Pagina wordt geladen...
12
Lees de instructies, bewaar ze goed en geef ze met het apparaat mee wanneer u deze aan een
derde geeft. Verwijder alle verpakkingsmaterialen voor gebruik.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Volg de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen, zoals:
Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen van 8 jaar en
ouder en personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke en
verstandelijke vaardigheden of die onvoldoende ervaring of kennis
hebben, indien zij onder toezicht staan of goed geïnformeerd zijn
en zij de risico’s begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Schoonmaak en gebruikersonderhoud mag niet door kinderen
uitgevoerd worden, tenzij ze ouder dan 8 zijn en onder toezicht
staan.
Houd het apparaat en het snoer buiten het bereik van kinderen
van jonger dan 8 jaar.
Verkeerd gebruik van het apparaat kan leiden tot letsels.
h De oppervlakken van het apparaat zullen heet worden. De
restwarmte houdt na gebruik de oppervlakken warm.
b Gebruik het apparaat niet in de buurt van badkuipen, douches,
wastafels of andere reservoirs die water of andere vloeistoen
bevatten.
Indien het snoer beschadigd is, moet het door de fabrikant, een
technicus of een ander deskundig persoon vervangen worden om
eventuele risico’s te vermijden.
• Zet het apparaat op een stabiele, vlakke, hittebestendige ondergrond.
• Houd het apparaat en de kabel weg van de randen van het werkoppervlak.
• Gebruik alleen de bijgeleverde toebehoren of hulpstukken.
• Gebruik het apparaat niet voor andere doeleinden dan degene die in deze
gebruiksaanwijzing worden beschreven.
• Gebruik het apparaat niet bij beschadigingen of storingen.
UITSLUITEND VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK
AFBEELDINGEN
1. Deksel
2. Waterreservoir
3. Papierlter nr.4 (niet meegeleverd)
4. Filterhouder
5. Waterpeil
6. Warmhoudplaat
7. Koekan
8. Maatlepel
¬ Vaatwasmachine – bovenste korf
13
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Vul het reservoir tot het max teken en laat het apparaat doorlopen zonder koe.
VULLEN
1. Verwijder de koekan van de warmhoudplaat.
2. Open het deksel.
3. Vul het waterreservoir met de exacte hoeveelheid water. Het brouwproces zal al het water
gebruiken dat u in het reservoir hebt gegoten.
4. Zorg dat de lterhouder helemaal naar beneden in de juiste positie is gedrukt. Als deze
correct is geïnstalleerd, zult u een klik horen.
5. Open een papierlter (nr.4) en plaats deze in de lterhouder.
6. Het waterreservoir is groot genoeg voor 10 grote koppen (125 ml per kop) of 15 kleine
koppen (83 ml per kop) koe. Voor elke grote kop voegt u 6 g gemalen koe toe, voor
elke kleine kop 4 g.
7. Sluit het deksel.
8. Plaats de koekan op de warmhoudplaat.
DE KLOK INSTELLEN
Het is niet nodig om de klik in te stellen om uw koezetapparaat te gebruiken, maar u moet de
klok wel instellen als u de timerfuncties wilt gebruiken.
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Gebruik de knoppen hr (u) en min om de juiste tijd in 24-uurs formaat in te stellen.
• De klok bewaart de instellingen tot de stekker van het koezetapparaat verwijderd wordt.
• Om de tijd te wijzigen, druk op de knop T. De tijd zal knipperen. Gebruik de knoppen hr
en min om de nieuwe tijd in te stellen.Als u noch de hr noch de min knoppen indrukt
binnen de 3 seconden, schakelt het koezetapparaat over op “normal” en het tijdstip
verschijnt
KOFFIE ZETTEN
1. Druk de knop 1 in en laat hem los. 1 wordt op de display weergegeven.
2. Kort daarna begint de koe in de kan te druppen.
3. Als u het koezetapparaat wilt stopzetten tijdens het brouwen, drukt u op de 1 toets.
4. Eenmaal gebrouwen, zal de warmhoudplaat de koekan tot 40 minuten warm houden.
DE TIMER GEBRUIKEN
Zorg dat de klok correct is ingesteld. Stel de klok op de juiste tijd in. Gebruik de knoppen hr (u)
en min.
1. Stel de timer in op de tijd wanneer u wilt beginnen met koezetten.
a) Houd de knop T ingedrukt totdat het pictogram T op het display knippert.
b) Gebruik de knoppen hr en min om de tijd in te stellen waarop u wilt dat de
koezetter wordt ingeschakeld.
Als u noch de hr noch de min toetsen indrukt binnen de 3 seconden, schakelt het
koezetapparaat over op “normal” en het tijdstip verschijnt. Druk op T en houd vast om
opnieuw te beginnen.
2. Wanneer de tijd geprogrammeerd is, drukt u op de knop 1. Het pictogram T verschijnt
op het scherm. Uw koemachine is nu ingesteld om op de geselecteerde tijd koe te
zetten.
GB
DE
FR
NL
IT
ES
PT
DK
SE
NO
FI
RU
CZ
SK
PL
HR
SI
GR
HU
TR
RO
BG
AE
14
• Als u de ingestelde tijd wilt controleren, drukt u kort op T. De ingestelde tijd wordt 3
seconden getoond, daarna wordt de klok weer weergegeven.
• Als u de timer wilt annuleren voordat de koezetter is ingeschakeld, drukt u op 1.
• Als u het koezetapparaat wilt stopzetten tijdens het brouwen, drukt u op de 1 toets.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN/STANDBY
1. Uw koezetapparaat zal de koe gedurende ongeveer 40 minuten warm houden.
2. 40 minuten na het brouwen, zal uw uw koezetapparaat worden uitgeschakeld en zal de
tijd worden weergegeven.
3. Als u het apparaat uit de slaapstand wilt halen, drukt u op de knop min.
VLUG EEN KOPJE
Als u snel een kopje koe wilt voordat het brouwen is voltooid;
1. U kunt de koekan op ieder moment verwijderen. De druppelstop zorgt ervoor dat er
geen koe op de warmhoudplaat druppelt.
2. Plaats de pot binnen ongeveer 20 s terug, om te voorkomen dat de lterhouder overloopt.
3. Als u de pot plaats, gaat de druppelstop open om koe door te laten.
ZORG EN ONDERHOUD
1. Verwijder de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat afkoelen.
2. Gooi de inhoud van de lterhouder in de vuilnisbak.
3. Neem alle oppervlakken af met een schone vochtige doek.
4. Druk de hendel in achterop het deksel van de kan, boven het handvat, om het deksel te
openen.
5. Was de koekan en lterhouder met de hand.
6. Plaats de lterhouder terug. Zorg dat de lterhouder helemaal naar beneden in de juiste
positie is gedrukt. Als deze correct is geïnstalleerd, zult u een klik horen.
7. Sluit het deksel en druk het naar beneden om het te vergrendelen.
¬ Deze onderdelen mogen in de bovenste korf van een vaatwasmachine worden gewassen.
RECYCLING
W
Om milieu- en gezondheidsproblemen door gevaarlijke stoen te vermijden,
mogen apparaten en oplaadbare en niet oplaadbare batterijen met een van
deze symbolen niet samen met het huishoudelijk afval worden verwijderd.
Breng elektrische en elektronische producten en, indien van toepassing,
oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen, altijd naar een ocieel recycling-/
inzamelpunt.
/
