Sealife DIGITAL PRO FLASH Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Digitale Pro
Flash
Gebruikershandleiding
www.sealife-cameras.com/onlineguide/manuals.html
Español - Deutsch - Français
Italiano – Nederlands - Türkçe
2
Inhoud:
I. Veiligheidswaarschuwingen................................................................... 3
II. Inleiding .................................................................................................... 4
III. De camera voorbereiden ..................................................................... 5
IV. De flitser voorbereiden ........................................................................ 6
V. De camera en flitser testen [boven water] ....................................21
VI. De belichting en flitshelderheid van de camera aanpassen.......... 22
VII. Een waterdichte verzegeling onderhouden .................................... 28
VIII. Controlelijst voorafgaand aan de duik .............................................30
IX. Na elke duik ......................................................................................... 31
X. Reinigen en onderhoud.......................................................................31
XI. Eenvoudig geweldige foto’s maken....................................................32
XII. Problemen oplossen ............................................................................ 35
XIII. Specificaties............................................................................................38
XIV. Onderdelen en reparaties .................................................................. 38
www.sealife-cameras.com/onlineguide/manuals.html
Español - Deutsch - Français - Italiano – Nederlands - Türkçe
3
I. Veiligheidswaarschuwingen
Ontlaad de flitser altijd voordat u het waterdicht deurtje opent,
door de power-schakelaar op de “TEST”-positie en vervolgens op de
“OFF”-positie te schakelen. Hierdoor wordt de hoge elektriciteitspanning
van de flits ontladen.
Als een of ander object of water in de flitser is gekomen, ontlaadt u
de flitser en schakelt u hem uit. Blijft u in deze toestand de flitser gebruiken,
kan dit resulteren in brand of een elektrische schok. Neem contact op met
de klantenservice van SeaLife voor reparaties.
Probeer nooit, om welke reden dan ook, het elektronisch circuit
zelf te repareren. De interne elektronica maakt gebruik van componenten
die omgaan met hoge elektrische spanningen, welke een zware elektrische
schok kunnen veroorzaken.
De On/Off/Test-schakelaar bevat een krachtige magneet. Houdt
deze uit de buurt van kompassen en elektronica om magnetische storing
tegen te gaan.
Stel de flitser niet gedurende langere tijd bloot aan hitte of direct
zonlicht.
Houd alle veiligheidsregels van SCUBA-duiken in acht en let altijd
op uw drijfvermogen. Neem contact op met uw duikinstructeur voor alle
veiligheidsvragen.
Bezoek www.sealife-cameras.com voor updates over deze handleiding en
technieken over onderwaterfotografie. Bekijk de online handleiding met de
naam Great Pictures Made Easy.
4
II. Inleiding
Bedankt voor het kopen van de SeaLife Digital Pro Flash. Zowel beginnende
als ervaren duikers weten dat hoe dieper ze duiken, hoe minder licht het
water binnendringt. De diepte is niet alleen spannend voor u als duiker, maar
vormt ook een uitdaging voor de onderwaterfotograaf.
Het water filtert rood en geel weg, zodat alles blauw lijkt. En dat terwijl
koraalriffen en vissen barsten van kleur. Een krachtig onderwater
flitssysteem is de beste methode om verloren kleuren te herstellen.
Zonder digitale flits Met digitale flits
Deze gebruikershandleiding gidst u door alle belangrijke informatie over het
gebruik van de flitser. Er worden tips gegeven zodat u de beste
onderwaterfoto's van uw leven maakt.
5
III. De camera voorbereiden
Zorg dat u vertrouwd bent met het gebruik van de camera. Zie de
gebruikershandleiding van de camera voor informatie over het aanpassen
van de instellingen die in deze handleiding worden beschreven. Hier volgt de
basale cameraopstelling voor SeaLife en andere populaire digitale camera's
en hun behuizing.
1. Plaats een lege gegeugenkaart. Het is verstandig geheugenkaarten
regelmatig te formatteren, maar let op want alle foto’s worden dan
verwijderd.
2. Zorg dat voor elke duik de batterij(en) van de camera nieuw zijn of net
opgeladen.
3. Stel digitale camera’s van SeaLife
in op External Flash mode.
4. Camera’s die niet van SeaLife zijn
, stelt u als volgt in:
a Stel ISO in op 100 (of minder indien beschikbaar), maar niet op
Auto.
b. Stel Witbalans in op “Bewolkt” voor betere kleuren.
c. Stel de flits van de camera in op geforceerd.
d. Stel de hoogste beeldresolutie in.
e. Op bepaalde camera’s kan de sluitertijd en belichtingstijd nog
worden ingesteld. Alleen ervaren fotografen mogen deze waardes
aanpassen.
5. Controleer of de camerabehuizing en belangrijkste O-ring schoon zijn
volgens de instructies van de camera(behuizing).
6. Plaats de camera en verzegel de behuizing.
7. Neem een testfoto en controleer of de flitser van de camera
functioneert.
6
IV. De flitser voorbereiden
Maak het slot open door de
veiligheidsknop omlaag te schuiven.
Til de klep op en open de
waterdichte deur voor toegang tot
batterijgedeelte en instellingen voor
voorflits en automodus.
Belangrijk:
• Zorg dat, voordat u het waterdichte deurtje opent, de flitser en uzelf
helemaal droog zijn.
Open het waterdichte deurtje met de deur omlaag gericht, zodat geen
water op de O-ring kan komen of in de flitser druppelt.
Ontgrendelen
OPTILLEN
7
Plaats 4 nieuwe of opgeladen AA-batterijen. Open de klep van het
batterijgedeelte en plaats batterijen in overeenstemming met de de
polariteitsmarkeringen aan de bovenzijde van het batterijgedeelte.
Hier openen
8
Stel de Pre Flash-schakelaar op de “0”-positie bij alle SeaLife-camera’s.
Bij digitale camera’s die niet van SeaLife zijn
, stelt u de schakelaar op de
#4-positie om te starten. Meer informatie vindt u verderop in deze
handleiding bij het instellen van de instelling voor Pre Flash voor camera's
die niet van SeaLife zijn.
Voorflits-schakelaar
Wat is voorflits (pre-flash)?
De meeste digitale camera’s hebben één of meer voorflitsen om te helpen
bij het instellen van autofocus/automatische belichting van de camera. De
voorflits flitst voordat de hoofdflits van de camera optreedt. De
voorflitsinstelling vertelt de externe flitser hoeveel voorflitsen genegeerd
moeten worden voordat hij mag flitsen. Als uw digitale camera bijvoorbeeld
2 voorflitsen maakt, moet u de instelling van de voorflits instellen op 2. De
externe flitser negeert dat de twee voorflitsen en flitst op de derde flits.
Cameras van SeaLife hebben geen voorflits als de camera in de External
Flash-modus staat. Meer informatie over instellen van de correcte
voorflitsinstelling voor camera’s die niet van SeaLife zijn, vindt u verderop in
deze handleiding.
9
Instelling van voorflits (voortgezet):
Positie schakelaar
Beschrijving van instelling
0 Camera’s zonder voorflits
Voor alle camera’s van SeaLife
[Camera ingesteld op modus Ext flits]
1 Camera met 1 voorflits
[en camera’s met snelvuur-voorflits*]
2 Camera met 2 voorflitsen
3 Camera met 3 voorflitsen
4 Camera met 4 voorflitsen
*Opmerking: De instelling #1 voorflits werkt bij camera’s die gebruik maken
van 1 voorflits of een snelvuur-voorflitssysteem, omdat het een ingebouwde
vertraging heeft van 50 milliseconden tussen de eerste flits en de hoofdflits.
Meer informatie over het ijken van de correcte voorflitsinstelling voor
camera’s die niet van SeaLife zijn, vindt u verderop in deze handleiding.
10
Zet de Auto-modusschakelaar op de positie "1" voor alle camera's van
SeaLife en op "4" voor alle andere digitale en filmcamera's
. Meer informatie
over het instellen van de correcte Automodus voor uw camera vindt u
verderop in deze handleiding.
Wat is Automodus (Auto mode)?
Automodus bepaalt automatisch de helderheid van de externe flits en helpt
u de optimale beeldbelichting te bereiken. Als de externe flits afgaat,
detecteert de lichtsensor aan de voorzijde van de flitser onmiddellijk het
licht dat reflecteert van het object. Als het te veel licht detecteert, stopt de
flitser snel zodat het beeld niet overbelicht wordt. Er zijn 4 instellingen voor
automodus. Voor uw cameratype is één instelling de beste. Instelling #1
resulteert in een iets minder krachtige flits en #4 resulteert in een veel
krachtigere flits. Meer informatie over het ijken van de correcte instelling
van automodus voor camera’s die niet van SeaLife zijn, vindt u verderop in
deze handleiding.
11
Sluit en verzegel de waterdichte deur. Zorg dat de O-ring perfect
schoon en onbeschadigd is. Sluit het waterdichte deurtje zorgvuldig zodat
niets bij de O-ring klem komt te zitten en zorg dat de O-ring op de juiste
positie zit en niet ingedeukt is. Controleer of het waterdichte deurtje
volledig is gesloten. Sluit het slot door de veiligheidsknop omhoog te
schuiven.
Belangrijk:
Zie
Een waterdichte zegel onderhouden
in sectie VII van deze
handleiding voor informatie over het inspecteren van de O-ring op
sneetjes, scheuren, vuil of andere beschadiging. Indien nodig reinigen of
vervangen. Smeer geen vet op de O-ring. Veeg de O-ring en
contactoppervlakken schoon met een vochtige katoenen doek. Rek de
O-ring nooit uit.
Sluiten
Slot
12
Bevestig de camera(behuizing) op de montagebeugel van de
flitser. Draai de schroeven voorzichtig met de hand vast. Niet te strak
vastdraaien!
Belangrijk:
Bevestig de flitser alleen aan camera(behuizingen) met een minimum
schroefdiepte van 0.250” (6.4mm) en gebruik een standaard ¼-20
schroefdraad van het tripodtype. Gebruik nooit
kracht en draai de
schroef nooit
te vast, omdat u anders de verzegeling van de behuizing en
schroefdraad kunt beschadigen.
13
Twee flitsers aansluiten op de camera(behuizing). U kunt eenvoudig
twee flitsers aansluiten op uw onderwatercamera. Gebruik twee flitsers om
schaduwen te voorkomen en de kleuren en helderheid nog intenser te
maken.
Verwijder de kleinere montageschroef (0.625” / 15,9mm, item #SL96025)
van elke flitser. Bevestig de grotere montageschroef (1” / 25.4mm, item
#SL96022 – niet bijgesloten) door montagebeugels van beide flitsers en in
de behuizing van de camera. Draai elke flitskop zodat ze beide naar voren
wijzen, zoals in de afbeelding.
Opmerking: Een langere montageschroef is nodig als u twee flitsers
monteert. Item #SL96022–voor twee flitsers. Neem contact op met uw
plaatselijke SeaLife-dealer om een langere schroef te bestellen.
14
Een Flash Link optische kabel aansluiten op de externe flitser
De Digital Pro Flash wordt geleverd met een Flash Link optische kabel (item
#SL962). De optische kabel wordt gebruikt om licht door te sturen van de
camera naar de lichtsensor onder de kop van de externe flitser. Als de
flitsersensor licht uit het andere eind van de kabel detecteert, wordt de
externe flitser geactiveerd.
De optische kabel zou al op de kop van de externe flitser moeten zijn
aangesloten, maar toch is het handig om te weten hoe de kabel kan worden
aangesloten en verwijderd.
1. Draai de schroef van de kabel ongeveer 2 omdraaiingen linksom om de
klem los te draaien. Verwijder de schroeven van de klem niet.
2. Plaats de optische kabel in het gat van het kabelslot totdat de kabel niet
verder kan [zorg dat de kabel helemaal naar boven is geduwd].
3. Draai de schroef van de kabel rechtsom om de kabel op z’n plek te
bevestigen [slechts vingervast – niet te strak aandraaien].
1. 2. 3.
15
De Flash Link optische kabel aansluiten op camera’s van SeaLife
Voor camera’s van SeaLife:
Bevestig het andere uiteinde van de optische kabel op de camera-adapter
van de SeaLife-camera. Het volgend voorbeeld toont hoe de optische kabel
wordt aangesloten op de SeaLife DC500/DC600 camera-adapter.
1. Draai één van de twee stelschroeven van de camera-adapter los met de
bijgesloten kleine inbussleutel.
2. Steek de optische kabel in het gat met de losgedraaide schroef en duw
de kabel zover mogelijk zonder dat de kabel aan de andere kant van
adapter naar buiten steekt.
3. Het eind van de kabel moet naar de flitser van de camera wijzen.
4. Draai de stelschroef voorzichtig vast totdat u voelt dat deze contact
maken met de kabel en draai dan nog één kwartslag verder. Trek
zachtjes aan de kabel om te controleren of deze vast zit. Draai de
stelschroef niet te vast omdat u de optische kabel anders beschadigt.
1. 2. 3.
Einde van kabel
16
De Flash Link optische kabel aansluiten op camera’s die NIET van
SeaLife zijn
Voor camera’s die NIET van SeaLife zijn:
Sluit het andere eind van de optische kabel aan op de universele
camera-adapter zoals hieronder is weergegeven.
1. Verwijder beschermlaag aan de achterzijde van de klitteband.
2. Plak de tape over het flitservenster van de camerabehuizing.
1. 2.
Achterzijde
ijd
Haak bevestigen en tape over
venster haken
17
De Flash Link optische kabel aansluiten op camera’s die NIET van
SeaLife zijn (voortgezet)
3. Draai de stelschroef van de universele
adapter los met de bijgesloten kleine
inbussleutel.
4. Steek de optische kabel in het gat zoals
hierboven is aangegeven en duw de kabel
zover mogelijk zonder dat de kabel aan de
andere kant van adapter naar buiten steekt.
5. Draai de stelschroef voorzichtig vast totdat u
voelt dat deze contact maken met de kabel
en draai dan nog één kwartslag verder. Trek zachtjes aan de kabel om te
controleren of deze vast zit. Draai de stelschroef niet te vast omdat u
de optische kabel anders beschadigt.
6. Druk de kabeladapter in de behuizing zoals hierboven is aangegeven.
3. 4. 5.
6.
18
De Flash Link optische kabel bevestigen aan de flitserarm
Gebruik de twee klittenbandjes om de optische kabel aan de boven- en
onderzijde van de flitserarm te bevestigen.
Gebruik de
klittenband om de
optische kabel aan de
arm te bevestigen
19
De voorflitsinstelling van digitale camera’s die niet van SeaLife
zijn instellen
Volg deze stappen om de juiste instelling voor de voorflits (pre-flash) te
bepalen van een camera die niet van SeaLife is:
1. Stel de instelling van de voorflits (pre-flash) in op #4.
2. Zet de camera en de flitser aan.
a Zorg dat alle camera-instellingen zijn ingesteld zoals beschreven
is in sectie III van deze handleiding.
b. Draai de helderheidknop aan de achterzijde van de flitser op de
positie 9 of 10. (niet de Auto-positie)
3. Wacht totdat het rode lampje aan gaat.
4. Neem een testfoto van een object op een afstand van 1m/3ft.
5. Bekijk de foto op de camera.
6. Is de foto donker of erg licht (wellicht overbelicht)?
a Als het beeld te donker is, zet dan de instelling van voorflits één
stand lager (van #4 naar #3) en herhaal stappen 3 tot 6.
b. Als het beeld helder is (evt. overbelicht), dan is de instelling van
de voorflits correct. U bent nu klaar met het instellen van de
voorflits.
Opmerking: Zodra u de correct instelling van de voorflits voor uw camera
heeft bepaald, hoeft u dit niet meer te veranderen. Dit wordt de permanente
instelling voor voorflits, tenzij u een andere camera gebruikt.
20
De instelling van automodus voor digitale camera’s die niet van
SeaLife zijn instellen
Volg deze stappen om de juiste instelling voor de autommodus (Auto mode)
te bepalen van een camera die niet van SeaLife is:
1. Stel de instelling van de automodus (Auto mode) in op #4.
2. Zet de camera en de flitser aan.
a Zorg dat alle camera-instellingen zijn ingesteld zoals beschreven
is in sectie III van deze handleiding.
b. Draai de helderheidknop aan de achterzijde van de flitser op de
positie “A” voor Auto. (Volledig linksom)
3. Wacht totdat het rode lampje aan gaat.
4. Neem in een donkere ruimte een testfoto van een plat, niet-reflecterend
object (bijvoorbeeld een schilderij aan de muur) op een afstand van
ongeveer 1,5m/5ft.
5. Schuif de schakelaar van automodus één stand lager (bijvoorbeeld van
#4 naar #3) en herhaal stappen 3 tot 5 totdat u 4 foto’s heeft genomen,
één voor elke instelling.
6. Bekijk de fotos op de camera of computer en bepaal welke foto de
beste kleuren en belichting heeft.
7. Stel de schakelaar van automodus op de positie van de beste foto uit
bovenstaande test. Als bijvoorbeeld de tweede foto de beste van de vier
is, stel de automodus dan op de positie #3.
8. U bent nu klaar met het instellen van de automodus.
Opmerking: Zodra u de correct instelling van de automodus voor uw
camera heeft bepaald, hoeft u dit niet meer te veranderen tenzij u een
andere camera gebruikt. De meeste camera’s van SeaLife functionseren het
beste op de positie #1).
21
V. De camera en flitser testen
[boven water]
Nu dat alle instellingen op flitser en camera correct zijn ingesteld, neemt u
nog enkele testfoto's om te controleren of de camera en externe flitser
tegelijk flitsen.
1. Zet de camera en de flitser aan.
a Zorg dat alle camera-instellingen zijn ingesteld zoals beschreven
is in sectie III van deze handleiding.
b. Draai de helderheidknop aan de achterzijde van de flitser op de
positie “A” voor Auto.
2. Wacht totdat het rode lampje aan gaat.
3. Neem een reeks testfoto’s en kijk in een hoek naar de externe flitser
(kijk nooit recht in de flitser).
4. De flitser van de camera en externe flitser moeten tegelijk flitsen.
5. Als de externe flitser niet op hetzelfde moment als de flitser van de
camera flitst, herlees dan de instructies op de vorige pagina om te
controleren of alles correct is ingesteld, en kijk ook in het onderdeel
Problemen oplossen aan het eind van deze handleiding.
22
VI. De belichting en flitshelderheid van de
camera aanpassen
In dit onderdeel leest u hoe u snel en eenvoudig instellingen van camera en
flitser kunt aanpassen voor de beste kleuren en helderheid. Zorg dat u
vertrouwd bent met deze basisaanpassingen voordat u gaat duiken met de
nieuwe externe flitser.
Overbelichte foto Contrast en
kleuren zijn vervaagd.
Correct belichte foto Goed
contrast met levendige kleuren.
U kunt de instellingen van de camera en/of externe flitser aanpassen om de
beste belichting en mooiste kleuren te bereiken.
23
Camera-aanpassingen:
Eerst wat informatie over de verschillende soorten camera-aanpassingen die
kunnen worden uitgevoerd.
Scènemodi
De meeste digitale camera’s bevatten verschillende “Scène”-modi waarbij de
instellingen van de camera worden aangepast op het soort foto dat u wilt
maken.
Op digitale camera’s van SeaLife stelt u de scènemodus in op Ext Flash. Voor
informatie over het instellen van de scènemodus van uw SeaLife-cmera, zie
de handleiding van de camera.
Op camera’s die niet van SeaLife zijn, wordt aanbevolen te starten met een
AUTO scènemodus. Als uw non-SeaLife-camera een scénemodus
“onderwater” heeft, gebruik deze dan niet. Deze onderwaterstanden zijn
niet bedoeld voor camera’s die een externe flitser gebruiken. Lees de
handleiding van de camera voor meer informatie over de scènemodi van uw
camera. Experimenteer om de beste instelling voor uw situatie te vinden.
ISO-instelling
De term ISO (
International Standards Organization
) verwijst naar de
mogelijkheid (of “snelheid”) van de camerasensor om licht op te vangen.
Hoe hoger de ISO-waarde, hoe gevoeliger de camera voor licht is, wat
resulteert in een helderder, maar ook korreliger beeld.
Op camera’s van SeaLife stelt u de Ext Flash-modus in en laat u de ISO op
Auto staan. Uw camera van SeaLife is voorgeprogrammeerd om
automatisch de optimale ISO-waarde voor onderwaterfoto's met flitser in
te stellen.
24
Op camera’s die niet van SeaLife zijn kiest u een lagere ISO, zoals 50 of 100,
omdat het beeld dan scherper en minder korrelig is.
EV-compensatie
De instelling van EV (
Exposure Value
, belichtings)-compensatie van de
camera functioneert voor een groot deel als de ISO-instelling – Een hoge de
EV-waarde om foto’s helderder te maken, en een lage EV-waarde om foto’s
donkerder te maken. Net als bij ISO, resulteren hogere EV-waardes in
korreligere foto’s.
Op camera’s van SeaLife stelt u de Ext Flash-modus in en laat u de
EV-compensatie op “0” staan. Uw camera van SeaLife is
voorgeprogrammeerd om automatisch de optimale EV-waarde voor
onderwaterfoto's met flitser in te stellen.
Op camera’s die niet van SeaLife zijn, start u met een EV-instelling van -2, en
maakt u indien nodig aanpassingen om de beste resultaten te bereiken.
Probeer geen + EV-waardes te gebruiken.
Witbalans
De witbalans van de camera stelt de camerasensor in op de
“kleurtemperatuur” van de primaire lichtbron.
Op camera’s van SeaLife stelt u de Ext Flash-modus in en laat u de Witbalans
op Auto staan. De SeaLife-camera is voorgeprogrammeerd op de
kleurtemperatuur van de flitser.
Op camera’s die niet van SeaLife zijn, wordt de witbalansinstelling
BEWOLKT geadviseerd.
Flitserinstelling van de camera
Op bijna alle digitale camera’s kunt u de flitser instelling op Auto, Geforceerd
25
AAN, Geforceerd UIT, of Rode-ogen-reductie.
Digitale camera’s van SeaLife stelt u in op Ext Flash. De camera flitst dan
altijd. Als u op de flitstoets drukt, schakelt de camera tussen Normale flits,
Verre flits en Macroflits. Dit wordt verderop in deze handleiding beschreven.
Op camera’s die niet van SeaLife zijn, kiest u Geforceerd AAN. Vergeet niet
dat de externe flitser pas flitst als de flitser van de camera flitst.
Handmatig belichting instellen
Op sommige digitale camera’s kan het diafragma en sluitertijd handmatig
worden ingesteld. Doe dit alleen als u goed bekend bent met de principes
van digitale fotografie. Deze instellingen zijn te geavanceerd om in deze
handleiding te worden behandeld.
Digitale camera’s van SeaLife stelt u in op Ext Flash. De camera kiest dan
automatisch de beste instelling voor diafragma en sluitertijd voor
onderwaterfotografie met flits.
Heeft u een camera die niet van SeaLife is, waarop de belichting handmatig
kan worden ingesteld, is het wellicht handig een onderwaterfotografiecursus
te volgen om meer te leren over de instellingen.
26
Aanpassingen van externe flits:
Nu dat u vertrouwd bent met de instellingen die
kleur en helderheid beïnvloeden, wordt hier
beschreven hoe u de instellingen van externe
flitser kunt aanpassen.
Instellen van de intensiteit van de flits
U kunt de intensiteit van de externe flitser
handmatig of automatisch instellen via de
draaiknop aan de achterzijde van de flitserkop.
Neem enkele testfoto’s en experimenteer met
het effect van de verschillende instellingen.
Als de testfoto overbelicht is (witte of uitgelopen kleuren)
, draai de knop
dan 1 of 2 balken linksom om de intensiteit te verminderen en neem
vervolgens nog een foto. Doe dit totdat u tevreden bent met de belichting.
Als de testfoto onderbelicht is (donker)
, draai de knop dan 1 of 2 balken
rechtsom om de intensiteit te verhogen en neem vervolgens nog een foto.
Doe dit totdat u tevreden bent met de belichting.
Let op dat de flitser een bereik heeft van 1,8m tot 2,4m (6ft tot 8ft),
afhankelijk van de helderheid van het water, dus neem foto's op een afstand
binnen dat bereik.
Als u de knop helemaal naar links draait op de “A”-positie
, wordt de flitser
ingesteld op Automatisch
en wordt de intensiteit van de flits automatisch
aangepast.
Auto-mod
us
Helderst
e stand
Donkerst
estand
27
De externe flitser richten
De flexibele arm van de flitser kan volledig worden aangepast zodat u de flits
snel en eenvoudig kunt richten. Zorg dat de flitserkop naar het object is
gericht voordat u een foto neemt. Als de flitser niet correct gericht is, kan
het beeld onderbelicht (donkerder) worden.
Let op dat objecten onderwater dichterbij lijken dan boven water, dus richt
de flits iets boven het doel om te compenseren voor dit onderwatereffect.
Opmerking: De flexibele arm bestaat uit zeven schakels van 2,5cm die
bedekt zijn met een schuimrubberen hoes. U kunt de flexibele arm in elke
richting buigen, maar als u de arm te ver forceert, ontsporen de schakels. Als
de schakels los raken, kunt u deze opnieuw verbinden door ze samen te
duwen totdat ze vastklikken.
Twee externe flitsers gebruiken
Met een tweede externe flitser kunt u het object aan twee kanten belichten
en schaduwen voorkomen. Volg dezelfde gebruiksinstructies als u twee
flitsers gebruikt. Zie pagina 13 van deze handleiding voor informatie over het
toevoegen van een tweede flitser.
Bezoek www.sealife-cameras.com
voor meer tips en technieken over
onderwaterfotografie, en kijk in de online gids
Great Pictures Made Easy
.
28
VII. Een waterdichte verzegeling
onderhouden
De flitser maakt gebruik van een siliconen o-ring en pakking om waterdicht
te blijven. De o-ring is de primaire waterdichte verzegeling, en de pakking
helpt te voorkomen dat zand en stof bij de o-ring komt.
Elk flitser wordt op diepte getest om te controleren
of de verzegeling waterdicht is. U moet zelf de
oppervlakken van de o-ring en verzegeling
regelmatig controleren en deze waterdichte
verzegeling onderhouden. Voer deze inspecties altijd
uit voordat u de flitser onderwater gebruikt.
De o-ring en verzegeling controleren
1. Verwijder nooit de o-ring of pakking. Als de
o-ring of pakking beschadigd is en moet worden
vervangen, neem dan contact op met de
klantenservice van SeaLife in uw land. Zie het
eind van deze handleiding voor informatie over
reparaties.
2. Inspecteer voorzichtig de o-ring en pakking op
sneetjes (A) en scheurtjes (B). Het helpt als u de
o-ring en pakking zachtjes door uw vingers laat
glijden zodat u oneffenheden of beschadigingen
kunt voelen.
O-ring
Pakking
1.
2.
A
B
C D
29
3. Veeg de o-ring, pakking en oppervlakte af met
een vochtige katoenen doek om haar (C), zand
(D) of ander vuil te verwijderen.
4. Inspecteer alle oppervlakken van de o-ring op
krassen of andere schade die van invloed kan
zijn op de waterdichte verzegeling. Neem
contact op met de klantenservice van SeaLife
voor reparaties als de oppervlakken van de
verzegeling beschadigd zijn.
Belangrijke waarschuwingen voor gebruik onderwater
1. Smeer nooit de o-ring of pakking.
2. Ga nooit dieper dan 60m/200ft.
3. Open het waterdichte deurtje nooit in een natte omgeving. U
en de flitser moeten droog zijn voordat u het waterdichte deurtje
opent.
4. Stel de flitser niet gedurende langere tijd bloot aan direct
zonlicht.
3.
4.
Controleer oppervlak van o-ring
30
VIII. Controlelijst voorafgaand aan de duik
1. Plaats nieuwe of volledig opgeladen batterijen in de camera en flitser.
2. Controleer of instellingen van de camera en flitser juist zijn ingesteld en
dat de Flash Link optische kabel stevig is aangesloten.
3. Inspecteer de o-ring en verwijder stof, zand en ander vuil. Sluit
voorzichtig de waterdichte klep en zorg dat niets klem zit in het
verzegelde gebied en dat de o-ring op z’n plek schuift.
4. Neem een testfoto om te controleren of de flitser van de camera en de
externe flitser functioneren. Vergeet niet de camera en flitser uit te
schakelen om de batterijen te sparen.
5. Controleer kort of de camera waterdicht is voordat u het water in gaat
- Houd de camera en flitser onderwater. Als een gestadige, continue
stroom luchtbellen uit de camera of verzegeld gebied van de flitser
komt, haal de camera en flitser dan uit het water. Droog de camera en
flitser af en controleer op lekkage.
Opmerking: Het is normaal dat enkele luchtbellen uit de beugel van de
flitser en andere plekken met lucht komen. De meeste boten voor
duikers hebben een bak met water voor onderwatercamera's.
6. Spring niet in het water met de camera in uw hand. Vraag iemand u de
camera te geven als u in het water bent.
31
IX. Na elke duik
1. Als u klaar bent met duiken, maar voordat u de boot weer ingaat, geeft u
de camera aan iemand aan boord.
2. Dompel de flitser en camera onder in vers water om zout, zand
en vuil te verwijderen. De meeste boten hebben een bak met vers
water voor onderwatercamera's. Laat nooit zout water op de camera of
flitser opdrogen.
3. Zodra de camera en flitser zijn afgespoeld, laat u het water uit de beugel
van de flitser stromen (deze heeft kleine drainagegaten aan de
onderzijde) en droogt u de verzegelde camera en flitser af met een
handdoek.
4. Zorg dat de flitser (en uzelf) droog zijn voordat u de
waterdichte deur opent. Als u kunt wachten, houd de camera en flitser
dan verzegeld totdat u op een droge plek bent. BELANGRIJK: Als het
waterdichte deurtje wordt geopend, zorg dan dat u de flitser vasthoudt
met het deurtje omlaag gericht. Hierdoor kunnen geen waterdruppels
in de flitser komen.
X. Reinigen en onderhoud
1. Verwijder de batterijen als u de flitser enige tijd niet gebruikt.
2. Laat de flitser grondig drogen voordat u deze opslaat.
3. Gebruik nooit schuurmiddel, reinigingsmiddel, oplosmiddel of
chemicaliën om de flitser te reinigen.
4. Als u de camera langere tijd niet gebruikt, plaats dan zgn.
Moisture-Muncher capsules (item #SL911) in het batterijgedeelte.
Hierdoor blijft de binnenkant droog en vrij van roest of schimmel.
5. Inspecteer routinematig de flitser op versleten of beschadigde
onderdelen. Neem contact op met uw duikwinkel of kijk op de website
van SeaLife voor vervangende onderdelen.
32
XI. Eenvoudig geweldige foto’s maken
De onderwaterfotograaf komt talloze uitdagingen tegen. Maak wat tijd vrij
om de online handleiding van SeaLife met de naam
Great Pictures Made Easy
te lezen. Bzoek www.sealife-cameras.com
. Deze handleiding staat in het
menu Technische ondersteuning.
De volgende informatie is een samenvatting van de basisprincipes van
onderwaterfotografie.
1. Kristalhelder water
Helder water is essentieel voor goede onderwaterfotos. Fijne deeltjes
in het water, zoals algen en sediment, verminderen de zichtbaarheid
zodat kleine vlekken in beeld komen, meestal “verstrooiing” genoemd.
De externe flitser helpt het verstrooiingseffect tegen te gaan omdat de
flitser alleen de buitenste rand van het zwevend puin belicht. Een
algemene vuistregel is fotos te maken op een afstand van 1/10 van de
zichtbaarheid.
2. Beperk de afstand tot 1,8m (6ft)
Water is 800 maal dichter dan lucht en absorbeert licht snel. De
externe flitser heeft een beperkt bereik van 1,8m (6ft) tot 2,4m (8ft),
afhankelijk van de zichtbaarheid van het water. Maak foto’s binnen een
afstand van 1,8m (6ft). 1,2 (4ft) is ideaal. Overweeg de SealLife
Breedhoeklens waarmee u dichterbij kunt fotograferen en toch alles in
beeld kunt krijgen.
33
3. Beweeg kalm en beheers uw drijfvermogen
Beheers altijd uw drijfvermogen en positioneer uzelf op de ideale plek
voordat u een foto maakt. Hierdoor kunt u de camera bestendig
houden en de fotoafstand beheersen. Goede controle over
drijfvermogen helpt u te voorkomen dat de zanderige bodem wordt
opgeschud en verstrooiing veroorzaakt. Het beheersen van het
drijfvermogen is erg belangrijk voor veiligheid tijdens het duiken, dus
neem geen foto’s totdat u controle heeft over uw drijfvermogen.
4. Oefen en experimenteer met de instellingen van camera
externe flitser
Het meeste leert u van uw fouten. Zorg dat u vertrouwd raakt met de
knoppen en instellingen van de camera zodat u, afhankelijk van de
omstandigheden, snel aanpassingen kunt maken. Neem de tijd te
oefenen en experimenteer met verschillende instellingen. Bekijk alle
foto’s en leer van uw fouten.
5. Leer hoe u een goede foto maakt
Zodra u weet hoe u de helderheid (belichting) van het beeld kunt
beïnvloeden, kunt u de setting van foto’s nog verbeteren. Hier zijn
enkele tips:
a Fotografeer niet van bovenaf. Omlaag fotograferen resulteert
meestal in een slecht contrast omdat het object in de
achtergrond verdwijnt. Indien mogelijk fotografeert u van onder
het object omhoog zodat de achtergrond wordt gevormd door
het blauwe water en het contrast beter is.
34
b. Haal het volledige object binnen beeld. Knip geen handen, vinnen
of hoofden af. U kunt foto’s nog altijd later, op de computer,
bewerken.
c. Leer de compositieregel
regel van derden.
Deze regel stelt dat
een foto in negen gelijke delen kan worden opgedeeld, door twee
horizontale lijnen te trekken die de foto in twee evenredige
stukken delen, en op dezelfde wijze twee verticale lijnen. De vier
punten op de kruispunten van deze lijnen kunnen worden
gebruikt om kenmerken in de foto te benadrukken. Volgens
professionele fotografen heeft een foto die volgens dit principe is
gemaakt meer energie en interesse opwekt dan een foto waarin
het onderwerp gewoon in het midden staat.
6. Houd de veiligheidsregels van het duiken altijd in acht
Laat het fotograferen u niet afleiden van de veiligheid.
35
XII. Problemen oplossen
1. Digitale Pro Flash gaat niet af als deze van "ON" op "TEST" is
geschakeld.
a Wacht totdat het rode lampje aan is. Als het lampje niet gaat
branden, controleer dan of de batterijen correct zijn geplaatst.
b. Indien nodig test of vervangt u de batterijen.
c. Als het bovenstaande geen oplossing voor het probleem oplevert,
neem dan contact op met uw plaatselijke verkoper van SeaLife of
het SeaLife Service Center in uw land. Ga naar
www.sealife-cameras.com voor een lijst met verkopers.
2. Digitale Pro Flash gaat af tijdens bovenstaande test, maar niet
na een opdracht van de camera.
a Zorg dat de stroomknop op de positie “ON” is geplaatst en dat
het rode lampje brandt.
b. Neem wat testfoto’s en controleer of de flitser van de camera
functioneert.
c. Controleer of de instellingen van de camera kloppen.
i. Op digitale camera’s van SeaLife stelt u de External Flash
modus in. Zorg dat het lampje van de camera brandt.
ii. Op andere cameras stelt u de flitserstand in op AAN.
Zorg dat de instelling van de cameraflitser niet is ingesteld
op Auto of Rode-ogenreductie. Zie de instructies van de
camera voor problemen die te maken hebben met de
camera.
d. Zorg dat de instellingsknop van de voorflits op de goede stand
staat volgens de instructies van deze handleiding.
36
e. Controleer of de Flash Link optische kabel correct is aangesloten
volgens de instructies van deze handleiding.
3. De flitser gaat soms, maar niet altijd af.
a Dit wordt normaal gesproken veroorzaakt door een beschadigde
Flash Link optische kabel of het treedt op als de optische kabel
niet correct is bevestigd. Controleer de optische kabel op
beschadiging en controleer of de kabel volgens de instructies uit
deze handleiding is aangesloten en vastgemaakt.
b. Controleer of de instellingen van de camera kloppen.
i. Op digitale camera’s van SeaLife stelt u de External Flash
modus in. Zorg dat het lampje van de camera brandt.
ii. Op andere cameras stelt u de flitserstand in op AAN.
Zorg dat de instelling van de cameraflitser niet is ingesteld
op Auto of Rode-ogenreductie. Zie de instructies van de
camera voor problemen die te maken hebben met de
camera.
4. De oplaadtijd van de flitser duurt te lang.
a Meestal is dit het resultaat van batterijen die bijna leeg zijn.
Normaal gesproken mag de laadtijd niet meer dan 7 tot 8
seconden duren als de flitser is ingesteld op volle kracht.
b. Vervang de batterijen of laad ze op als de laadtijd meer dan 10
seconden bedraagt.
5. Donkere plekken in foto’s.
a. Dit gebeurt vaak als de flitser niet correct op het onderwerp is
gericht of als de flitser op de een of andere wijze is belemmerd.
b. Gebieden verder weg van de camera zijn donkerder dan objecten
dichtbij. De maximale fotoafstand is 1,8m/6ft tot 2,4m/8ft,
37
afhankelijk van de zichtbaarheid van het water en de hoeveelheid
licht die het onderwerp weerkaatst.
c. Controleer de instelling van de intensiteit. Linksom draaien om
de intensiteit van de flits te verhogen. Rechtsom draaien om de
intensiteit van de flits te verlagen.
d. Vanwege de mate waarin het onderwerp licht reflecteert zullen
bepaalde gebieden lichter dan andere zijn. Voor donker koraal is
bijvoorbeeld meer licht nodig dan voor wit koraal. Pas de
intensiteit van de flits hierop aan.
6. De flitsarm zit los en blijft niet goed in de gericht positie.
a. Week de arm in vers warm water en beweeg de arm totdat alle
schakels schoon en vrij van schoonmaakmiddel en smeermiddel
zijn.
b. Gebruik nooit schoonmaakmiddelen om de flitserarm te
reinigen.
c. Test de flexibiliteit van de arm onderwater. De flitserarm wordt
onderwater stijver.
7. Voor geüpdatete informatie over het oplossen van problemen,
zie de website van SeaLife op www.sealife-cameras.com
of neem voor
hulp contact op met uw plaatselijke SeaLife-dealer of klantenservice.
38
XIII. Specificaties
Bereik: 20m (boven water) op volle kracht; 1,5m
(boven water) bij weinig energie
Verstelbare intensiteit: 8% tot 100% (automatisch of handmatig)
Stroomschakelknop: Magnetische schakelknop op On, Off en
Te s t
Effectieve hoek: 60 graden
Kleurtemperatuur: 5700 graden Kelvin
Energiebron: 4 AA-batterijen (NiMH aanbevolen)
Levensduur van de batterij: Ongeveer 100 flitsen
Oplaadtijd van flitser: Oplaadtijd als de intensiteit is ingesteld op
minder dan ½.
7 seconden oplaadtijd op volle kracht
(volle batterijen)
Drijfvermogen: positief
Behuizing: Met rubber versterkt polycarbonaat
Hardware: Roestvrij staal voor gebruik in water
Flisterarm: 7½” met rubber bedekte flexibele arm
Flitserstandaard: Universele standaard met ¼-20
omwikkelingen
Gewicht: 711 gram met kop, arm en standaard
Afmetingen: Kop: 10,2cm diameter x 4
11,4cm diepte
Arm: 19cm lengte
Standaard: 19,7cm L x 5,1cm B x 0.95cm
Wattseconden: 40 wattseconden
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
XIV. Onderdelen en reparaties
39
SeaLife garandeert de oorspronkelijke koper van dit product, gedurende één
(1) jaar vanaf de aankoopdatum, dat het product vrij van arbeids- en
materiaalfouten is. Voor een gedetailleerde garantieverklaring, zie de
garantie-informatie bij het product.
Mocht de oorspronkelijke koper van mening zijn dat het product defect is,
wordt aanbevolen dat de koper eerst www.sealife-cameras.com
bezoekt
voor updates over mogelijke problemen en technische tips en advies. De
website bevat ook gedetailleerde informatie over het verkrijgen van
reparaties.
Als wordt bepaald dat het product moet worden gerepareerd, krijgt u een
autorisatienummer. Neem contact op met uw plaatselijke verkoper van
SeaLife of de importeur in het land waar het product is gekocht voor
informatie over terugsturen.
Uw plaatselijke verkoper van SeaLife kan u ook helpen bij reparaties en
vervangende onderdelen bestellen. De website van SeaLife bevat een lijst
met erkende verkopers en importeurs in uw land.
Pioneer Research, 97 Foster Road, Moorestown, NJ 08057 USA
www.sealife-cameras.com
Pioneer Research, 97 Foster Road, Moorestown, NJ 08057 USA
www.sealife-cameras.com
Item #SL96154 3de herziene editie, 1 mei 2008
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Sealife DIGITAL PRO FLASH Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor