op een andere dan de voorgestelde positie
wilt opslaan, druk dan op de toets
en geef
daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u
de informatie wilt opslaan.
8. Druk op
OK
om het nummer en de naam op te
slaan.
Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de
telefoon de zojuist opgeslagen naam.
Telefoonlijst
36
Opties telefoonlijst gebruiken
De telefoonlijst beschikt over een aantal opties, die
u kunt openen door op de functietoets
Opties
te
drukken.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Invoegen
: hiermee kunt u een telefoonnummer
uit de telefoonlijst in de stand voor normaal bellen
plakken. Gebruik deze optie als u een nummer wilt
bellen dat deels identiek is aan het nummer in de
telefoonlijst, bijvoorbeeld een intern nummer
binnen hetzelfde bedrijf.
Gebruik de toets als u het nummer wilt
aanpassen (zie pagina 22 voor meer informatie).
Druk op als u het nummer wilt bellen.
Wijzigen
: hiermee kunt u de gegevens van de
contactpersoon in uw telefoonlijst wijzigen.
Selecteer
E
én ingave als u een nummer van de
geselecteerde contactpersoon wilt wijzigen. Als u de
naam wijzigt, wordt het nummer apart opgeslagen.
Selecteer
Alle ingaven
wanneer u de naam wilt
wijzigen.
9. U wilt... Druk op de…
Invoeropties gebruiken Functietoets
Opties
.
Teruggaan naar de
standby-stand
Toets .
U wilt... Druk…
Gemarkeerde optie
selecteren
Op de functietoets
Kies
of de
toets .
Andere optie
selecteren
Enkele keren op of tot
de gewenste optie
gemarkeerd wordt
weergegeven.
Telefoonlijst
37
Wissen
: hiermee kunt u een nummer en een
naam uit de telefoonlijst
verwijderen. De telefoon
vraagt eerst om een bevestiging. Druk op de
functietoets
Ja
.
Kopiëren
: hiermee kunt u het nummer naar een
andere geheugenlocatie kopiëren. Gebruik deze
optie om een nummer op te slaan dat veel lijkt op
een reeds opgeslagen nummer. Selecteer de locatie
voor het nieuwe nummer. Zodra het nummer
gekopieerd is, kunt u de naam en het nummer
wijzigen.
Belgroep
: hiermee kunt u de contactpersoon aan
een belgroep toewijzen. Wanneer u door iemand die
tot die groep behoort wordt gebeld, kunt u dat aan
bijvoorbeeld het belsignaal horen. Selecteer een
van de tien beschikbare groepen.
Kies de optie
Geen groep
als u het nummer niet
(langer) aan een groep toe wilt wijzen.
Zie pagina 39 voor meer informatie over de
instellingen voor belgroepen.
Nieuwe categorie
: hiermee kunt u van de op dat
moment geselecteerde contactpersoon een nieuw
nummer aan een bepaalde categorie (mobiel,
kantoor, privénummer of e-mail) toevoegen. Een
contactpersoon in de telefoonlijst kan een naam en
maximaal 4 nummers bevatten (één nummer per
categorie).
Een nummer opzoeken in de
telefoonlijst
Nadat u telefoonnummers in de telefoonlijst heeft
opgeslagen, kunt u deze op twee manieren
opzieken:
•Op naam
•Op belgroep
Een nummer op naam opzoeken
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen
.
Telefoonlijst
38
2. Als
Zoek
gemarkeerd wordt weergegeven,
drukt u op de functietoets
Kies
. De telefoon
vraagt u nu om een naam op te geven.
3. Geef de beginletter(s) in van de naam die u
zoekt.
U ziet nu de namen in de telefoonlijst,
beginnend met de eerste die aan de ingevoerde
beginletters voldoet. Die naam is bovendien
gemarkeerd.
5. Als u de gewenste naam heeft gevonden, drukt
u op de toets om het nummer te bellen of op
de functietoets
Opties
om de gegevens die bij
deze naam horen te bekijken. Voor meer
informatie, zie pagina 36.
Een nummer op belgroep opzoeken
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen
.
2. Blader met de toets of naar
Groep
zoeken
en druk op de functietoets
Kies
.
4. U wilt... Druk…
De gemarkeerde
naam bekijken
Op de functietoets
Kies
.
Naar een andere
naam
Enkele keren op
of tot de gewenste
optie gemarkeerd
wordt weergegeven.
Naam opzoeken
beginnend met een
andere letter
Op de toets om de
reeds ingegeven letters
te verwijderen en
vervolgens op de toets
met de gewenste letter.
Telefoonlijst
39
3. Blader met de toets of naar de gewenste
groep en druk op de functietoets
Kies
.
U ziet nu een overzicht van de contactpersonen
die tot die groep behoren.
5. Als u de gewenste naam heeft gevonden, drukt
u op de toets om het nummer te bellen of op
de functietoets
Opties
om de gegevens die bij
deze naam horen te bekijken. Voor meer
informatie, zie pagina 36.
Een belgroep
wijzigen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen
.
2. Blader met de toets of naar
Groep
wijzigen
en druk op de functietoets
Kies
.
3. Geef de beginletter(s) in van de naam van de
groep die u zoekt of blader met de toets
of door de lijst naar de gewenste groep.
4. Als de door u gewenste groep gemarkeerd
wordt weergegeven, drukt u op de functietoets
Opties
.
4. U wilt... Druk…
De gemarkeerde
naam bekijken
Op de functietoets
Kies
.
Naar een andere
naam
Enkele keren op of
tot de gewenste naam
gemarkeerd wordt
weergegeven.
Telefoonlijst
40
5. Selecteer de gewenste optie(s) en wijzig waar
nodig de instellingen. De volgende opties zijn
beschikbaar:
Beltoon
: hiermee kunt u de beltoon kiezen die
moet worden gebruikt als u gebeld wordt door
een persoon uit de groep.
SMS-toon
: hiermee kunt u de beltoon kiezen
die moet worden gebruikt als u een tekstbericht
ontvangt van een persoon uit de groep.
Pictogram
: hiermee kunt u een pictogram
kiezen dat verschijnt als u wordt gebeld door
een persoon uit de groep.
Groepsnaam
: hiermee kunt u een naam aan
de groep toekennen of de naam wijzigen. Op
pagina 43 vindt u meer informatie over het
intoetsen van tekst.
6. Als u klaar bent, drukt u op de toets
of .
Verkort kiezen
Zodra u de nummers in de telefoonlijst hebt
opgeslagen, kunt u deze gemakkelijk bellen.
Nummers voor verkort kiezen toekennen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen
.
2. Blader met de toets of naar
Kiezen
en
druk op de functietoets
Kies
.
Telefoonlijst
41
3. Selecteer de toets die u voor het verkort kiezen
wilt gebruiken (de toetsen t/m ) en druk
op de functietoets
OK
.
Opmerking
: Als aan de betreffende toets al
een nummer is toegekend, wordt
de functietoets
OK
vervangen door
de functietoets
Opties
. Ga naar
stap 6.
4. Kies de gewenste contactpersoon uit de lijst en
druk op de functietoets
Kies
.
5. Zijn er meer nummers, druk dan op de toets
of om het gewenste nummer te selecteren
en druk op de functietoets
Kies
.
6. Nadat u aan de betreffende toets een nummer
hebt toegewezen, kunt u door op de functietoets
Opties
te drukken uit de volgende opties
kiezen:
Wijzigen
: hiermee kunt u aan de toets een
ander nummer toekennen.
Wissen
: het nummer wordt gewist, zodat geen
nummer meer aan de toets is toegewezen.
Alles wissen
: alle nummers worden gewist.
Aan geen enkele toets is dan meer een nummer
toegewezen.
Nummer
: hiermee kunt u zien welk nummer
aan de toets is toegewezen.
7. Als alle instellingen naar wens zijn, drukt u op
de toets of .
Verkort kiezen via de telefoonlijst
Om de nummers te bellen die aan de toetsen
t/m zijn toegewezen, houd u de betreffende
toets ingedrukt.
Opmerking
: Geheugenplaats 1 is gereserveerd voor
het telefoonnummer van uw Voice Mail
server.
Telefoonlijst
42
Geheugenstatus controleren
U kunt nagaan hoeveel namen en nummers er in de
telefoonlijst (het geheugen op de SIM-kaart en van
de telefoon) zijn opgeslagen. U kunt ook zien wat
het totaal aantal locaties is.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen
.
2. Kies de optie
Geheugenstatus
.
3. Druk op de toets of om na te gaan
hoeveel contactpersonen er op de SIM-kaart en
in het telefoongeheugen zijn opgeslagen en wat
de totale capaciteit van het betreffende
geheugen is.
43
Tekst intoetsen
Tijdens gebruik van uw telefoon zult u merken dat u
regelmatig tekst in moet toetsen, bijvoorbeeld voor
het opslaan van namen in de telefoonlijst, het
intoetsen van de begroeting of het noteren van
afspraken in uw agenda. Daarom kunt u met de
toetsen van de telefoon ook letters en andere
tekens ingeven.
Uw telefoon beschikt over de volgende
tekstinvoerstanden:
• T9 stand
In deze stand kunt u door slechts één toets per
letter in te drukken woorden ingeven. Aan iedere
toets op het toetsenbord zijn verschillende letters
toegewezen. Als u één keer op de toets
drukt, verschijnt de letter J, K of L. In de T9
stand worden de tekens die u intoetst,
automatisch vergeleken met een ingebouwd
linguïstisch woordenboek en wordt het meest
waarschijnlijke woord automatisch aangevuld,
zodat u vaak minder toetsaanslagen nodig hebt
dan bij gebruik van de normale standen voor
hoofdletter en kleine letters.
• Standen voor hoofdletters en kleine
letters
Hiermee kunt u hoofdletters of kleine letters
intoetsen door de toets waarop de gewenste
letter staat aangegeven één, twee, drie of vier
keer in te drukken tot de gewenste letter wordt
getoond.
• Speciale tekens intoetsen
In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen,
bijvoorbeeld leestekens.
• Cijfers
In deze stand kunt u cijfers intoetsen.
Tekst intoetsen
44
Tekstinvoerstand wijzigen
Wanneer u in een scherm staat waarin u letters wilt
intoetsen, ziet u in het display de tekstinvoerstand.
V
oorbeeld: Aanmaken tekstbericht
Gewenste stand...
Druk op de
functietoets tot...
T9 stand wordt getoond.
Zie pagina 45.
Hoofdletters
A
wordt getoond.
Zie pagina 47.
Kleine letters
a
wordt getoond.
Zie pagina 47.
Cijfers
1
wordt getoond.
Zie pagina 48.
Speciale tekens
intoetsen
wordt getoond.
Zie pagina 48.
918
Opties
Indicatie
tekstinvoerstand
Tekst intoetsen
45
T9 stand
Met de voorspellende T9 tekstinvoerstand kunt u
tekens intoetsen met een enkele toetsdruk. Deze
invoerstand werkt met een ingebouwd
woordenboek.
1. Zorg ervoor dat de tekstinvoerstand T9 aan staat
en begin met de toetsen t/m het woord
in te toetsen. Voor iedere letter hoeft u de toets
maar één keer aan te slaan.
V
oorbeeld: Om in de T9 stand Hallo in te geven,
drukt u op , , , en .
Het woord dat u ingeeft verschijnt in het display.
Het kan bij iedere nieuwe toetsaanslag
veranderen.
2. Voordat u letters kunt wijzigen of wissen, moet u
het hele woord intoetsen.
3. Is het woord juist, ga dan verder met het
volgende woord.
Is het woord niet juist, druk dan op de
toets , of om alternatieve woorden
weer te geven die overeenstemmen met de
toetsaanslagen.
V
oorbeeld: Zowel of en me worden gemaakt met
de toetsen , . De telefoon toont
het meest gebruikte woord eerst.
4. Om een spatie in te voegen, drukt u op de
toets .
Tekst intoetsen
46
•Voor een punt, streepje of apostrof, drukt u op de
toets . De T9 stand maakt gebruik van
grammaticaregels om ervoor te zorgen dat het
juiste leesteken wordt gekozen.
V
oorbeeld: wordt twee keer gebruikt om twee
leestekens te tonen.
Om in de T9 stand om te schakelen van
hoofdletters naar kleine letters of vice versa
gebruikt u de toets . U kunt kiezen uit:
Kleine letters
Hoofdletters
•U kunt de cursor ook verplaatsen met de
toetsen en . Door op de toets te drukken,
kunt u letters wissen. Om alle letters te wissen
houdt u de toets even ingedrukt.
Tekst intoetsen
47
Stand voor het intoetsen van
hoofdletters en kleine letters
Met de toetsen - geeft u uw tekst in.
1. Druk op de toets met de letter die u wilt
ingeven:
- Eén keer voor de eerste letter
- Twee keer voor de tweede letter
- Enz.
2. Geef de resterende letters op dezelfde wijze in.
Opmerking
: Als u op een andere toets drukt, schuift
de cursor een positie naar rechts. Als u
twee keer dezelfde letter wilt ingeven
(of een andere letter van dezelfde
toets), wacht dan enkele seconden. De
cursor gaat dan automatisch een positie
verder.
Zie onderstaande tabel voor meer informatie over
de tekens die met de toetsen kunnen worden
ingegeven.
Tekens in de weergegeven volgorde
Spatie
Hoofdletters
Kleine letters
Toets
Tekst intoetsen
48
•Voor het invoegen van een spatie drukt u op de
toets .
•U kunt de cursor ook verplaatsen met de
toetsen en . Om letters te wissen, drukt u
op de toets
.
Houd de toets even
ingedrukt om alle letters te wissen.
Speciale tekens intoetsen
Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en
symbolen in een tekstbericht invoegen.
Met de navigatietoetsen gaat u naar het gewenste
teken of symbool. Vervolgens drukt u op de
functietoets
OK
om dit in uw bericht in te voegen.
Stand voor cijfers
In deze
stand kunt u cijfers in een tekstbericht
opnemen (bijvoorbeeld een telefoonnummer). Druk
op de betreffende cijfertoets en kies vervolgens
weer de gewenste tekstinvoerstand.
918
OK
49
Tijdens een gesprek
beschikbare opties
Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook
tijdens een gesprek kunt gebruiken.
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de
wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt,
kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan
voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het
tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u
tussen beide gesprekken heen en weer schakelen.
Druk op de functietoets
Wacht
als u een gesprek in
de wacht wilt zetten. Zodra u weer terug wilt gaan
naar dat gesprek, drukt u op de functietoets
Haal
op
.
Op de volgende wijze kunt u, terwijl u al met
iemand in gesprek bent, een tweede persoon
bellen:
1. Geef het telefoonnummer in van degene die u
wilt bellen of zoek dit op in de telefoonlijst.
2. Druk op de toets om dit nummer te bellen.
Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de
wacht gezet.
Of:
1. Druk op de functietoets
Wacht
om het huidige
gesprek in de wacht te zetten.
2. Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de
persoon die u tegelijkertijd wilt spreken.
Druk op de functietoets
Wissel
om tussen beide
gesprekken te switchen.
Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en het
in de wacht gezette gesprek wordt weer opgehaald,
zodat u het gesprek met die persoon kunt
voortzetten.
Bij elk van de gesprekken drukt u op de toets
als u dat gesprek wilt beëindigen.
Tijdens een gesprek beschikbare opties
50
Microfoon uitschakelen
U kunt de microfoon tijdelijk uitschakelen, zodat de
persoon aan de andere kant van de lijn u niet kan
horen.
V
oorbeeld: U wilt even iets zeggen tegen iemand
die bij u in de ruimte zit, zonder dat de
persoon met wie u aan het telefoneren
bent dat kan horen.
Zo zet u de microfoon tijdelijk uit:
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk indien nodig op de toets om de optie
Micr. uit
te markeren.
3. Druk op de functietoets
OK
.
De persoon aan de andere kant van de lijn kan u
nu niet meer horen.
Zo zet u de microfoon weer aan:
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk indien nodig op de toets om de optie
Micr. aan
te markeren.
3. Druk op de functietoets
OK
.
Nu kan de persoon met wie u verbonden bent u
weer horen.
Tijdens een gesprek beschikbare opties
51
Toetstonen in- en uitschakelen
Met deze opties bepaalt u of u bij het indrukken van
toetsen een toontje hoort. Als de optie
DTMF uit
is
gekozen, maakt uw telefoon geen geluid wanneer
een toets wordt ingedrukt. Op die manier hoort u
geen storende piepjes wanneer u tijdens een
gesprek toetsen indrukt.
Opmerking:
Als u verbinding maakt met
antwoordapparaten of
computergestuurde telefoonsystemen
moet u de optie
DTMF aan
selecteren.
Een nummer opzoeken in de
telefoonlijst
U kunt tijdens een gesprek een nummer in de
telefoonlijst opzoeken.
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk op de toets om de optie
Telefoonlijst
te selecteren.
3. Druk op de functietoets
OK
.
U ziet nu een overzicht van de telefoonlijst,
gesorteerd op alfabetische volgorde.
4. U kunt nu door de lijst bladeren of de eerste
letters van de naam die u zoekt ingeven.
U gaat dan direct naar de eerste naam die
overeenstemt met de door u ingetoetste
beginletters. Deze naam is gemarkeerd.
5. Druk op de functietoets
Kies
om de
gemarkeerde naam te bekijken.
Zie pagina 33 voor meer informatie over de
telefoonlijst.
Tijdens een gesprek beschikbare opties
52
SMS diensten
Als tijdens een gesprek een SMS-bericht (Short
Message Service) binnenkomt, knippert op het
display het berichtsymbool ( ). Door
Berichten
te kiezen, kunt u berichten lezen of schrijven.
Meer informatie over SMS-berichten vindt u op
pagina 62.
Een tweede oproep beantwoorden
(wisselgesprek)
Als uw provider deze dienst levert en als u
Wisselgesprek
(
Menu 8.3
) op
Aanzetten
hebt
ingesteld (zie pagina 114), kunt u tijdens een
gesprek een tweede binnenkomend gesprek
beantwoorden. U hoort dat er een gesprek
binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor
een wachtend gesprek.
U kunt een tweede gesprek op de volgende manier
aannemen:
1. Druk op de toets om het tweede gesprek
aan te nemen. Het eerste gesprek wordt dan
automatisch in de wacht gezet.
2. Druk op de functietoets
Wissel
om tussen beide
gesprekken te switchen.
Als u een in de wacht gezet gesprek wilt
beëindigen, drukt u op de functietoets
Opties
en kiest u daarna de optie
Stop wacht
.
3. Druk op de toets als u het huidige gesprek
wilt beëindigen.
Tijdens een gesprek beschikbare opties
53
Multiparty-gesprekken (telefonisch
vergaderen)
“Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen
genoemd) is een dienst die door diverse providers
geboden wordt, waarbij maximaal zes personen
tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen
deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met uw provider.
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel op de normale wijze de eerste gespreks-
deelnemer.
2. Bel op dezelfde wijze ook de tweede gespreks-
deelnemer. Het eerste gesprek wordt dan
automatisch in de wacht gezet.
3. Druk op de functietoets
Opties
en kies dan de
optie
Deelnemen
om de eerste deelnemer aan
het multiparty-gesprek toe te voegen.
4. Om een volgende deelnemer aan het multiparty-
gesprek toe te voegen, belt u die op de normale
wijze. Vervolgens drukt u op de functietoets
Opties
en kiest u de optie
Deelnemen
.
Om binnenkomende gesprekken aan het
multiparty-gesprek toe te voegen, beantwoordt u
het binnenkomende gesprek en drukt u
achtereenvolgens op
Opties
en
Deelnemen
.
Herhaal dit zo vaak als u wilt.
Privégesprek met één van de deelnemers
1. Druk op de functietoets
Opties
en kies de optie
Kies deelnemer
.
Vervolgens verschijnt een overzicht van de
deelnemers aan het gesprek.
Tijdens een gesprek beschikbare opties
54
2. Druk op de toets of om de gewenste
persoon te kiezen en daarna op de functietoets
Kies
of de toets .
3. Kies de optie
Priv
é.
Nu kunt u een privégesprek met de gekozen
deelnemer voeren. De overige multiparty-
deelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven
spreken.
4. Druk op de functietoets
Opties
en kies daarna
Deelnemen
als u weer naar het multiparty-
gesprek wilt gaan.
Nu kunnen alle multiparty-gesprekspartners
elkaar horen.
Een deelnemer verwijderen
1. Druk op de functietoets
Opties
en kies de optie
Kies deelnemer
.
Vervolgens verschijnt een overzicht van de
deelnemers aan het gesprek.
2. Druk op de toets of om de gewenste
persoon te kiezen en daarna op de functietoets
Kies
of de toets .
3. Kies nu
Verwijderen
.
De verbinding met de gekozen gespreks-
deelnemer wordt verbroken, maar u kunt met
alle andere deelnemers blijven spreken.
4. U kunt het multiparty-gesprek beëindigen door
het klepje te sluiten of door op de toets te
drukken.
55
Menu’s gebruiken
Uw telefoon biedt u een groot aantal functies
waarmee u de telefoon op uw eisen en wensen kunt
afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in
menu’s en submenu’s.
U kunt de menu's en submenu’s op twee manieren
selecteren: door naar de menufunctie te bladeren of
via de sneltoets.
Naar menufunctie bladeren
1. Druk in de standby stand op de functietoets
Menu
.
2. Ga met de toets of naar het gewenste
hoofdmenu, bijvoorbeeld
Telefoon opties
.
Druk op de functietoets
Kies
of op de toets
om in het menu te komen.
3. Als het menu submenu’s bevat, zoals het menu
Taalkeuze
, kunt hier met de toets of
naar toe, waarna u op de functietoets
Kies
drukt.
Als het menu dat u heeft gekozen meer opties
bevat, kunt u hier op dezelfde wijze naar toe.
4.
U wilt... Druk op de…
Door de menu’s
bladeren
Toets of of de
toetsen en links
op de telefoon.
De gekozen instelling
bevestigen
Functietoets
Kies
of
de toets .
Terug naar het vorige
menuniveau
Functietoets of de
toets .
Het menu verlaten
zonder instellingen
aan te passen
Toets .
Menu’s gebruiken
56
Naar menufunctie via de sneltoets
De diverse menu onderdelen (menu- en submenu
opties) zijn genummerd en via het betreffende
nummer snel te benaderen. Het nummer van de
sneltoets vindt u rechtsonder in het display naast
de functietoets . Druk op de functietoets
Menu
en geef het gewenste nummer in.
Opmerking
: In de lijst op de volgende pagina kunt u
nagaan welke nummers aan de diverse
menukeuzes zijn toegewezen. Het is
mogelijk dat deze enigszins afwijken
van de menunummers van uw telefoon.
Dit is namelijk afhankelijk van de
diensten die uw SIM-kaart ondersteunt.
Voorbeeld: De optie
Taalkeuze
openen.
1. Druk op de functietoets
Menu
.
2. Druk op voor het menu
Telefoon opties
.
3. Druk op voor
Taalkeuze
.
De beschikbare talen worden direct getoond.
Overzicht menufuncties
De volgende illustratie toont de beschikbare
menustructuur, inclusief:
•De nummers die aan de opties zijn toegewezen
•De pagina waarop u een beschrijving van de
betreffende functie kunt vinden
Opmerking
: Als u gebruik maakt van een SIM
AT-kaart met extra mogelijkheden,
verschijnt het
SIM AT
menu (
0
) pas
als u op de functietoets
Menu
drukt.
Kijk voor meer informatie in de
documentatie van de SIM-kaart.
Menu’s gebruiken
57
1. Tekstberichten
(zie pagina 62)
1.1 Ontvangen
1.2 Verzonden
1.3 Nieuw bericht
1.4 Standaardberichten
1.5 Instelling
1.5.1 Instelling 1
*
1.5.2 Instelling 2
*
1.5.3 Instelling 3
*
1.5.4 Instelling 4
*
1.5.5 Instelling 5
*
1.5.6 Standaard
1.6 Mijn objecten
1.6.1 EMS melodie
1.6.2 EMS afbeelding
1.6.3 EMS filmpje
1.6.4 Alles verwijderen
1.7 Geheugenstatus
1.7.1 SIM geheugen
1.7.2 Telefoongeheugen
1.7.3 Info-berichten geheugen
1.7.4 Alles wissen
1.8 Voice Mail
1.8.1 Verbinden met Voice Mail
1.8.2 Telefoonnr Voice Mail
1.9 Info-berichten
1.9.1 Ontvangen bericht lezen
1.9.2 Ontvangen
1.9.3 Kanalen
1.9.4 Taalkeuze
2. Afbeeldingberichten
(zie pagina 73)
2.1 Postvak IN
2.2 Postvak UIT
2.3 Nieuw bericht
2.4 Alles verwijderen
2.4.1 Postvak IN
2.4.2 Postvak UIT
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Menu’s gebruiken
58
2. Afbeeldingberichten
(vervolg)
2.5 Instellen
2.5.1 Nummer verbergen
2.5.2 Ontvangstbevestiging
2.5.3 Antwoordverzoek
2.5.4 Autom. downloaden
2.6 Berichtprofiel
3. Oproepen lijst
(zie pagina 80)
3.1 Gemist
3.2 Ontvangen
3.3 Uitgaand
3.4 Alles wissen
3.4.1 Gemist
3.4.2 Ontvangen
3.4.3 Uitgaand
3.5 Gesprektellers
3.5.1 Laatste oproep
3.5.2 Alle uitgaande oproepen
3.5.3 Alle inkomende oproepen
3.5.4 Nulstellen
3.6 Kostentellers*
3.6.1 Kosten laatste oproep
3.6.2 Totale kosten
3.6.3 Max. kosten
3.6.4 Nulstellen
3.6.5 Max. kosten instellen
3.6.6 Prijs per eenheid
4. Camera
(zie pagina 83)
4.1 Foto maken+verzenden
4.2 Nieuwe foto
4.3 Foto’s
5. Geluid opties
(zie pagina 86)
5.1 Beltoon
5.2 Belvolume
5.3 Type belsignaal
5.3.1 Alleen licht
5.3.2 Melodie
5.3.3 Trillen
Menu’s gebruiken
59
5.3.4 Trillen+melodie
5. Geluid opties
(vervolg)
5.4 Toetstoon
5.4.1 UIT
5.4.2 Cool
5.4.3 Piano
5.4.4 Toon
5.4.5 Oproeptoon
5.5 Bericht signaal
5.5.1 SMS toon
5.5.2 Info-bericht toon
5.6 Toon klepje
5.6.1 UIT
5.6.2 Futuristisch
5.6.3 Kristal
5.7 Toon bij in-/uitschakelen
5.7.1 UIT
5.7.2 Klassick
5.7.3 Vrolijk
5.8 Andere tonen
5.8.1 Fouttoon
5.8.2 Minutenteller
5.8.3 Verbindingstoon
6. Telefoon opties
(zie pagina 91)
6.1 Infrarood aan
6.2 Gebruikersinstellingen
6.2.1 Achtergrond
6.2.2 Menu-instelling
6.3 Begroeting
6.4 Eigen nummer
6.4.1 Nummer 1
6.4.2 Nummer 2
6.4.3 Nummer 3
6.5 Taalkeuze
6.6 Beveiliging
6.6.1 PIN-controle
6.6.2 PIN wijzigen
6.6.3 Toestel blokkeren
6.6.4 Wachtwoord
6.6.5 SIM blokkeren
6.6.6 FDN-modus
*
6.6.7 PIN2 wijzigen*
Menu’s gebruiken
60
6. Telefoon opties
(vervolg)
6.7 LCD-scherm instellingen
6.7.1 Helderheid
6.7.2 Verlichting
6.7.3 Verlichting autom.
6.7.4 Standby-lampje
6.7.5 Logo provider
6.8 Extra instellingen
6.8.1 Nr. herhalen
6.8.2 Klepje actief
6.8.3 Elke toets antw.
6.9 Sneltoets
6.9.1 Toets omhoog
6.9.2 Toets omlaag
6.9.3 Toets rechts
6.9.4 Toets links
6.10 Reset instellingen
7. Organizer
(zie pagina 101)
7.1 Agenda
7.2 Actielijst
7.3 Tijd en datum
7.3.1 Klok instellen
7.3.2 Datum instellen
7.3.3 Wereldtijd
7.3.4 Tijdformaat
7.4 Alarm
7.4.1 Eenmalig
7.4.2 Dagelijks
7.4.3 Wekker
7.4.4 Alarm uitzetten
7.4.5 Autopower
7.5 Calculator
7.6 Valutabeurs
8. Netwerk diensten
(zie pagina 110)
8.1 Doorschakelen
8.1.1 Alles doorschakelen
8.1.2 In gesprek
8.1.3 Neemt niet op
8.1.4 Buiten bereik
8.1.5 Alles opheffen
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie
ondersteunt.
Menu’s gebruiken
61
8. Netwerk diensten
(vervolg)
8.2 Blokkeren
8.2.1 Alle uitgaande
8.2.2 Internationaal
8.2.3 Internationaal behalve NL
8.2.4 Alle inkomende
8.2.5 Inkomend buiten bereik
8.2.6 Alles opheffen
8.2.7 Wachtwoord
8.3 Wisselgesprek
8.3.1 Spraak
8.3.2 Data
8.3.3 Alles opheffen
8.4 Netwerk kiezen
8.4.1 Automatisch
8.4.2 Zelf zoeken
8.5 Nr.weergave
8.5.1 Standaard
8.5.2 Nr. verbergen
8.5.3 Nr. zenden
8.6 Gebr.groepen
8.6.1 Groepen
8.6.2 Buiten groep OK
8.6.3 Standaardgroep
8.6.4 Uitzetten
*
8.7 Bandkeuze
8.7.1 GSM 900/1800
8.7.2 GSM 1900
9. Amusement
(zie pagina 119)
9.1 Spelletjes
9.1.1 X-Flighter
9.1.2 SpaceWar
9.1.3 Huisdier
9.2 WAP browser
9.3 Downloads
9.3.1 Geluiden
9.3.2 Afbeeldingen
* Verschijnt alleen als de functie gesloten gebruikersgroep aan
staat.
62
Tekstberichten
De meeste providers bieden de mogelijkheid tot het
versturen van SMS-berichten (Short Message
Service). Voor zover uw provider deze diensten
aanbiedt, kunnen berichten als tekst, per fax, per
e-mail en via oproepsystemen worden verzonden.
Om berichten per telefoon te versturen, moet u
weten wat het SMS-nummer van uw provider is.
Als het symbool verschijnt, heeft u een of meer
nieuwe tekstberichten ontvangen. Als het geheugen
vol is, verschijnt er een melding en kunt u geen
nieuwe berichten meer ontvangen. Met de optie
Wissen
in de beide postvakken kunt u oude
berichten verwijderen.
Ontvangen
(Menu 1.1)
In dit postvak worden ontvangen berichten
opgeslagen.
Als u dit menu opent, worden de ontvangen
berichten getoond, met daarbij het telefoonnummer
of de naam (indien opgenomen in de telefoonlijst).
1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets
Kies
om het bericht te lezen.
2. Met de toetsen en kunt u door het bericht
bladeren.
3. Met de toetsen en kunt u naar het
vorige of volgende bericht bladeren.
Met de functietoets
Opties
kunt u de volgende
opties kiezen.
Wissen
: hiermee kunt u het bericht verwijderen.
Tekstberichten
63
Verzenden
: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders doorsturen. Meer informatie over
het verzenden van berichten vindt u op pagina 65.
Antwoorden
: hiermee kunt u de afzender door
middel van een tekstbericht een antwoord sturen.
U kunt eventueel ook het nummer van de SMS-
centrale veranderen.
Terugbellen
: om de afzender terug te bellen.
Adres knippen
: hiermee kunt u het adres van
een website, een e-mail adres of een
telefoonnummer uit een tekstbericht overnemen en
in het geheugen van uw telefoon opslaan.
Verplaatsen
: hiermee kunt u het bericht van de
SIM-kaart naar het telefoongeheugen verplaatsen
of andersom.
Objecten selecteren
: hiermee kunt u geluiden of
afbeeldingen die bij het bericht gevoegd zijn in het
geheugen van uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt
u deze zelf met een bericht meesturen. Meer
informatie hierover vindt u op pagina 66.
Verzonden
(Menu 1.2)
In dit postvak worden berichten opgeslagen die u
verzonden heeft of nog wilt verzenden.
Als u dit menu opent, wordt een lijst getoond met
de berichten die in het postvak zijn opgeslagen,
met daarbij het telefoonnummer van de
geadresseerde of de naam (wanneer deze in de
telefoonlijst voorkomt).
1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets
Kies
om de inhoud van het bericht
te bekijken.
2. Met de toetsen en kunt u door het bericht
lopen.
Tekstberichten
64
3. Om naar het vorige of volgende bericht te gaan,
drukt u op de toets of .
Met de functietoets
Opties
kunt u de volgende
opties kiezen:
Wissen
: hiermee kunt u het bericht wissen.
Verzenden
: hiermee kunt u het bericht opnieuw
versturen. Meer informatie over het verzenden van
berichten vindt u op pagina 65.
Adres knippen
: hiermee kunt u het adres van
een website, een e-mail adres of een
telefoonnummer uit een tekstbericht overnemen en
in het geheugen van uw telefoon opslaan.
Verplaatsen
: hiermee kunt u het bericht van de
SIM-kaart naar het telefoongeheugen verplaatsen
of andersom.
Objecten selecteren
: hiermee kunt u geluiden of
afbeeldingen die bij het bericht gevoegd zijn in het
geheugen van uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt
u deze zelf met een bericht meesturen. Meer
informatie hierover vindt u op pagina 66.
Tekstberichten
65
Nieuw bericht
(Menu 1.3)
Met dit menu kunt u een tekstbericht schrijven en
verzenden.
Opmerking
: U heeft de beschikking over
918 posities. Als u geluiden of
afbeeldingen aan uw bericht toevoegt,
wordt het aantal beschikbare posities
lager.
Eenvoudig SMS tekstbericht maken
1. Stel uw bericht samen.
Opmerking
: Meer informatie over het ingeven
van tekst vindt u op pagina 43.
2. Als u klaar bent met het ingeven van uw bericht,
drukt u op de functietoets
Opties
. De volgende
opties zijn beschikbaar:
Verzenden
: om een geselecteerd bericht te
verzenden. Na verzending wordt het bericht
verwijderd.
Verz.+Opslaan
: hiermee wordt het bericht
eerst in het gekozen geheugen opgeslagen en
vervolgens verzonden. U kunt het bericht in
Postvak UIT terugvinden.
Opslaan
: het bericht wordt in het gekozen
geheugen opgeslagen, zodat u dit later kunt
versturen. U kunt het bericht in Postvak UIT
terugvinden.
Meer informatie over de opties
Tekst
formatteren
,
Objecten toevoegen
,
Standaardbericht toevoegen
,
Tel.lst
toev.
,
Favoriet toev.
en
Taal
vindt u bij “Een
bericht samenstellen met gebruikmaking van
de opties” op pagina 66.
Tekstberichten
66
3. Selecteer
Verzenden
of
Verz.+Opslaan
en
druk op de functietoets
Kies
.
Als u het bericht alleen wilt opslaan, selecteert u
Opslaan
. Na het bericht te hebben opgeslagen,
gaat de telefoon terug naar het menu
Tekstberichten
.
4. Selecteer het geheugen waarin het bericht is
opgeslagen en druk op de functietoets
OK
.
5. Geef het gewenste nummer in en druk op de
functietoets
OK
. Het bericht wordt verzonden.
Een bericht
samenstellen met
gebruikmaking van de opties
1. Stel uw bericht samen.
2. Druk op de functietoets
Opties
.
3. Kies zo nodig met de toetsen en een
vervolgoptie en druk ter bevestiging op de
functietoets
Kies
.
Tekst formatteren
: hiermee kunt u de layout
van uw tekst aanpassen. Bij
Grootte
kunt u
kiezen uit
Normaal
,
Groot
en
Klein
.
Onderstreept
en
Doorgehaald
kunt u
selecteren door deze opties
AAN
of
UIT
te
zetten. U kunt meerdere opties tegelijk
selecteren.
Objecten toevoegen
: kies deze optie
wanneer u een belgeluid, melodie, afbeelding of
filmpje bij uw bericht wilt voegen. Selecteer de
gewenste categorie. Bij iedere categorie kunt u
kiezen voor een van de standaarditems of een
item dat u bijvoorbeeld via internet gedownload
hebt of via een bericht hebt ontvangen.
Standaardbericht toevoegen
: hiermee kunt
u voor uw bericht een van de standaard-
berichten gebruiken. Selecteer via het menu
Standaardberichten
(
Menu 1.4
) een van de
Tekstberichten
67
vijf standaardberichten. Voor meer informatie,
zie pagina 67.
Telefoonlijst toevoegen
: hiermee kunt u een
contactpersoon uit de telefoonlijst in uw bericht
opnemen. Selecteer de gewenste
contactpersoon.
Favoriet toevoegen
: voor het opnemen
van een adres van een internetpagina die u
onder uw Favorieten heeft opgenomen
(
Menu 9.2.2
). Selecteer de gewenste favoriet.
Taal
: hiermee kunt u instellen welke taal in de
T9 tekstinvoerstand moet worden gebruikt.
Selecteer de gewenste taal.
4. Maak het bericht af en verzend het of sla het op
zoals beschreven bij stap 2 op pagina 65.
Standaardberichten
(Menu 1.4)
Via dit menu kunt u vijf berichten samenstellen met
een standaard inhoud. Blader met de toetsen
en door de lijst. Wanneer het standaardbericht
dat u wilt wijzigen of gebruiken gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets
Opties
.
Wijzigen
: hiermee kunt u een nieuw bericht
schrijven of het geselecteerde bericht wijzigen.
Opmerking
: Meer informatie over het intoetsen van
tekst vindt u op pagina 43.
Verzenden
: hiermee kunt u het geselecteerde
bericht terughalen en aanpassen. Als het bericht
klaar is, kunt u het versturen, opslaan en versturen
of alleen opslaan. Meer informatie over het
verzenden van berichten vindt u op pagina 65.
Wissen
: om een geselecteerd bericht te
verwijderen. U kunt het wissen bevestigen door op
de functietoets
Ja
te drukken.
Tekstberichten
68
Instelling
(Menu 1.5)
Via dit menu kunt u de standaard SMS-informatie
instellen. Een profiel bevat een aantal instellingen
die nodig zijn om berichten te versturen. Het aantal
beschikbare profielen is afhankelijk van de
capaciteit van uw SIM-kaart.
Instelling x
(waarbij
x
het nummer van de groep
is): ieder profiel heeft een eigen submenu.
SMS-service
: om het SMS-nummer voor het
versturen van berichten op te slaan of te wijzigen.
U krijgt dit nummer van uw provider.
St.bestemming
: hier kunt u een standaard
bestemming opnemen. Het nummer verschijnt bij
het samenstellen van een bericht automatisch in
het scherm Bestemming.
Standaard SMS instellingen
: hier kunt u het
standaard berichttype (tekst, fax, e-mail en
oproepsystemen) instellen. De provider zet de
berichten om in het gekozen formaat.
Standaard geldigheid
: hier kunt u instellen hoe lang
uw provider het bericht moet bewaren als hij het
niet meteen kan doorsturen.
Naam instellen
: om een naam toe te kennen aan de
groep die u aan het instellen bent.
Standaard
: de volgende opties zijn beschikbaar:
Antwoordpad
: de ontvanger van uw SMS-bericht
kan u een antwoord sturen via de provider, als deze
optie door het netwerk wordt aangeboden.
Ontv
.bevest.: hier kunt u de functie voor
ontvangstbevestiging in- en uitschakelen. Als deze
Tekstberichten
69
functie is ingeschakeld, krijgt u van de provider te
horen of uw bericht al dan niet verstuurd is.
Dr
ager kiezen: hier kunt u kiezen tussen
GSM
en
GPRS
.
Mijn objecten
(Menu 1.6)
Nadat u objecten (afbeeldingen, melodieën, etc.)
die u bij berichten hebt ontvangen in uw telefoon
heeft opgeslagen, kunt u deze met de keuze
Objecten selecteren
(zie pagina 63) via dit
menu bekijken.
Er zijn drie categorieën:
EMS melodie
EMS afbeelding
EMS filmpje
U kunt objecten naar anderen doorsturen door deze
bij een bericht op te nemen en u kunt ze gebruiken
als beltoon of achtergrond.
Met de optie
Alles verwijderen
(
Menu 1.6.4
)
kunt u alle objecten in één keer uit het geheugen
verwijderen.
Als u alle objecten wilt verwijderen, selecteert u
Alle objecten
.
Om... Druk op de…
Een categorie van objecten
te selecteren die u wilt
verwijderen
Functietoets
AAN
.
De selectie te annuleren Functietoets
UIT
.
De objecten in de
geselecteerde categorie(ën)
te verwijderen
Functietoets
Wissen
.
Tekstberichten
70
Geheugenstatus
(Menu 1.7)
Via dit menu kunt u nagaan hoeveel berichten er
zijn opgeslagen op de SIM-kaart, in de telefoon en
in het geheugen met info-berichten.
Via de optie
Alles wissen
(
Menu 1.7.4
) kunt u
alle berichten in een postvak verwijderen.
Als u alle berichten in één keer wilt verwijderen,
selecteert u
Alle berichten
.
Voice Mail
(Menu 1.8)
Via dit menu kunt u snel in uw voice-mailbox
komen (als deze dienst door uw provider wordt
aangeboden).
De volgende opties zijn beschikbaar:
Verbinden met Voice Mail
: voordat u deze
functie kunt gebruiken moet u het voice-server
nummer invoeren dat u van uw provider hebt
gekregen (zie menu
1.8.2
). Vervolgens kunt u deze
optie kiezen en op de functietoets
OK
drukken om
uw berichten te beluisteren.
Om snel verbinding te krijgen met de voice mail
server, houdt u de toets ingedrukt.
Om... Druk op de…
Het geheugen te selecteren
waaruit u berichten wilt
verwijderen.
Functietoets
AAN
.
De selectie te annuleren Functietoets
UIT
.
Alle berichten uit het
geselecteerde geheugen te
verwijderen
Functietoets
Wissen
.
Tekstberichten
71
Telefoonnr Voice Mail
: u kunt het nummer van
de voice-mail server zo nodig wijzigen.
Opmerking
: Voice Mail is een netwerkdienst. Neem
voor meer informatie contact op met
uw provider.
Info-berichten
(Menu 1.9)
Netwerkservice voor het ontvangen van berichten
over verschillende onderwerpen, zoals weer of
verkeer. Berichten verschijnen meteen nadat ze
ontvangen zijn, mits:
•De telefoon in de standby-stand staat
•De optie
Ontvangen
op
Aanzetten
staat
•Het berichtkanaal op dat moment actief is in de
kanaallijst
De volgende opties zijn beschikbaar:
Ontvangen bericht lezen
: lezen van het eerste
bericht.
Niet opslaan
toont de berichten van het
netwerk, maar deze worden gewist zodra de
telefoon wordt uitgezet. Met de toetsen en
kunt u door het bericht bladeren. Terwijl u een
bericht leest, kunt u op de functietoets
Opslaan
U wilt... Druk op de…
Het voice servernummer
ingeven
Juiste cijfertoetsen.
Een cijfer corrigeren Toets .
De cursor naar links of
rechts verplaatsen
zonder het cijfer te
wissen
Toets of .
Tekstberichten
72
drukken om het bericht in het postvak
Bewaren
op te slaan, zodat u het later nog eens kunt lezen.
Ontvangen
: om het ontvangen van berichten in of
uit te schakelen.
Kanalen
: hier kunt u aangeven van welke kanalen
u info-berichten wilt ontvangen. De volgende opties
zijn beschikbaar:
Kiez
en: hier kunt u kanalen in de lijst in- of
uitschakelen door deze AAN of UIT te zetten. Een
geselecteerd kanaal is aangevinkt.
T
oevoegen: voor het toevoegen van een nieuwe
kanaal-ID en kanaalnaam.
Wissen
: om een kanaal uit de lijst te verwijderen.
Wijzigen
: voor het wijzigen van een kanaal-ID en
kanaalnaam van een bestaand kanaal.
Taalkeuze
: om te kiezen in welke taal de
berichten op het display verschijnen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
provider.
73
Afbeeldingberichten
Multimedia Message Service (MMS) is een
berichtservice die veel lijkt op de Short Message
Service (SMS). MMS zorgt voor de automatische en
directe aflevering van multimediaberichten van
telefoon naar telefoon of telefoon naar e-mail.
Naast de gebruikelijke tekstuele inhoud van
tekstberichten, kunnen multimediaberichten
afbeeldingen, grafische informatie, stemgeluid en
audioclips bevatten. Bij een MMS bericht is het
multimedia-item in het bericht ingesloten. Het is
dus geen tekstbestand met bijlagen.
Via de MMS functie kan uw telefoon multimedia-
berichten ontvangen. U kunt zelf ook
afbeeldingberichten versturen. Dit is een kort
bericht dat een of meer afbeeldingen bevat, zoals
foto’s of afbeeldingen die u via internet hebt
gedownload. Deze functie is alleen mogelijk
wanneer deze door uw provider wordt ondersteund.
Alleen telefoons die geschikt zijn voor
afbeeldingberichten kunnen dit soort berichten
ontvangen en weergeven.
Postvak IN
(Menu 2.1)
Een ontvangen bericht bekijken
Wanneer u een nieuw multimediabericht ontvangt,
ziet u in het display van wie het bericht afkomstig is
en de meegestuurde tekst.
1. Om het bericht te bekijken, drukt u op de
functietoets
Kies
.
In het display verschijnt korte informatie over
het bericht, zoals de afzender, de berichtgrootte
en het onderwerp.
Als u het bericht later via het postvak IN wilt
bekijken, drukt u op de functietoets
Afsluiten
.
Afbeeldingberichten
74
2. Gebruik de toets of om door het bericht
heen te lopen.
Terwijl u een bericht bekijkt, kunt u via de
functietoets
Opties
de volgende opties gebruiken:
Ophalen
: toont de inhoud van het bericht.
Verwijderen
: verwijdert het bericht.
Meer informatie
: toont gedetailleerde informatie
over het bericht.
Een ontvangen bericht in postvak IN
bekijken
Wanneer u
Postvak IN
opent (
Menu 2.1
),
verschijnt een lijst met eventueel ontvangen
multimediaberichten, inclusief het telefoonnummer
van de afzender (indien aanwezig in de
telefoonlijst) en het onderwerp.
1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets
Kies
om de inhoud van het bericht
te bekijken.
2. Gebruik de toets of om door het bericht
heen te lopen.
Als u een bericht voor de eerste keer bekijkt, kunt u
door op de functietoets
Opties
te drukken, gebruik
maken van de hierboven beschreven opties
Ophalen
,
Verwijderen
en
Meer Informatie
.
Wanneer u een ontvangen bericht nogmaals
bekijkt, beschikt u over de volgende
mogelijkheden:
Wissen
: hiermee kunt u het bericht verwijderen.
Antwoorden
: om de afzender via een tekst- of
afbeeldingbericht een antwoord te sturen.
Terugbellen
: om de afzender terug te bellen.
Afbeeldingberichten
75
Nr. bewerken
: om een telefoonnummer uit een
bericht te halen, zodat u het kunt bellen of in de
telefoonlijst kunt opslaan.
Doorsturen
: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders doorsturen.
Afbeelding opslaan
: om de afbeelding die u
via een bericht hebt ontvangen in uw telefoon op
te slaan. Foto’s worden opgeslagen in de map
Foto’s
(
Menu 4.3
) en andere afbeeldingen in de
map
Afbeeldingen
van het menu
Downloads
(
Menu 9.3
).
Geluid opslaan
: hiermee kunt u een via een
bericht ontvangen geluid in de map
Geluiden
van
het menu
Downloads
(
Menu 9.3
) opslaan.
Postvak UIT
(Menu 2.2)
Wanneer u deze menu-optie kist, wordt de lijst met
verzonden afbeeldingberichten getoond.
1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets
Kies
om de inhoud van het bericht
te bekijken.
2. Gebruik de toets of om door het bericht
heen te lopen.
Met de functietoets
Opties
kunt u de volgende
opties kiezen.
Verwijderen
: bericht verwijderen.
Adres knippen
: een telefoonnummer uit een
bericht te halen, zodat u het kunt bellen of in de
telefoonlijst kunt opslaan.
Verzenden
: het bericht nogmaals verzenden.
Bericht bewerken
: de inhoud, afbeelding of tekst
van het bericht wijzigen.
Meer informatie over het maken van
afbeeldingberichten vindt u bij de beschrijving van
Afbeeldingberichten
76
de optie
Nieuw bericht schrijven
(
Menu
2.3)
op pagina 76.
Nieuw bericht
(Menu 2.3)
Via dit menu kunt u een nieuw afbeeldingbericht
samenstellen en naar een aantal bestemmingen
verzenden.
Een
afbeeldingbericht samenstellen en
verzenden
1. Geef het onderwerp van uw bericht in en druk
op de functietoets
OK
.
Meer informatie over het intoetsen van tekst
vindt u op pagina 43.
2. Druk op de functietoets
Opties
en voeg de
inhoud aan het bericht toe. U kunt kiezen uit de
volgende mogelijkheden:
Tekst toevoegen
: geef de tekst van het
bericht in en druk op de functietoets
OK
.
Foto toevoegen
: hiermee kunt u een foto
toevoegen die u met de camera van uw telefoon
heeft gemaakt. Selecteer een foto en druk op de
functietoets
Kies
. Druk vervolgens nogmaals op
de functietoets
Kies
om de foto in uw bericht op
te nemen. Meer informatie over het gebruik van
de camera vindt u op pagina 83.
Afbeelding toevoegen
: voor het toevoegen
van een afbeelding die in de map
Afbeeldingen
van het
Downloads
menu
(
Menu 9.3
) is opgeslagen. Selecteer een
afbeelding en druk op de functietoets
Kies
.
Verzenden
: om een geselecteerd bericht te
verzenden. Kies deze optie wanneer u klaar bent
met het bericht.
Afbeeldingberichten
77
Opslaan
: slaat het bericht op in Postvak UIT
(
Menu 2.2
), zodat u het desgewenst later kunt
verzenden. Kies deze optie wanneer het bericht
klaar is, maar u het nog niet wilt verzenden.
3. Wanneer de inhoud van het bericht wordt
getoond, drukt u op de toets om
Hier
toevoegen
te selecteren.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 tot het bericht klaar
is.
5. Als u wijzigingen in de toegevoegde objecten
wilt aanbrengen, drukt u op de toets of
om het betreffende object te selecteren en drukt
u op de functietoets
Opties
. De volgende opties
zijn beschikbaar:
Edit
: hiermee kunt u de tekst wijzigen of de
afbeeldingen door andere vervangen.
Verwijderen
: verwijdert het object uit het
bericht.
Verzenden
: om een geselecteerd bericht te
verzenden.
Opslaan
: het bericht wordt opgeslagen in
Postvak UIT (
Menu 2.2
), zodat u het later kunt
verzenden.
6. Wanneer u klaar bent met het samenstellen van
het bericht, selecteert u de optie
Verzenden
.
7. Selecteer een van de volgende opties en druk op
de functietoets
Kies
.
Telefoonnummer
: hier kunt u het
telefoonnummer intoetsen waarnaar het bericht
verzonden moet worden.
E-mail
: wanneer u het bericht als e-mail-
bericht wilt versturen, kunt u hier het e-mail-
adres ingeven waarnaar het bericht verstuurd
moet worden.
Telefoonlijst
: hiermee kunt u een
telefoonnummer uit de telefoonlijst ophalen.
8. Geef een telefoonnummer of e-mail adres in, of
selecteer een nummer uit de telefoonlijst. Als
het juiste telefoonnummer of adres wordt
getoond, drukt u op de functietoets
OK
.
Afbeeldingberichten
78
9. Als u het bericht naar een aantal bestemmingen
wilt versturen, selecteert u
Bestemming
toevoegen
en drukt u op de functietoets
Kies
.
10. Herhaal de stappen 7 t/m 9. U kunt
maximaal 10 bestemmingen ingeven.
Om een of meer bestemmingen te wijzigen,
selecteert u de betreffende bestemming en
drukt u op de functietoets
Kies
.
Vervolgens
kunt u de bestemming wijzigen of wissen.
11. Na alle bestemmingen te hebben ingegeven,
drukt u wanneer
Bericht verzenden
gemarkeerd wordt weergegeven op de
functietoets
OK
.
Het bericht wordt nu verzonden.
Alles verwijderen
(Menu 2.4)
U kunt alle berichten in het postvak IN of UIT in één
keer verwijderen.
Als om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op
de functietoets
Ja
.
Instellen
(Menu 2.5)
De standaard berichtinstellingen kunt u aan uw
wensen aanpassen.
U kunt een optie aan- of uitzetten door op de
functietoets
Kies
te drukken of door bij de optie
het vinkje weg te halen. De volgende opties zijn
beschikbaar:
Nummer verbergen
: als deze optie is
geselecteerd, wordt uw telefoonnummer niet op de
telefoon van degene die u belt weergegeven.
Ontvangstbevestiging
: als deze optie is
geselecteerd, krijgt u van de provider te horen of
uw bericht al dan niet verstuurd is.
Afbeeldingberichten
79
Antwoordverzoek
: als deze optie is
geselecteerd, stuurt uw telefoon een antwoord-
verzoek met uw bericht mee.
Autom. downloaden:
als deze optie is
geselecteerd, downloadt uw telefoon automatisch
de ontvangen afbeeldingen en geluiden.
Berichtprofiel
(Menu 2.6)
Via dit menu kunt u een aantal instellingen voor het
verzenden en ontvangen van multimediaberichten
instellen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Naam profiel:
naam die u aan uw MMS server wilt
geven.
Verbindingstype:
adres van uw MMS server.
Beveiliging:
datatransmissiemodus. Als u
Beveiligd
selecteert, worden uw gegevens
beschermd tegen toegang door onbevoegden, dit in
tegenstelling tot
Niet Beveiligd
.
IP-adres:
gateway adres dat nodig is voor de
verbinding met de MMS server.
Gebruikersnaam:
gebruikersnaam die nodig is
voor de verbinding met de MMS server.
Wachtwoord:
wachtwoord dat nodig is voor de
verbinding met de MMS server.
Inbelnummer Provider:
inbelnummer voor de
MSS server.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
uw provider.
80
Oproepen lijst
Via dit menu kunt u:
•Gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen
bekijken
•Nagaan hoe lang een gesprek geduurd heeft
•Nagaan wat de gesprekskosten zijn
Opmerking
: Door in de standby-stand op te
drukken, krijgt u toegang tot alle drie
de soorten oproepen.
Gemist
(Menu 3.1)
Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde
gesprekken bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd ontvangen. Door op de
functietoets
Opties
te drukken, kunt u:
•Het nummer uit de lijst verwijderen
•Het nummer, wanneer dit getoond wordt,
wijzigen en in de telefoonlijst opslaan
•Het nummer terugbellen
Ontvangen
(Menu 3.2)
Met deze optie kunt de laatste 20 binnengekomen
gesprekken bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd ontvangen. Door op de
functietoets
Opties
te drukken, kunt u:
•Het nummer uit de lijst verwijderen
•Het nummer, wanneer dit getoond wordt,
wijzigen en in de telefoonlijst opslaan
•Het nummer terugbellen
Oproepen lijst
81
Uitgaand
(Menu 3.3)
Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde
nummers zien.
Het nummer en de naam worden weergegeven,
samen met de datum en tijd waarop de oproep
werd gedaan. Door op de functietoets
Opties
te
drukken, kunt u:
•Het nummer verwijderen
•Het nummer wijzigen en in de telefoonlijst
opslaan
•Het nummer bellen
Alles wissen
(Menu 3.4)
U kunt alle nummers die tot een bepaalde soort
oproepen behoren in één keer verwijderen.
Selecteer de gewenste categorie en druk op de
functietoets
Kies
.
Wanneer om een bevestiging wordt gevraagd, drukt
u op de functietoets
Ja
.
Gesprektellers
(Menu 3.5)
Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en
binnengekomen gesprekken bekijken.
Opmerking
:
De werkelijke duur van uw gesprekken
op de rekening van uw provider kan
iets afwijken, bijvoorbeeld door de
afronding die bij het factureren wordt
gehanteerd.
De volgende tellers zijn beschikbaar:
Laatste oproep
: duur van het laatste gesprek.
Oproepen lijst
82
Alle uitgaande oproepen
: duur van alle
gevoerde gesprekken sinds de teller voor het laatst
op nul is gezet.
Alle inkomende oproepen
: duur van alle
binnengekomen gesprekken sinds de teller voor het
laatst op nul is gezet.
Nulstellen
: voor het opnieuw instellen van de
gesprekteller. U moet eerst het wachtwoord van uw
toestel invoeren (zie pagina 124). Daarna drukt u
op de functietoets
OK
.
Kostentellers
(Menu 3.6)
Met deze functie kunt u de gesprekskosten
bekijken. Wanneer uw SIM-kaart deze functie niet
ondersteunt, wordt deze optie niet getoond.
De volgende tellers zijn beschikbaar:
Kosten laatste oproep
: kosten van het laatste
gesprek.
Totale kosten
: totale kosten van alle gesprekken
sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Als de
totale kosten de maximumkosten, instelbaar met
de optie
Max. kosten instellen
, overschrijden,
kunt u geen gesprekken meer voeren tot u de teller
op nul hebt gezet.
Max. kosten
: maximale kosten, ingesteld met de
optie
Max. kosten instellen
(zie hieronder).
Nulstellen
: optie voor het op nul zetten van de
kostenteller. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie
pagina 126). Daarna drukt u op de functietoets
OK
.
Max. kosten instellen
: optie om de maximale
kosten voor uw gesprekken in te stellen. U moet
eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 126). Daarna
drukt u op de functietoets
OK
.
Prijs per eenheid
: optie voor het instellen van de
kosten per tik. Met deze prijs per eenheid worden
de gesprekskosten berekend. U moet eerst uw PIN2
invoeren (zie pagina 126). Daarna drukt u op de
functietoets
OK
.
83
Camera
Met de in uw telefoon ingebouwde camera kunt u
foto’s van mensen, dieren of gebeurtenissen maken
en deze vervolgens via een afbeeldingbericht of als
bijlage bij een e-mailbericht versturen. De
afbeeldingen van deze camera zijn in JPEG formaat.
Foto maken+verzenden
(Menu 4.1)
Via dit menu kunt u een foto maken en deze
vervolgens als afbeeldingbericht naar een of meer
bestemmingen versturen.
Opmerking
: Als u een foto in direct zonlicht of felle
verlichting neemt, kan op de foto
schaduwvorming ontstaan.
Een foto
maken en daarna als
afbeeldingbericht versturen
1. Selecteer de optie
Foto maken+verzenden
(
Menu 4.1
).
De camera links op de telefoon wordt
ingeschakeld en u ziet in het display wat
gefotografeerd wordt.
2. Door aan de camera te draaien kunt u het te
fotograferen beeld aanpassen.
Camera
84
4. U slaat de foto op door op de functietoets
Opslaan
te drukken.
5. Toets een naam voor de foto in en druk op de
functietoets
OK
.
Meer informatie over het intoetsen van tekst
vindt u op pagina 43.
6. Voor het versturen van de foto als afbeelding-
bericht, volgt u de procedure die beschreven is
op pagina 76.
Nieuwe foto
(Menu 4.2)
Via dit menu kunt u een foto nemen en opslaan.
Als u deze menukeuze selecteert, wordt de camera
links op de telefoon ingeschakeld.
Volg de stappen 2 t/m 5 bij “Een foto maken en
daarna als afbeeldingbericht versturen” op
pagina 83.
Om... Drukt op de...
De helderheid van de
opname aan te passen
Toetsen en .
In- of uit te zoomen Toetsen en .
De foto ondersteboven
of terug te klappen
Toetsen en aan de
linker zijkant van de
telefoon.
3. Om de foto... Drukt op de...
Direct te nemen Functietoets
Foto
.
Na 10 seconden te
nemen
Functietoets
na 10 sec
.
Camera
85
Foto’s
(Menu 4.3)
Via dit menu kunt u de gemaakte foto’s bekijken.
1. Selecteer de optie
Foto’s
(
Menu 4.3
).
De eerste foto wordt getoond.
2. Met de toetsen en kunt u door de foto’s
bladeren.
De op dat moment geselecteerde foto wordt
getoond.
Als u op de functietoets
Opties
drukt, kunt u uit de
volgende opties kiezen:
Verzenden
: hiermee kunt u de foto als een
afbeeldingbericht versturen. Zie pagina 76 voor
meer bijzonderheden.
Achtergrond
: hiermee wordt de foto als
achtergrondafbeelding bij de standby-stand
geselecteerd. Zie pagina 92.
Verwijderen
: voor het verwijderen van de foto.
Alles verwijderen
: alle in uw telefoon
opgeslagen foto’s worden verwijderd.
Hernoemen
: hiermee kunt u de naam van de foto
wijzigen.
3. Om... Drukt op de...
De foto’s verkleind
weer te geven
(miniaturen)
Functietoets
Multi
.
Door de verkleinde
foto’s te bladeren
Toetsen , ,
en .
Terug te gaan naar
normale weergave
(volledig scherm)
Functietoets
Kies
.
86
Geluid opties
Via het menu Geluid opties kunt u de volgende
instellingen aanpassen:
•Melodie beltoon, volume en type belsignaal
•Geluiden bij het indrukken van de toetsen,
foutieve invoer en bij het ontvangen van
berichten
Beltoon
(Menu 5.1)
Met deze optie kunt u de gewenste beltoon kiezen.
U kunt uit een groot aantal verschillende melodieën
kiezen. De gekozen melodie wordt enkele seconden
afgespeeld. Als u via internet of het programma
EasyGPRS beltonen of melodieën hebt gedownload
of deze bij berichten hebt ontvangen, worden deze
in de lijst van dit menu opgenomen.
Belvolume
(Menu 5.2)
Met deze optie kunt u het belvolume instellen.
U kunt kiezen uit vijf niveaus.
Gebruik hiervoor de toetsen en of de
toetsen en links op de telefoon.
Geluid opties
87
Type belsignaal
(Menu 5.3)
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
moet waarschuwen bij een binnenkomend gesprek.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Alleen licht
: het display licht op, de telefoon gaat
niet over en trilt niet.
Melodie
: de telefoon gaat over met de beltoon die
u hebt ingesteld in het menu
Beltoon
(
Menu 5.1
); zie pagina 86.
Trillen
: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Trillen+melodie
: de telefoon trilt drie keer en
gaat daarna over.
Toetstoon
(Menu 5.4)
Met deze optie kunt u kiezen welke toon u hoort bij
het indrukken van een toets.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT
: het toetsgeluid is uitgeschakeld.
Cool
: de toets die wordt ingedrukt geeft een helder
geluid.
Piano
: de toetsen laten bij het indrukken
verschillende tonen van de toonladder horen.
Toon
: alle toetsen geven bij het indrukken een
ander geluid.
Oproeptoon
: alle toetsen geven bij het indrukken
hetzelfde geluid.
Geluid opties
88
Bericht signaal
(Menu 5.5)
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
waarschuwt bij een binnenkomend bericht.
SMS toon
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
waarschuwt bij een binnenkomend SMS-bericht.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT
: de telefoon geeft geen signaal bij een
binnenkomend bericht.
Alleen lichtsignaal
: het standby-lampje op het
klepje gaat knipperen.
Trillen
: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Eén beep
: bij een binnenkomend SMS-bericht
gaat de telefoon één keer over.
SMS-toonX
: de telefoon gaat over met de door u
geselecteerde SMS-toon.
Info-bericht toon
Met deze optie kunt u kiezen hoe de telefoon
aangeeft dat een nieuw info-bericht is ontvangen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT
: de telefoon geeft geen signaal bij een
binnenkomend info-bericht.
Alleen lichtsignaal
: het standby-lampje op het
klepje gaat knipperen.
Trillen
: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Eén beep
: bij een binnenkomend infobericht gaat
de telefoon
éé
n keer over.
Infobericht toonX
: de telefoon gaat over met de
door u geselecteerde Infobericht-toon.
Geluid opties
89
Toon klepje
(Menu 5.6)
Met deze optie kunt u instellen of de telefoon een
signaal moet geven wanneer u het klepje opent.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT
: het geluid is uitgeschakeld.
Futuristisch
: de telefoon brengt een futuristisch
geluid voort.
Kristal
: de telefoon brengt een kristalhelder geluid
voort.
Toon bij in-/uitschakelen
(Menu 5.7)
Via dit menu kunt u het geluid dat de telefoon
maakt bij het in- en uitschakelen aan- of uitzetten.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT
: bij het in- en uitschakelen van de telefoon
hoort u geen melodie.
Klassiek
: bij het in- en uitschakelen van de
telefoon hoort u de standaard melodie.
Vrolijk
: bij het in- en uitschakelen van de telefoon
hoort u een vrolijke melodie.
Geluid opties
90
Andere tonen
(Menu 5.8)
Met deze optie kunt u diverse andere tonen die door
de telefoon worden gebruikt aanpassen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Fouttoon
: hier kunt u instellen of de telefoon een
signaal moet geven bij een ongeldige invoer.
Minutenteller
: met deze optie kunt u instellen of
de telefoon tijdens een uitgaand gesprek iedere
minuut een piepje moet geven om de gespreksduur
aan te geven.
Verbindingstoon
: met deze optie kunt u
aangeven of de telefoon een signaal moet geven als
de gebelde persoon opneemt.
Om een toon... Drukt op de…
AAN te zetten Functietoets
AAN
.
Voor de optie wordt een
vinkje gezet.
UIT te zetten Functietoets
UIT
.
Het vinkje voor de optie
verdwijnt.
91
Telefoon opties
U kunt de instelling van veel functies op uw telefoon
aan uw eigen voorkeur aanpassen. U roept deze
functies op via het menu Telefoon opties.
Infrarood aan
(Menu 6.1)
Met deze functie kunt u via de infraroodpoort van
uw telefoon data verzenden en ontvangen. Om de
infraroodverbinding te kunnen gebruiken, moet u
het volgende doen:
•De IrDA-compatibele infraroodpoort van uw pc
configureren en aanzetten.
•De infraroodfunctie van uw telefoon aanzetten.
Het infraroodsymbool ( ) verschijnt op de
bovenste regel van het display.
•Zorg ervoor dat de infraroodpoort van uw
telefoon in één lijn ligt met de infraroodpoort van
uw pc.
U kunt nu gegevens uitwisselen tussen de pc en
uw telefoon.
Als binnen 30 seconden nadat de infraroodfunctie is
aangezet geen communicatie plaatsvindt, wordt de
infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld.
Opmerking
: U krijgt de beste resultaten wanneer u
een datakabel gebruikt. Deze is
verkrijgbaar bij uw Samsung dealer.
Infrarood
poort
Infrarood
poort
Telefoon opties
92
Gebruikersinstellingen
(Menu 6.2)
U kunt de afbeelding op de achtergrond en het in
het display gebruikte kleurenschema aan uw
voorkeuren aanpassen.
Achtergrond
Met deze optie kunt u de afbeelding kiezen die in de
stand-by stand als achtergrond wordt gebruikt.
U kunt de achtergrond als volgt wijzigen:
1. Blader met de toets of door de lijst met
afbeeldingen.
U kunt kiezen uit een aantal standaard
afbeeldingen. Als u een foto uit de map
Foto’s
(
Menu 4.3
) als achtergrond heeft geselecteerd,
ziet u staan: My Photo.icn.
2. Als de gewenste afbeelding is geselecteerd,
drukt u op de functietoets
Kies
.
De geselecteerde afbeelding wordt getoond.
3. Wilt u deze afbeelding als achtergrond
selecteren, druk dan op de functietoets
Kies
.
Menu-instelling
Met deze optie kunt u instellen hoe het menu wordt
weergegeven. U kunt
Als film
of
Paginastijl
kiezen.
4. Om... Drukt op de...
De huidige datum en tijd
bovenaan de afbeelding
in het display weer te
geven
Functietoets
Ja
.
Alleen de afbeelding
weer te geven
Functietoets
Nee
.
Telefoon opties
93
Begroeting
(Menu 6.3)
Met deze optie kunt u kort een begroeting laten
verschijnen bij het aanzetten van de telefoon.
Wanneer u deze menukeuze selecteert, wordt de
huidige begroeting getoond.
Zie pagina 43 voor meer informatie over het
intoetsen van tekst.
Eigen nummer
(Menu 6.4)
Hiermee kunt u:
Een naam aan uw eigen telefoonnummer
toekennen
•De naam en het nummer wijzigen
Deze functie is een geheugensteuntje dat u kunt
gebruiken om uw eigen telefoonnummers te
controleren.
Wijzigingen die u hier aanbrengt, worden niet
doorgevoerd op uw SIM-kaart.
U wilt... Druk op de…
De bestaande
begroeting
wissen
Toets en houd deze
ingedrukt tot het bericht is
verwijderd.
Een nieuwe
begroeting
invoeren
Juiste alfanumerieke toetsen.
Een andere
tekstinvoerstand
kiezen
Functietoets .
Telefoon opties
94
Taalkeuze
(Menu 6.5)
Hier kunt u de displaytaal kiezen. Als de taalkeuze
op
Automatisch
is ingesteld, wordt automatisch
de taal van de SIM-kaart gekozen.
Beveiliging
(Menu 6.6)
Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van
uw telefoon beperken tot:
•Door u gekozen personen
•Door u gekozen soorten gesprekken
De functies van uw telefoon kunt u via verschillende
codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in
de volgende hoofdstukken beschreven (zie tevens
de pagina’s 124-126).
PIN-controle
Als de PIN-controle is ingeschakeld, moet u bij het
aanzetten van de telefoon altijd uw PIN-code
intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden
gebruikt door mensen die uw PIN-code weten.
Opmerking
: Voordat de PIN-controle uitgeschakeld
kan worden, moet u uw PIN-code
intoetsen.
Wilt u uw PIN-code wijzigen, kijk dan bij menu-
optie
PIN wijzigen
(
Menu 6.6.2
).
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten
: na het inschakelen is er meteen contact
met het netwerk.
Activeren
: bij het inschakelen moet u iedere keer
uw PIN-code intoetsen.
Telefoon opties
95
PIN wijzigen
Met deze functie kunt u uw huidige PIN-code
veranderen. De PIN-controle moet dan wel
ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN-code
intoetsen voordat u een nieuwe PIN-code kunt
instellen.
Als u een nieuwe PIN-code hebt ingevoerd, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Toestel blokkeren
Als de functie Toestel blokkeren is ingeschakeld,
moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een
8-cijferig wachtwoord intoetsen.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Wilt u het wachtwoord van uw
telefoon wijzigen, kijk dan hieronder bij
Wachtwoord
(
Menu 6.6.4
).
Na het invoeren van het wachtwoord kunt u de
telefoon gebruiken tot u hem uitzet.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten
: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen
bij inschakeling van de telefoon.
Activeren
: u moet het wachtwoord intoetsen bij
inschakeling van de telefoon.
Wachtwoord
Hiermee kunt u uw wachtwoord wijzigen. U moet
het huidige wachtwoord ingeven voordat u een
nieuw kunt ingeven.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Als u een nieuw wachtwoord hebt
ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals
intoetsen.
Telefoon opties
96
SIM blokkeren
Als de functie SIM blokkeren is ingeschakeld, werkt
uw telefoon alleen met de huidige SIM-kaart.
U moet dan eerst de SIM-code intoetsen.
Als u de code voor blokkeren hebt ingetoetst, moet
u deze ter bevestiging nogmaals invoeren.
Om de SIM-blokkering op te heffen, moet u de
SIM-code intoetsen.
FDN-modus
Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)-
modus ondersteunt, kunt u uw uitgaande
gesprekken beperken tot een bepaald aantal
nummers.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten
: u kunt elk nummer bellen.
Activeren
: u kunt alleen nummers bellen die
in de telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet uw
PIN2-code intoetsen.
Opmerking
: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
Zie menu-optie
PIN2 wijzigen
(
Menu 6.6.7
)
hieronder voor het wijzigen van uw PIN2-code.
PIN2 wijzigen
Met deze functie kunt u uw PIN2-code veranderen.
U moet uw huidige PIN2-code intoetsen voordat u
een nieuwe kunt invoeren.
Als u een nieuwe PIN2-code hebt ingetoetst, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Opmerking
: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
Telefoon opties
97
LCD-scherm instellingen
(Menu 6.7)
Helderheid
Met deze optie kunt u het helderheid van de
LCD-schermen aanpassen, door deze donkerder of
lichter te maken.
U kunt het helderheid als volgt aanpassen:
1. Kies het display waarvan u het helderheid wilt
aanpassen (
Hoofd LCD-scherm
of
Front
LCD-scherm
) en druk op de functietoets
Kies
.
2. Wijzig met de toetsen en of de toetsen
en links op de telefoon het contrast.
