Zanussi ZRB634W Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
NNLL
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt
hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het appa-
raat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag wor-
den behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische appa-
ratuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u
het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering
van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken, reinigingswerkza-
amheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux
producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers, kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD
14 miljard.
Inhoudsopga
Inhoudsopga
v
v
e
e
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid........3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ............3
Veiligheid van kinderen........................................3
Vóór het in gebruik nemen ...................................3
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan...................3
Aanwijzingen voor de gebruiker ...........................4
Algemene informatie ...........................................4
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste
onderdelen........................................................4
Bedienen van het apparaat...................................5
In gebruik nemen ...........................................5
Temperatuur instellen ......................................5
Gebruik van de koelruimte ...............................5
Bewaren in de koelruimte ................................5
Bewaartijden en temperaturen ..........................5
Gebruik van de vriezer.........................................5
Invriezen .......................................................5
Bewaren in de vriesruimte................................6
Praktische informatie...........................................6
Tips..................................................................6
Energie besparen ...........................................6
Het apparaat en het milieu ...............................6
Onderhoud........................................................7
Ontdooien .....................................................7
Reiniging en onderhoud ..................................8
Als de koelkast niet in gebruik is .......................8
Problemen oplossen ...........................................8
Verwisselen van de gloeilamp ...........................8
Als iets niet werkt................................................8
Aanwijzingen voor de installateur.......................10
Technische gegevens........................................10
Installeren van het apparaat ................................10
Vervoer, uitpakken ........................................10
Reiniging .....................................................10
Plaatsing .....................................................10
Draairichting deur veranderen .........................11
Elektrische aansluiting ...................................12
Bewaartijdentabel (1)........................................13
Bewaartijdentabel (2)........................................14
NNLL
3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem
door aan een evt. volgende eigenaar van het appa-
raat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het
huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen
en dient volgens de voorschriften te worden
gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van
het aansluitsnoer, mogen alleen door ELEC-
TROLUX SERVICE uitgevoerd. Daarbij mogen
alleen originele DISTRIPARTS-onderdelen gebruikt
worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit
het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat
gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te
maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar
aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stop-
contact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zeker-
ing in de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platge-
drukt of beschadigd door de achterkant van het
koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of
een elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het wor-
den vervangen door onze service-afdeling of door
een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er
dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of
brand.
Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van
de binnenverlichting.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het
uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjes-
bakje geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kun-
nen het apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temper-
atuurregelaar en de verlichting komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vries-
ruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of
tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet
opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel
mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwi-
jzingen van de fabrikant van deze producten
bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v.
elektrische verwarmingstoestellen of chemische
stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen
in aanraking komen.
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of
vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes
Belangri
Belangri
jk
jk
e aanwi
e aanwi
jzingen m.b.t. de v
jzingen m.b.t. de v
eiligheid
eiligheid
in de diepvriesruimte bewaren.
Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren en
schoonmaken. Bij verstopping van het afvoergootje
kan het verzamelde dooiwater storingen veroorzaken.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwasse-
nen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedi-
eningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het
stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht
mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U
verhindert daardoor, dat spelende kinderen een
elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het
apparaat opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen, personen met verminderde lichamelijke,
zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek
aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld
door de persoon die verantwoordelijk is voor hun vei-
ligheid of tenzij zij van deze persoon instructies
hebben gekregen over het gebruik.
Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het
apparaat.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat
u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen
(compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voor-
dat u het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie
zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting
leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de instal-
latie.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt,
kan de fabrikant niet aansprakelijk worden
gesteld voor eventuele schade.
Veiligheidsmaatregelen voor isobu-
taan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het
inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere
middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die
niet door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het
apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden gead-
viseerd.
NNLL
4
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de gebr
oor de gebr
uik
uik
er
er
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-koel/vriescombinatie met
één compressor. De vriesruimte onderin heeft een eigen
deur en is geheel afgesloten van de koelruimte.
Het is geschikt voor het koelen van levensmiddelen, het
bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van lev-
ensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde kli-
maatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
13. In hoogte verstelbare pootjes
14. Afdekklep van het botervakje
15. Eierenrekje
16. Deurvak
17. Isolatiestrip deur
18. Flessenvak
19. Deurgrepen
20. IJsblokjesbakje
21. Kondensator
22. Afvoer dooiwater
23. Afstandhouder
24. Verdampingsschaal
25. Kompressor
26. Wieltjes
A - Koelkast
B - Vrieskast
1. Bovenkant
2. Verlichtingseenheid
3. Glasplaten
4. Vak met flessenrekje
5. Koelwand
6. Lekbak voor dooiwater
7. Glasplaat
8. Groentebakken
9. Typeplaatje
10. Invriesvak met mand
11. Bewaarvak(ken) met mand
12. Afvoergoot dooiwater
NNLL
5
In gebruik nemen
Zet de accessoires op hun plaats in het apparaat en
steek de stekker in het stopcontact.
Met de temperatuurregelaar, te vinden in de verlicht-
ingseenheid in de koelkast, wordt het apparaat aangezet
en kan men de temperatuur instellen door de knop met
de wijzers van de klok mee te draaien.
In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t. de
instelling.
Temperatuur instellen
De temperatuurregelaar zal, afhankelijk van de ingestelde
stand, de werking van het apparaat voor kortere of lan-
gere tijd onderbreken en opnieuw opstarten, waarmee
de juiste temperatuur wordt verzekerd.
Hoe dichter bij de maximum stand, hoe intensiever de
koeling. Als u de draaiknop van de temperatuurregelaar
in de middelste stand zet (tussen minimum en maximum)
wordt er in de koelkast een temperatuur van +5°C bereikt
en in de vriezer -18°C. Deze stand is voldoende voor het
dagelijkse gebruik.
De temperatuur in het apparaat wordt, naast de stand van
de temperatuurregelaar, ook be?nvloedt door de omgev-
ingstemperatuur, het al dan niet vaak openen van de
deuren, de hoeveelheid verse levensmiddelen, enz.
Op de maximale stand (gedurende een
zwaardere belasting, b.v. tijdens een hittegolf)
werkt de kompressor continue. Dit is niet schadelijk
voor het apparaat.
Gebruik van de koelruimte
Voor een optimale koeling is een goede luchtcir-
culatie noodzakelijk. Bedek daarom de roosters
nooit met papier, schalen, enz.
Zet nooit warme etenswaren in de koelruimte,
maar laat ze eerst tot kamertemperatuur
afkoelen. Zo voorkomt u ongewenste rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes overnemen,
daarom is een goede verpakking, zoals ges-
loten schaaltjes, aluminium- of vershoudfolie,
noodzakelijk. Op die manier worden ook de natu-
urlijke vochtgehaltes behouden en blijven bijvoor-
beeld groentes dagenlang vers.
Bewaren in de koelruimte
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de
afbeelding:
1. gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in
schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken
2. melk, zuivelproducten, levensmiddelen in schaaltjes
3. fruit, groenten
4. kaas, boter
5. eieren
6. yoghurt, zure room
7. kleine flessen, frisdrank
8. grote flessen, dranken
Bedienen van het apparaat
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing informeren u
over bewaartijden.
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven, omdat
hij afhankelijk is van de versheid en de behandeling van
de levensmiddelen. De bewaartijden zijn daarom slechts
richtlijnen.
Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt con-
sumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan ont-
dooien) in de koelkast bewaard worden.
Invriezen
Het apparaat is geschikt om de in het gegevensschema
genoemde hoeveelheid verse levensmiddelen in te
vriezen. Het invriezen moet, nadat de voorbereidingen
zijn uitgevoerd, op de volgende manier gebeuren
Draai de temperatuurregelaar op de middelste stand.
Leg de reeds ingevroren levensmiddelen uit de bovenste
mand in een bewaarmand. Leg de verse levensmiddelen
in de bovenste mand, zodanig, dat er voldoende ruimte
voor de luchtcirculatie blijft. Mocht er toch nog
ingevroren levensmiddelen in de bovenste mand blijven,
leg deze dan aan de achterkant, zodanig, dat de verse
levensmiddelen niet worden geraakt.
Laat het apparaat 24 uur lang in deze stand staan.
Zet na 24 uur de draaiknop van de temperatuurregelaar
in de gebruikelijke stand of hou de middelste stand aan,
Gebruik van de vriezer
NNLL
6
deze stand is in het algemeen goed geschikt voor het
dagelijkse gebruik
Mocht u de door de fabrikant aanbevolen hoeveelheid
willen invriezen, haal dan de bovenste mand uit het appa-
raat en leg de verse levensmiddelen direct op de
koelplaat, gelijkmatig verdeelt.
Het is niet aan te raden de temperatuurregelaar
voor langere tijd op een hoge stand (bv maximale
stand) te zetten. Uiteraard verkort dit de invriestijd, echter
ook de temperatuur in het koelgedeelte kan voor langere
tijd onder de 0°C dalen, wat tot gevolg heeft dat de daar
bewaarde levensmiddelen en dranken zullen bevriezen.
Probeer nooit meer in te vriezen, dan de in de
"technische gegevens" vermeldde invri-
escapaciteit. Het invriezen van te grote hoeveelhe-
den zou niet perfekt verlopen, waardoor er verschil-
lende beschadigingen aan de levensmiddelen kun-
nen ontstaan (zoals bv sap- of smaakverlies).
Probeer gelijktijdig invriezen en het maken van ijs
te verkomen, daar het ijs maken capaciteit van het
invriezen wegneemt.
Bewaren in de vriesruimte
De ingevroren voedingsmiddelen moeten na het invriezen
in de aanwezige (1 of 2) vrieslades worden gelegd.
Daardoor komt er onmiddellijk plaats vrij voor een nieuwe
hoeveelheid in te vriezen voedingsmiddelen. De reeds
ingevroren voedingsmiddelen komen op die manier niet
contact met de andere voedingsmiddelen.
Indien er grotere hoeveelheden aan levensmiddelen
bewaard moeten worden, kunnen de laden, behalve de
onderste, uit het apparaat worden gehaald en kunnen de
levensmiddelen onmiddellijk op de koelplaten worden
gelegd.
Bij aankoop van diepvriesproducten moet u
steeds rekening houden met de bewaartijd die op
de verpakking aangegeven is. Indien u zelf levensmidde-
len invriest kan u de richtlijnen aan de binnenkant van de
deur van het diepvriesgedeelte raadplegen. De icoontjes
staan voor de verschillende levensmiddelen, de cijfers
voor de maximale bewaartijd in maanden.
Het bewaren van diepvriesproducten is alleen
veilig, wanneer deze producten, voordat ze in het
vriesgedeelte worden gelegd, zelfs niet voor korte tijd
ontdooit zijn geweest.
Indien een diepvriesproduct reeds ontdooit is geweest, is
het niet wenselijk dit opnieuw in te vriezen, maar moet het
product zo snel mogelijk worden gebruikt.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de koelruimte aan
uw eisen aanpassen. U kunt de platen ook verplaat-
sen als de deur 90° open staat.
Na openen en sluiten van de deur van de vriesruimte
ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van
de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur
weer kunt openen.
Stel de vriesruimte zodanig in dat de binnentemper-
atuur nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge
temperaturen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed func-
tioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo
energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook
informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat niet op een plaats waar het bloot-
gesteld wordt aan de zon of aan een hittebron.
Zorg voor voldoende ventilatie van de condensator
en de compressor. Hou de luchtcirculatie rond het
apparaat vrij.
Bewaar de levensmiddelen altijd in goed sluitende
bewaardozen of verpakt in huishoud- of aluminium-
folie zodoende onnodige rijp- of ijsvorming te
voorkomen.
Open de deuren niet onnodig en laat ze niet langer
open staan dan absoluut noodzakelijk is.
Laat warme levensmiddelen eerst afkoelen tot op
kamertemperatuur vooraleer ze in de vriezer te plaat-
sen.
Zorg ervoor dat de condensator steeds schoon is.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het iso-
latiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aan-
tasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of ges-
loopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt
van milieubescherming moeten afgedankte koel- en
vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op
deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats.
Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant
bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor
recycling.
NNLL
7
Onderhoud
Ontdooien
Een deel van het vocht in de gekoelde ruimtes van het
apparaat zet zich om in rijp of ijs.
Een dikke laag rijp of ijs heeft een isolerend effect, waar-
door de werking van het koelapparaat achteruitgaat. De
temperatuur in de gekoelde ruimtes stijgt en het energie-
verbruik neemt bijgevolg toe.
Bij dit type gebeurt het ontdooien van de koelplaten
geheel automatisch, zonder tussenkomst van buitenaf.
De temperatuurregelaar onderbreekt op bepaalde tijd-
stippen de werking van de compressor (zodat er geen
koeling is), waardoor de temperatuur van de koelplaat
boven 0 °C stijgt en het ontdooien begint. Wanneer de
temperatuur van de koelplaat is opgelopen tot +3 - +4 °C
zet de temperatuurregelaar het koelproces weer in
gang..
Het smeltwater loopt via een afvoergootje naar een reser-
voir boven de compressor en verdampt door de warmte
van de compressor.
Controleer en reinig regelmatig de afvoergoot
voor het smeltwater. Bij verstopping van het
afvoergootje kan het smeltwater alleen via de iso-
latie wegvloeien, wat vroegtijdige defecten aan het
apparaat tot gevolg kan hebben.
Het reinigen van de afvoergoot moet gebeuren m.b.v. het
meegeleverde krabbertje (zie ook de tekening). Dit krab-
bertje moet in de afvoer worden opgeborgen.
Eén van de meest voorkomende oorzaken van verstop-
ping van het afvoergootje is het vastvriezen van voed-
selverpakkingen aan de achterwand van het apparaat.
Wanneer u het voedingsmiddel uit de koelkast haalt,
scheurt de papieren verpakking die vervolgens tijdens
het automatische ontdooien in het afvoergootje terecht
komt en verstopping veroorzaakt.
Wees daarom uiterst voorzichtig wanneer u in papier ver-
pakte levensmiddelen in de koelkast legt.
Wanneer er meer koelvermogen vereist wordt,
b.v. tijdens een hittegolf, kan het gebeuren, dat de
koelkast voortdurend werkt. Er wordt dan niet automa-
tisch ontdooit.
Het is niet ongewoon als er na het ontdooien kleine resten
ijs of rijp op de achterwand van de koelkast blijven zitten.
