Endres+Hauser KA Prosonic T FMU30 Short Instruction
- Type
- Short Instruction
Deze beknopte handleiding is niet bedoeld als vervanging voor de bedieningshandleiding behorende bij het instrument.
Zie voor gedetailleerde informatie de bedieningshandleiding en andere documentatie.
Beschikbaar voor alle instrumentversies via:
• Internet: www.endress.com/deviceviewer
• Smartphone/tablet: Endress+Hauser bedieningsapp
Basisveiligheidsinstructies
Voorwaarden voor het personeel
Het personeel moet aan de volgende eisen voldoen voor het uitvoeren van de
taken:
‣Opgeleide specialisten moeten een kwalificatie hebben die relevant is voor de
specifieke functie en taak.
‣Moeten zijn geautoriseerd door de exploitant/eigenaar van de installatie.
‣Moeten bekend zijn met de nationale regelgeving.
‣Moeten de instructies in de handleiding en aanvullende documentatie
hebben gelezen en begrepen.
‣Moeten de instructies opvolgen en het algemene beleid naleven.
Bedoeld gebruik
Compact instrument voor continue contactloze niveaumeting. Het meetbereik is
tot 8 m (26 ft) voor vloeistoffen en tot 3,5 m (11 ft) voor stortgoed.
Flowmetingen kunnen worden uitgevoerd in open kanalen en bij meetschotten
met een linearisatiefunctie.
Bedrijfsveiligheid
Gevaar voor lichamelijk letsel!
‣Gebruik het instrument alleen wanneer het in goede technische conditie is,
vrij van fouten en storingen.
‣De operator is verantwoordelijk voor een storingsvrije werking van het
instrument.
Installatie
3 4
15
6L
r
16
/D
2
D
1 Montagevoorwaarden voor sensor voor niveaumeting
1 Afstand tot tankwand: ¹⁄₆ van tankdiameter
2 Gebruik een zonnedak; bescherming tegen direct zonlicht of regen
3 Installeer de sensor niet in het midden van de tank
4 Vermijd metingen door de vulstroom
5 Installeer geen niveauschakelaars of temperatuursensoren in de straal
6 Symmetrische interne objecten, bijv. verwarmingsspiralen en schoepen, hebben een
negatieve invloed op de meting
• Monteer slechts 1 instrument per tank: de signalen van meerdere
instrumenten beïnvloeden elkaar.
• Bepaal het detectiegebied, gebruik 3-dB hoek α:
Sensor α Lmax rmax
1 ½" 11 ° 5 m (16 ft) 0,48 m (1,6 ft)
2" 11 ° 8 m (26 ft) 0,77 m (2,5 ft)
Montage van het instrument
LET OP
Het instrument kan worden beschadigd.
‣Zet het instrument alleen vast via de schroefdraadkoppeling, met maximaal
7 Nm (5,16 lbf ft).
65
2 Montage op schroefdraadkoppeling, sleutelwijdte SW/AF 65
Products Solutions Services
Beknopte handleiding
Prosonic T FMU30
Ultrasone meettechnologie
KA01638F/15/NL/01.22-00
71623680
2022-12-01
*71623680*
71623680
KA01638F
2 Endress+Hauser
LET OP
Wanneer de blokafstand niet wordt aangehouden, kunnen storingen aan
het instrument optreden.
‣Monteer het meetinstrument hoog genoeg zodat de blokafstand niet wordt
bereikt bij maximaal niveau.
‣Specificeer de veiligheidsafstand (SD).
‣Wanneer het niveau de veiligheidsafstand SD binnenkomt, geeft het
instrument een waarschuwing of alarm.
‣Bereik F mag niet in de blokafstand BD komen. Niveau-echo's binnen de
blokafstand kunnen niet worden gemeten vanwege responstijd van de
sensor.
F
E
BD
SD
3 Parameters voor correcte bedrijf van het instrument
BD Blokafstand
SD Veiligheidsafstand
E Leeginregeling
F Bereik
Gebruik een pijpnozzle wanneer de blokafstand niet kan worden
aangehouden.
Zie voor meer informatie de bedieningshandleiding en technische
informatie.
Elektrische aansluiting
LWAARSCHUWING
Risico voor explosie vanwege verkeerde aansluiting.
‣Houd de geldende nationale normen aan.
‣Voldoe aan de specificaties in de veiligheidsinstructies (XA).
‣Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de specificaties op de
typeplaat.
‣De gespecificeerde kabelwartel moet worden gebruikt.
‣Schakel de voedingsspanning uit voor het aansluiten.
‣Sluit de potentiaalvereffening aan op de externe aardklem voordat de
voedingsspanning wordt ingeschakeld..
‣Installeer, bij het aansluiten op de voedingsspanning, een hoofdschakelaar
voor het instrument welke goed bereikbaar is. Markeer de
voedingsschakelaar als scheidingsschakelaar voor het instrument
(IEC/EN61010).
1
2
4
12
5
3
1. Schroef het deksel van de behuizing (1).
2. Verwijder het display (2) indien deze aanwezig is. Ontkoppel
displaystekker.
3. Leid de kabel (3) door de kabelwartel (4). Vermijd vocht in de behuizing,
maak een lus om vocht te laten afdruipen.
4. Sluit de instrumentkabel met de aardklem (5) aan in het
aansluitcompartiment.
L- L+
1
1
3
4
2
T 0.5A
2 3
1 Voedingsspanning
2 Zekering conform IEC 60127, T0, 5A
3 PAL (potentiaalvereffening)
4 4 … 20 mA
1. Bedraden conform het klembezettingsschema.
2. Zet de kabelwartel vast.
3. Plaats het display indien deze aanwezig is.
4. Schroef het behuizing op.
5. Schakel de voedingsspanning in. Activeer spanning direct op het
instrument: 14 … 35 V.
Inbedrijfname, menu-instellingen en bediening, zie bedieningshandleiding.
-
1
-
2
