Documenttranscriptie
* Het is mogelijk dat de informatie in deze gebruiksaanwijzing
op sommige plaatsen afwijkt van uw telefoon, omdat deze
soms afhangt van de geïnstalleerde software of uw internet
provider. Drukfouten voorbehouden.
ELECTRONICS
Site Internet
http://www.samsungmobile.com
Printed in Korea
Code No.: GH68-03605A
Dutch. 03/2003. Rev. 1.0
TRI BAND
GPRS telefoon
SGH-V200
Inhoud
Belangrijke veiligheidsinformatie................. 7
Uitpakken .................................................... 9
Uw telefoon................................................ 10
Onderdelen....................................................... 10
Display............................................................. 13
Standby-lampje................................................. 16
Aan de slag ................................................ 17
SIM-kaart installeren ......................................... 17
Batterij opladen................................................. 19
Telefoon aan- en uitzetten .................................. 21
Telefoneren................................................ 22
Zelf bellen ........................................................
Volume aanpassen.............................................
Een oproep beantwoorden ..................................
Gemiste oproepen bekijken.................................
Snel naar de stille modus overschakelen ...............
22
24
25
26
28
Functies en opties selecteren ..................... 29
Voorbeeld: Displaytaal instellen ........................... 31
Telefoonlijst ............................................... 33
Naam en nummer vastleggen..............................
Opties telefoonlijst gebruiken ..............................
Een nummer opzoeken in de telefoonlijst ..............
Een belgroep wijzigen .......................................
Verkort kiezen...................................................
Geheugenstatus controleren................................
33
36
37
39
40
42
Tekst intoetsen .......................................... 43
Tekstinvoerstand wijzigen.................................. 44
T9 stand........................................................... 45
Stand voor het intoetsen van hoofdletters en kleine letters ................................................................. 47
Speciale tekens intoetsen ................................... 48
Stand voor cijfers .............................................. 48
3
Inhoud
Inhoud
Tijdens een gesprek beschikbare opties..... 49
Camera ...................................................... 83
Gesprek in de wacht zetten.................................
Microfoon uitschakelen .......................................
Toetstonen in- en uitschakelen ............................
Een nummer opzoeken in de telefoonlijst ..............
SMS diensten ....................................................
Een tweede oproep beantwoorden (wisselgesprek).
Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen).....
Foto maken+verzenden (Menu 4.1)....................... 83
Nieuwe foto (Menu 4.2) ........................................ 84
Foto’s (Menu 4.3) ................................................. 85
49
50
51
51
52
52
53
Menu’s gebruiken....................................... 55
Naar menufunctie bladeren ................................. 55
Naar menufunctie via de sneltoets ....................... 56
Overzicht menufuncties ...................................... 56
Geluid opties .............................................. 86
Beltoon (Menu 5.1)...............................................
Belvolume (Menu 5.2) ..........................................
Type belsignaal (Menu 5.3) ...................................
Toetstoon (Menu 5.4) ..........................................
Bericht signaal (Menu 5.5) ....................................
Toon klepje (Menu 5.6).........................................
Toon bij in-/uitschakelen (Menu 5.7) .....................
Andere tonen (Menu 5.8) ......................................
86
86
87
87
88
89
89
90
Tekstberichten ........................................... 62
Ontvangen (Menu 1.1)..........................................
Verzonden (Menu 1.2) ..........................................
Nieuw bericht (Menu 1.3).......................................
Standaardberichten (Menu 1.4) .............................
Instelling (Menu 1.5) ............................................
Mijn objecten (Menu 1.6) ......................................
Geheugenstatus (Menu 1.7) ..................................
Voice Mail (Menu 1.8) ...........................................
Info-berichten (Menu 1.9).....................................
62
63
65
67
68
69
70
70
71
Afbeeldingberichten ................................... 73
Postvak IN (Menu 2.1)..........................................
Postvak UIT (Menu 2.2) ........................................
Nieuw bericht (Menu 2.3)......................................
Alles verwijderen (Menu 2.4) ................................
Instellen (Menu 2.5) .............................................
Berichtprofiel (Menu 2.6) ......................................
73
75
76
78
78
79
Oproepen lijst ............................................ 80
Gemist (Menu 3.1) ...............................................
Ontvangen (Menu 3.2)..........................................
Uitgaand (Menu 3.3).............................................
Alles wissen (Menu 3.4) ........................................
Gesprektellers (Menu 3.5).....................................
Kostentellers (Menu 3.6)......................................
4
Telefoon opties .......................................... 91
Infrarood aan (Menu 6.1)...................................... 91
Gebruikersinstellingen (Menu 6.2) ......................... 92
Begroeting (Menu 6.3).......................................... 93
Eigen nummer (Menu 6.4) .................................... 93
Taalkeuze (Menu 6.5) ........................................... 94
Beveiliging (Menu 6.6).......................................... 94
LCD-scherm instellingen (Menu 6.7) ..................... 97
Extra instellingen (Menu 6.8) ................................ 99
Sneltoets (Menu 6.9) ........................................... 100
Reset instellingen (Menu 6.10) ............................. 100
Organizer ................................................. 101
Agenda (Menu 7.1)..............................................
Actielijst (Menu 7.2) ............................................
Tijd en datum (Menu 7.3) ....................................
Alarm (Menu 7.4) ................................................
Calculator (Menu 7.5) ..........................................
Valutabeurs (Menu 7.6) .......................................
101
103
106
107
108
109
80
80
81
81
81
82
5
Inhoud
Netwerk diensten..................................... 110
Doorschakelen (Menu 8.1) ...................................
Blokkeren (Menu 8.2) ..........................................
Wisselgesprek (Menu 8.3)....................................
Netwerk kiezen (Menu 8.4) ..................................
Nr.weergave (Menu 8.5) ......................................
Gebr.groepen (Menu 8.6).....................................
Bandkeuze (Menu 8.7).........................................
110
112
114
115
116
116
118
Amusement.............................................. 119
Spelletjes (Menu 9.1) .......................................... 119
WAP browser (Menu 9.2) ..................................... 119
Downloads (Menu 9.3)......................................... 119
Problemen oplossen................................. 121
Toegangscodes ........................................ 124
Wachtwoord telefoon ........................................
PIN.................................................................
PUK ................................................................
PIN2 ...............................................................
PUK2 ..............................................................
124
125
125
126
126
Informatie met betrekking tot gezondheid en
veiligheid ................................................. 127
Blootstelling aan radiogolven
(SAR informatie) Radiofrequenties ......................
Voorzorgen bij het gebruik van batterijen ............
Verkeersveiligheid ............................................
Gebruiksomgeving ............................................
Omgeving waar kans op explosies is ...................
Telefoneren in geval van nood ............................
Overige belangrijke veiligheidsinformatie .............
Verzorging en Onderhoud ..................................
127
129
131
133
135
136
137
138
Verklarende woordenlijst ......................... 140
Index ....................................................... 144
6
Belangrijke
veiligheidsinformatie
Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u uw
telefoon in gebruik neemt. Houdt u zich er niet aan,
dan kan dit gevaar opleveren of kunt u de wet
overtreden. Uitvoerige veiligheidsinformatie vindt u
op pagina 127 onder “Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid”.
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon nooit tijdens het rijden. Parkeer
eerst de auto.
Uitschakelen als u gaat tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in
de buurt van chemicaliën of brandstoffen.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische
systemen veroorzaken. Daarom is gebruik hiervan
in een vliegtuig verboden en gevaarlijk.
Uitschakelen in een ziekenhuis
Schakel uw telefoon uit als u zich in de nabijheid
van medische apparatuur bevindt.
Volg alle van kracht zijnde voorschriften op.
Storingen
De werking van elke mobiele telefoon kan nadelig
worden beïnvloed door apparatuur die
radiofrequenties uitzendt.
7
Belangrijke veiligheidsinformatie
Uitpakken
Speciale voorschriften
Houd u aan speciale voorschriften en schakel uw
telefoon uit op plaatsen waar het gebruik verboden
is of gevaar of storingen kan opleveren
(bijvoorbeeld in een ziekenhuis).
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
Radiofrequenties
Het ontwerp van deze telefoon voldoet aan de eisen
van de Europese Unie (EU) met betrekking tot
blootstelling aan radiofrequenties (RF). Om aan
deze eisen te blijven voldoen, dient u uitsluitend
door Samsung geleverde of goedgekeurde
accessoires te gebruiken. Gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan ertoe leiden dat niet
meer aan deze eisen wordt voldaan.
Telefoon
Batterijen
Stand van de telefoon
Adapter
Gebruiksaanwijzing
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand
(tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de
antenne als de telefoon is ingeschakeld.
Accessoires en batterijen
Oortelefoon
Software cd-rom
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires en batterijen.
Deskundige technische service
Laat onderhoud altijd over aan gekwalificeerde
technici.
Datakabel
Uw Samsung dealer kan de volgende accessoires
leveren:
•
•
•
•
•
8
Oortelefoon
Eenvoudige hands-free kit
Standaard/extra dunne batterijen
Adapter voor sigarettenaansteker
Holster
9
Uw telefoon
Uw telefoon
Toets
Onderdelen
Beschrijving
In de menustand: door de menukeuzes
of telefoonlijst bladeren.
De volgende afbeeldingen tonen de belangrijkste
onderdelen van uw telefoon.
In de standby-stand: direct naar veel
gebruikte menu-opties (zie pagina 100
voor meer informatie over
sneltoetsen).
Luidspreker
In de menustand: terug naar vorig
menuniveau of huidige menu
selecteren.
Display
Bij het ingeven van tekst: voor het
naar links of rechts verplaatsen van de
cursor.
Functietoets
(rechts)
Functietoets
(links)
Aansluiting
oortelefoon
Kiezen/ bevestigen
menukeuze
Volumetoetsen/
bladertoetsen
Annuleren/
correctietoets
Infraroodpoort
In de standby-stand: direct naar veel
gebruikte menu-opties (zie pagina 100
voor meer informatie over
sneltoetsen).
Navigatietoetsen
Cameratoets
WAP
browser-toets
Aan/uit/menu
verlaten
Alfanumerieke
toetsen
Microfoon
Toetsen voor
speciale functies
Antenne
(functietoetsen)
Voert de functie uit die erboven is
aangegeven (op de onderste regel van
het display).
In de standby-stand: direct toegang
tot het menu Camera waarmee u de
camera van de telefoon kunt
gebruiken.
In de standby-stand: direct starten van
de WAP (Wireless Application Protocol)
browser.
Camera
Wist tekens van het display.
Extern display
Standby-lampje
10
In de menustand: terug naar vorig
menuniveau.
11
Uw telefoon
Toets
Uw telefoon
Beschrijving (vervolg)
Display
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, kunt u het laatste
nummer dat u heeft gebeld of waarvan
u een oproep heeft ontvangen
(opnieuw) bellen.
Indeling display
Het display bestaat uit drie gedeelten:
Symbolen
In de menustand: menufunctie kiezen
of ingevoerde informatie (zoals een
naam) in het telefoon- of
SIM-geheugen opslaan.
Tekst en
afbeeldingen
Gesprek beëindigen.
Ingedrukt houden om telefoon in- of
uit te schakelen.
In de menustand: uw ingave annuleren
en terug naar de standby-stand.
Wanneer u deze toets in de standbystand ingedrukt houdt, krijgt u direct
toegang tot uw voice mail.
Cijfers, letters en een aantal speciale
tekens invoeren.
Speciale tekens invoeren.
Uitvoeren van diverse functies.
Menu
Gedeelte
Namen
Omschrijving
functietoetsen
Beschrijving
Bovenste regel Toont diverse symbolen
(zie pagina 14).
Middengedeelte
Hier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie (bijvoorbeeld
telefoonnummer) weergegeven.
Onderste regel Toont de functies die op dat
moment aan de twee
functietoetsen zijn toegewezen.
(zijkant van de telefoon)
Tijdens een gesprek: volume van
luidspreker aanpassen.
In de standby-stand: toetsvolume
aanpassen.
In de menustand: door de menukeuzes
of telefoonlijst bladeren.
12
13
Uw telefoon
Symbolen
Symbool
Uw telefoon
Symbool
Beschrijving (vervolg)
Beschrijving
Verschijnt als de Stille modus aan staat.
Sterkte ontvangstsignaal. Hoe meer
staafjes, hoe sterker het signaal.
Verschijnt tijdens een gesprek.
Verschijnt wanneer u verbinding met het
GPRS netwerk maakt.
Verschijnt wanneer de stille modus is
ingeschakeld of wanneer de menukeuze
Type belsignaal (Menu 5.3) op Trillen
is ingesteld. Voor meer informatie, zie
pagina 87.
Wordt getoond wanneer een nieuw
tekstbericht is ontvangen.
Wordt getoond wanneer een nieuw voice
mailbericht is ontvangen.
Verschijnt tijdens het invoeren van tekst
om aan te geven wat de huidige
tekstinvoerstand is.
Verschijnt als u het alarm instelt.
Verschijnt als u buiten het bereik van uw
eigen netwerk bent en bij een ander
netwerk bent aangemeld (b.v. in het
buitenland).
Verlichting
De achtergrond van het display en het toetsenbord
zijn verlicht. Wanneer u op een willekeurige toets
drukt of het klepje opent, gaat de verlichting een
bepaalde tijd aan. De duur is afhankelijk van de
instelling bij de menu-optie Verlichting
(Menu 6.7.2) in het menu Telefoon opties. Daarna
wordt de verlichting gedimd en na een minuut
uitgeschakeld.
Om in te stellen hoe lang de verlichting aan moet
blijven, gaat u naar de menukeuze Verlichting
(Menu 6.7.2). Meer informatie hierover vindt u op
pagina 97.
Via de menukeuze Verlichting autom.
(Menu 6.7.3) kunt u instellen dat de verlichting
op een bepaald tijdstip aan en weer uit gaat. Zie
pagina 97 voor meer informatie.
Toont de batterijstatus. Hoe meer
staafjes, hoe voller de batterij.
Verschijnt wanneer de infraroodpoort
geactiveerd is. Voor meer informatie, zie
pagina 91.
14
15
Uw telefoon
Aan de slag
SIM-kaart installeren
Extern display
Uw telefoon is voorzien van een extra display aan
de buitenkant van het klepje. Hierop ziet u of er een
inkomend gesprek of bericht is. Ook als een door u
ingesteld alarm afgaat, wordt dat hier aangegeven.
Standby-lampje
Onder het externe display op het klepje van de
telefoon bevindt zich het standby-lampje. Het
knippert als de telefoon gebruiksklaar is en
verbinding heeft met het netwerk.
U kunt het lampje in- en uitschakelen met de optie
Standby-lampje (Menu 6.7.4). Zie pagina 98
voor meer bijzonderheden.
Als u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart. Die bevat een geheugen
waarin uw abonnementsgegevens (PIN,
aanvullende diensten e.d.) zijn opgeslagen.
Belangrijk! De SIM-kaart is zeer gevoelig voor
beschadiging of verbuiging (dit geldt
met name voor de contacten).
Behandel de SIM dus zeer voorzichtig
als u hem plaatst of verwijdert.
Houd een SIM-kaart buiten het bereik
van kinderen.
1. Zet zo nodig de telefoon uit door de toets
ingedrukt te houden tot het slotfilmpje start.
2. Haal de batterij uit de telefoon. Zo gaat u te
werk:
➀ Houd het nokje aan de achterkant van de
telefoon boven de batterij ingedrukt.
➁ Schuif de batterij van de telefoon, zoals
afgebeeld.
Standby-lampje
16
17
Aan de slag
3. Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder,
zodat de houder de kaart in de juiste stand
vastzet.
Zorg ervoor dat het gedeelte met het hoekje
rechts bovenaan zit en dat de gouden
contactpunten van de SIM-kaart naar de
telefoon gericht zijn.
Aan de slag
5. Schuif de batterij omhoog in de richting van de
grendel tot hij vast klikt. Controleer voordat u de
telefoon aanzet of de batterij goed vast zit.
Batterij opladen
Opmerking: Als u de SIM-kaart moet verwijderen,
schuift u het in de aangegeven richting
en haalt u hem uit de houder.
Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ion-batterij.
Bij uw telefoon wordt een adapter geleverd. Gebruik
alleen goedgekeurde batterijen en opladers. Uw
SAMSUNG dealer kan u hierover meer informatie
geven.
U kunt de telefoon tijdens het opladen van de batterij
blijven gebruiken.
Opmerking: Laad de batterij volledig op voordat u de
telefoon de eerste keer gebruikt. Een
geheel ontladen batterij wordt in
ongeveer 200 minuten volledig
opgeladen.
4. Plaats de batterij terug. Zorg ervoor dat de
nokjes in de batterij in de uitsparingen in de
telefoon vallen.
18
1. Nadat de batterij in de telefoon is geplaatst, sluit
u het snoertje van de adapter aan op de
onderzijde van de telefoon.
19
Aan de slag
Aan de slag
2. Doe de adapter in een normaal stopcontact.
3. Na het opladen haalt u de adapter uit het
stopcontact en maakt u de adapter los van de
telefoon, door de grijze knopjes aan de zijkant
van de connector in te drukken en de connector
uit de telefoon te trekken.
Telefoon aan- en uitzetten
1. Open het klepje.
2. Houd de toets
aan is.
ingedrukt tot de telefoon
3. Als het toestel om een wachtwoord vraagt, geeft
u dat in en drukt u op de functietoets OK. Het
wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Zie pagina 124 voor meer
bijzonderheden.
4. Als gevraagd wordt om uw PIN-code, geeft u
deze in en drukt u op de functietoets OK. Zie
pagina 125 voor meer bijzonderheden.
Opmerking: Als de telefoon wordt opgeladen, kunt
u de batterij pas verwijderen nadat u
de telefoon van de adapter hebt
losgekoppeld. Hiermee voorkomt u dat
de telefoon beschadigt.
Indicatie batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar enkele
minuten kunt bellen, hoort u een
waarschuwingstoon en verschijnt regelmatig de
melding:
**Waarschuwing
**
Batterij is bijna
leeg
Menu
Namen
Als de batterij te zwak is om de telefoon nog te
kunnen gebruiken, schakelt het toestel zich
automatisch uit.
20
De telefoon zoekt uw netwerk en zodra hij dit
heeft gevonden, verschijnt het standby-scherm,
zoals hieronder aangegeven. Nu kunt u zelf
bellen of oproepen beantwoorden.
NETWERK
05:17
ZA 02 OKT
05:17
ZA/02
Menu
Namen
Opmerking: De displaytaal is standaard ingesteld
op Nederlands. U kunt de taal
aanpassen met de optie Taalkeuze
(Menu 6.5); zie pagina 94 voor meer
bijzonderheden.
5. Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de
toets
ingedrukt tot het slotfilmpje wordt
getoond.
21
Telefoneren
Telefoneren
Zelf bellen
Gesprek beëindigen
Als de telefoon standby staat, toetst u het
netnummer en telefoonnummer in en drukt u
op de toets
.
Als u uw gesprek wilt beëindigen, drukt u kort op de
toets
.
Opmerking: Als u de optie Nr. herhalen in
het menu Extra instellingen
(Menu 6.8) aan heeft gezet, wordt
het nummer automatisch maximaal
10 maal opnieuw gedraaid wanneer de
persoon die u wilt bellen uw oproep niet
beantwoordt of in gesprek is. Meer
informatie over deze optie vindt u op
pagina 99.
Laatste nummer herhalen
Internationaal bellen
1. Houd de toets
ingedrukt.
Het + teken verschijnt in het display.
2. Geef nu het landnummer in, dan het netnummer
en het abonneenummer. Druk daarna op
.
De telefoon slaat de nummers op van uitgaande
gesprekken en van inkomende en gemiste
oproepen waarvan de beller bekend is. Voor meer
informatie, zie “Oproepen lijst” zie pagina 80.
Om een van deze nummers te bellen, doet u het
volgende:
1. Maak eventueel het display leeg, door de
toets
gedurende ruim een seconde
ingedrukt te houden.
2. Druk op de toets
om naar de lijst met
laatstgekozen nummers te gaan.
3. Gebruik de toetsen
en
om door deze lijst
te bladeren tot u bij het gewenste nummer bent.
Nummer corrigeren
U wilt
wissen...
4.
Dan doet u het volgende…
Laatste cijfer
op het display
Druk op de toets
Ander cijfer
van het
nummer
Druk op of totdat de cursor
rechts naast het cijfer staat dat u
wilt wissen. Druk op de toets
.
U kunt ook een ontbrekend cijfer
invoeren door op de betreffende
toets te drukken.
Alle cijfers
Houd de toets
ruim
1 seconde ingedrukt.
22
.
Om...
Dan doet u het
volgende…
Het gemarkeerde
Druk op de toets
nummer te draaien
Het gemarkeerde
nummer te
wijzigen
.
Druk op de functietoets
Wijzig, kies de optie
Bewerken en wijzigt u
het nummer (zie
“Nummer corrigeren” zie
pagina 22 voor meer
informatie).
23
Telefoneren
Telefoneren
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
Een oproep beantwoorden
Nummers die u regelmatig belt, kunt u in het
geheugen van de SIM-kaart of van de telefoon
opslaan. Deze twee geheugens worden tezamen
aangeduid als Telefoonlijst. In dat geval hoeft u
alleen maar de naam te selecteren om het
bijbehorende nummer te laten kiezen. Zie
pagina 33 voor meer informatie over de
telefoonlijst.
Als iemand u belt, gaat uw telefoon over en knippert
het telefoonsymbool midden op het display.
Volume aanpassen
nnnnnnnn
nnnnnnn
Opnemen
Weiger
Tijdens een gesprek kunt u het volume van de
luidspreker aanpassen door op de volumetoetsen
aan de linkerzijkant van de telefoon te drukken.
Als de beller wordt herkend, verschijnt zijn
telefoonnummer (of zijn naam als die in uw
telefoonlijst is opgeslagen).
Druk op
om het volume te verhogen of op
het te verlagen.
1. Open, indien nodig, het klepje. Druk op de
toets
of de functietoets Opnemen om een
binnenkomend gesprek te beantwoorden.
Als de menu-optie Elke toets antw. in menu
Extra instellingen (Menu 6.8) is
ingeschakeld, kunt u een gesprek aannemen
door op een willekeurige toets te drukken, met
uitzondering van de toets
en de
functietoets Weiger (zie pagina 99).
Als Klepje actief in menu Extra instellingen
(Menu 6.8) is geselecteerd, kunt u een oproep
ook beantwoorden door het klepje te openen
(zie pagina 99).
In de standby-stand met het klepje open kunt u
met deze toetsen het toetsvolume aanpassen.
24
om
Opmerking: Om een inkomende oproep te
weigeren, kunt u ook de
volumetoetsen aan de linkerzijkant
van de telefoon ingedrukt houden
voordat u het klepje opent.
2. U kunt een gesprek of oproep beëindigen door
het klepje te sluiten of door op
te drukken.
Opmerking: U kunt de telefoon ook opnemen terwijl
u menufuncties of de telefoonlijst
gebruikt.
25
Telefoneren
Telefoneren
Gemiste oproepen bekijken
Nummer gemiste oproep wijzigen
Als u om wat voor reden dan ook een oproep niet
kunt of wilt beantwoorden, kunt u zien wie u
geprobeerd heeft te bellen (als uw provider deze
dienst levert). Desgewenst kunt u deze persoon dan
terugbellen.
Na een niet beantwoorde oproep verschijnt in de
standby-stand het aantal gemiste oproepen op het
display.
Opmerking: Als het nummer van de gemiste oproep
niet beschikbaar is, verschijnt de optie
Bewerken niet.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets
optie Bewerken te kiezen.
of
3. Druk op de functietoets Kies.
Zo kunt u gemiste oproepen direct bekijken:
4. Voer de gewenste wijzigingen in.
1. Open, indien nodig, het klepje.
5. U wilt...
2. Druk op de functietoets Kies.
3. U wilt...
Druk op de…
Het nummer bellen Toets
Is het bij de laatste gemiste oproep behorende
telefoonnummer beschikbaar, dan wordt dit
getoond.
om de
Het nummer
opslaan
.
Functietoets Opslaan en
geef daarna de naam en
locatie in (zie pagina 33
voor meer informatie).
Druk op de…
Door de gemiste
oproepen bladeren
Toets
of
.
Getoonde nummer
bellen
Toets
.
Nummer van gemiste
oproep wissen of
wijzigen
Functietoets Kies
(zie hieronder).
Gemiste oproep wissen
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets
optie Wissen te kiezen.
of
om de
3. Druk op de functietoets Kies.
U kunt op elk gewenst moment op de toets
drukken om deze menu-keuze te verlaten.
Opmerking: Door de optie Gemist (Menu 3.1) te
kiezen, kunt u op ieder willekeurig
moment naar het overzicht met
gemiste oproepen. Zie pagina 80 voor
meer informatie.
26
27
Telefoneren
Snel naar de stille modus
overschakelen
De stille modus is handig wanneer u op een plaats
bent waar het overgaan van uw telefoon storend
zou werken, bijvoorbeeld tijdens een kerkdienst of
een concert.
In de standby-stand kunt u de telefoon snel in de
stille modus zetten, door de toets
ingedrukt te
houden tot de melding “Stille modus” wordt
getoond en het symbool van de trilfunctie ( )
wordt weergegeven.
In de stille modus worden de geluidsinstellingen
van uw telefoon als volgt gewijzigd.
Optie
Functies en opties
selecteren
Uw telefoon heeft een aantal functies waarmee u
het toestel aan uw voorkeuren kunt aanpassen.
Deze functies bevinden zich in menu’s en
submenu’s, die u kunt selecteren met de twee
functietoetsen
en
. In elk menu en
submenu kunt u de instellingen van een bepaalde
functie bekijken en eventueel veranderen.
Onder in het display ziet u direct boven de toets
welke functie de functietoets op dat moment
vervult.
Voorbeeld:
Nieuwe instelling
Type belsignaal (Menu 5.3) Trillen
Toetstoon (Menu 5.4)
UIT
SMS toon (Menu 5.5.1)
Alleen lampje
U kunt de stille modus uitschakelen en terug naar
de vorige geluidsinstellingen, door de toets
ingedrukt te houden totdat “Stille modus UIT”
verschijnt. Het symbool van de trilfunctie ( ) is
niet langer zichtbaar.
NETWERK
05:17
ZA 02 OKT
Menu
Met de linker functietoets gaat u naar het
hoofdmenu.
28
Namen
Met de rechter
functietoets gaat u
naar de telefoonlijst.
29
Functies en opties selecteren
Functies en opties selecteren
Voorbeeld: Displaytaal instellen
Via de volgende stappen krijgt u een overzicht van
de beschikbare functies/opties en kunt u er een
kiezen.
1. In de standby-stand drukt u op de functietoets
Menu om in het menu te komen.
NETWERK
05:17
ZA 20 OKT
1. Druk op de desbetreffende functietoets.
2. U wilt...
Druk op de…
Selecteren:
• De getoonde functie
of
• De gemarkeerde
optie
Functietoets Kies of
de toets .
De volgende functie
zien of de volgende
optie markeren
Toets
of
links
op de telefoon.
Naar de vorige functie
of lijst
Toets
of
links
op de telefoon.
Een niveau hoger in de
menustructuur
Toets ,
functietoets
toets
.
Dit menu verlaten
zonder instellingen aan
te passen
Menu
Toets
2. Druk op de toets
of
om door de menu’s te
bladeren tot u bij menu Telefoon opties bent.
Geluid opties
of
.
Bij sommige functies wordt om een wachtwoord of
PIN-code gevraagd. Voer de juiste code in en druk
op de functietoets OK.
Organizer
Kies
6
3. Druk op de functietoets Kies of de toets
het menu Telefoon opties te openen.
om
Telefoon opties
Infrarood aan
Gebruikersin...
Begroeting
Eigen nummer
Taalkeuze
Beveiliging
Kies
30
Namen
Als de naam van een
geselecteerde optie niet op
de regel past, loopt deze
automatisch van rechts naar
links.
6.1
31
Functies en opties selecteren
Telefoonlijst
4. Druk op de toets
of
Taalkeuze te gaan.
om naar het submenu
Telefoon opties
Infrarood aan
Gebruikersin...
Begroeting
Eigen
Geeft de huidige
instelling aan
Nederlands
Naam en nummer vastleggen
Taalkeuze
Beveiliging
Kies
5. Druk op de functietoets Kies of de toets voor
een overzicht van de beschikbare talen.
De huidige taal wordt gemarkeerd weergegeven.
Taalkeuze
Español
Nederlands
Português
Suomi
Een nummer vastleggen in de standbystand
1. Voer het nummer in dat u wilt opslaan.
6.5.6
6. Druk op toets
of
taal te markeren.
om de door u gewenste
7. Druk op de functietoets Kies of de toets
uw keuze te bevestigen.
8. Druk twee keer op de toets
menu te verlaten.
32
U kunt een nummer op twee manieren vastleggen:
• In de standby-stand met de functietoets Opslaan
• In het menu Telefoonlijst via de optie Nieuw
contact
Zodra u een nummer begint in te voeren, verschijnt
boven de linker functietoets Opslaan. Daarmee
kunt u het ingevoerde nummer in de telefoonlijst
opslaan.
Huidige taal
Svenska
Dansk
Kies
U kunt telefoonnummers en de bijbehorende
namen in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan.
Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon
ruimte aan 500 nummers en namen. Hoewel beide
geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn,
vormen ze in de praktijk één geheel, de
telefoonlijst.
of
om
Opmerking: Als u tijdens het invoeren van een
nummer een fout maakt, kunt u
deze met de toets
corrigeren.
Zie pagina 22 voor meer
bijzonderheden.
2. Druk op de functietoets Opslaan als u zeker
weet dat het nummer correct is.
om het
33
Telefoonlijst
Telefoonlijst
3. Selecteer het symbool van de categorie waar het
nummer dat u wilt opslaan toe behoort. U heeft
de beschikking over drie categorieën:
Mobiel
Kantoor
Privénummer
Druk op de toets of en daarna op de
functietoets Kies om de gewenste categorie te
selecteren.
4. Geef de naam in en druk op de functietoets OK.
Het aantal posities dat voor ingave van de naam
beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 43.
5. Selecteer het geheugen waarin het nummer
moet worden opgeslagen (In toestel
of Op SIM) en druk op de functietoets Kies.
Opmerking: Wanneer u van telefoon wisselt,
blijft de informatie die op uw SIMkaart is opgeslagen beschikbaar op
uw nieuwe telefoon. Informatie die
in het toestel zelf is opgeslagen, is
dan niet meer beschikbaar en zal
eventueel opnieuw moeten worden
ingegeven.
6. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde
naam op een andere dan de voorgestelde positie
wilt opslaan, druk dan op de toets
en geef
daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u
de informatie wilt opslaan.
7. Druk op OK om het nummer en de naam op te
slaan.
Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de
telefoon de zojuist opgeslagen naam.
8. U wilt...
34
Een nummer in de telefoonlijst opslaan
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Nieuw
contact en druk op de functietoets Kies om uw
keuze te bevestigen.
3. Selecteer het symbool van de categorie waar het
nummer dat u wilt opslaan toe behoort.
Opmerking: Hierbij is ook het symbool voor
e-mail ( ) beschikbaar. Hier kunt
u in plaats van een telefoonnummer
een e-mailadres opslaan.
4. Selecteer het geheugen waarin het nummer
moet worden opgeslagen (In toestel of Op
SIM) en druk op de functietoets Kies.
5. Geef de naam in en druk op de functietoets OK.
Het aantal posities dat voor ingave van de naam
beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 43.
6. Geef het nummer of e-mailadres in en druk op
de functietoets Opslaan.
7. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde
naam op een andere dan de voorgestelde positie
wilt opslaan, druk dan op de toets
en geef
daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u
de informatie wilt opslaan.
8. Druk op OK om het nummer en de naam op te
slaan.
Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de
telefoon de zojuist opgeslagen naam.
Druk op de…
Invoeropties gebruiken
Functietoets Opties.
Teruggaan naar de
standby-stand
Toets
.
35
Telefoonlijst
Telefoonlijst
9. U wilt...
Druk op de…
Invoeropties gebruiken
Functietoets Opties.
Teruggaan naar de
standby-stand
Toets
.
Opties telefoonlijst gebruiken
De telefoonlijst beschikt over een aantal opties, die
u kunt openen door op de functietoets Opties te
drukken.
Wissen: hiermee kunt u een nummer en een
naam uit de telefoonlijst verwijderen. De telefoon
vraagt eerst om een bevestiging. Druk op de
functietoets Ja.
Kopiëren: hiermee kunt u het nummer naar een
andere geheugenlocatie kopiëren. Gebruik deze
optie om een nummer op te slaan dat veel lijkt op
een reeds opgeslagen nummer. Selecteer de locatie
voor het nieuwe nummer. Zodra het nummer
gekopieerd is, kunt u de naam en het nummer
wijzigen.
Gemarkeerde optie Op de functietoets Kies of de
selecteren
toets .
Belgroep: hiermee kunt u de contactpersoon aan
een belgroep toewijzen. Wanneer u door iemand die
tot die groep behoort wordt gebeld, kunt u dat aan
bijvoorbeeld het belsignaal horen. Selecteer een
van de tien beschikbare groepen.
Andere optie
selecteren
Kies de optie Geen groep als u het nummer niet
(langer) aan een groep toe wilt wijzen.
U wilt...
Druk…
Enkele keren op
of
de gewenste optie
gemarkeerd wordt
weergegeven.
tot
De volgende opties zijn beschikbaar:
Invoegen: hiermee kunt u een telefoonnummer
uit de telefoonlijst in de stand voor normaal bellen
plakken. Gebruik deze optie als u een nummer wilt
bellen dat deels identiek is aan het nummer in de
telefoonlijst, bijvoorbeeld een intern nummer
binnen hetzelfde bedrijf.
Gebruik de toets
als u het nummer wilt
aanpassen (zie pagina 22 voor meer informatie).
Druk op
als u het nummer wilt bellen.
Wijzigen: hiermee kunt u de gegevens van de
contactpersoon in uw telefoonlijst wijzigen.
Selecteer Eén ingave als u een nummer van de
geselecteerde contactpersoon wilt wijzigen. Als u de
naam wijzigt, wordt het nummer apart opgeslagen.
Selecteer Alle ingaven wanneer u de naam wilt
wijzigen.
36
Zie pagina 39 voor meer informatie over de
instellingen voor belgroepen.
Nieuwe categorie: hiermee kunt u van de op dat
moment geselecteerde contactpersoon een nieuw
nummer aan een bepaalde categorie (mobiel,
kantoor, privénummer of e-mail) toevoegen. Een
contactpersoon in de telefoonlijst kan een naam en
maximaal 4 nummers bevatten (één nummer per
categorie).
Een nummer opzoeken in de
telefoonlijst
Nadat u telefoonnummers in de telefoonlijst heeft
opgeslagen, kunt u deze op twee manieren
opzieken:
• Op naam
• Op belgroep
Een nummer op naam opzoeken
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
37
Telefoonlijst
Telefoonlijst
2. Als Zoek gemarkeerd wordt weergegeven,
drukt u op de functietoets Kies. De telefoon
vraagt u nu om een naam op te geven.
3. Geef de beginletter(s) in van de naam die u
zoekt.
U ziet nu de namen in de telefoonlijst,
beginnend met de eerste die aan de ingevoerde
beginletters voldoet. Die naam is bovendien
gemarkeerd.
4. U wilt...
Druk…
De gemarkeerde
naam bekijken
Op de functietoets
Kies.
Naar een andere
naam
Enkele keren op
of
tot de gewenste
optie gemarkeerd
wordt weergegeven.
Naam opzoeken
beginnend met een
andere letter
Op de toets
om de
reeds ingegeven letters
te verwijderen en
vervolgens op de toets
met de gewenste letter.
5. Als u de gewenste naam heeft gevonden, drukt
u op de toets
om het nummer te bellen of op
de functietoets Opties om de gegevens die bij
deze naam horen te bekijken. Voor meer
informatie, zie pagina 36.
Een nummer op belgroep opzoeken
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Groep
zoeken en druk op de functietoets Kies.
38
3. Blader met de toets
of
naar de gewenste
groep en druk op de functietoets Kies.
U ziet nu een overzicht van de contactpersonen
die tot die groep behoren.
4. U wilt...
Druk…
De gemarkeerde
naam bekijken
Op de functietoets Kies.
Naar een andere
naam
Enkele keren op
of
tot de gewenste naam
gemarkeerd wordt
weergegeven.
5. Als u de gewenste naam heeft gevonden, drukt
u op de toets
om het nummer te bellen of op
de functietoets Opties om de gegevens die bij
deze naam horen te bekijken. Voor meer
informatie, zie pagina 36.
Een belgroep wijzigen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Groep
wijzigen en druk op de functietoets Kies.
3. Geef de beginletter(s) in van de naam van de
groep die u zoekt of blader met de toets
of
door de lijst naar de gewenste groep.
4. Als de door u gewenste groep gemarkeerd
wordt weergegeven, drukt u op de functietoets
Opties.
39
Telefoonlijst
5. Selecteer de gewenste optie(s) en wijzig waar
nodig de instellingen. De volgende opties zijn
beschikbaar:
Beltoon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die
moet worden gebruikt als u gebeld wordt door
een persoon uit de groep.
SMS-toon: hiermee kunt u de beltoon kiezen
die moet worden gebruikt als u een tekstbericht
ontvangt van een persoon uit de groep.
Pictogram: hiermee kunt u een pictogram
kiezen dat verschijnt als u wordt gebeld door
een persoon uit de groep.
Groepsnaam: hiermee kunt u een naam aan
de groep toekennen of de naam wijzigen. Op
pagina 43 vindt u meer informatie over het
intoetsen van tekst.
6. Als u klaar bent, drukt u op de toets
of
.
Verkort kiezen
Zodra u de nummers in de telefoonlijst hebt
opgeslagen, kunt u deze gemakkelijk bellen.
Nummers voor verkort kiezen toekennen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Kiezen en
druk op de functietoets Kies.
Telefoonlijst
3. Selecteer de toets die u voor het verkort kiezen
wilt gebruiken (de toetsen
t/m
) en druk
op de functietoets OK.
Opmerking: Als aan de betreffende toets al
een nummer is toegekend, wordt
de functietoets OK vervangen door
de functietoets Opties. Ga naar
stap 6.
4. Kies de gewenste contactpersoon uit de lijst en
druk op de functietoets Kies.
5. Zijn er meer nummers, druk dan op de toets
of
om het gewenste nummer te selecteren
en druk op de functietoets Kies.
6. Nadat u aan de betreffende toets een nummer
hebt toegewezen, kunt u door op de functietoets
Opties te drukken uit de volgende opties
kiezen:
Wijzigen: hiermee kunt u aan de toets een
ander nummer toekennen.
Wissen: het nummer wordt gewist, zodat geen
nummer meer aan de toets is toegewezen.
Alles wissen: alle nummers worden gewist.
Aan geen enkele toets is dan meer een nummer
toegewezen.
Nummer: hiermee kunt u zien welk nummer
aan de toets is toegewezen.
7. Als alle instellingen naar wens zijn, drukt u op
de toets
of
.
Verkort kiezen via de telefoonlijst
Om de nummers te bellen die aan de toetsen
t/m
zijn toegewezen, houd u de betreffende
toets ingedrukt.
Opmerking: Geheugenplaats 1 is gereserveerd voor
het telefoonnummer van uw Voice Mail
server.
40
41
Telefoonlijst
Tekst intoetsen
Geheugenstatus controleren
U kunt nagaan hoeveel namen en nummers er in de
telefoonlijst (het geheugen op de SIM-kaart en van
de telefoon) zijn opgeslagen. U kunt ook zien wat
het totaal aantal locaties is.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Kies de optie Geheugenstatus.
3. Druk op de toets
of
om na te gaan
hoeveel contactpersonen er op de SIM-kaart en
in het telefoongeheugen zijn opgeslagen en wat
de totale capaciteit van het betreffende
geheugen is.
Tijdens gebruik van uw telefoon zult u merken dat u
regelmatig tekst in moet toetsen, bijvoorbeeld voor
het opslaan van namen in de telefoonlijst, het
intoetsen van de begroeting of het noteren van
afspraken in uw agenda. Daarom kunt u met de
toetsen van de telefoon ook letters en andere
tekens ingeven.
Uw telefoon beschikt over de volgende
tekstinvoerstanden:
• T9 stand
In deze stand kunt u door slechts één toets per
letter in te drukken woorden ingeven. Aan iedere
toets op het toetsenbord zijn verschillende letters
toegewezen. Als u één keer op de toets
drukt, verschijnt de letter J, K of L. In de T9
stand worden de tekens die u intoetst,
automatisch vergeleken met een ingebouwd
linguïstisch woordenboek en wordt het meest
waarschijnlijke woord automatisch aangevuld,
zodat u vaak minder toetsaanslagen nodig hebt
dan bij gebruik van de normale standen voor
hoofdletter en kleine letters.
• Standen voor hoofdletters en kleine
letters
Hiermee kunt u hoofdletters of kleine letters
intoetsen door de toets waarop de gewenste
letter staat aangegeven één, twee, drie of vier
keer in te drukken tot de gewenste letter wordt
getoond.
• Speciale tekens intoetsen
In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen,
bijvoorbeeld leestekens.
• Cijfers
In deze stand kunt u cijfers intoetsen.
42
43
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
Tekstinvoerstand wijzigen
T9 stand
Wanneer u in een scherm staat waarin u letters wilt
intoetsen, ziet u in het display de tekstinvoerstand.
Voorbeeld: Aanmaken tekstbericht
Indicatie
tekstinvoerstand
Met de voorspellende T9 tekstinvoerstand kunt u
tekens intoetsen met een enkele toetsdruk. Deze
invoerstand werkt met een ingebouwd
woordenboek.
1. Zorg ervoor dat de tekstinvoerstand T9 aan staat
en begin met de toetsen
t/m
het woord
in te toetsen. Voor iedere letter hoeft u de toets
maar één keer aan te slaan.
Voorbeeld: Om in de T9 stand Hallo in te geven,
drukt u op
Opties
,
,
,
en
.
Het woord dat u ingeeft verschijnt in het display.
Het kan bij iedere nieuwe toetsaanslag
veranderen.
918
2. Voordat u letters kunt wijzigen of wissen, moet u
het hele woord intoetsen.
Gewenste stand...
3. Is het woord juist, ga dan verder met het
volgende woord.
Druk op de
functietoets
tot...
T9 stand
wordt getoond.
Zie pagina 45.
Hoofdletters
A wordt getoond.
Zie pagina 47.
Kleine letters
a wordt getoond.
Zie pagina 47.
Cijfers
1 wordt getoond.
Zie pagina 48.
Speciale tekens
intoetsen
wordt getoond.
Zie pagina 48.
44
Is het woord niet juist, druk dan op de
toets
,
of
om alternatieve woorden
weer te geven die overeenstemmen met de
toetsaanslagen.
Voorbeeld: Zowel of en me worden gemaakt met
de toetsen
,
. De telefoon toont
het meest gebruikte woord eerst.
4. Om een spatie in te voegen, drukt u op de
toets
.
45
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
Stand voor het intoetsen van
hoofdletters en kleine letters
• Voor een punt, streepje of apostrof, drukt u op de
toets
. De T9 stand maakt gebruik van
grammaticaregels om ervoor te zorgen dat het
juiste leesteken wordt gekozen.
Voorbeeld:
wordt twee keer gebruikt om twee
leestekens te tonen.
• Om in de T9 stand om te schakelen van
hoofdletters naar kleine letters of vice versa
gebruikt u de toets
. U kunt kiezen uit:
Kleine letters
Hoofdletters
• U kunt de cursor ook verplaatsen met de
toetsen en . Door op de toets
te drukken,
kunt u letters wissen. Om alle letters te wissen
houdt u de toets
even ingedrukt.
Met de toetsen
-
geeft u uw tekst in.
1. Druk op de toets met de letter die u wilt
ingeven:
- Eén keer voor de eerste letter
- Twee keer voor de tweede letter
- Enz.
2. Geef de resterende letters op dezelfde wijze in.
Opmerking: Als u op een andere toets drukt, schuift
de cursor een positie naar rechts. Als u
twee keer dezelfde letter wilt ingeven
(of een andere letter van dezelfde
toets), wacht dan enkele seconden. De
cursor gaat dan automatisch een positie
verder.
Zie onderstaande tabel voor meer informatie over
de tekens die met de toetsen kunnen worden
ingegeven.
Toets
Tekens in de weergegeven volgorde
Hoofdletters
1
Kleine letters
Spatie
2
3
4
5
6
7
8
9
0
46
47
Tekst intoetsen
• Voor het invoegen van een spatie drukt u op de
toets
.
• U kunt de cursor ook verplaatsen met de
toetsen en . Om letters te wissen, drukt u
op de toets
. Houd de toets
even
ingedrukt om alle letters te wissen.
Speciale tekens intoetsen
Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en
symbolen in een tekstbericht invoegen.
OK
918
Met de navigatietoetsen gaat u naar het gewenste
teken of symbool. Vervolgens drukt u op de
functietoets OK om dit in uw bericht in te voegen.
Stand voor cijfers
In deze stand kunt u cijfers in een tekstbericht
opnemen (bijvoorbeeld een telefoonnummer). Druk
op de betreffende cijfertoets en kies vervolgens
weer de gewenste tekstinvoerstand.
48
Tijdens een gesprek
beschikbare opties
Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook
tijdens een gesprek kunt gebruiken.
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de
wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt,
kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan
voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het
tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u
tussen beide gesprekken heen en weer schakelen.
Druk op de functietoets Wacht als u een gesprek in
de wacht wilt zetten. Zodra u weer terug wilt gaan
naar dat gesprek, drukt u op de functietoets Haal
op.
Op de volgende wijze kunt u, terwijl u al met
iemand in gesprek bent, een tweede persoon
bellen:
1. Geef het telefoonnummer in van degene die u
wilt bellen of zoek dit op in de telefoonlijst.
2. Druk op de toets
om dit nummer te bellen.
Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de
wacht gezet.
Of:
1. Druk op de functietoets Wacht om het huidige
gesprek in de wacht te zetten.
2. Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de
persoon die u tegelijkertijd wilt spreken.
Druk op de functietoets Wissel om tussen beide
gesprekken te switchen.
Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en het
in de wacht gezette gesprek wordt weer opgehaald,
zodat u het gesprek met die persoon kunt
voortzetten.
Bij elk van de gesprekken drukt u op de toets
als u dat gesprek wilt beëindigen.
49
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Microfoon uitschakelen
Toetstonen in- en uitschakelen
U kunt de microfoon tijdelijk uitschakelen, zodat de
persoon aan de andere kant van de lijn u niet kan
horen.
Met deze opties bepaalt u of u bij het indrukken van
toetsen een toontje hoort. Als de optie DTMF uit is
gekozen, maakt uw telefoon geen geluid wanneer
een toets wordt ingedrukt. Op die manier hoort u
geen storende piepjes wanneer u tijdens een
gesprek toetsen indrukt.
Voorbeeld: U wilt even iets zeggen tegen iemand
die bij u in de ruimte zit, zonder dat de
persoon met wie u aan het telefoneren
bent dat kan horen.
Zo zet u de microfoon tijdelijk uit:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets
Micr. uit te markeren.
Opmerking: Als u verbinding maakt met
antwoordapparaten of
computergestuurde telefoonsystemen
moet u de optie DTMF aan
selecteren.
om de optie
Een nummer opzoeken in de
telefoonlijst
3. Druk op de functietoets OK.
De persoon aan de andere kant van de lijn kan u
nu niet meer horen.
Zo zet u de microfoon weer aan:
U kunt tijdens een gesprek een nummer in de
telefoonlijst opzoeken.
1. Druk op de functietoets Opties.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets
Micr. aan te markeren.
om de optie
3. Druk op de functietoets OK.
Nu kan de persoon met wie u verbonden bent u
weer horen.
2. Druk op de toets
te selecteren.
om de optie Telefoonlijst
3. Druk op de functietoets OK.
U ziet nu een overzicht van de telefoonlijst,
gesorteerd op alfabetische volgorde.
4. U kunt nu door de lijst bladeren of de eerste
letters van de naam die u zoekt ingeven.
U gaat dan direct naar de eerste naam die
overeenstemt met de door u ingetoetste
beginletters. Deze naam is gemarkeerd.
5. Druk op de functietoets Kies om de
gemarkeerde naam te bekijken.
Zie pagina 33 voor meer informatie over de
telefoonlijst.
50
51
Tijdens een gesprek beschikbare opties
SMS diensten
Multiparty-gesprekken (telefonisch
vergaderen)
Als tijdens een gesprek een SMS-bericht (Short
Message Service) binnenkomt, knippert op het
display het berichtsymbool (
). Door Berichten
te kiezen, kunt u berichten lezen of schrijven.
Meer informatie over SMS-berichten vindt u op
pagina 62.
Een tweede oproep beantwoorden
(wisselgesprek)
Als uw provider deze dienst levert en als u
Wisselgesprek (Menu 8.3) op Aanzetten hebt
ingesteld (zie pagina 114), kunt u tijdens een
gesprek een tweede binnenkomend gesprek
beantwoorden. U hoort dat er een gesprek
binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor
een wachtend gesprek.
U kunt een tweede gesprek op de volgende manier
aannemen:
1. Druk op de toets
om het tweede gesprek
aan te nemen. Het eerste gesprek wordt dan
automatisch in de wacht gezet.
2. Druk op de functietoets Wissel om tussen beide
gesprekken te switchen.
Als u een in de wacht gezet gesprek wilt
beëindigen, drukt u op de functietoets Opties
en kiest u daarna de optie Stop wacht.
3. Druk op de toets
wilt beëindigen.
52
Tijdens een gesprek beschikbare opties
als u het huidige gesprek
“Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen
genoemd) is een dienst die door diverse providers
geboden wordt, waarbij maximaal zes personen
tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen
deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met uw provider.
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel op de normale wijze de eerste gespreksdeelnemer.
2. Bel op dezelfde wijze ook de tweede gespreksdeelnemer. Het eerste gesprek wordt dan
automatisch in de wacht gezet.
3. Druk op de functietoets Opties en kies dan de
optie Deelnemen om de eerste deelnemer aan
het multiparty-gesprek toe te voegen.
4. Om een volgende deelnemer aan het multipartygesprek toe te voegen, belt u die op de normale
wijze. Vervolgens drukt u op de functietoets
Opties en kiest u de optie Deelnemen.
Om binnenkomende gesprekken aan het
multiparty-gesprek toe te voegen, beantwoordt u
het binnenkomende gesprek en drukt u
achtereenvolgens op Opties en Deelnemen.
Herhaal dit zo vaak als u wilt.
Privégesprek met één van de deelnemers
1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie
Kies deelnemer.
Vervolgens verschijnt een overzicht van de
deelnemers aan het gesprek.
53
Tijdens een gesprek beschikbare opties
2. Druk op de toets
of
om de gewenste
persoon te kiezen en daarna op de functietoets
Kies of de toets
.
3. Kies de optie Privé.
Nu kunt u een privégesprek met de gekozen
deelnemer voeren. De overige multipartydeelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven
spreken.
4. Druk op de functietoets Opties en kies daarna
Deelnemen als u weer naar het multipartygesprek wilt gaan.
Nu kunnen alle multiparty-gesprekspartners
elkaar horen.
Een deelnemer verwijderen
1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie
Kies deelnemer.
Vervolgens verschijnt een overzicht van de
deelnemers aan het gesprek.
2. Druk op de toets
of
om de gewenste
persoon te kiezen en daarna op de functietoets
Kies of de toets
.
3. Kies nu Verwijderen.
De verbinding met de gekozen gespreksdeelnemer wordt verbroken, maar u kunt met
alle andere deelnemers blijven spreken.
4. U kunt het multiparty-gesprek beëindigen door
het klepje te sluiten of door op de toets
te
drukken.
54
Menu’s gebruiken
Uw telefoon biedt u een groot aantal functies
waarmee u de telefoon op uw eisen en wensen kunt
afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in
menu’s en submenu’s.
U kunt de menu's en submenu’s op twee manieren
selecteren: door naar de menufunctie te bladeren of
via de sneltoets.
Naar menufunctie bladeren
1. Druk in de standby stand op de functietoets
Menu.
2. Ga met de toets
of
naar het gewenste
hoofdmenu, bijvoorbeeld Telefoon opties.
Druk op de functietoets Kies of op de toets
om in het menu te komen.
3. Als het menu submenu’s bevat, zoals het menu
Taalkeuze, kunt hier met de toets
of
naar toe, waarna u op de functietoets Kies
drukt.
Als het menu dat u heeft gekozen meer opties
bevat, kunt u hier op dezelfde wijze naar toe.
4. U wilt...
Druk op de…
Door de menu’s
bladeren
Toets
of
of de
toetsen
en
links
op de telefoon.
De gekozen instelling
bevestigen
Functietoets Kies of
de toets .
Terug naar het vorige
menuniveau
Functietoets
toets .
Het menu verlaten
zonder instellingen
aan te passen
Toets
of de
.
55
Menu’s gebruiken
Menu’s gebruiken
Naar menufunctie via de sneltoets
De diverse menu onderdelen (menu- en submenu
opties) zijn genummerd en via het betreffende
nummer snel te benaderen. Het nummer van de
sneltoets vindt u rechtsonder in het display naast
de functietoets . Druk op de functietoets Menu
en geef het gewenste nummer in.
Opmerking: In de lijst op de volgende pagina kunt u
nagaan welke nummers aan de diverse
menukeuzes zijn toegewezen. Het is
mogelijk dat deze enigszins afwijken
van de menunummers van uw telefoon.
Dit is namelijk afhankelijk van de
diensten die uw SIM-kaart ondersteunt.
1. Tekstberichten
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
Voorbeeld: De optie Taalkeuze openen.
1. Druk op de functietoets Menu.
2. Druk op
voor het menu Telefoon opties.
3. Druk op
voor Taalkeuze.
De beschikbare talen worden direct getoond.
1.8
1.9
Overzicht menufuncties
De volgende illustratie toont de beschikbare
menustructuur, inclusief:
• De nummers die aan de opties zijn toegewezen
• De pagina waarop u een beschrijving van de
betreffende functie kunt vinden
Opmerking: Als u gebruik maakt van een SIM
AT-kaart met extra mogelijkheden,
verschijnt het SIM AT menu (0) pas
als u op de functietoets Menu drukt.
Kijk voor meer informatie in de
documentatie van de SIM-kaart.
56
(zie pagina 62)
Ontvangen
Verzonden
Nieuw bericht
Standaardberichten
Instelling
1.5.1 Instelling 1*
1.5.2 Instelling 2*
1.5.3 Instelling 3*
1.5.4 Instelling 4*
1.5.5 Instelling 5*
1.5.6 Standaard
Mijn objecten
1.6.1 EMS melodie
1.6.2 EMS afbeelding
1.6.3 EMS filmpje
1.6.4 Alles verwijderen
Geheugenstatus
1.7.1 SIM geheugen
1.7.2 Telefoongeheugen
1.7.3 Info-berichten geheugen
1.7.4 Alles wissen
Voice Mail
1.8.1 Verbinden met Voice Mail
1.8.2 Telefoonnr Voice Mail
Info-berichten
1.9.1 Ontvangen bericht lezen
1.9.2 Ontvangen
1.9.3 Kanalen
1.9.4 Taalkeuze
2. Afbeeldingberichten
2.1
2.2
2.3
2.4
(zie pagina 73)
Postvak IN
Postvak UIT
Nieuw bericht
Alles verwijderen
2.4.1 Postvak IN
2.4.2 Postvak UIT
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
57
Menu’s gebruiken
Menu’s gebruiken
2. Afbeeldingberichten
(vervolg)
2.5 Instellen
2.5.1 Nummer verbergen
2.5.2 Ontvangstbevestiging
2.5.3 Antwoordverzoek
2.5.4 Autom. downloaden
2.6 Berichtprofiel
3. Oproepen lijst
(zie pagina 80)
3.1
3.2
3.3
3.4
Gemist
Ontvangen
Uitgaand
Alles wissen
3.4.1 Gemist
3.4.2 Ontvangen
3.4.3 Uitgaand
3.5 Gesprektellers
3.5.1 Laatste oproep
3.5.2 Alle uitgaande oproepen
3.5.3 Alle inkomende oproepen
3.5.4 Nulstellen
3.6 Kostentellers*
3.6.1 Kosten laatste oproep
3.6.2 Totale kosten
3.6.3 Max. kosten
3.6.4 Nulstellen
3.6.5 Max. kosten instellen
3.6.6 Prijs per eenheid
4. Camera
(zie pagina 83)
4.1 Foto maken+verzenden
4.2 Nieuwe foto
4.3 Foto’s
5. Geluid opties
(zie pagina 86)
5.1 Beltoon
5.2 Belvolume
5.3 Type belsignaal
5.3.1 Alleen licht
5.3.2 Melodie
5.3.3 Trillen
58
5.3.4 Trillen+melodie
5. Geluid opties
(vervolg)
5.4 Toetstoon
5.4.1 UIT
5.4.2 Cool
5.4.3 Piano
5.4.4 Toon
5.4.5 Oproeptoon
5.5 Bericht signaal
5.5.1 SMS toon
5.5.2 Info-bericht toon
5.6 Toon klepje
5.6.1 UIT
5.6.2 Futuristisch
5.6.3 Kristal
5.7 Toon bij in-/uitschakelen
5.7.1 UIT
5.7.2 Klassick
5.7.3 Vrolijk
5.8 Andere tonen
5.8.1 Fouttoon
5.8.2 Minutenteller
5.8.3 Verbindingstoon
6. Telefoon opties
(zie pagina 91)
6.1 Infrarood aan
6.2 Gebruikersinstellingen
6.2.1 Achtergrond
6.2.2 Menu-instelling
6.3 Begroeting
6.4 Eigen nummer
6.4.1 Nummer 1
6.4.2 Nummer 2
6.4.3 Nummer 3
6.5 Taalkeuze
6.6 Beveiliging
6.6.1 PIN-controle
6.6.2 PIN wijzigen
6.6.3 Toestel blokkeren
6.6.4 Wachtwoord
6.6.5 SIM blokkeren
6.6.6 FDN-modus*
6.6.7 PIN2 wijzigen*
59
Menu’s gebruiken
Menu’s gebruiken
6. Telefoon opties
(vervolg)
6.7 LCD-scherm instellingen
6.7.1 Helderheid
6.7.2 Verlichting
6.7.3 Verlichting autom.
6.7.4 Standby-lampje
6.7.5 Logo provider
6.8 Extra instellingen
6.8.1 Nr. herhalen
6.8.2 Klepje actief
6.8.3 Elke toets antw.
6.9 Sneltoets
6.9.1 Toets omhoog
6.9.2 Toets omlaag
6.9.3 Toets rechts
6.9.4 Toets links
6.10 Reset instellingen
7. Organizer
(zie pagina 101)
7.1 Agenda
7.2 Actielijst
7.3 Tijd en datum
7.3.1 Klok instellen
7.3.2 Datum instellen
7.3.3 Wereldtijd
7.3.4 Tijdformaat
7.4 Alarm
7.4.1 Eenmalig
7.4.2 Dagelijks
7.4.3 Wekker
7.4.4 Alarm uitzetten
7.4.5 Autopower
7.5 Calculator
7.6 Valutabeurs
8. Netwerk diensten
(zie pagina 110)
8.1 Doorschakelen
8.1.1 Alles doorschakelen
8.1.2 In gesprek
8.1.3 Neemt niet op
8.1.4 Buiten bereik
8.1.5 Alles opheffen
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie
ondersteunt.
60
8. Netwerk diensten
(vervolg)
8.2 Blokkeren
8.2.1 Alle uitgaande
8.2.2 Internationaal
8.2.3 Internationaal behalve NL
8.2.4 Alle inkomende
8.2.5 Inkomend buiten bereik
8.2.6 Alles opheffen
8.2.7 Wachtwoord
8.3 Wisselgesprek
8.3.1 Spraak
8.3.2 Data
8.3.3 Alles opheffen
8.4 Netwerk kiezen
8.4.1 Automatisch
8.4.2 Zelf zoeken
8.5 Nr.weergave
8.5.1 Standaard
8.5.2 Nr. verbergen
8.5.3 Nr. zenden
8.6 Gebr.groepen
8.6.1 Groepen
8.6.2 Buiten groep OK
8.6.3 Standaardgroep
8.6.4 Uitzetten*
8.7 Bandkeuze
8.7.1 GSM 900/1800
8.7.2 GSM 1900
9. Amusement
(zie pagina 119)
9.1 Spelletjes
9.1.1 X-Flighter
9.1.2 SpaceWar
9.1.3 Huisdier
9.2 WAP browser
9.3 Downloads
9.3.1 Geluiden
9.3.2 Afbeeldingen
* Verschijnt alleen als de functie gesloten gebruikersgroep aan
staat.
61
Tekstberichten
Tekstberichten
De meeste providers bieden de mogelijkheid tot het
versturen van SMS-berichten (Short Message
Service). Voor zover uw provider deze diensten
aanbiedt, kunnen berichten als tekst, per fax, per
e-mail en via oproepsystemen worden verzonden.
Om berichten per telefoon te versturen, moet u
weten wat het SMS-nummer van uw provider is.
Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders doorsturen. Meer informatie over
het verzenden van berichten vindt u op pagina 65.
Antwoorden: hiermee kunt u de afzender door
middel van een tekstbericht een antwoord sturen.
U kunt eventueel ook het nummer van de SMScentrale veranderen.
Terugbellen: om de afzender terug te bellen.
Als het symbool
verschijnt, heeft u een of meer
nieuwe tekstberichten ontvangen. Als het geheugen
vol is, verschijnt er een melding en kunt u geen
nieuwe berichten meer ontvangen. Met de optie
Wissen in de beide postvakken kunt u oude
berichten verwijderen.
Adres knippen: hiermee kunt u het adres van
een website, een e-mail adres of een
telefoonnummer uit een tekstbericht overnemen en
in het geheugen van uw telefoon opslaan.
Ontvangen
Objecten selecteren: hiermee kunt u geluiden of
afbeeldingen die bij het bericht gevoegd zijn in het
geheugen van uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt
u deze zelf met een bericht meesturen. Meer
informatie hierover vindt u op pagina 66.
(Menu 1.1)
In dit postvak worden ontvangen berichten
opgeslagen.
Verplaatsen: hiermee kunt u het bericht van de
SIM-kaart naar het telefoongeheugen verplaatsen
of andersom.
Als u dit menu opent, worden de ontvangen
berichten getoond, met daarbij het telefoonnummer
of de naam (indien opgenomen in de telefoonlijst).
Verzonden
1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets Kies om het bericht te lezen.
In dit postvak worden berichten opgeslagen die u
verzonden heeft of nog wilt verzenden.
2. Met de toetsen
bladeren.
en
kunt u door het bericht
3. Met de toetsen
en
kunt u naar het
vorige of volgende bericht bladeren.
Met de functietoets Opties kunt u de volgende
opties kiezen.
Wissen: hiermee kunt u het bericht verwijderen.
62
(Menu 1.2)
Als u dit menu opent, wordt een lijst getoond met
de berichten die in het postvak zijn opgeslagen,
met daarbij het telefoonnummer van de
geadresseerde of de naam (wanneer deze in de
telefoonlijst voorkomt).
1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets Kies om de inhoud van het bericht
te bekijken.
2. Met de toetsen
lopen.
en
kunt u door het bericht
63
Tekstberichten
Tekstberichten
Nieuw bericht
(Menu 1.3)
3. Om naar het vorige of volgende bericht te gaan,
drukt u op de toets
of
.
Met dit menu kunt u een tekstbericht schrijven en
verzenden.
Met de functietoets Opties kunt u de volgende
opties kiezen:
Opmerking: U heeft de beschikking over
918 posities. Als u geluiden of
afbeeldingen aan uw bericht toevoegt,
wordt het aantal beschikbare posities
lager.
Wissen: hiermee kunt u het bericht wissen.
Verzenden: hiermee kunt u het bericht opnieuw
versturen. Meer informatie over het verzenden van
berichten vindt u op pagina 65.
Eenvoudig SMS tekstbericht maken
Adres knippen: hiermee kunt u het adres van
een website, een e-mail adres of een
telefoonnummer uit een tekstbericht overnemen en
in het geheugen van uw telefoon opslaan.
1. Stel uw bericht samen.
Verplaatsen: hiermee kunt u het bericht van de
SIM-kaart naar het telefoongeheugen verplaatsen
of andersom.
2. Als u klaar bent met het ingeven van uw bericht,
drukt u op de functietoets Opties. De volgende
opties zijn beschikbaar:
Objecten selecteren: hiermee kunt u geluiden of
afbeeldingen die bij het bericht gevoegd zijn in het
geheugen van uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt
u deze zelf met een bericht meesturen. Meer
informatie hierover vindt u op pagina 66.
Opmerking: Meer informatie over het ingeven
van tekst vindt u op pagina 43.
Verzenden: om een geselecteerd bericht te
verzenden. Na verzending wordt het bericht
verwijderd.
Verz.+Opslaan: hiermee wordt het bericht
eerst in het gekozen geheugen opgeslagen en
vervolgens verzonden. U kunt het bericht in
Postvak UIT terugvinden.
Opslaan: het bericht wordt in het gekozen
geheugen opgeslagen, zodat u dit later kunt
versturen. U kunt het bericht in Postvak UIT
terugvinden.
Meer informatie over de opties Tekst
formatteren, Objecten toevoegen,
Standaardbericht toevoegen, Tel.lst
toev., Favoriet toev. en Taal vindt u bij “Een
bericht samenstellen met gebruikmaking van
de opties” op pagina 66.
64
65
Tekstberichten
3. Selecteer Verzenden of Verz.+Opslaan en
druk op de functietoets Kies.
Als u het bericht alleen wilt opslaan, selecteert u
Opslaan. Na het bericht te hebben opgeslagen,
gaat de telefoon terug naar het menu
Tekstberichten.
4. Selecteer het geheugen waarin het bericht is
opgeslagen en druk op de functietoets OK.
Tekstberichten
vijf standaardberichten. Voor meer informatie,
zie pagina 67.
Telefoonlijst toevoegen: hiermee kunt u een
contactpersoon uit de telefoonlijst in uw bericht
opnemen. Selecteer de gewenste
contactpersoon.
5. Geef het gewenste nummer in en druk op de
functietoets OK. Het bericht wordt verzonden.
Favoriet toevoegen: voor het opnemen
van een adres van een internetpagina die u
onder uw Favorieten heeft opgenomen
(Menu 9.2.2). Selecteer de gewenste favoriet.
Een bericht samenstellen met
gebruikmaking van de opties
Taal: hiermee kunt u instellen welke taal in de
T9 tekstinvoerstand moet worden gebruikt.
Selecteer de gewenste taal.
1. Stel uw bericht samen.
2. Druk op de functietoets Opties.
3. Kies zo nodig met de toetsen
en
een
vervolgoptie en druk ter bevestiging op de
functietoets Kies.
Tekst formatteren: hiermee kunt u de layout
van uw tekst aanpassen. Bij Grootte kunt u
kiezen uit Normaal, Groot en Klein.
Onderstreept en Doorgehaald kunt u
selecteren door deze opties AAN of UIT te
zetten. U kunt meerdere opties tegelijk
selecteren.
Objecten toevoegen: kies deze optie
wanneer u een belgeluid, melodie, afbeelding of
filmpje bij uw bericht wilt voegen. Selecteer de
gewenste categorie. Bij iedere categorie kunt u
kiezen voor een van de standaarditems of een
item dat u bijvoorbeeld via internet gedownload
hebt of via een bericht hebt ontvangen.
Standaardbericht toevoegen: hiermee kunt
u voor uw bericht een van de standaardberichten gebruiken. Selecteer via het menu
Standaardberichten (Menu 1.4) een van de
66
4. Maak het bericht af en verzend het of sla het op
zoals beschreven bij stap 2 op pagina 65.
Standaardberichten
(Menu 1.4)
Via dit menu kunt u vijf berichten samenstellen met
een standaard inhoud. Blader met de toetsen
en
door de lijst. Wanneer het standaardbericht
dat u wilt wijzigen of gebruiken gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Opties.
Wijzigen: hiermee kunt u een nieuw bericht
schrijven of het geselecteerde bericht wijzigen.
Opmerking: Meer informatie over het intoetsen van
tekst vindt u op pagina 43.
Verzenden: hiermee kunt u het geselecteerde
bericht terughalen en aanpassen. Als het bericht
klaar is, kunt u het versturen, opslaan en versturen
of alleen opslaan. Meer informatie over het
verzenden van berichten vindt u op pagina 65.
Wissen: om een geselecteerd bericht te
verwijderen. U kunt het wissen bevestigen door op
de functietoets Ja te drukken.
67
Tekstberichten
Instelling
Tekstberichten
(Menu 1.5)
Via dit menu kunt u de standaard SMS-informatie
instellen. Een profiel bevat een aantal instellingen
die nodig zijn om berichten te versturen. Het aantal
beschikbare profielen is afhankelijk van de
capaciteit van uw SIM-kaart.
Instelling x (waarbij x het nummer van de groep
is): ieder profiel heeft een eigen submenu.
SMS-service: om het SMS-nummer voor het
versturen van berichten op te slaan of te wijzigen.
U krijgt dit nummer van uw provider.
St.bestemming: hier kunt u een standaard
bestemming opnemen. Het nummer verschijnt bij
het samenstellen van een bericht automatisch in
het scherm Bestemming.
functie is ingeschakeld, krijgt u van de provider te
horen of uw bericht al dan niet verstuurd is.
Drager kiezen: hier kunt u kiezen tussen GSM en
GPRS.
Mijn objecten
(Menu 1.6)
Nadat u objecten (afbeeldingen, melodieën, etc.)
die u bij berichten hebt ontvangen in uw telefoon
heeft opgeslagen, kunt u deze met de keuze
Objecten selecteren (zie pagina 63) via dit
menu bekijken.
Er zijn drie categorieën:
• EMS melodie
• EMS afbeelding
• EMS filmpje
Standaard SMS instellingen: hier kunt u het
standaard berichttype (tekst, fax, e-mail en
oproepsystemen) instellen. De provider zet de
berichten om in het gekozen formaat.
U kunt objecten naar anderen doorsturen door deze
bij een bericht op te nemen en u kunt ze gebruiken
als beltoon of achtergrond.
Standaard geldigheid: hier kunt u instellen hoe lang
uw provider het bericht moet bewaren als hij het
niet meteen kan doorsturen.
Met de optie Alles verwijderen (Menu 1.6.4)
kunt u alle objecten in één keer uit het geheugen
verwijderen.
Naam instellen: om een naam toe te kennen aan de
groep die u aan het instellen bent.
Standaard: de volgende opties zijn beschikbaar:
Antwoordpad: de ontvanger van uw SMS-bericht
kan u een antwoord sturen via de provider, als deze
optie door het netwerk wordt aangeboden.
Ontv.bevest.: hier kunt u de functie voor
ontvangstbevestiging in- en uitschakelen. Als deze
68
Om...
Druk op de…
Een categorie van objecten
te selecteren die u wilt
verwijderen
Functietoets AAN.
De selectie te annuleren
Functietoets UIT.
De objecten in de
Functietoets Wissen.
geselecteerde categorie(ën)
te verwijderen
Als u alle objecten wilt verwijderen, selecteert u
Alle objecten.
69
Tekstberichten
Tekstberichten
Geheugenstatus
(Menu 1.7)
Via dit menu kunt u nagaan hoeveel berichten er
zijn opgeslagen op de SIM-kaart, in de telefoon en
in het geheugen met info-berichten.
Via de optie Alles wissen (Menu 1.7.4) kunt u
alle berichten in een postvak verwijderen.
Om...
Druk op de…
Het geheugen te selecteren Functietoets AAN.
waaruit u berichten wilt
verwijderen.
De selectie te annuleren
Functietoets UIT.
Alle berichten uit het
geselecteerde geheugen te
verwijderen
Functietoets
Wissen.
Als u alle berichten in één keer wilt verwijderen,
selecteert u Alle berichten.
Voice Mail
(Menu 1.8)
Telefoonnr Voice Mail: u kunt het nummer van
de voice-mail server zo nodig wijzigen.
U wilt...
Druk op de…
Het voice servernummer Juiste cijfertoetsen.
ingeven
Een cijfer corrigeren
Toets
.
De cursor naar links of
rechts verplaatsen
zonder het cijfer te
wissen
Toets
of
.
Opmerking: Voice Mail is een netwerkdienst. Neem
voor meer informatie contact op met
uw provider.
Info-berichten
(Menu 1.9)
Netwerkservice voor het ontvangen van berichten
over verschillende onderwerpen, zoals weer of
verkeer. Berichten verschijnen meteen nadat ze
ontvangen zijn, mits:
• De telefoon in de standby-stand staat
Via dit menu kunt u snel in uw voice-mailbox
komen (als deze dienst door uw provider wordt
aangeboden).
De volgende opties zijn beschikbaar:
Verbinden met Voice Mail: voordat u deze
functie kunt gebruiken moet u het voice-server
nummer invoeren dat u van uw provider hebt
gekregen (zie menu 1.8.2). Vervolgens kunt u deze
optie kiezen en op de functietoets OK drukken om
uw berichten te beluisteren.
Om snel verbinding te krijgen met de voice mail
server, houdt u de toets
ingedrukt.
70
• De optie Ontvangen op Aanzetten staat
• Het berichtkanaal op dat moment actief is in de
kanaallijst
De volgende opties zijn beschikbaar:
Ontvangen bericht lezen: lezen van het eerste
bericht. Niet opslaan toont de berichten van het
netwerk, maar deze worden gewist zodra de
telefoon wordt uitgezet. Met de toetsen
en
kunt u door het bericht bladeren. Terwijl u een
bericht leest, kunt u op de functietoets Opslaan
71
Tekstberichten
Afbeeldingberichten
drukken om het bericht in het postvak Bewaren
op te slaan, zodat u het later nog eens kunt lezen.
Ontvangen: om het ontvangen van berichten in of
uit te schakelen.
Kanalen: hier kunt u aangeven van welke kanalen
u info-berichten wilt ontvangen. De volgende opties
zijn beschikbaar:
Kiezen: hier kunt u kanalen in de lijst in- of
uitschakelen door deze AAN of UIT te zetten. Een
geselecteerd kanaal is aangevinkt.
Toevoegen: voor het toevoegen van een nieuwe
kanaal-ID en kanaalnaam.
Wissen: om een kanaal uit de lijst te verwijderen.
Wijzigen: voor het wijzigen van een kanaal-ID en
kanaalnaam van een bestaand kanaal.
Taalkeuze: om te kiezen in welke taal de
berichten op het display verschijnen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
provider.
Multimedia Message Service (MMS) is een
berichtservice die veel lijkt op de Short Message
Service (SMS). MMS zorgt voor de automatische en
directe aflevering van multimediaberichten van
telefoon naar telefoon of telefoon naar e-mail.
Naast de gebruikelijke tekstuele inhoud van
tekstberichten, kunnen multimediaberichten
afbeeldingen, grafische informatie, stemgeluid en
audioclips bevatten. Bij een MMS bericht is het
multimedia-item in het bericht ingesloten. Het is
dus geen tekstbestand met bijlagen.
Via de MMS functie kan uw telefoon multimediaberichten ontvangen. U kunt zelf ook
afbeeldingberichten versturen. Dit is een kort
bericht dat een of meer afbeeldingen bevat, zoals
foto’s of afbeeldingen die u via internet hebt
gedownload. Deze functie is alleen mogelijk
wanneer deze door uw provider wordt ondersteund.
Alleen telefoons die geschikt zijn voor
afbeeldingberichten kunnen dit soort berichten
ontvangen en weergeven.
Postvak IN
(Menu 2.1)
Een ontvangen bericht bekijken
Wanneer u een nieuw multimediabericht ontvangt,
ziet u in het display van wie het bericht afkomstig is
en de meegestuurde tekst.
1. Om het bericht te bekijken, drukt u op de
functietoets Kies.
In het display verschijnt korte informatie over
het bericht, zoals de afzender, de berichtgrootte
en het onderwerp.
Als u het bericht later via het postvak IN wilt
bekijken, drukt u op de functietoets Afsluiten.
72
73
Afbeeldingberichten
2. Gebruik de toets
heen te lopen.
Afbeeldingberichten
of
om door het bericht
Terwijl u een bericht bekijkt, kunt u via de
functietoets Opties de volgende opties gebruiken:
Ophalen: toont de inhoud van het bericht.
Verwijderen: verwijdert het bericht.
Meer informatie: toont gedetailleerde informatie
over het bericht.
Een ontvangen bericht in postvak IN
bekijken
Wanneer u Postvak IN opent (Menu 2.1),
verschijnt een lijst met eventueel ontvangen
multimediaberichten, inclusief het telefoonnummer
van de afzender (indien aanwezig in de
telefoonlijst) en het onderwerp.
1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets Kies om de inhoud van het bericht
te bekijken.
2. Gebruik de toets
heen te lopen.
of
om door het bericht
Als u een bericht voor de eerste keer bekijkt, kunt u
door op de functietoets Opties te drukken, gebruik
maken van de hierboven beschreven opties
Ophalen, Verwijderen en Meer Informatie.
Wanneer u een ontvangen bericht nogmaals
bekijkt, beschikt u over de volgende
mogelijkheden:
Wissen: hiermee kunt u het bericht verwijderen.
Antwoorden: om de afzender via een tekst- of
afbeeldingbericht een antwoord te sturen.
Terugbellen: om de afzender terug te bellen.
74
Nr. bewerken: om een telefoonnummer uit een
bericht te halen, zodat u het kunt bellen of in de
telefoonlijst kunt opslaan.
Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders doorsturen.
Afbeelding opslaan: om de afbeelding die u
via een bericht hebt ontvangen in uw telefoon op
te slaan. Foto’s worden opgeslagen in de map
Foto’s (Menu 4.3) en andere afbeeldingen in de
map Afbeeldingen van het menu Downloads
(Menu 9.3).
Geluid opslaan: hiermee kunt u een via een
bericht ontvangen geluid in de map Geluiden van
het menu Downloads (Menu 9.3) opslaan.
Postvak UIT
(Menu 2.2)
Wanneer u deze menu-optie kist, wordt de lijst met
verzonden afbeeldingberichten getoond.
1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets Kies om de inhoud van het bericht
te bekijken.
2. Gebruik de toets
heen te lopen.
of
om door het bericht
Met de functietoets Opties kunt u de volgende
opties kiezen.
Verwijderen: bericht verwijderen.
Adres knippen: een telefoonnummer uit een
bericht te halen, zodat u het kunt bellen of in de
telefoonlijst kunt opslaan.
Verzenden: het bericht nogmaals verzenden.
Bericht bewerken: de inhoud, afbeelding of tekst
van het bericht wijzigen.
Meer informatie over het maken van
afbeeldingberichten vindt u bij de beschrijving van
75
Afbeeldingberichten
Afbeeldingberichten
de optie Nieuw bericht schrijven (Menu 2.3)
op pagina 76.
Nieuw bericht
(Menu 2.3)
Via dit menu kunt u een nieuw afbeeldingbericht
samenstellen en naar een aantal bestemmingen
verzenden.
Een afbeeldingbericht samenstellen en
verzenden
1. Geef het onderwerp van uw bericht in en druk
op de functietoets OK.
Meer informatie over het intoetsen van tekst
vindt u op pagina 43.
2. Druk op de functietoets Opties en voeg de
inhoud aan het bericht toe. U kunt kiezen uit de
volgende mogelijkheden:
Tekst toevoegen: geef de tekst van het
bericht in en druk op de functietoets OK.
Foto toevoegen: hiermee kunt u een foto
toevoegen die u met de camera van uw telefoon
heeft gemaakt. Selecteer een foto en druk op de
functietoets Kies. Druk vervolgens nogmaals op
de functietoets Kies om de foto in uw bericht op
te nemen. Meer informatie over het gebruik van
de camera vindt u op pagina 83.
Afbeelding toevoegen: voor het toevoegen
van een afbeelding die in de map
Afbeeldingen van het Downloads menu
(Menu 9.3) is opgeslagen. Selecteer een
afbeelding en druk op de functietoets Kies.
Verzenden: om een geselecteerd bericht te
verzenden. Kies deze optie wanneer u klaar bent
met het bericht.
76
Opslaan: slaat het bericht op in Postvak UIT
(Menu 2.2), zodat u het desgewenst later kunt
verzenden. Kies deze optie wanneer het bericht
klaar is, maar u het nog niet wilt verzenden.
3. Wanneer de inhoud van het bericht wordt
getoond, drukt u op de toets
om Hier
toevoegen te selecteren.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 tot het bericht klaar
is.
5. Als u wijzigingen in de toegevoegde objecten
wilt aanbrengen, drukt u op de toets
of
om het betreffende object te selecteren en drukt
u op de functietoets Opties. De volgende opties
zijn beschikbaar:
Edit: hiermee kunt u de tekst wijzigen of de
afbeeldingen door andere vervangen.
Verwijderen: verwijdert het object uit het
bericht.
Verzenden: om een geselecteerd bericht te
verzenden.
Opslaan: het bericht wordt opgeslagen in
Postvak UIT (Menu 2.2), zodat u het later kunt
verzenden.
6. Wanneer u klaar bent met het samenstellen van
het bericht, selecteert u de optie Verzenden.
7. Selecteer een van de volgende opties en druk op
de functietoets Kies.
Telefoonnummer: hier kunt u het
telefoonnummer intoetsen waarnaar het bericht
verzonden moet worden.
E-mail: wanneer u het bericht als e-mailbericht wilt versturen, kunt u hier het e-mailadres ingeven waarnaar het bericht verstuurd
moet worden.
Telefoonlijst: hiermee kunt u een
telefoonnummer uit de telefoonlijst ophalen.
8. Geef een telefoonnummer of e-mail adres in, of
selecteer een nummer uit de telefoonlijst. Als
het juiste telefoonnummer of adres wordt
getoond, drukt u op de functietoets OK.
77
Afbeeldingberichten
Afbeeldingberichten
9. Als u het bericht naar een aantal bestemmingen
wilt versturen, selecteert u Bestemming
toevoegen en drukt u op de functietoets Kies.
Antwoordverzoek: als deze optie is
geselecteerd, stuurt uw telefoon een antwoordverzoek met uw bericht mee.
10. Herhaal de stappen 7 t/m 9. U kunt
maximaal 10 bestemmingen ingeven.
Autom. downloaden: als deze optie is
geselecteerd, downloadt uw telefoon automatisch
de ontvangen afbeeldingen en geluiden.
Om een of meer bestemmingen te wijzigen,
selecteert u de betreffende bestemming en
drukt u op de functietoets Kies. Vervolgens
kunt u de bestemming wijzigen of wissen.