Het vriesgedeelte kan niet worden voorzien van een
automatische ontdooifunctie, want de bevroren en
diepgevroren levensmiddelen verdragen de temperatuur
niet die nodig is om ijs te doen smelten.
Daarom wordt er een kunststoffen schraper meegeleverd,
waarmee kleine hoeveelheden ijs of rijp kunnen worden
verwijderd. Wanneer de ijs- of rijplaag echter te dik is en
niet meer met de schraper kan worden verwijderd, moet
het vriesgedeelte worden ontdooit. De frequentie hiervan
hangt af van het gebruik (gemiddeld 2 of 3 keer per jaar).
Haal de bevroren levensmiddelen uit het apparaat en leg
deze, goed verpakt in isolerende materialen, op een
koele plaats of in een andere vriezer.
Trek de stekker uit het stopcontact, waardoor de stroom-
toevoer naar beide gedeelten van het apparaat onderbro-
ken wordt.
Doe de deuren van beide gedeelten open en maak het
koelgedeelte schoon volgens de aanwijzingen in het
hoofdstuk "Schoonmaken". Het schoonmaken van het
vriesgedeelte moet alsvolgt worden uitgevoerd:
Het afvoergootje onderin het vriesgedeelte dient voor de
optimale afvoer van het smeltwater. Haal het afvoergootje
los en zet het op zijn plaats (zie tekening). Plaats onder
het afvoergootje een bak, pan of kleine emmer.
Vergeet het afvoergootje niet terug te plaatsen wanneer u
klaar bent.
Het bakje zichtbaar op de tekening is geen meegeleverd
accessoire!
Na het ontdooien de binnenkant goed droog wrijven.
Steek de stekker weer in het stopcontact en leg de lev-
ensmiddelen weer in de laden.
Het is aan te raden het apparaat gedurende enkele uren
op de hoogste stand te zetten, zodat de gewenste
bewaartemperatuur snel wordt bereikt.
NNLL
8
Problemen oplossen
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt
verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het ophef-
fen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen
(compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een
storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het appa-
raat met onderbrekingen werkt. Als de compres-
sor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt.
Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact
trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
Reiniging en onderhoud
Wij adviseren u de binnenzijde van de koelruimte elke 3
tot 4 weken schoon te maken (u kunt het beste tegelijk-
ertijd de vriesruimte ontdooien).
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van
het apparaat met handwarm water schoonmaken en
droog wrijven. Reinig het deurrubber met schoon water.
Steek na het reinigen de stekker weer in het stopcontact.
Stof en vuil die zich op de achterkant van de koelkast en
de condensor hebben afgezet, dient u één of twee maal
per jaar te verwijderen. Maak dan ook het condensbakje
bovenop de compressor schoon.
Als de koelkast niet in gebruik is
Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als
volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak de koelkast leeg.
Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor beschreven.
De deur open laten om geurvorming te voorkomen.
Verwisselen van de gloeilamp
Wanneer het gloeilampje van de binnenverlichting stuk is,
kan u dit probleem alsvolgt zelf oplossen:
Haal de stekker uit het stopcontact.
Schroef de schroef los, die het afdekkapje bevestigt (1).
Druk het lipje (2) aan de achterkant van de verlicht-
ingseenheid in (zie tekening) en verwijder daarna het
afdekkapje in de richting die de pijl aangeeft (3). Nu kan
men de gloeilamp makkelijk verwisselen (type gloeilamp:
T25 230-240 V, 15 W, fitting E14).
Plaats na het verwisselen van de gloeilamp het afdekkap-
je weer op zijn plaats, schroef de schroef terug en stop
de stekker in het stopcontact.
Het niet branden van de gloeilamp heeft geen gevolgen
voor de werking van het apparaat.
NNLL
9
Probleem
Het is te warm in de
koelruimte.
Het is te warm in de
vriesruimte.
Er loopt water langs de
achterwand van de koel-
ruimte.
Er loopt water in de koel-
ruimte.
Er loopt water op de
vloer.
Er zijn te veel rijp en ijs.
De compressor werkt
continu.
Het apparaat werkt hele-
maal niet. Noch de koel-
ing, noch de binnenver-
lichting werkt.
Het apparaat maakt veel
geluid.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De levensmiddelen zijn niet koud genoeg of
staan op een verkeerde plek.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed
gesloten.
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed
gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk
invriezen.
De in te vriezen levensmiddelen staan te
dicht op elkaar.
Dat is normaal. Tijdens het automatische ont-
dooien smelt het ijs op de achterwand.
De afvoer van de koelruimte kan verstopt zijn.
Levensmiddelen kunnen de lekbak blokkeren
zodat er geen water in kan stromen.
Het afvoergootje loopt niet in de condensbak
boven de compressor.
De levensmiddelen zijn niet goed ingepakt.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet
goed gesloten.
De temperatuurregelaar is niet goed
ingesteld.
De temperatuurregelaar is niet goed
ingesteld.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet
goed gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk
invriezen.
U hebt warme levensmiddelen in het appa-
raat gezet.
Het apparaat staat op een te warme plek.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De zekering in de huisinstallatie is uit-
geschakeld.
De temperatuurregelaar is niet ingesteld.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
(Probeer er een ander apparaat op aan te
sluiten.)
Het apparaat staat niet goed.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
De levensmiddelen op de juiste plek zetten.
Controleren of de deur goed dicht kan en of
het deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Op een hogere stand instellen.
Controleren of de deur goed dicht kan en of
het deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Een paar uur wachten en de temperatuur nog
eens controleren.
De levensmiddelen zodanig neerzetten dat de
koude lucht goed kan circuleren.
Maak de afvoer schoon.
Zet de levensmiddelen zodanig neer dat ze
de achterwand niet direct raken.
Plaats het de afvoergootje in de condensbak.
De levensmiddelen beter inpakken.
Controleren of de deuren goed dicht kunnen
en of de deurrubbers onbeschadigd en
schoon zijn.
De temperatuurregelaar op een lagere stand
instellen.
De temperatuurregelaar op een lagere stand
instellen.
Controleren of de deuren goed dicht kunnen
en of de deurrubbers onbeschadigd en
schoon zijn.
Een paar uur wachten en de temperatuur nog
eens controleren.
Laat de levensmiddelen tot kamertemperatuur
afkoelen.
Probeer de omgevingstemperatuur te verla-
gen.
De aansluiting controleren.
Zekering vervangen.
Apparaat in werking stellen volgens de aanwi-
jzingen in hoofdstuk „In gebruik nemen”.
Contact opnemen met een elektro-installa-
teur.
Controleren of het apparaat stabiel staat (alle
vier voeten moeten op de vloer staan).
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service.
NNLL
10
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de ins
oor de ins
t
t
allat
allat
eur
eur
Technische gegevens
Model
Brutto inhoud (l)
Netto inhoud (l
Breedte (mm
Hoogte (mm)
Diepte (mm)
Energieverbruik - (kWh / 24uur)
- (kWh / jaar)
Energieklasse volgens de EU richtlijn
Invriescapaciteit (kg/24uur)
Maximale bewaartijd in geval van storing
Neutrale stroomsterkte (A)
Geluidsniveau (dB)
Gewicht (kg)
Aantal compressoren
ZRB 634W
Koelgedeelte: 226
Vriesgedeelte: 110
Koelgedeelte: 223
Vriesgedeelte: 92
595
1750
632
0,929
339
A
4
20
1,1
38
66
1
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de orig-
inele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzin-
gen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 4 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op transports-
chade. Neem in geval van transportschade contact op
met de leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder de plakband en andere voorwerpen waarmee
de losse onderdelen aan de binnenkant van het apparaat
zijn bevestigd.
Reinig de binnenkant van het apparaat met lauw water en
een kleine hoeveelheid afwasmiddel. Gebruik een zachte
doek.
Wrijf de binnenkant na het schoonmaken droog.
Plaatsing
De omgevingstemperatuur oefent een invloed uit op het
stroomverbruik en de juiste werking van het apparaat.
Hou er rekening mee dat het apparaat wordt gebruikt in
een omgeving, die overeenkomt met de klimaatklasse
vermeldt op het typeplaatje. De omgevingstemperaturen
en hun klimaatklasse, zijn hieronder in het schema ver-
meldt.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Indien de omgevingstemperatuur onder de minimale
waarde daalt, zal de temperatuur in het koelgedeelte
boven de voorgeschreven temperatuur stijgen.
Indien de omgevingstemperatuur boven de maximale
waarde stijgt, dan moet de compressor langer werken en
wordt het automatische ontdooiingproces verstoord waar-
door de temperatuur in het koelgedeelte en het
stroomverbruik stijgt.
Monteert u de afstandhouders in het tasje van de
onderdelen naar de achterste hoeken van het appa-
raat.
Maakt u de schroeven los, stelt u de afstandhouders
onder de schroeven, dan trekt u de schroeven.
NNLL
11
Zorg ervoor, dat het apparaat waterpas staat. Gebruikt
hiervoor de stelpoten aan de voorzijde van het apparaat.
Stel het apparaat niet bloot aan de zon of plaats het niet in
de onmiddellijke omgeving van een kachel, verwarming of
fornuis.
Is plaatsing naast een warmtebron onvermijdelijk, houd
dan de volgende richtlijnen aan:
Is de afstand tussen het apparaat en een gas- of elek-
trisch fornuis 3 cm of minder, dan moet een brandvri-
je isolatieplaat met een dikte tussen de 0,5 cm tot 1
cm tussen de 2 apparaten geplaatst worden.
Afstand tot een kolen- of petroleumkachel moet min-
stens 30 cm zijn.
De koelkast moet tegen de muur aangeschoven worden.
Bij de plaatsing van de koelkast moeten de mini-
male afstanden, vermeld op de tekening, strikt
worden toegepast:
A: plaatsing onder een keukenkastje
B: vrijstaand
Draairichting deur veranderen
Indien praktischer kan de draairichting van de deur veran-
derd worden.
De apparaten worden in de handel gebracht met deuren,
die naar rechts open gaan.
De aanpassing is volgens de onderstaande tekeningen en
beschrijving uitvoerbaar:
De onderstaande werkzaamheden kunnen het beste
uitgevoerd worden door 2 personen, zodat één per-
soon de deuren tijdens de werkzaamheden goed kan
vasthouden.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Open de deuren en schroef het scharnier (a, b),
bevestigt met 2 schroeven (c), los (tekening 2).
Haal het complete scharnier (a, b, c,) van zijn plaats
door de deuren voorzichtig te kantelen. Vergeet de
kunststof afstandhouder (b) onder het scharnier niet
(tekening 2)!
Verwijder de deur van de koelkast door deze
voorzichtig naar beneden te trekken.
Verwijder de deur van de vrieskast door deze
voorzichtig naar boven te trekken.
Haal de stift uit de bovenkant van de deur van de
koelkast en plaats deze aan de andere kant.
Haal de stift uit de bovenkant van de deur van de
vrieskast en plaats deze aan de andere kant.
Schroef de bovenste stift van de deur van de koelka-
st (d) los en plaats deze aan de andere kant (tekening
1).
NNLL
12
Verwijder de afdekplaatjes (u) uit de onderkant van
het apparaat (tekening 3).
Schroef de onderste deursteun (e) los door de
schroeven (s) los te draaien en zet deze weer vast aan
de andere kant (tekening 3).
Demonteer de onderste deursteun (f) en de daarbi-
jbehorende ring (h) en zet deze in het andere gat.
Plaats de afdekplaatjes (u) aan de andere kant.
Haal de afdekpennen (3 stuks) voor de scharnier-
bevestiging (n, k) aan de linkerkant en zet ze aan de
andere kant (tekening 2).
Plaats de pen (m) van het scharnier van de deur van
de vrieskast in het gat aan de linkerkant (tekening 2).
Zet de deur van de vrieskast op de onderste (f)
deursteun (tekening 3).
Druk de deur van de koelkast in de bovenste (d)
deursteun. Hierna moeten de deuren iets worden
gekanteld en kan men de scharnier (m) in het gat van
de deur van de koelkast drukken.
Open nu de deuren en schroef de scharnier vast aan
de linkerkant me behulp van de 2 schroeven (c).
Vergeet de kunststof afstandhouder (b) niet, die
onder het scharnier moet komen. Let er goed op, dat
de rand van de deuren gelijk loopt met de zijkant van
het apparaat.
Zet het apparaat op de plaats, plaats het waterpas en
steek de stekker in het stopcontact.
Natuurlijk kunt u ook contact opnemen met de dichtstbijz-
ijnde servicepunt, mocht u het omzetten van de deur-
draairichting liever niet zelf uitvoeren. Hier kunt u infor-
matie vragen over de kosten van het omzetten door één
van onze servicemonteurs en een afspraak maken.
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (
~
) 50
Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een vol-
gens de voorschriften geďnstalleerd stopcontact
met randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig
is, laat het dan door een erkend installateur in de
buurt van de koelkast aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlij-
nen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlij-
nen) - laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlij-
nen - EMC-richtlijn
96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie)
en latere aanvullingen
NNLL
13
Be
Be
w
w
aar
aar
ti
ti
jdent
jdent
abel (1)
abel (1)
Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren
X: normale bewaartijd
x: mogelijke bewaartijd (geldt alleen voor echt verse producten)
Soort Bewaartijd in dagen Verpakking
1234 567
rauw vlees XXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookt vlees XXXx x x afgesloten schaaltje
gebraden vlees XXXx x afgesloten schaaltje
rauw gehakt X afgesloten schaaltje
gebraden gehakt XXx x afgesloten schaaltje
vleeswaren XXx x vershoudfolie, vetvrij papier
verse vis X x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookte vis XXx x afgesloten schaaltje
gebakken vis XXx x x afgesloten schaaltje
vis uit blik X x x afgesloten schaaltje
verse kip XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden kip XXXx x x afgesloten schaaltje
verse eend, gans XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden eend, gans XXXX x x x afgesloten schaaltje
boter ongeopend XXXX XXXoriginele verpakking
boter geopend XXx x x x x originele verpakking
melk XXXx x originele verpakking
room XXx x kunststof schaaltje
zure room XXXX x x x kunststof schaaltje
kaas (hard) XXXX XXXaluminium folie
kaas (zacht) XXXX x x x vershoudfolie
kwark XXXX x x x vershoudfolie
eieren XXXX XXX
spinazie. XXx x vershoudfolie
erwten, bonen XXXX x x x vershoudfolie
paddestoelen XXx x x vershoudfolie
wortelen, bieten XXXX XXXvershoudfolie
tomaten XXXX XXXvershoudfolie
kool XXXX Xx x vershoudfolie
snel rottend fruit (aardbei,
framboos enz.) XXXx x vershoudfolie
ander fruit XXXX x x x vershoudfolie
fruit uit blik XXXx x afgesloten schaaltje
NNLL
14
Soort in de koelruimte in de ****-vriesruimte
+2 – +7 °C -18°C
groente 1 dag 12 maanden
kant-en-klare producten 1 dag 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 1 dag 12 maanden
soep 1 dag 6 maanden
fruit 1 dag 12 maanden
vlees 1 dag 5 maanden
consumptie-ijs 1 dag 3 weken
Be
Be
w
w
aar
aar
ti
ti
jdent
jdent
abel (2)
abel (2)
Diepvriesproducten bewaren

Documenttranscriptie

NL Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken. M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden: Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Praktische informatie Informatie m.b.t. het milieu Tips Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Inhoudsopga v e Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid........3 Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ............3 Veiligheid van kinderen ........................................3 Vóór het in gebruik nemen ...................................3 Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan ...................3 Aanwijzingen voor de gebruiker ...........................4 Algemene informatie ...........................................4 Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen ........................................................4 Bedienen van het apparaat...................................5 In gebruik nemen ...........................................5 Temperatuur instellen ......................................5 Gebruik van de koelruimte ...............................5 Bewaren in de koelruimte ................................5 Bewaartijden en temperaturen ..........................5 Gebruik van de vriezer.........................................5 Invriezen .......................................................5 Bewaren in de vriesruimte ................................6 Praktische informatie...........................................6 Tips..................................................................6 Energie besparen ...........................................6 Het apparaat en het milieu ...............................6 Onderhoud........................................................7 Ontdooien .....................................................7 Reiniging en onderhoud ..................................8 Als de koelkast niet in gebruik is .......................8 Problemen oplossen ...........................................8 Verwisselen van de gloeilamp ...........................8 Als iets niet werkt................................................8 Aanwijzingen voor de installateur.......................10 Technische gegevens ........................................10 Installeren van het apparaat ................................10 Vervoer, uitpakken ........................................10 Reiniging .....................................................10 Plaatsing .....................................................10 Draairichting deur veranderen .........................11 Elektrische aansluiting ...................................12 Bewaartijdentabel (1)........................................13 Bewaartijdentabel (2)........................................14 From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice. De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken, reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers, kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard. 2 NL Belangri jk e aanwi jzingen m.b.t. de v eiligheid Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat. Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden gebruikt. Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer, mogen alleen door ELECTROLUX SERVICE uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele DISTRIPARTS-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden! Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit. Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden. Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat. - Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken. Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer. - Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand. Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken. - Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken. - Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze service-afdeling of door een erkend installateur. Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in. - Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand. Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van de binnenverlichting. Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het apparaat beschadigen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurregelaar en de verlichting komen. Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden. Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant van deze producten bewaren. Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische verwarmingstoestellen of chemische stoffen. Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen. Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar! Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriesruimte bewaren. Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren en schoonmaken. Bij verstopping van het afvoergootje kan het verzamelde dooiwater storingen veroorzaken. Veiligheid van kinderen Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedieningselementen spelen. Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat. Vóór het in gebruik nemen Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen (compressor, condensor). Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat verplaatsen. Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de installatie. Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan Waarschuwing Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan (R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is. Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij. Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden aangeraden. Beschadig het koelcircuit niet. Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden geadviseerd. Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade. 3 NL Aanwi jzingen v oor de gebr uik er Algemene informatie Dit apparaat is een huishoud-koel/vriescombinatie met één compressor. De vriesruimte onderin heeft een eigen deur en is geheel afgesloten van de koelruimte. Het is geschikt voor het koelen van levensmiddelen, het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde klimaatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen). De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen A - Koelkast B - Vrieskast 13. In hoogte verstelbare pootjes 14. Afdekklep van het botervakje 1. Bovenkant 15. Eierenrekje 2. Verlichtingseenheid 16. Deurvak 3. Glasplaten 17. Isolatiestrip deur 4. Vak met flessenrekje 18. Flessenvak 5. Koelwand 19. Deurgrepen 6. Lekbak voor dooiwater 20. IJsblokjesbakje 7. Glasplaat 21. Kondensator 8. Groentebakken 22. Afvoer dooiwater 9. Typeplaatje 23. Afstandhouder 10. Invriesvak met mand 24. Verdampingsschaal 11. Bewaarvak(ken) met mand 25. Kompressor 12. Afvoergoot dooiwater 26. Wieltjes 4 NL Bedienen van het apparaat Bewaren in de koelruimte In gebruik nemen Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de afbeelding: 1. gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken 2. melk, zuivelproducten, levensmiddelen in schaaltjes 3. fruit, groenten 4. kaas, boter 5. eieren 6. yoghurt, zure room 7. kleine flessen, frisdrank 8. grote flessen, dranken Zet de accessoires op hun plaats in het apparaat en steek de stekker in het stopcontact. Met de temperatuurregelaar, te vinden in de verlichtingseenheid in de koelkast, wordt het apparaat aangezet en kan men de temperatuur instellen door de knop met de wijzers van de klok mee te draaien. In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t. de instelling. Temperatuur instellen De temperatuurregelaar zal, afhankelijk van de ingestelde stand, de werking van het apparaat voor kortere of langere tijd onderbreken en opnieuw opstarten, waarmee de juiste temperatuur wordt verzekerd. Hoe dichter bij de maximum stand, hoe intensiever de koeling. Als u de draaiknop van de temperatuurregelaar in de middelste stand zet (tussen minimum en maximum) wordt er in de koelkast een temperatuur van +5°C bereikt en in de vriezer -18°C. Deze stand is voldoende voor het dagelijkse gebruik. De temperatuur in het apparaat wordt, naast de stand van de temperatuurregelaar, ook be?nvloedt door de omgevingstemperatuur, het al dan niet vaak openen van de deuren, de hoeveelheid verse levensmiddelen, enz. Op de maximale stand (gedurende een zwaardere belasting, b.v. tijdens een hittegolf) werkt de kompressor continue. Dit is niet schadelijk voor het apparaat. Bewaartijden en temperaturen De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing informeren u over bewaartijden. De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven, omdat hij afhankelijk is van de versheid en de behandeling van de levensmiddelen. De bewaartijden zijn daarom slechts richtlijnen. Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt consumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan ontdooien) in de koelkast bewaard worden. Gebruik van de vriezer Invriezen Gebruik van de koelruimte Voor een optimale koeling is een goede luchtcirculatie noodzakelijk. Bedek daarom de roosters nooit met papier, schalen, enz. Zet nooit warme etenswaren in de koelruimte, maar laat ze eerst tot kamertemperatuur afkoelen. Zo voorkomt u ongewenste rijpvorming. Levensmiddelen kunnen geurtjes overnemen, daarom is een goede verpakking, zoals gesloten schaaltjes, aluminium- of vershoudfolie, noodzakelijk. Op die manier worden ook de natuurlijke vochtgehaltes behouden en blijven bijvoorbeeld groentes dagenlang vers. Het apparaat is geschikt om de in het gegevensschema genoemde hoeveelheid verse levensmiddelen in te vriezen. Het invriezen moet, nadat de voorbereidingen zijn uitgevoerd, op de volgende manier gebeuren Draai de temperatuurregelaar op de middelste stand. Leg de reeds ingevroren levensmiddelen uit de bovenste mand in een bewaarmand. Leg de verse levensmiddelen in de bovenste mand, zodanig, dat er voldoende ruimte voor de luchtcirculatie blijft. Mocht er toch nog ingevroren levensmiddelen in de bovenste mand blijven, leg deze dan aan de achterkant, zodanig, dat de verse levensmiddelen niet worden geraakt. Laat het apparaat 24 uur lang in deze stand staan. Zet na 24 uur de draaiknop van de temperatuurregelaar in de gebruikelijke stand of hou de middelste stand aan, 5 NL deze stand is in het algemeen goed geschikt voor het dagelijkse gebruik Mocht u de door de fabrikant aanbevolen hoeveelheid willen invriezen, haal dan de bovenste mand uit het apparaat en leg de verse levensmiddelen direct op de koelplaat, gelijkmatig verdeelt. Het is niet aan te raden de temperatuurregelaar voor langere tijd op een hoge stand (bv maximale stand) te zetten. Uiteraard verkort dit de invriestijd, echter ook de temperatuur in het koelgedeelte kan voor langere tijd onder de 0°C dalen, wat tot gevolg heeft dat de daar bewaarde levensmiddelen en dranken zullen bevriezen. Probeer nooit meer in te vriezen, dan de in de "technische gegevens" vermeldde invriescapaciteit. Het invriezen van te grote hoeveelheden zou niet perfekt verlopen, waardoor er verschillende beschadigingen aan de levensmiddelen kunnen ontstaan (zoals bv sap- of smaakverlies). Probeer gelijktijdig invriezen en het maken van ijs te verkomen, daar het ijs maken capaciteit van het invriezen wegneemt. Praktische informatie Dankzij de variabele platen kunt u de koelruimte aan uw eisen aanpassen. U kunt de platen ook verplaatsen als de deur 90° open staat. Na openen en sluiten van de deur van de vriesruimte ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur weer kunt openen. Stel de vriesruimte zodanig in dat de binnentemperatuur nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge temperaturen bederven de diepvriesproducten. Controleer elke dag even of het apparaat goed functioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig. Tips In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu. Energie besparen Bewaren in de vriesruimte De ingevroren voedingsmiddelen moeten na het invriezen in de aanwezige (1 of 2) vrieslades worden gelegd. Daardoor komt er onmiddellijk plaats vrij voor een nieuwe hoeveelheid in te vriezen voedingsmiddelen. De reeds ingevroren voedingsmiddelen komen op die manier niet contact met de andere voedingsmiddelen. Indien er grotere hoeveelheden aan levensmiddelen bewaard moeten worden, kunnen de laden, behalve de onderste, uit het apparaat worden gehaald en kunnen de levensmiddelen onmiddellijk op de koelplaten worden gelegd. Bij aankoop van diepvriesproducten moet u steeds rekening houden met de bewaartijd die op de verpakking aangegeven is. Indien u zelf levensmiddelen invriest kan u de richtlijnen aan de binnenkant van de deur van het diepvriesgedeelte raadplegen. De icoontjes staan voor de verschillende levensmiddelen, de cijfers voor de maximale bewaartijd in maanden. Het bewaren van diepvriesproducten is alleen veilig, wanneer deze producten, voordat ze in het vriesgedeelte worden gelegd, zelfs niet voor korte tijd ontdooit zijn geweest. Indien een diepvriesproduct reeds ontdooit is geweest, is het niet wenselijk dit opnieuw in te vriezen, maar moet het product zo snel mogelijk worden gebruikt. 6 Zet het apparaat niet op een plaats waar het blootgesteld wordt aan de zon of aan een hittebron. Zorg voor voldoende ventilatie van de condensator en de compressor. Hou de luchtcirculatie rond het apparaat vrij. Bewaar de levensmiddelen altijd in goed sluitende bewaardozen of verpakt in huishoud- of aluminiumfolie zodoende onnodige rijp- of ijsvorming te voorkomen. Open de deuren niet onnodig en laat ze niet langer open staan dan absoluut noodzakelijk is. Laat warme levensmiddelen eerst afkoelen tot op kamertemperatuur vooraleer ze in de vriezer te plaatsen. Zorg ervoor dat de condensator steeds schoon is. Het apparaat en het milieu Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt. De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling. NL Onderhoud Ontdooien Een deel van het vocht in de gekoelde ruimtes van het apparaat zet zich om in rijp of ijs. Een dikke laag rijp of ijs heeft een isolerend effect, waardoor de werking van het koelapparaat achteruitgaat. De temperatuur in de gekoelde ruimtes stijgt en het energieverbruik neemt bijgevolg toe. Bij dit type gebeurt het ontdooien van de koelplaten geheel automatisch, zonder tussenkomst van buitenaf. De temperatuurregelaar onderbreekt op bepaalde tijdstippen de werking van de compressor (zodat er geen koeling is), waardoor de temperatuur van de koelplaat boven 0 °C stijgt en het ontdooien begint. Wanneer de temperatuur van de koelplaat is opgelopen tot +3 - +4 °C zet de temperatuurregelaar het koelproces weer in gang.. Het smeltwater loopt via een afvoergootje naar een reservoir boven de compressor en verdampt door de warmte van de compressor. Controleer en reinig regelmatig de afvoergoot voor het smeltwater. Bij verstopping van het afvoergootje kan het smeltwater alleen via de isolatie wegvloeien, wat vroegtijdige defecten aan het apparaat tot gevolg kan hebben. Het reinigen van de afvoergoot moet gebeuren m.b.v. het meegeleverde krabbertje (zie ook de tekening). Dit krabbertje moet in de afvoer worden opgeborgen. Eén van de meest voorkomende oorzaken van verstopping van het afvoergootje is het vastvriezen van voedselverpakkingen aan de achterwand van het apparaat. Wanneer u het voedingsmiddel uit de koelkast haalt, scheurt de papieren verpakking die vervolgens tijdens het automatische ontdooien in het afvoergootje terecht komt en verstopping veroorzaakt. Wees daarom uiterst voorzichtig wanneer u in papier verpakte levensmiddelen in de koelkast legt. Wanneer er meer koelvermogen vereist wordt, b.v. tijdens een hittegolf, kan het gebeuren, dat de koelkast voortdurend werkt. Er wordt dan niet automatisch ontdooit. Het is niet ongewoon als er na het ontdooien kleine resten ijs of rijp op de achterwand van de koelkast blijven zitten. Het vriesgedeelte kan niet worden voorzien van een automatische ontdooifunctie, want de bevroren en diepgevroren levensmiddelen verdragen de temperatuur niet die nodig is om ijs te doen smelten. Daarom wordt er een kunststoffen schraper meegeleverd, waarmee kleine hoeveelheden ijs of rijp kunnen worden verwijderd. Wanneer de ijs- of rijplaag echter te dik is en niet meer met de schraper kan worden verwijderd, moet het vriesgedeelte worden ontdooit. De frequentie hiervan hangt af van het gebruik (gemiddeld 2 of 3 keer per jaar). Haal de bevroren levensmiddelen uit het apparaat en leg deze, goed verpakt in isolerende materialen, op een koele plaats of in een andere vriezer. Trek de stekker uit het stopcontact, waardoor de stroomtoevoer naar beide gedeelten van het apparaat onderbroken wordt. Doe de deuren van beide gedeelten open en maak het koelgedeelte schoon volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk "Schoonmaken". Het schoonmaken van het vriesgedeelte moet alsvolgt worden uitgevoerd: Het afvoergootje onderin het vriesgedeelte dient voor de optimale afvoer van het smeltwater. Haal het afvoergootje los en zet het op zijn plaats (zie tekening). Plaats onder het afvoergootje een bak, pan of kleine emmer. Vergeet het afvoergootje niet terug te plaatsen wanneer u klaar bent. Het bakje zichtbaar op de tekening is geen meegeleverd accessoire! Na het ontdooien de binnenkant goed droog wrijven. Steek de stekker weer in het stopcontact en leg de levensmiddelen weer in de laden. Het is aan te raden het apparaat gedurende enkele uren op de hoogste stand te zetten, zodat de gewenste bewaartemperatuur snel wordt bereikt. 7 NL Reiniging en onderhoud Als iets niet werkt Wij adviseren u de binnenzijde van de koelruimte elke 3 tot 4 weken schoon te maken (u kunt het beste tegelijkertijd de vriesruimte ontdooien). Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep. Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van het apparaat met handwarm water schoonmaken en droog wrijven. Reinig het deurrubber met schoon water. Steek na het reinigen de stekker weer in het stopcontact. Stof en vuil die zich op de achterkant van de koelkast en de condensor hebben afgezet, dient u één of twee maal per jaar te verwijderen. Maak dan ook het condensbakje bovenop de compressor schoon. Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine storingen. Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een storing. Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het apparaat met onderbrekingen werkt. Als de compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt. Als de koelkast niet in gebruik is Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als volgt te werk: Trek de stekker uit het stopcontact. Maak de koelkast leeg. Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor beschreven. De deur open laten om geurvorming te voorkomen. Problemen oplossen Verwisselen van de gloeilamp Wanneer het gloeilampje van de binnenverlichting stuk is, kan u dit probleem alsvolgt zelf oplossen: Haal de stekker uit het stopcontact. Schroef de schroef los, die het afdekkapje bevestigt (1). Druk het lipje (2) aan de achterkant van de verlichtingseenheid in (zie tekening) en verwijder daarna het afdekkapje in de richting die de pijl aangeeft (3). Nu kan men de gloeilamp makkelijk verwisselen (type gloeilamp: T25 230-240 V, 15 W, fitting E14). Plaats na het verwisselen van de gloeilamp het afdekkapje weer op zijn plaats, schroef de schroef terug en stop de stekker in het stopcontact. Het niet branden van de gloeilamp heeft geen gevolgen voor de werking van het apparaat. 8 NL Probleem Het is te warm in de koelruimte. Het is te warm in de vriesruimte. Mogelijke oorzaak De temperatuurregelaar is te laag ingesteld. De levensmiddelen zijn niet koud genoeg of staan op een verkeerde plek. De deur gaat niet goed dicht of is niet goed gesloten. De temperatuurregelaar is te laag ingesteld. De deur gaat niet goed dicht of is niet goed gesloten. U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen. De in te vriezen levensmiddelen staan te dicht op elkaar. Er loopt water langs de Dat is normaal. Tijdens het automatische ontachterwand van de koel- dooien smelt het ijs op de achterwand. ruimte. Er loopt water in de koel- De afvoer van de koelruimte kan verstopt zijn. ruimte. Levensmiddelen kunnen de lekbak blokkeren zodat er geen water in kan stromen. Het afvoergootje loopt niet in de condensbak Er loopt water op de boven de compressor. vloer. De levensmiddelen zijn niet goed ingepakt. Er zijn te veel rijp en ijs. De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed gesloten. De compressor werkt continu. De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld. De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld. De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed gesloten. U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen. U hebt warme levensmiddelen in het apparaat gezet. Het apparaat staat op een te warme plek. Het apparaat werkt hele- De stekker zit niet in het stopcontact. maal niet. Noch de koel- De zekering in de huisinstallatie is uiting, noch de binnenver- geschakeld. lichting werkt. De temperatuurregelaar is niet ingesteld. Er staat geen spanning op het stopcontact. (Probeer er een ander apparaat op aan te sluiten.) Het apparaat maakt veel Het apparaat staat niet goed. geluid. Oplossing Op een hogere stand instellen. De levensmiddelen op de juiste plek zetten. Controleren of de deur goed dicht kan en of het deurrubber onbeschadigd en schoon is. Op een hogere stand instellen. Controleren of de deur goed dicht kan en of het deurrubber onbeschadigd en schoon is. Een paar uur wachten en de temperatuur nog eens controleren. De levensmiddelen zodanig neerzetten dat de koude lucht goed kan circuleren. Maak de afvoer schoon. Zet de levensmiddelen zodanig neer dat ze de achterwand niet direct raken. Plaats het de afvoergootje in de condensbak. De levensmiddelen beter inpakken. Controleren of de deuren goed dicht kunnen en of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn. De temperatuurregelaar op een lagere stand instellen. De temperatuurregelaar op een lagere stand instellen. Controleren of de deuren goed dicht kunnen en of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn. Een paar uur wachten en de temperatuur nog eens controleren. Laat de levensmiddelen tot kamertemperatuur afkoelen. Probeer de omgevingstemperatuur te verlagen. De aansluiting controleren. Zekering vervangen. Apparaat in werking stellen volgens de aanwijzingen in hoofdstuk „In gebruik nemen”. Contact opnemen met een elektro-installateur. Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier voeten moeten op de vloer staan). Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service. 9 NL Aanwi jzingen v oor de ins t allat eur Technische gegevens Model Brutto inhoud (l) Netto inhoud (l Breedte (mm Hoogte (mm) Diepte (mm) Energieverbruik - (kWh / 24uur) - (kWh / jaar) Energieklasse volgens de EU richtlijn Invriescapaciteit (kg/24uur) Maximale bewaartijd in geval van storing Neutrale stroomsterkte (A) Geluidsniveau (dB) Gewicht (kg) Aantal compressoren ZRB 634W Koelgedeelte: 226 Vriesgedeelte: 110 Koelgedeelte: 223 Vriesgedeelte: 92 595 1750 632 0,929 339 A 4 20 1,1 38 66 1 Installeren van het apparaat Vervoer, uitpakken U kunt het apparaat het beste rechtop in de originele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzingen op de verpakking. Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 4 uur ingeschakeld worden. Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade. Neem in geval van transportschade contact op met de leverancier en sluit het apparaat niet aan. Reiniging Verwijder de plakband en andere voorwerpen waarmee de losse onderdelen aan de binnenkant van het apparaat zijn bevestigd. Reinig de binnenkant van het apparaat met lauw water en een kleine hoeveelheid afwasmiddel. Gebruik een zachte doek. Wrijf de binnenkant na het schoonmaken droog. Plaatsing De omgevingstemperatuur oefent een invloed uit op het stroomverbruik en de juiste werking van het apparaat. Hou er rekening mee dat het apparaat wordt gebruikt in een omgeving, die overeenkomt met de klimaatklasse vermeldt op het typeplaatje. De omgevingstemperaturen en hun klimaatklasse, zijn hieronder in het schema vermeldt. Klimaatklasse SN N ST 10 Omgevingstemperatuur +10 ..,+32 °C +16 ..,+32 °C +18 ..,+38 °C Indien de omgevingstemperatuur onder de minimale waarde daalt, zal de temperatuur in het koelgedeelte boven de voorgeschreven temperatuur stijgen. Indien de omgevingstemperatuur boven de maximale waarde stijgt, dan moet de compressor langer werken en wordt het automatische ontdooiingproces verstoord waardoor de temperatuur in het koelgedeelte en het stroomverbruik stijgt. Monteert u de afstandhouders in het tasje van de onderdelen naar de achterste hoeken van het apparaat. Maakt u de schroeven los, stelt u de afstandhouders onder de schroeven, dan trekt u de schroeven. NL Zorg ervoor, dat het apparaat waterpas staat. Gebruikt hiervoor de stelpoten aan de voorzijde van het apparaat. Draairichting deur veranderen Indien praktischer kan de draairichting van de deur veranderd worden. De apparaten worden in de handel gebracht met deuren, die naar rechts open gaan. De aanpassing is volgens de onderstaande tekeningen en beschrijving uitvoerbaar: De onderstaande werkzaamheden kunnen het beste uitgevoerd worden door 2 personen, zodat één persoon de deuren tijdens de werkzaamheden goed kan vasthouden. Haal de stekker uit het stopcontact. Open de deuren en schroef het scharnier (a, b), bevestigt met 2 schroeven (c), los (tekening 2). Stel het apparaat niet bloot aan de zon of plaats het niet in de onmiddellijke omgeving van een kachel, verwarming of fornuis. Is plaatsing naast een warmtebron onvermijdelijk, houd dan de volgende richtlijnen aan: Is de afstand tussen het apparaat en een gas- of elektrisch fornuis 3 cm of minder, dan moet een brandvrije isolatieplaat met een dikte tussen de 0,5 cm tot 1 cm tussen de 2 apparaten geplaatst worden. Afstand tot een kolen- of petroleumkachel moet minstens 30 cm zijn. De koelkast moet tegen de muur aangeschoven worden. Bij de plaatsing van de koelkast moeten de minimale afstanden, vermeld op de tekening, strikt worden toegepast: A: plaatsing onder een keukenkastje B: vrijstaand Haal het complete scharnier (a, b, c,) van zijn plaats door de deuren voorzichtig te kantelen. Vergeet de kunststof afstandhouder (b) onder het scharnier niet (tekening 2)! Verwijder de deur van de koelkast door deze voorzichtig naar beneden te trekken. Verwijder de deur van de vrieskast door deze voorzichtig naar boven te trekken. Haal de stift uit de bovenkant van de deur van de koelkast en plaats deze aan de andere kant. Haal de stift uit de bovenkant van de deur van de vrieskast en plaats deze aan de andere kant. Schroef de bovenste stift van de deur van de koelkast (d) los en plaats deze aan de andere kant (tekening 1). 11 NL Verwijder de afdekplaatjes (u) uit de onderkant van het apparaat (tekening 3). Schroef de onderste deursteun (e) los door de schroeven (s) los te draaien en zet deze weer vast aan de andere kant (tekening 3). Demonteer de onderste deursteun (f) en de daarbijbehorende ring (h) en zet deze in het andere gat. Plaats de afdekplaatjes (u) aan de andere kant. Haal de afdekpennen (3 stuks) voor de scharnierbevestiging (n, k) aan de linkerkant en zet ze aan de andere kant (tekening 2). Plaats de pen (m) van het scharnier van de deur van de vrieskast in het gat aan de linkerkant (tekening 2). Zet de deur van de vrieskast op de onderste (f) deursteun (tekening 3). Druk de deur van de koelkast in de bovenste (d) deursteun. Hierna moeten de deuren iets worden gekanteld en kan men de scharnier (m) in het gat van de deur van de koelkast drukken. Open nu de deuren en schroef de scharnier vast aan de linkerkant me behulp van de 2 schroeven (c). Vergeet de kunststof afstandhouder (b) niet, die onder het scharnier moet komen. Let er goed op, dat de rand van de deuren gelijk loopt met de zijkant van het apparaat. Zet het apparaat op de plaats, plaats het waterpas en steek de stekker in het stopcontact. Natuurlijk kunt u ook contact opnemen met de dichtstbijzijnde servicepunt, mocht u het omzetten van de deurdraairichting liever niet zelf uitvoeren. Hier kunt u informatie vragen over de kosten van het omzetten door één van onze servicemonteurs en een afspraak maken. 12 Elektrische aansluiting Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (~) 50 Hz. Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens de voorschriften geďnstalleerd stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig is, laat het dan door een erkend installateur in de buurt van de koelkast aanbrengen. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: – 73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlijnen) - laagspanningsrichtlijn – 89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn 96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en latere aanvullingen NL Be w aar ti jdent abel (1) Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren Soort rauw vlees gekookt vlees gebraden vlees rauw gehakt gebraden gehakt vleeswaren verse vis gekookte vis gebakken vis vis uit blik verse kip gebraden kip verse eend, gans gebraden eend, gans boter ongeopend boter geopend melk room zure room kaas (hard) kaas (zacht) kwark eieren spinazie. erwten, bonen paddestoelen wortelen, bieten tomaten kool snel rottend fruit (aardbei, framboos enz.) ander fruit fruit uit blik Bewaartijd in dagen 3 4 5 x x x X x x X x x Verpakking 1 X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X 2 X X X 6 7 X X x X X x X X X X X X X X X X X X X X X X X X X x x x x x x X X X X X x X x X X X X X x X x X X X x x x X X x x x X X X X X x X x X X X x x x x X x x x x x x X x x X x x X x x X x X x x X x X x x X x x X X X x x X X x X X x X X X X X X X X X x X x x x x x x x x x x x x vershoudfolie, luchtdicht afgesloten schaaltje afgesloten schaaltje afgesloten schaaltje afgesloten schaaltje vershoudfolie, vetvrij papier vershoudfolie, luchtdicht afgesloten schaaltje afgesloten schaaltje afgesloten schaaltje vershoudfolie, luchtdicht afgesloten schaaltje vershoudfolie, luchtdicht afgesloten schaaltje originele verpakking originele verpakking originele verpakking kunststof schaaltje kunststof schaaltje aluminium folie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie afgesloten schaaltje X: normale bewaartijd x: mogelijke bewaartijd (geldt alleen voor echt verse producten) 13 NL Be w aar ti jdent abel (2) Diepvriesproducten bewaren Soort groente kant-en-klare producten aardappelgerechten, pastagerechten soep fruit vlees consumptie-ijs 14 in de koelruimte +2 – +7 °C 1 dag 1 dag 1 dag 1 dag 1 dag 1 dag 1 dag in de ****-vriesruimte -18°C 12 maanden 6 maanden 12 maanden 6 maanden 12 maanden 5 maanden 3 weken
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Zanussi ZRB634W Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding