legenda
1
vuldop
2
deksel
3
beker
4
permanente messen
5
motorblok
6
stroomlichtje
7
pulseerhendel
8
variabele snelheidsregeling
9
on/off (aan/uit)-hendel (I/O)
k
soep-programmaknop
l
programmaknop voor het
verbrijzelen van ijs
m
smoothie-programmaknop
n
resetknop
overbelastingsbeveiliging
o
snoerwikkelpunt
p
vergrendelknop
q
roerstaaf
gebruik van de blender
1 Doe de ingrediënten in de beker.
2 Steek de vuldop in het deksel en
draai hem naar rechts vast
1
.
3 Plaats het deksel op de beker en
druk hem goed vast.
4 Zet de blender op het motorblok
5
.
l
De machine functioneert
niet als de blender onjuist is
geplaatst.
5 Steek de stekker in het
stopcontact. Het lichtje
6
blijft
uit wanneer de blender op off (uit)
staat
‘O’ of als de beker niet is
geplaatst.
6 Kies een van de volgende opties
en raadpleeg de tabel met het
aanbevolen gebruik:
l
Programmaknoppen - Druk de on/
off (aan/uit)-hendel
9
omlaag op
ON (aan)
‘I’. Het stroomlichtje
6
en de 3 programmaknoppen gaan
branden.
Druk op de gewenste
programmaknop. De lichtjes
van de andere knoppen gaan
uit en het programma start. De
blender schakelt na afloop van het
programma automatisch uit.
Als u wilt stoppen voordat het
programma afgewerkt is, drukt
u opnieuw op de geselecteerde
programmaknop.
l
Selecteer een snelheid met de
hand door de snelheidsregeling
8
te draaien totdat de gewenste
snelheid is bereikt. Na afloop zet u
de snelheidsregeling weer op
‘O’
,
voordat u de blender verwijdert.
l
(P) Pulseerwerking – activeert
de motor met stroomstoten. De
stroomstoot blijft geactiveerd
zolang u de hendel omlaag houdt.
l
Verwijder de beker pas
als de messen niet langer
draaien en de snelheidsknop
op
‘O’
staat.
Opmerking: Als de blender van het
motorblok wordt gehaald terwijl
een snelheid is geselecteerd, gaat
het indicatielichtje uit en stopt de
motor.
Wanneer de blender weer op het
motorblok wordt geplaatst, gaat
het stoomlichtje knipperen. De
snelheidsregeling moet op
‘O’
worden gezet voordat de blender
weer gebruikt kan worden.
l
Lees de informatie onder
‘problemen oplossen’ als
u problemen hebt met de
werking van de blender.
gebruik van de
roerstaaf
1 Zet het deksel op de beker en
verwijder de vuldop. Gebruik de
roerstaaf NIET in de beker als het
deksel niet op de blender zit.
2 Steek de roerstaaf in de blender
q
en beweeg hem langzaam
door de beker terwijl de motor is
ingeschakeld
2
.
3 Gebruik de roerstaaf om de
ingrediënten in de beker te roeren,
zodat ze tijdens de verwerking niet
samenklonteren.
12