11. Na alle bestemmingen te hebben ingegeven,
drukt u wanneer Bericht verzenden
gemarkeerd wordt weergegeven op de
functietoets OK.
Het bericht wordt nu verzonden.
Alles verwijderen
(Menu 2.4)
U kunt alle berichten in het postvak IN of UIT in één
keer verwijderen.
Berichtprofiel
(Menu 2.6)
Via dit menu kunt u een aantal instellingen voor het
verzenden en ontvangen van multimediaberichten
instellen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Naam profiel: naam die u aan uw MMS server wilt
geven.
Verbindingstype: adres van uw MMS server.
Als om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op
de functietoets Ja.
Beveiliging: datatransmissiemodus. Als u
Beveiligd selecteert, worden uw gegevens
beschermd tegen toegang door onbevoegden, dit in
tegenstelling tot Niet Beveiligd.
Instellen
IP-adres: gateway adres dat nodig is voor de
verbinding met de MMS server.
(Menu 2.5)
De standaard berichtinstellingen kunt u aan uw
wensen aanpassen.
U kunt een optie aan- of uitzetten door op de
functietoets Kies te drukken of door bij de optie
het vinkje weg te halen. De volgende opties zijn
beschikbaar:
Nummer verbergen: als deze optie is
geselecteerd, wordt uw telefoonnummer niet op de
telefoon van degene die u belt weergegeven.
Gebruikersnaam: gebruikersnaam die nodig is
voor de verbinding met de MMS server.
Wachtwoord: wachtwoord dat nodig is voor de
verbinding met de MMS server.
Inbelnummer Provider: inbelnummer voor de
MSS server.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
uw provider.
Ontvangstbevestiging: als deze optie is
geselecteerd, krijgt u van de provider te horen of
uw bericht al dan niet verstuurd is.
78
79
Oproepen lijst
Oproepen lijst
Uitgaand
(Menu 3.3)
Via dit menu kunt u:
• Gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen
bekijken
• Nagaan hoe lang een gesprek geduurd heeft
• Nagaan wat de gesprekskosten zijn
Opmerking: Door in de standby-stand op
te
drukken, krijgt u toegang tot alle drie
de soorten oproepen.
Gemist
(Menu 3.1)
Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde
gesprekken bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd ontvangen. Door op de
functietoets Opties te drukken, kunt u:
• Het nummer uit de lijst verwijderen
• Het nummer, wanneer dit getoond wordt,
wijzigen en in de telefoonlijst opslaan
• Het nummer terugbellen
Ontvangen
(Menu 3.2)
Met deze optie kunt de laatste 20 binnengekomen
gesprekken bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd ontvangen. Door op de
functietoets Opties te drukken, kunt u:
• Het nummer uit de lijst verwijderen
• Het nummer, wanneer dit getoond wordt,
wijzigen en in de telefoonlijst opslaan
• Het nummer terugbellen
80
Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde
nummers zien.
Het nummer en de naam worden weergegeven,
samen met de datum en tijd waarop de oproep
werd gedaan. Door op de functietoets Opties te
drukken, kunt u:
• Het nummer verwijderen
• Het nummer wijzigen en in de telefoonlijst
opslaan
• Het nummer bellen
Alles wissen
(Menu 3.4)
U kunt alle nummers die tot een bepaalde soort
oproepen behoren in één keer verwijderen.
Selecteer de gewenste categorie en druk op de
functietoets Kies.
Wanneer om een bevestiging wordt gevraagd, drukt
u op de functietoets Ja.
Gesprektellers
(Menu 3.5)
Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en
binnengekomen gesprekken bekijken.
Opmerking: De werkelijke duur van uw gesprekken
op de rekening van uw provider kan
iets afwijken, bijvoorbeeld door de
afronding die bij het factureren wordt
gehanteerd.
De volgende tellers zijn beschikbaar:
Laatste oproep: duur van het laatste gesprek.
81
Oproepen lijst
Alle uitgaande oproepen: duur van alle
gevoerde gesprekken sinds de teller voor het laatst
op nul is gezet.
Alle inkomende oproepen: duur van alle
binnengekomen gesprekken sinds de teller voor het
laatst op nul is gezet.
Nulstellen: voor het opnieuw instellen van de
gesprekteller. U moet eerst het wachtwoord van uw
toestel invoeren (zie pagina 124). Daarna drukt u
op de functietoets OK.
Kostentellers
(Menu 3.6)
Camera
Met de in uw telefoon ingebouwde camera kunt u
foto’s van mensen, dieren of gebeurtenissen maken
en deze vervolgens via een afbeeldingbericht of als
bijlage bij een e-mailbericht versturen. De
afbeeldingen van deze camera zijn in JPEG formaat.
Foto maken+verzenden
(Menu 4.1)
Via dit menu kunt u een foto maken en deze
vervolgens als afbeeldingbericht naar een of meer
bestemmingen versturen.
Met deze functie kunt u de gesprekskosten
bekijken. Wanneer uw SIM-kaart deze functie niet
ondersteunt, wordt deze optie niet getoond.
Opmerking: Als u een foto in direct zonlicht of felle
verlichting neemt, kan op de foto
schaduwvorming ontstaan.
De volgende tellers zijn beschikbaar:
Een foto maken en daarna als
afbeeldingbericht versturen
Kosten laatste oproep: kosten van het laatste
gesprek.
Totale kosten: totale kosten van alle gesprekken
sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Als de
totale kosten de maximumkosten, instelbaar met
de optie Max. kosten instellen, overschrijden,
kunt u geen gesprekken meer voeren tot u de teller
op nul hebt gezet.
Max. kosten: maximale kosten, ingesteld met de
optie Max. kosten instellen (zie hieronder).
1. Selecteer de optie Foto maken+verzenden
(Menu 4.1).
De camera links op de telefoon wordt
ingeschakeld en u ziet in het display wat
gefotografeerd wordt.
2. Door aan de camera te draaien kunt u het te
fotograferen beeld aanpassen.
Nulstellen: optie voor het op nul zetten van de
kostenteller. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie
pagina 126). Daarna drukt u op de functietoets OK.
Max. kosten instellen: optie om de maximale
kosten voor uw gesprekken in te stellen. U moet
eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 126). Daarna
drukt u op de functietoets OK.
Prijs per eenheid: optie voor het instellen van de
kosten per tik. Met deze prijs per eenheid worden
de gesprekskosten berekend. U moet eerst uw PIN2
invoeren (zie pagina 126). Daarna drukt u op de
functietoets OK.
82
83
Camera
Camera
Foto’s
Om...
Drukt op de...
De helderheid van de
opname aan te passen
Toetsen
In- of uit te zoomen
Toetsen
De foto ondersteboven
of terug te klappen
Toetsen
en aan de
linker zijkant van de
telefoon.
3. Om de foto...
Via dit menu kunt u de gemaakte foto’s bekijken.
en
en
.
Drukt op de...
Direct te nemen
Functietoets Foto.
Functietoets na 10 sec.
4. U slaat de foto op door op de functietoets
Opslaan te drukken.
5. Toets een naam voor de foto in en druk op de
functietoets OK.
Meer informatie over het intoetsen van tekst
vindt u op pagina 43.
6. Voor het versturen van de foto als afbeeldingbericht, volgt u de procedure die beschreven is
op pagina 76.
(Menu 4.2)
Via dit menu kunt u een foto nemen en opslaan.
Als u deze menukeuze selecteert, wordt de camera
links op de telefoon ingeschakeld.
Volg de stappen 2 t/m 5 bij “Een foto maken en
daarna als afbeeldingbericht versturen” op
pagina 83.
84
1. Selecteer de optie Foto’s (Menu 4.3).
De eerste foto wordt getoond.
.
Na 10 seconden te
nemen
Nieuwe foto
(Menu 4.3)
2. Met de toetsen
bladeren.
en
3. Om...
kunt u door de foto’s
Drukt op de...
De foto’s verkleind
weer te geven
(miniaturen)
Functietoets Multi.
Door de verkleinde
foto’s te bladeren
Toetsen
en
.
Terug te gaan naar
normale weergave
(volledig scherm)
Functietoets Kies.
,
,
De op dat moment geselecteerde foto wordt
getoond.
Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u uit de
volgende opties kiezen:
Verzenden: hiermee kunt u de foto als een
afbeeldingbericht versturen. Zie pagina 76 voor
meer bijzonderheden.
Achtergrond: hiermee wordt de foto als
achtergrondafbeelding bij de standby-stand
geselecteerd. Zie pagina 92.
Verwijderen: voor het verwijderen van de foto.
Alles verwijderen: alle in uw telefoon
opgeslagen foto’s worden verwijderd.
Hernoemen: hiermee kunt u de naam van de foto
wijzigen.
85
Geluid opties
Geluid opties
Type belsignaal
Via het menu Geluid opties kunt u de volgende
instellingen aanpassen:
• Melodie beltoon, volume en type belsignaal
• Geluiden bij het indrukken van de toetsen,
foutieve invoer en bij het ontvangen van
berichten
Beltoon
(Menu 5.1)
Met deze optie kunt u de gewenste beltoon kiezen.
U kunt uit een groot aantal verschillende melodieën
kiezen. De gekozen melodie wordt enkele seconden
afgespeeld. Als u via internet of het programma
EasyGPRS beltonen of melodieën hebt gedownload
of deze bij berichten hebt ontvangen, worden deze
in de lijst van dit menu opgenomen.
Belvolume
(Menu 5.2)
(Menu 5.3)
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
moet waarschuwen bij een binnenkomend gesprek.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Alleen licht: het display licht op, de telefoon gaat
niet over en trilt niet.
Melodie: de telefoon gaat over met de beltoon die
u hebt ingesteld in het menu Beltoon
(Menu 5.1); zie pagina 86.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Trillen+melodie: de telefoon trilt drie keer en
gaat daarna over.
Toetstoon
(Menu 5.4)
Met deze optie kunt u kiezen welke toon u hoort bij
het indrukken van een toets.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Met deze optie kunt u het belvolume instellen.
U kunt kiezen uit vijf niveaus.
UIT: het toetsgeluid is uitgeschakeld.
Gebruik hiervoor de toetsen
en
of de
toetsen
en
links op de telefoon.
Cool: de toets die wordt ingedrukt geeft een helder
geluid.
Piano: de toetsen laten bij het indrukken
verschillende tonen van de toonladder horen.
Toon: alle toetsen geven bij het indrukken een
ander geluid.
Oproeptoon: alle toetsen geven bij het indrukken
hetzelfde geluid.
86
87
Geluid opties
Bericht signaal
Geluid opties
(Menu 5.5)
Toon klepje
(Menu 5.6)
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
waarschuwt bij een binnenkomend bericht.
Met deze optie kunt u instellen of de telefoon een
signaal moet geven wanneer u het klepje opent.
SMS toon
De volgende opties zijn beschikbaar:
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
waarschuwt bij een binnenkomend SMS-bericht.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT: de telefoon geeft geen signaal bij een
binnenkomend bericht.
UIT: het geluid is uitgeschakeld.
Futuristisch: de telefoon brengt een futuristisch
geluid voort.
Kristal: de telefoon brengt een kristalhelder geluid
voort.
Alleen lichtsignaal: het standby-lampje op het
klepje gaat knipperen.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Eén beep: bij een binnenkomend SMS-bericht
gaat de telefoon één keer over.
SMS-toonX: de telefoon gaat over met de door u
geselecteerde SMS-toon.
Toon bij in-/uitschakelen
(Menu 5.7)
Via dit menu kunt u het geluid dat de telefoon
maakt bij het in- en uitschakelen aan- of uitzetten.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Info-bericht toon
Met deze optie kunt u kiezen hoe de telefoon
aangeeft dat een nieuw info-bericht is ontvangen.
UIT: bij het in- en uitschakelen van de telefoon
hoort u geen melodie.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Klassiek: bij het in- en uitschakelen van de
telefoon hoort u de standaard melodie.
UIT: de telefoon geeft geen signaal bij een
binnenkomend info-bericht.
Vrolijk: bij het in- en uitschakelen van de telefoon
hoort u een vrolijke melodie.
Alleen lichtsignaal: het standby-lampje op het
klepje gaat knipperen.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Eén beep: bij een binnenkomend infobericht gaat
de telefoon één keer over.
Infobericht toonX: de telefoon gaat over met de
door u geselecteerde Infobericht-toon.
88
89
Geluid opties
Telefoon opties
Andere tonen
(Menu 5.8)
Met deze optie kunt u diverse andere tonen die door
de telefoon worden gebruikt aanpassen.
Om een toon...
Drukt op de…
AAN te zetten
Functietoets AAN.
Voor de optie wordt een
vinkje gezet.
UIT te zetten
Functietoets UIT.
Het vinkje voor de optie
verdwijnt.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Fouttoon: hier kunt u instellen of de telefoon een
signaal moet geven bij een ongeldige invoer.
Minutenteller: met deze optie kunt u instellen of
de telefoon tijdens een uitgaand gesprek iedere
minuut een piepje moet geven om de gespreksduur
aan te geven.
U kunt de instelling van veel functies op uw telefoon
aan uw eigen voorkeur aanpassen. U roept deze
functies op via het menu Telefoon opties.
Infrarood aan
(Menu 6.1)
Met deze functie kunt u via de infraroodpoort van
uw telefoon data verzenden en ontvangen. Om de
infraroodverbinding te kunnen gebruiken, moet u
het volgende doen:
• De IrDA-compatibele infraroodpoort van uw pc
configureren en aanzetten.
• De infraroodfunctie van uw telefoon aanzetten.
Het infraroodsymbool ( ) verschijnt op de
bovenste regel van het display.
• Zorg ervoor dat de infraroodpoort van uw
telefoon in één lijn ligt met de infraroodpoort van
uw pc.
Infrarood
poort
Verbindingstoon: met deze optie kunt u
aangeven of de telefoon een signaal moet geven als
de gebelde persoon opneemt.
Infrarood
poort
U kunt nu gegevens uitwisselen tussen de pc en
uw telefoon.
Als binnen 30 seconden nadat de infraroodfunctie is
aangezet geen communicatie plaatsvindt, wordt de
infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld.
Opmerking: U krijgt de beste resultaten wanneer u
een datakabel gebruikt. Deze is
verkrijgbaar bij uw Samsung dealer.
90
91
Telefoon opties
Telefoon opties
Gebruikersinstellingen
(Menu 6.2)
U kunt de afbeelding op de achtergrond en het in
het display gebruikte kleurenschema aan uw
voorkeuren aanpassen.
Achtergrond
Met deze optie kunt u de afbeelding kiezen die in de
stand-by stand als achtergrond wordt gebruikt.
U kunt de achtergrond als volgt wijzigen:
1. Blader met de toets
afbeeldingen.
of
door de lijst met
U kunt kiezen uit een aantal standaard
afbeeldingen. Als u een foto uit de map Foto’s
(Menu 4.3) als achtergrond heeft geselecteerd,
ziet u staan: My Photo.icn.
2. Als de gewenste afbeelding is geselecteerd,
drukt u op de functietoets Kies.
De geselecteerde afbeelding wordt getoond.
Begroeting
(Menu 6.3)
Met deze optie kunt u kort een begroeting laten
verschijnen bij het aanzetten van de telefoon.
Wanneer u deze menukeuze selecteert, wordt de
huidige begroeting getoond.
U wilt...
Druk op de…
De bestaande
begroeting
wissen
Toets
en houd deze
ingedrukt tot het bericht is
verwijderd.
Een nieuwe
begroeting
invoeren
Juiste alfanumerieke toetsen.
Een andere
tekstinvoerstand
kiezen
Functietoets
.
Zie pagina 43 voor meer informatie over het
intoetsen van tekst.
3. Wilt u deze afbeelding als achtergrond
selecteren, druk dan op de functietoets Kies.
4. Om...
Drukt op de...
De huidige datum en tijd
bovenaan de afbeelding
in het display weer te
geven
Functietoets Ja.
Alleen de afbeelding
weer te geven
Functietoets Nee.
(Menu 6.4)
Hiermee kunt u:
• Een naam aan uw eigen telefoonnummer
toekennen
• De naam en het nummer wijzigen
Menu-instelling
Met deze optie kunt u instellen hoe het menu wordt
weergegeven. U kunt Als film of Paginastijl
kiezen.
92
Eigen nummer
Deze functie is een geheugensteuntje dat u kunt
gebruiken om uw eigen telefoonnummers te
controleren.
Wijzigingen die u hier aanbrengt, worden niet
doorgevoerd op uw SIM-kaart.
93
Telefoon opties
Taalkeuze
Telefoon opties
(Menu 6.5)
Hier kunt u de displaytaal kiezen. Als de taalkeuze
op Automatisch is ingesteld, wordt automatisch
de taal van de SIM-kaart gekozen.
Beveiliging
(Menu 6.6)
Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van
uw telefoon beperken tot:
• Door u gekozen personen
• Door u gekozen soorten gesprekken
De functies van uw telefoon kunt u via verschillende
codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in
de volgende hoofdstukken beschreven (zie tevens
de pagina’s 124-126).
PIN-controle
Als de PIN-controle is ingeschakeld, moet u bij het
aanzetten van de telefoon altijd uw PIN-code
intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden
gebruikt door mensen die uw PIN-code weten.
Opmerking: Voordat de PIN-controle uitgeschakeld
kan worden, moet u uw PIN-code
intoetsen.
Wilt u uw PIN-code wijzigen, kijk dan bij menuoptie PIN wijzigen (Menu 6.6.2).
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: na het inschakelen is er meteen contact
met het netwerk.
Activeren: bij het inschakelen moet u iedere keer
uw PIN-code intoetsen.
94
PIN wijzigen
Met deze functie kunt u uw huidige PIN-code
veranderen. De PIN-controle moet dan wel
ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN-code
intoetsen voordat u een nieuwe PIN-code kunt
instellen.
Als u een nieuwe PIN-code hebt ingevoerd, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Toestel blokkeren
Als de functie Toestel blokkeren is ingeschakeld,
moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een
8-cijferig wachtwoord intoetsen.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Wilt u het wachtwoord van uw
telefoon wijzigen, kijk dan hieronder bij
Wachtwoord (Menu 6.6.4).
Na het invoeren van het wachtwoord kunt u de
telefoon gebruiken tot u hem uitzet.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen
bij inschakeling van de telefoon.
Activeren: u moet het wachtwoord intoetsen bij
inschakeling van de telefoon.
Wachtwoord
Hiermee kunt u uw wachtwoord wijzigen. U moet
het huidige wachtwoord ingeven voordat u een
nieuw kunt ingeven.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Als u een nieuw wachtwoord hebt
ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals
intoetsen.
95
Telefoon opties
Telefoon opties
SIM blokkeren
LCD-scherm instellingen
Als de functie SIM blokkeren is ingeschakeld, werkt
uw telefoon alleen met de huidige SIM-kaart.
U moet dan eerst de SIM-code intoetsen.
Helderheid
Als u de code voor blokkeren hebt ingetoetst, moet
u deze ter bevestiging nogmaals invoeren.
Om de SIM-blokkering op te heffen, moet u de
SIM-code intoetsen.
FDN-modus
Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)modus ondersteunt, kunt u uw uitgaande
gesprekken beperken tot een bepaald aantal
nummers.
(Menu 6.7)
Met deze optie kunt u het helderheid van de
LCD-schermen aanpassen, door deze donkerder of
lichter te maken.
U kunt het helderheid als volgt aanpassen:
1. Kies het display waarvan u het helderheid wilt
aanpassen (Hoofd LCD-scherm of Front
LCD-scherm) en druk op de functietoets Kies.
2. Wijzig met de toetsen
en
of de toetsen
en
links op de telefoon het contrast.
3. Als de instelling naar wens is, drukt u op de
functietoets OK.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: u kunt elk nummer bellen.
Verlichting
Activeren: u kunt alleen nummers bellen die
in de telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet uw
PIN2-code intoetsen.
Met deze optie kunt u de verlichting aan- of
uitzetten. Uitzetten levert een kleine toename van
de standby- en beltijd op.
Opmerking: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
U kunt hier ook instellen hoe lang de verlichting aan
moet blijven. De verlichting gaat aan wanneer u op
een willekeurige toets drukt of een oproep of
bericht ontvangt. De verlichting wordt zachter
wanneer de hier ingestelde tijdsduur om is en gaat
vervolgens na een minuut uit.
Zie menu-optie PIN2 wijzigen (Menu 6.6.7)
hieronder voor het wijzigen van uw PIN2-code.
PIN2 wijzigen
Met deze functie kunt u uw PIN2-code veranderen.
U moet uw huidige PIN2-code intoetsen voordat u
een nieuwe kunt invoeren.
Als u een nieuwe PIN2-code hebt ingetoetst, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Opmerking: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
96
Verlichting autom.
Wanneer u wilt dat de verlichting vanaf een bepaald
tijdstip aan is, kunt u dat hier instellen. Hoe korter
de verlichting aan is, hoe langer de batterij
meegaat.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: de instelling die is gekozen bij menuoptie Verlichting (Menu 6.7.2) wordt gebruikt.
Zie pagina 97.
97
Telefoon opties
Activeren: De verlichting gaat alleen gedurende
de opgegeven tijdsperiode aan. Stel met de juiste
cijfertoetsen de begin- en eindtijd in uren en
minuten in.
Standby-lampje
Telefoon opties
Extra instellingen
Via dit menu kunt u een aantal opties als Nummer
herhalen en Klepje actief aan- en uitzetten.
Om een functie...
Drukt u op de…
AAN te zetten
Functietoets AAN.
Voor de optie wordt een
vinkje gezet.
UIT te zetten
Functietoets UIT.
Het vinkje voor de optie
verdwijnt.
Met deze optie kunt u instellen of u het standbylampje rechtsboven op de telefoon wilt gebruiken.
Kies een van de zeven beschikbare
kleurencombinaties. Het standby-lampje knippert in
de gekozen kleur als de telefoon gebruiksklaar is.
Als u het standby-lampje niet wilt gebruiken, kunt u
dit uitschakelen door UIT te selecteren.
Logo provider
Met deze optie kunt u instellen dat in plaats van de
naam van de provider zijn logo wordt afgebeeld.
AAN: in de standby-stand wordt het provider-logo
dat in uw telefoon is opgeslagen getoond. Als geen
logo is opgeslagen, wordt de naam van de provider
weergegeven.
UIT: in de standby-stand wordt de naam van de
provider getoond.
(Menu 6.8)
De volgende opties zijn beschikbaar:
Nr. herhalen: als deze optie aan staat,
probeert de telefoon na een mislukte poging
maximaal 10 keer het laatste nummer opnieuw
te bellen.
Opmerking: De tijd tussen twee pogingen kan
variëren.
Klepje actief: als deze optie aan staat, hoeft u
alleen het klepje van de telefoon te openen om een
oproep aan te nemen.
Als deze optie niet geselecteerd is, moet u voor het
aannemen van een gesprek het klepje openen en
op een toets drukken, afhankelijk van de instelling
bij Elke toets antw. (zie hieronder).
Elke toets antw.: als deze optie geselecteerd is,
kunt u een gesprek aannemen door op een
willekeurige toets te drukken, met uitzondering van
de toetsen
en
en de functietoets
Weiger. Om een oproep te weigeren, drukt u op de
toets
of de functietoets Weiger.
Als deze optie niet is geselecteerd, kunt u een
gesprek alleen aannemen door op de toets
of de
functietoets Opnemen te drukken.
98
99
Telefoon opties
Sneltoets
(Menu 6.9)
U kunt de navigatietoetsen als sneltoetsen
gebruiken. Als ze in de standby-stand worden
ingedrukt, kunt u daarmee direct naar een bepaalde
menu-optie gaan.
U kunt de navigatietoetsen als volgt als sneltoetsen
instellen:
1. Selecteer door op de toets
of
te drukken
de toets die u als sneltoets wilt gebruiken en
druk daarna op de functietoets Kies.
Toets omhoog ( )
Toets omlaag ( )
Toets rechts ( )
Toets links ( )
2. Kies door op
of
te drukken het menu dat
u aan de toets wilt toekennen.
Opmerking: Als u een toets niet (meer) als
sneltoets wilt gebruiken, selecteert
u Geen.
3. Druk op de functietoets Kies om uw instelling
op te slaan.
Reset instellingen
(Menu 6.10)
U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten
in de standaard (fabrieks) instellingen. Dit doet u
als volgt:
1. Selecteer de optie Reset instellingen.
2. Voer het juiste 8-cijferige wachtwoord van uw
telefoon in en druk op de functietoets OK.
Opmerking: Het wachtwoord is in de fabriek
ingesteld op 00000000. Wilt u het
wachtwoord wijzigen, kijk dan op
pagina 95.
100
Organizer
Met deze functie kunt u:
• De kalender bekijken en afspraken bijhouden
• Een lijst opstellen met afspraken of acties die u
niet mag vergeten
• De huidige datum en tijd instellen
• Het alarm instellen, zodat de telefoon op een
bepaalde tijd overgaat (bijvoorbeeld om u aan
een afspraak te herinneren)
• De telefoon gebruiken om eenvoudige
rekenkundige of bewerkingen uit te voeren of een
wisselkoers te berekenen.
Agenda
(Menu 7.1)
Met de optie Agenda kunt u:
• De kalender bekijken
• Bij de desbetreffende data agendaregels maken
met informatie over afspraken, vergaderingen,
verjaardagen, enz. en desgewenst een alarm af
laten gaan
De kalender bekijken
De kalender verschijnt als u het menu Agenda
(Menu 7.1) kiest. Als u op de functietoets Opties
drukt, kunt u kiezen uit de volgende opties.
Alles zoeken: alle ingevoerde agendaregels
worden getoond, te beginnen met de oudste. U
kunt met de toets
of
door de agendaregels
lopen.
Alles wissen: om alle agendaregels te
verwijderen. Voordat de agendaregels worden
gewist, wordt om een bevestiging gevraagd.
Ga naar datum: om direct naar een bepaalde
datum te gaan.
Afsluiten: hiermee verlaat u de agendafunctie en
gaat u terug naar de standby-stand.
101
Organizer
Agendaregel ingeven
Om een agendaregel bij een bepaalde datum aan te
maken of te wijzigen:
1. Kies met de navigatietoetsen de gewenste
kalenderdatum.
Opmerking: Door op de volumetoetsen links op
de telefoon te drukken, kunt u naar
een vorige of volgende maand
gaan.
2. Druk op de functietoets Kies.
Er verschijnt een leeg scherm waar u uw
agendaregel kunt ingeven.
3. Geef uw agendaregel in en druk op de
functietoets OK.
Opmerking: Zie pagina 43 voor meer informatie
over het intoetsen van tekst.
Organizer
op de functietoets Opties drukt, zijn de volgende
extra opties beschikbaar.
Alarm: instellen van het alarm voor een bepaalde
dag.
Wissen: verwijderen van de agendaregel.
Kopiëren naar: agendaregel kopiëren naar een
andere datum en/of tijd.
Verplaatsen naar: datum en/of tijd van de
agendaregel wijzigen.
Actielijst
(Menu 7.2)
Hiermee kunt u:
• Een lijst opstellen met actiepunten of taken die u
uit moet voeren
• Prioriteit en deadline aan ieder actiepunt
toekennen
• De bestaande actiepunten op prioriteit en status
sorteren
U wordt gevraagd of u het alarm wilt instellen.
4. Druk op de functietoets Ja als u wilt dat het
alarm op de betreffende dag afgaat.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets Nee.
5. Indien u op Ja hebt gedrukt, stelt u de tijd voor
het alarm in en drukt u op OK.
De kleur van de datum wijzigt in groen, wat
aangeeft dat voor deze datum een agendaregel
is ingevoerd.
Agendaregel wijzigen
Als u een dag kiest waarvoor een agendaregel is
ingegeven, kunt op de functietoets Wijzig drukken
om de agendaregel te wijzigen.
Opmerking: Zie pagina 43 voor meer informatie
over het intoetsen van tekst.
Actielijst maken
1. Druk op de functietoets Nieuw.
2. Geef de eerste actie in.
Opmerking: U heeft de beschikking over
40 posities. Zie pagina 43 voor
meer informatie over het intoetsen
van tekst.
3. Druk op de functietoets OK.
4. Kies met behulp van de toets
of
de
prioriteit (hoog, normaal of laag) en druk op de
functietoets Kies.
5. Geef de datum in waarop de actie moet zijn
uitgevoerd.
Als u geen deadline wilt instellen, drukt u op de
functietoets Oversl.
6. Druk op de functietoets OK.
Als u klaar bent met het wijzigen van de
agendaregel, drukt u op de functietoets OK. Als u
102
103
Organizer
Organizer
Actielijst wijzigen
U wilt...
Doe dan het volgende...
Als er al actiepunten in de actielijst zijn opgenomen
wanneer u de menu-optie Actielijst (Menu 7.2)
selecteert, wordt de inhoud daarvan getoond,
inclusief informatie over de status van afhandeling
en de prioriteit (
= hoog,
= normaal
en
= laag ).
Bestaande
actiepunten op
prioriteit en
status sorteren
• Druk op de functietoets
Opties.
• Kies de optie Sorteren.
• Kies het sorteercriterium
(Hoog, Laag,
Afgehandeld of
Geannuleerd).
De volgende opties zijn beschikbaar:
Een actiepunt
kopiëren
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties.
• Kies de optie Kopiëren.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
eventueel de deadline van het
actiepunt.
Een actiepunt
naar de agenda
kopiëren
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties.
• Kies de optie Naar agenda
kopiëren.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
deadline van het actiepunt en
stel eventueel het alarm in.
Een actiepunt
wissen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties.
• Kies de optie Wissen.
Alle actiepunten
wissen
• Druk op de functietoets
Opties.
• Kies de optie Alles wissen.
• Druk op OK om dit te
bevestigen.
De actielijst
verlaten
• Druk op de functietoets
Opties.
• Kies de optie Afsluiten.
U wilt...
Doe dan het volgende...
Detailinformatie
van een
actiepunt
bekijken
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Kies.
De status van
een actiepunt
wijzigen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de toets
om aan
te geven dat het actiepunt op
de huidige tijd en datum is
afgehandeld.
of
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties.
• Kies de optie Selecteren.
• Kies de gewenste status
(Afgehandeld of
Geannuleerd).
Een nieuw
actiepunt
toevoegen
• Druk op de functietoets
Opties.
• Kies de optie Nieuw.
• Geef de tekst, prioriteit en
deadline van het actiepunt in.
Een bestaand
actiepunten
wijzigen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets
Opties.
• Kies de optie Bewerken.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
eventueel deadline van de
actie.
104
105
Organizer
Tijd en datum
Organizer
(Menu 7.3)
Met deze optie kunt u de tijd en datum op het
display wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich
Mean Time (GMT) en de tijd in 21 grote steden
bekijken.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Klok instellen: hier kunt u de huidige tijd
instellen. Via de menu-optie Tijd (Menu 7.3.4)
kunt u het gewenste formaat instellen.
Alarm
(Menu 7.4)
Hiermee kunt u:
• het alarm op een bepaalde tijd af laten gaan
• de telefoon automatisch in laten schakelen als
het alarm afgaat. De telefoon hoeft dus niet aan
te staan op het moment dat het alarm afgaat. De
optie Autopower moet in dat geval aan staan.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Eenmalig: het alarm gaat slechts één keer af en
wordt daarna uitgeschakeld.
Opmerking: Voordat u de tijd instelt, moet u
via de menu-optie Wereldtijd
(Menu 7.3.3) de tijdzone instellen.
Dagelijks: het alarm gaat iedere dag op dezelfde
tijd af.
Datum instellen: met deze optie kunt u dag,
maand en jaar invoeren.
Wekker: het alarm gaat ‘s morgens af om u te
wekken.
Wereldtijd: met behulp van de toetsen en
kunt u de Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd in
21 steden bekijken.
In het display verschijnt de volgende informatie:
• Naam van de stad
• Lokale datum en tijd
• Tijdsverschil tussen de geselecteerde stad en uw
stad (mits u de plaatselijke tijd heeft ingesteld,
zie hieronder) of GMT (standaard)
Het selecteren van uw tijdzone doet u als volgt:
1. Selecteer de stad die correspondeert met uw
tijdzone door zo vaak als nodig op de toets
of te drukken. (Voor Nederland kiest u Parijs.)
U ziet nu de plaatselijke datum en tijd.
Zo stelt u het alarm in:
1. Ga naar het gewenste alarm.
2. Geef de tijd en dag van de week in (indien van
toepassing) waarop het alarm af moet gaan.
3. Druk op de functietoets OK.
4. Als u bij stap 1 Wekker heeft geselecteerd,
stelt u in of de wekker van Maandag tot
vrijdag of van Maandag tot zaterdag af
moet gaan.
Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen.
Autopower: als bij deze optie is gekozen voor
Activeren, gaat het alarm op de ingestelde tijd af,
ook als de telefoon is uitgeschakeld.
2. Druk op de functietoets Stel in.
Tijdformaat: hier kunt het tijdformaat wijzigen in
24 uur of 12 uur.
106
Als deze menu-optie op Uitzetten staat en de
telefoon op de ingegeven tijd is uitgeschakeld, gaat
het alarm niet af.
107
Organizer
Organizer
Om het alarm uit te schakelen als het afgaat, doet u
het klepje van de telefoon open en drukt u op de
functietoets Stop.
Bij het instellen of bekijken van een alarm, zijn de
volgende opties beschikbaar als u op de
functietoets Opties drukt.
Valutabeurs
(Menu 7.6)
Met deze menukeuze kunt u buitenlandse valuta
omrekenen.
1. Geef de huidige wisselkoers van de bronvaluta in
en druk op de functietoets OK.
Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen.
Alarmmelodie instellen: hiermee kunt u de
melodie van het alarm selecteren.
Calculator
(Menu 7.5)
Hiermee kunt u de telefoon als calculator
gebruiken. De calculator biedt de basis rekenfuncties: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en
delen.
U kunt een decimale punt invoegen door op de
toets
te drukken.
2. Geef het bedrag in dat u wilt omrekenen en druk
op de functietoets OK.
Getoond worden de wisselkoers, het ingegeven
bedrag in uw eigen valuta en het equivalent in
de vreemde valuta.
3. Druk op de functietoets Stop om deze functie af
te sluiten.
Calculator gebruiken
1. Geef met behulp van de cijfertoetsen het eerste
cijfer in.
2. Druk op de rechter functietoets tot het gewenste
rekenkundige symbool verschijnt: + (optellen),
– (aftrekken), * (vermenigvuldigen), / (delen).
3. Geef het tweede cijfer in.
4. Herhaal zo vaak als nodig de stappen 1 tot en
met 3.
Opmerkingen:
• Om een onjuiste invoer te wissen en het display leeg
te maken, drukt u op de toets
.
• Om een decimaal of een haakje in te voeren, drukt u
op de linker functietoets tot het gewenste symbool
verschijnt.
5. Druk op de toets
berekening.
108
voor het uitvoeren van de
109
Netwerk diensten
Netwerk diensten
U kunt de doorschakelopties als volgt instellen:
De hieronder behandelde menufuncties zijn
Netwerk diensten. Neem contact op met uw
provider voor de beschikbaarheid en een
abonnement op deze diensten.
1. Selecteer de gewenste doorschakeloptie door op
de toets
of
te drukken tot de gewenste
optie verschijnt en druk dan op de functietoets
Kies.
Doorschakelen
2. Selecteer het soort oproep dat u door wilt
verbinden, door op de toets
of
te drukken
tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op
de functietoets Kies.
(Menu 8.1)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende
gesprekken doorschakelen naar een ander nummer.
Voorbeeld: U kunt zakelijke gesprekken
doorschakelen naar een collega als op
vakantie bent.
De huidige instelling wordt getoond. Als de optie
al is ingesteld, verschijnt het nummer waarnaar
de gesprekken worden doorgeschakeld.
U wilt...
Druk op de…
Gesprekken doorschakelen kan op de volgende
manieren:
Gesprekken
doorschakelen
aanzetten.
Functietoets Activeren.
Ga naar stap 4.
Alles doorschakelen: alle gesprekken worden
doorgeschakeld.
Het doorschakelnummer wijzigen
Functietoets Wijzig.
Ga naar stap 4.
In gesprek: gesprekken worden doorgeschakeld
als u in gesprek bent.
Gesprekken
doorschakelen
annuleren
Functietoets
Verwijderen.
Neemt niet op: gesprekken worden
doorgeschakeld als u de telefoon niet opneemt.
Buiten bereik: gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw
provider bevindt.
Alles opheffen: alle doorschakelfuncties worden
geannuleerd.
U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de
volgende soorten gesprekken:
• Alleen spraak oproepen
• Alleen data oproepen
Voorbeeld: U kunt spraak oproepen doorschakelen
naar een collega als u in gesprek bent.
110
3.
4. Toets het nummer in waarnaar de gesprekken
moeten worden doorgeschakeld en druk op OK.
Voor het invoeren van een internationale
toegangscode drukt u op
tot het teken +
verschijnt.
5. Als u de optie Neemt niet op heeft
geselecteerd, stelt u in hoelang de telefoon
moet overgaan voordat de oproep wordt
doorgeschakeld en drukt u op de functietoets
Kies.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U kunt alle doorschakelinstellingen annuleren door
de optie Alles opheffen te kiezen.
111
Netwerk diensten
Blokkeren
Netwerk diensten
(Menu 8.2)
Met dezenetwerkdienst kunt u uw oproepen
beperken.
3. Druk op de functietoets Activeren om uw
keuze te bevestigen.
Gesprekken blokkeren kan op de volgende manieren
worden ingesteld.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
Alle uitgaande: u kunt geen uitgaande
gesprekken voeren.
Internationaal: u kunt geen internationale
gesprekken voeren.
Internationaal behalve NL: in het buitenland
kunt u alleen gesprekken voeren binnen dat land en
naar het land van uw eigen provider.
Alle inkomende: u kunt geen gesprekken
ontvangen.
Inkomend buiten bereik: buiten het
servicegebied van uw eigen provider kunt u geen
gesprekken ontvangen.
Alles opheffen: u heft alle blokkeerinstellingen
op; u kunt gewoon gesprekken voeren en
ontvangen.
U kunt de volgende soorten gesprekken blokkeren:
• Alleen spraak oproepen
• Alleen data oproepen
U kunt de blokkeeropties als volgt instellen:
1. Selecteer de gewenste blokkering door op de
toets
of
te drukken tot de gewenste optie
verschijnt en druk dan op de functietoets Kies.
2. Selecteer welk soort oproepen u wilt blokkeren
door op de toets
of
te drukken tot de
gewenste optie verschijnt en druk dan op de
functietoets Kies.
112
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
Het annuleren van een blokkeerinstelling doet u als
volgt:
1. Kies de blokkeerinstelling die geannuleerd moet
worden.
2. Kies het soort gesprek waarvoor deze blokkering
is ingesteld.
3. Druk op de functietoets Uitzetten.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U kunt ook alle blokkeringen annuleren door de
optie Alles opheffen te kiezen.
Wachtwoord: met deze optie kunt u het
blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt
gekregen instellen of veranderen. U moet het
huidige wachtwoord ingeven voordat u een nieuw
kunt ingeven.
Als u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet
u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen.
113
Netwerk diensten
Wisselgesprek
Netwerk diensten
(Menu 8.3)
Netwerk kiezen
(Menu 8.4)
Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als
iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
Om aan te geven of het netwerk tijdens roaming
automatisch of handmatig moet worden gekozen,
doet u het volgende.
Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor
wisselgesprek/wachtstand afzonderlijk instellen:
• Alleen spraak oproepen
Opmerking: U kunt een ander netwerk alleen kiezen
als dit een roamingcontract met uw
eigen provider heeft afgesloten.
• Alleen data oproepen
U kunt deze instelling als volgt wijzigen:
Zo stelt u de wisselgesprekopties in:
1. Als Netwerk kiezen verschijnt, drukt u op de
functietoets Kies.
1. Kies het type oproep waarvoor u wisselgesprek
wilt instellen door op de toets
of
te
drukken tot de gewenste keuze is gemarkeerd
en daarna op de functietoets Kies te drukken.
Op het scherm ziet u of de optie Wisselgesprek
aan of uit staat.
2. U kunt deze optie naar keuze aan- of uitzetten
met de functietoetsen Activeren en
Uitzetten.
Om naar het vorige scherm te gaan, drukt u op
de functietoets Stop.
2. Druk op de toets
of
tot de gewenste optie
verschijnt en druk dan op de functietoets OK.
Als u Automatisch kiest, wordt u verbonden
met het eerste beschikbare roamingnetwerk.
Als u Zelf zoeken kiest, zoekt uw telefoon naar
beschikbare netwerken. Ga naar stap 3.
3. Druk op de toets
of
tot het gewenste
netwerk verschijnt en druk dan op de
functietoets OK.
U bent dan verbonden met dat netwerk.
U kunt ook alle instellingen voor een wisselgesprek
annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen.
114
115
Netwerk diensten
Nr.weergave
Netwerk diensten
(Menu 8.5)
U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer
verschijnt op het display van de persoon naar wie u
belt.
De huidige lijst van indexen verschijnt. Voeg een
nieuwe index toe (op advies van uw provider) of
verwijder een geselecteerde groep.
Opmerking: Bij sommige providers kunt u deze
instelling niet wijzigen.
U wilt...
Druk op de…
Door de
bestaande
indexen bladeren
Toets
De volgende opties zijn beschikbaar:
of
.
Standaard: de telefoon gebruikt de standaardinstelling van uw provider.
Nr. verbergen: uw nummer verschijnt niet op een
andere telefoon.
Nr. zenden: uw nummer verschijnt wel op een
andere telefoon.
Index toevoegen
Functietoets Opties, kies de
optie Toevoegen en geef de
index in.
Index verwijderen
Functietoets Opties en kies
de optie Wissen.
Gebr.groepen
Index activeren
Functietoets Opties en kies
de optie Activeren.
(Menu 8.6)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende en
uitgaande gesprekken beperken tot een bepaalde
groep gebruikers. U kunt gebruik maken van
maximaal 10 gebruikersgroepen.
Neem contact op met uw provider voor meer details
over het opzetten, activeren en gebruiken van een
gesloten gebruikersgroep.
Voorbeeld: Een bedrijf leent SIM-kaarten aan
werknemers en wil de uitgaande
gesprekken beperken tot leden van
hetzelfde team.
Als u het menu Gebr.groepen selecteert, kunt u
de instellingen voor de gesloten gebruikersgroep
vastleggen. Nadat u op de functietoets Kies hebt
gedrukt, kunt u de volgende opties kiezen.
Buiten groep OK: hiermee kunt u gesprekken
met nummers buiten de gebruiksgroep toestaan of
verbieden. Deze functie is afhankelijk van uw
abonnement. Neem contact op met uw provider.
Standaardgroep: u kunt bij een provider een
standaard groep instellen. Hierna kunt u de optie
Standaardgroep activeren. Als u gaat bellen,
kunt u kiezen voor de standaard gebruikersgroep in
plaats van deze uit de lijst te kiezen.
Uitzetten: beëindigt deze functie. Dit menu
verschijnt alleen als er een standaard groep is
ingeschakeld of als er een index is geselecteerd.
Groepen: hier kunt u de indexnummers voor een
gebruikersgroep noteren, toevoegen of verwijderen.
116
117
Netwerk diensten
Amusement
Bandkeuze
(Menu 8.7)
Om uitgaande en inkomende gesprekken te kunnen
voeren, moet uw telefoon bij een van de
beschikbare netwerken worden aangemeld. Uw
telefoon is geschikt voor de volgende soorten
netwerken:
• GSM 900
Het menu Amusement biedt diverse spelletjes.
Spelletjes
(Menu 9.1)
U kunt met uw telefoon drie spelletjes spelen.
Kies met de toetsen
en
het gewenste spel en
druk op de functietoets Kies. Meer bijzonderheden
over het spel vindt u in de on-line help-informatie.
• GSM 1800
• Gecombineerd GSM 900/1800
• GSM 1900
Het land waar u de telefoon hebt aangeschaft is
bepalend voor de standaard bandbreedte die wordt
gebruikt. In het buitenland kan het nodig zijn een
andere bandbreedte te kiezen.
1. Als Bandkeuze verschijnt, drukt u op de
functietoets Kies.
WAP browser
(Menu 9.2)
Uw telefoon beschikt over een WAP browser
waarmee u toegang heeft tot het Wireless Web
(draadloze internet).
In de meegeleverde gebruiksaanwijzing vindt u
informatie over gebruik van de WAP browser.
2. Druk op de toets
of
tot de gewenste
bandbreedte (GSM 900/1800 of GSM 1900)
is geselecteerd en druk dan op de
functietoets OK.
Downloads
Als u een bandbreedte hebt geselecteerd, wordt in
het display een bevestiging getoond en wordt
automatisch gezocht naar de beschikbare
netwerken. Vervolgens meldt uw telefoon zich aan
bij een voorkeursnetwerk binnen de gekozen
bandbreedte.
In dit menu kunt u de lijst met geluiden die u van
de server gedownload heeft bekijken. Het geluid
dat u gedownload heeft, kunt u als beltoon
selecteren, maar u kunt het niet naar andere
telefoons sturen.
118
(Menu 9.3)
Geluiden
Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing
getoond. Het downloaden van nieuwe beltonen is
dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt.
119
Amusement
Problemen oplossen
Afbeeldingen
In dit menu kunt u de lijst met afbeeldingen die u
van de server gedownload heeft bekijken. De
afbeelding die u gedownload heeft, kunt u als
achtergrond instellen, maar niet naar andere
telefoons sturen.
Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing
getoond. Het downloaden van nieuwe afbeeldingen
is dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt.
Voer de volgende controles uit alvorens contact op
te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u
de kosten en de tijd van een onnodig gesprek
voorkomen.
Bij het aanzetten van de telefoon
kunnen de volgende boodschappen
verschijnen
Insert SIM Card (Plaats SIM-kaart)
• Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
Toestel geblokkeerd Geef Wachtwoord
• Het toestel is geblokkeerd. U moet het
wachtwoord van de telefoon ingeven voordat u de
telefoon kunt gebruiken.
Geef PIN
• U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U
moet de PIN ingeven die u bij de SIM-kaart hebt
ontvangen.
• De functie PIN-controle is ingeschakeld. Iedere
keer dat de telefoon wordt aangezet, moet de PIN
worden ingegeven. U kunt deze optie
uitschakelen via de menukeuze PIN-controle
(Menu 6.6.1).
Geef PUK
• Er is 3 keer achter elkaar een verkeerde PIN
ingetoetst. Daarom is uw telefoon nu
geblokkeerd. Toets de PUK in die u van uw
provider hebt gekregen.
120
121
Problemen oplossen
Problemen oplossen
“Service niet beschikbaar”,
“Netwerkfout” of “Niet mogelijk”
verschijnt in het display
De telefoon geeft waarschuwingssignalen en “**Waarschuwing** Batterij
is bijna leeg” knippert op het display
• De netwerkverbinding is verbroken. U bevindt
zich in een omgeving met zwakke ontvangst
(in een tunnel of tussen gebouwen). Probeer
het opnieuw op een andere locatie.
• De batterij is onvoldoende opgeladen. Laad de
batterij op.
• U probeert een optie gekozen waarop u geen
abonnement hebt. Neem voor meer informatie
contact op met uw provider.
U hebt een nummer ingetoetst, maar het
werd niet gebeld
• Hebt u op de toets
Slechte geluidskwaliteit
• Controleer in het display de signaalsterkte (
);
het aantal staafjes geeft aan of de signaalsterkte
sterk (
) of zwak ( ) is. Houd de telefoon in
een andere stand.
• Bevindt u zich in een gebouw, ga dan wat dichter
bij een raam staan.
gedrukt?
• Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
• Misschien heeft u uitgaande gesprekken
geblokkeerd.
Iemand probeert tevergeefs u te bellen
Een nummer uit de telefoonlijst wordt
niet gebeld
• Controleer met de zoekfunctie of het
telefoonnummer goed is opgeslagen.
• Sla het nummer eventueel opnieuw op.
• Staat uw telefoon aan (
langer dan een
seconde ingedrukt gehouden)?
• Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
• Misschien heeft u binnenkomende gesprekken
geblokkeerd.
Kunt u met behulp van voornoemde richtlijnen
uw probleem niet oplossen, zorg dan voor:
Uw gesprekspartner hoort u niet
• Het type en serienummer van uw telefoon
• Uw garantie-informatie
• Een goede beschrijving van het probleem
• Hebt u de microfoon uitgeschakeld?
• Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond?
De microfoon bevindt zich in het midden aan de
onderkant van de telefoon.
122
En neem contact op met uw leverancier of de
klantenservice van Samsung.
123
Toegangscodes
Toegangscodes
PIN
Uw telefoon en de SIM-kaart zijn met verschillende
toegangscodes beveiligd. Zij helpen u om
onbevoegd gebruik van de telefoon tegen te gaan.
Als uw telefoon om een van de hieronder
aangegeven codes vraagt, toets die dan in (op het
display verschijnen alleen sterretjes) en druk
daarna op de functietoets OK. Als u een tikfout
maakt, drukt u een of meerdere keren op
tot
het onjuiste teken is gewist en geef dan de rest van
de goede code in.
U kunt de toegangscodes (behalve PUK en PUK2)
wijzigen met de opties van het menu Beveiliging
(Menu 6.6). Zie pagina 94 voor meer
bijzonderheden.
Belangrijk! Gebruik geen toegangscodes die op
alarmnummers lijken, zoals 112,
zodat u niet onbedoeld een
alarmnummer draait.
Wachtwoord telefoon
De blokkeerfunctie gebruikt een wachtwoord om de
telefoon te beschermen tegen onbevoegd gebruik.
In de fabriek is het wachtwoord ingesteld op
00000000.
Het Persoonlijke Identificatie Nummer of PIN code
van 4 tot 8 cijfers beschermt uw SIM-kaart tegen
onbevoegd gebruik. Normaal gesproken wordt uw PIN
bij uw SIM-kaart geleverd.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN-code
invoert, wordt de PIN-code opgeheven. De telefoon
kan pas opnieuw worden gebruikt nadat u de PUKcode hebt ingevoerd (zie hieronder).
U wilt...
Zie...
PIN-controle activeren/
opheffen
pagina 94
(Menu 6.6.1).
De PIN wijzigen
pagina 95
(Menu 6.6.2).
PUK
De PUK (PIN Unblocking Key) van 8 cijfers is nodig
om de telefoon weer bruikbaar te maken nadat de
PIN is geblokkeerd. Als u bij uw SIM-kaart geen
PUK-code hebt ontvangen of als u die code kwijt
bent, neem dan contact op met uw service provider.
U kunt uw PIN als volgt ontgrendelen:
1. Geef de juiste PUK-code in en druk op OK.
U wilt...
Zie...
2. Geef een nieuwe PIN-code in en druk op OK.
De blokkering activeren/
opheffen
Pagina 95
(Menu 6.6.3).
Uw wachtwoord wijzigen
Pagina 95
(Menu 6.6.4).
3. Als de melding Herhaal nwe PIN verschijnt,
geef dan dezelfde code nogmaals in en druk
op OK.
124
Als u tien keer na elkaar een foute PUK-code
intoetst, wordt uw SIM-kaart onbruikbaar. Neem
dan contact op met uw provider voor een nieuwe
SIM-kaart.
125
Toegangscodes
PIN2
De PIN2 (4 tot 8 cijfers) die bij sommige SIMkaarten wordt geleverd, is nodig voor bepaalde
speciale functies, zoals het instellen van de
maximale kosten per gesprek. Deze functies
werken alleen als uw SIM-kaart ze ondersteunt.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN2-code
invoert, wordt de code opgeheven. U kunt die
functies dan pas opnieuw gebruiken nadat u de
PUK2-code hebt ingevoerd.
Zie pagina 96 als u PIN2 wilt wijzigen
(Menu 6.6.7).
PUK2
De PUK2-code (PIN Unblocking Key 2) van
8 cijfers, geleverd bij bepaalde SIM-kaarten, is
nodig om speciale functies weer te kunnen
gebruiken door een geblokkeerde PIN2 te wijzigen.
Neem contact op met uw provider als u de
PUK2-code kwijt bent.
Zo kunt u PIN2 weer activeren:
1. Voer de PUK2-code in en druk op OK.
2. Voer een nieuwe PIN2-code in en druk op OK.
3. Als de melding Herhaal nwe PIN2 verschijnt,
geef dan dezelfde code nogmaals op en druk op
de functietoets OK.
Als u tien keer na elkaar een foute PUK2-code
opgeeft, dan kunt u de via PIN2 toegankelijke
speciale functies niet meer gebruiken. Neem
dan contact op met uw provider voor een nieuwe
SIM-kaart.
126
Informatie met
betrekking tot
gezondheid en
veiligheid
Blootstelling aan radiogolven
(SAR informatie)
Radiofrequenties
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU
met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven.
Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt
radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en
gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor
de blootstelling aan radiofrequentie (RF) energie,
zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet
overschreden worden. Deze limieten maken deel uit
van uitgebreide richtlijnen waarin de toegestane
niveaus voor RF energie zijn vastgelegd. Deze
richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke
wetenschappelijke organisaties aan de hand van
periodieke onderzoeken en evaluatie van
wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is
sprake van een ruime veiligheidsmarge zodat de
veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de
gezondheid, gewaarborgd is.
Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons
wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend
staat onder de naam SAR (Specific Absorption
Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is
vastgesteld op 2,0 W/kg.*
* De SAR limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik
bedraagt gemiddeld 2,0 watt/kilogram (W/kg) per tien gram
lichaamsweefsel. Bij deze limiet is rekening gehouden met
een ruime veiligheidsmarge, die de bescherming van iedere
persoon waarborgt en rekening houdt met meetvariaties. De
SAR waarden zijn afhankelijk van landelijke eisen en de
bandbreedte van het netwerk.
127
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Voorzorgen bij het gebruik van
batterijen
De SAR tests worden uitgevoerd in standaard
situaties waarbij de telefoon met het hoogste
toegestane vermogen wordt gebruikt op alle
geteste bandbreedtes. Hoewel de SAR is
vastgesteld op basis van het hoogste toegestane
vermogen, kan het werkelijke SAR niveau tijdens
gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde
liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de
telefoon rekening is gehouden met meerdere
vermogenniveaus, zodat alleen het vermogen dat
nodig is om het netwerk te bereiden wordt gebruikt.
In het algemeen geldt dat hoe dichter u bij een
basisstation van het netwerk bent, hoe lager het
vermogen.
Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag
worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet
aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de
belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid
van de gebruiker en andere personen.
Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ionbatterij.
• Gebruik nooit batterijen of batterijladers die
beschadigd zijn.
• Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden
dan waarvoor ze bedoeld zijn.
• Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation
van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder
stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk
afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen
van het netwerk.
• De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type
batterij en oplader. De batterij kan honderden
keren worden ontladen en opgeladen, maar na
verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij
achteruit. Wordt de gebruikstijd (spreek- en
standbytijden) aanmerkelijk korter, dan is het tijd
om een nieuwe batterij te kopen.
• Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt
zichzelf na verloop van tijd.
• Gebruik alleen batterijen en opladers die
Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de
batterijlader niet, haal dan de stekker uit het
stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een
week in de oplader zitten. Dit verkort de
levensduur van de batterij.
• Extreem hoge en lage temperaturen hebben
invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan
nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op
te warmen voor u met opladen begint.
128
129
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Verkeersveiligheid
• Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm
of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de
levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel
mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de
batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen
werken met name niet goed bij temperaturen
onder de 0 °C .
• Maak geen kortsluiting tussen de contacten van
de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer
een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip
van een pen of een sleutel) direct contact maakt
tussen de + en - polen van de batterij (metalen
strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een
reservebatterij in uw zak of tas bewaart.
Kortsluiting tussen de contacten kan de batterij
(maar ook het voorwerp dat de kortsluiting
veroorzaakt) beschadigen of vernielen.
• Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor
gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en
gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in
het vuur.
Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna
overal en altijd mondeling te communiceren. Deze
mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat
echter gepaard met een belangrijke
verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die
iedere gebruiker serieus moet nemen.
Als u autorijdt, is het besturen van uw auto uw
belangrijkste taak die uw volledige aandacht vraagt.
Het gebruik van een mobiele telefoon is (of wordt
binnenkort) dan ook in veel landen verboden. Als u
tijdens het rijden toch uw mobiele telefoon wilt
gebruiken, moet u rekening houden met het
volgende:
1. Zorg ervoor dat u alle functies en mogelijkheden
als snelkiezen en nummer herhalen kent. Door
gebruik te maken van deze functies kunt u met
zo min mogelijk toetsaanslagen telefoneren.
2. Maak bij voorkeur gebruik van een hands-free
carkit. Tegenwoordig zijn veel accessoires
verkrijgbaar die het hands-free bellen mogelijk
maken, en daarmee het gemak en de veiligheid
aanzienlijk vergroten.
3. Zorg dat u uw telefoon gemakkelijk kunt pakken,
zodat uw blik op de weg gericht blijft. Laat
eventueel uw voice mail de oproep
beantwoorden.
4. Laat degene die u belt weten dat u op de weg zit.
Breek het gesprek zonodig af wanneer het erg
druk is op de weg of wanneer het weer erg slecht
is. Regen, ijzel en sneeuw kunnen tot zeer
gevaarlijke situaties leiden.
130
131
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Gebruiksomgeving
5. Maak geen aantekeningen en zoek geen
telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit soort
activiteiten leiden ertoe dat u niet uw volle
aandacht bij het rijden en het verkeer kunt
houden.
6. Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat echt
nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u
stilstaat of voordat u zich in het verkeer begeeft.
Wilt u toch iemand bellen tijdens het rijden, draai
dan de eerste twee cijfers, richt uw blik weer op
de weg en het verkeer, draai dan de volgende
twee cijfers, enzovoort.
7. Houd tijdens het rijden geen gesprekken die
stress of emoties met zich meebrengen. Maak de
persoon met wie u aan het telefoneren bent
duidelijk dat u op de weg zit en stel het gesprek
uit tot een later tijdstip.
8. In noodsituaties kunt u met uw mobiele telefoon
de alarmdienst bellen, bijvoorbeeld bij brand,
een verkeersongeval, enzovoort. Meestal kunt u
deze nummers gratis bellen.
9. Gebruik uw telefoon om anderen in noodsituaties
te helpen. Ziet u een ongeluk gebeuren, een
overval of een andere situatie waarbij levens in
gevaar zijn, bel dan het alarmnummer (112 of
een ander officieel alarmnummer).
10. Bel indien nodig de wegenwacht of een andere
hulpdienst. Als u een auto met pech ziet, een
kapot verkeerslicht, een verkeersongeluk waar
geen gewonden bij betrokken zijn of een auto
waarvan u weet dat die gestolen is, belt u de
wegenwacht, een andere hulpdienst of de politie.
132
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Wilt u de telefoon op een ander apparaat
aansluiten, kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing
hoe het met de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit
geen incompatibele producten op elkaar aan.
Net als voor andere mobiele apparatuur die
radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon
voor een juiste werking en uw persoonlijke
veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken
(tegen uw oor, waarbij de antenne over uw
schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen.
Het kan echter voorkomen dat bepaalde
elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen
de RF signalen van uw mobiele telefoon. Neem in
dat geval contact op met de fabrikant voor een
alternatieve oplossing.
Pacemakers
Om interferentie met de pacemaker te voorkomen,
adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de
telefoon en de pacemaker een afstand van
minimaal 15 cm aan te houden. Deze aanbeveling
stemt overeen met onafhankelijk onderzoek door
en aanbevelingen van het Wireless Technology
Research.
133
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Gebruikers met een pacemaker:
Voertuigen
• Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal
15 cm van hun pacemaker vandaan houden
Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde
elektronische systemen in motorvoertuigen.
• Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen
• Moeten om het risico van interferentie te
beperken de telefoon bij het oor houden dat het
verst van de pacemaker vandaan zit
Heeft u het idee dat er toch sprake is van
interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit.
Gehoorapparaten
Bij sommige digitale draadloze telefoons is sprake
van interferentie met bepaalde gehoorapparaten.
Neem in dat geval contact op met de fabrikant van
uw gehoorapparaat voor een eventueel andere
oplossing.
Andere medische apparatuur
Gebruikt u een ander medisch apparaat of
hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant
van dat apparaat om na te gaan of het afdoende
beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan
uw huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn.
Houd u altijd aan de voorschriftenvoor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
134
Neem hierover eventueel contact op met de
fabrikant of dealer van de auto of het in uw auto
ingebouwde apparaat.
Verbod op mobiel telefoneren
Als in een bepaald gebouw of gebied is aangegeven
dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden
is, dient u zich daaraan te houden. Zet in dat geval
uw mobiele telefoon direct uit, mocht u hem aan
hebben staan.
Omgeving waar kans op explosies is
Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een
omgeving bent waar met explosieven wordt
gewerkt. Houd u aan alle ter plaatse gelden
veiligheidsvoorschriften. Vonken kunnen in zo’n
omgeving tot een ontploffing leiden, met lichamelijk
letsel en zelfs de dood als gevolg.
Zet uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We
wijzen u nogmaals op de noodzaak om u in
brandstofdepots (opslag en distributie), chemische
fabrieken en andere plaatsen waar met explosieve
materialen wordt gewerkt altijd te houden aan de
voorschriften en verboden voor het gebruik van
radioapparatuur.
Omgevingen en situaties waar kans bestaat op
ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven.
Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen,
plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën
plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen
waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht
zitten, bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en
ieder ander gebied waar u normaalgesproken de
motor van uw auto uit zou moeten zetten.
135
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Telefoneren in geval van nood
Overige belangrijke
veiligheidsinformatie
Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen,
mobiele en vaste netwerken en
voorgeprogrammeerde functies die geen garantie
voor verbinding onder alle omstandigheden kunnen
bieden. Vertrouw daarom in een noodgeval
(bijvoorbeeld voor medische assistentie) nooit
alleen op uw mobiele telefoon.
Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw
telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met
voldoende signaalsterkte van een netwerk voor
mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is
niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken
of als bepaalde Netwerk diensten en functies van de
telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw
provider.
Een alarmnummer bellen doet u als volgt:
1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan.
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen
per land verschillen.
3. Druk op de toets
.
Als u bepaalde functies aan heeft staan
(wachtwoord telefoon, blokkeren oproepen, enz.)
moet u deze functies misschien eerst uitzetten
voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg
daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact
op met uw provider.
• Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon
in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en
ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon
vervalt.
• Controleer ingebouwde telefoonapparatuur
regelmatig op correcte montage en werking.
• Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen,
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal
niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of
accessoires.
• Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan
aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen.
Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen
of apparatuur in de directe omgeving van de
airbag.
• Zet uw mobiele telefoon aan boord van een
vliegtuig altijd uit. Het gebruik van een mobiele
telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk
voor de besturingselektronica van het vliegtuig.
Bovendien kan het het mobiele netwerk
verstoren.
• Bij het overtreden van deze voorschriften kan u
het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd
of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd.
Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken
alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door
te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat
moment misschien het enige beschikbare
communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas
nadat u daartoe opdracht hebt gekregen.
136
137
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Verzorging en Onderhoud
Uw telefoon is een kwaliteitsproduct en moet
zorgvuldig worden behandeld. Onderstaande tips
helpen u te voldoen aan de garantieverplichtingen
en zij zorgen dat u uw telefoon jarenlang kunt
gebruiken.
• Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik
van kleine kinderen.
• Houd de telefoon droog. Regen, vocht en
mineraalhoudende vloeistoffen tasten de
elektronica aan.
• Raak de telefoon tijdens het opladen niet met
natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een
elektrische schok oplopen en de telefoon kan
erdoor beschadigd raken.
• Gebruik of bewaar de telefoon niet in een
stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen
daardoor beschadigen.
• Bewaar uw telefoon niet op een plaats met
extreem hoge temperaturen. Dit verkort de
levensduur van de elektronica, beschadigt de
batterijen en doet het plastic kromtrekken of
smelten.
• Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen
een in een mild sopje gedrenkte doek.
• Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
beweegbare delen van het toestel verstopt raken,
wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer
goed werkt.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop
kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden
dat de telefoon niet meer voldoet aan de
wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen
uitzendt.
• Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een
andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan
bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service
center. Daar zorgt men voor technische
ondersteuning en indien nodig voor deskundige
reparatie.
• Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij
verplaatsing naar een warmere plaats kan er
condens ontstaan die de elektronica aantast.
• Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen
stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan,
kunnen de onderdelen in de telefoon
beschadigen.
138
139
Verklarende woordenlijst
Verklarende
woordenlijst
GSM (Global System for Mobile
Communication)
Verklaring van diverse technische termen en
afkortingen die in deze handleiding worden
gebruikt. Hiermee kunt u optimaal gebruik maken
van de mogelijkheden van uw mobiele telefoon.
Deze internationale standaard voor mobiele
telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele
netwerk operators. Naast grote delen van Europa is
GSM ook in veel andere landen de standaard.
Blokkeren van oproepen
Klepje actief
Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot
bepaalde telefoonnummers.
Om een gesprek aan te nemen, hoeft u alleen maar
het klepje te openen.
Doorschakelen van oproepen
MMS (Multimedia Message Service)
Inkomende oproepen worden naar een ander
nummer doorgeschakeld.
Een berichtendienst voor mobiele telefoons,
gestandaardiseerd door het WAP forum en het 3rd
Generation Partnership Program (3GPP). Voor
gebruikers van mobiele telefoons lijkt MMS veel op
de SMS-berichtendienst - het zorgt voor een
automatische en directe aflevering van telefoon
naar telefoon van door de gebruiker samengestelde
berichten. Omdat de berichten voornamelijk tussen
telefoons worden uitgewisseld, bestaat de
adressering in het algemeen uit telefoonnummers.
U kunt het bericht echter ook naar een e-mailadres
sturen. Naast tekst, kan een MMS-bericht ook
foto’s, afbeeldingen stemgeluid of audioclips
bevatten, en in de toekomst zelfs videoclips en
andere informatie.
Functietoetsen
Toetsen
en
op de telefoon, waarvan het doel:
• Afhankelijk is van de functie die op dat moment
wordt gebruikt
• Op de onderste regel van het display, boven de
betreffende toets is aangegeven
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek in de wacht te zetten terwijl u
een tweede telefoongesprek met iemand anders
voert of een ander nummer belt. U kunt tussen de
twee gesprekken heen en weer schakelen.
Multiparty (telefonisch vergaderen)
GPRS (General Packet Radio Service)
Nieuwe service waarbij via het mobiele
telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en
ontvangen kan worden. GPRS garandeert
gebruikers van mobiele telefoons en computers een
continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd
op GSM (Global System for Mobile Communication)
verbindingen en SMS (Short Message Service).
140
Mogelijkheid om met maximaal vijf andere
personen telefonisch te vergaderen.
Nummerweergave
U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken
en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken.
141
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst
PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer)
SMS (Short Message Service)
Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen
gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt
tegelijk met de SIMkaart door de provider
verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters
en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen.
Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten
kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele
telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen,
bewerken en verzenden.
Tri Band
PUK (PIN Unblocking Key)
Beveiligingscode die nodig is om de telefoon te
deblokkeren nadat drie keer na elkaar een
onjuiste PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat
uit 8 cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de
SIM-kaart door de provider verstrekt.
Roaming
Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw
provider (met name in het buitenland).
SDN (Servicenummers)
Telefoonnummers die u van uw provider heeft
ontvangen en waarmee u toegang heeft tot speciale
diensten als voice mail, ondersteuning en
alarmcentrales.
Mogelijkheid gebruik te maken van de volgende
soorten netwerken: GSM 900, GSM 1800,
gecombineerd GSM 900/ 1800 en GSM 1900 MHz
bandbreedte, met meer kans op een succesvolle
oproep en een bredere roaming.
Uw telefoon zoekt automatisch naar het laatste
netwerk dat gebruikt is. Wanneer dit om welke
reden dan ook niet beschikbaar is, probeert uw
telefoon automatisch aan te melden bij een ander
netwerk.
Voice Mail
Antwoordapparaat dat automatisch uw oproepen
beantwoordt als u niet beschikbaar bent. Eerst
wordt een welkomtekst afgespeeld (deze kunt u
eventueel zelf inspreken) en vervolgens kan een
boodschap worden opgenomen.
SIM (Subscriber Identification Module)
Een kaartje met een chip die alle informatie bevat
die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerken geheugeninformatie en persoonlijke gegevens
van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine
opening aan de achterkant van de telefoon en
wordt beschermd door de batterij die erop wordt
geplaatst.
Wachtwoord telefoon
Met deze code kunt u uw telefoon beveiligen tegen
gebruik door onbevoegden. Wanneer u deze optie
aan heeft staan, kan de telefoon na aanzetten
alleen worden gebruikt als eerst het juiste
wachtwoord wordt ingevoerd.
Wisselgesprek
Mogelijkheid om gebruikers tijdens een
telefoongesprek te informeren dat er (nog) een
oproep is.
142
143
Index
Index
A
Accessoires 9
Achtergrond 85, 92
Actielijst (Menu 7.2) 103
Actiepunten
ingeven 103
wijzigen 104
wissen 103, 105
Adapter 19
Afbeeldingberichten
berichtprofiel (2.6) 79
instellingen (2.5) 78
postvak IN (2.1) 73
postvak UIT (2.2) 75
wissen 73, 75, 78
Afbeeldingen
achtergrond 85, 92
berichten 66, 69, 73
gedownload 120
Agenda (7.1) 101
Agendaregels
kopiëren 103
schrijven 102
toevoegen 102
verwijderen 101, 103
wijzigen 102
Alarm, instellen (7.4) 107
Amusement (9) 119
Andere tonen (5.8) 90
Automatisch herhalen
oproepen 48
Autopower, alarm 107
B
Bandkeuze (8.7) 118
Batterij
indicatie batterij bijna
leeg 20
opladen 19
Beantwoorden
tweede oproep
(wisselgesprek) 52
van een oproep 25
Begroeting (6.3) 93
Belgroep 37, 38, 39
Beltoon
144
belsignaal, type (5.3) 87
belvolume (5.2) 86
Bericht schrijuen
afbeelding (2.3) 76
Bericht schrijven
tekst (1.3) 65
Bericht signaal (5.5) 88
Berichten lezen
afbeeldingen 73
tekstberichten (1.1) 62
Berichtprofiel (2.6) 79
Beveiliging (6.6) 94
Blokkeren (8.2) 112
blokkeren (8.2)
wachtwoord 113
F
I
FDN-modus 96
FDN-modus (6.6.6) 96
Filmpjes 66, 69
Foto
afbeeldingberichten 76
maken 83
Foto maken en verzenden 83
Foto’s (4.3) 84
Fouttoon 90
Functies en opties selecteren
29
Functies, selecteren 29
Functietoetsen 29
C
G
Calculator (7.5) 108
Camera (4) 83
Corrigeren van nummers 22
CUG, zie Gebruikersgroepen
116
Gebr.groepen (6.6) 116
Gebruikersgroepen 116
Gebruikersinstellingen (6.2)
92
Geheugenstatus
info-berichten (1.7.3)
70
telefoonlijst 42
Gehoorapparaten 134
Geluid
beltoon (5.1) 86
berichten 66, 73
gedownload 119
Geluidopties (5) 86
Gemiste oproepen 26, 80
Gesprek in de wacht zetten
49
Gespreksduur 81, 90
Gesprekskosten (3.6) 82
Gezondheidsinformatie 127
Groep
belgroep 37, 38, 39
gebruikers 116
In-/ uitschakelen
microfoon 50
telefoon 21
toon 89
Indicatie batterij bijna leeg
20
Info-berichten (1.9) 71
Infrarood aan (6.1) 91
Infraroodpoort 91
Instellingen
alarm (7.4) 107
beveiliging 94
datum (7.3.2) 106
display 97
extra 99
geluid 86
kleurenschema 98
resetten 100
telefoon 91
instellingen
taalkeuze (6.5) 94
tijd (7.3.1) 106
Invoerstand
intoetsen van tekst 43
selecteren 43
wijzigen 44
D
Datum instellen (7.3.2) 106
Display
extern 16
helderheid 97
indeling 13
instellingen (6.7) 97
symbolen 14
taalkeuze 31, 94
Doorschakelen (8.1) 110
Downloads (9.3) 119
E
Eigen nummer (6.4) 93
Elektronische apparatuur
133
Elke toets antw. 99
Extern display 16
Extra instellingen (6.8) 99
H
Helderheid 97
Herhalen
automatisch 99
Laatste nummer 23
K
Kaart
SIM-kaart installeren 17
Kopëren
agendaregels 103
Kopiëren
actiepunten 105
nummer in telefoonlijst
37
L
Laatste nummer herhalen 23
Lampje
Standby 16
standby 98
Logo
grafisch 98
provider (6.7.5) 98
Luidsprekervolume 24
145
Index
M
Medische apparatuur 134
Melodieën 66, 69, 86, 119
Menu
instelling 92
naar menufunctie
bladeren 55
naar menufunctie via de
sneltoets 56
overzicht 56
Microfoon uitschakelen 50
Mijn objecten (1.6) 69
Minutenteller 90
Multi-party gesprek
starten 53
Multiparty gesprek
deelnemer verwijderen
54
privégesprek 53
N
Namen
intoetsen 43
vastleggen 33
zoeken/kiezen 37
Netwerk kiezen (6.4) 115
Netwerkdiensten (6) 110
Nieuw bericht 65
Nieuwe foto (4.2) 84
Noodoproepen 136
Nr. herhalen 99
Nummers
corrigeren 22
eigen nummer 93
herhalen 23
invoegen in telefoonlijst
36
stand 48
telefoonlijst kopiëren
37, 48
telefoonnr Voice Mail 71
vaste nummers 96
vastleggen 33
wissen 37
zoeken/kiezen 37
Nummers telefoonlijst
verwijderen 37
wijzigen 37
Nummerweergave 25
146
Index
Nummerweergave (8.5) 116
O
Objecten bij bericht 66, 69,
76
Omgeving waar kans op
explosies is 135
Onderhoud 138
Ontvangen (3.2) 80
Ontvangen berichten
tekst (1.1) 62
Oplossen van problemen 121
Oproepen
automatisch 99
beantwoorden
van een oproep 25
beantwoorden tweede
oproep
(wisselgesprek) 52
beëindigen 23
doorschakelen (8.1) 110
gemist 26, 80
gesprektellers (3.5) 81
herhalen 23
in de wacht zetten 49
internationaal 22
kostentellers (3.6) 82
multiparty 53
noodoproep 136
ontvangen (3.2) 80
oproepenlijst (3) 80
opzetten 22
uitgaand (3.3) 81
weigeren 25
wisselgesprek 114
wisselgesprek (8.3) 52,
114
Opropen
blokkeren (8.2) 112
doorschakelen (6.1) 110
Opties selecteren 29
Opzoeken
nummer via telefoonlijst
37
Organizer (7) 101
P
Pacemakers 133
PIN
code 125
controle 94
wijzigen 95
PIN2
code 126
wijzigen 96
Postvak
IN (2.1) 62, 73
UIT (2.2) 63, 75
Problemen oplossen 121
PUK 125
PUK2 126
R
Radiofrequenties 127
Reset instellingen (6.10) 100
Roaming 115
S
SIM blokkeren (6.6.5) 96
SIM-kaart
blokkeren 96
installeren 17
SMS-bericht
berichten 52
instellingen 68
symbool 62
tekstberichten 52, 62
Sneltoets 100
Speciale tekens intoetsen 48
Spelletjes 119
standaardberichten (1.4) 67
Standby-lampje 16, 98
helderheid 97
verlichting automatisch
97
Stille modus 28
Symbolen, beschrijving 14
T
T9 stand 45
Taalkeuze (6.5) 31, 94
Tekstberichten 62
geheugenstatus (1.7)
70
info-berichten (1.9) 71
nieuw bericht (1.3) 65
objecten 69
ontvangen (1.1) 62
standaardberichten
(1.4) 67
Voice Mail (1.8) 70
Tekstinvoerstand 44
tekst intoetsen 43
wijzigen 44
Telefonisch vergaderen 53
Telefoonlijst 33
belgroepen 37, 38, 39
gehengenstatus 41
invoegen 36, 37
kopiëren 37, 48
namen/nummers
vastleggen 33
opties 36
verkort kiezen 40
wijzigen 36
wissen 37
zoeken/kiezen 37
Telefoonnr Voice Mail 71
Tijd
formaat (7.3.4) 106
instellen (7.3.1) 106
oproep 81
wereldtijd (7.3.3) 106
Toegangscodes 124
Toestel 95
blokkeren (6.6.3) 95
instellingen (6) 91
wachtwoord 124
Toets
beschrijving 11
plaats 10
Toetstonen
selecteren (5.4) 87
uitschakelen 51
verzenden 51
Toetstoon 87
Tonen
andere (5.8) 90
Toon 89
beltoon (5.1) 86
bij bericht (5.5) 88
bij fouten 90
bij verbinding 90
in-/ uitschakelen (5.7)
89
klepje (5.6) 89
minutenteller 90
147
Index
toetsen (5.4) 87
Trillen 28, 87
Type belsignaal (5.3) 87
U
Uitgaand (3.3) 81
Uitgaande berichten
tekst (1.2) 63
Uitpakken 9
Uitschakelen
DTMF (toetstonen) 51
microfoon 50
V
Valutabeurs (7.6) 109
Veiligheid 7
batterijen 129
gebruiksomgeving 133
informatie 137
omgeving waar kans op
explosies is 135
op de weg 131
Verbinden
met Voice Mail 70
Verbindingstoon 90
Verkeersveiligheid 131
Verkort kiezen 40
Verlichting 15, 97
achtergrond 15, 97
automatisch aanzetten
97
Verzenden
berichten 65, 75
Verzenden van
DTMF (toetstonen) 51
Verzorging 138
Voice Mail (1.8) 70
Volume
aanpassen 24
belvolume selecteren 86
Voorzorgsmaatregelen
batterijen 129
W
Wachtwoord
blokkeren
wijzigen 113
148
telefoon
wijzigen 95
Wachtwoord telefoon 124
Wachtwoord, telefoon
code 124
WAP Browser (9.2) 119
Wekker 107
Wereldtijd (7.3.3) 106
Wijzigen
actielijst 104
actiepunt 104
agendaregels 102
aktiepunten 104
belgroep 39
berichten 62, 75
Blokkeerwachtwoord
113
gemiste oproepen 27
nummer in telefoonlijst
36
PIN (6.6.2) 95
PIN2 (6.6.7) 96
tekstinvoerstand 44
wachtwoord (6.6.4) 95
Wisselgesprek 52, 114
Wissen
berichten 62, 64
foto 85
gemiste oproepen 27,
80
nummer in telefoonlijst
37
Z
Zoeken in telefoonlijst 37
149
➄ Druk op de functietoets
Kies.
➃ Blader met de toetsen
en
door de lijst met
opties tot de gewenste
optie is geselecteerd.
➂ Druk op de functietoets
Kies.
➁ Blader met de toetsen
en
door de menu’s tot
u bij het gewenste menu
bent.
➀ Druk op de functietoets
Menu.
• De twee functietoetsen (
en
)
hebben de functie die er direct boven
vermeld staat (op de onderste regel
van het display).
Naar de
menufuncties
Houd de toets
ingedrukt.
➀ Toets het nummer in.
➁ Druk op de toets
.
Kort op de toets
drukken.
➀ Open het klepje en druk
op de functietoets
Kies.
➁ Blader met de toetsen
en
door de lijst
met gemiste oproepen.
➂ Om het nummer terug
te bellen, drukt u op de
toets
.
In-/
uitschakelen
Zelf bellen
Gesprek
beëindigen
Direct
gemiste
oproepen
bekijken
Referentiekaart
Tri Band SGH-V200 GPRS Telefoon
Oproep
aannemen
Volume
aanpassen
Een
nummer in
de
telefoonlijst
opslaan
Conformiteitsverklaring (R&TTE)
Voor het volgende product:
TRI BAND GPRS TELEFOON SGH-V200
Open het klepje.
of
Druk op de toets
SGH-V200
(Type nummer)
Gefabriceerd door:
-
.
Toets het nummer in.
Druk op de functietoets
Opslaan.
Selecteer een
categoriepictogram.
Druk op de functietoets
Kies.
Selecteer het geheugen.
Druk op de functietoets
Kies.
Geef de naam in.
Druk op de functietoets OK.
Wijzig zo nodig het
geheugen.
Druk op de functietoets OK.
Druk op
om terug te
gaan naar standby.
Druk op de toets of
aan de
linkerzijkant van de telefoon.
➀
➁
➂
➃
➄
➅
➆
②
➈
➉
1
(Product)
-
Samsung Electronics, 94-1 Imsu-Dong, Gumi City, Kyung Buk,
Korea, 730-350
Samsung Electronics Iberia, S.A., Pol. Ind. Riera de Caldes, Via
Augusta, n-10 08184 Palau de Plegamans, Barcelona, Spanje
(Naam fabriek, adres)
Een nummer
opzoeken in
de
telefoonlijst
Type
belsignaal
instellen
Safety : EN 60950:1992+A1+A3+A4+A11
EMC : EN 301-489-7:2000
SAR : EN 50361:2001
Network : EN 301 511V7.0.1
➀ Druk op de functietoets
Namen.
➁ Kies de optie Zoek.
➂ Geef de beginletter(s) van de
naam in.
➃ Blader met de toets
of
door de namen.
➄ Druk op de functietoets Kies.
➅ Met de toetsen
en
kunt
u door de nummers lopen.
➆ Om het nummer te bellen,
drukt u op
.
➀ Selecteer de menukeuze Type
belsignaal (5.3).
➁ Selecteer een optie:
• Alleen lichtsignaal
• Melodie
• Trillen
• Trillen+melodie
➂ Druk op de functietoets Kies.
Wij verklaren hierbij dat [alle noodzakelijke radio tests zijn
uitgevoerd en dat] bovengenoemd product voldoet aan alle van
belang zijnde eisen van Richtlijn 1999/5/EC.
De conformiteits- goedkeuringsprocedure waarnaar in artikel 10
wordt verwezen en welke nader is uitgewerkt in bijlage [IV] van
Richtlijn 1999/5/EC is opgevolgd, waarbij de volgende officiële
organisatie(s) is (zijn) betrokken:
BABT, Claremont House, 34 Molesey Road, Walton-on-Thames,
KT12 4RQ, Groot-Brittannië - Identificatienummer: 168
De technische documentatie bevindt zich bij:
Samsung Electronics Euro QA Lab.
en is op verzoek op te vragen.
(Vertegenwoordiger in de EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbush Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
IN-SEOP LEE / Manager
04/02/2003
(plaats en datum van uitgifte)
(naam en handtekening van geautoriseerde medewerker)