Documenttranscriptie
* Het is mogelijk dat de informatie in deze
gebruiksaanwijzing op sommige plaatsen afwijkt van
uw telefoon, omdat deze soms afhangt van de
geïnstalleerde software of uw internet provider.
Drukfouten voorbehouden.
ELECTRONICS
Gedrukt in Korea
Internet
http://www.samsungmobile.com
Code No.: GH68-03280A
Dutch. 10/2002. Rev. 1.0
TRI BAND
GPRS TELEFOON
SGH-S100
Inhoud
Belangrijke veiligheidsinformatie................. 7
Uitpakken .................................................... 9
Uw telefoon................................................ 10
Onderdelen .................................................. 10
Display ........................................................ 13
Standby-lampje ............................................ 16
Aan de slag ................................................ 17
SIM-kaart installeren ..................................... 17
Batterij opladen ............................................ 19
Telefoon aan- en uitzetten.............................. 21
Telefoneren................................................ 22
Zelf bellen....................................................
Volume aanpassen ........................................
Een oproep beantwoorden ..............................
Gemiste oproepen bekijken ............................
Snel naar de stille modus overschakelen ..........
22
24
25
26
28
Functies en opties selecteren ..................... 29
Voorbeeld: Display-taal instellen ..................... 31
Telefoonlijst ............................................... 33
Naam en nummer vastleggen .........................
Opties telefoonlijst gebruiken..........................
Nummer opzoeken in telefoonlijst en bellen ......
Een belgroep wijzigen ....................................
Verkort kiezen ..............................................
Geheugenstatus controleren ...........................
2
33
35
37
39
40
41
3
Inhoud
Inhoud
Tekst intoetsen .......................................... 42
Oproepenlijst ............................................. 69
Tekstinvoerstand wijzigen ..............................
T9 stand ......................................................
Standen voor hoofdletters/kleine letters ...........
Speciale tekens intoetsen ...............................
Stand voor cijfers..........................................
Gemist (Menu 2.1) ..............................................
Ontvangen (Menu 2.2) ........................................
Uitgaand (Menu 2.3)............................................
Gesprektellers (Menu 2.4) ...................................
Kostentellers (Menu 2.5) .....................................
43
44
45
47
47
69
69
70
70
71
Tijdens gesprek beschikbare opties ........... 48
Geluidopties ............................................... 72
Gesprek in de wacht zetten ............................
Microfoon uitschakelen...................................
Toetstonen in- en uitschakelen........................
Een nummer opzoeken in de telefoonlijst..........
SMS diensten ...............................................
Een tweede oproep beantwoorden
(wisselgesprek).............................................
Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen)
Beltoon (Menu 3.1)..............................................
Belvolume (Menu 3.2) .........................................
Type belsignaal (Menu 3.3) .................................
Toetstoon (Menu 3.4) ..........................................
Bericht signaal (Menu 3.5) ..................................
Andere tonen (Menu 3.6) ....................................
48
49
50
50
51
51
52
Het menu ................................................... 54
Naar menufunctie bladeren............................. 54
Naar menufunctie via sneltoets ....................... 55
Overzicht menufuncties.................................. 55
Berichten ................................................... 60
Lezen (Menu 1.1) ................................................
Schrijven (Menu 1.2) ...........................................
Standaardberichten (Menu 1.3) ...........................
Instellingen (Menu 1.4) .......................................
Info-berichten (Menu 1.5) ...................................
Voice Mail (Menu 1.6) ..........................................
Voorkeuren (Menu 1.7) .......................................
Geheugenstatus (Menu 1.8) ................................
4
60
62
64
64
66
67
68
68
72
72
73
73
74
75
Telefoon opties .......................................... 76
Infrarood aan (Menu 4.1) ....................................
Gebruikersinstellingen (Menu 4.2) .......................
Begroeting (Menu 4.3).........................................
Eigen nummer (Menu 4.4)...................................
Taalkeuze (Menu 4.5) ..........................................
Beveiliging (Menu 4.6).........................................
LCD-scherm instellingen (Menu 4.7) ...................
Extra instellingen (Menu 4.8) ..............................
Sneltoets (Menu 4.9) ...........................................
Reset instellingen (Menu 4.10) ............................
76
77
78
78
79
79
82
84
85
85
Organizer ................................................... 86
Agenda (Menu 5.1)..............................................
Actielijst (Menu 5.2) ............................................
Tijd en datum (Menu 5.3)....................................
Alarm (Menu 5.4) ................................................
Calculator (Menu 5.5) ..........................................
Valutabeurs (Menu 5.6) .......................................
86
88
91
92
93
94
5
Inhoud
Netwerkdiensten........................................ 95
Doorschakelen (Menu 6.1)................................... 95
Blokkeren (Menu 6.2) .......................................... 97
Wisselgesprek (Menu 6.3) ................................... 99
Netwerk kiezen (Menu 6.4) ............................... 100
Nr.weergave (Menu 6.5).................................... 101
Gebr.groepen (Menu 6.6) .................................. 101
Bandkeuze (Menu 6.7)....................................... 103
Amusement.............................................. 104
Spelletjes (Menu 7.1) ........................................ 104
WAP browser (Menu 7.2) ................................... 104
Downloads (Menu 7.3)....................................... 104
Problemen oplossen................................. 107
Toegangscodes ........................................ 110
Wachtwoord voor telefoon ............................
PIN ...........................................................
PUK...........................................................
PIN2..........................................................
PUK2 .........................................................
Wachtwoord voor blokkeren van gesprekken...
110
111
111
112
112
113
Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid.......................... 114
Blootstelling aan radiogolven
(SAR informatie) .........................................
Voorzorgen bij het gebruik van batterijen .......
Verkeersveiligheid .......................................
Gebruiksomgeving.......................................
Omgeving waar kans is op explosies ..............
Telefoneren in geval van nood ......................
Overige belangrijke veiligheidsinformatie........
Verzorging en onderhoud .............................
114
116
118
120
122
123
124
125
Verklarende woordenlijst ......................... 127
Index ....................................................... 132
6
Belangrijke
veiligheidsinformatie
Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u uw
telefoon in gebruik neemt. Houdt u zich er niet
aan, dan kan dit gevaar opleveren of kunt u de
wet overtreden. Uitvoerige veiligheidsinformatie
vindt u op pagina 114 onder “Gezondheids- en
veiligheidsinformatie”.
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon nooit tijdens het rijden.
Parkeer eerst de auto.
Uitschakelen als u gaat tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of
in de buurt van chemicaliën of brandstoffen.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in
elektronische systemen veroorzaken. Daarom is
gebruik hiervan in een vliegtuig verboden en
gevaarlijk.
Uitschakelen in een ziekenhuis
Schakel uw telefoon uit als u zich in de nabijheid
van medische apparatuur bevindt. Volg alle van
kracht zijnde voorschriften op.
Storingen
De werking van elke mobiele telefoon kan nadelig
worden beïnvloed door apparatuur die
radiofrequenties uitzendt.
Speciale voorschriften
Houd u aan speciale voorschriften en schakel uw
telefoon uit op plaatsen waar het gebruik verboden
is of gevaar of storingen kan opleveren (b.v. in een
ziekenhuis).
7
Belangrijke veiligheidsinformatie
Uitpakken
Radiofrequenties
Deze telefoon voldoet aan de eisen van de
Europese Unie (EU) met betrekking tot
blootstelling aan radiofrequenties (RF). Om aan
deze eisen te blijven voldoen, dient u uitsluitend
door Samsung geleverde of goedgekeurde
accessoires te gebruiken. Gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan ertoe leiden dat
niet meer aan deze eisen wordt voldaan.
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
Telefoon
Adapter
Batterij
Gebruiksaanwijzingen
Stand van de telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand
(tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de
antenne als de telefoon is ingeschakeld.
Accessoires en batterijen
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires en batterijen.
Deskundige technische service
Laat onderhoud altijd over aan gekwalificeerde
technici.
Microfoon
Software cd-rom
Datakabel
Uw SAMSUNG dealer kan de volgende
accessoires leveren:
• Oplader
• Microfoon
• Hands-free kit
• Houder voor in de
auto
• Standaard/extra
dunne batterijen
• Adapter voor sigarettenaansteker
8
9
Uw telefoon
Uw telefoon
Toets
Onderdelen
Beschrijving
In menu’s, door de menukeuzes of de
telefoonlijst bladeren.
De volgende afbeeldingen tonen de belangrijkste
onderdelen van uw telefoon.
In de standby-stand, direct naar veel
gebruikte menu-opties (zie pagina 85
voor meer informatie over sneltoetsen).
Luidspreker
In menu’s, terug naar vorig
menuniveau of keuze van het huidige
menu.
Display
Bij het ingeven van tekst, voor het naar
links of rechts verplaatsen van de
cursor.
In de standby-stand, direct naar veel
gebruikte menu-opties (zie pagina 85
voor meer informatie over sneltoetsen).
Navigatietoetsen
Volumetoetsen
Functietoets
(links)
Kiezen/
bevestigen
menukeuze
Annuleren/
correctietoets
Functietoets
(rechts)
WAP browser
toets
Aan/uit/menu
verlaten
Alfanumerieke
toetsen
Infraroodpoort
Microfoon
Toetsen voor
speciale functies
(functietoetsen)
Voert de functie uit die erboven is
aangegeven (op de onderste regel van
het display).
In de stand-by stand, opent direct de
WAP browser.
Wist tekens van het display.
In menu’s, terug naar vorig
menuniveau.
Antenne
Aansluiting
oortelefoon
Standbylampje
Extern display
10
11
Uw telefoon
Toets
Uw telefoon
Beschrijving (vervolg)
Display
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, kunt u het laatste
nummer dat u heeft gebeld of waarvan
u een oproep heeft ontvangen
(opnieuw) bellen.
Indeling display
Het display bestaat uit drie gedeelten:
Symbolen
In menu’s, menufunctie kiezen of
ingevoerde informatie opslaan (zoals
een naam) in het telefoon- of
SIM-geheugen.
Gesprek beëindigen. Ingedrukt houden
om telefoon in- of uit te schakelen.
Tekst en
afbeeldingen
Menu
Namen
Functietoetsen
In menu’s, terug naar standby-stand en
ingevoerde informatie annuleren.
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, wordt uw voice mail
geopend.
Gedeelte
Beschrijving
Bovenste regel Toont diverse symbolen (zie
pagina 14).
Cijfers, letters en een aantal speciale
tekens invoeren.
Middengedeelte
Speciale tekens invoeren.
Onderste regel Toont de functies die op dat
moment aan de twee
functietoetsen zijn toegewezen.
Uitvoeren van diverse functies.
Hier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie (bijvoorbeeld
telefoonnummer) weergegeven.
(zijkant van de telefoon)
Tijdens een gesprek, volume van
luidspreker aanpassen.
In de standby-stand, toetsvolume
aanpassen.
In menu’s, door de menukeuzes of
telefoonlijst bladeren.
12
13
Uw telefoon
Symbolen
SymBeschrijving
bool
Uw telefoon
SymBeschrijving
bool
Sterkte ontvangstsignaal. Hoe meer
staafjes, hoe sterker het signaal.
Verschijnt als u buiten het bereik van uw
eigen netwerk bent en bij een ander
netwerk bent aangemeld (b.v. in het
buitenland).
Verschijnt tijdens een gesprek.
Verschijnt als de Stille modus aan staat.
Verschijnt wanneer u verbinding met het
GPRS netwerk maakt.
Verschijnt wanneer de stille modus is
ingeschakeld of wanneer de menukeuze
Type belsignaal (Menu 3.3) op Trillen
is ingesteld. Voor meer informatie, zie
pagina 73.
Verschijnt als een nieuw bericht is
ontvangen.
Verschijnt als een nieuw voice-mail bericht
is ontvangen.
Verschijnt tijdens het invoeren van tekst
om aan te geven wat de huidige
tekstinvoerstand is.
Verschijnt als u het alarm instelt.
Toont de batterijstatus. Hoe meer
staafjes, hoe voller de batterij.
Verlichting
De verlichting van het display wordt ingeschakeld
zodra u een toets indrukt. Als u gedurende een
bepaalde periode geen toets indrukt, gaat de
verlichting automatisch weer uit. Met de optie
Verlichting (Menu 4.7.2) kunt u instellen of de
verlichting lang of kort aan moet blijven. Zie
pagina 82 voor meer bijzonderheden.
Via de menukeuze Verlichting autom.
(Menu 4.7.3) kunt u de telefoon ook zo instellen
dat de verlichting gedurende een bepaalde
periode aanblijft. Meer informatie hierover vindt
u op pagina 83.
Extern display
Uw telefoon is voorzien van een extra display aan
de buitenkant van het klepje. Hierop ziet u of er
een inkomend gesprek of bericht is, en als een
door u ingesteld alarm afgaat, wordt dat hier
aangegeven.
Verschijnt wanneer de infraroodpoort
geactiveerd is. Voor meer informatie, zie
pagina 76.
14
15
Uw telefoon
Aan de slag
Standby-lampje
Het standby-lampje bevindt zich rechtsboven op
het toestel. Het knippert als de telefoon
gebruiksklaar is en verbinding heeft met het
netwerk.
U kunt het lampje in- en uitschakelen met de
optie Standby-lampje (Menu 4.7.4). Zie
pagina 83 voor meer bijzonderheden.
Standbylampje
SIM-kaart installeren
Als u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart. Die bevat een
geheugen waarin uw abonnementsgegevens
(PIN, aanvullende diensten e.d.) zijn opgeslagen.
Belangrijk! De SIM-kaart is zeer gevoelig voor
beschadiging of verbuiging (dit
geldt met name voor de contacten).
Behandel de SIM dus zeer
voorzichtig als u hem plaatst of
verwijdert.
Houd een SIM-kaart buiten het
bereik van kinderen.
1. Zet zo nodig de telefoon uit door de toets
ingedrukt te houden tot het slotfilmpje start.
2. Haal de batterij uit de telefoon. Zo gaat u te
werk:
➀ Houd het nokje aan de achterkant van de
telefoon boven de batterij ingedrukt.
➁ Schuif de batterij van de telefoon, zoals
afgebeeld.
16
17
Aan de slag
3. Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder,
zodat de houder de kaart in de juiste stand
vastzet.
Zorg ervoor dat het schuine hoekje rechts aan
de bovenkant zit en de goudkleurige contacten
naar de telefoon gericht zijn.
Aan de slag
5. Schuif de batterij omhoog in de richting van de
grendel tot hij vast klikt. Controleer voordat u de
telefoon aanzet of de batterij goed vast zit.
Batterij opladen
Opmerking: Als u de SIM-kaart moet verwijderen,
schuift u het in de aangegeven richting
en haalt u hem uit de houder.
Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ionbatterij. Bij uw telefoon wordt een adapter
geleverd. Gebruik alleen goedgekeurde batterijen
en opladers. Uw SAMSUNG dealer kan u hierover
meer informatie geven.
U kunt de telefoon tijdens het opladen van de
batterij blijven gebruiken.
Opmerking: Laad de batterij volledig op voordat u de
telefoon de eerste keer gebruikt. Een
geheel ontladen batterij wordt in
ongeveer 200 minuten volledig
opgeladen.
4. Plaats de batterij terug. Zorg ervoor dat de
nokjes in de batterij in de uitsparingen in de
telefoon vallen.
18
1. Nadat de batterij in de telefoon is geplaatst, sluit
u het snoertje van de adapter aan op de
onderzijde van de telefoon.
19
Aan de slag
Aan de slag
2. Doe de adapter in een normaal stopcontact.
3. Na het opladen haalt u de adapter uit het
stopcontact en maakt u de adapter los van de
telefoon, door de grijze knopjes aan de zijkant
van de connector in te drukken en de connector
uit de telefoon te trekken.
Telefoon aan- en uitzetten
1. Open het klepje.
2. Houd de toets
aan is.
ingedrukt tot de telefoon
3. Als het toestel om een wachtwoord vraagt, geeft
u dat in en drukt u op de functietoets OK. Het
wachtwoord is in de fabriek ingesteld op
00000000. Zie pagina 110 voor meer informatie.
4. Als het toestel om een PIN vraagt, geeft u uw
PIN-code in en drukt u op de functietoets OK.
Zie pagina 111 voor meer bijzonderheden.
Indicatie batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar enkele
minuten kunt bellen, hoort u een
waarschuwingstoon en verschijnt regelmatig de
melding:
De telefoon zoekt uw netwerk en zodra hij dit
heeft gevonden, verschijnt het standby-scherm,
zoals hieronder aangegeven. Nu kunt u zelf
bellen of oproepen beantwoorden.
NETWERK
07:30
WO 06 MRT
07:30
WO/06
**Batterij is**
bijna leeg
Menu
Menu
Namen
Als de batterij te zwak is om de telefoon nog te
kunnen gebruiken, schakelt het toestel zich
automatisch uit.
20
Namen
Opmerking: De displaytaal is standaard ingesteld
op Nederlands. U kunt de taal
aanpassen met de optie Taalkeuze
(Menu 4.5). Zie pagina 79 voor meer
informatie.
5. Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de
toets
ingedrukt tot het slotfilmpje wordt
getoond.
21
Telefoneren
Telefoneren
Gesprek beëindigen
Zelf bellen
Om een gesprek te beëindigen, drukt u kort
op de toets
.
Als de telefoon standby staat, toetst u het
netnummer en telefoonnummer in en drukt u
op
.
Laatste nummer herhalen
Opmerking: Als u de functie Nr. herhalen in
menu Extra instellingen
(Menu 4.8) hebt ingeschakeld
(zie pagina 84) en de persoon die u wilt
bellen neemt niet op of is in gesprek,
wordt het nummer automatisch
maximaal tien keer opnieuw gekozen.
Internationaal bellen
1. Houd de toets
ingedrukt.
Het + teken verschijnt in het display.
2. Geef nu het landnummer in, dan het netnummer
en het abonneenummer. Druk daarna op
.
De telefoon slaat de nummers op van uitgaande
gesprekken en van inkomende en gemiste
oproepen waarvan de beller bekend is. Voor meer
informatie, zie “Oproepenlijst” op pagina 69.
Met de volgende stappen laat u een van die
nummers automatisch opnieuw kiezen.
1. Maak eventueel het display leeg, door de
toets
gedurende ruim een seconde
ingedrukt te houden.
2. Druk op de toets
om naar de lijst met
laatstgekozen nummers te gaan.
3. Gebruik de toetsen
en
om door deze
lijst te bladeren tot u bij het gewenste nummer
bent.
Nummer corrigeren
U wilt wissen... Doe dan het volgende...
Laatste cijfer op
het display
Druk op de toets
Ander cijfer van
het nummer
Druk op de toets of totdat de
cursor rechts naast het cijfer staat
dat u wilt wissen. Druk op de
toets
. U kunt ook een
ontbrekend cijfer invoeren door
op de betreffende toets te
drukken.
Alle cijfers
22
Houd de toets
ingedrukt.
.
ruim 1 seconde
4. Wilt u...
Doe dan het
volgende...
Het
gemarkeerde
nummer
draaien
Druk op de toets
.
Het
gemarkeerde
nummer
wijzigen
• Druk op de functietoets
Wijzig.
• Voer de gewenste
wijzigingen in. Voor
meer informatie, zie
“Nummer corrigeren”
op pagina 22
23
Telefoneren
Telefoneren
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
Een oproep beantwoorden
U kunt namen en nummers die u regelmatig belt,
opslaan op de SIM-kaart en in het geheugen van
uw telefoon, de telefoonlijst. Dan hoeft u alleen
maar de naam te selecteren om het bijbehorende
nummer te laten kiezen. Zie pagina 33 voor
meer informatie over de telefoonlijst.
Als iemand u belt, gaat uw telefoon over en
knippert het telefoonsymbool midden op het
display.
Volume aanpassen
Met de toetsen
en
links op het toestel kunt
u tijdens een gesprek het luidsprekervolume
aanpassen.
Druk op
om het volume te verhogen of op
om het te verlagen.
Opnemen
Weiger
Als de beller wordt herkend, verschijnt zijn
telefoonnummer (of zijn naam als die in uw
telefoonlijst is opgeslagen).
1. Open, indien nodig, het klepje. Druk op de
toets
of de functietoets Opnemen om een
binnenkomend gesprek te beantwoorden.
Als de menu-optie Elke toets antw. in menu
Extra instellingen (Menu 4.8) is ingeschakeld,
kunt u een gesprek aannemen door op een
willekeurige toets te drukken, met uitzondering
van de toets
en de functietoets Weiger
(zie pagina 84).
Als Klepje actief in menu Extra instellingen
(Menu 4.8) is geselecteerd, kunt u een oproep
ook beantwoorden door het klepje te openen
(zie pagina 84).
In de standby-stand, met het klepje open, kunt u
met de toetsen
en
het toetsvolume
aanpassen.
Opmerking: Om een oproep te weigeren, houdt u de
volumetoetsen links op de telefoon
ingedrukt, zonder het klepje te openen.
2. U kunt een gesprek of oproep beëindigen door
het klepje te sluiten of door op
te drukken.
24
Opmerking: U kunt de telefoon ook opnemen terwijl
u menufuncties of de telefoonlijst
gebruikt.
25
Telefoneren
Telefoneren
Gemiste oproepen bekijken
Als u om welke reden dan ook een gesprek niet
wilt of kunt beantwoorden, kunt u nagaan wie er
naar u belde, als die functie beschikbaar is.
Daarna kunt u beslissen of u zelf terugbelt.
Na een niet beantwoorde oproep verschijnt in de
standby-stand het aantal gemiste oproepen op
het display.
Via de volgende stappen kunt u een gemiste
oproep direct bekijken.
1. Open, indien nodig, het klepje.
Nummer gemiste oproep wijzigen
Opmerking: Als het nummer van de gemiste oproep
niet beschikbaar is, verschijnt de optie
Bewerken niet.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets
optie Bewerken te kiezen.
of
om de
3. Druk op de functietoets Kies.
4. Voer de gewenste wijzigingen in.
2. Druk op de functietoets Kies.
Is het bij de laatste gemiste oproep behorende
telefoonnummer beschikbaar, dan wordt dit
getoond.
3. U wilt...
Druk dan op...
Door de gemiste
oproepen bladeren
De toets
Getoonde nummer
bellen
De toets
of
.
5. U wilt...
Druk dan op...
Het nummer
bellen
De toets
.
Het nummer
opslaan
De functietoets Opslaan en
geef daarna de naam en
locatie in (zie pagina 33 voor
meer informatie).
.
Nummer van gemiste De functietoets Kies
oproep wissen of
(zie volgende pagina).
wijzigen
Gemiste oproep wissen
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets
optie Wissen te kiezen.
of
om de
3. Druk op de functietoets Kies.
U kunt op elk gewenst moment op de toets
drukken om deze menu-keuze te verlaten.
Opmerking: Door de optie Gemist (Menu 2.1) te
kiezen, komt u direct in deze menukeuze. Zie pagina 69 voor meer
informatie.
26
27
Telefoneren
Functies en opties
selecteren
Snel naar de stille modus
overschakelen
De stille modus is handig wanneer u op een
plaats bent waar het overgaan van uw telefoon
storend zou werken, bijvoorbeeld tijdens een
kerkdienst of een concert.
In de standby-stand kunt u de telefoon snel in de
stille modus zetten, door de toets
ingedrukt
te houden tot de melding “Stille modus AAN”
wordt getoond en het symbool van de trilfunctie
( ) wordt weergegeven.
In de stille modus worden de geluidsinstellingen
van uw telefoon als volgt gewijzigd.
Optie
Nieuwe instelling
Type belsignaal
(Menu 3.3)
Trillen
Toetstoon (Menu 3.4)
UIT
SMS toon (Menu 3.5.1)
Alleen lichtsignaal
Fouttoon (Menu 3.6.1)
UIT
Uw telefoon heeft een aantal functies waarmee u
het toestel aan uw voorkeuren kunt aanpassen.
Deze functies bevinden zich in menu’s en
submenu’s, die u kunt selecteren met de twee
functietoetsen
en . In elk menu en submenu
kunt u de instellingen van een bepaalde functie
bekijken en eventueel veranderen.
De functie van een functietoets is afhankelijk van
de plaats waar die zich in het menu bevindt.
Onder in het display ziet u direct boven de toets
welke functie de functietoets op dat moment
vervult.
Voorbeeld:
Opties
U kunt de stille modus uitschakelen en terug
naar de vorige geluidsinstellingen, door de
toets
ingedrukt te houden totdat “Stille
modus UIT” verschijnt. Het symbool van de
trilfunctie ( ) is niet langer zichtbaar.
Druk op de linker
functietoets om de
beschikbare opties te
openen.
28
Druk op de rechter
functietoets om een
andere tekstinvoerstand te kiezen.
29
Functies en opties selecteren
Functies en opties selecteren
Via de volgende stappen krijgt u een overzicht
van de beschikbare functies/opties en kunt u er
een kiezen.
1. Druk op de desbetreffende functietoets.
2. U wilt...
Voorbeeld: Display-taal instellen
1. In de standby-stand drukt u op de functietoets
Menu om in het menu te komen.
Druk dan op...
Selecteren:
• De getoonde functie
of
• De gemarkeerde
optie
De functietoets Kies of
de toets .
De volgende functie
zien of de volgende
optie markeren
De toets
of
op de telefoon.
links
Naar de vorige functie
of lijst
De toets
of
op de telefoon.
links
Een niveau hoger in
de menustructuur
De toets , functietoets
of toets
.
Dit menu verlaten
zonder instellingen
aan te passen
De toets
NETWERK
07:30
WO 06 MRT
Menu
Namen
2. Druk op de toets
of
om door de menu’s
te bladeren tot u bij menu Telefoon opties
bent.
Oproepen
lijst
Geluid
opties
.
Telefoon
opties
Kies
Bij sommige functies wordt om een wachtwoord
of PIN gevraagd. Voer de juiste code in en druk
op de functietoets OK.
3. Druk op de functietoets Kies of de toets
het menu Telefoon opties te openen.
om
Telefoon opties
Infrarood aan
Gebruikersin...
Begroeting
Eigen nummer
Taalkeuze
Beveiliging
Als de naam van een
geselecteerde optie niet op
de regel past, loopt deze
automatisch van rechts naar
links.
Kies
30
31
Functies en opties selecteren
Telefoonlijst
4. Druk op de toets
of
om naar het
submenu Taalkeuze te gaan.
U kunt telefoonnummers en de bijbehorende
namen in het geheugen van uw SIM-kaart
opslaan. Daarnaast biedt het geheugen van uw
telefoon ruimte aan 500 nummers en namen.
Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht
gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één
geheel, de telefoonlijst.
Telefoonopties
Infrarood aan
Gebruikersin...
Begroeting
Eigen
Nederlands
Taalkeuze
Geeft de huidige
instelling aan
Naam en nummer vastleggen
Beveiliging
Kies
5. Druk op de functietoets Kies of de toets voor
een overzicht van de beschikbare talen.
De huidige taal wordt gemarkeerd weergegeven.
Taalkeuze
Een nummer vastleggen in de standbystand
Español
Nederlands
Huidige taal
Zodra u een nummer begint in te voeren,
verschijnt boven de linker functietoets Opslaan.
Daarmee kunt u het ingevoerde nummer in de
telefoonlijst opslaan.
Svenska
Dansk
Português
Suomi
Kies
6. Druk op toets
of
taal te markeren.
1. Voer het nummer in dat u wilt opslaan.
om de door u gewenste
7. Druk op de functietoets Kies of de toets
uw keuze te bevestigen.
8. Druk twee keer op de toets
menu te verlaten.
32
U kunt een nummer op twee manieren
vastleggen:
• In de standby-stand met de functietoets Opslaan
• In het menu Telefoonlijst via de optie Nieuwe
contact.
of
om
om het
Opmerking: Als u tijdens het invoeren van een
nummer een fout maakt, kunt u deze
met de toets
corrigeren. Zie
pagina 22 voor meer bijzonderheden.
2. Druk op de functietoets Opslaan als u zeker
weet dat het nummer correct is.
3. Selecteer het symbool van de categorie waar het
nummer dat u wilt opslaan toe behoort. Er zijn
drie categorieën:
Mobiel
Werk
Privé
Druk op de toets of en daarna op de
functietoets Kies om de gewenste categorie te
selecteren.
33
Telefoonlijst
Telefoonlijst
4. Geef de naam in en druk op de functietoets OK.
Het aantal posities dat voor ingave van de naam
beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 42.
De telefoon gaat nu naar de eerste lege plaats in
het geheugen dat als laatste is gebruikt om een
nummer vast te leggen. Als dat geheugen vol is,
wordt de eerste vrije plaats in het andere
geheugen getoond.
Opmerking: Wanneer u van telefoon wisselt, blijft
de informatie die op uw SIM-kaart is
opgeslagen beschikbaar op uw nieuwe
telefoon. Informatie die in het toestel
zelf is opgeslagen is dan niet meer
beschikbaar en zal eventueel opnieuw
moeten worden ingegeven.
5. Druk op de rechter functietoets om te wisselen
tussen Op SIM en In tst..
6. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde
naam op een andere dan de voorgestelde positie
wilt opslaan, druk dan op de toets
en geef
daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u
de informatie wilt opslaan.
7. Druk op OK om het nummer en de naam op te
slaan.
Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de
telefoon de zojuist opgeslagen naam.
8. U wilt...
34
Druk dan op...
Invoeropties gebruiken
De functietoets
Opties.
Teruggaan naar de
standby-stand
De toets
Een nummer in de telefoonlijst opslaan
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Nieuwe
contact en druk op de functietoets Kies om
uw keuze te bevestigen.
3. Selecteer het symbool van de categorie waar het
nummer dat u wilt opslaan toe behoort.
Opmerking: U kunt hierbij ook het e-mail
symbool ( ) kiezen en een e-mail
adres opslaan in plaats van een
telefoonnummer.
4. Om het nummer op te slaan, volgt u de
procedure zoals beschreven vanaf stap 4 op
pagina 34.
Opties telefoonlijst gebruiken
De telefoonlijst beschikt over een aantal opties,
die u kunt openen door op de functietoets
Opties te drukken.
U wilt...
Druk dan...
Gemarkeerde optie Op de functietoets Kies of de
kiezen
toets .
Andere optie
selecteren
Enkele keren op
of
tot de gewenste optie
gemarkeerd wordt
weergegeven.
.
35
Telefoonlijst
De volgende opties zijn beschikbaar:
Invoegen: hiermee kunt u een telefoonnummer
uit de telefoonlijst in de stand voor normaal
bellen plakken. Gebruik deze optie als u een
nummer wilt bellen dat deels identiek is aan het
nummer in de telefoonlijst, bijvoorbeeld een
intern nummer binnen hetzelfde bedrijf.
Gebruik de toets
als u het nummer wilt
aanpassen (zie pagina 22 voor meer informatie).
Druk op
als u het nummer wilt bellen.
Wijzigen: hiermee kunt u de geselecteerde
naam en nummer wijzigen.
Wissen: hiermee kunt u een nummer en een
naam uit de telefoonlijst verwijderen. De telefoon
vraagt om een bevestiging voor de wisopdracht.
Druk op de functietoets Ja.
Kopiëren: hiermee kunt u het nummer naar een
andere geheugenlocatie kopiëren. Gebruik deze
optie om een nummer op te slaan dat veel lijkt
op een reeds opgeslagen nummer. Pas het
nummer aan en sla op het in de telefoonlijst.
Belgroep: hiermee kunt u de contactpersoon
aan een belgroep toewijzen. Wanneer u door
iemand die tot die groep behoort wordt gebeld,
kunt u dat aan bijvoorbeeld het belsignaal horen.
Selecteer een van de tien beschikbare groepen.
Kies de optie Geen groep als u een nummer uit
een groep wilt verwijderen.
Zie pagina 39 voor meer informatie over de
instellingen voor belgroepen.
Aan groep toevoegen: hiermee kunt u van de
op dat moment geselecteerde contactpersoon
aan verschillende categorieën (mobiel, werk,
privé, e-mail) een nummer toevoegen. Per
contactpersoon kan voor iedere categorie één
nummer c.q. e-mail adres worden opgeslagen.
36
Telefoonlijst
Nummer opzoeken in telefoonlijst en
bellen
Nadat u nummers in de telefoonlijst hebt
opgeslagen, kunt u hierin op twee manieren
zoeken:
• Op naam
• Op belgroep
Een nummer op naam opzoeken
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Als Zoek gemarkeerd wordt weergegeven,
drukt u op de functietoets Kies. De telefoon
vraagt u nu om een naam op te geven.
3. Geef de beginletter(s) in van de naam die u
zoekt.
U ziet nu de namen in de telefoonlijst,
beginnend met de eerste die aan de ingevoerde
beginletters voldoet. Die naam is bovendien
gemarkeerd.
4. U wilt...
Druk dan...
Gemarkeerde
naam bekijken
Op de functietoets Kies.
Naar een andere
naam
Enkele keren op de toets
of
tot de gezochte naam
gemarkeerd is.
Op de toets met de
Naam opzoeken
beginnend met een gewenste letter.
andere letter
5. Zodra u de gewenste naam hebt gevonden,
drukt u op de toets
om het nummer te bellen
of op de functietoets Opties om naar de andere
telefoonlijstopties te gaan. Voor meer
informatie, zie pagina 35.
37
Telefoonlijst
Telefoonlijst
Een nummer op belgroep opzoeken
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Groep
zoeken en druk op de functietoets Kies. De
telefoon vraagt u nu om een groepsnaam op te
geven.
3. Geef de eerste letter(s) is van de naam van de
groep die u zoekt.
U ziet nu een overzicht van de groepen, te
beginnen met de eerste groep waarvan de
beginletters met uw ingave overeenstemmen.
Deze naam is gemarkeerd weergegeven.
4. Blader met de toets
of
naar de
gewenste groep en druk op de functietoets
Kies.
U ziet nu een overzicht van de contactpersonen
die tot die groep behoren.
5. U wilt...
Druk dan...
Gemarkeerde
naam bekijken
Op de functietoets Kies.
Naar een andere
naam
Enkele keren op de
toets
of
tot
de gezochte naam
gemarkeerd is.
6. Als u de gewenste naam hebt gevonden, drukt u
op de toets
om het nummer te bellen, of op
de functietoets Opties om een van de andere
telefoonlijstopties te gebruiken. Voor meer
informatie, zie pagina 35.
38
Een belgroep wijzigen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Groep
wijzigen en druk op de functietoets Kies.
3. Geef de beginletter(s) in van de naam van de
groep die u zoekt of blader met de toets
of
door de lijst naar de gewenste groep.
4. Als de groep die u zoekt is geselecteerd, drukt u
op de functietoets Opties.
5. Kies de diverse opties en wijzig waar nodig de
instellingen. De volgende opties zijn
beschikbaar:
Beltoon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die
moet worden gebruikt als u gebeld wordt door
een persoon uit de groep.
SMS-toon: hiermee kunt u de beltoon kiezen
die moet worden gebruikt als u een tekstbericht
ontvangt van een persoon uit de groep.
Pictogram: hiermee kunt u een pictogram
kiezen dat verschijnt als u wordt gebeld door
een persoon uit de groep.
Groepsnaam: hiermee kunt u een naam
toekennen aan de groep. Op pagina 42 vindt u
meer informatie over het intoetsen van tekst.
6. Als uw instellingen naar wens zijn, drukt u
op de toets
of
.
39
Telefoonlijst
Verkort kiezen
Zodra u de nummers in de telefoonlijst hebt
opgeslagen, kunt u deze gemakkelijk bellen.
Nummers voor verkort kiezen toekennen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Verkort
kiezen en druk op de functietoets Kies.
3. Selecteer de toets die u voor het verkort kiezen
wilt gebruiken (de toetsen
t/m
) en druk
op de functietoets OK.
Opmerking: Als aan de betreffende toets al een
nummer is toegekend, wordt de
functietoets OK vervangen door
de functietoets Opties. Ga naar
stap 6.
4. Kies de gewenste contactpersoon uit de lijst en
druk op de functietoets Kies.
5. Zijn er meer nummers, druk dan op de toets
of
om het gewenste nummer te selecteren
en druk op de functietoets Kies.
6. Nadat u aan de betreffende toets een nummer
hebt toegewezen, zijn de volgende opties
beschikbaar.
Wijzigen: hiermee kunt u aan de toets een
ander nummer toekennen.
Telefoonlijst
Alles wissen: alle nummers worden gewist. Aan
geen enkele toets is dan meer een nummer
toegewezen.
Nummer: hiermee kunt u zien welk nummer aan
de toets is toegewezen.
7. Als u klaar bent, drukt u op de toets
of
.
Verkort kiezen via de telefoonlijst
Om de nummers te bellen die aan de toetsen
t/m
zijn toegewezen, houd u de betreffende
toets ingedrukt.
Opmerking: Geheugenplaats 1 is gereserveerd voor
het telefoonnummer van uw Voice Mail
server.
Geheugenstatus controleren
U kunt controleren hoeveel namen en nummers er
zijn opgeslagen in de telefoonlijst (geheugens van
SIM-kaart en telefoon) en hoeveel vrije locaties er
nog over zijn.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Kies de optie Geheugenstatus.
3. Druk op de toets
of
om het aantal vrije
geheugenlocaties op de kaart en in de telefoon te
bekijken.
Wissen: het nummer wordt gewist, zodat geen
nummer meer aan de toets is toegewezen.
40
41
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
U zult regelmatig tekst willen intoetsen,
bijvoorbeeld als u een naam in de telefoonlijst
wilt opnemen, uw eigen welkomtekst wilt maken
of afspraken in de agenda wilt zetten. Daarom
kunt u met de toetsen van de telefoon ook letters
en andere tekens ingeven.
Tekstinvoerstand wijzigen
Wanneer u in een scherm staat waarin u letters
wilt intoetsen, ziet u in het display de
tekstinvoerstand.
Indicatie
tekstinvoerstand
HALLO
Uw telefoon beschikt over een aantal standen
waarmee u tekst in kunt voeren:
• T9 stand
In deze stand kunt u door slechts één toets per
letter in te toetsen woorden ingeven. Aan
iedere toets op het toetsenbord zijn
verschillende letters toegewezen. Met de
toets
kunt u de letters J, K en L maken.
In de T9 stand worden de tekens die u intoetst,
automatisch vergeleken met een ingebouwd
linguïstisch woordenboek en wordt het meest
waarschijnlijke woord automatisch aangevuld,
zodat u vaak minder toetsen nodig hebt dan bij
gebruik van de normale standen voor
hoofdletter en kleine letters.
• Standen voor hoofdletters en kleine
letters
Hiermee kunt u hoofdletters of kleine letters
intoetsen door de toets waarop de gewenste
letter staat aangegeven één, twee, drie of vier
keer in te drukken tot de gewenste letter wordt
getoond.
• Tekens
Opties
Wilt u...Ò
Druk dan op de
functietoets
totdat...
T9 stand
wordt getoond.
Zie pagina 44.
Hoofdletters
A wordt getoond.
Zie pagina 45.
Kleine letters
a wordt getoond.
Zie pagina 45.
Cijfers
1 wordt getoond.
Zie pagina 47.
Tekens
wordt getoond.
Zie pagina 47.
In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen.
• Cijfers
In deze stand kunt u cijfers intoetsen.
42
43
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
T9 stand
Met de voorspellende T9 tekstinvoerstand kunt u
tekens intoetsen met een enkele toetsdruk. Deze
invoerstand werkt met een ingebouwd
woordenboek.
1. Zorg ervoor dat de tekstinvoerstand T9 aan
staat en begin met de toetsen
t/m
het
woord in te toetsen. Voor iedere letter hoeft u de
toets maar één keer aan te slaan.
Voorbeeld: Om in de stand T9 HALLO in te
geven,drukt u op de toetsen
,
,
,
en
.
Het woord dat u ingeeft verschijnt in het display.
Het kan bij iedere nieuwe toetsaanslag
veranderen.
2. Voordat u letters kunt wijzigen of wissen, moet
u het hele woord intoetsen.
3. Is het woord juist, ga dan verder met het
volgende woord.
Wilt u wijzigingen aanbrengen, druk dan zo vaak
als nodig op
,
of
voor alternatieve
woorden voor de door u ingegeven letters.
Voorbeeld: Zowel OF en ME worden gemaakt
met de toetsen
,
. De telefoon
toont het meest gebruikte woord
eerst.
4. Sluit ieder woord af met een spatie (
).
• Voor een punt, streepje of apostrof, drukt u op de
toets
. De T9 stand maakt gebruikt van
grammaticaregels om ervoor te zorgen dat het
juiste leesteken wordt gekozen.
Voorbeeld:
wordt twee keer gebruikt om twee
leestekens te tonen.
• Om in de T9 stand tussen hoofd- en kleine
letters te wisselen, gebruikt u de toets
.
• U kunt de cursor ook verplaatsen met de
toetsen en . Druk op de toets
om
letters te wissen. Houd de toets
even
ingedrukt om alle letters te wissen.
Standen voor hoofdletters/kleine
letters
Met de toetsen
intoetsen.
t/m
kunt u tekst
1. Druk op de toets met de letter die u wilt
invoeren:
- Eén keer voor de eerste letter
- Twee keer voor de tweede letter
- Enz.
2. Voer de resterende letters op dezelfde wijze in.
Opmerking: Als u op een andere toets drukt, schuift
de cursor een positie naar rechts. Als u
twee keer dezelfde letter invoert (of
een andere letter van dezelfde toets),
wacht dan enkele seconden. De cursor
gaat dan automatisch een positie
verder.
• Om een woord in te toetsen dat niet is gevonden
in de T9 stand, kiest u de tekstinvoerstand voor
hoofdletters of kleine letters.
44
45
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
Zie onderstaande tabel voor meer informatie
over de tekens die met de toetsen kunnen
worden ingegeven.
Toets
Speciale tekens intoetsen
Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en
symbolen in een tekstbericht invoegen.
Tekens in de weergegeven volgorde
Hoofdletters
Kleine letters
Spatie
OK
Met de navigatietoetsen gaat u naar het
gewenste teken of symbool. Vervolgens drukt u
op de functietoets OK om dit in uw bericht in te
voegen.
• Voor het invoegen van een spatie drukt u op de
toets
.
Stand voor cijfers
• U kunt de cursor ook verplaatsen met de
toetsen en . Om letters te wissen, drukt u op
de toets
. Houd de toets
even ingedrukt
om alle letters te wissen.
In de cijferstand kunt u in een tekstbericht cijfers
intoetsen door de betreffende cijfertoetsen in te
drukken (bijvoorbeeld een telefoonnummer).
Druk op de toetsen waarop de door u gewenste
cijfers voorkomen en ga daarna eventueel terug
naar de gewenste tekstinvoerstand.
46
47
Tijdens gesprek
beschikbare opties
Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook
tijdens een gesprek kunt gebruiken.
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de
wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt,
kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan
voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het
tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u tussen
beide gesprekken heen en weer schakelen.
Druk op de functietoets Wacht als u een gesprek
in de wacht wilt zetten. Zodra u weer terug wilt
gaan naar dat gesprek, drukt u op de functietoets
Haal op.
Via de volgende stappen begint u tijdens een
gesprek een tweede gesprek.
1. Geef het telefoonnummer in van degene die u
wilt bellen of zoek dit op in de telefoonlijst.
2. Druk op de toets
om dit nummer te bellen.
Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de
wacht gezet.
Een tweede manier om dit te doen is de volgende:
1. Druk op de functietoets Wacht om het huidige
gesprek in de wacht te zetten.
2. Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de
persoon die u tegelijkertijd wilt spreken.
Druk op de functietoets Wissel om tussen beide
gesprekken te switchen.
Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en het
in de wacht gezette gesprek wordt weer opgehaald,
zodat u het gesprek met die persoon kunt
voortzetten.
Bij elk van de gesprekken drukt u op de toets
als u dat gesprek wilt beëindigen.
48
Tijdens gesprek beschikbare opties
Microfoon uitschakelen
U kunt de microfoon tijdelijk uitschakelen, zodat de
persoon aan de andere kant van de lijn u niet kan
horen.
Voorbeeld: U wilt even iets zeggen tegen iemand
die bij u in de ruimte zit, zonder dat de
persoon met wie u aan het telefoneren
bent dat kan horen.
Zo schakelt u de microfoon tijdelijk uit:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets
Micr. uit te accentueren.
om de optie
3. Druk op de functietoets OK.
De persoon aan de andere kant van de lijn kan u
nu niet meer horen.
Zo zet u de microfoon weer aan:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets
Micr. aan te accentueren.
om de optie
3. Druk op de functietoets OK.
Nu kan de persoon met wie u verbonden bent u
weer horen.
49
Tijdens gesprek beschikbare opties
Tijdens gesprek beschikbare opties
Toetstonen in- en uitschakelen
SMS diensten
Met deze opties bepaalt u of u bij het indrukken van
toetsen een toontje hoort. Als de optie DTMF uit is
gekozen, maakt uw telefoon geen geluid wanneer
een toets wordt ingedrukt. Op die manier hoort u
geen storende piepjes wanneer u tijdens een
gesprek toetsen indrukt.
Als tijdens een gesprek een SMS-bericht (Short
Message Service) binnenkomt, knippert op het
display het berichtsymbool ( ). Door SMS
Service te kiezen, kunt u van deze optie gebruik
maken.
Opmerking: Als u verbinding maakt met
antwoordapparaten of
computergestuurde telefoonsystemen
moet u de optie DTMF aan
selecteren.
Een nummer opzoeken in de
telefoonlijst
U kunt tijdens een gesprek een nummer in de
telefoonlijst opzoeken.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk op de toets
te selecteren.
om de optie Telefoonlijst
3. Druk op de functietoets OK.
U ziet nu een overzicht van de telefoonlijst,
gesorteerd op alfabetische volgorde.
4. U kunt nu door de lijst bladeren of de eerste
letters van de naam die u zoekt ingeven.
U gaat dan direct naar de eerste naam die
overeenstemt met de door u ingetoetste
beginletters. Deze naam is geaccentueerd
weergegeven.
5. Druk op de functietoets Kies om de
geaccentueerde naam te bekijken.
Zie pagina 33 voor meer informatie over het
gebruik van de telefoonlijst.
50
Lezen: hiermee kunt u ontvangen berichten lezen.
Schrijven: hiermee kunt u berichten maken.
Zie pagina 60 voor meer bijzonderheden over SMS
berichten.
Een tweede oproep beantwoorden
(wisselgesprek)
Als uw provider deze service aanbiedt en als u
Wisselgesprek (Menu 6.3) op Activeren hebt
ingesteld (zie pagina 99), kunt u tijdens een
gesprek een tweede binnenkomend gesprek
beantwoorden. U hoort dat er een gesprek
binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor
een wachtend gesprek.
Voer de volgende stappen uit als u het
binnenkomende gesprek wilt beantwoorden.
1. Druk op de toets
om het tweede gesprek te
beantwoorden.
Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de
wacht gezet.
2. Druk op de functietoets Wissel om tussen beide
gesprekken te switchen.
Als u een in de wacht gezet gesprek wilt
beëindigen, druk dan op de functietoets Opties
en kies daarna de optie Stop wacht.
3. Druk op de toets
wilt beëindigen.
als u het huidige gesprek
51
Tijdens gesprek beschikbare opties
Multiparty-gesprekken (telefonisch
vergaderen)
“Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen
genoemd) is een dienst die door diverse providers
geboden wordt, waarbij maximaal zes personen
tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen
deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met uw provider.
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel op de normale wijze de eerste gespreksdeelnemer.
2. Bel op dezelfde wijze ook de tweede gespreksdeelnemer. Het eerste gesprek wordt dan
automatisch in de wacht gezet.
Tijdens gesprek beschikbare opties
3. Kies de optie Privé.
Nu kunt u een privégesprek met de gekozen
deelnemer voeren. De overige multipartydeelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven
spreken.
4. Druk op de functietoets Opties en kies daarna
Deelnemen als u weer naar het multipartygesprek wilt gaan.
Nu kunnen alle multiparty-gesprekspartners
elkaar horen.
Een deelnemer verwijderen
1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie
Kies deelnemer.
3. Druk op de functietoets Opties en kies dan de
optie Deelnemen om de eerste deelnemer aan
het multiparty-gesprek toe te voegen.
Vervolgens verschijnt een overzicht van de
deelnemers aan het gesprek.
4. Om een volgende deelnemer aan het multipartygesprek toe te voegen, belt u die op de normale
wijze. Vervolgens drukt u op de functietoets
Opties en kiest u de optie Deelnemen.
2. Druk op de toets
of
om de gewenste
persoon te kiezen en daarna op de functietoets
Kies of de toets
.
Om binnenkomende gesprekken aan de multiparty
toe te voegen, beantwoordt u het binnenkomende
gesprek en drukt u achtereenvolgens op Opties en
Deelnemen. Herhaal dit zo vaak als u wilt.
Privégesprek met één van de deelnemers
1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie
Kies deelnemer.
3. Kies nu Verwijderen.
De verbinding met de gekozen gespreksdeelnemer wordt verbroken, maar u kunt met
alle andere deelnemers blijven spreken.
4. U beëindigt het multiparty-gesprek door de
telefoon dicht te klappen of door het indrukken
van de toets
.
Vervolgens verschijnt een overzicht van de
deelnemers aan het gesprek.
2. Druk op de toets
of
om de gewenste
persoon te kiezen en daarna op de functietoets
Kies of de toets
.
52
53
Het menu
Het menu
Naar menufunctie via sneltoets
Uw telefoon biedt u een groot aantal functies
waarmee u de telefoon op uw eisen en wensen kunt
afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in
menu’s en submenu’s.
U kunt de menu's op twee manieren selecteren.
Naar menufunctie bladeren
Voorbeeld: De optie Taalkeuze openen.
1. Druk in de standby stand op de functietoets
Menu om in het menu te komen.
2. Ga met de toets
of
naar het gewenste
hoofdmenu, bijvoorbeeld Telefoonopties.
Druk op de functietoets Kies of op de toets
om in het menu te komen.
3. Als het menu submenu’s bevat, zoals het
menu Taalkeuze, kunt hier met de toets
of
naar toe, waarna u op de functietoets
Kies drukt.
Als het menu dat u heeft gekozen meer opties
bevat, kunt u hier op dezelfde wijze naar toe.
1. Druk op de functietoets Menu.
2. Druk op
3. Druk op
voor het menu Telefoonopties.
voor Taalkeuze.
De beschikbare talen worden direct getoond.
Opmerking: Op pagina 56 vindt u een overzicht met
alle menu-items en de daarbij behorende
nummers. Het is mogelijk dat deze
nummers niet overeenstemmen met de
menunummers op uw telefoon, omdat
deze afhankelijk zijn van de diensten die
uw SIM-kaart ondersteunt.
Druk dan op...
Overzicht menufuncties
Door het menu
bladeren
De toets
of
of de toetsen
en
links op de telefoon.
De volgende illustratie toont de beschikbare
menustructuur, inclusief:
De gekozen instelling
bevestigen
De functietoets Kies of
de toets .
Naar het vorige menu
teruggaan
De functietoets
toets .
Het menu verlaten
zonder instellingen aan
te passen
De toets
4. U wilt...
54
De diverse menu onderdelen (menu- en submenu
opties) zijn genummerd en via het betreffende
nummer snel te benaderen. Het nummer van de
sneltoets vindt u rechtsonder in het display naast
de functietoets . Druk op de functietoets Menu
en geef het gewenste nummer in.
.
of de
• De nummers die aan de opties zijn toegewezen
• De pagina waarop u een beschrijving van de
betreffende functie kunt vinden
Opmerking: Als u gebruik maakt van een
SIM AT-kaart met extra mogelijkheden,
verschijnt het SIM AT menu (8) pas
als u op de functietoets Menu drukt.
Kijk voor meer informatie in de
documentatie van de SIM-kaart.
55
Het menu
Het menu
1. Berichten
(zie pagina 60)
1.1 Lezen
1.1.1 Ontvangen
1.1.2 Verzonden
1.2 Schrijven
1.3 Standaardberichten
1.4 Instellingen
1.4.1 Instelling 1*
1.4.2 Instelling 2*
1.4.3 Instelling 3*
1.4.4 Standaard
1.5 Info-berichten
1.5.1 Ontvangen bericht lezen
1.5.2 Ontvangen
1.5.3 Kanalen
1.5.4 Taalkeuze
1.6 Voice Mail
1.6.1 Verbinden met Voice Mail
1.6.2 Telefoonnr Voice Mail
1.7 Voorkeuren
1.7.1 EMS melodie
1.7.2 EMS afbeelding
1.7.3 EMS filmpje
1.8 Geheugenstatus
1.8.1 SIM geheugen
1.8.2 Telefoongeheugen
1.8.3 Info-berichten geheugen
2. Oproepenlijst
2.1
2.2
2.3
2.4
(zie pagina 69)
Gemist
Ontvangen
Uitgaand
Gesprektellers
2.4.1 Laatste oproep
2.4.2 Alle uitgaande oproepen
2.4.3 Alle inkomende oproepen
2.4.4 Nulstellen
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
56
2. Oproepenlijst
(vervolg)
2.5 Kostentellers*
2.5.1 Kosten laatste oproep
2.5.2 Totale kosten
2.5.3 Max. kosten
2.5.4 Nulstellen
2.5.5 Max. kosten instellen
2.5.6 Prijs per eenheid
3. Geluidopties
(zie pagina 72)
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
Beltoon
Belvolume
Type belsignaal
Toetstoon
Bericht signaal
3.5.1 SMS toon
3.5.2 Info-bericht toon
3.6 Andere tonen
3.6.1 Fouttoon
3.6.2 Minutenteller
3.6.3 Verbindingstoon
4. Telefoon opties
(zie pagina 76)
4.1 Infrarood aan
4.2 Gebruikersinstellingen
4.2.1 Achtergrond
4.2.2 Kleurenschema
4.2.3 Menu-instelling
4.3 Begroeting
4.4 Eigen nummer
4.5 Taalkeuze
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
57
Het menu
Het menu
4. Telefoonopties
(vervolg)
4.6 Beveiliging
4.6.1 PIN-controle
4.6.2 PIN wijzigen
4.6.3 Toestel blokkeren
4.6.4 Wachtwoord
4.6.5 SIM blokkeren
4.6.6 FDN-modus*
4.6.7 PIN2 wijzigen*
4.7 LCD-scherm instellingen
4.7.1 Contrast
4.7.2 Verlichting
4.7.3 Verlichting autom.
4.7.4 Standby-lampje
4.7.5 Logo provider
4.8 Extra instellingen
4.8.1 Nr. herhalen
4.8.2 Klepje actief
4.8.3 Elke toets antw.
4.9 Sneltoets
4.10 Reset instellingen
5. Organizer
(zie pagina 86)
5.1 Agenda
5.2 Actielijst
5.3 Tijd en datum
5.3.1 Klok instellen
5.3.2 Datum instellen
5.3.3 Wereldtijd
5.3.4 Tijdformaat
5.4 Alarm
5.5 Calculator
5.6 Valutabeurs
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
58
6. Netwerkdiensten
(zie pagina 95)
6.1 Doorschakelen
6.1.1 Alles doorschakelen
6.1.2 In gesprek
6.1.3 Neemt niet op
6.1.4 Buiten bereik
6.1.5 Alles opheffen
6.2 Blokkeren
6.2.1 Alle uitgaande
6.2.2 Internationaal
6.2.3 Internationaal behalve NL
6.2.4 Alle inkomende
6.2.5 Inkomend buiten bereik
6.2.6 Alles opheffen
6.2.7 Wachtwoord
6.3 Wisselgesprek
6.3.1 Spraak
6.3.2 Data
6.3.3 Alles opheffen
6.4 Netwerk kiezen
6.4.1 Automatisch
6.4.2 Zelf zoeken
6.5 Nr.weergave
6.5.1 Standaard
6.5.2 Nr. verbergen
6.5.3 Nr. zenden
6.6 Gebr.groepen
6.6.1 Groepen
6.6.2 Buiten groep OK
6.6.3 Standaardgroep
6.6.4 Uitzetten*
6.7 Bandkeuze
7. Amusement
(zie pagina 104)
7.1 Spelletjes
7.2 WAP browser
7.3 Downloads
7.3.1 Spelletjes en meer
7.3.2 Geluiden
7.3.3 Afbeeldingen
7.3.4 DNS Instellingen
* Verschijnt alleen als de functie gesloten gebruikersgroep aan
staat.
59
Berichten
Berichten
De meeste providers bieden de mogelijkheid tot het
versturen van SMS berichten (Short Message
Service). Voor zover uw provider deze diensten
aanbiedt, kunnen berichten als tekst, per fax, per
e-mail en via oproepsystemen worden verzonden.
Om berichten per telefoon te versturen, moet u
weten wat het SMS-nummer van uw provider is.
Als het symbool
verschijnt, hebt u een of meer
nieuwe tekstberichten ontvangen. Als het geheugen
vol is, verschijnt er een melding en kunt u geen
nieuwe berichten meer ontvangen. Gebruik de optie
Wissen in het menu Lezen (Menu 1.1) voor het
verwijderen van oude berichten.
Lezen
(Menu 1.1)
Er zijn twee postvakken voor berichten
beschikbaar:
Ontvangen: voor het bewaren van ontvangen
berichten.
Verzonden: voor het bewaren van verstuurde/te
versturen berichten.
Een bericht lezen
1. Ga naar het gewenste postvak en druk op de
functietoets Kies.
De lijst met berichten in het postvak wordt
getoond, met daarbij de afzender of
telefoonnummer en naam van de ontvanger
(indien deze informatie in uw telefoonlijst is
opgeslagen).
2. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets Kies om de inhoud van het bericht
te bekijken.
60
3. Gebruik de toets
heen te lopen.
of
om door het bericht
Met de functietoets Opties kunt u de volgende
opties kiezen.
Wissen: verwijderen van oude berichten.
Beantwoorden (alleen ontvangen berichten):
antwoorden door middel van een tekstbericht.
U kunt ook het SMS-nummer veranderen (indien
nodig).
Terugbellen (alleen ontvangen berichten): om de
afzender terug te bellen.
Nr. bewerken: om een telefoonnummer uit een
bericht te halen, zodat u het kunt bellen of in de
telefoonlijst kunt opslaan.
Verzenden: bericht verzenden dat u bewaard of
ontvangen hebt. Meer informatie over het intoetsen
van een naam vindt u op pagina 62.
Wijzigen: hiermee kunt u berichten wijzigen.
Objecten selecteren: hiermee kunt u eventuele
geluiden of afbeeldingen uit het bericht in uw
telefoon opslaan. Deze kunt u vervolgens weer
meesturen met een nieuw bericht. Voor meer
informatie, zie pagina 63.
Opmerking: Afhankelijk van de berichtstatus
(Nieuw, Oud, Nt verz. of Verzond.)
verschillen de beschikbare opties.
61
Berichten
Schrijven
Berichten
(Menu 1.2)
Met dit menu kunt u een tekstbericht schrijven en
verzenden.
Opmerking: U heeft de beschikking over
918 posities. Als u aan uw bericht een
afbeelding of geluid toevoegt, wordt
het aantal beschikbare posities lager.
Eenvoudig SMS tekstbericht maken
1. Stel uw bericht samen.
Opmerking: Meer informatie over het ingeven van
tekst vindt u op pagina 42.
2. Als u klaar bent met het ingeven van uw bericht,
drukt u op de functietoets Opties. De volgende
opties zijn beschikbaar:
Verzenden: om een geselecteerd bericht te
verzenden. Na verzending wordt het bericht
verwijderd.
Verz.+Opslaan: het bericht opslaan en het
vervolgens versturen naar het gewenste
telefoonnummer (zie hierboven onder
"Verzenden"). Met de optie Lezen kunt u het
bericht in het postvak Verzonden lezen.
Opslaan: om het bericht op te slaan en pas
later te versturen. Met de optie Lezen kunt u
het bericht in het postvak Verzonden lezen.
Meer informatie over de opties Tekst
formatteren, Objecten toevoegen,
Standaardbericht toevoegen en Taal vindt
u op pagina 63.
3. Selecteer Verzenden of Verz.+Opslaan en
druk op de functietoets Kies.
62
Als u het bericht alleen wilt opslaan, selecteert u
Opslaan. Na het bericht te hebben opgeslagen,
gaat de telefoon terug naar het menu
Berichten.
4. Geef het gewenste nummer in en druk op de
functietoets OK. Het bericht wordt verzonden.
Een bericht samenstellen met
gebruikmaking van de opties
1. Stel uw bericht samen.
2. Druk op de functietoets Opties.
3. Kies zo nodig met de toetsen
en
een
vervolgoptie en druk ter bevestiging op de
functietoets Kies.
Tekst formatteren: hiermee kunt u de
lay–out van uw tekst aanpassen. Bij Grootte
kunt u kiezen uit Normaal, Groot en Klein.
Onderstreept en Doorgehaald kunt u
selecteren door deze opties AAN of UIT te
zetten. U kunt meerdere opties tegelijk
selecteren.
Objecten toevoegen: hiermee kunt u een
beltoon, melodie, afbeelding of animatiefilmpje
aan uw bericht toevoegen. Selecteer de
categorie waartoe het object dat u wilt
toevoegen behoort. Bij iedere categorie kunt u
kiezen voor een van de standaarditems of een
item dat u bijvoorbeeld via internet gedownload
hebt of via een bericht hebt ontvangen.
Standaardbericht toevoegen: hiermee kunt
u voor uw bericht een van de
standaardberichten gebruiken. Selecteer via het
menu Standaardberichten (Menu 1.3) een
van de vijf standaardberichten. Voor meer
informatie, zie pagina 64.
Taal: hiermee kunt u instellen welke taal in de
T9 tekstinvoerstand moet worden gebruikt.
Selecteer de gewenste taal.
4. Maak het bericht af en verzend het of sla het op
zoals beschreven bij stap 2 op pagina 62.
63
Berichten
Berichten
Standaardberichten
(Menu 1.3)
Met dit menu kunt u vijf berichten invoeren die u
vaak gebruikt. Blader met de toetsen
en
door de lijst. Zodra het gewenste bericht wordt
getoond, drukt u op de functietoets Opties.
Wijzigen: hiermee kunt u een nieuw bericht
schrijven of het geselecteerde bericht wijzigen.
Opmerking: Meer informatie over het intoetsen van
tekst vindt u op pagina 42.
Verzenden: hiermee kunt u het geselecteerde
bericht terughalen. Als het bericht klaar is, kunt u
het versturen, opslaan en versturen of alleen
opslaan. Meer informatie over het verzenden van
berichten vindt u op pagina 62.
Standaard SMS instellingen: hier kunt u het
standaard berichttype (tekst, fax, e-mail en
oproepsystemen) instellen. De provider kan de
berichten in het gekozen formaat omzetten.
Standaard geldigheid: hier kunt u instellen hoe lang
uw provider het bericht moet bewaren als hij het
niet meteen kan doorsturen.
Naam instellen: om een naam toe te kennen aan de
groep die u aan het instellen bent.
Standaard: u kunt kiezen uit vier mogelijkheden:
Antwoordpad: de ontvanger van uw SMS-bericht
kan u een antwoord sturen via de provider, als deze
optie door het netwerk wordt aangeboden.
Wissen: om een geselecteerd bericht te wissen. U
kunt het wissen bevestigen door op de functietoets
Ja te drukken.
Ontv.bevest.: hier kunt u de functie voor
ontvangstbevestiging in- en uitschakelen. Als deze
functie is ingeschakeld, krijgt u van de provider te
horen of uw bericht al dan niet verstuurd is.
Instellingen
Drager kiezen: hier kunt u kiezen tussen GSM en
GPRS.
(Menu 1.4)
Met dit menu kunt u standaardgegevens voor de
SMS-functie opgeven. Een groep bestaat uit een
aantal instellingen die nodig zijn om berichten te
versturen. Het aantal beschikbare groepen is
afhankelijk van de capaciteit van uw SIM-kaart.
Instelling x (waarbij x het nummer van de
groep is): iedere groep heeft een eigen submenu.
Wap-info: hier kunt u aangeven of u al dan niet
Web-berichten van de server wilt ontvangen.
Selecteer Nooit als u geen berichten wilt
ontvangen, Altijd als u alle berichten wilt
ontvangen en Alleen specifiek SMS-C als u
alleen berichten van een bepaalde SMS centrale wilt
ontvangen.
SMS-service: om het SMS-nummer voor het
versturen van berichten op te slaan of te wijzigen.
U krijgt dit nummer van uw provider.
64
65
Berichten
Info-berichten
Berichten
(Menu 1.5)
Taalkeuze: om te kiezen in welke taal de
berichten op het display verschijnen.
Netwerkservice voor het ontvangen van berichten
over verschillende onderwerpen, zoals weer of
verkeer. Berichten verschijnen meteen nadat ze
ontvangen zijn, mits:
Neem voor meer informatie contact op met uw
provider.
• De telefoon in de standby-stand staat
Voice Mail
(Menu 1.6)
• De optie Ontvangen op Activeren staat
• Het berichtkanaal op dat moment actief is in de
kanaallijst
Met dit menu kunt u snel in uw voice-mailbox
komen (als deze door uw provider wordt
aangeboden).
De volgende opties zijn beschikbaar:
De volgende opties zijn beschikbaar:
Ontvangen bericht lezen: lezen van het eerste
bericht. Niet opslaan toont de berichten van het
netwerk, maar deze worden gewist zodra de
telefoon wordt uitgezet. Met de toetsen
en
kunt u het gehele bericht bekijken. Terwijl u een
bericht leest, kunt u op de functietoets Opslaan
drukken om het bericht in het postvak Bewaren
vast te leggen, zodat u het later nog eens kunt
lezen.
Verbinden met Voice Mail: voordat u deze
functie kunt gebruiken moet u het voice-server
nummer invoeren dat u van uw provider hebt
gekregen (zie menu 1.6.2). Vervolgens kunt u deze
optie kiezen en op de functietoets OK drukken om
uw berichten te beluisteren.
Ontvangen: om het ontvangen van berichten in of
uit te schakelen.
Telefoonnr Voice Mail: u kunt het nummer van
de voice-mail server zo nodig wijzigen.
Kanalen: hier kunt u aangeven van welke kanalen
u info-berichten wilt ontvangen. De volgende opties
zijn beschikbaar:
U wilt...
Druk dan op...
Server nummer
invoeren
De juiste cijfertoetsen.
Cijfer herstellen
De toets
Kiezen: aan- of uitzetten van kanalen in de lijst
door deze te (de)markeren (voor het gekozen
kanaal verschijnt een vinkje).
Toevoegen: voor het toevoegen van een nieuwe
kanaal-ID en kanaalnaam.
Wissen: om een kanaal uit de lijst te verwijderen.
Wijzigen: voor het wijzigen van een kanaal-ID en
kanaalnaam van een bestaand kanaal.
66
Om snel verbinding te krijgen met de voice mail
server, houdt u de toets
ingedrukt.
Cursor naar links/ De toets
rechts verplaatsen
zonder het cijfer te
wissen
.
of .
Opmerking: Voice Mail is een netwerkdienst. Neem
voor meer informatie contact op met
uw provider.
67
Berichten
Oproepenlijst
Voorkeuren
(Menu 1.7)
Nadat u objecten (afbeeldingen, melodieën, etc.)
die u bij berichten hebt ontvangen in uw telefoon
heeft opgeslagen, kunt u deze met de keuze
Objecten selecteren (zie pagina 61) in dit menu
bekijken.
U kunt de objecten in dit menu verwijderen door op
de functietoets Wissen te drukken.
U kunt objecten naar anderen doorsturen door deze
bij een bericht op te nemen en u kunt ze gebruiken
als beltoon of achtergrond.
Met dit menu kunt u de volgende oproepen
bekijken:
• Gemist
• Ontvangen
• Uitgaand
Opmerking: Door in de standby-stand op
te
drukken, krijgt u toegang tot alle drie
de soorten oproepen.
Gemist
(Menu 2.1)
Er zijn drie categorieën met objecten:
Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde
gesprekken bekijken.
• EMS melodie
• EMS afbeelding
• EMS filmpje
Geheugenstatus
(Menu 1.8)
Via dit menu kunt u nagaan hoeveel berichten er
zijn opgeslagen op de SIM-kaart, in de telefoon en
in het geheugen met info-berichten.
Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar,
getoond, samen met de datum en tijd waarop de
oproep werd gedaan. Door op de functietoets Opties
te drukken, kunt u:
• Het nummer wijzigen en draaien of het in de
telefoonlijst opslaan
• Het nummer uit de lijst verwijderen
Ontvangen
(Menu 2.2)
Met deze optie kunt de laatste 20 binnengekomen
gesprekken bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar,
getoond, samen met de datum en tijd waarop de
oproep werd ontvangen. Door op de functietoets
Opties te drukken, kunt u:
• Het nummer wijzigen en draaien of het in de
telefoonlijst opslaan
• Het nummer uit de lijst verwijderen
68
69
Oproepenlijst
Uitgaand
Oproepenlijst
(Menu 2.3)
Kostentellers*
(Menu 2.5)
Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde
nummers zien.
Met deze netwerkfunctie kunt u de gesprekskosten
bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd gedaan. Door op de
functietoets Opties te drukken, kunt u:
De volgende opties zijn beschikbaar:
• Het nummer verwijderen
• Het nummer wijzigen en in de telefoonlijst
opslaan
Gesprektellers
(Menu 2.4)
Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en
binnengekomen gesprekken bekijken.
De volgende tellers zijn beschikbaar:
Laatste oproep: duur van het laatste gesprek.
Alle uitgaande oproepen: duur van alle
gevoerde gesprekken sinds de teller voor het laatst
op nul is gezet.
Alle inkomende oproepen: duur van alle
binnengekomen gesprekken sinds de teller voor het
laatst op nul is gezet.
Kosten laatste oproep: kosten van het laatste
gesprek.
Totale kosten: totale kosten van alle gesprekken
sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Als de
totale kosten de maximumkosten, instelbaar met
de optie Max. kosten instellen, overschrijden,
kunt u geen gesprekken meer voeren tot u de teller
op nul hebt gezet.
Max. kosten: maximale kosten, ingesteld met de
optie Max. kosten instellen (zie hieronder).
Nulstellen: optie voor het op nul zetten van de
kostenteller. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie
pagina 112). Daarna drukt u op de functietoets OK.
Max. kosten instellen: optie om de maximale
kosten voor uw gesprekken in te stellen.
Prijs per eenheid: optie voor het instellen van
kosten per eenheid. Met deze prijs per eenheid
worden de gesprekskosten berekend.
Nulstellen: voor het opnieuw instellen van de
gesprekteller. U moet eerst het wachtwoord van uw
toestel invoeren (zie pagina 110). Daarna drukt u
op de functietoets OK.
Opmerking: De werkelijke duur van uw gesprekken
op de rekening van uw provider kan
iets afwijken, afhankelijk van de
netwerkdiensten, afronding van kosten
enz.
70
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
71
Geluidopties
Geluidopties
Type belsignaal
Via het menu Geluidopties kunt u de volgende
instellingen aanpassen:
• Melodie beltoon, volume en type belsignaal
• Geluiden bij het indrukken van de toetsen,
foutieve invoer en bij het ontvangen van
berichten
Opmerking: Als de telefoon in de Stille modus staat
(zie pagina 28), kunt u de geluidopties
niet wijzigen.
(Menu 3.3)
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
moet waarschuwen bij een binnenkomend gesprek.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Alleen licht: het display licht op, de telefoon gaat
niet over en trilt niet.
Melodie: de telefoon gaat over met de beltoon die
u hebt ingesteld in het menu Beltoon
(Menu 3.1); zie pagina 72.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Beltoon
(Menu 3.1)
Met deze optie kunt u de gewenste beltoon kiezen.
U kunt uit een groot aantal verschillende melodieën
kiezen. De gekozen melodie wordt enkele seconden
afgespeeld. Als u via Internet of het programma
EasyGPRS beltonen of melodieën hebt gedownload
of deze bij berichten hebt ontvangen, worden deze
in de lijst van dit menu opgenomen.
Belvolume
Toetstoon
(Menu 3.4)
Met deze optie kunt kiezen welke toon u hoort bij
het indrukken van een toets.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT: de toetsen geven geen geluid.
(Menu 3.2)
Met deze optie kunt u het belvolume instellen. U
kunt kiezen uit vijf niveaus.
Gebruik hiervoor de toetsen
en
of de
toetsen
en
links op de telefoon.
72
Trillen+melodie: de telefoon trilt drie keer en
gaat daarna over.
Toon: elke toets maakt een verschillend geluid.
Oproeptoon: alle toetsen maken hetzelfde geluid.
73
Geluidopties
Bericht signaal
Geluidopties
(Menu 3.5)
Andere tonen
(Menu 3.6)
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
waarschuwt bij een binnenkomend bericht.
Met deze optie kunt u diverse andere tonen die door
de telefoon worden gebruikt ook aanpassen.
SMS toon
Om een toon...
Drukt u...
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
waarschuwt bij een binnenkomend SMS bericht.
AAN te zetten
Op de functietoets AAN.
Voor de optie wordt een
vinkje gezet.
UIT te zetten
Nogmaals op de functietoets
UIT.
Het vinkje voor de optie
verdwijnt.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT: de telefoon geeft geen signaal bij een
binnenkomend bericht.
Alleen lichtsignaal: het standby-lampje aan de
bovenkant van de telefoon knippert.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Eén beep: de telefoon gaat één keer over.
SMS-toon1~10: de telefoon gaat over met een
SMS-toon. Er zijn 10 SMS-tonen beschikbaar.
Info-bericht toon
Met deze optie kunt u kiezen hoe de telefoon
aangeeft dat een nieuw info-bericht is ontvangen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT: de telefoon geeft geen signaal bij een
binnenkomend info-bericht.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Fouttoon: met deze optie kunt u instellen of de
telefoon een signaal moet geven bij een foutieve
ingave.
Minutenteller: met deze optie kunt u instellen of
de telefoon tijdens een uitgaand gesprek iedere
minuut een piepje moet geven om de gespreksduur
aan te geven.
Verbindingstoon: met deze optie kunt u
aangeven of de telefoon een signaal moet geven als
de gebelde persoon opneemt.
Alleen lichtsignaal: het standby-lampje aan de
bovenkant van de telefoon knippert bij een
binnenkomend info-bericht.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Eén beep: bij een binnenkomend info-bericht gaat
de telefoon één keer over.
Infobericht toon1~10: de telefoon geeft
het hier ingestelde signaal. U kunt kiezen uit
10 Infobericht tonen.
74
75
Telefoon opties
Telefoon opties
Gebruikersinstellingen
U kunt de instelling van veel functies op uw telefoon
aan uw eigen voorkeur aanpassen. U roept deze
functies op via het menu Telefoon opties.
Infrarood aan
(Menu 4.1)
(Menu 4.2)
U kunt de afbeelding op de achtergrond en het in
het display gebruikte kleurenschema aan uw
voorkeuren aanpassen.
Achtergrond
Met deze functie kunt u via de infraroodpoort van
uw telefoon data en faxberichten verzenden en
ontvangen. Om de infraroodverbinding te kunnen
gebruiken, moet u het volgende doen:
Met deze optie kunt u de afbeelding kiezen die in de
stand-by stand als achtergrond wordt gebruikt.
• De IrDA-compatibele infraroodpoort van uw pc
configureren en aanzetten.
1. Blader met de toets
afbeeldingen.
• De infraroodfunctie van uw telefoon aanzetten.
Het IrDA symbool ( ) verschijnt op de bovenste
regel van het display.
• Zorg ervoor dat de infraroodpoort van uw
telefoon in één lijn ligt met de infraroodpoort van
uw pc.
15
Infraroodpoort
Infraroodpoort
U kunt de afbeelding als volgt wijzigen:
of
door de lijst met
U kunt kiezen uit een aantal standaard
afbeeldingen. U kunt echter ook een blanco
achtergrond kiezen of een afbeelding die u via
Internet of het programma EasyGPRS hebt
gedownload.
2. Als de door u gewenste afbeelding gemarkeerd
wordt weergegeven, drukt u op de functietoets
Kies.
De geselecteerde afbeelding wordt getoond.
3. Wilt u deze afbeelding als achtergrond
selecteren, druk dan op de functietoets Kies.
Kleurenschema
U kunt nu tussen de pc en uw telefoon gegevens
verzenden.
Als binnen 30 seconden nadat de infraroodfunctie is
aangezet geen communicatie plaatsvindt, wordt de
infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld.
Opmerking: U bereikt de beste resultaten wanneer
u gebruik maakt van de met uw
SGH-S100 meegeleverde datakabel.
76
U kunt het kleurenschema dat in het display voor
de verschillende items zoals tekst, functietoetsen,
menunamen en symbolen wordt gebruikt,
aanpassen. U kunt kiezen uit vijf verschillende
kleurenschema’s.
Kies het gewenste kleurenschema en druk
op de functietoets Kies en vervolgens op de
functietoets OK om uw keuze te bevestigen.
77
Telefoon opties
Telefoon opties
Taalkeuze
Menu-instelling
Met deze optie kunt u instellen hoe het menu wordt
weergegeven. U kunt kiezen tussen Normaal en
Achtergrond.
Begroeting
Hier kunt u de displaytaal kiezen. Als de taalkeuze
op Automatisch is ingesteld, wordt automatisch
de taal van de SIM-kaart gekozen.
(Menu 4.3)
Beveiliging
Met deze optie kunt u kort een begroeting laten
verschijnen bij het aanzetten van de telefoon. De
huidige begroeting wordt getoond.
U wilt...
Druk dan op...
Bestaande
begroeting wissen
De toets
en houd deze
ingedrukt tot het bericht is
verwijderd.
Nieuwe begroeting
invoeren
De juiste alfanumerieke
toetsen.
Een andere
tekstinvoerstand te
kiezen
De functietoets
.
Zie pagina 42 voor meer informatie over het
intoetsen van tekst.
Eigen nummer
(Menu 4.4)
Hiermee kunt u:
• Namen toekennen aan uw eigen nummers die op
de SIM-kaart zijn opgeslagen
• Namen en nummers wijzigen
Deze functie is een geheugensteuntje dat u kunt
gebruiken om uw eigen telefoonnummers te
controleren.
Wijzigingen die u hier aanbrengt, worden niet
doorgevoerd op uw SIM-kaart.
78
(Menu 4.5)
(Menu 4.6)
Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van
uw telefoon beperken tot:
• Door u gekozen personen
• Door u gekozen soorten gesprekken
De functies van uw telefoon kunt u via verschillende
codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in
de volgende hoofdstukken beschreven (zie tevens
de pagina’s 110-113).
PIN-controle
Als de PIN-controle is ingeschakeld, moet u bij het
aanzetten van de telefoon altijd uw PIN-code
intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden
gebruikt door mensen die uw PIN-code weten.
Opmerking: Voordat de PIN-controle uitgeschakeld
kan worden, moet u uw PIN-code
intoetsen.
Wilt u uw PIN -code wijzigen, kijk dan bij
menu-optie PIN wijzigen (Menu 4.6.2).
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: na het inschakelen is er meteen contact
met het netwerk.
Aanzetten: bij het inschakelen moet u iedere keer
uw PIN-code intoetsen.
79
Telefoon opties
Telefoon opties
PIN wijzigen
SIM blokkeren
Met deze functie kunt u uw huidige PIN-code
veranderen. De PIN-controle moet dan wel
ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN-code
intoetsen voordat u een nieuwe PIN-code kunt
instellen.
Als de functie SIM blokkeren is ingeschakeld, werkt
uw telefoon alleen met de huidige SIM-kaart.
U moet dan eerst de SIM-code intoetsen.
Als u een nieuwe PIN-code hebt ingevoerd, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Om de SIM-blokkering op te heffen, moet u de
SIM-code invoeren.
Toestel blokkeren
FDN-modus
Als de functie Toestel blokkeren is ingeschakeld,
moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een
8-cijferig wachtwoord intoetsen.
Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)modus ondersteunt, kunt u uw uitgaande
gesprekken beperken tot een bepaald aantal
nummers.
Dit wachtwoord is in de fabriek ingesteld op
“00000000”. Wilt u het wachtwoord van uw telefoon
wijzigen, kijk dan hieronder bij Wachtwoord
(Menu 4.6.4).
Na het invoeren van het wachtwoord kunt u de
telefoon gebruiken tot u hem uitzet.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen
bij inschakeling van de telefoon.
Aanzetten: u moet het wachtwoord intoetsen bij
inschakeling van de telefoon.
Als u de code voor blokkeren hebt ingetoetst, moet
u deze ter bevestiging nogmaals invoeren.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: u kunt elk nummer bellen.
Aanzetten: u kunt alleen nummers bellen
die in de telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet
uw PIN2-code intoetsen.
Opmerking: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
Zie menu-optie PIN2 wijzigen (Menu 4.6.7)
hieronder voor het wijzigen van uw PIN2-code.
PIN2 wijzigen
Wachtwoord
Hiermee kunt u uw wachtwoord wijzigen. U moet
het huidige wachtwoord ingeven voordat u een
nieuw kunt ingeven.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op “00000000”. Als u een nieuw wachtwoord hebt
ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals
intoetsen.
80
Met deze functie kunt u uw PIN2-code veranderen.
U moet uw huidige PIN2-code intoetsen voordat u
een nieuwe kunt invoeren.
Als u een nieuwe PIN2-code hebt ingetoetst, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Opmerking: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
81
Telefoon opties
LCD-scherm instellingen
Telefoon opties
(Menu 4.7)
Contrast
Met deze optie kunt u het contrast van de
LCD-schermen aanpassen, door deze donkerder
of lichter te maken.
Dit doet u als volgt.
1. Kies het display waarvan u het contrast wilt
aanpassen (Hoofd LCD-scherm of Front
LCD-scherm) en druk op de functietoets Kies.
2. Wijzig met de toetsen
en
of de
toetsen
en
links op de telefoon het
contrast.
3. Als de instelling naar wens is, drukt u op de
functietoets OK.
Verlichting
Met deze optie kunt u de verlichting aan- of
uitzetten. Uitzetten levert een kleine toename van
de standby- en beltijd op.
Verlichting autom.
Met deze optie kunt u instellen hoe lang de
verlichting aan blijft. Hoe korter de verlichting aan
is, hoe langer de batterij meegaat.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: de instelling die is gekozen bij menuoptie Verlichting (Menu 4.7.2) wordt gebruikt.
Zie pagina 82.
Aanzetten: de verlichting gaat gedurende een
vastgestelde tijdsduur aan. U kunt deze tijdsduur
met de cijfertoetsen in uren en minuten instellen.
Standby-lampje
Met deze optie kunt u instellen of u het standbylampje rechtsboven op de telefoon wilt gebruiken.
U kunt uit een aantal kleuren kiezen: rood, groen,
blauw, geel, cyaan, violet en wit. Het standbylampje knippert in de gekozen kleur als de telefoon
gebruiksklaar is.
Als u het standby-lampje niet wilt gebruiken, kunt u
dit uitschakelen door UIT te selecteren.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT: geen verlichting.
Kort: de verlichting gaat aan bij het indrukken van
een toets en bij een binnenkomend gesprek en gaat
10 seconden na de laatste toetshandeling weer uit.
Lang: de verlichting gaat aan bij het indrukken van
een toets en bij een binnenkomend gesprek en gaat
20 seconden na de laatste toetshandeling weer uit.
Logo provider
Met deze optie kunt u instellen dat in plaats van de
naam van de provider zijn logo wordt afgebeeld.
AAN: in de standby-stand wordt het provider-logo
dat in uw telefoon is opgeslagen getoond. Als geen
logo is opgeslagen, wordt de naam van de provider
weergegeven.
UIT: in de standby-stand wordt de naam van de
provider getoond.
82
83
Telefoon opties
Telefoon opties
Extra instellingen
(Menu 4.8)
Via dit menu kunt u een aantal opties als Nummer
herhalen en Klepje actief aan- en uitzetten.
Om een functie...
AAN te zetten
UIT te zetten
Drukt u op...
De functietoets AAN.
Voor de optie wordt een
vinkje gezet.
De functietoets UIT.
Het vinkje voor de optie
verdwijnt.
Sneltoets
(Menu 4.9)
U kunt de navigatietoetsen als sneltoetsen
gebruiken. Als ze in de standby-stand worden
ingedrukt, kunt u daarmee direct naar een bepaalde
menu-optie gaan.
U kunt de navigatietoetsen als volgt als sneltoetsen
instellen:
1. Selecteer door op de toets
of
te drukken
de toets die u als sneltoets wilt gebruiken en
druk daarna op de functietoets Kies.
Toets omhoog (
Toets omlaag (
De volgende opties zijn beschikbaar:
Toets rechts ( )
Nr. herhalen: als deze optie aan staat, probeert
de telefoon na een mislukte poging maximaal
10 keer het laatste nummer opnieuw te bellen.
Toets links ( )
Opmerking: De tijd tussen twee pogingen kan
variëren.
Klepje actief: als deze optie aan staat, hoeft u
alleen het klepje van de telefoon te openen om een
oproep aan te nemen.
Als deze optie niet geselecteerd is, moet u voor het
aannemen van een gesprek het klepje openen en
op een toets drukken, afhankelijk van de instelling
bij Elke toets antw. (zie hieronder).
Elke toets antw.: als deze optie geselecteerd is,
kunt u een gesprek aannemen door op een
willekeurige toets te drukken, met uitzondering van
de toets
en de functietoets Weiger. Om een
oproep te weigeren, drukt u op de toets
of de
functietoets Weiger.
Als deze optie niet is geselecteerd, kunt u een
gesprek alleen aannemen door op de toets
of de
functietoets Opnemen te drukken.
84
)
)
2. Kies door op
of
te drukken het menu
dat u aan de toets wilt toekennen.
Opmerking: Als u een toets niet (meer) als
sneltoets wilt gebruiken, selecteert u
Geen.
3. Druk op de functietoets Kies om uw instelling
op te slaan.
Reset instellingen
(Menu 4.10)
U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten
in de standaardinstellingen. Dit doet u als volgt.
1. Selecteer de optie Reset instellingen.
2. Voer het juiste 8-cijferige wachtwoord van uw
telefoon in en druk op de functietoets OK.
Opmerking: Het wachtwoord is in de fabriek
ingesteld op “00000000”. Wilt u het
wachtwoord wijzigen, kijk dan op
pagina 80.
85
Organizer
Organizer
Met deze functie kunt u:
• De kalender bekijken en afspraken bijhouden
• Een lijst opstellen met afspraken of acties die u
niet mag vergeten
• De huidige datum en tijd instellen
• Het alarm instellen, zodat de telefoon op een
bepaalde tijd overgaat (bijvoorbeeld om u aan
een afspraak te herinneren)
• De telefoon gebruiken om eenvoudige
rekenkundige of wisselkoersbewerkingen uit te
voeren
Agenda
(Menu 5.1)
Met de optie Agenda kunt u:
• De kalender bekijken
• Bij de desbetreffende data agendaregels maken
met informatie over afspraken, vergaderingen,
verjaardagen, enz. en desgewenst een alarm af
laten gaan
De kalender bekijken
De kalender verschijnt als u het menu Agenda
(Menu 5.1) kiest. Als u op de functietoets Opties
drukt, kunt u kiezen uit de volgende opties.
Alles zoeken: alle ingevoerde agendaregels
worden getoond, te beginnen met de oudste.
U kunt met de toets
of
door de
agendaregels lopen.
Alles wissen: om alle agendaregels te
verwijderen. Voordat de agendaregels worden
gewist, wordt om een bevestiging gevraagd.
Ga naar datum: om direct naar een bepaalde
datum te gaan.
Afsluiten: hiermee verlaat u de agendafunctie en
gaat u terug naar de standby-stand.
86
Agendaregel ingeven
Om een agendaregel bij een bepaalde datum aan te
maken of te wijzigen, dit doet u als volgt:
1. Kies met de navigatietoetsen de gewenste
kalenderdatum.
Opmerking: Met de toetsen
en
links op de
telefoon kunt u naar een vorige of
volgende maand gaan.
2. Druk op de functietoets Kies.
Er verschijnt een leeg scherm waar u uw
agendaregel kunt ingeven.
3. Geef uw agendaregel in en druk op de
functietoets OK.
Opmerking: Zie pagina 42 voor meer informatie
over het intoetsen van tekst.
U wordt gevraagd of u het alarm wilt instellen.
4. Druk op de functietoets Ja als u wilt dat het
alarm op de betreffende dag afgaat.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets Nee.
5. Indien u op Ja hebt gedrukt, stelt u de tijd voor
het alarm in en drukt u op OK.
De kleur van de datum wijzigt in groen, wat
aangeeft dat voor deze datum een agendaregel
is ingevoerd.
Agendaregel wijzigen
Als u een dag kiest waarvoor een agendaregel is
ingegeven, kunt op de functietoets Wijzig drukken
om de agendaregel te wijzigen.
Opmerking: Zie pagina 42 voor meer informatie
over het intoetsen van tekst.
87
Organizer
Organizer
Als u klaar bent met het wijzigen van de memo,
drukt u op de functietoets OK. Als u op de
functietoets Opties drukt, kunt u kiezen uit de
volgende mogelijkheden.
6. Druk op de functietoets OK.
Alarm: instellen van het alarm voor een bepaalde
dag.
Als er al actiepunten in de actielijst zijn opgenomen
wanneer u de menu-optie Actielijst (Menu 5.2)
selecteert, wordt de inhoud daarvan getoond,
inclusief informatie over de status van afhandeling
en de prioriteit (drie sterren wil zeggen hoge
prioriteit, twee sterren normaal en 1 ster laag).
Wissen: verwijderen van de agendaregel.
Kopiëren naar: agendaregel kopiëren naar een
andere datum en/of tijd.
Verplaatsen naar: datum en/of tijd van de
agendaregel wijzigen.
Actielijst
(Menu 5.2)
Hiermee kunt u:
• Een lijst opstellen met actiepunten of taken die u
uit moet voeren
• Prioriteit en deadline aan ieder actiepunt
toekennen
• De bestaande actiepunten op prioriteit en status
sorteren
Actielijst wijzigen
De volgende opties zijn beschikbaar:
U wilt...
Doe dan het volgende...
De details van
een bepaald
actiepunt
bekijken
De status van
een bepaald
actiepunt
wijzigen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Kies.
Actielijst maken
1. Druk op de functietoets Nieuw.
2. Geef de eerste actie in.
Opmerking: U heeft de beschikking over 40 posities.
Zie pagina 42 voor meer informatie
over het intoetsen van tekst.
3. Druk op de functietoets OK.
4. Kies met behulp van de toets
of
de
prioriteit (hoog, normaal of laag) en druk op de
functietoets Kies.
5. Geef de datum in waarop de actie moet zijn
uitgevoerd.
Als u geen deadline wilt instellen, drukt u op de
functietoets Oversl.
88
Een nieuw
actiepunt
invoeren
Een bestaand
actiepunt
wijzigen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de toets
om aan te
geven dat het actiepunt op de
huidige tijd en datum is
afgehandeld.
of
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Selecteren
• Kies de gewenste status
(Afgehandeld of
Geannuleerd).
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Nieuw.
• Geef de tekst, prioriteit en
deadline van het actiepunt in.
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Bewerken.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
eventueel deadline van de actie.
89
Organizer
Organizer
U wilt...
Doe dan het volgende...
Bestaande
actiepunten op
prioriteit en
status
sorteren
Een actiepunt
kopiëren
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Sorteren.
• Kies het sorteercriterium
(Hoog, Laag, Afgehandeld
of Geannuleerd).
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Kopiëren.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
eventueel de deadline van het
actiepunt.
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Naar agenda
kopiëren.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
deadline van het actiepunt en
stel eventueel het alarm in.
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Wissen.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Alles wissen.
• Druk op OK om dit te
bevestigen.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Afsluiten.
Een actiepunt
naar de
agenda
kopiëren
Een actiepunt
wissen
Alle
actiepunten
wissen
De actielijst
verlaten
Tijd en datum
(Menu 5.3)
Met deze optie kunt u de tijd en datum op het
display wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich
Mean Time (GMT) en de tijd in 21 grote steden
bekijken.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Klok instellen: hier kunt u de huidige tijd
instellen. Via de menu-optie Tijd (Menu 5.3.4)
kunt u het gewenste formaat instellen.
Opmerking: Voordat u de tijd instelt, moet u
via de menu-optie Wereldtijd
(Menu 5.3.3) de tijdzone instellen.
Datum instellen: met deze optie kunt u dag,
maand en jaar invoeren.
Wereldtijd: met behulp van de toetsen en
kunt u de Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd in
21 steden bekijken.
In het display verschijnt:
• Naam van de stad
• Lokale datum en tijd
• Tijdsverschil tussen de gekozen stad en uw stad
als u de lokale tijd of GMT (standaard) hebt
ingesteld (meer informatie vindt u hieronder)
Met de volgende procedure geeft u op in welke
tijdzone u zich bevindt.
1. Door een of meerdere keren te drukken op de
toets of kiest u de stad die correspondeert
met uw tijdzone. U ziet nu de lokale datum en
tijd.
2. Druk op de functietoets Stel in.
Tijdformaat: hier kunt het tijdformaat wijzigen in
24 uur of 12 uur.
90
91
Organizer
Alarm
Organizer
(Menu 5.4)
Hiermee kunt u:
• Het alarm op een bepaalde tijd af laten gaan
• Het alarm op een bepaalde tijd laten afgaan, zelfs
als de telefoon op dat moment niet aan staat (De
telefoon wordt dan automatisch aangezet. De
optie Autopower moet dan ingesteld zijn op
Aanzetten.)
Om het alarm uit te schakelen als het afgaat, doet u
het klepje van de telefoon open en drukt u op de
functietoets Stop.
Bij het instellen of bekijken van een alarm, zijn de
volgende opties beschikbaar als u op de
functietoets Opties drukt.
Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen.
Alarmsignaal ingesteld: om de melodie van het
alarm in te stellen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Eenmalig: het alarm gaat slechts één keer af en
wordt daarna uitgeschakeld.
Calculator
Dagelijks: het alarm gaat iedere dag op dezelfde
tijd af.
Hiermee kunt u de telefoon als calculator
gebruiken. De calculator biedt de basis
rekenfuncties: optellen, aftrekken,
vermenigvuldigen en delen.
Wekker: het alarm gaat’s morgens af om u te
wekken.
Zo stelt u het alarm in:
1. Ga naar het gewenste alarm.
2. Geef de tijd en dag van de week in (indien van
toepassing) waarop het alarm af moet gaan.
3. Druk op de functietoets OK.
4. Als u in stap 1 Wekker hebt geselecteerd, geeft
u in op welke dagen de wekker af moet gaan:
Maandag tot vrijdag of Maandag tot
zaterdag.
Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen.
Autopower: als bij deze optie is gekozen voor
Aanzetten, gaat het alarm op de ingestelde tijd af,
ook als de telefoon is uitgeschakeld.
Als deze menu-optie op Uitzetten staat en de
telefoon op de ingegeven tijd is uitgeschakeld, gaat
het alarm niet af.
92
(Menu 5.5)
Calculator gebruiken
1. Voer met behulp van de cijfertoetsen het eerste
cijfer in.
2. Druk op de rechter functietoets tot het gewenste
rekenkundige symbool verschijnt: + (optellen),
- (aftrekken), x (vermenigvuldigen), / (delen).
3. Geef het tweede cijfer in.
4. Herhaal zo vaak als nodig de stappen 1 tot en
met 3.
Opmerkingen:
• Om een onjuiste invoer te wissen en het display leeg
te maken, drukt u op de toets
.
• Om een decimaal of een haakje in te voeren, drukt u
op de linker functietoets tot het gewenste symbool
verschijnt.
5. Druk op de toets
berekening.
voor het uitvoeren van de
93
Organizer
Valutabeurs
(Menu 5.6)
Met deze functie kunt u wisselkoersberekeningen
uitvoeren.
1. Geef de huidige wisselkoers van de bronvaluta in
en druk op de functietoets OK.
U kunt een decimale punt invoegen door op de
toets
te drukken.
2. Geef het bedrag in dat u wilt omrekenen en druk
op de functietoets OK.
Het bedrag dat u heeft ingegeven wordt
getoond, met daarbij de omgerekende waarde in
de andere valuta.
3. Druk op de functietoets Stop om deze functie af
te sluiten.
94
Netwerkdiensten
De hieronder behandelde menufuncties zijn
netwerkdiensten. Neem contact op met uw provider
voor de beschikbaarheid en een abonnement op
deze diensten.
Doorschakelen
(Menu 6.1)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende
gesprekken doorschakelen naar een ander nummer.
Voorbeeld: U kunt zakelijke gesprekken
doorschakelen naar een collega als op
vakantie bent.
Gesprekken doorschakelen kan op de volgende
manieren:
Alles doorschakelen: alle gesprekken worden
doorgeschakeld.
In gesprek: gesprekken worden doorgeschakeld
als u in gesprek bent.
Neemt niet op: gesprekken worden
doorgeschakeld als u de telefoon niet opneemt.
Buiten bereik: gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw
provider bevindt.
Alles opheffen: alle doorschakelfuncties worden
geannuleerd.
U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de
volgende soorten gesprekken:
• Alleen spraak oproepen
• Alleen data oproepen
Voorbeeld: U kunt spraak oproepen doorschakelen
naar een collega als u in gesprek bent.
95
Netwerkdiensten
Netwerkdiensten
Met de volgende procedure kunt u de
doorschakelfuncties instellen.
Blokkeren
1. Kies de gewenste doorschakelfunctie door
enkele keren op de toets
of
te drukken
tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op
de functietoets Kies.
Met deze netwerkdienst kunt u uw oproepen
beperken.
2. Kies welk soort oproepen u wilt doorschakelen
door enkele keren op de toets
of
te
drukken tot de gewenste optie verschijnt en
druk dan op de functietoets Kies.
De huidige status verschijnt. Als de optie al is
ingesteld, verschijnt het nummer waarnaar de
gesprekken worden doorgeschakeld.
U wilt...
Doe dan het volgende...
Gesprekken
doorschakelen
aanzetten.
Druk op de functietoets
Activeren.
Ga naar stap 4.
Het nummer
wijzigen
Druk op de functietoets
Wijzig.
Ga naar stap 4.
Gesprekken
doorschakelen
annuleren
Druk op de functietoets Hef
op.
4. Toets het nummer in waarnaar de gesprekken
moeten worden doorgeschakeld en druk op OK.
Voor het invoeren van een internationale
toegangscode drukt u op
tot het teken +
verschijnt.
(Menu 6.2)
Gesprekken blokkeren kan op de volgende
manieren worden ingesteld.
Alle uitgaande: u kunt geen uitgaande
gesprekken voeren.
Internationaal: u kunt geen internationale
gesprekken voeren.
Internationaal behalve NL: in het buitenland
kunt u alleen gesprekken voeren binnen dat land en
naar het land van uw eigen provider.
Alle inkomende: u kunt geen gesprekken
ontvangen.
Inkomend buiten bereik: buiten het
servicegebied van uw eigen provider kunt u geen
gesprekken ontvangen.
Alles opheffen: u heft alle blokkeerinstellingen
op; u kunt gewoon gesprekken voeren en
ontvangen.
U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de
volgende soorten gesprekken:
• Alleen spraak oproepen
• Alleen data oproepen
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U kunt alle doorschakelinstellingen annuleren door
de optie Alles opheffen te kiezen.
96
97
Netwerkdiensten
Met de volgende procedure kunt u de
blokkeringsfuncties instellen.
1. Kies de gewenste blokkeerinstellingen door
enkele keren op de toets
of
te drukken
tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op
de functietoets Kies.
2. Kies welk soort oproepen u wilt blokkeren, door
enkele keren op de toets
of
te drukken
tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op
de functietoets Kies.
3. Druk op de functietoets Activeren om uw
keuze te bevestigen.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst ervan via het
display.
Netwerkdiensten
Wachtwoord: met deze optie kunt u het
blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt
gekregen instellen of veranderen. U moet het
huidige wachtwoord ingeven voordat u een nieuw
kunt ingeven.
Als u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet
u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Wisselgesprek
(Menu 6.3)
Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als
iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor
wisselgesprek/wachtstand afzonderlijk instellen:
• Alleen spraak oproepen
• Alleen data oproepen
Met de volgende procedure kunt u alle
blokkeerinstellingen annuleren.
1. Kies de blokkeerinstelling die geannuleerd moet
worden.
2. Kies het soort gesprek waarvoor deze blokkering
is ingesteld.
3. Druk op de functietoets Uitzetten.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst ervan via het
display.
U kunt ook alle blokkeringen annuleren door de
optie Alles opheffen te kiezen.
U kunt deze optie alleen voor spraakverbindingen
gebruiken.
1. Kies het type oproep waarvoor u wisselgesprek
wilt instellen door op de toets
of
te
drukken tot de gewenste keuze is gemarkeerd
en daarna op de functietoets Kies te drukken.
Op het scherm ziet u of de optie Wisselgesprek
aan of uit staat.
2. U kunt deze optie naar keuze aan- of uitzetten
met de functietoetsen Activeren en
Uitzetten.
Om naar het vorige scherm te gaan, drukt u op
de functietoets Stop.
U kunt ook alle instellingen voor een wisselgesprek
annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen.
98
99
Netwerkdiensten
Netwerk kiezen
Netwerkdiensten
(Menu 6.4)
Met deze functie kunt u aangeven of het gebruikte
roaming-netwerk (buiten het bereik van uw eigen
provider) automatisch of handmatig wordt gekozen.
Opmerking: U kunt een ander netwerk alleen kiezen
als dit een roaming-contract met uw
eigen provider heeft.
Met de volgende procedure bepaalt u of een
netwerk automatisch of handmatig moet worden
gekozen.
Nr.weergave
(Menu 6.5)
U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer
verschijnt op het display van de persoon naar wie u
belt.
Opmerking: Bij sommige providers kunt u deze
instelling niet wijzigen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Standaard: de telefoon gebruikt de
standaardinstelling van uw provider.
Nr. verbergen: uw nummer verschijnt niet op een
andere telefoon.
1. Als Netwerk kiezen verschijnt, drukt u op de
functietoets Kies.
Nr. zenden: uw nummer verschijnt wel op een
andere telefoon.
2. Druk op de toets
of
tot de
gewenste optie verschijnt en druk dan
op de functietoets OK.
Gebr.groepen
Als u Automatisch kiest, wordt u verbonden
met het eerste beschikbare roaming-netwerk.
Als u Zelf zoeken kiest, zoekt uw telefoon naar
beschikbare netwerken. Ga naar stap 3.
3. Druk op de toets
of
tot het gewenste
netwerk verschijnt en druk dan op de
functietoets OK.
U bent dan verbonden met dat netwerk.
(Menu 6.6)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende en
uitgaande gesprekken beperken tot een bepaalde
groep gebruikers. U kunt gebruik maken van
maximaal 10 gebruikersgroepen. Neem contact op
met uw provider voor meer details over het
opzetten, activeren en gebruiken van een gesloten
gebruikersgroep.
Voorbeeld: Een bedrijf leent SIM-kaarten aan
werknemers en wil de uitgaande
gesprekken beperken tot leden van
hetzelfde team.
Opzetten van een gebruikersgroep
Als u het menu Gebr.groepen selecteert, kunt u
de instellingen voor de gesloten gebruikersgroep
vastleggen. Nadat u op de functietoets Kies hebt
gedrukt, kunt u de volgende opties kiezen.
Groepen: hier kunt u de indexnummers voor een
gebruikersgroep noteren, toevoegen of verwijderen.
De huidige lijst van indexen verschijnt.
100
101
Netwerkdiensten
Netwerkdiensten
Voeg een nieuwe index toe (op advies van uw
provider) of verwijder een geselecteerde groep.
U wilt...
Druk dan op...
Door de
bestaande
indexen bladeren
De toets
Index toevoegen
De functietoets Opties, kies
de optie Toevoegen en geef
de index in.
Index verwijderen
Index activeren
of
.
De functietoets Opties en
kies de optie Wissen.
De functietoets Opties en
kies de optie Activeren.
Buiten groep OK: hiermee kunt u gesprekken
met nummers buiten de gebruiksgroep toestaan of
verbieden. Deze functie is afhankelijk van uw
abonnement. Neem contact op met uw provider.
Standaard groep: u kunt een standaard groep
doorgeven aan uw provider. Hierna kunt u de optie
Standaard groep activeren. Als u gaat bellen,
kunt u kiezen voor de standaard gebruikersgroep in
plaats van deze uit de lijst te kiezen.
Uitzetten: beëindigt deze functie. Dit menu
verschijnt alleen als er een standaard groep is
ingeschakeld of als er een index is geselecteerd.
102
Bandkeuze
(Menu 6.7)
Om uitgaande en inkomende gesprekken te kunnen
voeren, moet uw telefoon bij een van de
beschikbare netwerken worden aangemeld. Uw
telefoon is geschikt voor de volgende soorten
netwerken:
• GSM 900
• GSM 1800
• Gecombineerd GSM 900/1800
• GSM 1900
Het land waar u de telefoon hebt aangeschaft is
bepalend voor de standaard bandbreedte die wordt
gebruikt. In het buitenland kan het nodig zijn een
andere bandbreedte te kiezen. Dit doet u als volgt:
1. Als Bandkeuze verschijnt, drukt u op de
functietoets Kies.
2. Druk op de toets
of
tot de gewenste
bandbreedte (GSM 900/1800 of GSM 1900) is
geselecteerd en druk dan op de functietoets OK.
Als u een bandbreedte hebt geselecteerd, wordt in
het display een bevestiging getoond en wordt
automatisch gezocht naar de beschikbare
netwerken. Vervolgens meldt uw telefoon zich aan
bij een voorkeursnetwerk binnen de gekozen
bandbreedte.
103
Amusement
Amusement
Een MIDlet starten
Het menu Amusement biedt diverse spelletjes.
Spelletjes
(Menu 7.1)
U kunt met uw telefoon drie spelletjes spelen.
Kies met de toetsen
en
het gewenste
spel en druk op de functietoets Kies. Meer
bijzonderheden over het spel vindt u in de
on-line help-informatie.
WAP browser
(Menu 7.2)
Uw telefoon beschikt over een WAP browser
waarmee u toegang heeft tot het Wireless Web
(draadloze internet).
In de meegeleverde gebruiksaanwijzing vindt u
informatie over gebruik van de WAP browser.
Downloads
(Menu 7.3)
Met uw WAP browser kunt u vanuit diverse bronnen
MIDlets (Java toepassingen voor mobiele telefoons)
downloaden en in uw telefoon opslaan. Vervolgens
kunt u via het scherm Spelletjes en meer de lijst
met opgeslagen MIDlets bekijken.
Opmerking: De beschikbaarheid van Java diensten
is afhankelijk van de provider.
Het starten van een MIDlet gaat als volgt:
1. In het scherm Downloads selecteert u de optie
Spelletjes en meer.
2. Blader naar de gewenste MIDlet en druk op de
functietoets Starten.
Menu’s gebruiken
Door in het hoofdscherm op de functietoets Menu
te drukken, krijgt u toegang tot de volgende opties:
Info*: toont informatie over de geselecteerde
MIDlet, zoals bestandsgrootte, versie, leverancier
en locatie van het jad bestand (het
beschrijvingsbestand van de MIDlet).
Verwijderen*: verwijdert de geselecteerde
MIDlet. Als de melding verschijnt waarin u om een
bevestiging wordt gevraagd, drukt u op de
functietoets Verwijderen. Wilt u het bestand niet
verwijderen, druk dan op de functietoets
Annuleren.
Bijwerken*: gaat naar de server en werkt de
geselecteerde MIDlet bij.
Tekst intoetsen
Het ingeven van URL adressen kan via de volgende
vier invoerstanden:
ABC: voor het ingeven van hoofdletters.
Spelletjes en meer
abc: voor het ingeven van kleine letters.
Met deze menu-optie kunt u een MIDlet starten en
toegang krijgen tot diverse menu-opties.
123: voor het ingeven van cijfers.
In de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de
WAP browser vindt u meer informatie over het
downloaden van MIDlets via de WAP browser.
104
Sym: voor het ingeven van speciale tekens of
symbolen. Selecteer met de navigatietoetsen het
gewenste teken of symbool en druk vervolgens op
de toets
.
* Wordt alleen getoond wanneer een MIDlet is
gedownload.
105
Amusement
U kunt de tekstinvoerstand wijzigen door op de
Problemen oplossen
toets
te drukken tot de gewenste invoerstand in
het functietoetsgedeelte van het display wordt
getoond.
Voer de volgende controles uit alvorens contact op
te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u
de kosten en de tijd van een onnodig gesprek
voorkomen.
Geluiden
Bij het aanzetten van de telefoon
verschijnen de volgende
boodschappen
In dit menu kunt u de lijst met geluiden die u van
de server gedownload heeft bekijken. Het geluid
dat u gedownload heeft, kunt u als beltoon
selecteren, maar u kunt het niet naar andere
telefoons sturen.
Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing
getoond. Het downloaden van nieuwe beltonen is
dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt.
Afbeeldingen
In dit menu kunt u de lijst met afbeeldingen die u
van de server gedownload heeft bekijken. De
afbeelding die u gedownload heeft, kunt u als
achtergrond instellen, maar niet naar andere
telefoons sturen.
Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing
getoond. Het downloaden van nieuwe afbeeldingen
is dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt.
DNS Instellingen
Het DNS (domeinnaam server)-adres van de Java
server is in de fabriek al ingesteld. Zo nodig moet
dit worden aangepast. In dit menu kunt u instellen
of het adres automatisch moet worden bijgewerkt
of dat u dit handmatig doet.
Automatisch: de server geeft bij een wijziging het
nieuwe adres automatisch aan de telefoon door.
Zelf zoeken: u wijzigt het adres handmatig.
106
Insert SIM Card (Plaats SIM-kaart)
• Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
Toestel geblokkeerd Geef Wachtwoord
• Het toestel is geblokkeerd. U moet het
wachtwoord van de telefoon ingeven voordat u de
telefoon kunt gebruiken.
Geef PIN
• U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U
moet de PIN ingeven die u bij de SIM-kaart hebt
ontvangen.
• De optie dat u iedere keer na het inschakelen van
de PIN in moet geven is ingeschakeld. U moet uw
PIN ingeven en daarna kunt u die controle
eventueel uitzetten.
Geef PUK
• Er is 3 keer achter elkaar een verkeerde PIN
ingetoetst. Daarom is uw telefoon nu
geblokkeerd. Toets de PUK in die u van uw
provider hebt gekregen.
107
Problemen oplossen
Problemen oplossen
“Geen netwerk,” “Netwerkfout” of “Niet
uitgevoerd” verschijnt in het display
• De netwerkverbinding is verbroken. U bevindt
zich in een omgeving met zwakke ontvangst (in
een tunnel of tussen gebouwen). Probeer het
opnieuw op een andere locatie.
• U probeert een optie gekozen waarop u geen
abonnement hebt. Neem voor meer informatie
contact op met uw provider.
U hebt een nummer ingetoetst, maar het
werd niet gebeld
• Hebt u op de toets
gedrukt?
De telefoon geeft waarschuwingssignalen
en “Batterij is bijna leeg” knippert op het
display
• De batterij is onvoldoende opgeladen. Laad de
batterij op.
Slechte geluidskwaliteit
• Controleer in het display de signaalsterkte (
);
het aantal staafjes geeft aan of de signaalsterkte
sterk (
) of zwak ( ) is.
• Houd de telefoon in een andere stand. Bevindt u
zich in een gebouw, ga dan wat dichter bij een
raam staan.
• Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
• Misschien heeft u uitgaande gesprekken
geblokkeerd.
Iemand probeert tevergeefs u te bellen
• Staat uw telefoon aan (
langer dan een
seconde ingedrukt houden)?
Een nummer uit de telefoonlijst wordt
niet gebeld
• Controleer met de zoekfunctie of het
telefoonnummer goed is opgeslagen.
• Sla het nummer eventueel opnieuw op.
• Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
• Misschien heeft u binnenkomende gesprekken
geblokkeerd.
Uw gesprekspartner hoort u niet
• Hebt u de microfoon uitgeschakeld?
• Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond?
De microfoon bevindt zich in het midden aan de
onderkant van de telefoon.
108
Kunt u met behulp van voornoemde richtlijnen
uw probleem niet oplossen, zorg dan voor:
• Het type en serienummer van uw telefoon
• Uw garantie-informatie
• Een goede beschrijving van het probleem
en neem contact op met uw leverancier of de
klantenservice van Samsung.
109
Toegangscodes
Toegangscodes
PIN
Uw telefoon en de SIM-kaart zijn met verschillende
toegangscodes beveiligd. Zij helpen u om
onbevoegd gebruik van de telefoon tegen te gaan.
Als uw telefoon om een van de hieronder
aangegeven codes vraagt, toets die dan in (op het
display verschijnen alleen sterretjes) en druk
daarna op de functietoets OK. Als u een tikfout
maakt, druk dan enkele keren op
tot het foute
teken is gewist en geef dan de rest van de goede
code in.
U kunt de toegangscodes (behalve PUK en PUK2)
wijzigen met de opties van het menu Beveiliging
(Menu 4.6). Zie pagina 79 voor meer
bijzonderheden.
Belangrijk! Gebruik geen toegangscodes die op
alarmnummers lijken, zoals 112,
zodat u niet onbedoeld een
alarmnummer draait.
Wachtwoord voor telefoon
De blokkeerfunctie gebruikt een wachtwoord om de
telefoon te beschermen tegen onbevoegd gebruik.
In de fabriek is het wachtwoord ingesteld op
00000000.
Het Persoonlijke Identificatie Nummer of PIN code
van 4 tot 8 cijfers beschermt uw SIM-kaart tegen
onbevoegd gebruik. Normaal gesproken wordt uw PIN
bij uw SIM-kaart geleverd.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN-code
invoert, wordt de PIN-code opgeheven. De telefoon
kan pas opnieuw worden gebruikt nadat u de
PUK-code hebt ingevoerd (zie hieronder).
U wilt...
Zie...
PIN-controle activeren/
opheffen
Pagina 79
(Menu 4.6.1).
De PIN wijzigen
Pagina 80
(Menu 4.6.2).
PUK
De PUK (Personal Unblocking Key) van 8 cijfers is
nodig om de telefoon weer bruikbaar te maken
nadat de PIN is geblokkeerd. Als u bij uw SIM-kaart
geen PUK-code hebt ontvangen of als u die code
kwijt bent, neem dan contact op met uw service
provider.
Voer de volgende stappen uit om een nieuwe PIN op
te geven.
U wilt...
Zie...
1. Geef de juiste PUK-code in en druk op OK.
De blokkering activeren/
opheffen
Pagina 80
(Menu 4.6.3).
2. Geef een nieuwe PIN-code in en druk op OK.
Uw wachtwoord wijzigen
Pagina 80
(Menu 4.6.4).
3. Als de melding Herhaal nwe PIN verschijnt,
geef dan dezelfde code nogmaals in en druk
op OK.
Als u tien keer na elkaar een foute PUK-code
intoetst, wordt uw SIM-kaart onbruikbaar. Neem
dan contact op met uw provider voor een nieuwe
SIM-kaart.
110
111
Toegangscodes
PIN2
De PIN2 (4 tot 8 cijfers), die bij sommige
SIM-kaarten wordt geleverd, is nodig voor bepaalde
speciale functies, zoals het instellen van de
maximale kosten per gesprek. Deze functies
werken alleen als uw SIM-kaart ze ondersteunt.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN2-code
invoert, wordt de code opgeheven. U kunt die
functies dan pas opnieuw gebruiken nadat u de
PUK2-code hebt ingevoerd.
Toegangscodes
Wachtwoord voor blokkeren van
gesprekken
Voor de functie waarmee u gesprekken kunt
blokkeren is een wachtwoord van 4 cijfers nodig. U
krijgt dit wachtwoord van uw provider als u een
abonnement op deze functie neemt. Zie pagina 99
voor meer bijzonderheden.
Zie pagina 81 als u PIN2 wilt wijzigen
(Menu 4.6.7).
PUK2
De PUK2-code (Personal Unblocking Key 2) van
8 cijfers, geleverd bij bepaalde SIM-kaarten,
is nodig om speciale functies weer te kunnen
gebruiken door een geblokkeerde PIN2 te wijzigen.
Neem contact op met uw provider als u de
PUK2-code kwijt bent.
Voer de volgende stappen uit om een nieuwe
PIN2-code op te geven.
1. Voer de PUK2-code in en druk op de
functietoets OK.
2. Voer een nieuwe PIN2-code in en druk op de
functietoets OK.
3. Als de melding Herhaal nwe PIN2 verschijnt,
geef dan dezelfde code nogmaals op en druk op
de functietoets OK.
Als u tien keer na elkaar een foute PUK2-code
opgeeft, dan kunt u de via PIN2 toegankelijke
speciale functies niet meer gebruiken. Neem dan
contact op met uw provider voor een nieuwe
SIM-kaart.
112
113
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met
betrekking tot
gezondheid en
veiligheid
Blootstelling aan radiogolven
(SAR informatie)
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU
met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven.
Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt
radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en
gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor
de blootstelling aan radiofrequentie (RF) energie,
zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet
overschreden worden. Deze limieten maken deel uit
van uitgebreide richtlijnen waarin de toegestane
niveaus voor RF energie zijn vastgelegd. Deze
richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke
wetenschappelijke organisaties aan de hand van
periodieke onderzoeken en evaluatie van
wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is
sprake van een ruime veiligheidsmarge zodat de
veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de
gezondheid, gewaarborgd is.
De SAR tests worden uitgevoerd in standaard
situaties waarbij de telefoon met het hoogste
toegestane vermogen wordt gebruikt op alle
geteste bandbreedtes. Hoewel de SAR is
vastgesteld op basis van het hoogste toegestane
vermogen, kan het werkelijke SAR niveau tijdens
gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde
liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de
telefoon rekening is gehouden met meerdere
vermogenniveaus, zodat alleen het vermogen dat
nodig is om het netwerk te bereiden wordt gebruikt.
In het algemeen geldt dat hoe dichter u bij een
basisstation van het netwerk bent, hoe lager het
vermogen.
Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag
worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet
aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de
belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid
van de gebruiker en andere personen.
Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons
wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend
staat onder de naam SAR (Specific Absorption
Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is
vastgesteld op 2,0.*
* De SAR limiet voor mobiele telefoons voor algemeen
gebruik bedraagt gemiddeld 2,0 watt/kilogram (W/kg)
per tien gram lichaamsweefsel. Bij deze limiet is
rekening gehouden met een ruime veiligheidsmarge, die
de bescherming van iedere persoon waarborgt en
rekening houdt met meetvariaties. De SAR waarden zijn
afhankelijk van landelijke eisen en de bandbreedte van
het netwerk.
114
115
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Voorzorgen bij het gebruik van
batterijen
• Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm
of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de
levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel
mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de
batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen
werken met name niet goed bij temperaturen
onder de 0 °C.
Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ionbatterij.
• Gebruik nooit batterijen of batterijladers die
beschadigd zijn.
• Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden
dan waarvoor ze bedoeld zijn.
• Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation
van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder
stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk
afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen
van het netwerk.
• De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type
batterij en oplader. De batterij kan honderden
keren worden ontladen en opgeladen, maar na
verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij
achteruit. Wordt de gebruikstijd (spreek- en
standbytijden) aanmerkelijk korter, dan is het tijd
om een nieuwe batterij te kopen.
• Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt
zichzelf na verloop van tijd.
• Maak geen kortsluiting tussen de contacten van
de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer
een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip
van een pen of een sleutel) direct contact maakt
tussen de + en - polen van de batterij (metalen
strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas bewaart. Kortsluiting
tussen de contacten kan de batterij (maar ook
het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt)
beschadigen of vernielen.
• Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor
gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en
gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in
het vuur.
• Gebruik alleen batterijen en opladers die
Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de
batterijlader niet, haal dan de stekker uit het
stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een
week in de oplader zitten. Dit verkort de
levensduur van de batterij.
• Extreem hoge en lage temperaturen hebben
invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan
nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op
te warmen voor u met opladen begint.
116
117
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Verkeersveiligheid
6. Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat
echt nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u
stilstaat of voordat u zich in het verkeer
begeeft. Wilt u toch iemand bellen tijdens het
rijden, draai dan de eerste twee cijfers, richt uw
blik weer op de weg en het verkeer, draai dan
de volgende twee cijfers, enzovoort.
Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna
overal en altijd mondeling te communiceren. Deze
mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat
echter gepaard met een belangrijke
verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die
iedere gebruiker serieus moet nemen.
Als u autorijdt, is het besturen van uw auto uw
belangrijkste taak die uw volledige aandacht
vraagt. Het gebruik van een mobiele telefoon is (of
wordt binnenkort) dan ook in veel landen verboden.
Als u tijdens het rijden toch uw mobiele telefoon
wilt gebruiken, moet u rekening houden met het
volgende:
1. Zorg ervoor dat u alle functies en mogelijkheden
als snelkiezen en nummer herhalen kent. Door
gebruik te maken van deze functies kunt u met
zo min mogelijk toetsaanslagen telefoneren.
2. Maak bij voorkeur gebruik van een hands-free
carkit. Tegenwoordig zijn veel accessoires
verkrijgbaar die het hands-free bellen mogelijk
maken, en daarmee het gemak en de veiligheid
aanzienlijk vergroten.
3. Zorg dat u uw telefoon gemakkelijk kunt
pakken, zodat uw blik op de weg gericht blijft.
Laat eventueel uw voice mail de oproep
beantwoorden.
7. Houd tijdens het rijden geen gesprekken die
stress of emoties met zich meebrengen. Maak
de persoon met wie u aan het telefoneren bent
duidelijk dat u op de weg zit en stel het gesprek
uit tot een later tijdstip.
8. In noodsituaties kunt u met uw mobiele
telefoon de alarmdienst bellen, bijvoorbeeld bij
brand, een verkeersongeval, enzovoort. Meestal
kunt u deze nummers gratis bellen.
9. Gebruik uw telefoon om anderen in
noodsituaties te helpen. Ziet u een ongeluk
gebeuren, een overval of een andere situatie
waarbij levens in gevaar zijn, bel dan het
alarmnummer (112 of een ander officieel
alarmnummer).
10. In minder ernstige situaties, bijvoorbeeld een
ongeluk zonder lichamelijk letsel, kunt u de
lokale politie bellen.
4. Laat degene die u belt weten dat u op de weg
zit. Breek het gesprek zonodig af wanneer het
erg druk is op de weg of wanneer het weer erg
slecht is. Regen, ijzel en sneeuw kunnen tot zeer
gevaarlijke situaties leiden.
5. Maak geen aantekeningen en zoek geen
telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit soort
activiteiten leiden ertoe dat u niet uw volle
aandacht bij het rijden en het verkeer kunt
118 houden.
119
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Gebruiksomgeving
Gebruikers met een pacemaker:
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Wilt u de telefoon op een ander apparaat
aansluiten, kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing
hoe het met de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit
geen incompatibele producten op elkaar aan.
Net als voor andere mobiele apparatuur die
radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon
voor een juiste werking en uw persoonlijke
veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken
(tegen uw oor, waarbij de antenne over uw
schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen.
Het kan echter voorkomen dat bepaalde
elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen
de RF signalen van uw mobiele telefoon. Neem in
dat geval contact op met de fabrikant voor een
alternatieve oplossing.
Pacemakers
Om interferentie met de pacemaker te voorkomen,
adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de
telefoon en de pacemaker een afstand van
minimaal 15 cm aan te houden. Deze aanbeveling
stemt overeen met onafhankelijk onderzoek door
en aanbevelingen van het Wireless Technology
Research.
120
• Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal
15 cm van hun pacemaker vandaan houden
• Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen
• Moeten om het risico van interferentie te
beperken de telefoon bij het oor houden dat het
verst van de pacemaker vandaan zit
Heeft u het idee dat er toch sprake is van
interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit.
Gehoorapparaten
Bij sommige digitale draadloze telefoons is sprake
van interferentie met bepaalde gehoorapparaten.
Neem in dat geval contact op met de fabrikant van
uw gehoorapparaat voor een eventueel andere
oplossing.
Andere medische apparatuur
Gebruikt u een ander medisch apparaat of
hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant
van dat apparaat om na te gaan of het afdoende
beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan
uw huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn.
Houd u altijd aan de voorschriftenvoor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
121
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Voertuigen
Telefoneren in geval van nood
Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde
elektronische systemen in motorvoertuigen.
Neem hierover eventueel contact op met de
fabrikant of dealer van de auto of het in uw auto
ingebouwde apparaat.
Verbod op mobiel telefoneren
Als in een bepaald gebouw of gebied is aangegeven
dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden
is, dient u zich daaraan te houden. Zet in dat geval
uw mobiele telefoon direct uit, mocht u hem aan
hebben staan.
Omgeving waar kans is op explosies
Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een
omgeving bent waar met explosieven wordt
gewerkt. Houd u aan alle ter plaatse gelden
veiligheidsvoorschriften. Vonken kunnen in zo’n
omgeving tot een ontploffing leiden, met lichamelijk
letsel en zelfs de dood als gevolg.
Zet uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We
wijzen u nogmaals op de noodzaak om u in
brandstofdepots (opslag en distributie), chemische
fabrieken en andere plaatsen waar met explosieve
materialen wordt gewerkt altijd te houden aan de
voorschriften en verboden voor het gebruik van
radioapparatuur.
Omgevingen en situaties waar kans bestaat op
ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven.
Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen,
plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën
plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen
waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht
zitten, bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en
ieder ander gebied waar u normaalgesproken de
motor van uw auto uit zou moeten zetten.
122
Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen,
mobiele en vaste netwerken en
voorgeprogrammeerde functies die geen garantie
voor verbinding onder alle omstandigheden kunnen
bieden. Vertrouw daarom in een noodgeval
(bijvoorbeeld voor medische assistentie) nooit
alleen op uw mobiele telefoon.
Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw
telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met
voldoende signaalsterkte van een netwerk voor
mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is
niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken
of als bepaalde netwerkdiensten en functies van de
telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw
provider.
Een alarmnummer bellen doet u als volgt:
1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan.
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen
per land verschillen.
3. Druk op de toets
.
Als u bepaalde functies aan heeft staan
(wachtwoord telefoon, blokkeren oproepen, enz.)
moet u deze functies misschien eerst uitzetten
voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg
daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact
op met uw provider.
Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken
alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door
te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat
moment misschien het enige beschikbare
communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas
nadat u daartoe opdracht hebt gekregen.
123
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Overige belangrijke
veiligheidsinformatie
Verzorging en onderhoud
• Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon
in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en
ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon
vervalt.
• Controleer ingebouwde telefoonapparatuur
regelmatig op correcte montage en werking.
• Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen,
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal
niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of
accessoires.
• Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan
aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen.
Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen
of apparatuur in de directe omgeving van de
airbag te plaatsen of te installeren.
• Zet uw mobiele telefoon aan boord van een
vliegtuig altijd uit. Het gebruik van een mobiele
telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk
voor de besturingselektronica van het vliegtuig.
Bovendien kan het het mobiele netwerk
verstoren.
• Bij het overtreden van deze voorschriften kan u
het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd
of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd.
Uw telefoon is een kwaliteitsproduct en moet
zorgvuldig worden behandeld. Onderstaande tips
helpen u te voldoen aan de garantieverplichtingen
en zij zorgen dat u uw telefoon jarenlang kunt
gebruiken.
• Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik
van kleine kinderen.
• Houd de telefoon droog. Regen, vocht en
mineraalhoudende vloeistoffen tasten de
elektronica aan.
• Raak de telefoon tijdens het opladen niet met
natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een
elektrische schok oplopen en de telefoon kan
erdoor beschadigd raken.
• Gebruik of bewaar de telefoon niet in een
stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen
daardoor beschadigen.
• Bewaar uw telefoon niet op een plaats met
extreem hoge temperaturen. Dit verkort de
levensduur van de elektronica, beschadigt de
batterijen en doet het plastic kromtrekken of
smelten.
• Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij
verplaatsing naar een warmere plaats kan er
condens ontstaan die de elektronica aantast.
• Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen
stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan,
kunnen de onderdelen in de telefoon
beschadigen.
124
125
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
• Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen
een in een mild sopje gedrenkte doek.
• Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
beweegbare delen van het toestel verstopt raken,
wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer
goed werkt.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop
kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden
dat de telefoon niet meer voldoet aan de
wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen
uitzendt.
• Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een
andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan
bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service
center. Daar zorgt men voor technische
ondersteuning en indien nodig voor deskundige
reparatie.
Verklarende
woordenlijst
Verklaring van diverse technische termen en
afkortingen die in deze handleiding worden
gebruikt. Hiermee kunt u optimaal gebruik maken
van de mogelijkheden van uw mobiele telefoon.
Blokkeren van oproepen
Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot
bepaalde telefoonnummers.
Doorschakelen van oproepen
Inkomende oproepen worden naar een ander
nummer doorgeschakeld.
Functietoetsen
Toetsen
en
op de telefoon, waarvan het doel:
• Afhankelijk is van de functie die op dat moment
wordt gebruikt
• Op de onderste regel van het display, boven de
betreffende toets is aangegeven
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek in de wacht te zetten terwijl u
een tweede telefoongesprek met iemand anders
voert of een ander nummer belt. U kunt tussen de
twee gesprekken heen en weer schakelen.
126
127
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst
GPRS (General Packet Radio Service)
Nummerweergave
Nieuwe service waarbij via het mobiele
telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en
ontvangen kan worden. GPRS garandeert
gebruikers van mobiele telefoons en computers een
continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd
op GSM (Global System for Mobile Communication)
verbindingen en SMS (Short Message Service).
U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken
en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken.
GSM (Global System for Mobile
Communication)
Deze internationale standaard voor mobiele
telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele
netwerk operators. Naast grote delen van Europa is
GSM ook in veel andere landen de standaard.
Java
Programmeertaal waarmee toepassingen gemaakt
kunnen worden die op alle mogelijke hardwareplatforms, zowel klein als groot, werken. Java wordt
met name gebruikt binnen Internet en Intranet.
Wanneer een Java programma vanaf een
webpagina wordt gedraaid, wordt het een Java
applet genoemd en vanaf een mobiele telefoon een
MIDlet.
Klepje actief
Om een gesprek aan te nemen, hoeft u alleen maar
het klepje te openen.
PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer)
Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen
gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt
tegelijk met de SIMkaart door de provider
verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters
en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen.
PUK (PIN Unblocking Key)
Beveiligingscode die nodig is om de telefoon
te deblokkeren nadat drie keer na elkaar een
onjuiste PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat
uit 8 cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de
SIM-kaart door de provider verstrekt.
Roaming
Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw
provider (met name in het buitenland).
SDN (Servicenummers)
Telefoonnummers die u van uw provider heeft
ontvangen en waarmee u toegang heeft tot speciale
diensten als voice mail, ondersteuning en
alarmcentrales.
Multiparty (telefonisch vergaderen)
Mogelijkheid om met maximaal vijf andere
personen telefonisch te vergaderen.
128
129
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst
SIM (Subscriber Identification Module)
Wachtwoord telefoon
Een kaartje met een chip die alle informatie bevat
die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerken geheugeninformatie en persoonlijke gegevens
van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine
opening aan de achterkant van de telefoon en
wordt beschermd door de batterij die erop wordt
geplaatst.
Met deze code kunt u uw telefoon beveiligen tegen
gebruik door onbevoegden. Wanneer u deze optie
aan heeft staan, kan de telefoon na aanzetten
alleen worden gebruikt als eerst het juiste
wachtwoord wordt ingevoerd.
SMS (Short Message Service)
Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten
kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele
telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen,
bewerken en verzenden.
Wisselgesprek
Mogelijkheid om gebruikers tijdens een
telefoongesprek te informeren dat er (nog) een
oproep is.
Tri Band
Mogelijkheid gebruik te maken van de volgende
soorten netwerken: GSM 900, GSM 1800,
gecombineerd GSM 900/1800 en GSM 1900 MHz
bandbreedte, met meer kans op een succesvolle
oproep en een bredere roaming.
Uw telefoon zoekt automatisch naar het laatste
netwerk dat gebruikt is. Wanneer dit om welke
reden dan ook niet beschikbaar is, probeert uw
telefoon automatisch aan te melden bij een ander
netwerk.
Voice Mail
Antwoordapparaat dat automatisch uw oproepen
beantwoordt als u niet beschikbaar bent. Eerst
wordt een welkomtekst afgespeeld (deze kunt u
eventueel zelf inspreken) en vervolgens kan een
boodschap worden opgenomen.
130
131
Index
Index
A
Aan- en uitzetten
DTMF • 50
stille modus • 28
telefoon • 21
Accessoires • 9
Achtergrond • 77
Actielijst (5.2) • 88
Actiepunten
ingeven • 88
wijzigen • 89
wissen • 90
Adapter • 19
Afbeeldingberichten • 61, 68
Afbeeldingen
achtergrond • 77
berichten • 61, 63
Agenda (5.1) • 86
Agendaregels
kopiëren • 88
schrijven • 87
toevoegen • 87
verwijderen • 88
wijzigen • 87
Alarm
instellingen (5.4) • 92
Alarm (5.4) • 92
Amusement (7) • 104
Andere tonen (3.6) • 75
Animatiefilms • 63
Automatisch herhalen • 84
Autopower • 92
B
Bandkeuze (6.7) • 103
Batterij
indicatie batterij bijna
leeg • 20
opladen • 19
Beantwoorden
tweede oproep
(wisselgesprek) • 51
Beantwoorden van een
oproep • 25
Begroeting • 78
132
B
(vervolg)
Belgroep
groep • 39
wijzigen • 39
Belgroepen • 36, 38
Belsignaal, type (3.3) • 73
Beltoon (3.1) • 72
Belvolume (3.2) • 72
Bericht met
object • 68
Bericht signaal (3.5) • 74
Berichten • 60
animatiefilmpjes • 63
begroeting • 78
formatteren • 63
geheugenstatus (1.8) • 68
instellingen (1.4) • 64
lezen (1.1) • 60
met afbeeldingen • 61,
63, 68
met filmpjes • 68
met geluid • 63
met geluiden • 61, 68
schrijven (1.2) • 62
standaardberichten (1.3)
• 63, 64
taal • 63
Voice Mail (1.6) • 67
voorkeuren (1.7) • 68
Beveiliging (4.6) • 79
Bladeren
naar menufuncties • 54
Blokkeerwachtwoord • 99
Blokkeren
SIM-kaart • 81
telefoon • 80
Blokkeren (6.2) • 97
Browser
WAP (7.2) • 104
C
Calculator (5.5) • 93
Cijfers intoetsen • 47
Contrast • 82
Corrigeren van nummers • 22
CUG • 101
D
G
Datum instellen • 91
Display
contrast • 82
extern • 15
indeling • 13
symbolen • 14
taal • 31, 79
verlichting • 15
Doorschakelen (6.1) • 95
Downloads (7.3) • 104
Geluid
berichten • 63
Geluidopties (3) • 72
Gemist (1.1) • 26, 69
Gemiste oproepen • 26, 69
Gesprekken
beëindigen • 23
in de wacht zetten • 48
Gesprekken in de wacht • 48
Gespreksduur • 70, 75
Gesprekskosten • 71
Gesprektellers (2.4) • 70
Gezondheidsinformatie • 114
Grafisch logo • 83
E
Een • 51
Eigen nummer (4.4) • 78
Elektronische
apparatuur • 120
Elke toets antw • 25, 84
Extern display • 15
Extra instellingen (4.8) • 84
F
FDN-modus • 81
Filmpjes • 68
Fouttoon • 75
Functies en opties
selecteren • 29
Functies selecteren • 29
Functietoetsen • 29
G
Gebr • 101
Gebr.groepen (6.6) • 101
Gebruikersgroepen
(CUG) • 101
Gebruikersinstellingen (4.2)
• 77
Gedownloade
afbeeldingen • 106
beltonen • 106
Geheugenstatus
info-berichten (1.8) • 68
telefoonlijst • 41
Gehoorapparaten • 121
(vervolg)
H
Hoofdletters intoetsen • 45
I
In-/ uitschakelen
microfoon • 49
Indicatie batterij bijna
leeg • 20
Info-bericht toon • 74
Info-berichten (1.5) • 66
Infrarood aan (4.1) • 76
Infraroodpoort • 76
Instellingen • 64
beveiliging (4.6) • 79
extra (4.8) • 84
geluid (3) • 72
kleurenschema • 77
LCD-scherm (4.7) • 82
resetten (4.10) • 85
taalkeuze (4.5) • 79
telefoon (4) • 76
Internationaal bellen • 22
Internet • 104
Intoetsen van
tekst • 42
Invoerstand
wijzigen • 43
Invoerstand voor
letters • 43
133
Index
Index
K
N
O
T
Kaart
SIM-kaart
installeren • 17
Klepje actief • 84
Kleurenschema • 77
Kopiëren
actiepunten • 90
agendaregels • 88
nummers
telefoonlijst • 36
Kosten van
gesprekken (2.5) • 71
Namen
intoetsen • 42
opzoeken en bellen • 37
vastleggen • 33
Netwerk kiezen (6.4) • 100
Netwerkdiensten (6) • 95
Noodoproepen • 123
Nr. herhalen • 84
Nr.weergave (6.5) • 101
Nummers
corrigeren • 22
invoegen in
telefoonlijst • 36
opnieuw bellen • 23
telefoonlijst
kopiëren • 36
terugbellen • 23
vastleggen • 33
wissen • 36
zoeken en bellen • 37
Nummers telefoonlijst
verwijderen • 36
wijzigen • 36
Nummers toevoegen
aan telefoonlijst • 36
Nummerweergave • 25, 101
Opties
selecteren • 29
Organizer (5) • 86
T9 stand • 44
Taalkeuze (4.5) • 31, 79
Tekst
intoetsen • 42
Tekstinvoerstand
wijzigen • 43
Telefonisch vergaderen • 52
Telefoon
opties (4) • 76
Telefoonlijst
belgroep • 36, 38
belgroepen • 39
geheugenstatus • 41
invoegen • 36
kopiëren • 36
namen/nummers
vastleggen • 33
nummer toevoegen • 36
opties • 35
verkort kiezen • 40
wijzigen • 36
wissen • 36
zoeken/bellen • 37
zoeken/kiezen • 50
Telefoonnr Voice Mail • 67
Telefoonnummers
invoegen • 36
Telefoonwachtwoord • 110
Tijd
formaat • 91
instellen • 91
Tijdinstellingen • 91
Tijdsduur van gesprekken • 70
Toegangscodes • 110
Toestel
blokkeren • 80
Toets
beschrijving • 11
plaats • 10
sneltoets • 85
Toetstonen
selecteren (3.4) • 73
uitschakelen • 50
versturen • 50
Toetstoon (3.4) • 73
Tonen
andere • 75
L
Laatste nummer
herhalen • 23
Lampje
standby • 83
LCD-scherm
instellingen (4.7) • 82
Letters
intoetsen • 42
Lezen (1.1) • 60
Logo
grafisch • 83
provider • 83
Luidsprekervolume • 24
M
Medische apparatuur • 121
Melodieën • 63, 68
Menu
instelling • 78
kleuren • 77
overzicht • 55
Menu’s
sneltoetsen menu’s • 55
Microfoon uitschakelen • 49
Minutenteller • 75
Multi-party gesprek
deelnemer
verwijderen • 53
Multiparty gesprekken • 52
Multiparty-gesprek
opzetten • 52
privégesprek • 52
134
O
Objecten bij bericht • 61
Omgeving waar kans is op
explosies • 122
Onderhoud • 125
Ontvangen
oproepen (2.2) • 69
Oplossen van
problemen • 107
Oproepen
automatisch
herhalen • 84
beantwoorden • 25
blokkeren (6.2) • 97
doorschakelen (6.1) • 95
oproepenlijst (2) • 69
via telefoonlijst • 37
via verkort kiezen • 40
weigeren • 25
P
Pacemakers • 120
PIN
controle • 79
wijzigen • 80
PIN2
wijzigen • 81
PIN2-code • 112
PIN-code • 111
Problemen oplossen • 107
PUK • 111
PUK2 • 112
R
Radiofrequenties • 114
Reset instellingen (4.10) • 85
Roaming • 100
S
Schrijven (1.2) • 62
Signaal
bij bericht • 74
SIM-kaart
blokkeren • 81
installeren • 17
SMS • 74
SMS bericht
instellingen • 64
lezen (1.1) • 51
schrijven (1.2) • 51
symbool • 60
SMS berichten • 51
SMS toon • 74
Sneltoets (4.9) • 85
Speciale tekens intoetsen • 47
Spelletjes • 104
Standaardberichten (1.3)
• 63, 64
Standby-lampje • 16, 83
Standen • 45
Stille modus • 28
Symbolen
beschrijving • 14
135
Index
(vervolg)
136
Z
Zelf bellen • 22
Zoeken in de telefoonlijst • 37
Zoeken in telefoonlijst • 50
➀ Klap de telefoon open en
druk op de functietoets
Kies.
➁ Blader met de toetsen
en
door de
gemiste oproepen.
➂ Druk op de toets
om
het betreffende nummer
terug te bellen.
• De twee functietoetsen (
en )
hebben de functie die boven die
functietoets is aangegeven (op de
onderste regel in het display).
Druk kort op de toets
Gesprek
beëindigen
➃ Blader met de toetsen
en
naar de gewenste
optie in de lijst.
➀ Toets het nummer in.
➁ Druk op de toets
.
Zelf bellen
➂ Druk op de functietoets
Kies.
Houd de toets
ingedrukt.
In-/
uitschakelen
➁ Blader met de toetsen
en
door de menulijst
tot u bij het gewenste
menu bent.
Valutabeurs (5.6) • 94
Veiligheid
batterijen • 116
gebruiksomgeving • 120
omgeving waar kans is op
explosies • 122
op de weg • 118
Veiligheidsinformatie
• 7, 114, 124
Verbinden
met Voice Mail • 67
Verbindingstoon • 75
Verkeersveiligheid • 118
Verkort kiezen • 40
Verlichting • 15, 82
achtergrond • 82
automatisch
aanzetten • 83
contrast • 82
Verlichting autom. • 83
Verwijderen
agendaregels • 88
berichten • 61
Verzenden van
berichten • 62
Verzorging • 125
Voice Mail (1.6) • 67
Volume
beltoon • 72
instellen • 24
➀ Druk op de functietoets
Menu.
V
Wachtwoord • 99
blokkeren
gesprekken • 113
telefoon • 110
Wachtwoord
blokkeercode • 113
Wachtwoord blokkeren
gesprekken • 99
Wachtwoord telefoon
wijzigen • 80
WAP browser (7.2) • 104
Wekker • 92
Wereldtijd • 91
Wijzigen
actiepunten • 89
agendaregels • 87
belgroep • 39
berichten • 61
gemiste oproep • 27
gemiste oproepen • 69
nummers
telefoonlijst • 36
PIN • 80
PIN2 • 81
tekstinvoerstand • 43
wachtwoord • 80
Wisselgesprek (6.3) • 51, 99
Wissen
gemiste oproep • 27
gemiste oproepen • 69
Naar een
menu
Uitgaande
oproepen (2.3) • 70
Uitschakelen
microfoon • 49
toetstonen • 50
W
Referentiekaart
U
Volume toetstonen
aanpassen • 24
Voorkeuren (1.7) • 68
Voorzorgsmaatregelen
batterijen • 116
Een gemiste
oproep direct
bekijken
V
Tri Band SGH-S100 GPRS telefoon
Toon
bij fouten • 75
bij verbinding • 75
toetsen • 73
Trillen • 73, 74
Type belsignaal (3.3) • 73
➄ Druk op de functietoets
Kies.
(vervolg)
.
T
Telefoon
opnemen
Volume
instellen
Type
belsignaal
kiezen
Conformiteitsverklaring (R&TTE)
Voor het volgende product:
TRI BAND GPRS TELEFOON
of
links op uw
Klap de telefoon open
of
Druk op de
-toets.
Druk op
telefoon.
➀ Kies de menu-optie Type
belsignaal (3.3).
➁ Kies een optie:
• Alleen licht
• Melodie
• Trillen
• Trillen+melodie
Druk op de functietoets
Kies.
(Product)
SGH-S100
(Type nummer)
Gefabriceerd door:
-
Samsung Electronics, 94-1 Imsu-Dong, Gumi City, Kyung Buk,
Korea, 730-350
Samsung Electronics Iberia, S.A., Pol. Ind. Riera de Caldes, Via
Augusta, n-10 08184 Palau de Plegamans, Barcelona, Spanje
(Naam fabriek, adres)
Nummer in
telefoonlijst
opzoeken
Nummer in
telefoonlijst
opslaan
➀ Druk op de functietoets
Namen.
➁ Kies de optie Zoek.
➂ Geef het begin van de
naam in.
➃ Met de toetsen
en
kunt u door de
namen bladeren.
➄ Druk op de functietoets
Kies.
➅ Gebruik de toetsen
en
om door de
nummers te lopen.
➆ Druk op de toets
om
het nummer te bellen.
➀ Toets het nummer in.
➁ Druk op de functietoets
Opslaan.
➂ Selecteer een pictogram.
➃ Druk op de functietoets
Kies.
➄ Geef de naam in.
➅ Druk op de functietoets
OK.
➆ Wijzig eventueel de
locatie.
➇ Druk op de functietoets
OK.
➈ Druk op de toets
om terug te gaan naar
standby.
Wij verklaren hierbij dat [alle noodzakelijke radio tests zijn
uitgevoerd en dat] bovengenoemd product voldoet aan alle van
belang zijnde eisen van Richtlijn 1999/5/EC.
De conformiteits- goedkeuringsprocedure waarnaar in artikel 10
wordt verwezen en welke nader is uitgewerkt in bijlage [IV] van
Richtlijn 1999/5/EC is opgevolgd, waarbij de volgende officiële
organisatie(s) is (zijn) betrokken:
BABT, Claremont House, 34 Molesey Road, Walton-on-Thames,
KT12 4RQ, Groot-Brittannië - Identificatienummer: 168
De technische documentatie bevindt zich bij:
Samsung Electronics Euro QA Lab.
en is op verzoek op te vragen.
(fabrikant)
Samsung Electronics Co., Ltd.
Suwon P.O.Box 105
Kyungki-Do, Korea 440-600
05/20/2002
JUNGKWAN CHOI / S. Manager
(plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van geautoriseerde medewerker)
(Vertegenwoordiger in de EU).
Samsung Electronics Euro QA Lab.,
Blackbush Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
IN-SEOP LEE / Manager
05/20/2002
(plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van geautoriseerde medewerker)