• Voorkom dat u warm voedsel direct in contact met
eerder ingevroren voedsel brengt. Het ingevroren
voedsel kan hierdoor ontdooien, waardoor de
verwachte bewaarjd mogelijk korter wordt.
• De capaciteit van het apparaat, zoals getoond op
de typeplaat, mag niet worden overschreden.
• Bij het vullen van het apparaat met grotere
hoeveelheden vers voedsel, is het raadzaam om
de Super Freeze-funce (indien beschikbaar) 24
uur van tevoren in te schakelen.
• De bewaarjd voor gekochte diepvriesproducten
varieert en is aankelijk van het type product en
de verpakking hiervan. Houd u daarom strikt aan
de instruces op de verpakking van de
producent/fabrikant.
REINIGING EN ONDERHOUD
Zorg er aljd voor dat de netvoeding wordt
uitgeschakeld voordat u onderhoud aan het apparaat
verricht of deze reinigt.
Als u van plan bent het apparaat langere jd niet te
gebruiken, laat deze dan openstaan om te voorkomen
dat binnenin onaangename geuren ontstaan.
ONTDOOIEN
Het apparaat moet worden ontdooid zodra het ijs op
de wanden een dikte van 5 - 6 mm bereikt.
Gebruik geen elektrische, scherpe of mechanische
voorwerpen om ijs te verwijderen, tenzij deze zijn
meegeleverd of goedgekeurd door de fabrikant of een
erkend servicecentrum.
U kunt ijs van de binnenwanden verwijderen met een
plasc of houten schraper zonder scherpe randen.
Gebruik nooit een metalen schraper.
Ga als volgt te werk:
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Droog uw handen grondig om huidletsel als
gevolg van contact met ijs te voorkomen (draag
bij voorkeur handschoenen).
3. Verwijder al het bevroren voedsel uit het apparaat,
plaats het in koelbox, leg er bevroren koelelementen
bovenop zodat het voedsel zeer koud blij en
plaats de koelbox in een koele, droge ruimte.
4. Trek de waterafvoerplug (indien aanwezig) die
zich aan de onderkant van het apparaat bevindt,
naar buiten. Als deze niet aanwezig is, dient u het
water op de bodem van de vriezer met een spons
of handdoek op te nemen.
5. Schraap het ijs voorzichg uit het binnenste van
het apparaat en laat het in uw gootsteen
ontdooien.
6. Reinig de binnenzijde van het comparment van
uw apparaat grondig, spoel het af met warm water
en verwijder eventuele gemorste voedselresten
of vloeistoffen.
7. Maak de vriezer met een absorberende doek of
spons grondig droog en laat het apparaat 3 tot 4
minuten luchten.
8. Plaats de afvoerplug terug (indien aanwezig).
9. Sluit de deur van het apparaat, steek de stekker
weer in het stopcontact en schakel het apparaat
in.
10. Plaats nu het bevroren voedsel terug.
Om te voorkomen dat het bevroren voedsel
ontdooit, moet de ontdooiprocedure van de vriezer
binnen maximaal twee uur worden voltooid. Een te
grote sjging van de temperatuur van het bevroren
voedsel zou anders de bewaarduur verkorten.
PROBLEMEN OPLOSSEN
1. Geen werking (apparaat niet in werking/koud)
• Is er een stroomstoring?
• Is de stekker in goede staat en op de juiste
wijze in het stopcontact gestoken?
2. Apparaat werkt niet correct/rode lampje brandt
• Is de deksel van het apparaat goed gesloten?
• Vindt er hevige ijsvorming plaats op de
binnenwanden?
• Is het apparaat blootgesteld aan direct zonlicht
of een warmtebron?
• Is er teveel warm voedsel in het apparaat geplaatst?
• De klimaatklasse vindt u op het gegevenseket
aan de achterzijde van het apparaat. Hier wordt
aangegeven bij welke omgevingstemperatuur
het apparaat correct werkt.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur__
____SN __ +10 °C tot 32 °C______
____N ___ +16 °C tot 32 °C______
____ST __ +16 °C tot 38 °C______
3. Het apparaat maakt geluid.
____T +16 °C tot 43 °C______
Dit wordt veroorzaakt door de motor in de
compressor en ook door het koelmiddel dat door
het koelcircuit stroomt. Deze geluiden zijn normaal.
4. Er vormt zich condens op de buitenwanden
Onder bepaalde atmosferische omstandigheden
kan condens ontstaan op de buitenkant van het
apparaat. Dit is normaal en hee geen invloed op
de werking van het apparaat.
NL
2