3. Als de instelling naar wens is, drukt u op de
functietoets
OK
.
Verlichting
Met deze optie kunt u de verlichting aan- of
uitzetten. Uitzetten levert een kleine toename van
de standby- en beltijd op.
U kunt hier ook instellen hoe lang de verlichting aan
moet blijven. De verlichting gaat aan wanneer u op
een willekeurige toets drukt of een oproep of
bericht ontvangt. De verlichting wordt zachter
wanneer de hier ingestelde tijdsduur om is en gaat
vervolgens na een minuut uit.
Verlichting autom.
Wanneer u wilt dat de verlichting vanaf een bepaald
tijdstip aan is, kunt u dat hier instellen. Hoe korter
de verlichting aan is, hoe langer de batterij
meegaat.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten
: de instelling die is gekozen bij menu-
optie
Verlichting
(
Menu 6.7.2
) wordt gebruikt.
Zie pagina 97.
Telefoon opties
98
Activeren
: De verlichting gaat alleen gedurende
de opgegeven tijdsperiode aan. Stel met de juiste
cijfertoetsen de begin- en eindtijd in uren en
minuten in.
Standby-lampje
Met deze optie kunt u instellen of u het standby-
lampje rechtsboven op de telefoon wilt gebruiken.
Kies een van de zeven beschikbare
kleurencombinaties. Het standby-lampje knippert in
de gekozen kleur als de telefoon gebruiksklaar is.
Als u het standby-lampje niet wilt gebruiken, kunt u
dit uitschakelen door
UIT
te selecteren.
Logo
provider
Met deze optie kunt u instellen dat in plaats van de
naam van de provider zijn logo wordt afgebeeld.
AAN
: in de standby-stand wordt het provider-logo
dat in uw telefoon is opgeslagen getoond. Als geen
logo is opgeslagen, wordt de naam van de provider
weergegeven.
UIT
: in de standby-stand wordt de naam van de
provider getoond.
Telefoon opties
99
Extra instellingen
(Menu 6.8)
Via dit menu kunt u een aantal opties als Nummer
herhalen en Klepje actief aan- en uitzetten.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Nr. herhalen
: als deze optie aan staat,
probeert de telefoon na een mislukte poging
maximaal 10 keer het laatste nummer opnieuw
te bellen.
Opmerking
: De tijd tussen twee pogingen kan
variëren.
Klepje actief
: als deze optie aan staat, hoeft u
alleen het klepje van de telefoon te openen om een
oproep aan te nemen.
Als deze optie niet geselecteerd is, moet u voor het
aannemen van een gesprek het klepje openen en
op een toets drukken, afhankelijk van de instelling
bij
Elke toets antw.
(zie hieronder).
Elke toets antw.
: als deze optie geselecteerd is,
kunt u een gesprek aannemen door op een
willekeurige toets te drukken, met uitzondering van
de toetsen en en de functietoets
Weiger
. Om een oproep te weigeren, drukt u op de
toets of de functietoets
Weiger
.
Als deze optie niet is geselecteerd, kunt u een
gesprek alleen aannemen door op de toets of de
functietoets
Opnemen
te drukken.
Om een functie... Drukt u op de…
AAN te zetten Functietoets
AAN
.
Voor de optie wordt een
vinkje gezet.
UIT te zetten Functietoets
UIT
.
Het vinkje voor de optie
verdwijnt.
Telefoon opties
100
Sneltoets
(Menu 6.9)
U kunt de navigatietoetsen als sneltoetsen
gebruiken. Als ze in de standby-stand worden
ingedrukt, kunt u daarmee direct naar een bepaalde
menu-optie gaan.
U kunt de navigatietoetsen als volgt als sneltoetsen
instellen:
1. Selecteer door op de toets of te drukken
de toets die u als sneltoets wilt gebruiken en
druk daarna op de functietoets
Kies
.
Toets omhoog
()
Toets omlaag
()
Toets rechts
()
Toets links
()
2. Kies door op of te drukken het menu dat
u aan de toets wilt toekennen.
Opmerking
: Als u een toets niet (meer) als
sneltoets wilt gebruiken, selecteert
u
Geen
.
3. Druk op de functietoets
Kies
om uw instelling
op te slaan.
Reset instellingen
(Menu 6.10)
U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten
in de standaard (fabrieks) instellingen. Dit doet u
als volgt:
1. Selecteer de optie
Reset instellingen
.
2. Voer het juiste 8-cijferige wachtwoord van uw
telefoon in en druk op de functietoets
OK
.
Opmerking
: Het wachtwoord is in de fabriek
ingesteld op 00000000. Wilt u het
wachtwoord wijzigen, kijk dan op
pagina 95.
101
Organizer
Met deze functie kunt u:
•De kalender bekijken en afspraken bijhouden
Een lijst opstellen met afspraken of acties die u
niet mag vergeten
•De huidige datum en tijd instellen
•Het alarm instellen, zodat de telefoon op een
bepaalde tijd overgaat (bijvoorbeeld om u aan
een afspraak te herinneren)
•De telefoon gebruiken om eenvoudige
rekenkundige of bewerkingen uit te voeren of een
wisselkoers te berekenen.
Agenda
(Menu 7.1)
Met de optie Agenda kunt u:
•De kalender bekijken
Bij de desbetreffende data agendaregels maken
met informatie over afspraken, vergaderingen,
verjaardagen, enz. en desgewenst een alarm af
laten gaan
De kalender bekijken
De kalender verschijnt als u het menu
Agenda
(
Menu
7.1
) kiest. Als u op de functietoets
Opties
drukt, kunt u kiezen uit de volgende opties.
Alles zoeken
: alle ingevoerde agendaregels
worden getoond, te beginnen met de oudste. U
kunt met de toets of door de agendaregels
lopen.
Alles wissen
: om alle agendaregels te
verwijderen. Voordat de agendaregels worden
gewist, wordt om een bevestiging gevraagd.
Ga naar datum
: om direct naar een bepaalde
datum te gaan.
Afsluiten
: hiermee verlaat u de agendafunctie en
gaat u terug naar de standby-stand.
Organizer
102
Agendaregel ingeven
Om een agendaregel bij een bepaalde datum aan te
maken of te wijzigen:
1. Kies met de navigatietoetsen de gewenste
kalenderdatum.
Opmerking
: Door op de volumetoetsen links op
de telefoon te drukken, kunt u naar
een vorige of volgende maand
gaan.
2. Druk op de functietoets
Kies
.
Er verschijnt een leeg scherm waar u uw
agendaregel kunt ingeven.
3. Geef uw agendaregel in en druk op de
functietoets
OK
.
Opmerking
: Zie pagina 43 voor meer informatie
over het intoetsen van tekst.
U wordt gevraagd of u het alarm wilt instellen.
4. Druk op de functietoets
Ja
als u wilt dat het
alarm op de betreffende dag afgaat.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
5. Indien u op
Ja
hebt gedrukt, stelt u de tijd voor
het alarm in en drukt u op
OK
.
De kleur van de datum wijzigt in groen, wat
aangeeft dat voor deze datum een agendaregel
is ingevoerd.
Agendaregel wijzigen
Als u een dag kiest waarvoor een agendaregel is
ingegeven, kunt op de functietoets
Wijzig
drukken
om de agendaregel te wijzigen.
Opmerking
: Zie pagina 43 voor meer informatie
over het intoetsen van tekst.
Als u klaar bent met het wijzigen van de
agendaregel, drukt u op de functietoets
OK
. Als u
Organizer
103
op de functietoets
Opties
drukt, zijn de volgende
extra opties beschikbaar.
Alarm
: instellen van het alarm voor een bepaalde
dag.
Wissen
: verwijderen van de agendaregel.
Kopiëren naar
: agendaregel kopiëren naar een
andere datum en/of tijd.
Verplaatsen naar
: datum en/of tijd van de
agendaregel wijzigen.
Actielijst
(Menu 7.2)
Hiermee kunt u:
Een lijst opstellen met actiepunten of taken die u
uit moet voeren
Prioriteit en deadline aan ieder actiepunt
toekennen
•De bestaande actiepunten op prioriteit en status
sorteren
Actielijst maken
1. Druk op de functietoets
Nieuw
.
2. Geef de eerste actie in.
Opmerking
: U heeft de beschikking over
40 posities. Zie pagina 43 voor
meer informatie over het intoetsen
van tekst.
3. Druk op de functietoets
OK
.
4. Kies met behulp van de toets of de
prioriteit (hoog, normaal of laag) en druk op de
functietoets
Kies
.
5. Geef de datum in waarop de actie moet zijn
uitgevoerd.
Als u geen deadline wilt instellen, drukt u op de
functietoets
Oversl
.
6. Druk op de functietoets
OK
.
Organizer
104
Actielijst wijzigen
Als er al actiepunten in de actielijst zijn opgenomen
wanneer u de menu-optie
Actielijst
(
Menu
7.2
)
selecteert, wordt de inhoud daarvan getoond,
inclusief informatie over de status van afhandeling
en de prioriteit ( = hoog, = normaal
en = laag ).
De volgende opties zijn beschikbaar:
U wilt... Doe dan het volgende...
Detailinformatie
van een
actiepunt
bekijken
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Kies
.
De status van
een actiepunt
wijzigen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de toets om aan
te geven dat het actiepunt op
de huidige tijd en datum is
afgehandeld.
of
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Selecteren
.
• Kies de gewenste status
(
Afgehandeld
of
Geannuleerd
).
Een nieuw
actiepunt
toevoegen
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Nieuw
.
• Geef de tekst, prioriteit en
deadline van het actiepunt in.
Een bestaand
actiepunten
wijzigen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Bewerken
.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
eventueel deadline van de
actie.
Organizer
105
Bestaande
actiepunten op
prioriteit en
status sorteren
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Sorteren
.
• Kies het sorteercriterium
(
Hoog
,
Laag
,
Afgehandeld
of
Geannuleerd
).
Een actiepunt
kopiëren
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Kopiëren
.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
eventueel de deadline van het
actiepunt.
Een actiepunt
naar de agenda
kopiëren
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Naar agenda
kopiëren
.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
deadline van het actiepunt en
stel eventueel het alarm in.
Een actiepunt
wissen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Wissen
.
Alle actiepunten
wissen
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Alles wissen
.
• Druk op
OK
om dit te
bevestigen.
De actielijst
verlaten
• Druk op de functietoets
Opties
.
• Kies de optie
Afsluiten
.
U wilt... Doe dan het volgende...
Organizer
106
Tijd en datum
(Menu 7.3)
Met deze optie kunt u de tijd en datum op het
display wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich
Mean Time (GMT) en de tijd in 21 grote steden
bekijken.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Klok instellen
: hier kunt u de huidige tijd
instellen. Via de menu-optie
Tijd
(
Menu 7.3.4
)
kunt u het gewenste formaat instellen.
Opmerking
: Voordat u de tijd instelt, moet u
via de menu-optie
Wereldtijd
(
Menu 7.3.3
) de tijdzone instellen.
Datum instellen
: met deze optie kunt u dag,
maand en jaar invoeren.
Wereldtijd
: met behulp van de toetsen en
kunt u de Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd in
21 steden bekijken.
In het display verschijnt de volgende informatie:
•Naam van de stad
Lokale datum en tijd
Tijdsverschil tussen de geselecteerde stad en uw
stad (mits u de plaatselijke tijd heeft ingesteld,
zie hieronder) of GMT (standaard)
Het selecteren van uw tijdzone doet u als volgt:
1. Selecteer de stad die correspondeert met uw
tijdzone door zo vaak als nodig op de toets
of te drukken. (Voor Nederland kiest u Parijs.)
U ziet nu de plaatselijke datum en tijd.
2. Druk op de functietoets
Stel in
.
Tijdformaat
: hier kunt het tijdformaat wijzigen in
24 uur
of
12 uur
.
Organizer
107
Alarm
(Menu 7.4)
Hiermee kunt u:
het alarm op een bepaalde tijd af laten gaan
de telefoon automatisch in laten schakelen als
het alarm afgaat. De telefoon hoeft dus niet aan
te staan op het moment dat het alarm afgaat. De
optie
Autopower
moet in dat geval aan staan.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Eenmalig
: het alarm gaat slechts één keer af en
wordt daarna uitgeschakeld.
Dagelijks
: het alarm gaat iedere dag op dezelfde
tijd af.
Wekker
: het alarm gaat ‘s morgens af om u te
wekken.
Zo stelt u het alarm in:
1. Ga naar het gewenste alarm.
2. Geef de tijd en dag van de week in (indien van
toepassing) waarop het alarm af moet gaan.
3. Druk op de functietoets
OK
.
4. Als u bij stap 1
Wekker
heeft geselecteerd,
stelt u in of de wekker van
Maandag tot
vrijdag
of van
Maandag tot zaterdag
af
moet gaan.
Alarm uitzetten
: om het alarm uit te schakelen.
Autopower
: als bij deze optie is gekozen voor
Activeren
, gaat het alarm op de ingestelde tijd af,
ook als de telefoon is uitgeschakeld.
Als deze menu-optie op
Uitzetten
staat en de
telefoon op de ingegeven tijd is uitgeschakeld, gaat
het alarm niet af.
Organizer
108
Om het alarm uit te schakelen als het afgaat, doet u
het klepje van de telefoon open en drukt u op de
functietoets
Stop
.
Bij het instellen of bekijken van een alarm, zijn de
volgende opties beschikbaar als u op de
functietoets
Opties
drukt.
Alarm uitzetten
: om het alarm uit te schakelen.
Alarmmelodie instellen
: hiermee kunt u de
melodie van het alarm selecteren.
Calculator
(Menu 7.5)
Hiermee kunt u de telefoon als calculator
gebruiken. De calculator biedt de basis reken-
functies: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en
delen.
Calculator gebruiken
1. Geef met behulp van de cijfertoetsen het eerste
cijfer in.
2. Druk op de rechter functietoets tot het gewenste
rekenkundige symbool verschijnt:
+
(optellen),
(aftrekken),
*
(vermenigvuldigen),
/
(delen).
3. Geef het tweede cijfer in.
4. Herhaal zo vaak als nodig de stappen 1 tot en
met 3.
Opmerkingen
:
• Om een onjuiste invoer te wissen en het display leeg
te maken, drukt u op de toets .
• Om een decimaal of een haakje in te voeren, drukt u
op de linker functietoets tot het gewenste symbool
verschijnt.
5. Druk op de toets voor het uitvoeren van de
berekening.
Organizer
109
Valutabeurs
(Menu 7.6)
Met deze menukeuze kunt u buitenlandse valuta
omrekenen.
1. Geef de huidige wisselkoers van de bronvaluta in
en druk op de functietoets
OK
.
U kunt een decimale punt invoegen door op de
toets te drukken
.
2. Geef het bedrag in dat u wilt omrekenen en druk
op de functietoets
OK
.
Getoond worden de wisselkoers, het ingegeven
bedrag in uw eigen valuta en het equivalent in
de vreemde valuta.
3. Druk op de functietoets
Stop
om deze functie af
te sluiten.
110
Netwerk diensten
De hieronder behandelde menufuncties zijn
Netwerk diensten. Neem contact op met uw
provider voor de beschikbaarheid en een
abonnement op deze diensten.
Doorschakelen
(Menu 8.1)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende
gesprekken doorschakelen naar een ander nummer.
V
oorbeeld: U kunt zakelijke gesprekken
doorschakelen naar een collega als op
vakantie bent.
Gesprekken doorschakelen kan op de volgende
manieren:
Alles doorschakelen
: alle gesprekken worden
doorgeschakeld.
In gesprek
: gesprekken worden doorgeschakeld
als u in gesprek bent.
Neemt niet op
: gesprekken worden
doorgeschakeld als u de telefoon niet opneemt.
Buiten bereik
: gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw
provider bevindt.
Alles opheffen
: alle doorschakelfuncties worden
geannuleerd.
U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de
volgende soorten gesprekken:
Alleen spraak oproepen
Alleen data oproepen
V
oorbeeld: U kunt spraak oproepen doorschakelen
naar een collega als u in gesprek bent.
Netwerk diensten
111
U kunt de doorschakelopties als volgt instellen:
1. Selecteer de gewenste doorschakeloptie door op
de toets of te drukken tot de gewenste
optie verschijnt en druk dan op de functietoets
Kies
.
2. Selecteer het soort oproep dat u door wilt
verbinden, door op de toets of te drukken
tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op
de functietoets
Kies
.
De huidige instelling wordt getoond. Als de optie
al is ingesteld, verschijnt het nummer waarnaar
de gesprekken worden doorgeschakeld.
4. Toets het nummer in waarnaar de gesprekken
moeten worden doorgeschakeld en druk op
OK
.
Voor het invoeren van een internationale
toegangscode drukt u op tot het teken
+
verschijnt.
5. Als u de optie
Neemt niet op
heeft
geselecteerd, stelt u in hoelang de telefoon
moet overgaan voordat de oproep wordt
doorgeschakeld en drukt u op de functietoets
Kies
.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U kunt alle doorschakelinstellingen annuleren door
de optie
Alles opheffen
te kiezen.
3. U wilt... Druk op de…
Gesprekken
doorschakelen
aanzetten.
Functietoets
Activeren
.
Ga naar stap 4.
Het doorschakel-
nummer wijzigen
Functietoets
Wijzig
.
Ga naar stap 4.
Gesprekken
doorschakelen
annuleren
Functietoets
Verwijderen
.
Netwerk diensten
112
Blokkeren
(Menu 8.2)
Met dezenetwerkdienst kunt u uw oproepen
beperken.
Gesprekken blokkeren kan op de volgende manieren
worden ingesteld.
Alle uitgaande
: u kunt geen uitgaande
gesprekken voeren.
Internationaal
: u kunt geen internationale
gesprekken voeren.
Internationaal behalve NL
: in het buitenland
kunt u alleen gesprekken voeren binnen dat land en
naar het land van uw eigen provider.
Alle inkomende
: u kunt geen gesprekken
ontvangen.
Inkomend buiten bereik
: buiten het
servicegebied van uw eigen provider kunt u geen
gesprekken ontvangen.
Alles opheffen
: u heft alle blokkeerinstellingen
op; u kunt gewoon gesprekken voeren en
ontvangen.
U kunt de volgende soorten gesprekken blokkeren:
Alleen spraak oproepen
Alleen data oproepen
U kunt de blokkeeropties als volgt instellen:
1. Selecteer de gewenste blokkering door op de
toets of te drukken tot de gewenste optie
verschijnt en druk dan op de functietoets
Kies
.
2. Selecteer welk soort oproepen u wilt blokkeren
door op de toets of te drukken tot de
gewenste optie verschijnt en druk dan op de
functietoets
Kies
.
Netwerk diensten
113
3. Druk op de functietoets
Activeren
om uw
keuze te bevestigen.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
Het annuleren van een blokkeerinstelling doet u als
volgt:
1. Kies de blokkeerinstelling die geannuleerd moet
worden.
2. Kies het soort gesprek waarvoor deze blokkering
is ingesteld.
3. Druk op de functietoets
Uitzetten
.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U kunt ook alle blokkeringen annuleren door de
optie
Alles opheffen
te kiezen.
Wachtwoord
: met deze optie kunt u het
blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt
gekregen instellen of veranderen. U moet het
huidige wachtwoord ingeven voordat u een nieuw
kunt ingeven.
Als u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet
u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Netwerk diensten
114
Wisselgesprek
(Menu 8.3)
Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als
iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor
wisselgesprek/wachtstand afzonderlijk instellen:
Alleen spraak oproepen
Alleen data oproepen
Zo stelt u de wisselgesprekopties in:
1. Kies het type oproep waarvoor u wisselgesprek
wilt instellen door op de toets of te
drukken tot de gewenste keuze is gemarkeerd
en daarna op de functietoets
Kies
te drukken.
Op het scherm ziet u of de optie Wisselgesprek
aan of uit staat.
2. U kunt deze optie naar keuze aan- of uitzetten
met de functietoetsen
Activeren
en
Uitzetten
.
Om naar het vorige scherm te gaan, drukt u op
de functietoets
Stop
.
U kunt ook alle instellingen voor een wisselgesprek
annuleren door de optie
Alles opheffen
te kiezen.
Netwerk diensten
115
Netwerk kiezen
(Menu 8.4)
Om aan te geven of het netwerk tijdens roaming
automatisch of handmatig moet worden gekozen,
doet u het volgende.
Opmerking
: U kunt een ander netwerk alleen kiezen
als dit een roamingcontract met uw
eigen provider heeft afgesloten.
U kunt deze instelling als volgt wijzigen:
1. Als
Netwerk kiezen
verschijnt, drukt u op de
functietoets
Kies
.
2. Druk op de toets of tot de gewenste optie
verschijnt en druk dan op de functietoets
OK
.
Als u
Automatisch
kiest, wordt u verbonden
met het eerste beschikbare roamingnetwerk.
Als u
Zelf zoeken
kiest, zoekt uw telefoon naar
beschikbare netwerken. Ga naar stap 3.
3. Druk op de toets of tot het gewenste
netwerk verschijnt en druk dan op de
functietoets
OK
.
U bent dan verbonden met dat netwerk.
Netwerk diensten
116
Nr.weergave
(Menu 8.5)
U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer
verschijnt op het display van de persoon naar wie u
belt.
Opmerking
: Bij sommige providers kunt u deze
instelling niet wijzigen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Standaard
: de telefoon gebruikt de standaard-
instelling van uw provider.
Nr. verbergen
: uw nummer verschijnt niet op een
andere telefoon.
Nr. zenden
: uw nummer verschijnt wel op een
andere telefoon.
Gebr.groepen
(Menu 8.6)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende en
uitgaande gesprekken beperken tot een bepaalde
groep gebruikers. U kunt gebruik maken van
maximaal 10 gebruikersgroepen.
Neem contact op met uw provider voor meer details
over het opzetten, activeren en gebruiken van een
gesloten gebruikersgroep.
V
oorbeeld: Een bedrijf leent SIM-kaarten aan
werknemers en wil de uitgaande
gesprekken beperken tot leden van
hetzelfde team.
Als u het menu
Gebr.groepen
selecteert, kunt u
de instellingen voor de gesloten gebruikersgroep
vastleggen. Nadat u op de functietoets
Kies
hebt
gedrukt, kunt u de volgende opties kiezen.
Groepen
: hier kunt u de indexnummers voor een
gebruikersgroep noteren, toevoegen of verwijderen.
Netwerk diensten
117
De huidige lijst van indexen verschijnt. Voeg een
nieuwe index toe (op advies van uw provider) of
verwijder een geselecteerde groep.
Buiten groep OK
: hiermee kunt u gesprekken
met nummers buiten de gebruiksgroep toestaan of
verbieden. Deze functie is afhankelijk van uw
abonnement. Neem contact op met uw provider.
Standaardgroep
: u kunt bij een provider een
standaard groep instellen. Hierna kunt u de optie
Standaardgroep
activeren. Als u gaat bellen,
kunt u kiezen voor de standaard gebruikersgroep in
plaats van deze uit de lijst te kiezen.
Uitzetten
: beëindigt deze functie. Dit menu
verschijnt alleen als er een standaard groep is
ingeschakeld of als er een index is geselecteerd.
U wilt... Druk op de…
Door de
bestaande
indexen bladeren
Toets of .
Index toevoegen Functietoets
Opties
, kies de
optie
Toevoegen
en geef de
index in.
Index verwijderen Functietoets
Opties
en kies
de optie
Wissen
.
Index activeren Functietoets
Opties
en kies
de optie
Activeren
.
Netwerk diensten
118
Bandkeuze
(Menu 8.7)
Om uitgaande en inkomende gesprekken te kunnen
voeren, moet uw telefoon bij een van de
beschikbare netwerken worden aangemeld. Uw
telefoon is geschikt voor de volgende soorten
netwerken:
•GSM 900
•GSM 1800
•Gecombineerd GSM 900/1800
•GSM 1900
Het land waar u de telefoon hebt aangeschaft is
bepalend voor de standaard bandbreedte die wordt
gebruikt. In het buitenland kan het nodig zijn een
andere bandbreedte te kiezen.
1. Als
Bandkeuze
verschijnt, drukt u op de
functietoets
Kies
.
2. Druk op de toets of tot de gewenste
bandbreedte (
GSM 900/1800
of
GSM 1900
)
is geselecteerd en druk dan op de
functietoets
OK
.
Als u een bandbreedte hebt geselecteerd, wordt in
het display een bevestiging getoond en wordt
automatisch gezocht naar de beschikbare
netwerken. Vervolgens meldt uw telefoon zich aan
bij een voorkeursnetwerk binnen de gekozen
bandbreedte.
119
Amusement
Het menu
Amusement
biedt diverse spelletjes.
Spelletjes
(Menu 9.1)
U kunt met uw telefoon drie spelletjes spelen.
Kies met de toetsen en het gewenste spel en
druk op de functietoets
Kies
. Meer bijzonderheden
over het spel vindt u in de on-line help-informatie.
WAP browser
(Menu 9.2)
Uw telefoon beschikt over een WAP browser
waarmee u toegang heeft tot het Wireless Web
(draadloze internet).
In de meegeleverde gebruiksaanwijzing vindt u
informatie over gebruik van de
WAP browser
.
Downloads
(Menu 9.3)
Geluiden
In dit menu kunt u de lijst met geluiden die u van
de server gedownload heeft bekijken. Het geluid
dat u gedownload heeft, kunt u als beltoon
selecteren, maar u kunt het niet naar andere
telefoons sturen.
Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing
getoond. Het downloaden van nieuwe beltonen is
dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt.
Amusement
120
Afbeeldingen
In dit menu kunt u de lijst met afbeeldingen die u
van de server gedownload heeft bekijken. De
afbeelding die u gedownload heeft, kunt u als
achtergrond instellen, maar niet naar andere
telefoons sturen.
Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing
getoond. Het downloaden van nieuwe afbeeldingen
is dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt.
121
Problemen oplossen
Voer de volgende controles uit alvorens contact op
te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u
de kosten en de tijd van een onnodig gesprek
voorkomen.
Bij het aanzetten van de telefoon
kunnen de volgende boodschappen
verschijnen
Insert SIM Card (Plaats SIM-kaart)
Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
Toestel geblokkeerd Geef Wachtwoord
•Het toestel is geblokkeerd. U moet het
wachtwoord van de telefoon ingeven voordat u de
telefoon kunt gebruiken.
Geef PIN
•U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U
moet de PIN ingeven die u bij de SIM-kaart hebt
ontvangen.
•De functie PIN-controle is ingeschakeld. Iedere
keer dat de telefoon wordt aangezet, moet de PIN
worden ingegeven. U kunt deze optie
uitschakelen via de menukeuze
PIN-controle
(
Menu 6.6.1
).
Geef PUK
Er is 3 keer achter elkaar een verkeerde PIN
ingetoetst. Daarom is uw telefoon nu
geblokkeerd. Toets de PUK in die u van uw
provider hebt gekregen.
Problemen oplossen
122
“Service niet beschikbaar”,
“Netwerkfout” of “Niet mogelijk”
verschijnt in het display
•De netwerkverbinding is verbroken. U bevindt
zich in een omgeving met zwakke ontvangst
(in een tunnel of tussen gebouwen). Probeer
het opnieuw op een andere locatie.
•U probeert een optie gekozen waarop u geen
abonnement hebt. Neem voor meer informatie
contact op met uw provider.
U hebt een nummer ingetoetst, maar het
werd niet gebeld
•Hebt u op de toets gedrukt?
•Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
•Misschien heeft u uitgaande gesprekken
geblokkeerd.
Iemand probeert tevergeefs u te bellen
Staat uw telefoon aan ( langer dan een
seconde ingedrukt gehouden)?
•Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
•Misschien heeft u binnenkomende gesprekken
geblokkeerd.
Uw gesprekspartner hoort u niet
•Hebt u de microfoon uitgeschakeld?
•Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond?
De microfoon bevindt zich in het midden aan de
onderkant van de telefoon.
Problemen oplossen
123
De telefoon geeft waarschuwings-
signalen en “**Waarschuwing** Batterij
is bijna leeg” knippert op het display
•De batterij is onvoldoende opgeladen. Laad de
batterij op.
Slechte geluidskwaliteit
Controleer in het display de signaalsterkte ( );
het aantal staafjes geeft aan of de signaalsterkte
sterk ( ) of zwak ( ) is. Houd de telefoon in
een andere stand.
Bevindt u zich in een gebouw, ga dan wat dichter
bij een raam staan.
Een nummer uit de telefoonlijst wordt
niet gebeld
Controleer met de zoekfunctie of het
telefoonnummer goed is opgeslagen.
Sla het nummer eventueel opnieuw op.
Kunt u met behulp van voornoemde richtlijnen
uw probleem niet oplossen, zorg dan voor:
• Het type en serienummer van uw telefoon
• Uw garantie-informatie
• Een goede beschrijving van het probleem
En neem contact op met uw leverancier of de
klantenservice van Samsung.
124
Toegangscodes
Uw telefoon en de SIM-kaart zijn met verschillende
toegangscodes beveiligd. Zij helpen u om
onbevoegd gebruik van de telefoon tegen te gaan.
Als uw telefoon om een van de hieronder
aangegeven codes vraagt, toets die dan in (op het
display verschijnen alleen sterretjes) en druk
daarna op de functietoets
OK
. Als u een tikfout
maakt, drukt u een of meerdere keren op tot
het onjuiste teken is gewist en geef dan de rest van
de goede code in.
U kunt de toegangscodes (behalve PUK en PUK2)
wijzigen met de opties van het menu
Beveiliging
(
Menu 6.6
). Zie pagina 94 voor meer
bijzonderheden.
Belangrijk!
Gebruik geen toegangscodes die op
alarmnummers lijken, zoals 112,
zodat u niet onbedoeld een
alarmnummer draait.
Wachtwoord telefoon
De blokkeerfunctie gebruikt een wachtwoord om de
telefoon te beschermen tegen onbevoegd gebruik.
In de fabriek is het wachtwoord ingesteld op
00000000.
U wilt... Zie...
De blokkering activeren/
opheffen
Pagina 95
(
Menu 6.6.3
).
Uw wachtwoord wijzigen Pagina 95
(
Menu 6.6.4
).
Toegangscodes
125
PIN
Het
P
ersoonlijke
I
dentificatie
N
ummer of PIN code
van 4 tot 8 cijfers beschermt uw SIM-kaart tegen
onbevoegd gebruik. Normaal gesproken wordt uw PIN
bij uw SIM-kaart geleverd.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN-code
invoert, wordt de PIN-code opgeheven. De telefoon
kan pas opnieuw worden gebruikt nadat u de PUK-
code hebt ingevoerd (zie hieronder).
PUK
De PUK (
P
IN
U
nblocking
K
ey) van 8 cijfers is nodig
om de telefoon weer bruikbaar te maken nadat de
PIN is geblokkeerd. Als u bij uw SIM-kaart geen
PUK-code hebt ontvangen of als u die code kwijt
bent, neem dan contact op met uw service provider.
U kunt uw PIN als volgt ontgrendelen:
1. Geef de juiste PUK-code in en druk op
OK
.
2. Geef een nieuwe PIN-code in en druk op
OK
.
3. Als de melding
Herhaal nwe PIN
verschijnt,
geef dan dezelfde code nogmaals in en druk
op
OK
.
Als u tien keer na elkaar een foute PUK-code
intoetst, wordt uw SIM-kaart onbruikbaar. Neem
dan contact op met uw provider voor een nieuwe
SIM-kaart.
U wilt... Zie...
PIN-controle activeren/
opheffen
pagina 94
(
Menu 6.6.1
).
De PIN wijzigen pagina 95
(
Menu 6.6.2
).
Toegangscodes
126
PIN2
De PIN2 (4 tot 8 cijfers) die bij sommige SIM-
kaarten wordt geleverd, is nodig voor bepaalde
speciale functies, zoals het instellen van de
maximale kosten per gesprek. Deze functies
werken alleen als uw SIM-kaart ze ondersteunt.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN2-code
invoert, wordt de code opgeheven. U kunt die
functies dan pas opnieuw gebruiken nadat u de
PUK2-code hebt ingevoerd.
Zie pagina 96 als u PIN2 wilt wijzigen
(
Menu 6.6.7
).
PUK2
De PUK2-code (
P
IN
U
nblocking
K
ey
2
) van
8 cijfers, geleverd bij bepaalde SIM-kaarten, is
nodig om speciale functies weer te kunnen
gebruiken door een geblokkeerde PIN2 te wijzigen.
Neem contact op met uw provider als u de
PUK2-code kwijt bent.
Zo kunt u PIN2 weer activeren:
1. Voer de PUK2-code in en druk op
OK
.
2. Voer een nieuwe PIN2-code in en druk op
OK
.
3. Als de melding
Herhaal nwe PIN2
verschijnt,
geef dan dezelfde code nogmaals op en druk op
de functietoets
OK
.
Als u tien keer na elkaar een foute PUK2-code
opgeeft, dan kunt u de via PIN2 toegankelijke
speciale functies niet meer gebruiken. Neem
dan contact op met uw provider voor een nieuwe
SIM-kaart.
127
Informatie met
betrekking tot
gezondheid en
veiligheid
Blootstelling aan radiogolven
(SAR informatie)
Radiofrequenties
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU
met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven.
Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt
radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en
gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor
de blootstelling aan radiofrequentie (RF) energie,
zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet
overschreden worden. Deze limieten maken deel uit
van uitgebreide richtlijnen waarin de toegestane
niveaus voor RF energie zijn vastgelegd. Deze
richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke
wetenschappelijke organisaties aan de hand van
periodieke onderzoeken en evaluatie van
wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is
sprake van een ruime veiligheidsmarge zodat de
veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de
gezondheid, gewaarborgd is.
Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons
wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend
staat onder de naam SAR (Specific Absorption
Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is
vastgesteld op 2,0 W/kg.
*
* De SAR limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik
bedraagt gemiddeld 2,0 watt/kilogram (W/kg) per tien gram
lichaamsweefsel. Bij deze limiet is rekening gehouden met
een ruime veiligheidsmarge, die de bescherming van iedere
persoon waarborgt en rekening houdt met meetvariaties. De
SAR waarden zijn afhankelijk van landelijke eisen en de
bandbreedte van het netwerk.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
128
De SAR tests worden uitgevoerd in standaard
situaties waarbij de telefoon met het hoogste
toegestane vermogen wordt gebruikt op alle
geteste bandbreedtes. Hoewel de SAR is
vastgesteld op basis van het hoogste toegestane
vermogen, kan het werkelijke SAR niveau tijdens
gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde
liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de
telefoon rekening is gehouden met meerdere
vermogenniveaus, zodat alleen het vermogen dat
nodig is om het netwerk te bereiden wordt gebruikt.
In het algemeen geldt dat hoe dichter u bij een
basisstation van het netwerk bent, hoe lager het
vermogen.
Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag
worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet
aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de
belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid
van de gebruiker en andere personen.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
129
Voorzorgen bij het gebruik van
batterijen
Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ion-
batterij.
•Gebruik nooit batterijen of batterijladers die
beschadigd zijn.
•Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden
dan waarvoor ze bedoeld zijn.
•Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation
van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder
stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk
afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen
van het netwerk.
•De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type
batterij en oplader. De batterij kan honderden
keren worden ontladen en opgeladen, maar na
verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij
achteruit. Wordt de gebruikstijd (spreek- en
standbytijden) aanmerkelijk korter, dan is het tijd
om een nieuwe batterij te kopen.
Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt
zichzelf na verloop van tijd.
•Gebruik alleen batterijen en opladers die
Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de
batterijlader niet, haal dan de stekker uit het
stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een
week in de oplader zitten. Dit verkort de
levensduur van de batterij.
Extreem hoge en lage temperaturen hebben
invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan
nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op
te warmen voor u met opladen begint.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
130
Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm
of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de
levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel
mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de
batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen
werken met name niet goed bij temperaturen
onder de 0 °C .
•Maak geen kortsluiting tussen de contacten van
de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer
een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip
van een pen of een sleutel) direct contact maakt
tussen de + en - polen van de batterij (metalen
strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een
reservebatterij in uw zak of tas bewaart.
Kortsluiting tussen de contacten kan de batterij
(maar ook het voorwerp dat de kortsluiting
veroorzaakt) beschadigen of vernielen.
Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor
gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en
gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in
het vuur.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
131
Verkeersveiligheid
Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna
overal en altijd mondeling te communiceren. Deze
mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat
echter gepaard met een belangrijke
verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die
iedere gebruiker serieus moet nemen.
Als u autorijdt, is het besturen van uw auto uw
belangrijkste taak die uw volledige aandacht vraagt.
Het gebruik van een mobiele telefoon is (of wordt
binnenkort) dan ook in veel landen verboden. Als u
tijdens het rijden toch uw mobiele telefoon wilt
gebruiken, moet u rekening houden met het
volgende:
1. Zorg ervoor dat u alle functies en mogelijkheden
als snelkiezen en nummer herhalen kent. Door
gebruik te maken van deze functies kunt u met
zo min mogelijk toetsaanslagen telefoneren.
2. Maak bij voorkeur gebruik van een hands-free
carkit. Tegenwoordig zijn veel accessoires
verkrijgbaar die het hands-free bellen mogelijk
maken, en daarmee het gemak en de veiligheid
aanzienlijk vergroten.
3. Zorg dat u uw telefoon gemakkelijk kunt pakken,
zodat uw blik op de weg gericht blijft. Laat
eventueel uw voice mail de oproep
beantwoorden.
4. Laat degene die u belt weten dat u op de weg zit.
Breek het gesprek zonodig af wanneer het erg
druk is op de weg of wanneer het weer erg slecht
is. Regen, ijzel en sneeuw kunnen tot zeer
gevaarlijke situaties leiden.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
132
5. Maak geen aantekeningen en zoek geen
telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit soort
activiteiten leiden ertoe dat u niet uw volle
aandacht bij het rijden en het verkeer kunt
houden.
6. Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat echt
nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u
stilstaat of voordat u zich in het verkeer begeeft.
Wilt u toch iemand bellen tijdens het rijden, draai
dan de eerste twee cijfers, richt uw blik weer op
de weg en het verkeer, draai dan de volgende
twee cijfers, enzovoort.
7. Houd tijdens het rijden geen gesprekken die
stress of emoties met zich meebrengen. Maak de
persoon met wie u aan het telefoneren bent
duidelijk dat u op de weg zit en stel het gesprek
uit tot een later tijdstip.
8. In noodsituaties kunt u met uw mobiele telefoon
de alarmdienst bellen, bijvoorbeeld bij brand,
een verkeersongeval, enzovoort. Meestal kunt u
deze nummers gratis bellen.
9. Gebruik uw telefoon om anderen in noodsituaties
te helpen. Ziet u een ongeluk gebeuren, een
overval of een andere situatie waarbij levens in
gevaar zijn, bel dan het alarmnummer (112 of
een ander officieel alarmnummer).
10. Bel indien nodig de wegenwacht of een andere
hulpdienst. Als u een auto met pech ziet, een
kapot verkeerslicht, een verkeersongeluk waar
geen gewonden bij betrokken zijn of een auto
waarvan u weet dat die gestolen is, belt u de
wegenwacht, een andere hulpdienst of de politie.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
133
Gebruiksomgeving
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Wilt u de telefoon op een ander apparaat
aansluiten, kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing
hoe het met de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit
geen incompatibele producten op elkaar aan.
Net als voor andere mobiele apparatuur die
radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon
voor een juiste werking en uw persoonlijke
veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken
(tegen uw oor, waarbij de antenne over uw
schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen.
Het kan echter voorkomen dat bepaalde
elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen
de RF signalen van uw mobiele telefoon. Neem in
dat geval contact op met de fabrikant voor een
alternatieve oplossing.
Pacemakers
Om interferentie met de pacemaker te voorkomen,
adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de
telefoon en de pacemaker een afstand van
minimaal 15 cm aan te houden. Deze aanbeveling
stemt overeen met onafhankelijk onderzoek door
en aanbevelingen van het Wireless Technology
Research.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
134
Gebruikers met een pacemaker:
•Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal
15 cm van hun pacemaker vandaan houden
•Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen
•Moeten om het risico van interferentie te
beperken de telefoon bij het oor houden dat het
verst van de pacemaker vandaan zit
Heeft u het idee dat er toch sprake is van
interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit.
Gehoorapparaten
Bij sommige digitale draadloze telefoons is sprake
van interferentie met bepaalde gehoorapparaten.
Neem in dat geval contact op met de fabrikant van
uw gehoorapparaat voor een eventueel andere
oplossing.
Andere medische apparatuur
Gebruikt u een ander medisch apparaat of
hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant
van dat apparaat om na te gaan of het afdoende
beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan
uw huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn.
Houd u altijd aan de voorschriftenvoor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
135
Voertuigen
Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde
elektronische systemen in motorvoertuigen.
Neem hierover eventueel contact op met de
fabrikant of dealer van de auto of het in uw auto
ingebouwde apparaat.
Verbod op mobiel telefoneren
Als in een bepaald gebouw of gebied is aangegeven
dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden
is, dient u zich daaraan te houden. Zet in dat geval
uw mobiele telefoon direct uit, mocht u hem aan
hebben staan.
Omgeving waar kans op explosies is
Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een
omgeving bent waar met explosieven wordt
gewerkt. Houd u aan alle ter plaatse gelden
veiligheidsvoorschriften. Vonken kunnen in zo’n
omgeving tot een ontploffing leiden, met lichamelijk
letsel en zelfs de dood als gevolg.
Zet uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We
wijzen u nogmaals op de noodzaak om u in
brandstofdepots (opslag en distributie), chemische
fabrieken en andere plaatsen waar met explosieve
materialen wordt gewerkt altijd te houden aan de
voorschriften en verboden voor het gebruik van
radioapparatuur.
Omgevingen en situaties waar kans bestaat op
ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven.
Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen,
plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën
plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen
waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht
zitten, bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en
ieder ander gebied waar u normaalgesproken de
motor van uw auto uit zou moeten zetten.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
136
Telefoneren in geval van nood
Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen,
mobiele en vaste netwerken en
voorgeprogrammeerde functies die geen garantie
voor verbinding onder alle omstandigheden kunnen
bieden. Vertrouw daarom in een noodgeval
(bijvoorbeeld voor medische assistentie) nooit
alleen op uw mobiele telefoon.
Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw
telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met
voldoende signaalsterkte van een netwerk voor
mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is
niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken
of als bepaalde Netwerk diensten en functies van de
telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw
provider.
Een alarmnummer bellen doet u als volgt:
1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan.
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen
per land verschillen.
3. Druk op de toets .
Als u bepaalde functies aan heeft staan
(wachtwoord telefoon, blokkeren oproepen, enz.)
moet u deze functies misschien eerst uitzetten
voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg
daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact
op met uw provider.
Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken
alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door
te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat
moment misschien het enige beschikbare
communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas
nadat u daartoe opdracht hebt gekregen.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
137
Overige belangrijke
veiligheidsinformatie
Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon
in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en
ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon
vervalt.
Controleer ingebouwde telefoonapparatuur
regelmatig op correcte montage en werking.
Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen,
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal
niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of
accessoires.
Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan
aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen.
Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen
of apparatuur in de directe omgeving van de
airbag.
•Zet uw mobiele telefoon aan boord van een
vliegtuig altijd uit. Het gebruik van een mobiele
telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk
voor de besturingselektronica van het vliegtuig.
Bovendien kan het het mobiele netwerk
verstoren.
Bij het overtreden van deze voorschriften kan u
het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd
of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
138
Verzorging en Onderhoud
Uw telefoon is een kwaliteitsproduct en moet
zorgvuldig worden behandeld. Onderstaande tips
helpen u te voldoen aan de garantieverplichtingen
en zij zorgen dat u uw telefoon jarenlang kunt
gebruiken.
•Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik
van kleine kinderen.
•Houd de telefoon droog. Regen, vocht en
mineraalhoudende vloeistoffen tasten de
elektronica aan.
•Raak de telefoon tijdens het opladen niet met
natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een
elektrische schok oplopen en de telefoon kan
erdoor beschadigd raken.
•Gebruik of bewaar de telefoon niet in een
stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen
daardoor beschadigen.
Bewaar uw telefoon niet op een plaats met
extreem hoge temperaturen. Dit verkort de
levensduur van de elektronica, beschadigt de
batterijen en doet het plastic kromtrekken of
smelten.
Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij
verplaatsing naar een warmere plaats kan er
condens ontstaan die de elektronica aantast.
•Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen
stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan,
kunnen de onderdelen in de telefoon
beschadigen.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
139
•Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen
een in een mild sopje gedrenkte doek.
•Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
beweegbare delen van het toestel verstopt raken,
wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer
goed werkt.
•Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop
kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden
dat de telefoon niet meer voldoet aan de
wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen
uitzendt.
Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een
andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan
bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service
center. Daar zorgt men voor technische
ondersteuning en indien nodig voor deskundige
reparatie.
140
Verklarende
woordenlijst
Verklaring van diverse technische termen en
afkortingen die in deze handleiding worden
gebruikt. Hiermee kunt u optimaal gebruik maken
van de mogelijkheden van uw mobiele telefoon.
Blokkeren van oproepen
Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot
bepaalde telefoonnummers.
Doorschakelen van oproepen
Inkomende oproepen worden naar een ander
nummer doorgeschakeld.
Functietoetsen
Toetsen
en
op de telefoon, waarvan het doel:
Afhankelijk is van de functie die op dat moment
wordt gebruikt
•Op de onderste regel van het display, boven de
betreffende toets is aangegeven
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek in de wacht te zetten terwijl u
een tweede telefoongesprek met iemand anders
voert of een ander nummer belt. U kunt tussen de
twee gesprekken heen en weer schakelen.
GPRS (General Packet Radio Service)
Nieuwe service waarbij via het mobiele
telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en
ontvangen kan worden. GPRS garandeert
gebruikers van mobiele telefoons en computers een
continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd
op GSM (Global System for Mobile Communication)
verbindingen en SMS (Short Message Service).
Verklarende woordenlijst
141
GSM (Global System for Mobile
Communication)
Deze internationale standaard voor mobiele
telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele
netwerk operators. Naast grote delen van Europa is
GSM ook in veel andere landen de standaard.
Klepje actief
Om een gesprek aan te nemen, hoeft u alleen maar
het klepje te openen.
MMS (Multimedia Message Service)
Een berichtendienst voor mobiele telefoons,
gestandaardiseerd door het WAP forum en het 3rd
Generation Partnership Program (3GPP). Voor
gebruikers van mobiele telefoons lijkt MMS veel op
de SMS-berichtendienst - het zorgt voor een
automatische en directe aflevering van telefoon
naar telefoon van door de gebruiker samengestelde
berichten. Omdat de berichten voornamelijk tussen
telefoons worden uitgewisseld, bestaat de
adressering in het algemeen uit telefoonnummers.
U kunt het bericht echter ook naar een e-mailadres
sturen. Naast tekst, kan een MMS-bericht ook
foto’s, afbeeldingen stemgeluid of audioclips
bevatten, en in de toekomst zelfs videoclips en
andere informatie.
Multiparty (telefonisch vergaderen)
Mogelijkheid om met maximaal vijf andere
personen telefonisch te vergaderen.
Nummerweergave
U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken
en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken.
Verklarende woordenlijst
142
PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer)
Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen
gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt
tegelijk met de SIMkaart door de provider
verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters
en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen.
PUK (PIN Unblocking Key)
Beveiligingscode die nodig is om de telefoon te
deblokkeren nadat drie keer na elkaar een
onjuiste PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat
uit 8 cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de
SIM-kaart door de provider verstrekt.
Roaming
Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw
provider (met name in het buitenland).
SDN (Servicenummers)
Telefoonnummers die u van uw provider heeft
ontvangen en waarmee u toegang heeft tot speciale
diensten als voice mail, ondersteuning en
alarmcentrales.
SIM (Subscriber Identification Module)
Een kaartje met een chip die alle informatie bevat
die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerk-
en geheugeninformatie en persoonlijke gegevens
van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine
opening aan de achterkant van de telefoon en
wordt beschermd door de batterij die erop wordt
geplaatst.
Verklarende woordenlijst
143
SMS (Short Message Service)
Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten
kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele
telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen,
bewerken en verzenden.
Tri Band
Mogelijkheid gebruik te maken van de volgende
soorten netwerken: GSM 900, GSM 1800,
gecombineerd GSM 900/ 1800 en GSM 1900 MHz
bandbreedte, met meer kans op een succesvolle
oproep en een bredere roaming.
Uw telefoon zoekt automatisch naar het laatste
netwerk dat gebruikt is. Wanneer dit om welke
reden dan ook niet beschikbaar is, probeert uw
telefoon automatisch aan te melden bij een ander
netwerk.
Voice Mail
Antwoordapparaat dat automatisch uw oproepen
beantwoordt als u niet beschikbaar bent. Eerst
wordt een welkomtekst afgespeeld (deze kunt u
eventueel zelf inspreken) en vervolgens kan een
boodschap worden opgenomen.
Wachtwoord telefoon
Met deze code kunt u uw telefoon beveiligen tegen
gebruik door onbevoegden. Wanneer u deze optie
aan heeft staan, kan de telefoon na aanzetten
alleen worden gebruikt als eerst het juiste
wachtwoord wordt ingevoerd.
Wisselgesprek
Mogelijkheid om gebruikers tijdens een
telefoongesprek te informeren dat er (nog) een
oproep is.
144
Index
A
Accessoires
9
Achtergrond
85
,
92
Actielijst (Menu 7.2)
103
Actiepunten
ingeven
103
wijzigen
104
wissen
103
,
105
Adapter
19
Afbeeldingberichten
berichtprofiel (2.6)
79
instellingen (2.5)
78
postvak IN (2.1)
73
postvak UIT (2.2)
75
wissen
73
,
75
,
78
Afbeeldingen
achtergrond
85
,
92
berichten
66
,
69
,
73
gedownload
120
Agenda (7.1)
101
Agendaregels
kopiëren
103
schrijven
102
toevoegen
102
verwijderen
101
,
103
wijzigen
102
Alarm, instellen (7.4)
107
Amusement (9)
119
Andere tonen (5.8)
90
Automatisch herhalen
oproepen
48
Autopower, alarm
107
B
Bandkeuze (8.7)
118
Batterij
indicatie batterij bijna
leeg
20
opladen
19
Beantwoorden
tweede oproep
(wisselgesprek)
52
van een oproep
25
Begroeting (6.3)
93
Belgroep
37
,
38
,
39
Beltoon
belsignaal, type (5.3)
87
belvolume (5.2)
86
Bericht schrijuen
afbeelding (2.3)
76
Bericht schrijven
tekst (1.3)
65
Bericht signaal (5.5)
88
Berichten lezen
afbeeldingen
73
tekstberichten (1.1)
62
Berichtprofiel (2.6)
79
Beveiliging (6.6)
94
Blokkeren (8.2)
112
blokkeren (8.2)
wachtwoord
113
C
Calculator (7.5)
108
Camera (4)
83
Corrigeren van nummers
22
CUG, zie Gebruikersgroepen
116
D
Datum instellen (7.3.2)
106
Display
extern
16
helderheid
97
indeling
13
instellingen (6.7)
97
symbolen
14
taalkeuze
31
,
94
Doorschakelen (8.1)
110
Downloads (9.3)
119
E
Eigen nummer (6.4)
93
Elektronische apparatuur
133
Elke toets antw.
99
Extern display
16
Extra instellingen (6.8)
99
Index
145
F
FDN-modus
96
FDN-modus (6.6.6)
96
Filmpjes
66
,
69
Foto
afbeeldingberichten
76
maken
83
Foto maken en verzenden
83
Foto’s (4.3)
84
Fouttoon
90
Functies en opties selecteren
29
Functies, selecteren
29
Functietoetsen
29
G
Gebr.groepen (6.6)
116
Gebruikersgroepen
116
Gebruikersinstellingen (6.2)
92
Geheugenstatus
info-berichten (1.7.3)
70
telefoonlijst
42
Gehoorapparaten
134
Geluid
beltoon (5.1)
86
berichten
66
,
73
gedownload
119
Geluidopties (5)
86
Gemiste oproepen
26
,
80
Gesprek in de wacht zetten
49
Gespreksduur
81
,
90
Gesprekskosten (3.6)
82
Gezondheidsinformatie
127
Groep
belgroep
37
,
38
,
39
gebruikers
116
H
Helderheid
97
Herhalen
automatisch
99
Laatste nummer
23
I
In-/ uitschakelen
microfoon
50
telefoon
21
toon
89
Indicatie batterij bijna leeg
20
Info-berichten (1.9)
71
Infrarood aan (6.1)
91
Infraroodpoort
91
Instellingen
alarm (7.4)
107
beveiliging
94
datum (7.3.2)
106
display
97
extra
99
geluid
86
kleurenschema
98
resetten
100
telefoon
91
instellingen
taalkeuze (6.5)
94
tijd (7.3.1)
106
Invoerstand
intoetsen van tekst
43
selecteren
43
wijzigen
44
K
Kaart
SIM-kaart installeren
17
Kopëren
agendaregels
103
Kopiëren
actiepunten
105
nummer in telefoonlijst
37
L
Laatste nummer herhalen
23
Lampje
Standby
16
standby
98
Logo
grafisch
98
provider (6.7.5)
98
Luidsprekervolume
24
Index
146
M
Medische apparatuur
134
Melodieën
66
,
69
,
86
,
119
Menu
instelling
92
naar menufunctie
bladeren
55
naar menufunctie via de
sneltoets
56
overzicht
56
Microfoon uitschakelen
50
Mijn objecten (1.6)
69
Minutenteller
90
Multi-party gesprek
starten
53
Multiparty gesprek
deelnemer verwijderen
54
privégesprek
53
N
Namen
intoetsen
43
vastleggen
33
zoeken/kiezen
37
Netwerk kiezen (6.4)
115
Netwerkdiensten (6)
110
Nieuw bericht
65
Nieuwe foto (4.2)
84
Noodoproepen
136
Nr. herhalen
99
Nummers
corrigeren
22
eigen nummer
93
herhalen
23
invoegen in telefoonlijst
36
stand
48
telefoonlijst kopiëren
37
,
48
telefoonnr Voice Mail
71
vaste nummers
96
vastleggen
33
wissen
37
zoeken/kiezen
37
Nummers telefoonlijst
verwijderen
37
wijzigen
37
Nummerweergave
25
Nummerweergave (8.5)
116
O
Objecten bij bericht
66
,
69
,
76
Omgeving waar kans op
explosies is
135
Onderhoud
138
Ontvangen (3.2)
80
Ontvangen berichten
tekst (1.1)
62
Oplossen van problemen
121
Oproepen
automatisch
99
beantwoorden
van een oproep
25
beantwoorden tweede
oproep
(wisselgesprek)
52
beëindigen
23
doorschakelen (8.1)
110
gemist
26
,
80
gesprektellers (3.5)
81
herhalen
23
in de wacht zetten
49
internationaal
22
kostentellers (3.6)
82
multiparty
53
noodoproep
136
ontvangen (3.2)
80
oproepenlijst (3)
80
opzetten
22
uitgaand (3.3)
81
weigeren
25
wisselgesprek
114
wisselgesprek (8.3)
52
,
114
Opropen
blokkeren (8.2)
112
doorschakelen (6.1)
110
Opties selecteren
29
Opzoeken
nummer via telefoonlijst
37
Organizer (7)
101
P
Pacemakers
133
Index
147
PIN
code
125
controle
94
wijzigen
95
PIN2
code
126
wijzigen
96
Postvak
IN (2.1)
62
,
73
UIT (2.2)
63
,
75
Problemen oplossen
121
PUK
125
PUK2
126
R
Radiofrequenties
127
Reset instellingen (6.10)
100
Roaming
115
S
SIM blokkeren (6.6.5)
96
SIM-kaart
blokkeren
96
installeren
17
SMS-bericht
berichten
52
instellingen
68
symbool
62
tekstberichten
52
,
62
Sneltoets
100
Speciale tekens intoetsen
48
Spelletjes
119
standaardberichten (1.4)
67
Standby-lampje
16
,
98
helderheid
97
verlichting automatisch
97
Stille modus
28
Symbolen, beschrijving
14
T
T9 stand
45
Taalkeuze (6.5)
31
,
94
Tekstberichten
62
geheugenstatus (1.7)
70
info-berichten (1.9)
71
nieuw bericht (1.3)
65
objecten
69
ontvangen (1.1)
62
standaardberichten
(1.4)
67
Voice Mail (1.8)
70
Tekstinvoerstand
44
tekst intoetsen
43
wijzigen
44
Telefonisch vergaderen
53
Telefoonlijst
33
belgroepen
37
,
38
,
39
gehengenstatus
41
invoegen
36
,
37
kopiëren
37
,
48
namen/nummers
vastleggen
33
opties
36
verkort kiezen
40
wijzigen
36
wissen
37
zoeken/kiezen
37
Telefoonnr Voice Mail
71
Tijd
formaat (7.3.4)
106
instellen (7.3.1)
106
oproep
81
wereldtijd (7.3.3)
106
Toegangscodes
124
Toestel
95
blokkeren (6.6.3)
95
instellingen (6)
91
wachtwoord
124
Toets
beschrijving
11
plaats
10
Toetstonen
selecteren (5.4)
87
uitschakelen
51
verzenden
51
Toetstoon
87
Tonen
andere (5.8)
90
Toon
89
beltoon (5.1)
86
bij bericht (5.5)
88
bij fouten
90
bij verbinding
90
in-/ uitschakelen (5.7)
89
klepje (5.6)
89
minutenteller
90
Index
148
toetsen (5.4)
87
Trillen
28
,
87
Type belsignaal (5.3)
87
U
Uitgaand (3.3)
81
Uitgaande berichten
tekst (1.2)
63
Uitpakken
9
Uitschakelen
DTMF (toetstonen)
51
microfoon
50
V
Valutabeurs (7.6)
109
Veiligheid
7
batterijen
129
gebruiksomgeving
133
informatie
137
omgeving waar kans op
explosies is
135
op de weg
131
Verbinden
met Voice Mail
70
Verbindingstoon
90
Verkeersveiligheid
131
Verkort kiezen
40
Verlichting
15
,
97
achtergrond
15
,
97
automatisch aanzetten
97
Verzenden
berichten
65
,
75
Verzenden van
DTMF (toetstonen)
51
Verzorging
138
Voice Mail (1.8)
70
Volume
aanpassen
24
belvolume selecteren
86
Voorzorgsmaatregelen
batterijen
129
W
Wachtwoord
blokkeren
wijzigen
113
telefoon
wijzigen
95
Wachtwoord telefoon
124
Wachtwoord, telefoon
code
124
WAP Browser (9.2)
119
Wekker
107
Wereldtijd (7.3.3)
106
Wijzigen
actielijst
104
actiepunt
104
agendaregels
102
aktiepunten
104
belgroep
39
berichten
62
,
75
Blokkeerwachtwoord
113
gemiste oproepen
27
nummer in telefoonlijst
36
PIN (6.6.2)
95
PIN2 (6.6.7)
96
tekstinvoerstand
44
wachtwoord (6.6.4)
95
Wisselgesprek
52
,
114
Wissen
berichten
62
,
64
foto
85
gemiste oproepen
27
,
80
nummer in telefoonlijst
37
Z
Zoeken in telefoonlijst
37
149
Naar de
menu-
functies
Druk op de functietoets
Menu
.
Blader met de toetsen
en door de menu’s tot
u bij het gewenste menu
bent.
Druk op de functietoets
Kies
.
Blader met de toetsen
en door de lijst met
opties tot de gewenste
optie is geselecteerd.
Druk op de functietoets
Kies
.
De twee functietoetsen ( en )
hebben de functie die er direct boven
vermeld staat (op de onderste regel
van het display).
In-/
uitschakelen
Houd de toets
ingedrukt.
Zelf bellen Toets het nummer in.
Druk op de toets .
Gesprek
beëindigen
Kort op de toets
drukken.
Direct
gemiste
oproepen
bekijken
Open het klepje en druk
op de functietoets
Kies
.
Blader met de toetsen
en door de lijst
met gemiste oproepen.
Om het nummer terug
te bellen, drukt u op de
toets .
Tri Band SGH-V200 GPRS Telefoon
Referentiekaart
Oproep
aannemen
Open het klepje.
of
Druk op de toets .
Volume
aanpassen
Druk op de toets of aan de
linkerzijkant van de telefoon.
Een
nummer in
de
telefoonlijst
opslaan
Toets het nummer in.
Druk op de functietoets
Opslaan
.
Selecteer een
categoriepictogram.
Druk op de functietoets
Kies
.
Selecteer het geheugen.
Druk op de functietoets
Kies
.
Geef de naam in.
Druk op de functietoets
OK
.
Wijzig zo nodig het
geheugen.
Druk op de functietoets
OK
.
1
Druk op om terug te
gaan naar standby.
Een nummer
opzoeken in
de
telefoonlijst
Druk op de functietoets
Namen
.
Kies de optie
Zoek
.
Geef de beginletter(s) van de
naam in.
Blader met de toets of
door de namen.
Druk op de functietoets
Kies
.
Met de toetsen en kunt
u door de nummers lopen.
Om het nummer te bellen,
drukt u op .
Type
belsignaal
instellen
Selecteer de menukeuze
Type
belsignaal
(
5.3
).
Selecteer een optie:
Alleen lichtsignaal
•Melodie
Trillen
Trillen+melodie
Druk op de functietoets
Kies
.
Conformiteitsverklaring (R&TTE)
Voor het volgende product:
TRI BAND GPRS TELEFOON SGH-V200
(Product)
SGH-V200
(Type nummer)
Gefabriceerd door:
- Samsung Electronics, 94-1 Imsu-Dong, Gumi City, Kyung Buk,
Korea, 730-350
- Samsung Electronics Iberia, S.A., Pol. Ind. Riera de Caldes, Via
Augusta, n-10 08184 Palau de Plegamans, Barcelona, Spanje
(Naam fabriek, adres)
Safety : EN 60950:1992+A1+A3+A4+A11
EMC : EN 301-489-7:2000
SAR : EN 50361:2001
Network : EN 301 511V7.0.1
Wij verklaren hierbij dat [alle noodzakelijke radio tests zijn
uitgevoerd en dat] bovengenoemd product voldoet aan alle van
belang zijnde eisen van Richtlijn 1999/5/EC.
De conformiteits- goedkeuringsprocedure waarnaar in artikel 10
wordt verwezen en welke nader is uitgewerkt in bijlage [IV] van
Richtlijn 1999/5/EC is opgevolgd, waarbij de volgende officiële
organisatie(s) is (zijn) betrokken:
BABT, Claremont House, 34 Molesey Road, Walton-on-Thames,
KT12 4RQ, Groot-Brittannië - Identificatienummer: 168
De technische documentatie bevindt zich bij:
Samsung Electronics Euro QA Lab.
en is op verzoek op te vragen.
(Vertegenwoordiger in de EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbush Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
04/02/2003
IN-SEOP LEE / Manager
(plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van geautoriseerde medewerker)

Documenttranscriptie

* Het is mogelijk dat de informatie in deze gebruiksaanwijzing op sommige plaatsen afwijkt van uw telefoon, omdat deze soms afhangt van de geïnstalleerde software of uw internet provider. Drukfouten voorbehouden. ELECTRONICS Site Internet http://www.samsungmobile.com Printed in Korea Code No.: GH68-03605A Dutch. 03/2003. Rev. 1.0 TRI BAND GPRS telefoon SGH-V200 Inhoud Belangrijke veiligheidsinformatie................. 7 Uitpakken .................................................... 9 Uw telefoon................................................ 10 Onderdelen....................................................... 10 Display............................................................. 13 Standby-lampje................................................. 16 Aan de slag ................................................ 17 SIM-kaart installeren ......................................... 17 Batterij opladen................................................. 19 Telefoon aan- en uitzetten .................................. 21 Telefoneren................................................ 22 Zelf bellen ........................................................ Volume aanpassen............................................. Een oproep beantwoorden .................................. Gemiste oproepen bekijken................................. Snel naar de stille modus overschakelen ............... 22 24 25 26 28 Functies en opties selecteren ..................... 29 Voorbeeld: Displaytaal instellen ........................... 31 Telefoonlijst ............................................... 33 Naam en nummer vastleggen.............................. Opties telefoonlijst gebruiken .............................. Een nummer opzoeken in de telefoonlijst .............. Een belgroep wijzigen ....................................... Verkort kiezen................................................... Geheugenstatus controleren................................ 33 36 37 39 40 42 Tekst intoetsen .......................................... 43 Tekstinvoerstand wijzigen.................................. 44 T9 stand........................................................... 45 Stand voor het intoetsen van hoofdletters en kleine letters ................................................................. 47 Speciale tekens intoetsen ................................... 48 Stand voor cijfers .............................................. 48 3 Inhoud Inhoud Tijdens een gesprek beschikbare opties..... 49 Camera ...................................................... 83 Gesprek in de wacht zetten................................. Microfoon uitschakelen ....................................... Toetstonen in- en uitschakelen ............................ Een nummer opzoeken in de telefoonlijst .............. SMS diensten .................................................... Een tweede oproep beantwoorden (wisselgesprek). Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen)..... Foto maken+verzenden (Menu 4.1)....................... 83 Nieuwe foto (Menu 4.2) ........................................ 84 Foto’s (Menu 4.3) ................................................. 85 49 50 51 51 52 52 53 Menu’s gebruiken....................................... 55 Naar menufunctie bladeren ................................. 55 Naar menufunctie via de sneltoets ....................... 56 Overzicht menufuncties ...................................... 56 Geluid opties .............................................. 86 Beltoon (Menu 5.1)............................................... Belvolume (Menu 5.2) .......................................... Type belsignaal (Menu 5.3) ................................... Toetstoon (Menu 5.4) .......................................... Bericht signaal (Menu 5.5) .................................... Toon klepje (Menu 5.6)......................................... Toon bij in-/uitschakelen (Menu 5.7) ..................... Andere tonen (Menu 5.8) ...................................... 86 86 87 87 88 89 89 90 Tekstberichten ........................................... 62 Ontvangen (Menu 1.1).......................................... Verzonden (Menu 1.2) .......................................... Nieuw bericht (Menu 1.3)....................................... Standaardberichten (Menu 1.4) ............................. Instelling (Menu 1.5) ............................................ Mijn objecten (Menu 1.6) ...................................... Geheugenstatus (Menu 1.7) .................................. Voice Mail (Menu 1.8) ........................................... Info-berichten (Menu 1.9)..................................... 62 63 65 67 68 69 70 70 71 Afbeeldingberichten ................................... 73 Postvak IN (Menu 2.1).......................................... Postvak UIT (Menu 2.2) ........................................ Nieuw bericht (Menu 2.3)...................................... Alles verwijderen (Menu 2.4) ................................ Instellen (Menu 2.5) ............................................. Berichtprofiel (Menu 2.6) ...................................... 73 75 76 78 78 79 Oproepen lijst ............................................ 80 Gemist (Menu 3.1) ............................................... Ontvangen (Menu 3.2).......................................... Uitgaand (Menu 3.3)............................................. Alles wissen (Menu 3.4) ........................................ Gesprektellers (Menu 3.5)..................................... Kostentellers (Menu 3.6)...................................... 4 Telefoon opties .......................................... 91 Infrarood aan (Menu 6.1)...................................... 91 Gebruikersinstellingen (Menu 6.2) ......................... 92 Begroeting (Menu 6.3).......................................... 93 Eigen nummer (Menu 6.4) .................................... 93 Taalkeuze (Menu 6.5) ........................................... 94 Beveiliging (Menu 6.6).......................................... 94 LCD-scherm instellingen (Menu 6.7) ..................... 97 Extra instellingen (Menu 6.8) ................................ 99 Sneltoets (Menu 6.9) ........................................... 100 Reset instellingen (Menu 6.10) ............................. 100 Organizer ................................................. 101 Agenda (Menu 7.1).............................................. Actielijst (Menu 7.2) ............................................ Tijd en datum (Menu 7.3) .................................... Alarm (Menu 7.4) ................................................ Calculator (Menu 7.5) .......................................... Valutabeurs (Menu 7.6) ....................................... 101 103 106 107 108 109 80 80 81 81 81 82 5 Inhoud Netwerk diensten..................................... 110 Doorschakelen (Menu 8.1) ................................... Blokkeren (Menu 8.2) .......................................... Wisselgesprek (Menu 8.3).................................... Netwerk kiezen (Menu 8.4) .................................. Nr.weergave (Menu 8.5) ...................................... Gebr.groepen (Menu 8.6)..................................... Bandkeuze (Menu 8.7)......................................... 110 112 114 115 116 116 118 Amusement.............................................. 119 Spelletjes (Menu 9.1) .......................................... 119 WAP browser (Menu 9.2) ..................................... 119 Downloads (Menu 9.3)......................................... 119 Problemen oplossen................................. 121 Toegangscodes ........................................ 124 Wachtwoord telefoon ........................................ PIN................................................................. PUK ................................................................ PIN2 ............................................................... PUK2 .............................................................. 124 125 125 126 126 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid ................................................. 127 Blootstelling aan radiogolven (SAR informatie) Radiofrequenties ...................... Voorzorgen bij het gebruik van batterijen ............ Verkeersveiligheid ............................................ Gebruiksomgeving ............................................ Omgeving waar kans op explosies is ................... Telefoneren in geval van nood ............................ Overige belangrijke veiligheidsinformatie ............. Verzorging en Onderhoud .................................. 127 129 131 133 135 136 137 138 Verklarende woordenlijst ......................... 140 Index ....................................................... 144 6 Belangrijke veiligheidsinformatie Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u uw telefoon in gebruik neemt. Houdt u zich er niet aan, dan kan dit gevaar opleveren of kunt u de wet overtreden. Uitvoerige veiligheidsinformatie vindt u op pagina 127 onder “Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid”. Verkeersveiligheid voor alles Gebruik de telefoon nooit tijdens het rijden. Parkeer eerst de auto. Uitschakelen als u gaat tanken Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in de buurt van chemicaliën of brandstoffen. Uitschakelen in een vliegtuig Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische systemen veroorzaken. Daarom is gebruik hiervan in een vliegtuig verboden en gevaarlijk. Uitschakelen in een ziekenhuis Schakel uw telefoon uit als u zich in de nabijheid van medische apparatuur bevindt. Volg alle van kracht zijnde voorschriften op. Storingen De werking van elke mobiele telefoon kan nadelig worden beïnvloed door apparatuur die radiofrequenties uitzendt. 7 Belangrijke veiligheidsinformatie Uitpakken Speciale voorschriften Houd u aan speciale voorschriften en schakel uw telefoon uit op plaatsen waar het gebruik verboden is of gevaar of storingen kan opleveren (bijvoorbeeld in een ziekenhuis). In de doos vindt u de volgende onderdelen: Radiofrequenties Het ontwerp van deze telefoon voldoet aan de eisen van de Europese Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan radiofrequenties (RF). Om aan deze eisen te blijven voldoen, dient u uitsluitend door Samsung geleverde of goedgekeurde accessoires te gebruiken. Gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan ertoe leiden dat niet meer aan deze eisen wordt voldaan. Telefoon Batterijen Stand van de telefoon Adapter Gebruiksaanwijzing Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon is ingeschakeld. Accessoires en batterijen Oortelefoon Software cd-rom Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires en batterijen. Deskundige technische service Laat onderhoud altijd over aan gekwalificeerde technici. Datakabel Uw Samsung dealer kan de volgende accessoires leveren: • • • • • 8 Oortelefoon Eenvoudige hands-free kit Standaard/extra dunne batterijen Adapter voor sigarettenaansteker Holster 9 Uw telefoon Uw telefoon Toets Onderdelen Beschrijving In de menustand: door de menukeuzes of telefoonlijst bladeren. De volgende afbeeldingen tonen de belangrijkste onderdelen van uw telefoon. In de standby-stand: direct naar veel gebruikte menu-opties (zie pagina 100 voor meer informatie over sneltoetsen). Luidspreker In de menustand: terug naar vorig menuniveau of huidige menu selecteren. Display Bij het ingeven van tekst: voor het naar links of rechts verplaatsen van de cursor. Functietoets (rechts) Functietoets (links) Aansluiting oortelefoon Kiezen/ bevestigen menukeuze Volumetoetsen/ bladertoetsen Annuleren/ correctietoets Infraroodpoort In de standby-stand: direct naar veel gebruikte menu-opties (zie pagina 100 voor meer informatie over sneltoetsen). Navigatietoetsen Cameratoets WAP browser-toets Aan/uit/menu verlaten Alfanumerieke toetsen Microfoon Toetsen voor speciale functies Antenne (functietoetsen) Voert de functie uit die erboven is aangegeven (op de onderste regel van het display). In de standby-stand: direct toegang tot het menu Camera waarmee u de camera van de telefoon kunt gebruiken. In de standby-stand: direct starten van de WAP (Wireless Application Protocol) browser. Camera Wist tekens van het display. Extern display Standby-lampje 10 In de menustand: terug naar vorig menuniveau. 11 Uw telefoon Toets Uw telefoon Beschrijving (vervolg) Display Zelf bellen of oproep beantwoorden. Als u deze toets in de standby-stand ingedrukt houdt, kunt u het laatste nummer dat u heeft gebeld of waarvan u een oproep heeft ontvangen (opnieuw) bellen. Indeling display Het display bestaat uit drie gedeelten: Symbolen In de menustand: menufunctie kiezen of ingevoerde informatie (zoals een naam) in het telefoon- of SIM-geheugen opslaan. Tekst en afbeeldingen Gesprek beëindigen. Ingedrukt houden om telefoon in- of uit te schakelen. In de menustand: uw ingave annuleren en terug naar de standby-stand. Wanneer u deze toets in de standbystand ingedrukt houdt, krijgt u direct toegang tot uw voice mail. Cijfers, letters en een aantal speciale tekens invoeren. Speciale tekens invoeren. Uitvoeren van diverse functies. Menu Gedeelte Namen Omschrijving functietoetsen Beschrijving Bovenste regel Toont diverse symbolen (zie pagina 14). Middengedeelte Hier worden meldingen, instructies en ingevoerde informatie (bijvoorbeeld telefoonnummer) weergegeven. Onderste regel Toont de functies die op dat moment aan de twee functietoetsen zijn toegewezen. (zijkant van de telefoon) Tijdens een gesprek: volume van luidspreker aanpassen. In de standby-stand: toetsvolume aanpassen. In de menustand: door de menukeuzes of telefoonlijst bladeren. 12 13 Uw telefoon Symbolen Symbool Uw telefoon Symbool Beschrijving (vervolg) Beschrijving Verschijnt als de Stille modus aan staat. Sterkte ontvangstsignaal. Hoe meer staafjes, hoe sterker het signaal. Verschijnt tijdens een gesprek. Verschijnt wanneer u verbinding met het GPRS netwerk maakt. Verschijnt wanneer de stille modus is ingeschakeld of wanneer de menukeuze Type belsignaal (Menu 5.3) op Trillen is ingesteld. Voor meer informatie, zie pagina 87. Wordt getoond wanneer een nieuw tekstbericht is ontvangen. Wordt getoond wanneer een nieuw voice mailbericht is ontvangen. Verschijnt tijdens het invoeren van tekst om aan te geven wat de huidige tekstinvoerstand is. Verschijnt als u het alarm instelt. Verschijnt als u buiten het bereik van uw eigen netwerk bent en bij een ander netwerk bent aangemeld (b.v. in het buitenland). Verlichting De achtergrond van het display en het toetsenbord zijn verlicht. Wanneer u op een willekeurige toets drukt of het klepje opent, gaat de verlichting een bepaalde tijd aan. De duur is afhankelijk van de instelling bij de menu-optie Verlichting (Menu 6.7.2) in het menu Telefoon opties. Daarna wordt de verlichting gedimd en na een minuut uitgeschakeld. Om in te stellen hoe lang de verlichting aan moet blijven, gaat u naar de menukeuze Verlichting (Menu 6.7.2). Meer informatie hierover vindt u op pagina 97. Via de menukeuze Verlichting autom. (Menu 6.7.3) kunt u instellen dat de verlichting op een bepaald tijdstip aan en weer uit gaat. Zie pagina 97 voor meer informatie. Toont de batterijstatus. Hoe meer staafjes, hoe voller de batterij. Verschijnt wanneer de infraroodpoort geactiveerd is. Voor meer informatie, zie pagina 91. 14 15 Uw telefoon Aan de slag SIM-kaart installeren Extern display Uw telefoon is voorzien van een extra display aan de buitenkant van het klepje. Hierop ziet u of er een inkomend gesprek of bericht is. Ook als een door u ingesteld alarm afgaat, wordt dat hier aangegeven. Standby-lampje Onder het externe display op het klepje van de telefoon bevindt zich het standby-lampje. Het knippert als de telefoon gebruiksklaar is en verbinding heeft met het netwerk. U kunt het lampje in- en uitschakelen met de optie Standby-lampje (Menu 6.7.4). Zie pagina 98 voor meer bijzonderheden. Als u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart. Die bevat een geheugen waarin uw abonnementsgegevens (PIN, aanvullende diensten e.d.) zijn opgeslagen. Belangrijk! De SIM-kaart is zeer gevoelig voor beschadiging of verbuiging (dit geldt met name voor de contacten). Behandel de SIM dus zeer voorzichtig als u hem plaatst of verwijdert. Houd een SIM-kaart buiten het bereik van kinderen. 1. Zet zo nodig de telefoon uit door de toets ingedrukt te houden tot het slotfilmpje start. 2. Haal de batterij uit de telefoon. Zo gaat u te werk: ➀ Houd het nokje aan de achterkant van de telefoon boven de batterij ingedrukt. ➁ Schuif de batterij van de telefoon, zoals afgebeeld. Standby-lampje 16 17 Aan de slag 3. Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder, zodat de houder de kaart in de juiste stand vastzet. Zorg ervoor dat het gedeelte met het hoekje rechts bovenaan zit en dat de gouden contactpunten van de SIM-kaart naar de telefoon gericht zijn. Aan de slag 5. Schuif de batterij omhoog in de richting van de grendel tot hij vast klikt. Controleer voordat u de telefoon aanzet of de batterij goed vast zit. Batterij opladen Opmerking: Als u de SIM-kaart moet verwijderen, schuift u het in de aangegeven richting en haalt u hem uit de houder. Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ion-batterij. Bij uw telefoon wordt een adapter geleverd. Gebruik alleen goedgekeurde batterijen en opladers. Uw SAMSUNG dealer kan u hierover meer informatie geven. U kunt de telefoon tijdens het opladen van de batterij blijven gebruiken. Opmerking: Laad de batterij volledig op voordat u de telefoon de eerste keer gebruikt. Een geheel ontladen batterij wordt in ongeveer 200 minuten volledig opgeladen. 4. Plaats de batterij terug. Zorg ervoor dat de nokjes in de batterij in de uitsparingen in de telefoon vallen. 18 1. Nadat de batterij in de telefoon is geplaatst, sluit u het snoertje van de adapter aan op de onderzijde van de telefoon. 19 Aan de slag Aan de slag 2. Doe de adapter in een normaal stopcontact. 3. Na het opladen haalt u de adapter uit het stopcontact en maakt u de adapter los van de telefoon, door de grijze knopjes aan de zijkant van de connector in te drukken en de connector uit de telefoon te trekken. Telefoon aan- en uitzetten 1. Open het klepje. 2. Houd de toets aan is. ingedrukt tot de telefoon 3. Als het toestel om een wachtwoord vraagt, geeft u dat in en drukt u op de functietoets OK. Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld op 00000000. Zie pagina 124 voor meer bijzonderheden. 4. Als gevraagd wordt om uw PIN-code, geeft u deze in en drukt u op de functietoets OK. Zie pagina 125 voor meer bijzonderheden. Opmerking: Als de telefoon wordt opgeladen, kunt u de batterij pas verwijderen nadat u de telefoon van de adapter hebt losgekoppeld. Hiermee voorkomt u dat de telefoon beschadigt. Indicatie batterij bijna leeg Als de batterij bijna leeg is en u nog maar enkele minuten kunt bellen, hoort u een waarschuwingstoon en verschijnt regelmatig de melding: **Waarschuwing ** Batterij is bijna leeg Menu Namen Als de batterij te zwak is om de telefoon nog te kunnen gebruiken, schakelt het toestel zich automatisch uit. 20 De telefoon zoekt uw netwerk en zodra hij dit heeft gevonden, verschijnt het standby-scherm, zoals hieronder aangegeven. Nu kunt u zelf bellen of oproepen beantwoorden. NETWERK 05:17 ZA 02 OKT 05:17 ZA/02 Menu Namen Opmerking: De displaytaal is standaard ingesteld op Nederlands. U kunt de taal aanpassen met de optie Taalkeuze (Menu 6.5); zie pagina 94 voor meer bijzonderheden. 5. Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de toets ingedrukt tot het slotfilmpje wordt getoond. 21 Telefoneren Telefoneren Zelf bellen Gesprek beëindigen Als de telefoon standby staat, toetst u het netnummer en telefoonnummer in en drukt u op de toets . Als u uw gesprek wilt beëindigen, drukt u kort op de toets . Opmerking: Als u de optie Nr. herhalen in het menu Extra instellingen (Menu 6.8) aan heeft gezet, wordt het nummer automatisch maximaal 10 maal opnieuw gedraaid wanneer de persoon die u wilt bellen uw oproep niet beantwoordt of in gesprek is. Meer informatie over deze optie vindt u op pagina 99. Laatste nummer herhalen Internationaal bellen 1. Houd de toets ingedrukt. Het + teken verschijnt in het display. 2. Geef nu het landnummer in, dan het netnummer en het abonneenummer. Druk daarna op . De telefoon slaat de nummers op van uitgaande gesprekken en van inkomende en gemiste oproepen waarvan de beller bekend is. Voor meer informatie, zie “Oproepen lijst” zie pagina 80. Om een van deze nummers te bellen, doet u het volgende: 1. Maak eventueel het display leeg, door de toets gedurende ruim een seconde ingedrukt te houden. 2. Druk op de toets om naar de lijst met laatstgekozen nummers te gaan. 3. Gebruik de toetsen en om door deze lijst te bladeren tot u bij het gewenste nummer bent. Nummer corrigeren U wilt wissen... 4. Dan doet u het volgende… Laatste cijfer op het display Druk op de toets Ander cijfer van het nummer Druk op of totdat de cursor rechts naast het cijfer staat dat u wilt wissen. Druk op de toets . U kunt ook een ontbrekend cijfer invoeren door op de betreffende toets te drukken. Alle cijfers Houd de toets ruim 1 seconde ingedrukt. 22 . Om... Dan doet u het volgende… Het gemarkeerde Druk op de toets nummer te draaien Het gemarkeerde nummer te wijzigen . Druk op de functietoets Wijzig, kies de optie Bewerken en wijzigt u het nummer (zie “Nummer corrigeren” zie pagina 22 voor meer informatie). 23 Telefoneren Telefoneren Een nummer kiezen uit de telefoonlijst Een oproep beantwoorden Nummers die u regelmatig belt, kunt u in het geheugen van de SIM-kaart of van de telefoon opslaan. Deze twee geheugens worden tezamen aangeduid als Telefoonlijst. In dat geval hoeft u alleen maar de naam te selecteren om het bijbehorende nummer te laten kiezen. Zie pagina 33 voor meer informatie over de telefoonlijst. Als iemand u belt, gaat uw telefoon over en knippert het telefoonsymbool midden op het display. Volume aanpassen nnnnnnnn nnnnnnn Opnemen Weiger Tijdens een gesprek kunt u het volume van de luidspreker aanpassen door op de volumetoetsen aan de linkerzijkant van de telefoon te drukken. Als de beller wordt herkend, verschijnt zijn telefoonnummer (of zijn naam als die in uw telefoonlijst is opgeslagen). Druk op om het volume te verhogen of op het te verlagen. 1. Open, indien nodig, het klepje. Druk op de toets of de functietoets Opnemen om een binnenkomend gesprek te beantwoorden. Als de menu-optie Elke toets antw. in menu Extra instellingen (Menu 6.8) is ingeschakeld, kunt u een gesprek aannemen door op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de toets en de functietoets Weiger (zie pagina 99). Als Klepje actief in menu Extra instellingen (Menu 6.8) is geselecteerd, kunt u een oproep ook beantwoorden door het klepje te openen (zie pagina 99). In de standby-stand met het klepje open kunt u met deze toetsen het toetsvolume aanpassen. 24 om Opmerking: Om een inkomende oproep te weigeren, kunt u ook de volumetoetsen aan de linkerzijkant van de telefoon ingedrukt houden voordat u het klepje opent. 2. U kunt een gesprek of oproep beëindigen door het klepje te sluiten of door op te drukken. Opmerking: U kunt de telefoon ook opnemen terwijl u menufuncties of de telefoonlijst gebruikt. 25 Telefoneren Telefoneren Gemiste oproepen bekijken Nummer gemiste oproep wijzigen Als u om wat voor reden dan ook een oproep niet kunt of wilt beantwoorden, kunt u zien wie u geprobeerd heeft te bellen (als uw provider deze dienst levert). Desgewenst kunt u deze persoon dan terugbellen. Na een niet beantwoorde oproep verschijnt in de standby-stand het aantal gemiste oproepen op het display. Opmerking: Als het nummer van de gemiste oproep niet beschikbaar is, verschijnt de optie Bewerken niet. 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk indien nodig op de toets optie Bewerken te kiezen. of 3. Druk op de functietoets Kies. Zo kunt u gemiste oproepen direct bekijken: 4. Voer de gewenste wijzigingen in. 1. Open, indien nodig, het klepje. 5. U wilt... 2. Druk op de functietoets Kies. 3. U wilt... Druk op de… Het nummer bellen Toets Is het bij de laatste gemiste oproep behorende telefoonnummer beschikbaar, dan wordt dit getoond. om de Het nummer opslaan . Functietoets Opslaan en geef daarna de naam en locatie in (zie pagina 33 voor meer informatie). Druk op de… Door de gemiste oproepen bladeren Toets of . Getoonde nummer bellen Toets . Nummer van gemiste oproep wissen of wijzigen Functietoets Kies (zie hieronder). Gemiste oproep wissen 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk indien nodig op de toets optie Wissen te kiezen. of om de 3. Druk op de functietoets Kies. U kunt op elk gewenst moment op de toets drukken om deze menu-keuze te verlaten. Opmerking: Door de optie Gemist (Menu 3.1) te kiezen, kunt u op ieder willekeurig moment naar het overzicht met gemiste oproepen. Zie pagina 80 voor meer informatie. 26 27 Telefoneren Snel naar de stille modus overschakelen De stille modus is handig wanneer u op een plaats bent waar het overgaan van uw telefoon storend zou werken, bijvoorbeeld tijdens een kerkdienst of een concert. In de standby-stand kunt u de telefoon snel in de stille modus zetten, door de toets ingedrukt te houden tot de melding “Stille modus” wordt getoond en het symbool van de trilfunctie ( ) wordt weergegeven. In de stille modus worden de geluidsinstellingen van uw telefoon als volgt gewijzigd. Optie Functies en opties selecteren Uw telefoon heeft een aantal functies waarmee u het toestel aan uw voorkeuren kunt aanpassen. Deze functies bevinden zich in menu’s en submenu’s, die u kunt selecteren met de twee functietoetsen en . In elk menu en submenu kunt u de instellingen van een bepaalde functie bekijken en eventueel veranderen. Onder in het display ziet u direct boven de toets welke functie de functietoets op dat moment vervult. Voorbeeld: Nieuwe instelling Type belsignaal (Menu 5.3) Trillen Toetstoon (Menu 5.4) UIT SMS toon (Menu 5.5.1) Alleen lampje U kunt de stille modus uitschakelen en terug naar de vorige geluidsinstellingen, door de toets ingedrukt te houden totdat “Stille modus UIT” verschijnt. Het symbool van de trilfunctie ( ) is niet langer zichtbaar. NETWERK 05:17 ZA 02 OKT Menu Met de linker functietoets gaat u naar het hoofdmenu. 28 Namen Met de rechter functietoets gaat u naar de telefoonlijst. 29 Functies en opties selecteren Functies en opties selecteren Voorbeeld: Displaytaal instellen Via de volgende stappen krijgt u een overzicht van de beschikbare functies/opties en kunt u er een kiezen. 1. In de standby-stand drukt u op de functietoets Menu om in het menu te komen. NETWERK 05:17 ZA 20 OKT 1. Druk op de desbetreffende functietoets. 2. U wilt... Druk op de… Selecteren: • De getoonde functie of • De gemarkeerde optie Functietoets Kies of de toets . De volgende functie zien of de volgende optie markeren Toets of links op de telefoon. Naar de vorige functie of lijst Toets of links op de telefoon. Een niveau hoger in de menustructuur Toets , functietoets toets . Dit menu verlaten zonder instellingen aan te passen Menu Toets 2. Druk op de toets of om door de menu’s te bladeren tot u bij menu Telefoon opties bent. Geluid opties of . Bij sommige functies wordt om een wachtwoord of PIN-code gevraagd. Voer de juiste code in en druk op de functietoets OK. Organizer Kies 6 3. Druk op de functietoets Kies of de toets het menu Telefoon opties te openen. om Telefoon opties Infrarood aan Gebruikersin... Begroeting Eigen nummer Taalkeuze Beveiliging Kies 30 Namen Als de naam van een geselecteerde optie niet op de regel past, loopt deze automatisch van rechts naar links. 6.1 31 Functies en opties selecteren Telefoonlijst 4. Druk op de toets of Taalkeuze te gaan. om naar het submenu Telefoon opties Infrarood aan Gebruikersin... Begroeting Eigen Geeft de huidige instelling aan Nederlands Naam en nummer vastleggen Taalkeuze Beveiliging Kies 5. Druk op de functietoets Kies of de toets voor een overzicht van de beschikbare talen. De huidige taal wordt gemarkeerd weergegeven. Taalkeuze Español Nederlands Português Suomi Een nummer vastleggen in de standbystand 1. Voer het nummer in dat u wilt opslaan. 6.5.6 6. Druk op toets of taal te markeren. om de door u gewenste 7. Druk op de functietoets Kies of de toets uw keuze te bevestigen. 8. Druk twee keer op de toets menu te verlaten. 32 U kunt een nummer op twee manieren vastleggen: • In de standby-stand met de functietoets Opslaan • In het menu Telefoonlijst via de optie Nieuw contact Zodra u een nummer begint in te voeren, verschijnt boven de linker functietoets Opslaan. Daarmee kunt u het ingevoerde nummer in de telefoonlijst opslaan. Huidige taal Svenska Dansk Kies U kunt telefoonnummers en de bijbehorende namen in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan. Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon ruimte aan 500 nummers en namen. Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één geheel, de telefoonlijst. of om Opmerking: Als u tijdens het invoeren van een nummer een fout maakt, kunt u deze met de toets corrigeren. Zie pagina 22 voor meer bijzonderheden. 2. Druk op de functietoets Opslaan als u zeker weet dat het nummer correct is. om het 33 Telefoonlijst Telefoonlijst 3. Selecteer het symbool van de categorie waar het nummer dat u wilt opslaan toe behoort. U heeft de beschikking over drie categorieën: Mobiel Kantoor Privénummer Druk op de toets of en daarna op de functietoets Kies om de gewenste categorie te selecteren. 4. Geef de naam in en druk op de functietoets OK. Het aantal posities dat voor ingave van de naam beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart. Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 43. 5. Selecteer het geheugen waarin het nummer moet worden opgeslagen (In toestel of Op SIM) en druk op de functietoets Kies. Opmerking: Wanneer u van telefoon wisselt, blijft de informatie die op uw SIMkaart is opgeslagen beschikbaar op uw nieuwe telefoon. Informatie die in het toestel zelf is opgeslagen, is dan niet meer beschikbaar en zal eventueel opnieuw moeten worden ingegeven. 6. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde naam op een andere dan de voorgestelde positie wilt opslaan, druk dan op de toets en geef daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u de informatie wilt opslaan. 7. Druk op OK om het nummer en de naam op te slaan. Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de telefoon de zojuist opgeslagen naam. 8. U wilt... 34 Een nummer in de telefoonlijst opslaan 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Nieuw contact en druk op de functietoets Kies om uw keuze te bevestigen. 3. Selecteer het symbool van de categorie waar het nummer dat u wilt opslaan toe behoort. Opmerking: Hierbij is ook het symbool voor e-mail ( ) beschikbaar. Hier kunt u in plaats van een telefoonnummer een e-mailadres opslaan. 4. Selecteer het geheugen waarin het nummer moet worden opgeslagen (In toestel of Op SIM) en druk op de functietoets Kies. 5. Geef de naam in en druk op de functietoets OK. Het aantal posities dat voor ingave van de naam beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart. Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 43. 6. Geef het nummer of e-mailadres in en druk op de functietoets Opslaan. 7. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde naam op een andere dan de voorgestelde positie wilt opslaan, druk dan op de toets en geef daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u de informatie wilt opslaan. 8. Druk op OK om het nummer en de naam op te slaan. Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de telefoon de zojuist opgeslagen naam. Druk op de… Invoeropties gebruiken Functietoets Opties. Teruggaan naar de standby-stand Toets . 35 Telefoonlijst Telefoonlijst 9. U wilt... Druk op de… Invoeropties gebruiken Functietoets Opties. Teruggaan naar de standby-stand Toets . Opties telefoonlijst gebruiken De telefoonlijst beschikt over een aantal opties, die u kunt openen door op de functietoets Opties te drukken. Wissen: hiermee kunt u een nummer en een naam uit de telefoonlijst verwijderen. De telefoon vraagt eerst om een bevestiging. Druk op de functietoets Ja. Kopiëren: hiermee kunt u het nummer naar een andere geheugenlocatie kopiëren. Gebruik deze optie om een nummer op te slaan dat veel lijkt op een reeds opgeslagen nummer. Selecteer de locatie voor het nieuwe nummer. Zodra het nummer gekopieerd is, kunt u de naam en het nummer wijzigen. Gemarkeerde optie Op de functietoets Kies of de selecteren toets . Belgroep: hiermee kunt u de contactpersoon aan een belgroep toewijzen. Wanneer u door iemand die tot die groep behoort wordt gebeld, kunt u dat aan bijvoorbeeld het belsignaal horen. Selecteer een van de tien beschikbare groepen. Andere optie selecteren Kies de optie Geen groep als u het nummer niet (langer) aan een groep toe wilt wijzen. U wilt... Druk… Enkele keren op of de gewenste optie gemarkeerd wordt weergegeven. tot De volgende opties zijn beschikbaar: Invoegen: hiermee kunt u een telefoonnummer uit de telefoonlijst in de stand voor normaal bellen plakken. Gebruik deze optie als u een nummer wilt bellen dat deels identiek is aan het nummer in de telefoonlijst, bijvoorbeeld een intern nummer binnen hetzelfde bedrijf. Gebruik de toets als u het nummer wilt aanpassen (zie pagina 22 voor meer informatie). Druk op als u het nummer wilt bellen. Wijzigen: hiermee kunt u de gegevens van de contactpersoon in uw telefoonlijst wijzigen. Selecteer Eén ingave als u een nummer van de geselecteerde contactpersoon wilt wijzigen. Als u de naam wijzigt, wordt het nummer apart opgeslagen. Selecteer Alle ingaven wanneer u de naam wilt wijzigen. 36 Zie pagina 39 voor meer informatie over de instellingen voor belgroepen. Nieuwe categorie: hiermee kunt u van de op dat moment geselecteerde contactpersoon een nieuw nummer aan een bepaalde categorie (mobiel, kantoor, privénummer of e-mail) toevoegen. Een contactpersoon in de telefoonlijst kan een naam en maximaal 4 nummers bevatten (één nummer per categorie). Een nummer opzoeken in de telefoonlijst Nadat u telefoonnummers in de telefoonlijst heeft opgeslagen, kunt u deze op twee manieren opzieken: • Op naam • Op belgroep Een nummer op naam opzoeken 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 37 Telefoonlijst Telefoonlijst 2. Als Zoek gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Kies. De telefoon vraagt u nu om een naam op te geven. 3. Geef de beginletter(s) in van de naam die u zoekt. U ziet nu de namen in de telefoonlijst, beginnend met de eerste die aan de ingevoerde beginletters voldoet. Die naam is bovendien gemarkeerd. 4. U wilt... Druk… De gemarkeerde naam bekijken Op de functietoets Kies. Naar een andere naam Enkele keren op of tot de gewenste optie gemarkeerd wordt weergegeven. Naam opzoeken beginnend met een andere letter Op de toets om de reeds ingegeven letters te verwijderen en vervolgens op de toets met de gewenste letter. 5. Als u de gewenste naam heeft gevonden, drukt u op de toets om het nummer te bellen of op de functietoets Opties om de gegevens die bij deze naam horen te bekijken. Voor meer informatie, zie pagina 36. Een nummer op belgroep opzoeken 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Groep zoeken en druk op de functietoets Kies. 38 3. Blader met de toets of naar de gewenste groep en druk op de functietoets Kies. U ziet nu een overzicht van de contactpersonen die tot die groep behoren. 4. U wilt... Druk… De gemarkeerde naam bekijken Op de functietoets Kies. Naar een andere naam Enkele keren op of tot de gewenste naam gemarkeerd wordt weergegeven. 5. Als u de gewenste naam heeft gevonden, drukt u op de toets om het nummer te bellen of op de functietoets Opties om de gegevens die bij deze naam horen te bekijken. Voor meer informatie, zie pagina 36. Een belgroep wijzigen 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Groep wijzigen en druk op de functietoets Kies. 3. Geef de beginletter(s) in van de naam van de groep die u zoekt of blader met de toets of door de lijst naar de gewenste groep. 4. Als de door u gewenste groep gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Opties. 39 Telefoonlijst 5. Selecteer de gewenste optie(s) en wijzig waar nodig de instellingen. De volgende opties zijn beschikbaar: Beltoon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die moet worden gebruikt als u gebeld wordt door een persoon uit de groep. SMS-toon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die moet worden gebruikt als u een tekstbericht ontvangt van een persoon uit de groep. Pictogram: hiermee kunt u een pictogram kiezen dat verschijnt als u wordt gebeld door een persoon uit de groep. Groepsnaam: hiermee kunt u een naam aan de groep toekennen of de naam wijzigen. Op pagina 43 vindt u meer informatie over het intoetsen van tekst. 6. Als u klaar bent, drukt u op de toets of . Verkort kiezen Zodra u de nummers in de telefoonlijst hebt opgeslagen, kunt u deze gemakkelijk bellen. Nummers voor verkort kiezen toekennen 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Kiezen en druk op de functietoets Kies. Telefoonlijst 3. Selecteer de toets die u voor het verkort kiezen wilt gebruiken (de toetsen t/m ) en druk op de functietoets OK. Opmerking: Als aan de betreffende toets al een nummer is toegekend, wordt de functietoets OK vervangen door de functietoets Opties. Ga naar stap 6. 4. Kies de gewenste contactpersoon uit de lijst en druk op de functietoets Kies. 5. Zijn er meer nummers, druk dan op de toets of om het gewenste nummer te selecteren en druk op de functietoets Kies. 6. Nadat u aan de betreffende toets een nummer hebt toegewezen, kunt u door op de functietoets Opties te drukken uit de volgende opties kiezen: Wijzigen: hiermee kunt u aan de toets een ander nummer toekennen. Wissen: het nummer wordt gewist, zodat geen nummer meer aan de toets is toegewezen. Alles wissen: alle nummers worden gewist. Aan geen enkele toets is dan meer een nummer toegewezen. Nummer: hiermee kunt u zien welk nummer aan de toets is toegewezen. 7. Als alle instellingen naar wens zijn, drukt u op de toets of . Verkort kiezen via de telefoonlijst Om de nummers te bellen die aan de toetsen t/m zijn toegewezen, houd u de betreffende toets ingedrukt. Opmerking: Geheugenplaats 1 is gereserveerd voor het telefoonnummer van uw Voice Mail server. 40 41 Telefoonlijst Tekst intoetsen Geheugenstatus controleren U kunt nagaan hoeveel namen en nummers er in de telefoonlijst (het geheugen op de SIM-kaart en van de telefoon) zijn opgeslagen. U kunt ook zien wat het totaal aantal locaties is. 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Kies de optie Geheugenstatus. 3. Druk op de toets of om na te gaan hoeveel contactpersonen er op de SIM-kaart en in het telefoongeheugen zijn opgeslagen en wat de totale capaciteit van het betreffende geheugen is. Tijdens gebruik van uw telefoon zult u merken dat u regelmatig tekst in moet toetsen, bijvoorbeeld voor het opslaan van namen in de telefoonlijst, het intoetsen van de begroeting of het noteren van afspraken in uw agenda. Daarom kunt u met de toetsen van de telefoon ook letters en andere tekens ingeven. Uw telefoon beschikt over de volgende tekstinvoerstanden: • T9 stand In deze stand kunt u door slechts één toets per letter in te drukken woorden ingeven. Aan iedere toets op het toetsenbord zijn verschillende letters toegewezen. Als u één keer op de toets drukt, verschijnt de letter J, K of L. In de T9 stand worden de tekens die u intoetst, automatisch vergeleken met een ingebouwd linguïstisch woordenboek en wordt het meest waarschijnlijke woord automatisch aangevuld, zodat u vaak minder toetsaanslagen nodig hebt dan bij gebruik van de normale standen voor hoofdletter en kleine letters. • Standen voor hoofdletters en kleine letters Hiermee kunt u hoofdletters of kleine letters intoetsen door de toets waarop de gewenste letter staat aangegeven één, twee, drie of vier keer in te drukken tot de gewenste letter wordt getoond. • Speciale tekens intoetsen In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen, bijvoorbeeld leestekens. • Cijfers In deze stand kunt u cijfers intoetsen. 42 43 Tekst intoetsen Tekst intoetsen Tekstinvoerstand wijzigen T9 stand Wanneer u in een scherm staat waarin u letters wilt intoetsen, ziet u in het display de tekstinvoerstand. Voorbeeld: Aanmaken tekstbericht Indicatie tekstinvoerstand Met de voorspellende T9 tekstinvoerstand kunt u tekens intoetsen met een enkele toetsdruk. Deze invoerstand werkt met een ingebouwd woordenboek. 1. Zorg ervoor dat de tekstinvoerstand T9 aan staat en begin met de toetsen t/m het woord in te toetsen. Voor iedere letter hoeft u de toets maar één keer aan te slaan. Voorbeeld: Om in de T9 stand Hallo in te geven, drukt u op Opties , , , en . Het woord dat u ingeeft verschijnt in het display. Het kan bij iedere nieuwe toetsaanslag veranderen. 918 2. Voordat u letters kunt wijzigen of wissen, moet u het hele woord intoetsen. Gewenste stand... 3. Is het woord juist, ga dan verder met het volgende woord. Druk op de functietoets tot... T9 stand wordt getoond. Zie pagina 45. Hoofdletters A wordt getoond. Zie pagina 47. Kleine letters a wordt getoond. Zie pagina 47. Cijfers 1 wordt getoond. Zie pagina 48. Speciale tekens intoetsen wordt getoond. Zie pagina 48. 44 Is het woord niet juist, druk dan op de toets , of om alternatieve woorden weer te geven die overeenstemmen met de toetsaanslagen. Voorbeeld: Zowel of en me worden gemaakt met de toetsen , . De telefoon toont het meest gebruikte woord eerst. 4. Om een spatie in te voegen, drukt u op de toets . 45 Tekst intoetsen Tekst intoetsen Stand voor het intoetsen van hoofdletters en kleine letters • Voor een punt, streepje of apostrof, drukt u op de toets . De T9 stand maakt gebruik van grammaticaregels om ervoor te zorgen dat het juiste leesteken wordt gekozen. Voorbeeld: wordt twee keer gebruikt om twee leestekens te tonen. • Om in de T9 stand om te schakelen van hoofdletters naar kleine letters of vice versa gebruikt u de toets . U kunt kiezen uit: Kleine letters Hoofdletters • U kunt de cursor ook verplaatsen met de toetsen en . Door op de toets te drukken, kunt u letters wissen. Om alle letters te wissen houdt u de toets even ingedrukt. Met de toetsen - geeft u uw tekst in. 1. Druk op de toets met de letter die u wilt ingeven: - Eén keer voor de eerste letter - Twee keer voor de tweede letter - Enz. 2. Geef de resterende letters op dezelfde wijze in. Opmerking: Als u op een andere toets drukt, schuift de cursor een positie naar rechts. Als u twee keer dezelfde letter wilt ingeven (of een andere letter van dezelfde toets), wacht dan enkele seconden. De cursor gaat dan automatisch een positie verder. Zie onderstaande tabel voor meer informatie over de tekens die met de toetsen kunnen worden ingegeven. Toets Tekens in de weergegeven volgorde Hoofdletters 1 Kleine letters Spatie 2 3 4 5 6 7 8 9 0 46 47 Tekst intoetsen • Voor het invoegen van een spatie drukt u op de toets . • U kunt de cursor ook verplaatsen met de toetsen en . Om letters te wissen, drukt u op de toets . Houd de toets even ingedrukt om alle letters te wissen. Speciale tekens intoetsen Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en symbolen in een tekstbericht invoegen. OK 918 Met de navigatietoetsen gaat u naar het gewenste teken of symbool. Vervolgens drukt u op de functietoets OK om dit in uw bericht in te voegen. Stand voor cijfers In deze stand kunt u cijfers in een tekstbericht opnemen (bijvoorbeeld een telefoonnummer). Druk op de betreffende cijfertoets en kies vervolgens weer de gewenste tekstinvoerstand. 48 Tijdens een gesprek beschikbare opties Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook tijdens een gesprek kunt gebruiken. Gesprek in de wacht zetten U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt, kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u tussen beide gesprekken heen en weer schakelen. Druk op de functietoets Wacht als u een gesprek in de wacht wilt zetten. Zodra u weer terug wilt gaan naar dat gesprek, drukt u op de functietoets Haal op. Op de volgende wijze kunt u, terwijl u al met iemand in gesprek bent, een tweede persoon bellen: 1. Geef het telefoonnummer in van degene die u wilt bellen of zoek dit op in de telefoonlijst. 2. Druk op de toets om dit nummer te bellen. Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de wacht gezet. Of: 1. Druk op de functietoets Wacht om het huidige gesprek in de wacht te zetten. 2. Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de persoon die u tegelijkertijd wilt spreken. Druk op de functietoets Wissel om tussen beide gesprekken te switchen. Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en het in de wacht gezette gesprek wordt weer opgehaald, zodat u het gesprek met die persoon kunt voortzetten. Bij elk van de gesprekken drukt u op de toets als u dat gesprek wilt beëindigen. 49 Tijdens een gesprek beschikbare opties Tijdens een gesprek beschikbare opties Microfoon uitschakelen Toetstonen in- en uitschakelen U kunt de microfoon tijdelijk uitschakelen, zodat de persoon aan de andere kant van de lijn u niet kan horen. Met deze opties bepaalt u of u bij het indrukken van toetsen een toontje hoort. Als de optie DTMF uit is gekozen, maakt uw telefoon geen geluid wanneer een toets wordt ingedrukt. Op die manier hoort u geen storende piepjes wanneer u tijdens een gesprek toetsen indrukt. Voorbeeld: U wilt even iets zeggen tegen iemand die bij u in de ruimte zit, zonder dat de persoon met wie u aan het telefoneren bent dat kan horen. Zo zet u de microfoon tijdelijk uit: 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk indien nodig op de toets Micr. uit te markeren. Opmerking: Als u verbinding maakt met antwoordapparaten of computergestuurde telefoonsystemen moet u de optie DTMF aan selecteren. om de optie Een nummer opzoeken in de telefoonlijst 3. Druk op de functietoets OK. De persoon aan de andere kant van de lijn kan u nu niet meer horen. Zo zet u de microfoon weer aan: U kunt tijdens een gesprek een nummer in de telefoonlijst opzoeken. 1. Druk op de functietoets Opties. 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk indien nodig op de toets Micr. aan te markeren. om de optie 3. Druk op de functietoets OK. Nu kan de persoon met wie u verbonden bent u weer horen. 2. Druk op de toets te selecteren. om de optie Telefoonlijst 3. Druk op de functietoets OK. U ziet nu een overzicht van de telefoonlijst, gesorteerd op alfabetische volgorde. 4. U kunt nu door de lijst bladeren of de eerste letters van de naam die u zoekt ingeven. U gaat dan direct naar de eerste naam die overeenstemt met de door u ingetoetste beginletters. Deze naam is gemarkeerd. 5. Druk op de functietoets Kies om de gemarkeerde naam te bekijken. Zie pagina 33 voor meer informatie over de telefoonlijst. 50 51 Tijdens een gesprek beschikbare opties SMS diensten Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen) Als tijdens een gesprek een SMS-bericht (Short Message Service) binnenkomt, knippert op het display het berichtsymbool ( ). Door Berichten te kiezen, kunt u berichten lezen of schrijven. Meer informatie over SMS-berichten vindt u op pagina 62. Een tweede oproep beantwoorden (wisselgesprek) Als uw provider deze dienst levert en als u Wisselgesprek (Menu 8.3) op Aanzetten hebt ingesteld (zie pagina 114), kunt u tijdens een gesprek een tweede binnenkomend gesprek beantwoorden. U hoort dat er een gesprek binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor een wachtend gesprek. U kunt een tweede gesprek op de volgende manier aannemen: 1. Druk op de toets om het tweede gesprek aan te nemen. Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de wacht gezet. 2. Druk op de functietoets Wissel om tussen beide gesprekken te switchen. Als u een in de wacht gezet gesprek wilt beëindigen, drukt u op de functietoets Opties en kiest u daarna de optie Stop wacht. 3. Druk op de toets wilt beëindigen. 52 Tijdens een gesprek beschikbare opties als u het huidige gesprek “Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen genoemd) is een dienst die door diverse providers geboden wordt, waarbij maximaal zes personen tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw provider. Een multiparty-gesprek starten 1. Bel op de normale wijze de eerste gespreksdeelnemer. 2. Bel op dezelfde wijze ook de tweede gespreksdeelnemer. Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de wacht gezet. 3. Druk op de functietoets Opties en kies dan de optie Deelnemen om de eerste deelnemer aan het multiparty-gesprek toe te voegen. 4. Om een volgende deelnemer aan het multipartygesprek toe te voegen, belt u die op de normale wijze. Vervolgens drukt u op de functietoets Opties en kiest u de optie Deelnemen. Om binnenkomende gesprekken aan het multiparty-gesprek toe te voegen, beantwoordt u het binnenkomende gesprek en drukt u achtereenvolgens op Opties en Deelnemen. Herhaal dit zo vaak als u wilt. Privégesprek met één van de deelnemers 1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie Kies deelnemer. Vervolgens verschijnt een overzicht van de deelnemers aan het gesprek. 53 Tijdens een gesprek beschikbare opties 2. Druk op de toets of om de gewenste persoon te kiezen en daarna op de functietoets Kies of de toets . 3. Kies de optie Privé. Nu kunt u een privégesprek met de gekozen deelnemer voeren. De overige multipartydeelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven spreken. 4. Druk op de functietoets Opties en kies daarna Deelnemen als u weer naar het multipartygesprek wilt gaan. Nu kunnen alle multiparty-gesprekspartners elkaar horen. Een deelnemer verwijderen 1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie Kies deelnemer. Vervolgens verschijnt een overzicht van de deelnemers aan het gesprek. 2. Druk op de toets of om de gewenste persoon te kiezen en daarna op de functietoets Kies of de toets . 3. Kies nu Verwijderen. De verbinding met de gekozen gespreksdeelnemer wordt verbroken, maar u kunt met alle andere deelnemers blijven spreken. 4. U kunt het multiparty-gesprek beëindigen door het klepje te sluiten of door op de toets te drukken. 54 Menu’s gebruiken Uw telefoon biedt u een groot aantal functies waarmee u de telefoon op uw eisen en wensen kunt afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in menu’s en submenu’s. U kunt de menu's en submenu’s op twee manieren selecteren: door naar de menufunctie te bladeren of via de sneltoets. Naar menufunctie bladeren 1. Druk in de standby stand op de functietoets Menu. 2. Ga met de toets of naar het gewenste hoofdmenu, bijvoorbeeld Telefoon opties. Druk op de functietoets Kies of op de toets om in het menu te komen. 3. Als het menu submenu’s bevat, zoals het menu Taalkeuze, kunt hier met de toets of naar toe, waarna u op de functietoets Kies drukt. Als het menu dat u heeft gekozen meer opties bevat, kunt u hier op dezelfde wijze naar toe. 4. U wilt... Druk op de… Door de menu’s bladeren Toets of of de toetsen en links op de telefoon. De gekozen instelling bevestigen Functietoets Kies of de toets . Terug naar het vorige menuniveau Functietoets toets . Het menu verlaten zonder instellingen aan te passen Toets of de . 55 Menu’s gebruiken Menu’s gebruiken Naar menufunctie via de sneltoets De diverse menu onderdelen (menu- en submenu opties) zijn genummerd en via het betreffende nummer snel te benaderen. Het nummer van de sneltoets vindt u rechtsonder in het display naast de functietoets . Druk op de functietoets Menu en geef het gewenste nummer in. Opmerking: In de lijst op de volgende pagina kunt u nagaan welke nummers aan de diverse menukeuzes zijn toegewezen. Het is mogelijk dat deze enigszins afwijken van de menunummers van uw telefoon. Dit is namelijk afhankelijk van de diensten die uw SIM-kaart ondersteunt. 1. Tekstberichten 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 Voorbeeld: De optie Taalkeuze openen. 1. Druk op de functietoets Menu. 2. Druk op voor het menu Telefoon opties. 3. Druk op voor Taalkeuze. De beschikbare talen worden direct getoond. 1.8 1.9 Overzicht menufuncties De volgende illustratie toont de beschikbare menustructuur, inclusief: • De nummers die aan de opties zijn toegewezen • De pagina waarop u een beschrijving van de betreffende functie kunt vinden Opmerking: Als u gebruik maakt van een SIM AT-kaart met extra mogelijkheden, verschijnt het SIM AT menu (0) pas als u op de functietoets Menu drukt. Kijk voor meer informatie in de documentatie van de SIM-kaart. 56 (zie pagina 62) Ontvangen Verzonden Nieuw bericht Standaardberichten Instelling 1.5.1 Instelling 1* 1.5.2 Instelling 2* 1.5.3 Instelling 3* 1.5.4 Instelling 4* 1.5.5 Instelling 5* 1.5.6 Standaard Mijn objecten 1.6.1 EMS melodie 1.6.2 EMS afbeelding 1.6.3 EMS filmpje 1.6.4 Alles verwijderen Geheugenstatus 1.7.1 SIM geheugen 1.7.2 Telefoongeheugen 1.7.3 Info-berichten geheugen 1.7.4 Alles wissen Voice Mail 1.8.1 Verbinden met Voice Mail 1.8.2 Telefoonnr Voice Mail Info-berichten 1.9.1 Ontvangen bericht lezen 1.9.2 Ontvangen 1.9.3 Kanalen 1.9.4 Taalkeuze 2. Afbeeldingberichten 2.1 2.2 2.3 2.4 (zie pagina 73) Postvak IN Postvak UIT Nieuw bericht Alles verwijderen 2.4.1 Postvak IN 2.4.2 Postvak UIT * Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 57 Menu’s gebruiken Menu’s gebruiken 2. Afbeeldingberichten (vervolg) 2.5 Instellen 2.5.1 Nummer verbergen 2.5.2 Ontvangstbevestiging 2.5.3 Antwoordverzoek 2.5.4 Autom. downloaden 2.6 Berichtprofiel 3. Oproepen lijst (zie pagina 80) 3.1 3.2 3.3 3.4 Gemist Ontvangen Uitgaand Alles wissen 3.4.1 Gemist 3.4.2 Ontvangen 3.4.3 Uitgaand 3.5 Gesprektellers 3.5.1 Laatste oproep 3.5.2 Alle uitgaande oproepen 3.5.3 Alle inkomende oproepen 3.5.4 Nulstellen 3.6 Kostentellers* 3.6.1 Kosten laatste oproep 3.6.2 Totale kosten 3.6.3 Max. kosten 3.6.4 Nulstellen 3.6.5 Max. kosten instellen 3.6.6 Prijs per eenheid 4. Camera (zie pagina 83) 4.1 Foto maken+verzenden 4.2 Nieuwe foto 4.3 Foto’s 5. Geluid opties (zie pagina 86) 5.1 Beltoon 5.2 Belvolume 5.3 Type belsignaal 5.3.1 Alleen licht 5.3.2 Melodie 5.3.3 Trillen 58 5.3.4 Trillen+melodie 5. Geluid opties (vervolg) 5.4 Toetstoon 5.4.1 UIT 5.4.2 Cool 5.4.3 Piano 5.4.4 Toon 5.4.5 Oproeptoon 5.5 Bericht signaal 5.5.1 SMS toon 5.5.2 Info-bericht toon 5.6 Toon klepje 5.6.1 UIT 5.6.2 Futuristisch 5.6.3 Kristal 5.7 Toon bij in-/uitschakelen 5.7.1 UIT 5.7.2 Klassick 5.7.3 Vrolijk 5.8 Andere tonen 5.8.1 Fouttoon 5.8.2 Minutenteller 5.8.3 Verbindingstoon 6. Telefoon opties (zie pagina 91) 6.1 Infrarood aan 6.2 Gebruikersinstellingen 6.2.1 Achtergrond 6.2.2 Menu-instelling 6.3 Begroeting 6.4 Eigen nummer 6.4.1 Nummer 1 6.4.2 Nummer 2 6.4.3 Nummer 3 6.5 Taalkeuze 6.6 Beveiliging 6.6.1 PIN-controle 6.6.2 PIN wijzigen 6.6.3 Toestel blokkeren 6.6.4 Wachtwoord 6.6.5 SIM blokkeren 6.6.6 FDN-modus* 6.6.7 PIN2 wijzigen* 59 Menu’s gebruiken Menu’s gebruiken 6. Telefoon opties (vervolg) 6.7 LCD-scherm instellingen 6.7.1 Helderheid 6.7.2 Verlichting 6.7.3 Verlichting autom. 6.7.4 Standby-lampje 6.7.5 Logo provider 6.8 Extra instellingen 6.8.1 Nr. herhalen 6.8.2 Klepje actief 6.8.3 Elke toets antw. 6.9 Sneltoets 6.9.1 Toets omhoog 6.9.2 Toets omlaag 6.9.3 Toets rechts 6.9.4 Toets links 6.10 Reset instellingen 7. Organizer (zie pagina 101) 7.1 Agenda 7.2 Actielijst 7.3 Tijd en datum 7.3.1 Klok instellen 7.3.2 Datum instellen 7.3.3 Wereldtijd 7.3.4 Tijdformaat 7.4 Alarm 7.4.1 Eenmalig 7.4.2 Dagelijks 7.4.3 Wekker 7.4.4 Alarm uitzetten 7.4.5 Autopower 7.5 Calculator 7.6 Valutabeurs 8. Netwerk diensten (zie pagina 110) 8.1 Doorschakelen 8.1.1 Alles doorschakelen 8.1.2 In gesprek 8.1.3 Neemt niet op 8.1.4 Buiten bereik 8.1.5 Alles opheffen * Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 60 8. Netwerk diensten (vervolg) 8.2 Blokkeren 8.2.1 Alle uitgaande 8.2.2 Internationaal 8.2.3 Internationaal behalve NL 8.2.4 Alle inkomende 8.2.5 Inkomend buiten bereik 8.2.6 Alles opheffen 8.2.7 Wachtwoord 8.3 Wisselgesprek 8.3.1 Spraak 8.3.2 Data 8.3.3 Alles opheffen 8.4 Netwerk kiezen 8.4.1 Automatisch 8.4.2 Zelf zoeken 8.5 Nr.weergave 8.5.1 Standaard 8.5.2 Nr. verbergen 8.5.3 Nr. zenden 8.6 Gebr.groepen 8.6.1 Groepen 8.6.2 Buiten groep OK 8.6.3 Standaardgroep 8.6.4 Uitzetten* 8.7 Bandkeuze 8.7.1 GSM 900/1800 8.7.2 GSM 1900 9. Amusement (zie pagina 119) 9.1 Spelletjes 9.1.1 X-Flighter 9.1.2 SpaceWar 9.1.3 Huisdier 9.2 WAP browser 9.3 Downloads 9.3.1 Geluiden 9.3.2 Afbeeldingen * Verschijnt alleen als de functie gesloten gebruikersgroep aan staat. 61 Tekstberichten Tekstberichten De meeste providers bieden de mogelijkheid tot het versturen van SMS-berichten (Short Message Service). Voor zover uw provider deze diensten aanbiedt, kunnen berichten als tekst, per fax, per e-mail en via oproepsystemen worden verzonden. Om berichten per telefoon te versturen, moet u weten wat het SMS-nummer van uw provider is. Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar iemand anders doorsturen. Meer informatie over het verzenden van berichten vindt u op pagina 65. Antwoorden: hiermee kunt u de afzender door middel van een tekstbericht een antwoord sturen. U kunt eventueel ook het nummer van de SMScentrale veranderen. Terugbellen: om de afzender terug te bellen. Als het symbool verschijnt, heeft u een of meer nieuwe tekstberichten ontvangen. Als het geheugen vol is, verschijnt er een melding en kunt u geen nieuwe berichten meer ontvangen. Met de optie Wissen in de beide postvakken kunt u oude berichten verwijderen. Adres knippen: hiermee kunt u het adres van een website, een e-mail adres of een telefoonnummer uit een tekstbericht overnemen en in het geheugen van uw telefoon opslaan. Ontvangen Objecten selecteren: hiermee kunt u geluiden of afbeeldingen die bij het bericht gevoegd zijn in het geheugen van uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt u deze zelf met een bericht meesturen. Meer informatie hierover vindt u op pagina 66. (Menu 1.1) In dit postvak worden ontvangen berichten opgeslagen. Verplaatsen: hiermee kunt u het bericht van de SIM-kaart naar het telefoongeheugen verplaatsen of andersom. Als u dit menu opent, worden de ontvangen berichten getoond, met daarbij het telefoonnummer of de naam (indien opgenomen in de telefoonlijst). Verzonden 1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de functietoets Kies om het bericht te lezen. In dit postvak worden berichten opgeslagen die u verzonden heeft of nog wilt verzenden. 2. Met de toetsen bladeren. en kunt u door het bericht 3. Met de toetsen en kunt u naar het vorige of volgende bericht bladeren. Met de functietoets Opties kunt u de volgende opties kiezen. Wissen: hiermee kunt u het bericht verwijderen. 62 (Menu 1.2) Als u dit menu opent, wordt een lijst getoond met de berichten die in het postvak zijn opgeslagen, met daarbij het telefoonnummer van de geadresseerde of de naam (wanneer deze in de telefoonlijst voorkomt). 1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de functietoets Kies om de inhoud van het bericht te bekijken. 2. Met de toetsen lopen. en kunt u door het bericht 63 Tekstberichten Tekstberichten Nieuw bericht (Menu 1.3) 3. Om naar het vorige of volgende bericht te gaan, drukt u op de toets of . Met dit menu kunt u een tekstbericht schrijven en verzenden. Met de functietoets Opties kunt u de volgende opties kiezen: Opmerking: U heeft de beschikking over 918 posities. Als u geluiden of afbeeldingen aan uw bericht toevoegt, wordt het aantal beschikbare posities lager. Wissen: hiermee kunt u het bericht wissen. Verzenden: hiermee kunt u het bericht opnieuw versturen. Meer informatie over het verzenden van berichten vindt u op pagina 65. Eenvoudig SMS tekstbericht maken Adres knippen: hiermee kunt u het adres van een website, een e-mail adres of een telefoonnummer uit een tekstbericht overnemen en in het geheugen van uw telefoon opslaan. 1. Stel uw bericht samen. Verplaatsen: hiermee kunt u het bericht van de SIM-kaart naar het telefoongeheugen verplaatsen of andersom. 2. Als u klaar bent met het ingeven van uw bericht, drukt u op de functietoets Opties. De volgende opties zijn beschikbaar: Objecten selecteren: hiermee kunt u geluiden of afbeeldingen die bij het bericht gevoegd zijn in het geheugen van uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt u deze zelf met een bericht meesturen. Meer informatie hierover vindt u op pagina 66. Opmerking: Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 43. Verzenden: om een geselecteerd bericht te verzenden. Na verzending wordt het bericht verwijderd. Verz.+Opslaan: hiermee wordt het bericht eerst in het gekozen geheugen opgeslagen en vervolgens verzonden. U kunt het bericht in Postvak UIT terugvinden. Opslaan: het bericht wordt in het gekozen geheugen opgeslagen, zodat u dit later kunt versturen. U kunt het bericht in Postvak UIT terugvinden. Meer informatie over de opties Tekst formatteren, Objecten toevoegen, Standaardbericht toevoegen, Tel.lst toev., Favoriet toev. en Taal vindt u bij “Een bericht samenstellen met gebruikmaking van de opties” op pagina 66. 64 65 Tekstberichten 3. Selecteer Verzenden of Verz.+Opslaan en druk op de functietoets Kies. Als u het bericht alleen wilt opslaan, selecteert u Opslaan. Na het bericht te hebben opgeslagen, gaat de telefoon terug naar het menu Tekstberichten. 4. Selecteer het geheugen waarin het bericht is opgeslagen en druk op de functietoets OK. Tekstberichten vijf standaardberichten. Voor meer informatie, zie pagina 67. Telefoonlijst toevoegen: hiermee kunt u een contactpersoon uit de telefoonlijst in uw bericht opnemen. Selecteer de gewenste contactpersoon. 5. Geef het gewenste nummer in en druk op de functietoets OK. Het bericht wordt verzonden. Favoriet toevoegen: voor het opnemen van een adres van een internetpagina die u onder uw Favorieten heeft opgenomen (Menu 9.2.2). Selecteer de gewenste favoriet. Een bericht samenstellen met gebruikmaking van de opties Taal: hiermee kunt u instellen welke taal in de T9 tekstinvoerstand moet worden gebruikt. Selecteer de gewenste taal. 1. Stel uw bericht samen. 2. Druk op de functietoets Opties. 3. Kies zo nodig met de toetsen en een vervolgoptie en druk ter bevestiging op de functietoets Kies. Tekst formatteren: hiermee kunt u de layout van uw tekst aanpassen. Bij Grootte kunt u kiezen uit Normaal, Groot en Klein. Onderstreept en Doorgehaald kunt u selecteren door deze opties AAN of UIT te zetten. U kunt meerdere opties tegelijk selecteren. Objecten toevoegen: kies deze optie wanneer u een belgeluid, melodie, afbeelding of filmpje bij uw bericht wilt voegen. Selecteer de gewenste categorie. Bij iedere categorie kunt u kiezen voor een van de standaarditems of een item dat u bijvoorbeeld via internet gedownload hebt of via een bericht hebt ontvangen. Standaardbericht toevoegen: hiermee kunt u voor uw bericht een van de standaardberichten gebruiken. Selecteer via het menu Standaardberichten (Menu 1.4) een van de 66 4. Maak het bericht af en verzend het of sla het op zoals beschreven bij stap 2 op pagina 65. Standaardberichten (Menu 1.4) Via dit menu kunt u vijf berichten samenstellen met een standaard inhoud. Blader met de toetsen en door de lijst. Wanneer het standaardbericht dat u wilt wijzigen of gebruiken gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Opties. Wijzigen: hiermee kunt u een nieuw bericht schrijven of het geselecteerde bericht wijzigen. Opmerking: Meer informatie over het intoetsen van tekst vindt u op pagina 43. Verzenden: hiermee kunt u het geselecteerde bericht terughalen en aanpassen. Als het bericht klaar is, kunt u het versturen, opslaan en versturen of alleen opslaan. Meer informatie over het verzenden van berichten vindt u op pagina 65. Wissen: om een geselecteerd bericht te verwijderen. U kunt het wissen bevestigen door op de functietoets Ja te drukken. 67 Tekstberichten Instelling Tekstberichten (Menu 1.5) Via dit menu kunt u de standaard SMS-informatie instellen. Een profiel bevat een aantal instellingen die nodig zijn om berichten te versturen. Het aantal beschikbare profielen is afhankelijk van de capaciteit van uw SIM-kaart. Instelling x (waarbij x het nummer van de groep is): ieder profiel heeft een eigen submenu. SMS-service: om het SMS-nummer voor het versturen van berichten op te slaan of te wijzigen. U krijgt dit nummer van uw provider. St.bestemming: hier kunt u een standaard bestemming opnemen. Het nummer verschijnt bij het samenstellen van een bericht automatisch in het scherm Bestemming. functie is ingeschakeld, krijgt u van de provider te horen of uw bericht al dan niet verstuurd is. Drager kiezen: hier kunt u kiezen tussen GSM en GPRS. Mijn objecten (Menu 1.6) Nadat u objecten (afbeeldingen, melodieën, etc.) die u bij berichten hebt ontvangen in uw telefoon heeft opgeslagen, kunt u deze met de keuze Objecten selecteren (zie pagina 63) via dit menu bekijken. Er zijn drie categorieën: • EMS melodie • EMS afbeelding • EMS filmpje Standaard SMS instellingen: hier kunt u het standaard berichttype (tekst, fax, e-mail en oproepsystemen) instellen. De provider zet de berichten om in het gekozen formaat. U kunt objecten naar anderen doorsturen door deze bij een bericht op te nemen en u kunt ze gebruiken als beltoon of achtergrond. Standaard geldigheid: hier kunt u instellen hoe lang uw provider het bericht moet bewaren als hij het niet meteen kan doorsturen. Met de optie Alles verwijderen (Menu 1.6.4) kunt u alle objecten in één keer uit het geheugen verwijderen. Naam instellen: om een naam toe te kennen aan de groep die u aan het instellen bent. Standaard: de volgende opties zijn beschikbaar: Antwoordpad: de ontvanger van uw SMS-bericht kan u een antwoord sturen via de provider, als deze optie door het netwerk wordt aangeboden. Ontv.bevest.: hier kunt u de functie voor ontvangstbevestiging in- en uitschakelen. Als deze 68 Om... Druk op de… Een categorie van objecten te selecteren die u wilt verwijderen Functietoets AAN. De selectie te annuleren Functietoets UIT. De objecten in de Functietoets Wissen. geselecteerde categorie(ën) te verwijderen Als u alle objecten wilt verwijderen, selecteert u Alle objecten. 69 Tekstberichten Tekstberichten Geheugenstatus (Menu 1.7) Via dit menu kunt u nagaan hoeveel berichten er zijn opgeslagen op de SIM-kaart, in de telefoon en in het geheugen met info-berichten. Via de optie Alles wissen (Menu 1.7.4) kunt u alle berichten in een postvak verwijderen. Om... Druk op de… Het geheugen te selecteren Functietoets AAN. waaruit u berichten wilt verwijderen. De selectie te annuleren Functietoets UIT. Alle berichten uit het geselecteerde geheugen te verwijderen Functietoets Wissen. Als u alle berichten in één keer wilt verwijderen, selecteert u Alle berichten. Voice Mail (Menu 1.8) Telefoonnr Voice Mail: u kunt het nummer van de voice-mail server zo nodig wijzigen. U wilt... Druk op de… Het voice servernummer Juiste cijfertoetsen. ingeven Een cijfer corrigeren Toets . De cursor naar links of rechts verplaatsen zonder het cijfer te wissen Toets of . Opmerking: Voice Mail is een netwerkdienst. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. Info-berichten (Menu 1.9) Netwerkservice voor het ontvangen van berichten over verschillende onderwerpen, zoals weer of verkeer. Berichten verschijnen meteen nadat ze ontvangen zijn, mits: • De telefoon in de standby-stand staat Via dit menu kunt u snel in uw voice-mailbox komen (als deze dienst door uw provider wordt aangeboden). De volgende opties zijn beschikbaar: Verbinden met Voice Mail: voordat u deze functie kunt gebruiken moet u het voice-server nummer invoeren dat u van uw provider hebt gekregen (zie menu 1.8.2). Vervolgens kunt u deze optie kiezen en op de functietoets OK drukken om uw berichten te beluisteren. Om snel verbinding te krijgen met de voice mail server, houdt u de toets ingedrukt. 70 • De optie Ontvangen op Aanzetten staat • Het berichtkanaal op dat moment actief is in de kanaallijst De volgende opties zijn beschikbaar: Ontvangen bericht lezen: lezen van het eerste bericht. Niet opslaan toont de berichten van het netwerk, maar deze worden gewist zodra de telefoon wordt uitgezet. Met de toetsen en kunt u door het bericht bladeren. Terwijl u een bericht leest, kunt u op de functietoets Opslaan 71 Tekstberichten Afbeeldingberichten drukken om het bericht in het postvak Bewaren op te slaan, zodat u het later nog eens kunt lezen. Ontvangen: om het ontvangen van berichten in of uit te schakelen. Kanalen: hier kunt u aangeven van welke kanalen u info-berichten wilt ontvangen. De volgende opties zijn beschikbaar: Kiezen: hier kunt u kanalen in de lijst in- of uitschakelen door deze AAN of UIT te zetten. Een geselecteerd kanaal is aangevinkt. Toevoegen: voor het toevoegen van een nieuwe kanaal-ID en kanaalnaam. Wissen: om een kanaal uit de lijst te verwijderen. Wijzigen: voor het wijzigen van een kanaal-ID en kanaalnaam van een bestaand kanaal. Taalkeuze: om te kiezen in welke taal de berichten op het display verschijnen. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. Multimedia Message Service (MMS) is een berichtservice die veel lijkt op de Short Message Service (SMS). MMS zorgt voor de automatische en directe aflevering van multimediaberichten van telefoon naar telefoon of telefoon naar e-mail. Naast de gebruikelijke tekstuele inhoud van tekstberichten, kunnen multimediaberichten afbeeldingen, grafische informatie, stemgeluid en audioclips bevatten. Bij een MMS bericht is het multimedia-item in het bericht ingesloten. Het is dus geen tekstbestand met bijlagen. Via de MMS functie kan uw telefoon multimediaberichten ontvangen. U kunt zelf ook afbeeldingberichten versturen. Dit is een kort bericht dat een of meer afbeeldingen bevat, zoals foto’s of afbeeldingen die u via internet hebt gedownload. Deze functie is alleen mogelijk wanneer deze door uw provider wordt ondersteund. Alleen telefoons die geschikt zijn voor afbeeldingberichten kunnen dit soort berichten ontvangen en weergeven. Postvak IN (Menu 2.1) Een ontvangen bericht bekijken Wanneer u een nieuw multimediabericht ontvangt, ziet u in het display van wie het bericht afkomstig is en de meegestuurde tekst. 1. Om het bericht te bekijken, drukt u op de functietoets Kies. In het display verschijnt korte informatie over het bericht, zoals de afzender, de berichtgrootte en het onderwerp. Als u het bericht later via het postvak IN wilt bekijken, drukt u op de functietoets Afsluiten. 72 73 Afbeeldingberichten 2. Gebruik de toets heen te lopen. Afbeeldingberichten of om door het bericht Terwijl u een bericht bekijkt, kunt u via de functietoets Opties de volgende opties gebruiken: Ophalen: toont de inhoud van het bericht. Verwijderen: verwijdert het bericht. Meer informatie: toont gedetailleerde informatie over het bericht. Een ontvangen bericht in postvak IN bekijken Wanneer u Postvak IN opent (Menu 2.1), verschijnt een lijst met eventueel ontvangen multimediaberichten, inclusief het telefoonnummer van de afzender (indien aanwezig in de telefoonlijst) en het onderwerp. 1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de functietoets Kies om de inhoud van het bericht te bekijken. 2. Gebruik de toets heen te lopen. of om door het bericht Als u een bericht voor de eerste keer bekijkt, kunt u door op de functietoets Opties te drukken, gebruik maken van de hierboven beschreven opties Ophalen, Verwijderen en Meer Informatie. Wanneer u een ontvangen bericht nogmaals bekijkt, beschikt u over de volgende mogelijkheden: Wissen: hiermee kunt u het bericht verwijderen. Antwoorden: om de afzender via een tekst- of afbeeldingbericht een antwoord te sturen. Terugbellen: om de afzender terug te bellen. 74 Nr. bewerken: om een telefoonnummer uit een bericht te halen, zodat u het kunt bellen of in de telefoonlijst kunt opslaan. Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar iemand anders doorsturen. Afbeelding opslaan: om de afbeelding die u via een bericht hebt ontvangen in uw telefoon op te slaan. Foto’s worden opgeslagen in de map Foto’s (Menu 4.3) en andere afbeeldingen in de map Afbeeldingen van het menu Downloads (Menu 9.3). Geluid opslaan: hiermee kunt u een via een bericht ontvangen geluid in de map Geluiden van het menu Downloads (Menu 9.3) opslaan. Postvak UIT (Menu 2.2) Wanneer u deze menu-optie kist, wordt de lijst met verzonden afbeeldingberichten getoond. 1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de functietoets Kies om de inhoud van het bericht te bekijken. 2. Gebruik de toets heen te lopen. of om door het bericht Met de functietoets Opties kunt u de volgende opties kiezen. Verwijderen: bericht verwijderen. Adres knippen: een telefoonnummer uit een bericht te halen, zodat u het kunt bellen of in de telefoonlijst kunt opslaan. Verzenden: het bericht nogmaals verzenden. Bericht bewerken: de inhoud, afbeelding of tekst van het bericht wijzigen. Meer informatie over het maken van afbeeldingberichten vindt u bij de beschrijving van 75 Afbeeldingberichten Afbeeldingberichten de optie Nieuw bericht schrijven (Menu 2.3) op pagina 76. Nieuw bericht (Menu 2.3) Via dit menu kunt u een nieuw afbeeldingbericht samenstellen en naar een aantal bestemmingen verzenden. Een afbeeldingbericht samenstellen en verzenden 1. Geef het onderwerp van uw bericht in en druk op de functietoets OK. Meer informatie over het intoetsen van tekst vindt u op pagina 43. 2. Druk op de functietoets Opties en voeg de inhoud aan het bericht toe. U kunt kiezen uit de volgende mogelijkheden: Tekst toevoegen: geef de tekst van het bericht in en druk op de functietoets OK. Foto toevoegen: hiermee kunt u een foto toevoegen die u met de camera van uw telefoon heeft gemaakt. Selecteer een foto en druk op de functietoets Kies. Druk vervolgens nogmaals op de functietoets Kies om de foto in uw bericht op te nemen. Meer informatie over het gebruik van de camera vindt u op pagina 83. Afbeelding toevoegen: voor het toevoegen van een afbeelding die in de map Afbeeldingen van het Downloads menu (Menu 9.3) is opgeslagen. Selecteer een afbeelding en druk op de functietoets Kies. Verzenden: om een geselecteerd bericht te verzenden. Kies deze optie wanneer u klaar bent met het bericht. 76 Opslaan: slaat het bericht op in Postvak UIT (Menu 2.2), zodat u het desgewenst later kunt verzenden. Kies deze optie wanneer het bericht klaar is, maar u het nog niet wilt verzenden. 3. Wanneer de inhoud van het bericht wordt getoond, drukt u op de toets om Hier toevoegen te selecteren. 4. Herhaal de stappen 2 en 3 tot het bericht klaar is. 5. Als u wijzigingen in de toegevoegde objecten wilt aanbrengen, drukt u op de toets of om het betreffende object te selecteren en drukt u op de functietoets Opties. De volgende opties zijn beschikbaar: Edit: hiermee kunt u de tekst wijzigen of de afbeeldingen door andere vervangen. Verwijderen: verwijdert het object uit het bericht. Verzenden: om een geselecteerd bericht te verzenden. Opslaan: het bericht wordt opgeslagen in Postvak UIT (Menu 2.2), zodat u het later kunt verzenden. 6. Wanneer u klaar bent met het samenstellen van het bericht, selecteert u de optie Verzenden. 7. Selecteer een van de volgende opties en druk op de functietoets Kies. Telefoonnummer: hier kunt u het telefoonnummer intoetsen waarnaar het bericht verzonden moet worden. E-mail: wanneer u het bericht als e-mailbericht wilt versturen, kunt u hier het e-mailadres ingeven waarnaar het bericht verstuurd moet worden. Telefoonlijst: hiermee kunt u een telefoonnummer uit de telefoonlijst ophalen. 8. Geef een telefoonnummer of e-mail adres in, of selecteer een nummer uit de telefoonlijst. Als het juiste telefoonnummer of adres wordt getoond, drukt u op de functietoets OK. 77 Afbeeldingberichten Afbeeldingberichten 9. Als u het bericht naar een aantal bestemmingen wilt versturen, selecteert u Bestemming toevoegen en drukt u op de functietoets Kies. Antwoordverzoek: als deze optie is geselecteerd, stuurt uw telefoon een antwoordverzoek met uw bericht mee. 10. Herhaal de stappen 7 t/m 9. U kunt maximaal 10 bestemmingen ingeven. Autom. downloaden: als deze optie is geselecteerd, downloadt uw telefoon automatisch de ontvangen afbeeldingen en geluiden. Om een of meer bestemmingen te wijzigen, selecteert u de betreffende bestemming en drukt u op de functietoets Kies. Vervolgens kunt u de bestemming wijzigen of wissen. 11. Na alle bestemmingen te hebben ingegeven, drukt u wanneer Bericht verzenden gemarkeerd wordt weergegeven op de functietoets OK. Het bericht wordt nu verzonden. Alles verwijderen (Menu 2.4) U kunt alle berichten in het postvak IN of UIT in één keer verwijderen. Berichtprofiel (Menu 2.6) Via dit menu kunt u een aantal instellingen voor het verzenden en ontvangen van multimediaberichten instellen. De volgende opties zijn beschikbaar: Naam profiel: naam die u aan uw MMS server wilt geven. Verbindingstype: adres van uw MMS server. Als om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op de functietoets Ja. Beveiliging: datatransmissiemodus. Als u Beveiligd selecteert, worden uw gegevens beschermd tegen toegang door onbevoegden, dit in tegenstelling tot Niet Beveiligd. Instellen IP-adres: gateway adres dat nodig is voor de verbinding met de MMS server. (Menu 2.5) De standaard berichtinstellingen kunt u aan uw wensen aanpassen. U kunt een optie aan- of uitzetten door op de functietoets Kies te drukken of door bij de optie het vinkje weg te halen. De volgende opties zijn beschikbaar: Nummer verbergen: als deze optie is geselecteerd, wordt uw telefoonnummer niet op de telefoon van degene die u belt weergegeven. Gebruikersnaam: gebruikersnaam die nodig is voor de verbinding met de MMS server. Wachtwoord: wachtwoord dat nodig is voor de verbinding met de MMS server. Inbelnummer Provider: inbelnummer voor de MSS server. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw provider. Ontvangstbevestiging: als deze optie is geselecteerd, krijgt u van de provider te horen of uw bericht al dan niet verstuurd is. 78 79 Oproepen lijst Oproepen lijst Uitgaand (Menu 3.3) Via dit menu kunt u: • Gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen bekijken • Nagaan hoe lang een gesprek geduurd heeft • Nagaan wat de gesprekskosten zijn Opmerking: Door in de standby-stand op te drukken, krijgt u toegang tot alle drie de soorten oproepen. Gemist (Menu 3.1) Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde gesprekken bekijken. Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd waarop de oproep werd ontvangen. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u: • Het nummer uit de lijst verwijderen • Het nummer, wanneer dit getoond wordt, wijzigen en in de telefoonlijst opslaan • Het nummer terugbellen Ontvangen (Menu 3.2) Met deze optie kunt de laatste 20 binnengekomen gesprekken bekijken. Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd waarop de oproep werd ontvangen. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u: • Het nummer uit de lijst verwijderen • Het nummer, wanneer dit getoond wordt, wijzigen en in de telefoonlijst opslaan • Het nummer terugbellen 80 Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde nummers zien. Het nummer en de naam worden weergegeven, samen met de datum en tijd waarop de oproep werd gedaan. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u: • Het nummer verwijderen • Het nummer wijzigen en in de telefoonlijst opslaan • Het nummer bellen Alles wissen (Menu 3.4) U kunt alle nummers die tot een bepaalde soort oproepen behoren in één keer verwijderen. Selecteer de gewenste categorie en druk op de functietoets Kies. Wanneer om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op de functietoets Ja. Gesprektellers (Menu 3.5) Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en binnengekomen gesprekken bekijken. Opmerking: De werkelijke duur van uw gesprekken op de rekening van uw provider kan iets afwijken, bijvoorbeeld door de afronding die bij het factureren wordt gehanteerd. De volgende tellers zijn beschikbaar: Laatste oproep: duur van het laatste gesprek. 81 Oproepen lijst Alle uitgaande oproepen: duur van alle gevoerde gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Alle inkomende oproepen: duur van alle binnengekomen gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Nulstellen: voor het opnieuw instellen van de gesprekteller. U moet eerst het wachtwoord van uw toestel invoeren (zie pagina 124). Daarna drukt u op de functietoets OK. Kostentellers (Menu 3.6) Camera Met de in uw telefoon ingebouwde camera kunt u foto’s van mensen, dieren of gebeurtenissen maken en deze vervolgens via een afbeeldingbericht of als bijlage bij een e-mailbericht versturen. De afbeeldingen van deze camera zijn in JPEG formaat. Foto maken+verzenden (Menu 4.1) Via dit menu kunt u een foto maken en deze vervolgens als afbeeldingbericht naar een of meer bestemmingen versturen. Met deze functie kunt u de gesprekskosten bekijken. Wanneer uw SIM-kaart deze functie niet ondersteunt, wordt deze optie niet getoond. Opmerking: Als u een foto in direct zonlicht of felle verlichting neemt, kan op de foto schaduwvorming ontstaan. De volgende tellers zijn beschikbaar: Een foto maken en daarna als afbeeldingbericht versturen Kosten laatste oproep: kosten van het laatste gesprek. Totale kosten: totale kosten van alle gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Als de totale kosten de maximumkosten, instelbaar met de optie Max. kosten instellen, overschrijden, kunt u geen gesprekken meer voeren tot u de teller op nul hebt gezet. Max. kosten: maximale kosten, ingesteld met de optie Max. kosten instellen (zie hieronder). 1. Selecteer de optie Foto maken+verzenden (Menu 4.1). De camera links op de telefoon wordt ingeschakeld en u ziet in het display wat gefotografeerd wordt. 2. Door aan de camera te draaien kunt u het te fotograferen beeld aanpassen. Nulstellen: optie voor het op nul zetten van de kostenteller. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 126). Daarna drukt u op de functietoets OK. Max. kosten instellen: optie om de maximale kosten voor uw gesprekken in te stellen. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 126). Daarna drukt u op de functietoets OK. Prijs per eenheid: optie voor het instellen van de kosten per tik. Met deze prijs per eenheid worden de gesprekskosten berekend. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 126). Daarna drukt u op de functietoets OK. 82 83 Camera Camera Foto’s Om... Drukt op de... De helderheid van de opname aan te passen Toetsen In- of uit te zoomen Toetsen De foto ondersteboven of terug te klappen Toetsen en aan de linker zijkant van de telefoon. 3. Om de foto... Via dit menu kunt u de gemaakte foto’s bekijken. en en . Drukt op de... Direct te nemen Functietoets Foto. Functietoets na 10 sec. 4. U slaat de foto op door op de functietoets Opslaan te drukken. 5. Toets een naam voor de foto in en druk op de functietoets OK. Meer informatie over het intoetsen van tekst vindt u op pagina 43. 6. Voor het versturen van de foto als afbeeldingbericht, volgt u de procedure die beschreven is op pagina 76. (Menu 4.2) Via dit menu kunt u een foto nemen en opslaan. Als u deze menukeuze selecteert, wordt de camera links op de telefoon ingeschakeld. Volg de stappen 2 t/m 5 bij “Een foto maken en daarna als afbeeldingbericht versturen” op pagina 83. 84 1. Selecteer de optie Foto’s (Menu 4.3). De eerste foto wordt getoond. . Na 10 seconden te nemen Nieuwe foto (Menu 4.3) 2. Met de toetsen bladeren. en 3. Om... kunt u door de foto’s Drukt op de... De foto’s verkleind weer te geven (miniaturen) Functietoets Multi. Door de verkleinde foto’s te bladeren Toetsen en . Terug te gaan naar normale weergave (volledig scherm) Functietoets Kies. , , De op dat moment geselecteerde foto wordt getoond. Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u uit de volgende opties kiezen: Verzenden: hiermee kunt u de foto als een afbeeldingbericht versturen. Zie pagina 76 voor meer bijzonderheden. Achtergrond: hiermee wordt de foto als achtergrondafbeelding bij de standby-stand geselecteerd. Zie pagina 92. Verwijderen: voor het verwijderen van de foto. Alles verwijderen: alle in uw telefoon opgeslagen foto’s worden verwijderd. Hernoemen: hiermee kunt u de naam van de foto wijzigen. 85 Geluid opties Geluid opties Type belsignaal Via het menu Geluid opties kunt u de volgende instellingen aanpassen: • Melodie beltoon, volume en type belsignaal • Geluiden bij het indrukken van de toetsen, foutieve invoer en bij het ontvangen van berichten Beltoon (Menu 5.1) Met deze optie kunt u de gewenste beltoon kiezen. U kunt uit een groot aantal verschillende melodieën kiezen. De gekozen melodie wordt enkele seconden afgespeeld. Als u via internet of het programma EasyGPRS beltonen of melodieën hebt gedownload of deze bij berichten hebt ontvangen, worden deze in de lijst van dit menu opgenomen. Belvolume (Menu 5.2) (Menu 5.3) Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u moet waarschuwen bij een binnenkomend gesprek. De volgende opties zijn beschikbaar: Alleen licht: het display licht op, de telefoon gaat niet over en trilt niet. Melodie: de telefoon gaat over met de beltoon die u hebt ingesteld in het menu Beltoon (Menu 5.1); zie pagina 86. Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over. Trillen+melodie: de telefoon trilt drie keer en gaat daarna over. Toetstoon (Menu 5.4) Met deze optie kunt u kiezen welke toon u hoort bij het indrukken van een toets. De volgende opties zijn beschikbaar: Met deze optie kunt u het belvolume instellen. U kunt kiezen uit vijf niveaus. UIT: het toetsgeluid is uitgeschakeld. Gebruik hiervoor de toetsen en of de toetsen en links op de telefoon. Cool: de toets die wordt ingedrukt geeft een helder geluid. Piano: de toetsen laten bij het indrukken verschillende tonen van de toonladder horen. Toon: alle toetsen geven bij het indrukken een ander geluid. Oproeptoon: alle toetsen geven bij het indrukken hetzelfde geluid. 86 87 Geluid opties Bericht signaal Geluid opties (Menu 5.5) Toon klepje (Menu 5.6) Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u waarschuwt bij een binnenkomend bericht. Met deze optie kunt u instellen of de telefoon een signaal moet geven wanneer u het klepje opent. SMS toon De volgende opties zijn beschikbaar: Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u waarschuwt bij een binnenkomend SMS-bericht. De volgende opties zijn beschikbaar: UIT: de telefoon geeft geen signaal bij een binnenkomend bericht. UIT: het geluid is uitgeschakeld. Futuristisch: de telefoon brengt een futuristisch geluid voort. Kristal: de telefoon brengt een kristalhelder geluid voort. Alleen lichtsignaal: het standby-lampje op het klepje gaat knipperen. Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over. Eén beep: bij een binnenkomend SMS-bericht gaat de telefoon één keer over. SMS-toonX: de telefoon gaat over met de door u geselecteerde SMS-toon. Toon bij in-/uitschakelen (Menu 5.7) Via dit menu kunt u het geluid dat de telefoon maakt bij het in- en uitschakelen aan- of uitzetten. De volgende opties zijn beschikbaar: Info-bericht toon Met deze optie kunt u kiezen hoe de telefoon aangeeft dat een nieuw info-bericht is ontvangen. UIT: bij het in- en uitschakelen van de telefoon hoort u geen melodie. De volgende opties zijn beschikbaar: Klassiek: bij het in- en uitschakelen van de telefoon hoort u de standaard melodie. UIT: de telefoon geeft geen signaal bij een binnenkomend info-bericht. Vrolijk: bij het in- en uitschakelen van de telefoon hoort u een vrolijke melodie. Alleen lichtsignaal: het standby-lampje op het klepje gaat knipperen. Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over. Eén beep: bij een binnenkomend infobericht gaat de telefoon één keer over. Infobericht toonX: de telefoon gaat over met de door u geselecteerde Infobericht-toon. 88 89 Geluid opties Telefoon opties Andere tonen (Menu 5.8) Met deze optie kunt u diverse andere tonen die door de telefoon worden gebruikt aanpassen. Om een toon... Drukt op de… AAN te zetten Functietoets AAN. Voor de optie wordt een vinkje gezet. UIT te zetten Functietoets UIT. Het vinkje voor de optie verdwijnt. De volgende opties zijn beschikbaar: Fouttoon: hier kunt u instellen of de telefoon een signaal moet geven bij een ongeldige invoer. Minutenteller: met deze optie kunt u instellen of de telefoon tijdens een uitgaand gesprek iedere minuut een piepje moet geven om de gespreksduur aan te geven. U kunt de instelling van veel functies op uw telefoon aan uw eigen voorkeur aanpassen. U roept deze functies op via het menu Telefoon opties. Infrarood aan (Menu 6.1) Met deze functie kunt u via de infraroodpoort van uw telefoon data verzenden en ontvangen. Om de infraroodverbinding te kunnen gebruiken, moet u het volgende doen: • De IrDA-compatibele infraroodpoort van uw pc configureren en aanzetten. • De infraroodfunctie van uw telefoon aanzetten. Het infraroodsymbool ( ) verschijnt op de bovenste regel van het display. • Zorg ervoor dat de infraroodpoort van uw telefoon in één lijn ligt met de infraroodpoort van uw pc. Infrarood poort Verbindingstoon: met deze optie kunt u aangeven of de telefoon een signaal moet geven als de gebelde persoon opneemt. Infrarood poort U kunt nu gegevens uitwisselen tussen de pc en uw telefoon. Als binnen 30 seconden nadat de infraroodfunctie is aangezet geen communicatie plaatsvindt, wordt de infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld. Opmerking: U krijgt de beste resultaten wanneer u een datakabel gebruikt. Deze is verkrijgbaar bij uw Samsung dealer. 90 91 Telefoon opties Telefoon opties Gebruikersinstellingen (Menu 6.2) U kunt de afbeelding op de achtergrond en het in het display gebruikte kleurenschema aan uw voorkeuren aanpassen. Achtergrond Met deze optie kunt u de afbeelding kiezen die in de stand-by stand als achtergrond wordt gebruikt. U kunt de achtergrond als volgt wijzigen: 1. Blader met de toets afbeeldingen. of door de lijst met U kunt kiezen uit een aantal standaard afbeeldingen. Als u een foto uit de map Foto’s (Menu 4.3) als achtergrond heeft geselecteerd, ziet u staan: My Photo.icn. 2. Als de gewenste afbeelding is geselecteerd, drukt u op de functietoets Kies. De geselecteerde afbeelding wordt getoond. Begroeting (Menu 6.3) Met deze optie kunt u kort een begroeting laten verschijnen bij het aanzetten van de telefoon. Wanneer u deze menukeuze selecteert, wordt de huidige begroeting getoond. U wilt... Druk op de… De bestaande begroeting wissen Toets en houd deze ingedrukt tot het bericht is verwijderd. Een nieuwe begroeting invoeren Juiste alfanumerieke toetsen. Een andere tekstinvoerstand kiezen Functietoets . Zie pagina 43 voor meer informatie over het intoetsen van tekst. 3. Wilt u deze afbeelding als achtergrond selecteren, druk dan op de functietoets Kies. 4. Om... Drukt op de... De huidige datum en tijd bovenaan de afbeelding in het display weer te geven Functietoets Ja. Alleen de afbeelding weer te geven Functietoets Nee. (Menu 6.4) Hiermee kunt u: • Een naam aan uw eigen telefoonnummer toekennen • De naam en het nummer wijzigen Menu-instelling Met deze optie kunt u instellen hoe het menu wordt weergegeven. U kunt Als film of Paginastijl kiezen. 92 Eigen nummer Deze functie is een geheugensteuntje dat u kunt gebruiken om uw eigen telefoonnummers te controleren. Wijzigingen die u hier aanbrengt, worden niet doorgevoerd op uw SIM-kaart. 93 Telefoon opties Taalkeuze Telefoon opties (Menu 6.5) Hier kunt u de displaytaal kiezen. Als de taalkeuze op Automatisch is ingesteld, wordt automatisch de taal van de SIM-kaart gekozen. Beveiliging (Menu 6.6) Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van uw telefoon beperken tot: • Door u gekozen personen • Door u gekozen soorten gesprekken De functies van uw telefoon kunt u via verschillende codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in de volgende hoofdstukken beschreven (zie tevens de pagina’s 124-126). PIN-controle Als de PIN-controle is ingeschakeld, moet u bij het aanzetten van de telefoon altijd uw PIN-code intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden gebruikt door mensen die uw PIN-code weten. Opmerking: Voordat de PIN-controle uitgeschakeld kan worden, moet u uw PIN-code intoetsen. Wilt u uw PIN-code wijzigen, kijk dan bij menuoptie PIN wijzigen (Menu 6.6.2). De volgende opties zijn beschikbaar: Uitzetten: na het inschakelen is er meteen contact met het netwerk. Activeren: bij het inschakelen moet u iedere keer uw PIN-code intoetsen. 94 PIN wijzigen Met deze functie kunt u uw huidige PIN-code veranderen. De PIN-controle moet dan wel ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN-code intoetsen voordat u een nieuwe PIN-code kunt instellen. Als u een nieuwe PIN-code hebt ingevoerd, moet u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen. Toestel blokkeren Als de functie Toestel blokkeren is ingeschakeld, moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een 8-cijferig wachtwoord intoetsen. Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld op 00000000. Wilt u het wachtwoord van uw telefoon wijzigen, kijk dan hieronder bij Wachtwoord (Menu 6.6.4). Na het invoeren van het wachtwoord kunt u de telefoon gebruiken tot u hem uitzet. De volgende opties zijn beschikbaar: Uitzetten: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen bij inschakeling van de telefoon. Activeren: u moet het wachtwoord intoetsen bij inschakeling van de telefoon. Wachtwoord Hiermee kunt u uw wachtwoord wijzigen. U moet het huidige wachtwoord ingeven voordat u een nieuw kunt ingeven. Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld op 00000000. Als u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen. 95 Telefoon opties Telefoon opties SIM blokkeren LCD-scherm instellingen Als de functie SIM blokkeren is ingeschakeld, werkt uw telefoon alleen met de huidige SIM-kaart. U moet dan eerst de SIM-code intoetsen. Helderheid Als u de code voor blokkeren hebt ingetoetst, moet u deze ter bevestiging nogmaals invoeren. Om de SIM-blokkering op te heffen, moet u de SIM-code intoetsen. FDN-modus Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)modus ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald aantal nummers. (Menu 6.7) Met deze optie kunt u het helderheid van de LCD-schermen aanpassen, door deze donkerder of lichter te maken. U kunt het helderheid als volgt aanpassen: 1. Kies het display waarvan u het helderheid wilt aanpassen (Hoofd LCD-scherm of Front LCD-scherm) en druk op de functietoets Kies. 2. Wijzig met de toetsen en of de toetsen en links op de telefoon het contrast. 3. Als de instelling naar wens is, drukt u op de functietoets OK. De volgende opties zijn beschikbaar: Uitzetten: u kunt elk nummer bellen. Verlichting Activeren: u kunt alleen nummers bellen die in de telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet uw PIN2-code intoetsen. Met deze optie kunt u de verlichting aan- of uitzetten. Uitzetten levert een kleine toename van de standby- en beltijd op. Opmerking: Niet alle SIM-kaarten beschikken over PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2 verschijnt deze optie niet. U kunt hier ook instellen hoe lang de verlichting aan moet blijven. De verlichting gaat aan wanneer u op een willekeurige toets drukt of een oproep of bericht ontvangt. De verlichting wordt zachter wanneer de hier ingestelde tijdsduur om is en gaat vervolgens na een minuut uit. Zie menu-optie PIN2 wijzigen (Menu 6.6.7) hieronder voor het wijzigen van uw PIN2-code. PIN2 wijzigen Met deze functie kunt u uw PIN2-code veranderen. U moet uw huidige PIN2-code intoetsen voordat u een nieuwe kunt invoeren. Als u een nieuwe PIN2-code hebt ingetoetst, moet u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen. Opmerking: Niet alle SIM-kaarten beschikken over PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2 verschijnt deze optie niet. 96 Verlichting autom. Wanneer u wilt dat de verlichting vanaf een bepaald tijdstip aan is, kunt u dat hier instellen. Hoe korter de verlichting aan is, hoe langer de batterij meegaat. De volgende opties zijn beschikbaar: Uitzetten: de instelling die is gekozen bij menuoptie Verlichting (Menu 6.7.2) wordt gebruikt. Zie pagina 97. 97 Telefoon opties Activeren: De verlichting gaat alleen gedurende de opgegeven tijdsperiode aan. Stel met de juiste cijfertoetsen de begin- en eindtijd in uren en minuten in. Standby-lampje Telefoon opties Extra instellingen Via dit menu kunt u een aantal opties als Nummer herhalen en Klepje actief aan- en uitzetten. Om een functie... Drukt u op de… AAN te zetten Functietoets AAN. Voor de optie wordt een vinkje gezet. UIT te zetten Functietoets UIT. Het vinkje voor de optie verdwijnt. Met deze optie kunt u instellen of u het standbylampje rechtsboven op de telefoon wilt gebruiken. Kies een van de zeven beschikbare kleurencombinaties. Het standby-lampje knippert in de gekozen kleur als de telefoon gebruiksklaar is. Als u het standby-lampje niet wilt gebruiken, kunt u dit uitschakelen door UIT te selecteren. Logo provider Met deze optie kunt u instellen dat in plaats van de naam van de provider zijn logo wordt afgebeeld. AAN: in de standby-stand wordt het provider-logo dat in uw telefoon is opgeslagen getoond. Als geen logo is opgeslagen, wordt de naam van de provider weergegeven. UIT: in de standby-stand wordt de naam van de provider getoond. (Menu 6.8) De volgende opties zijn beschikbaar: Nr. herhalen: als deze optie aan staat, probeert de telefoon na een mislukte poging maximaal 10 keer het laatste nummer opnieuw te bellen. Opmerking: De tijd tussen twee pogingen kan variëren. Klepje actief: als deze optie aan staat, hoeft u alleen het klepje van de telefoon te openen om een oproep aan te nemen. Als deze optie niet geselecteerd is, moet u voor het aannemen van een gesprek het klepje openen en op een toets drukken, afhankelijk van de instelling bij Elke toets antw. (zie hieronder). Elke toets antw.: als deze optie geselecteerd is, kunt u een gesprek aannemen door op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de toetsen en en de functietoets Weiger. Om een oproep te weigeren, drukt u op de toets of de functietoets Weiger. Als deze optie niet is geselecteerd, kunt u een gesprek alleen aannemen door op de toets of de functietoets Opnemen te drukken. 98 99 Telefoon opties Sneltoets (Menu 6.9) U kunt de navigatietoetsen als sneltoetsen gebruiken. Als ze in de standby-stand worden ingedrukt, kunt u daarmee direct naar een bepaalde menu-optie gaan. U kunt de navigatietoetsen als volgt als sneltoetsen instellen: 1. Selecteer door op de toets of te drukken de toets die u als sneltoets wilt gebruiken en druk daarna op de functietoets Kies. Toets omhoog ( ) Toets omlaag ( ) Toets rechts ( ) Toets links ( ) 2. Kies door op of te drukken het menu dat u aan de toets wilt toekennen. Opmerking: Als u een toets niet (meer) als sneltoets wilt gebruiken, selecteert u Geen. 3. Druk op de functietoets Kies om uw instelling op te slaan. Reset instellingen (Menu 6.10) U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten in de standaard (fabrieks) instellingen. Dit doet u als volgt: 1. Selecteer de optie Reset instellingen. 2. Voer het juiste 8-cijferige wachtwoord van uw telefoon in en druk op de functietoets OK. Opmerking: Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op 00000000. Wilt u het wachtwoord wijzigen, kijk dan op pagina 95. 100 Organizer Met deze functie kunt u: • De kalender bekijken en afspraken bijhouden • Een lijst opstellen met afspraken of acties die u niet mag vergeten • De huidige datum en tijd instellen • Het alarm instellen, zodat de telefoon op een bepaalde tijd overgaat (bijvoorbeeld om u aan een afspraak te herinneren) • De telefoon gebruiken om eenvoudige rekenkundige of bewerkingen uit te voeren of een wisselkoers te berekenen. Agenda (Menu 7.1) Met de optie Agenda kunt u: • De kalender bekijken • Bij de desbetreffende data agendaregels maken met informatie over afspraken, vergaderingen, verjaardagen, enz. en desgewenst een alarm af laten gaan De kalender bekijken De kalender verschijnt als u het menu Agenda (Menu 7.1) kiest. Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen uit de volgende opties. Alles zoeken: alle ingevoerde agendaregels worden getoond, te beginnen met de oudste. U kunt met de toets of door de agendaregels lopen. Alles wissen: om alle agendaregels te verwijderen. Voordat de agendaregels worden gewist, wordt om een bevestiging gevraagd. Ga naar datum: om direct naar een bepaalde datum te gaan. Afsluiten: hiermee verlaat u de agendafunctie en gaat u terug naar de standby-stand. 101 Organizer Agendaregel ingeven Om een agendaregel bij een bepaalde datum aan te maken of te wijzigen: 1. Kies met de navigatietoetsen de gewenste kalenderdatum. Opmerking: Door op de volumetoetsen links op de telefoon te drukken, kunt u naar een vorige of volgende maand gaan. 2. Druk op de functietoets Kies. Er verschijnt een leeg scherm waar u uw agendaregel kunt ingeven. 3. Geef uw agendaregel in en druk op de functietoets OK. Opmerking: Zie pagina 43 voor meer informatie over het intoetsen van tekst. Organizer op de functietoets Opties drukt, zijn de volgende extra opties beschikbaar. Alarm: instellen van het alarm voor een bepaalde dag. Wissen: verwijderen van de agendaregel. Kopiëren naar: agendaregel kopiëren naar een andere datum en/of tijd. Verplaatsen naar: datum en/of tijd van de agendaregel wijzigen. Actielijst (Menu 7.2) Hiermee kunt u: • Een lijst opstellen met actiepunten of taken die u uit moet voeren • Prioriteit en deadline aan ieder actiepunt toekennen • De bestaande actiepunten op prioriteit en status sorteren U wordt gevraagd of u het alarm wilt instellen. 4. Druk op de functietoets Ja als u wilt dat het alarm op de betreffende dag afgaat. Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets Nee. 5. Indien u op Ja hebt gedrukt, stelt u de tijd voor het alarm in en drukt u op OK. De kleur van de datum wijzigt in groen, wat aangeeft dat voor deze datum een agendaregel is ingevoerd. Agendaregel wijzigen Als u een dag kiest waarvoor een agendaregel is ingegeven, kunt op de functietoets Wijzig drukken om de agendaregel te wijzigen. Opmerking: Zie pagina 43 voor meer informatie over het intoetsen van tekst. Actielijst maken 1. Druk op de functietoets Nieuw. 2. Geef de eerste actie in. Opmerking: U heeft de beschikking over 40 posities. Zie pagina 43 voor meer informatie over het intoetsen van tekst. 3. Druk op de functietoets OK. 4. Kies met behulp van de toets of de prioriteit (hoog, normaal of laag) en druk op de functietoets Kies. 5. Geef de datum in waarop de actie moet zijn uitgevoerd. Als u geen deadline wilt instellen, drukt u op de functietoets Oversl. 6. Druk op de functietoets OK. Als u klaar bent met het wijzigen van de agendaregel, drukt u op de functietoets OK. Als u 102 103 Organizer Organizer Actielijst wijzigen U wilt... Doe dan het volgende... Als er al actiepunten in de actielijst zijn opgenomen wanneer u de menu-optie Actielijst (Menu 7.2) selecteert, wordt de inhoud daarvan getoond, inclusief informatie over de status van afhandeling en de prioriteit ( = hoog, = normaal en = laag ). Bestaande actiepunten op prioriteit en status sorteren • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Sorteren. • Kies het sorteercriterium (Hoog, Laag, Afgehandeld of Geannuleerd). De volgende opties zijn beschikbaar: Een actiepunt kopiëren • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Kopiëren. • Wijzig de tekst, prioriteit en eventueel de deadline van het actiepunt. Een actiepunt naar de agenda kopiëren • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Naar agenda kopiëren. • Wijzig de tekst, prioriteit en deadline van het actiepunt en stel eventueel het alarm in. Een actiepunt wissen • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Wissen. Alle actiepunten wissen • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Alles wissen. • Druk op OK om dit te bevestigen. De actielijst verlaten • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Afsluiten. U wilt... Doe dan het volgende... Detailinformatie van een actiepunt bekijken • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Kies. De status van een actiepunt wijzigen • Selecteer het actiepunt. • Druk op de toets om aan te geven dat het actiepunt op de huidige tijd en datum is afgehandeld. of • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Selecteren. • Kies de gewenste status (Afgehandeld of Geannuleerd). Een nieuw actiepunt toevoegen • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Nieuw. • Geef de tekst, prioriteit en deadline van het actiepunt in. Een bestaand actiepunten wijzigen • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Bewerken. • Wijzig de tekst, prioriteit en eventueel deadline van de actie. 104 105 Organizer Tijd en datum Organizer (Menu 7.3) Met deze optie kunt u de tijd en datum op het display wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd in 21 grote steden bekijken. De volgende opties zijn beschikbaar: Klok instellen: hier kunt u de huidige tijd instellen. Via de menu-optie Tijd (Menu 7.3.4) kunt u het gewenste formaat instellen. Alarm (Menu 7.4) Hiermee kunt u: • het alarm op een bepaalde tijd af laten gaan • de telefoon automatisch in laten schakelen als het alarm afgaat. De telefoon hoeft dus niet aan te staan op het moment dat het alarm afgaat. De optie Autopower moet in dat geval aan staan. De volgende opties zijn beschikbaar: Eenmalig: het alarm gaat slechts één keer af en wordt daarna uitgeschakeld. Opmerking: Voordat u de tijd instelt, moet u via de menu-optie Wereldtijd (Menu 7.3.3) de tijdzone instellen. Dagelijks: het alarm gaat iedere dag op dezelfde tijd af. Datum instellen: met deze optie kunt u dag, maand en jaar invoeren. Wekker: het alarm gaat ‘s morgens af om u te wekken. Wereldtijd: met behulp van de toetsen en kunt u de Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd in 21 steden bekijken. In het display verschijnt de volgende informatie: • Naam van de stad • Lokale datum en tijd • Tijdsverschil tussen de geselecteerde stad en uw stad (mits u de plaatselijke tijd heeft ingesteld, zie hieronder) of GMT (standaard) Het selecteren van uw tijdzone doet u als volgt: 1. Selecteer de stad die correspondeert met uw tijdzone door zo vaak als nodig op de toets of te drukken. (Voor Nederland kiest u Parijs.) U ziet nu de plaatselijke datum en tijd. Zo stelt u het alarm in: 1. Ga naar het gewenste alarm. 2. Geef de tijd en dag van de week in (indien van toepassing) waarop het alarm af moet gaan. 3. Druk op de functietoets OK. 4. Als u bij stap 1 Wekker heeft geselecteerd, stelt u in of de wekker van Maandag tot vrijdag of van Maandag tot zaterdag af moet gaan. Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen. Autopower: als bij deze optie is gekozen voor Activeren, gaat het alarm op de ingestelde tijd af, ook als de telefoon is uitgeschakeld. 2. Druk op de functietoets Stel in. Tijdformaat: hier kunt het tijdformaat wijzigen in 24 uur of 12 uur. 106 Als deze menu-optie op Uitzetten staat en de telefoon op de ingegeven tijd is uitgeschakeld, gaat het alarm niet af. 107 Organizer Organizer Om het alarm uit te schakelen als het afgaat, doet u het klepje van de telefoon open en drukt u op de functietoets Stop. Bij het instellen of bekijken van een alarm, zijn de volgende opties beschikbaar als u op de functietoets Opties drukt. Valutabeurs (Menu 7.6) Met deze menukeuze kunt u buitenlandse valuta omrekenen. 1. Geef de huidige wisselkoers van de bronvaluta in en druk op de functietoets OK. Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen. Alarmmelodie instellen: hiermee kunt u de melodie van het alarm selecteren. Calculator (Menu 7.5) Hiermee kunt u de telefoon als calculator gebruiken. De calculator biedt de basis rekenfuncties: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. U kunt een decimale punt invoegen door op de toets te drukken. 2. Geef het bedrag in dat u wilt omrekenen en druk op de functietoets OK. Getoond worden de wisselkoers, het ingegeven bedrag in uw eigen valuta en het equivalent in de vreemde valuta. 3. Druk op de functietoets Stop om deze functie af te sluiten. Calculator gebruiken 1. Geef met behulp van de cijfertoetsen het eerste cijfer in. 2. Druk op de rechter functietoets tot het gewenste rekenkundige symbool verschijnt: + (optellen), – (aftrekken), * (vermenigvuldigen), / (delen). 3. Geef het tweede cijfer in. 4. Herhaal zo vaak als nodig de stappen 1 tot en met 3. Opmerkingen: • Om een onjuiste invoer te wissen en het display leeg te maken, drukt u op de toets . • Om een decimaal of een haakje in te voeren, drukt u op de linker functietoets tot het gewenste symbool verschijnt. 5. Druk op de toets berekening. 108 voor het uitvoeren van de 109 Netwerk diensten Netwerk diensten U kunt de doorschakelopties als volgt instellen: De hieronder behandelde menufuncties zijn Netwerk diensten. Neem contact op met uw provider voor de beschikbaarheid en een abonnement op deze diensten. 1. Selecteer de gewenste doorschakeloptie door op de toets of te drukken tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. Doorschakelen 2. Selecteer het soort oproep dat u door wilt verbinden, door op de toets of te drukken tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. (Menu 8.1) Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende gesprekken doorschakelen naar een ander nummer. Voorbeeld: U kunt zakelijke gesprekken doorschakelen naar een collega als op vakantie bent. De huidige instelling wordt getoond. Als de optie al is ingesteld, verschijnt het nummer waarnaar de gesprekken worden doorgeschakeld. U wilt... Druk op de… Gesprekken doorschakelen kan op de volgende manieren: Gesprekken doorschakelen aanzetten. Functietoets Activeren. Ga naar stap 4. Alles doorschakelen: alle gesprekken worden doorgeschakeld. Het doorschakelnummer wijzigen Functietoets Wijzig. Ga naar stap 4. In gesprek: gesprekken worden doorgeschakeld als u in gesprek bent. Gesprekken doorschakelen annuleren Functietoets Verwijderen. Neemt niet op: gesprekken worden doorgeschakeld als u de telefoon niet opneemt. Buiten bereik: gesprekken worden doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt. Alles opheffen: alle doorschakelfuncties worden geannuleerd. U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de volgende soorten gesprekken: • Alleen spraak oproepen • Alleen data oproepen Voorbeeld: U kunt spraak oproepen doorschakelen naar een collega als u in gesprek bent. 110 3. 4. Toets het nummer in waarnaar de gesprekken moeten worden doorgeschakeld en druk op OK. Voor het invoeren van een internationale toegangscode drukt u op tot het teken + verschijnt. 5. Als u de optie Neemt niet op heeft geselecteerd, stelt u in hoelang de telefoon moet overgaan voordat de oproep wordt doorgeschakeld en drukt u op de functietoets Kies. De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst hiervan via het display. U kunt alle doorschakelinstellingen annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen. 111 Netwerk diensten Blokkeren Netwerk diensten (Menu 8.2) Met dezenetwerkdienst kunt u uw oproepen beperken. 3. Druk op de functietoets Activeren om uw keuze te bevestigen. Gesprekken blokkeren kan op de volgende manieren worden ingesteld. 4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw provider hebt gekregen. Alle uitgaande: u kunt geen uitgaande gesprekken voeren. Internationaal: u kunt geen internationale gesprekken voeren. Internationaal behalve NL: in het buitenland kunt u alleen gesprekken voeren binnen dat land en naar het land van uw eigen provider. Alle inkomende: u kunt geen gesprekken ontvangen. Inkomend buiten bereik: buiten het servicegebied van uw eigen provider kunt u geen gesprekken ontvangen. Alles opheffen: u heft alle blokkeerinstellingen op; u kunt gewoon gesprekken voeren en ontvangen. U kunt de volgende soorten gesprekken blokkeren: • Alleen spraak oproepen • Alleen data oproepen U kunt de blokkeeropties als volgt instellen: 1. Selecteer de gewenste blokkering door op de toets of te drukken tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. 2. Selecteer welk soort oproepen u wilt blokkeren door op de toets of te drukken tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. 112 De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst hiervan via het display. Het annuleren van een blokkeerinstelling doet u als volgt: 1. Kies de blokkeerinstelling die geannuleerd moet worden. 2. Kies het soort gesprek waarvoor deze blokkering is ingesteld. 3. Druk op de functietoets Uitzetten. 4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw provider hebt gekregen. De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst hiervan via het display. U kunt ook alle blokkeringen annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen. Wachtwoord: met deze optie kunt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt gekregen instellen of veranderen. U moet het huidige wachtwoord ingeven voordat u een nieuw kunt ingeven. Als u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen. 113 Netwerk diensten Wisselgesprek Netwerk diensten (Menu 8.3) Netwerk kiezen (Menu 8.4) Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek bent. Om aan te geven of het netwerk tijdens roaming automatisch of handmatig moet worden gekozen, doet u het volgende. Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor wisselgesprek/wachtstand afzonderlijk instellen: • Alleen spraak oproepen Opmerking: U kunt een ander netwerk alleen kiezen als dit een roamingcontract met uw eigen provider heeft afgesloten. • Alleen data oproepen U kunt deze instelling als volgt wijzigen: Zo stelt u de wisselgesprekopties in: 1. Als Netwerk kiezen verschijnt, drukt u op de functietoets Kies. 1. Kies het type oproep waarvoor u wisselgesprek wilt instellen door op de toets of te drukken tot de gewenste keuze is gemarkeerd en daarna op de functietoets Kies te drukken. Op het scherm ziet u of de optie Wisselgesprek aan of uit staat. 2. U kunt deze optie naar keuze aan- of uitzetten met de functietoetsen Activeren en Uitzetten. Om naar het vorige scherm te gaan, drukt u op de functietoets Stop. 2. Druk op de toets of tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets OK. Als u Automatisch kiest, wordt u verbonden met het eerste beschikbare roamingnetwerk. Als u Zelf zoeken kiest, zoekt uw telefoon naar beschikbare netwerken. Ga naar stap 3. 3. Druk op de toets of tot het gewenste netwerk verschijnt en druk dan op de functietoets OK. U bent dan verbonden met dat netwerk. U kunt ook alle instellingen voor een wisselgesprek annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen. 114 115 Netwerk diensten Nr.weergave Netwerk diensten (Menu 8.5) U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer verschijnt op het display van de persoon naar wie u belt. De huidige lijst van indexen verschijnt. Voeg een nieuwe index toe (op advies van uw provider) of verwijder een geselecteerde groep. Opmerking: Bij sommige providers kunt u deze instelling niet wijzigen. U wilt... Druk op de… Door de bestaande indexen bladeren Toets De volgende opties zijn beschikbaar: of . Standaard: de telefoon gebruikt de standaardinstelling van uw provider. Nr. verbergen: uw nummer verschijnt niet op een andere telefoon. Nr. zenden: uw nummer verschijnt wel op een andere telefoon. Index toevoegen Functietoets Opties, kies de optie Toevoegen en geef de index in. Index verwijderen Functietoets Opties en kies de optie Wissen. Gebr.groepen Index activeren Functietoets Opties en kies de optie Activeren. (Menu 8.6) Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende en uitgaande gesprekken beperken tot een bepaalde groep gebruikers. U kunt gebruik maken van maximaal 10 gebruikersgroepen. Neem contact op met uw provider voor meer details over het opzetten, activeren en gebruiken van een gesloten gebruikersgroep. Voorbeeld: Een bedrijf leent SIM-kaarten aan werknemers en wil de uitgaande gesprekken beperken tot leden van hetzelfde team. Als u het menu Gebr.groepen selecteert, kunt u de instellingen voor de gesloten gebruikersgroep vastleggen. Nadat u op de functietoets Kies hebt gedrukt, kunt u de volgende opties kiezen. Buiten groep OK: hiermee kunt u gesprekken met nummers buiten de gebruiksgroep toestaan of verbieden. Deze functie is afhankelijk van uw abonnement. Neem contact op met uw provider. Standaardgroep: u kunt bij een provider een standaard groep instellen. Hierna kunt u de optie Standaardgroep activeren. Als u gaat bellen, kunt u kiezen voor de standaard gebruikersgroep in plaats van deze uit de lijst te kiezen. Uitzetten: beëindigt deze functie. Dit menu verschijnt alleen als er een standaard groep is ingeschakeld of als er een index is geselecteerd. Groepen: hier kunt u de indexnummers voor een gebruikersgroep noteren, toevoegen of verwijderen. 116 117 Netwerk diensten Amusement Bandkeuze (Menu 8.7) Om uitgaande en inkomende gesprekken te kunnen voeren, moet uw telefoon bij een van de beschikbare netwerken worden aangemeld. Uw telefoon is geschikt voor de volgende soorten netwerken: • GSM 900 Het menu Amusement biedt diverse spelletjes. Spelletjes (Menu 9.1) U kunt met uw telefoon drie spelletjes spelen. Kies met de toetsen en het gewenste spel en druk op de functietoets Kies. Meer bijzonderheden over het spel vindt u in de on-line help-informatie. • GSM 1800 • Gecombineerd GSM 900/1800 • GSM 1900 Het land waar u de telefoon hebt aangeschaft is bepalend voor de standaard bandbreedte die wordt gebruikt. In het buitenland kan het nodig zijn een andere bandbreedte te kiezen. 1. Als Bandkeuze verschijnt, drukt u op de functietoets Kies. WAP browser (Menu 9.2) Uw telefoon beschikt over een WAP browser waarmee u toegang heeft tot het Wireless Web (draadloze internet). In de meegeleverde gebruiksaanwijzing vindt u informatie over gebruik van de WAP browser. 2. Druk op de toets of tot de gewenste bandbreedte (GSM 900/1800 of GSM 1900) is geselecteerd en druk dan op de functietoets OK. Downloads Als u een bandbreedte hebt geselecteerd, wordt in het display een bevestiging getoond en wordt automatisch gezocht naar de beschikbare netwerken. Vervolgens meldt uw telefoon zich aan bij een voorkeursnetwerk binnen de gekozen bandbreedte. In dit menu kunt u de lijst met geluiden die u van de server gedownload heeft bekijken. Het geluid dat u gedownload heeft, kunt u als beltoon selecteren, maar u kunt het niet naar andere telefoons sturen. 118 (Menu 9.3) Geluiden Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing getoond. Het downloaden van nieuwe beltonen is dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt. 119 Amusement Problemen oplossen Afbeeldingen In dit menu kunt u de lijst met afbeeldingen die u van de server gedownload heeft bekijken. De afbeelding die u gedownload heeft, kunt u als achtergrond instellen, maar niet naar andere telefoons sturen. Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing getoond. Het downloaden van nieuwe afbeeldingen is dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt. Voer de volgende controles uit alvorens contact op te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u de kosten en de tijd van een onnodig gesprek voorkomen. Bij het aanzetten van de telefoon kunnen de volgende boodschappen verschijnen Insert SIM Card (Plaats SIM-kaart) • Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is geplaatst. Toestel geblokkeerd Geef Wachtwoord • Het toestel is geblokkeerd. U moet het wachtwoord van de telefoon ingeven voordat u de telefoon kunt gebruiken. Geef PIN • U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U moet de PIN ingeven die u bij de SIM-kaart hebt ontvangen. • De functie PIN-controle is ingeschakeld. Iedere keer dat de telefoon wordt aangezet, moet de PIN worden ingegeven. U kunt deze optie uitschakelen via de menukeuze PIN-controle (Menu 6.6.1). Geef PUK • Er is 3 keer achter elkaar een verkeerde PIN ingetoetst. Daarom is uw telefoon nu geblokkeerd. Toets de PUK in die u van uw provider hebt gekregen. 120 121 Problemen oplossen Problemen oplossen “Service niet beschikbaar”, “Netwerkfout” of “Niet mogelijk” verschijnt in het display De telefoon geeft waarschuwingssignalen en “**Waarschuwing** Batterij is bijna leeg” knippert op het display • De netwerkverbinding is verbroken. U bevindt zich in een omgeving met zwakke ontvangst (in een tunnel of tussen gebouwen). Probeer het opnieuw op een andere locatie. • De batterij is onvoldoende opgeladen. Laad de batterij op. • U probeert een optie gekozen waarop u geen abonnement hebt. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. U hebt een nummer ingetoetst, maar het werd niet gebeld • Hebt u op de toets Slechte geluidskwaliteit • Controleer in het display de signaalsterkte ( ); het aantal staafjes geeft aan of de signaalsterkte sterk ( ) of zwak ( ) is. Houd de telefoon in een andere stand. • Bevindt u zich in een gebouw, ga dan wat dichter bij een raam staan. gedrukt? • Gebruikt u het juiste mobiele netwerk? • Misschien heeft u uitgaande gesprekken geblokkeerd. Iemand probeert tevergeefs u te bellen Een nummer uit de telefoonlijst wordt niet gebeld • Controleer met de zoekfunctie of het telefoonnummer goed is opgeslagen. • Sla het nummer eventueel opnieuw op. • Staat uw telefoon aan ( langer dan een seconde ingedrukt gehouden)? • Gebruikt u het juiste mobiele netwerk? • Misschien heeft u binnenkomende gesprekken geblokkeerd. Kunt u met behulp van voornoemde richtlijnen uw probleem niet oplossen, zorg dan voor: Uw gesprekspartner hoort u niet • Het type en serienummer van uw telefoon • Uw garantie-informatie • Een goede beschrijving van het probleem • Hebt u de microfoon uitgeschakeld? • Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond? De microfoon bevindt zich in het midden aan de onderkant van de telefoon. 122 En neem contact op met uw leverancier of de klantenservice van Samsung. 123 Toegangscodes Toegangscodes PIN Uw telefoon en de SIM-kaart zijn met verschillende toegangscodes beveiligd. Zij helpen u om onbevoegd gebruik van de telefoon tegen te gaan. Als uw telefoon om een van de hieronder aangegeven codes vraagt, toets die dan in (op het display verschijnen alleen sterretjes) en druk daarna op de functietoets OK. Als u een tikfout maakt, drukt u een of meerdere keren op tot het onjuiste teken is gewist en geef dan de rest van de goede code in. U kunt de toegangscodes (behalve PUK en PUK2) wijzigen met de opties van het menu Beveiliging (Menu 6.6). Zie pagina 94 voor meer bijzonderheden. Belangrijk! Gebruik geen toegangscodes die op alarmnummers lijken, zoals 112, zodat u niet onbedoeld een alarmnummer draait. Wachtwoord telefoon De blokkeerfunctie gebruikt een wachtwoord om de telefoon te beschermen tegen onbevoegd gebruik. In de fabriek is het wachtwoord ingesteld op 00000000. Het Persoonlijke Identificatie Nummer of PIN code van 4 tot 8 cijfers beschermt uw SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Normaal gesproken wordt uw PIN bij uw SIM-kaart geleverd. Als u drie keer na elkaar een foute PIN-code invoert, wordt de PIN-code opgeheven. De telefoon kan pas opnieuw worden gebruikt nadat u de PUKcode hebt ingevoerd (zie hieronder). U wilt... Zie... PIN-controle activeren/ opheffen pagina 94 (Menu 6.6.1). De PIN wijzigen pagina 95 (Menu 6.6.2). PUK De PUK (PIN Unblocking Key) van 8 cijfers is nodig om de telefoon weer bruikbaar te maken nadat de PIN is geblokkeerd. Als u bij uw SIM-kaart geen PUK-code hebt ontvangen of als u die code kwijt bent, neem dan contact op met uw service provider. U kunt uw PIN als volgt ontgrendelen: 1. Geef de juiste PUK-code in en druk op OK. U wilt... Zie... 2. Geef een nieuwe PIN-code in en druk op OK. De blokkering activeren/ opheffen Pagina 95 (Menu 6.6.3). Uw wachtwoord wijzigen Pagina 95 (Menu 6.6.4). 3. Als de melding Herhaal nwe PIN verschijnt, geef dan dezelfde code nogmaals in en druk op OK. 124 Als u tien keer na elkaar een foute PUK-code intoetst, wordt uw SIM-kaart onbruikbaar. Neem dan contact op met uw provider voor een nieuwe SIM-kaart. 125 Toegangscodes PIN2 De PIN2 (4 tot 8 cijfers) die bij sommige SIMkaarten wordt geleverd, is nodig voor bepaalde speciale functies, zoals het instellen van de maximale kosten per gesprek. Deze functies werken alleen als uw SIM-kaart ze ondersteunt. Als u drie keer na elkaar een foute PIN2-code invoert, wordt de code opgeheven. U kunt die functies dan pas opnieuw gebruiken nadat u de PUK2-code hebt ingevoerd. Zie pagina 96 als u PIN2 wilt wijzigen (Menu 6.6.7). PUK2 De PUK2-code (PIN Unblocking Key 2) van 8 cijfers, geleverd bij bepaalde SIM-kaarten, is nodig om speciale functies weer te kunnen gebruiken door een geblokkeerde PIN2 te wijzigen. Neem contact op met uw provider als u de PUK2-code kwijt bent. Zo kunt u PIN2 weer activeren: 1. Voer de PUK2-code in en druk op OK. 2. Voer een nieuwe PIN2-code in en druk op OK. 3. Als de melding Herhaal nwe PIN2 verschijnt, geef dan dezelfde code nogmaals op en druk op de functietoets OK. Als u tien keer na elkaar een foute PUK2-code opgeeft, dan kunt u de via PIN2 toegankelijke speciale functies niet meer gebruiken. Neem dan contact op met uw provider voor een nieuwe SIM-kaart. 126 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Blootstelling aan radiogolven (SAR informatie) Radiofrequenties Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven. Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor de blootstelling aan radiofrequentie (RF) energie, zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet overschreden worden. Deze limieten maken deel uit van uitgebreide richtlijnen waarin de toegestane niveaus voor RF energie zijn vastgelegd. Deze richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties aan de hand van periodieke onderzoeken en evaluatie van wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is sprake van een ruime veiligheidsmarge zodat de veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de gezondheid, gewaarborgd is. Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend staat onder de naam SAR (Specific Absorption Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is vastgesteld op 2,0 W/kg.* * De SAR limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik bedraagt gemiddeld 2,0 watt/kilogram (W/kg) per tien gram lichaamsweefsel. Bij deze limiet is rekening gehouden met een ruime veiligheidsmarge, die de bescherming van iedere persoon waarborgt en rekening houdt met meetvariaties. De SAR waarden zijn afhankelijk van landelijke eisen en de bandbreedte van het netwerk. 127 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Voorzorgen bij het gebruik van batterijen De SAR tests worden uitgevoerd in standaard situaties waarbij de telefoon met het hoogste toegestane vermogen wordt gebruikt op alle geteste bandbreedtes. Hoewel de SAR is vastgesteld op basis van het hoogste toegestane vermogen, kan het werkelijke SAR niveau tijdens gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de telefoon rekening is gehouden met meerdere vermogenniveaus, zodat alleen het vermogen dat nodig is om het netwerk te bereiden wordt gebruikt. In het algemeen geldt dat hoe dichter u bij een basisstation van het netwerk bent, hoe lager het vermogen. Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker en andere personen. Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ionbatterij. • Gebruik nooit batterijen of batterijladers die beschadigd zijn. • Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden dan waarvoor ze bedoeld zijn. • Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen van het netwerk. • De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de resterende batterijlading en het gebruikte type batterij en oplader. De batterij kan honderden keren worden ontladen en opgeladen, maar na verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij achteruit. Wordt de gebruikstijd (spreek- en standbytijden) aanmerkelijk korter, dan is het tijd om een nieuwe batterij te kopen. • Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt zichzelf na verloop van tijd. • Gebruik alleen batterijen en opladers die Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de batterijlader niet, haal dan de stekker uit het stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een week in de oplader zitten. Dit verkort de levensduur van de batterij. • Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op te warmen voor u met opladen begint. 128 129 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Verkeersveiligheid • Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen werken met name niet goed bij temperaturen onder de 0 °C . • Maak geen kortsluiting tussen de contacten van de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip van een pen of een sleutel) direct contact maakt tussen de + en - polen van de batterij (metalen strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas bewaart. Kortsluiting tussen de contacten kan de batterij (maar ook het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt) beschadigen of vernielen. • Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in het vuur. Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna overal en altijd mondeling te communiceren. Deze mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat echter gepaard met een belangrijke verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die iedere gebruiker serieus moet nemen. Als u autorijdt, is het besturen van uw auto uw belangrijkste taak die uw volledige aandacht vraagt. Het gebruik van een mobiele telefoon is (of wordt binnenkort) dan ook in veel landen verboden. Als u tijdens het rijden toch uw mobiele telefoon wilt gebruiken, moet u rekening houden met het volgende: 1. Zorg ervoor dat u alle functies en mogelijkheden als snelkiezen en nummer herhalen kent. Door gebruik te maken van deze functies kunt u met zo min mogelijk toetsaanslagen telefoneren. 2. Maak bij voorkeur gebruik van een hands-free carkit. Tegenwoordig zijn veel accessoires verkrijgbaar die het hands-free bellen mogelijk maken, en daarmee het gemak en de veiligheid aanzienlijk vergroten. 3. Zorg dat u uw telefoon gemakkelijk kunt pakken, zodat uw blik op de weg gericht blijft. Laat eventueel uw voice mail de oproep beantwoorden. 4. Laat degene die u belt weten dat u op de weg zit. Breek het gesprek zonodig af wanneer het erg druk is op de weg of wanneer het weer erg slecht is. Regen, ijzel en sneeuw kunnen tot zeer gevaarlijke situaties leiden. 130 131 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Gebruiksomgeving 5. Maak geen aantekeningen en zoek geen telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit soort activiteiten leiden ertoe dat u niet uw volle aandacht bij het rijden en het verkeer kunt houden. 6. Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat echt nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u stilstaat of voordat u zich in het verkeer begeeft. Wilt u toch iemand bellen tijdens het rijden, draai dan de eerste twee cijfers, richt uw blik weer op de weg en het verkeer, draai dan de volgende twee cijfers, enzovoort. 7. Houd tijdens het rijden geen gesprekken die stress of emoties met zich meebrengen. Maak de persoon met wie u aan het telefoneren bent duidelijk dat u op de weg zit en stel het gesprek uit tot een later tijdstip. 8. In noodsituaties kunt u met uw mobiele telefoon de alarmdienst bellen, bijvoorbeeld bij brand, een verkeersongeval, enzovoort. Meestal kunt u deze nummers gratis bellen. 9. Gebruik uw telefoon om anderen in noodsituaties te helpen. Ziet u een ongeluk gebeuren, een overval of een andere situatie waarbij levens in gevaar zijn, bel dan het alarmnummer (112 of een ander officieel alarmnummer). 10. Bel indien nodig de wegenwacht of een andere hulpdienst. Als u een auto met pech ziet, een kapot verkeerslicht, een verkeersongeluk waar geen gewonden bij betrokken zijn of een auto waarvan u weet dat die gestolen is, belt u de wegenwacht, een andere hulpdienst of de politie. 132 Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren (zoals in een ziekenhuis). Wilt u de telefoon op een ander apparaat aansluiten, kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing hoe het met de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit geen incompatibele producten op elkaar aan. Net als voor andere mobiele apparatuur die radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon voor een juiste werking en uw persoonlijke veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de antenne over uw schouder wijst). Elektronische apparatuur De meeste moderne elektronische apparaten zijn afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen. Het kan echter voorkomen dat bepaalde elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen de RF signalen van uw mobiele telefoon. Neem in dat geval contact op met de fabrikant voor een alternatieve oplossing. Pacemakers Om interferentie met de pacemaker te voorkomen, adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de telefoon en de pacemaker een afstand van minimaal 15 cm aan te houden. Deze aanbeveling stemt overeen met onafhankelijk onderzoek door en aanbevelingen van het Wireless Technology Research. 133 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Gebruikers met een pacemaker: Voertuigen • Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal 15 cm van hun pacemaker vandaan houden Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde elektronische systemen in motorvoertuigen. • Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen • Moeten om het risico van interferentie te beperken de telefoon bij het oor houden dat het verst van de pacemaker vandaan zit Heeft u het idee dat er toch sprake is van interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit. Gehoorapparaten Bij sommige digitale draadloze telefoons is sprake van interferentie met bepaalde gehoorapparaten. Neem in dat geval contact op met de fabrikant van uw gehoorapparaat voor een eventueel andere oplossing. Andere medische apparatuur Gebruikt u een ander medisch apparaat of hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant van dat apparaat om na te gaan of het afdoende beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan uw huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn. Houd u altijd aan de voorschriftenvoor mobiele telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren (zoals in een ziekenhuis). 134 Neem hierover eventueel contact op met de fabrikant of dealer van de auto of het in uw auto ingebouwde apparaat. Verbod op mobiel telefoneren Als in een bepaald gebouw of gebied is aangegeven dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden is, dient u zich daaraan te houden. Zet in dat geval uw mobiele telefoon direct uit, mocht u hem aan hebben staan. Omgeving waar kans op explosies is Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een omgeving bent waar met explosieven wordt gewerkt. Houd u aan alle ter plaatse gelden veiligheidsvoorschriften. Vonken kunnen in zo’n omgeving tot een ontploffing leiden, met lichamelijk letsel en zelfs de dood als gevolg. Zet uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We wijzen u nogmaals op de noodzaak om u in brandstofdepots (opslag en distributie), chemische fabrieken en andere plaatsen waar met explosieve materialen wordt gewerkt altijd te houden aan de voorschriften en verboden voor het gebruik van radioapparatuur. Omgevingen en situaties waar kans bestaat op ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven. Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen, plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten, bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en ieder ander gebied waar u normaalgesproken de motor van uw auto uit zou moeten zetten. 135 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Telefoneren in geval van nood Overige belangrijke veiligheidsinformatie Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en voorgeprogrammeerde functies die geen garantie voor verbinding onder alle omstandigheden kunnen bieden. Vertrouw daarom in een noodgeval (bijvoorbeeld voor medische assistentie) nooit alleen op uw mobiele telefoon. Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met voldoende signaalsterkte van een netwerk voor mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken of als bepaalde Netwerk diensten en functies van de telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw provider. Een alarmnummer bellen doet u als volgt: 1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan. 2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land verschillen. 3. Druk op de toets . Als u bepaalde functies aan heeft staan (wachtwoord telefoon, blokkeren oproepen, enz.) moet u deze functies misschien eerst uitzetten voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact op met uw provider. • Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon vervalt. • Controleer ingebouwde telefoonapparatuur regelmatig op correcte montage en werking. • Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen, gassen en ander brandbaar of explosief materiaal niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of accessoires. • Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen. Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen of apparatuur in de directe omgeving van de airbag. • Zet uw mobiele telefoon aan boord van een vliegtuig altijd uit. Het gebruik van een mobiele telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk voor de besturingselektronica van het vliegtuig. Bovendien kan het het mobiele netwerk verstoren. • Bij het overtreden van deze voorschriften kan u het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd. Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat moment misschien het enige beschikbare communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas nadat u daartoe opdracht hebt gekregen. 136 137 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Verzorging en Onderhoud Uw telefoon is een kwaliteitsproduct en moet zorgvuldig worden behandeld. Onderstaande tips helpen u te voldoen aan de garantieverplichtingen en zij zorgen dat u uw telefoon jarenlang kunt gebruiken. • Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog. Regen, vocht en mineraalhoudende vloeistoffen tasten de elektronica aan. • Raak de telefoon tijdens het opladen niet met natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een elektrische schok oplopen en de telefoon kan erdoor beschadigd raken. • Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen daardoor beschadigen. • Bewaar uw telefoon niet op een plaats met extreem hoge temperaturen. Dit verkort de levensduur van de elektronica, beschadigt de batterijen en doet het plastic kromtrekken of smelten. • Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een in een mild sopje gedrenkte doek. • Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de beweegbare delen van het toestel verstopt raken, wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer goed werkt. • Gebruik alleen de meegeleverde of een andere goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer voldoet aan de wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen uitzendt. • Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service center. Daar zorgt men voor technische ondersteuning en indien nodig voor deskundige reparatie. • Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij verplaatsing naar een warmere plaats kan er condens ontstaan die de elektronica aantast. • Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan, kunnen de onderdelen in de telefoon beschadigen. 138 139 Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst GSM (Global System for Mobile Communication) Verklaring van diverse technische termen en afkortingen die in deze handleiding worden gebruikt. Hiermee kunt u optimaal gebruik maken van de mogelijkheden van uw mobiele telefoon. Deze internationale standaard voor mobiele telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele netwerk operators. Naast grote delen van Europa is GSM ook in veel andere landen de standaard. Blokkeren van oproepen Klepje actief Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot bepaalde telefoonnummers. Om een gesprek aan te nemen, hoeft u alleen maar het klepje te openen. Doorschakelen van oproepen MMS (Multimedia Message Service) Inkomende oproepen worden naar een ander nummer doorgeschakeld. Een berichtendienst voor mobiele telefoons, gestandaardiseerd door het WAP forum en het 3rd Generation Partnership Program (3GPP). Voor gebruikers van mobiele telefoons lijkt MMS veel op de SMS-berichtendienst - het zorgt voor een automatische en directe aflevering van telefoon naar telefoon van door de gebruiker samengestelde berichten. Omdat de berichten voornamelijk tussen telefoons worden uitgewisseld, bestaat de adressering in het algemeen uit telefoonnummers. U kunt het bericht echter ook naar een e-mailadres sturen. Naast tekst, kan een MMS-bericht ook foto’s, afbeeldingen stemgeluid of audioclips bevatten, en in de toekomst zelfs videoclips en andere informatie. Functietoetsen Toetsen en op de telefoon, waarvan het doel: • Afhankelijk is van de functie die op dat moment wordt gebruikt • Op de onderste regel van het display, boven de betreffende toets is aangegeven Gesprek in de wacht zetten U kunt een gesprek in de wacht te zetten terwijl u een tweede telefoongesprek met iemand anders voert of een ander nummer belt. U kunt tussen de twee gesprekken heen en weer schakelen. Multiparty (telefonisch vergaderen) GPRS (General Packet Radio Service) Nieuwe service waarbij via het mobiele telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en ontvangen kan worden. GPRS garandeert gebruikers van mobiele telefoons en computers een continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd op GSM (Global System for Mobile Communication) verbindingen en SMS (Short Message Service). 140 Mogelijkheid om met maximaal vijf andere personen telefonisch te vergaderen. Nummerweergave U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken. 141 Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer) SMS (Short Message Service) Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt tegelijk met de SIMkaart door de provider verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen. Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen, bewerken en verzenden. Tri Band PUK (PIN Unblocking Key) Beveiligingscode die nodig is om de telefoon te deblokkeren nadat drie keer na elkaar een onjuiste PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat uit 8 cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de SIM-kaart door de provider verstrekt. Roaming Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw provider (met name in het buitenland). SDN (Servicenummers) Telefoonnummers die u van uw provider heeft ontvangen en waarmee u toegang heeft tot speciale diensten als voice mail, ondersteuning en alarmcentrales. Mogelijkheid gebruik te maken van de volgende soorten netwerken: GSM 900, GSM 1800, gecombineerd GSM 900/ 1800 en GSM 1900 MHz bandbreedte, met meer kans op een succesvolle oproep en een bredere roaming. Uw telefoon zoekt automatisch naar het laatste netwerk dat gebruikt is. Wanneer dit om welke reden dan ook niet beschikbaar is, probeert uw telefoon automatisch aan te melden bij een ander netwerk. Voice Mail Antwoordapparaat dat automatisch uw oproepen beantwoordt als u niet beschikbaar bent. Eerst wordt een welkomtekst afgespeeld (deze kunt u eventueel zelf inspreken) en vervolgens kan een boodschap worden opgenomen. SIM (Subscriber Identification Module) Een kaartje met een chip die alle informatie bevat die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerken geheugeninformatie en persoonlijke gegevens van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine opening aan de achterkant van de telefoon en wordt beschermd door de batterij die erop wordt geplaatst. Wachtwoord telefoon Met deze code kunt u uw telefoon beveiligen tegen gebruik door onbevoegden. Wanneer u deze optie aan heeft staan, kan de telefoon na aanzetten alleen worden gebruikt als eerst het juiste wachtwoord wordt ingevoerd. Wisselgesprek Mogelijkheid om gebruikers tijdens een telefoongesprek te informeren dat er (nog) een oproep is. 142 143 Index Index A Accessoires 9 Achtergrond 85, 92 Actielijst (Menu 7.2) 103 Actiepunten ingeven 103 wijzigen 104 wissen 103, 105 Adapter 19 Afbeeldingberichten berichtprofiel (2.6) 79 instellingen (2.5) 78 postvak IN (2.1) 73 postvak UIT (2.2) 75 wissen 73, 75, 78 Afbeeldingen achtergrond 85, 92 berichten 66, 69, 73 gedownload 120 Agenda (7.1) 101 Agendaregels kopiëren 103 schrijven 102 toevoegen 102 verwijderen 101, 103 wijzigen 102 Alarm, instellen (7.4) 107 Amusement (9) 119 Andere tonen (5.8) 90 Automatisch herhalen oproepen 48 Autopower, alarm 107 B Bandkeuze (8.7) 118 Batterij indicatie batterij bijna leeg 20 opladen 19 Beantwoorden tweede oproep (wisselgesprek) 52 van een oproep 25 Begroeting (6.3) 93 Belgroep 37, 38, 39 Beltoon 144 belsignaal, type (5.3) 87 belvolume (5.2) 86 Bericht schrijuen afbeelding (2.3) 76 Bericht schrijven tekst (1.3) 65 Bericht signaal (5.5) 88 Berichten lezen afbeeldingen 73 tekstberichten (1.1) 62 Berichtprofiel (2.6) 79 Beveiliging (6.6) 94 Blokkeren (8.2) 112 blokkeren (8.2) wachtwoord 113 F I FDN-modus 96 FDN-modus (6.6.6) 96 Filmpjes 66, 69 Foto afbeeldingberichten 76 maken 83 Foto maken en verzenden 83 Foto’s (4.3) 84 Fouttoon 90 Functies en opties selecteren 29 Functies, selecteren 29 Functietoetsen 29 C G Calculator (7.5) 108 Camera (4) 83 Corrigeren van nummers 22 CUG, zie Gebruikersgroepen 116 Gebr.groepen (6.6) 116 Gebruikersgroepen 116 Gebruikersinstellingen (6.2) 92 Geheugenstatus info-berichten (1.7.3) 70 telefoonlijst 42 Gehoorapparaten 134 Geluid beltoon (5.1) 86 berichten 66, 73 gedownload 119 Geluidopties (5) 86 Gemiste oproepen 26, 80 Gesprek in de wacht zetten 49 Gespreksduur 81, 90 Gesprekskosten (3.6) 82 Gezondheidsinformatie 127 Groep belgroep 37, 38, 39 gebruikers 116 In-/ uitschakelen microfoon 50 telefoon 21 toon 89 Indicatie batterij bijna leeg 20 Info-berichten (1.9) 71 Infrarood aan (6.1) 91 Infraroodpoort 91 Instellingen alarm (7.4) 107 beveiliging 94 datum (7.3.2) 106 display 97 extra 99 geluid 86 kleurenschema 98 resetten 100 telefoon 91 instellingen taalkeuze (6.5) 94 tijd (7.3.1) 106 Invoerstand intoetsen van tekst 43 selecteren 43 wijzigen 44 D Datum instellen (7.3.2) 106 Display extern 16 helderheid 97 indeling 13 instellingen (6.7) 97 symbolen 14 taalkeuze 31, 94 Doorschakelen (8.1) 110 Downloads (9.3) 119 E Eigen nummer (6.4) 93 Elektronische apparatuur 133 Elke toets antw. 99 Extern display 16 Extra instellingen (6.8) 99 H Helderheid 97 Herhalen automatisch 99 Laatste nummer 23 K Kaart SIM-kaart installeren 17 Kopëren agendaregels 103 Kopiëren actiepunten 105 nummer in telefoonlijst 37 L Laatste nummer herhalen 23 Lampje Standby 16 standby 98 Logo grafisch 98 provider (6.7.5) 98 Luidsprekervolume 24 145 Index M Medische apparatuur 134 Melodieën 66, 69, 86, 119 Menu instelling 92 naar menufunctie bladeren 55 naar menufunctie via de sneltoets 56 overzicht 56 Microfoon uitschakelen 50 Mijn objecten (1.6) 69 Minutenteller 90 Multi-party gesprek starten 53 Multiparty gesprek deelnemer verwijderen 54 privégesprek 53 N Namen intoetsen 43 vastleggen 33 zoeken/kiezen 37 Netwerk kiezen (6.4) 115 Netwerkdiensten (6) 110 Nieuw bericht 65 Nieuwe foto (4.2) 84 Noodoproepen 136 Nr. herhalen 99 Nummers corrigeren 22 eigen nummer 93 herhalen 23 invoegen in telefoonlijst 36 stand 48 telefoonlijst kopiëren 37, 48 telefoonnr Voice Mail 71 vaste nummers 96 vastleggen 33 wissen 37 zoeken/kiezen 37 Nummers telefoonlijst verwijderen 37 wijzigen 37 Nummerweergave 25 146 Index Nummerweergave (8.5) 116 O Objecten bij bericht 66, 69, 76 Omgeving waar kans op explosies is 135 Onderhoud 138 Ontvangen (3.2) 80 Ontvangen berichten tekst (1.1) 62 Oplossen van problemen 121 Oproepen automatisch 99 beantwoorden van een oproep 25 beantwoorden tweede oproep (wisselgesprek) 52 beëindigen 23 doorschakelen (8.1) 110 gemist 26, 80 gesprektellers (3.5) 81 herhalen 23 in de wacht zetten 49 internationaal 22 kostentellers (3.6) 82 multiparty 53 noodoproep 136 ontvangen (3.2) 80 oproepenlijst (3) 80 opzetten 22 uitgaand (3.3) 81 weigeren 25 wisselgesprek 114 wisselgesprek (8.3) 52, 114 Opropen blokkeren (8.2) 112 doorschakelen (6.1) 110 Opties selecteren 29 Opzoeken nummer via telefoonlijst 37 Organizer (7) 101 P Pacemakers 133 PIN code 125 controle 94 wijzigen 95 PIN2 code 126 wijzigen 96 Postvak IN (2.1) 62, 73 UIT (2.2) 63, 75 Problemen oplossen 121 PUK 125 PUK2 126 R Radiofrequenties 127 Reset instellingen (6.10) 100 Roaming 115 S SIM blokkeren (6.6.5) 96 SIM-kaart blokkeren 96 installeren 17 SMS-bericht berichten 52 instellingen 68 symbool 62 tekstberichten 52, 62 Sneltoets 100 Speciale tekens intoetsen 48 Spelletjes 119 standaardberichten (1.4) 67 Standby-lampje 16, 98 helderheid 97 verlichting automatisch 97 Stille modus 28 Symbolen, beschrijving 14 T T9 stand 45 Taalkeuze (6.5) 31, 94 Tekstberichten 62 geheugenstatus (1.7) 70 info-berichten (1.9) 71 nieuw bericht (1.3) 65 objecten 69 ontvangen (1.1) 62 standaardberichten (1.4) 67 Voice Mail (1.8) 70 Tekstinvoerstand 44 tekst intoetsen 43 wijzigen 44 Telefonisch vergaderen 53 Telefoonlijst 33 belgroepen 37, 38, 39 gehengenstatus 41 invoegen 36, 37 kopiëren 37, 48 namen/nummers vastleggen 33 opties 36 verkort kiezen 40 wijzigen 36 wissen 37 zoeken/kiezen 37 Telefoonnr Voice Mail 71 Tijd formaat (7.3.4) 106 instellen (7.3.1) 106 oproep 81 wereldtijd (7.3.3) 106 Toegangscodes 124 Toestel 95 blokkeren (6.6.3) 95 instellingen (6) 91 wachtwoord 124 Toets beschrijving 11 plaats 10 Toetstonen selecteren (5.4) 87 uitschakelen 51 verzenden 51 Toetstoon 87 Tonen andere (5.8) 90 Toon 89 beltoon (5.1) 86 bij bericht (5.5) 88 bij fouten 90 bij verbinding 90 in-/ uitschakelen (5.7) 89 klepje (5.6) 89 minutenteller 90 147 Index toetsen (5.4) 87 Trillen 28, 87 Type belsignaal (5.3) 87 U Uitgaand (3.3) 81 Uitgaande berichten tekst (1.2) 63 Uitpakken 9 Uitschakelen DTMF (toetstonen) 51 microfoon 50 V Valutabeurs (7.6) 109 Veiligheid 7 batterijen 129 gebruiksomgeving 133 informatie 137 omgeving waar kans op explosies is 135 op de weg 131 Verbinden met Voice Mail 70 Verbindingstoon 90 Verkeersveiligheid 131 Verkort kiezen 40 Verlichting 15, 97 achtergrond 15, 97 automatisch aanzetten 97 Verzenden berichten 65, 75 Verzenden van DTMF (toetstonen) 51 Verzorging 138 Voice Mail (1.8) 70 Volume aanpassen 24 belvolume selecteren 86 Voorzorgsmaatregelen batterijen 129 W Wachtwoord blokkeren wijzigen 113 148 telefoon wijzigen 95 Wachtwoord telefoon 124 Wachtwoord, telefoon code 124 WAP Browser (9.2) 119 Wekker 107 Wereldtijd (7.3.3) 106 Wijzigen actielijst 104 actiepunt 104 agendaregels 102 aktiepunten 104 belgroep 39 berichten 62, 75 Blokkeerwachtwoord 113 gemiste oproepen 27 nummer in telefoonlijst 36 PIN (6.6.2) 95 PIN2 (6.6.7) 96 tekstinvoerstand 44 wachtwoord (6.6.4) 95 Wisselgesprek 52, 114 Wissen berichten 62, 64 foto 85 gemiste oproepen 27, 80 nummer in telefoonlijst 37 Z Zoeken in telefoonlijst 37 149 ➄ Druk op de functietoets Kies. ➃ Blader met de toetsen en door de lijst met opties tot de gewenste optie is geselecteerd. ➂ Druk op de functietoets Kies. ➁ Blader met de toetsen en door de menu’s tot u bij het gewenste menu bent. ➀ Druk op de functietoets Menu. • De twee functietoetsen ( en ) hebben de functie die er direct boven vermeld staat (op de onderste regel van het display). Naar de menufuncties Houd de toets ingedrukt. ➀ Toets het nummer in. ➁ Druk op de toets . Kort op de toets drukken. ➀ Open het klepje en druk op de functietoets Kies. ➁ Blader met de toetsen en door de lijst met gemiste oproepen. ➂ Om het nummer terug te bellen, drukt u op de toets . In-/ uitschakelen Zelf bellen Gesprek beëindigen Direct gemiste oproepen bekijken Referentiekaart Tri Band SGH-V200 GPRS Telefoon Oproep aannemen Volume aanpassen Een nummer in de telefoonlijst opslaan Conformiteitsverklaring (R&TTE) Voor het volgende product: TRI BAND GPRS TELEFOON SGH-V200 Open het klepje. of Druk op de toets SGH-V200 (Type nummer) Gefabriceerd door: - . Toets het nummer in. Druk op de functietoets Opslaan. Selecteer een categoriepictogram. Druk op de functietoets Kies. Selecteer het geheugen. Druk op de functietoets Kies. Geef de naam in. Druk op de functietoets OK. Wijzig zo nodig het geheugen. Druk op de functietoets OK. Druk op om terug te gaan naar standby. Druk op de toets of aan de linkerzijkant van de telefoon. ➀ ➁ ➂ ➃ ➄ ➅ ➆ ② ➈ ➉ 1 (Product) - Samsung Electronics, 94-1 Imsu-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea, 730-350 Samsung Electronics Iberia, S.A., Pol. Ind. Riera de Caldes, Via Augusta, n-10 08184 Palau de Plegamans, Barcelona, Spanje (Naam fabriek, adres) Een nummer opzoeken in de telefoonlijst Type belsignaal instellen Safety : EN 60950:1992+A1+A3+A4+A11 EMC : EN 301-489-7:2000 SAR : EN 50361:2001 Network : EN 301 511V7.0.1 ➀ Druk op de functietoets Namen. ➁ Kies de optie Zoek. ➂ Geef de beginletter(s) van de naam in. ➃ Blader met de toets of door de namen. ➄ Druk op de functietoets Kies. ➅ Met de toetsen en kunt u door de nummers lopen. ➆ Om het nummer te bellen, drukt u op . ➀ Selecteer de menukeuze Type belsignaal (5.3). ➁ Selecteer een optie: • Alleen lichtsignaal • Melodie • Trillen • Trillen+melodie ➂ Druk op de functietoets Kies. Wij verklaren hierbij dat [alle noodzakelijke radio tests zijn uitgevoerd en dat] bovengenoemd product voldoet aan alle van belang zijnde eisen van Richtlijn 1999/5/EC. De conformiteits- goedkeuringsprocedure waarnaar in artikel 10 wordt verwezen en welke nader is uitgewerkt in bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EC is opgevolgd, waarbij de volgende officiële organisatie(s) is (zijn) betrokken: BABT, Claremont House, 34 Molesey Road, Walton-on-Thames, KT12 4RQ, Groot-Brittannië - Identificatienummer: 168 De technische documentatie bevindt zich bij: Samsung Electronics Euro QA Lab. en is op verzoek op te vragen. (Vertegenwoordiger in de EU) Samsung Electronics Euro QA Lab. Blackbush Business Park, Saxony Way, Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK IN-SEOP LEE / Manager 04/02/2003 (plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van geautoriseerde medewerker)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

Samsung sgh v 200 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor