Inleiding
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Toestelconfiguratie
OPMERKING: Bepaalde functies zijn alleen beschikbaar als de
juiste sensors zijn verbonden met het toestel.
Met de GMI 20 kunt u gegevens weergeven van sensors die
zijn verbonden met het toestel via een NMEA 2000
®
of NMEA
®
0183 netwerk.
Hiermee gaat u naar het vorige menu of het
instrumentscherm.
Hiermee worden aanvullende instellingen weergegeven voor
een instrument of scherm.
of Hiermee doorloopt u de instrumentpagina's en menu-items.
Hiermee opent u de scherminstellingen door één keer te
drukken. Hiermee schakelt u het toestel uit door ingedrukt te
houden.
Hiermee opent u de instellingen voor schermverlichting door
twee keer te drukken.
Hiermee opent u de instellingen voor uitschakelen door
ingedrukt te houden.
Profielen
Profielen zijn verzamelingen met instrumentpagina's en
instellingspagina's die in eigen categorieën kunnen worden
aangepast en geplaatst. Profielen kunnen bestaan uit
instrumentpagina's die gelijksoortige informatie weergeven,
zoals brandstof- of motorgegevens.
Een profiel selecteren
1
Selecteer > Profielen > Selecteer een profiel.
2
Selecteer een profiel.
Profielnaam wijzigen
1
Selecteer > Profielen > Profielnaam wijzigen.
2
Selecteer of om door de letters te bladeren.
3
Selecteer Selecteer om een letter te selecteren.
4
Selecteer OK.
Aangepaste profielen maken
U kunt maximaal drie aangepaste profielen maken. U kunt
maximaal tien pagina's met meerdere instrumenten toevoegen
aan een aangepast profiel.
1
Selecteer > Profielen > Selecteer een profiel.
2
Selecteer Aangepast 1, Aangepast 2, of Aangepast 3.
3
Selecteer een pagina.
4
Selecteer een of meer instrumenten.
5
Selecteer een optie:
• Selecteer Ja om meer instrumentpagina's toe te voegen
aan het aangepaste profiel.
• Selecteer Nee om het aangepaste profiel te voltooien.
Een profiel vergrendelen
U kunt een profiel vergrendelen zodat er geen wijzigingen
kunnen worden gemaakt aan de gegevensvelden, de lay-out
van de pagina of het aantal pagina's dat tegelijkertijd kan
worden weergegeven.
Selecteer > Profielen > Vergrendel profiel > Ja.
Een profiel ontgrendelen
Selecteer > Profielen > Ontgrendel profiel > Ja.
Profielen herstellen naar de standaardinstellingen
U kunt ontgrendelde profielen herstellen naar de
standaardinstellingen.
1
Selecteer > Profielen > Standaardinstellingen
herstellen.
2
Selecteer Huidig profiel of Alle profielen.
3
Selecteer Ja.
Instrumentpagina's
De instrumentpagina's doorlopen
Selecteer op de instrumentpagina of .
De gegevensvelden configureren
Gegevens op een instrumentpagina kunnen op verschillende
manieren worden weergegeven, afhankelijk van de
instrumentpagina die wordt weergegeven.
Selecteer > Configureer gegevensvelden.
Een instrumentpagina toevoegen
1
Selecteer > Pagina's > Voeg pagina toe.
2
Selecteer een verzameling instrumentpagina's.
3
Selecteer of om de instrumentpagina's te doorlopen.
4
Selecteer een instrumentpagina die u wilt toevoegen.
5
Selecteer indien nodig Ja om meer instrumentpagina's toe te
voegen.
Instrumentpagina verwijderen
1
Selecteer > Pagina's > Wis pagina.
2
Selecteer een pagina die u wilt verwijderen.
3
Selecteer Ja.
Volgorde van instrumentpagina's wijzigen
U kunt de volgorde van de instrumentpagina's wijzigen.
1
Selecteer > Pagina's > Pagina's opnieuw sorteren.
2
Selecteer een instrumentpagina.
3
Selecteer of om de instrumentpagina naar boven of
beneden te verplaatsen in de volgorde.
4
Selecteer Selecteer om de instrumentpagina op de nieuwe
locatie in de volgorde te plaatsen.
Toestelconfiguratie
Systeeminstellingen
Selecteer > Stel in > Systeem.
Eenheden: Hiermee wijzigt u de maateenheden.
Voorliggende koers: Hiermee stelt u de referentie in voor het
berekenen van de koers.
Zoemer: Hiermee stelt u in of en wanneer hoorbare signalen
worden gebruikt.
2