Marantec EM 172 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Montage- en gebruiksaanwzing
Uitgave: 02.2023
NL
MS BUS / Rev. C 0.02
Uitbreidingsmodule
MS BUS
2 Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL)
Inhoudsopgave
1. Veiligheidsinformatie .................................3
1.1 Bedoeld gebruik ................................3
1.2 Doelgroepen ....................................3
1.3 Algemene veiligheidsinstructies ..................3
2. Productinformatie ................................... 4
2.1 Varianten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
2.2 ES-module [EM 184] .............................4
2.3 I/O-module [EM 172] .............................5
2.4 Technische gegevens ............................5
3. Montage .............................................6
3.1 Veiligheidsinstructies voor montage ..............6
3.2 Montage van de ES-module ......................6
3.3 Montage I/O-module .............................8
4. Ingebruikname ......................................10
4.1 Ingebruikname ES-module ......................10
4.2 Ingebruikname I/O-module ...................... 11
5. Reparatie ...........................................12
5.1 Onderhoud ....................................12
5.2 Controle ......................................12
6. Demontage .........................................12
7. Recycling ...........................................13
Over dit document
Originele handleiding.
Onderdeel van het product.
Absoluut lezen en bewaren.
Auteursrechtelk beschermd.
Reproductie, ook als uittreksel, alleen met onze toestemming.
Wzigingen die dienen voor de technische vooruitgang zn
voorbehouden.
Alle maataanduidingen in millimeter.
Afbeeldingen zn niet op schaal.
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING!
Veiligheidsinstructie b een gevaar, dat tot de dood of zwaar
letsel kan leiden.
VOORZICHTIG!
Veiligheidsinstructie b een gevaar, dat tot licht of middelmatig
letsel kan leiden.
ATTENTIE!
Veiligheidsinstructie b een gevaar, dat tot beschadiging of
vernieling van het product kan leiden.
Uitleg van symbolen
Handeling
$Controle
Lst, opsomming
%Verwzing naar andere locaties in dit document
"Verwzingen naar separate documenten die moeten worden
opgevolgd
Fabrieksinstelling
Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL) 3
NL
1. Veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING!
Levensgevaar door het niet opvolgen van de
gebruiksaanwzing!
Deze handleiding bevat belangrke informatie voor een veilige
omgang met het product. Er wordt speciale aandacht besteed
aan mogelke gevaren.
Lees deze handleiding zorgvuldig door.
De veiligheidsinstructies in deze handleiding moeten worden
opgevolgd.
De handleiding vr toegankelk opbergen.
1.1 Bedoeld gebruik
De uitbreidingsmodule breidt een besturing met MSBUS uit.
Gebruik is uitsluitend toegestaan:
In technisch probleemloze toestand.
Na correcte montage.
In overeenstemming met de specicaties in de technische
gegevens.
%“2.4 Technische gegevens”
Elk ander gebruik geldt als niet bedoeld gebruik.
1.2 Doelgroepen
1.2.1 Exploitant
De exploitant is verantwoordelk voor het gebouw waarin het
product wordt gebruikt. De exploitant heeft de volgende taken:
Kennis en bewaren van de gebruiksaanwzing.
Instrueren van alle personen, die de installatie gebruiken.
Garanderen dat de installatie regelmatig en conform de
gegevens van de fabrikant gecontroleerd wordt door
gekwaliceerd personeel.
Garanderen dat de controle in het controleboek wordt
gedocumenteerd.
Bewaren van het logboek.
1.2.2 Vakpersoneel
Gekwaliceerd vakpersoneel is verantwoordelk voor montage,
inbedrfstelling, onderhoud, reparatie, demontage en recycling.
Eisen aan gekwaliceerd vakpersoneel:
Kennis van de algemene en speciale veiligheids- en
ongevalpreventievoorschriften.
Kennis van de geldende elektrotechnische voorschriften.
Opleiding m.b.t. het gebruik en de verzorging van geschikte
veiligheidsuitrusting.
Kennis van de relevante normen.
Elektrotechnische werkzaamheden alleen laten uitvoeren door
gekwaliceerde elektromonteurs conform DINVDE0100.
Eisen aan gekwaliceerde elektromonteurs:
Kennis van grondbeginselen van de elektrotechniek.
Kennis van landspecieke bepalingen en normen.
Kennis van de van toepassing znde veiligheidsvoorschriften.
Kennis van deze gebruiksaanwzing.
1.2.3 Gebruiker
Geïnstrueerde gebruikers bedienen en onderhouden het product.
Eisen aan geïnstrueerde gebruikers:
Gebruikers worden door de exploitant geïnstrueerd m.b.t. hun
werkzaamheden.
Gebruikers worden geïnstrueerd m.b.t. het veilig gebruik van
het product.
Kennis van deze gebruiksaanwzing.
Voor de volgende personen gelden speciale eisen:
Kinderen van 8 jaar en ouder.
Personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale
capaciteiten.
Personen met gebrek aan ervaring en kennis.
Deze gebruikers mogen het product alleen bedienen.
Bzondere eisen:
Gebruikers staan onder toezicht.
Gebruikers worden geïnstrueerd m.b.t. het veilig gebruik van
het product.
Gebruikers begrpen de gevaren b de omgang met het
product.
Kinderen mogen niet spelen met het product.
1.3 Algemene veiligheidsinstructies
Personen of voorwerpen mogen niet met behulp van de installatie
worden bewogen.
In de volgende gevallen accepteert de fabrikant geen
aansprakelkheid voor schade. De garantie voor het product en
accessoires vervalt b:
Het niet opvolgen van deze gebruikshandleiding.
Niet bedoeld en ondeskundig gebruik.
Inzet van niet gekwaliceerd personeel.
Ombouwwerkzaamheden of wzigingen aan het product.
Toepassing van reserveonderdelen, die niet door de fabrikant
zn geproduceerd of vrgegeven.
Het product wordt volgens de in de inbouwverklaring opgegeven
richtlnen en normen geproduceerd. Het product heeft de fabriek
in een veiligheidstechnisch probleemloze toestand verlaten.
Uitgesloten van de garantie zn batteren, accu‘s, zekeringen en
lichtmiddelen.
Meer veiligheidsinstructies staan in de betreffende paragrafen
van het document.
%“3.1 Veiligheidsinstructies voor montage”
4 Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL)
2. Productinformatie
2.1 Varianten
Volgende leveringsvarianten zn mogelk:
– ES-module:
Analysemodule voor fotocel bewegingsbeveiliging
– I/O-module:
Module voor uit- en ingang-uitbreiding
2.2 ES-module [EM 184]
2.2 / 1
XW41B XW41C
XW41A
LED 4
LED 3
LED 2
LED 1
XP16A XP16B
GN GN
BN BN
WH WH
24V DOWN
E F DIP
12V UP
ON
OFF
XP16A XP16B
XW41A
XW41B XW41C
A
B
Toelichting:
A Dipschakelaar DIP 1
B Dipschakelaar DIP 2
LED1 Indicatie bedrf (brandt)
LED2 Bewegingsbeveiliging 1 XP16A
LED3 Test bewegingsbeveiliging
LED4 Bewegingsbeveiliging 2 XP16B
XP16A Bewegingsbeveiliging 1
XP16B Bewegingsbeveiliging 2
XW41A Aansluiting MSBUS
XW41B Aansluiting MSBUS
XW41C Aansluiting MSBUS
Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL) 5
NL
2.3 I/O-module [EM 172]
2.3 / 1
94
1 2 DIP
MSBUS
XW41A
ON
OFF I1/Q1 I2/Q2 I3/Q3 I4/Q4
92 H1 94 92 H1 H137B 37A 36B 37B
Q3 Q1Q2Q4
I/O MODUL
B5 36
I1 I2 I3 I4
37 B5 31 32
XW41B XW41C
A B C D E F GH
XB195B XB195A XH13
XW41A
XW41B XB53B XW41CXB53A
A
B
Toelichting:
A Dipschakelaar DIP 1
B Dipschakelaar DIP 2
XH13 Uitgangsrelais 11+12 (15+16)
XB195A Uitgangsrelais 13 (17)
XB195B Uitgangsrelais 14 (18)
XB53A Ingang 11+12 (15+16)
XB53B Ingang 13+14 (17+18)
XW41A Aansluiting MSBUS
XW41B Aansluiting MSBUS
XW41C Aansluiting MSBUS
LED1 (A) Ingang 11 (15) actief
LED2 (B) Uitgang 11 (15) actief
LED3 (C) Ingang 12 (16) actief
LED4 (D) Uitgang 12 (16) actief
LED5 (E) Ingang 13 (17) actief
LED6 (F) Uitgang 13 (17) actief
LED7 (G) Ingang 14 (18) actief
LED8 (H) Uitgang 14 (18) actief
2.4 Technische gegevens
Technische gegevens ES Modul
Afmetingen
behuizing:
45 mm x 125 mm x 50 mm
Eigen verbruik: max. 100 mA
Voedingsspanning: 24 V DC
Bekabeling: conventioneel | MSBUS-kabel
Temperatuurbereik: Werking: -10°C … +55°C
Opslag: -25°C … +85°C
Luchtvochtigheid: tot 80% niet condenserend
Veiligheidsklasse IP20
Gewicht 0,25 kg
Technische gegevens I/O Modul
Afmetingen
behuizing:
85 mm x 125 mm x 50 mm
Eigen verbruik: max. 100 mA
Voedingsspanning: 24 V DC
max.
contactbelasting
relaisuitgangen:
230 V / 4 A
Bekabeling: conventioneel | MSBUS-kabel
Temperatuurbereik: Werking: -10°C … +55°C
Opslag: -25°C … +85°C
Luchtvochtigheid: tot 80% niet condenserend
Veiligheidsklasse IP20
Gewicht 0,25 kg
6 Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL)
3. Montage
3.1 Veiligheidsinstructies voor montage
WAARSCHUWING!
Gevaar door niet opvolgen van montage-instructie!
Dit hoofdstuk bevat belangrke informatie over veilige montage
van het product.
Lees dit hoofdstuk voor de montage zorgvuldig door.
De veiligheidsinstructies opvolgen.
De montage uitvoeren zoals is beschreven.
Montage uitsluitend door gekwaliceerd vakpersoneel.
%“1.2.2 Vakpersoneel”
Voordat u aan de bedrading werkt, moet u de installatie
loskoppelen van de stroomvoorziening.
Zorg ervoor dat de stroomvoorziening tdens de
werkzaamheden losgekoppeld blft.
De exploitant van de installatie of de plaatsvervanger moeten na
montage van het systeem over de bediening worden geïnstrueerd.
Kinderen mogen niet met de besturing of commando-
apparaten spelen.
Er mogen in de gevarenzone van de installatie geen personen
of voorwerpen aanwezig zn.
Alle aanwezige nood-opdrachtinrichtingen moeten worden
gecontroleerd.
Mogelke knel- en schuurplaatsen aan de installatie moeten in
acht worden genomen.
Nooit in een lopende installatie of bewegende delen grpen.
De kabeltypen en -doorsneden moeten volgens de geldende
voorschriften worden gekozen.
B een vaste aansluiting moet een alpolige hoofdschakelaar
worden gebruikt
Net- en stuurkabels moeten gescheiden worden aangelegd.
De kabeltypen en -doorsneden moeten volgens de geldende
voorschriften worden gekozen.
De lokale veiligheidsvoorschriften moeten in acht worden
genomen.
De montage-instructies van de deurfabrikant moeten worden
opgevolgd.
De geldige normen en voorschriften moeten worden opgevolgd!
3.2 Montage van de ES-module
3.2.1 Instelling dipschakelaar 1
ATTENTIE!
Gevaar voor materiële schade door incorrecte instelling!
Een incorrecte instelling van de spanning kan tot een defect
van de foto-elektrische beveiliging leiden. De fabrieksinstelling
bedraagt 12 V.
Stel de spanningsselectie op de b u aanwezige netspanning
in.
Instelling Functie
OFF Bewegingsbeveiliging 12 V
(Fabrieksafstelling)
ON Bewegingsbeveiliging 24 V
3.2.2 Instelling dipschakelaar 2
Instelling Functie
OFF Beide bewegingsbeveiligingen werken in
OPEN-richting
ON Beide bewegingsbeveiligingen werken in
DICHT-richting
3.2.3 Aansluiting module aan deursturing
ATTENTIE!
Gevaar voor functiestoringen door incorrecte bekabeling!
Het gebruik van een incorrect bekabelingssysteem leidt tot
storingen van de installatie.
Gebruik alleen het MS-BUS-systeem.
3.2.3 / 1
XW41B XW41C
XW41A
LED 4
LED 3
LED 2
LED 1
XP16A XP16B
GN GN
BN BN
WH WH
24V DOWN
E F DIP
12V UP
ON
OFF XW41A
XW41B XW41C
Stuursysteem CS 255 / CS265 / CS 310 / CS320 / CS 500
aansluiten op contactbus XW41A of XW41B.
Zo nodig andere modules aansluiten op contactbus XW41C.
Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL) 7
NL
3.2.4 Aansluiting bewegingsbeveiliging PNP
3.2.4 / 1
Benaming Type / functie
BP30A Bewegingsbeveiliging, ontvanger RX
BP30B Bewegingsbeveiliging, zender TX
X1 Verbindingscontact
Instelling dipschakelaar 1
Benaming Type / functie
ON Bewegingsbeveiliging 24 V
Legenda Contactbezetting
I –> Testsignaal voor bewegingsbeveiliging
GN Signaal van de bewegingsbeveiliging
BN + 24V / +12V DC, afhankelk van dipschakelaar 1
WH GND
Legenda kabelkleuren
BN bruin
GN groen
WH wit
YE geel
3.2.5 Aansluiting bewegingsbeveiliging OSE
3.2.5 / 1
Benaming Type / functie
BP29A Bewegingsbeveiliging, ontvanger RX
BP29B Bewegingsbeveiliging, zender TX
Instelling dipschakelaar 1
Benaming Type / functie
OFF Bewegingsbeveiliging 12 V
Legenda Contactbezetting
I –> GND zender (testkabel)
GN Signaal van de bewegingsbeveiliging
BN + 24V / +12V DC, afhankelk van dipschakelaar 1
WH GND ontvanger
Legenda kabelkleuren
BN bruin
GN groen
WH wit
YE geel
8 Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL)
3.2.6 Aansluiting bewegingsbeveiliging met uitgangsrelais
3.2.6 / 1
Benaming Type / functie
BP31A Bewegingsbeveiliging, ontvanger RX
BP31B Bewegingsbeveiliging, zender TX
Instelling dipschakelaar 1
Benaming Type / functie
ON Bewegingsbeveiliging 24 V
Legenda Contactbezetting
I –> GND zender (testkabel)
GN Signaal van de bewegingsbeveiliging
BN + 24V / +12V DC, afhankelk van dipschakelaar 1
WH GND ontvanger
Legenda kabelkleuren
BN bruin
GN groen
WH wit
YE geel
3.3 Montage I/O-module
3.3.1 Aansluiting I/O-module aan deursturing
3.3.1 / 1
94
1 2 DIP
MSBUS
XW41A
ON
OFF I1/Q1 I2/Q2 I3/Q3 I4/Q4
92 H1 94 92 H1 H137B 37A 36B 37B
Q3 Q1Q2Q4
I/O MODUL
B5 36
I1 I2 I3 I4
37 B5 31 32
XW41B XW41C
A B C D E F GH
XW41B XW41C
XW41A
Stuursysteem CS 255 / CS265 / CS310 / CS320 / CS500
aansluiten op contactbus XW41A.
Zo nodig andere modules aansluiten op contactbus XW41B.
3.3.2 Aansluiting programmeerbare ingang 11/15 en 12 / 16
(XB53A)
3.3.2 / 1
- XB53A
B5 36 37
I1 I2
Benaming Type / functie
I1 Knop / schakelaar
programmeerbare ingang 11 / 15
I2 Knop / schakelaar
programmeerbare ingang 12 / 16
Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL) 9
NL
3.3.3 Aansluiting programmeerbare ingang 13/17 en 14 /
18 (XB53B)
3.3.3 / 1 -XB53B
B5 3231
I3 I4
Benaming Type / functie
I3 Knop / schakelaar
programmeerbare ingang 13 / 17
I4 Knop / schakelaar
programmeerbare ingang 14 / 18
3.3.4 Aansluiting programmeerbare uitgang 11/15 en 12 /
16 (XH13)
ATTENTIE!
Gevaar voor beschadiging van de printplaat als gevolg van
verkeerd aansluiten!
Een incorrecte contactbelasting kan de printplaat vernielen.
Let op de contactbelasting (max. 230 V / 4 A) om schade aan
de printplaat te vermden.
3.3.4 / 1
-XH13
L/+
N/-
Q1
-P1
H1 36A36B37A 37B
Q2
-P2
Benaming Type / functie
P1 Verbruikers (Bv. signaallampen)
P2 Verbruikers (Bv. signaallampen)
L / + Spanningsvoorziening op locatie
N / – Spanningsvoorziening op locatie
Q1 Relais, programmeerbare uitgang 11 / 15
Q2 Relais, programmeerbare uitgang 12 / 16
3.3.5 Aansluiting programmeerbare uitgang13/17 (XH19A)
ATTENTIE!
Gevaar voor beschadiging van de printplaat als gevolg van
verkeerd aansluiten!
Een incorrecte contactbelasting kan de printplaat vernielen.
Let op de contactbelasting (max. 230 V / 4 A) om schade aan
de printplaat te vermden.
3.3.5 / 1
-XH19A
L/+
N/-
-P1
H1 92 94
Q3
92
94 H1
Benaming Type / functie
P1 Verbruikers (Bv. signaallampen)
L / + Spanningsvoorziening op locatie
N / – Spanningsvoorziening op locatie
Q3 Relais, programmeerbare uitgang 13 / 17
10 Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL)
3.3.6 Aansluiting programmeerbare uitgang14/18 (XH19B)
ATTENTIE!
Gevaar voor beschadiging van de printplaat als gevolg van
verkeerd aansluiten!
Een incorrecte contactbelasting kan de printplaat vernielen.
Let op de contactbelasting (max. 230 V / 6 A) om schade aan
de printplaat te vermden.
3.3.6 / 1
-XH19B
H1 92 94
Q4
L/+
N/-
-P1
92
94 H1
Benaming Type / functie
P1 Verbruikers (Bv. signaallampen)
L / + Spanningsvoorziening op locatie
N / – Spanningsvoorziening op locatie
Q4 Relais, programmeerbare uitgang 14 / 18
4. Ingebruikname
4.1 Ingebruikname ES-module
WAARSCHUWING!
Letselgevaar door elektrische schokken!
Contact met het elektriciteitsnet kan leiden tot elektrische
schokken.
Voordat u aan de bedrading werkt, moet u het
aandrfsysteem loskoppelen van de stroomvoorziening.
Zorg ervoor dat de stroomvoorziening tdens de
werkzaamheden losgekoppeld blft.
Sluit 1 of 2 bewegingsbeveiligingen in spanningsloze toestand
aan op de ingangen XP16A en/of XP16B van de ES-module.
Selecteer afhankelk van het type met DIP 1 de
voedingsspanning 12 of 24VDC (fabrieksinstelling 12 V).
Selecteer met DIP 2 de gewenste bewakingsrichting
(fabrieksinstelling: Bewaking tdens de opstart).
Verbind de meegeleverde BUS-kabel met de module en de
deursturing.
Worden meerdere modules toegepast, verbind een module met
de deursturing evenals de overige modules onderling.
Schakel de netstroom van de deursturing in.
De module begint nu met de automatische adressering en detectie
van de aangesloten systemen (knipperen LED1-4).
Na succesvol inleren brandt LED 1 (groen) evenals de LED voor de
actieve bewegingsbeveiliging (LED 2 en/of 3).
Let op:
Als er slechts 1 bewegingsbeveiliging op de ES-module is
aangesloten dan wordt de ongebruikte ingang tdens de aansturing
automatisch gedeactiveerd. Hierdoor kan de functie ook worden
gegarandeerd met slechts één bewegingsbeveiliging. Een verkeerd
aangesloten of defect systeem wordt niet gedetecteerd en de
betreffende ingang wordt eveneens gedeactiveerd.
Indien op een later tdstip nog een bewegingsbeveiliging moet
worden aangesloten dan moet het BUS-systeem na het aansluiten
daarvan opnieuw worden aangestuurd. Dit gebeurt via de
parameter “Reset MS BUS“ in het invoermenu van deurregelingen
CS255, CS265, CS310 en CS320.
"Meer informatie staat in de handleiding van de betreffende
deurregeling.
Let op:
Er kan maximaal 1 ES-module worden gebruikt voor elke
bewegingsrichting (OPEN en DICHT). 2 modules voor dezelfde
verplaatsingsrichting wordt niet ondersteund!
Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL) 11
NL
Storingen
Storing Oorzaak Oplossing
Alle LED’s knip-
peren.
Buskabel
onderbroken.
Controleer verbin-
dingen.
Kabel vervangen.
LED‘s gaan achte-
reenvolgens aan
en uit (knipperen).
MSBUS-adressering
loopt.
Wacht tot het
knipperen stopt.
Max. 2 min.
Deur stopt niet
ondanks onderbre-
ken van de fotocel
van de bewegings-
beveiliging.
Systeem niet gede-
tecteerd.
Verkeerd aangeslo-
ten.
Verkeerd ingestelde
dipschakelaar.
Posities dipschake-
laar controleren.
Aansluitingen con-
troleren.
MSBUS-reset op
deursturing uitvoe-
ren.
4.2 Ingebruikname I/O-module
Sluit de benodigde in- en uitgangen spanningsloos helemaal
aan.
Selecteer met DIP 1+2 het gewenste adres (fabrieksinstelling:
adres 1 DIP 1+2 UIT).
Verbind de meegeleverde BUS-kabel met de module en de
deursturing.
Worden meerdere modules toegepast, verbind een module met
de deursturing evenals de overige modules onderling.
Let op:
Elke adres mag maar 1x worden gebruikt!
Schakel de netstroom van de deursturing in.
De modules beginnen nu met de automatische adressering
(knipperen LED1-8).
Na succesvolle adressering branden alleen nog de LED‘s van de
actieve ingangen of uitgangen.
Werd adres 1 geselecteerd (fabrieksinstelling), verschnen in het
invoermenu van de deursturing de extra relais 11-14 of ingangen
11-14. B adres 1 wordt automatisch de opponerende richting
vooringesteld.
Werd adres 2 geselecteerd, verschnen in het invoermenu van de
deursturing de extra relais 15-18 of ingangen 15-18.
Let op:
De adressen 3+4 worden momenteel niet ondersteund!
Adres 1 = 11 - 14
(Voorinstelling voor opponerende richting)
Relais 11 = MOD1 verkeerslicht rood binnen
Relais 12 = MOD 23 verkeerslicht groen binnen
Relais 13 = MOD60 verkeerslicht rood buiten
Relais 14 = MOD62 verkeerslicht groen buiten
Ingang 11= Open buiten
Ingang 12= Open binnen
Ingang 13= Dicht-knop
Adres 2 = 15 - 18
Wordt adres 2 ingesteld, dan zn alle relais af fabriek gedeactiveerd
(MOD28) en moeten via het invoermenu van de deursturing worden
gecongureerd.
Instelling dipschakelaar
Adres Dipschakelaar 1 Dipschakelaar 2
1OFF OFF
2 OFF ON
3Niet beschikbaar
4Niet beschikbaar
Aansluitvoorbeeld CS 255 / CS265 / CS 310 / CS320 / CS 500 met
I/O-module voor sturing opponerende richting
4.2 / 1
X1
X2
X1
X2
X1
X2
X1
X2
CBA D
13
14
13
14
13
14
+ / L
- / N
XW41C
LED
GN
GN
GN
GN
RD
RD
RD
RD
Q2Q3Q4 Q1
I1 I2 I2
94 92 H1 94 92 H1 37B37A 36B 36A H1
B5 36 37 B5 31 32
-P
I4
E
F G H
Legenda
A groen buiten
B rood buiten
C groen binnen
D rood binnen
E Voedingsspanning verkeerslichten
(+/- 24 V of L/N 230 V AC)
F OPEN binnen
G OPEN buiten
H DICHT
I1 Ingang 11
I2 Ingang 12
I3 Ingang 13
I4 Ingang 14
Q1 Relais 11
Q2 Relais 12
Q3 Relais 13
Q4 Relais 14
RD rood
GN groen
12 Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL)
Storingen
Storing Oorzaak Oplossing
Alle LED’s
knipperen.
Buskabel
onderbroken.
Controleer
verbindingen.
Kabel vervangen.
LED‘s gaan achte-
reenvolgens aan
en uit (knipperen).
MSBUS-adressering
loopt.
Wacht tot het
knipperen stopt.
Max. 2 min.
Een in- of uitgang
reageert niet
met de gewenste
functionaliteit.
Modus voor in- of
uitgang verkeerd
geparametreerd.
In het invoermenu
van de deursturing
functiemodus
controleren.
5. Reparatie
5.1 Onderhoud
De uitbreidingsmodule is onderhoudsvr.
5.2 Controle
De uitbreidingsmodule moet eenmaal per jaar worden
gecontroleerd.
Controle uitsluitend door gekwaliceerd vakpersoneel.
%“1.2.2 Vakpersoneel”
WAARSCHUWING!
Levensgevaar door elektrische schok!
Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan leiden tot
een elektrische schok, verbrandingen of de dood.
Voor de controle de besturing altd scheiden van de
stroomvoorziening.
Zorg dat de stroomverzorging tdens de controle
onderbroken blft.
ATTENTIE!
Gevaar voor materiële schade door incorrecte controle van de
besturing!
Om beschadigingen aan de besturing of de laadbrug te vermden,
moeten de volgende punten worden aangehouden:
Versleten of defecte delen moeten worden vervangen.
Er mogen alleen toegelaten delen worden gemonteerd.
De controle moet worden vastgelegd.
Controleer alle elektrische leidingen en de behuizing op
beschadigingen. Een defecte kabel moet direct worden
vervangen.
Vervangen defecte delen moeten op correcte wze worden
afgevoerd.
6. Demontage
Demontage uitsluitend door gekwaliceerd vakpersoneel.
%“1.2.2 Vakpersoneel”
WAARSCHUWING!
Levensgevaar door elektrische schok!
Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan leiden tot
een elektrische schok, verbrandingen of de dood.
Voor de demontage de besturing altd scheiden van de
stroomvoorziening.
Zorg dat de stroomvoorziening tdens de demontage is
onderbroken blft.
Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL) 13
NL
7. Recycling
Recycling uitsluitend door gekwaliceerd vakpersoneel.
%“1.2.2 Vakpersoneel”
Afgedankte apparaten mogen niet worden
weggegooid b het huishoudelk afval!
Afgedankte apparaten via een inzamelpunt voor elektronisch
schroot of via uw vakhandelaar recyclen.
Oude batteren via een recyclingbak voor oude batteren of via
de vakhandel recyclen.
Het verpakkingsmateriaal via de verzamelbak voor karton,
papier en kunststoffen recyclen.
14 Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL)
Montage- en gebruiksaanwzing, MS BUS, Rev. C 0.02 (160920 – NL) 15
NL
#160920
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Marantec EM 172 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor