Sony MHC-ZX10 Handleiding

Categorie
Cassettespelers
Type
Handleiding
4-227-887-52(1)
©2000 Sony Corporation
Mini Hi-Fi
Component
System
MHC-ZX10
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni per l’uso
Manual de Instruções
IT
NL
PT
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om gevaar voor elektrische schokken te vermijden,
dient u de behuizing van het apparaat nooit te openen.
Laat inwendig onderhoud en eventuele reparatie over
aan bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte,
zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Dit apparaat is geklassificeerd
als een KLASSE 1 LASER
product. De aanduiding
CLASS 1 LASER PRODUCT
bevindt zich aan de achterkant
van het apparaat.
Deze stereo-installatie is voorzien van het B-type
Dolby* ruisonderdrukkingssysteem.
* Geproduceerd onder licentie van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
DOLBY en het dubbel D symbool ; zijn
handeismerken van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
3
NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-
installatie ............................................ 4
Stap 2: Gelijkzetten van de klok .............. 6
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders........................................ 8
Stroom besparen in de gebruiksklaar-
stand.................................................. 10
Basisbediening
Afspelen van een compact disc ............... 11
Opnemen van een compact disc .............. 13
Luisteren naar de radio............................ 14
Opnemen van een radio-uitzending ........ 16
Afspelen van een cassette ....................... 17
Kopiëren van bandopnamen.................... 20
Compact disc speler
Gebruik van het CD uitleesvenster ......... 21
Herhaalde weergave
van muziekstukken op CD ............... 22
Willekeurige weergave
van muziekstukken op CD ............... 23
Programmaweergave
van muziekstukken op CD ............... 24
Cassettedeck
Handmatig opnemen ............................... 26
Geprogrammeerde opname
van een CD ....................................... 27
Diskjockey-effecten
Repeteerweergave van een muziekpassage
op CD ............................................... 30
“Flits” weergave van een muziekpassage
op CD ............................................... 31
Instellen van de weergave
Bijregelen van het geluid ........................ 31
Kiezen van een vaste akoestiek-
instelling ........................................... 32
Omschakelen van de spectrum analyzer
aanduidingen .................................... 34
Weergave met een ruimtelijk effect ........ 35
Bijregelen met de grafiek-toonregeling .. 36
Vastleggen van uw eigen akoestiek-
instellingen ....................................... 37
Extra functies
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)*.............................................. 38
Met muziek in slaap vallen ..................... 40
Met muziek gewekt worden .................... 41
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen ..................................... 43
Externe apparatuur
Aansluiten van audio-apparatuur ............ 45
Aansluiten van een videorecorder ........... 46
Aansluiten van akoestiekluidsprekers ..... 47
Aansluiten van buitenantennes................ 47
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 49
Verhelpen van storingen ......................... 50
Technische gegevens............................... 53
Toetsen op de afstandsbediening ............ 55
Index........................................................ 56
Instellingen in de “Sound Mode” en “Set
Up Mode” menu’s ............................ 57
* Alleen voor het Europese model
NL
4
NL
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 3 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
2
3
1
1
1
1 Sluit de voorluidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren van de
voorluidsprekers aan op de FRONT
SPEAKER klemmen zoals hieronder
getoond.
R
L
+
Opmerking
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de
antennes, om storing in de weergave te
voorkomen.
Steek alleen het vrijgemaakte
uiteinde in de aansluiting.
AM-kaderantenne
FM-draadantenne
Linker voorluidspreker
Rechter voorluidspreker
Zwart/gestreept (#)
Rood/
eenkleurig
(3)
5
NL
Voorbereidingen
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de AM-kaderantenne in elkaar en sluit
deze aan.
Aansluiting type A
Aansluiting type B
AM-kaderantenne
Strek de FM-draadantenne
zover mogelijk horizontaal uit.
wordt vervolgd
AM-kaderantenne
Strek de FM-draadantenne
zover mogelijk horizontaal uit.
3 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact.
Als de bijgeleverde verloopstekker niet in het
stopcontact past, verwijdert u deze en
gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor de
modellen met verloopstekker).
Aansluiten van andere
apparatuur
Zie blz. 45.
Uit/inschakelen van de
demonstratie
Wanneer u de tijd instelt (zie “Stap 2: Gelijkzetten
van de klok” op blz. 6) wordt de demonstratie
automatisch uitgeschakeld.
Om de demonstratie weer te starten/stoppen, drukt
u de DISPLAY toets enkele malen in terwijl de
stereo-installatie uit staat.
FM75
AM
FM75
AM
COAXIAL
6
NL
Stap 2: Gelijkzetten van
de klok
Om de schakelklok-functies te kunnen gebruiken,
zult u eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd
moeten instellen.
Bij de Europese modellen geeft de ingebouwde
klok de tijd aan volgens een 24-uurs cyclus en bij
de overige modellen volgens een 12-uurs cyclus.
De afbeeldingen tonen het model met 24-uurs
tijdsaanduiding.
1 Druk op de MODE SELECT toets
terwijl de installatie nog uit staat.
De aanduiding “Clock Set ?” verschijnt.
Wanneer de stroombesparingsfunctie is
ingeschakeld, zal de “Clock Set ?”
tijdinstelling niet verschijnen. Schakel dan de
stroombesparing uit of zet eerst de stereo-
installatie aan en volg dan de aanwijzingen
op de volgende pagina onder “Corrigeren
van de tijdinstelling”.
2 Druk op de PUSH ENTER toets.
De uren-aanduiding begint te knipperen.
12,3,4,5,6
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
Aanbrengen van de voetjes
onder de voorluidsprekers
Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes onder
de voorluidsprekers, om te zorgen dat ze stevig
staan en niet kunnen wegglijden.
Plaats twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de
afstandsbediening
}
}
]
]
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer
zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet
meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt
u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet
gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen,
om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie
te vermijden.
Wanneer u de stereo-installatie
vervoert
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het
CD-mechanisme te beschermen. Zorg echter eerst
dat alle compact discs uit het apparaat zijn
verwijderd.
1 Druk meermalen op de FUNCTION
keuzeschakelaar totdat de aanduiding “CD” in
het uitleesvenster verschijnt.
2 Houd de V-GROOVE toets ingedrukt en druk
dan op de ?/1 toets zodat er “LOCK” in het
uitleesvenster verschijnt.
Stap 1: Aansluiten van de
stereo-installatie (vervolg)
7
NL
Voorbereidingen
3 Druk de instelknop enkele malen naar v
of V om het juiste uur te kiezen.
4 Druk de instelknop naar B.
De minuten-aanduiding begint te knipperen.
5 Druk de instelknop enkele malen naar v
of V om de juiste minuut te kiezen.
6 Druk op de PUSH ENTER toets.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Tips
Zie de afbeelding voor het gebruik van de
instelknop. Steek uw vinger in de holte en druk de
knop in de gewenste richting (omhoog/omlaag of
links/rechts, aangegeven als v/V en b/B in deze
gebruiksaanwijzing).
PUSH
ENTER
Na een vergissing dient u opnieuw te beginnen
vanaf stap 1.
Corrigeren van de tijdinstelling
Hierboven wordt beschreven hoe u de tijd instelt
wanneer de apparatuur is uitgeschakeld. Voor het
gelijkzetten van de klok terwijl de apparatuur is
ingeschakeld, gaat u als volgt te werk:
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Clock Set ?” en druk op de
PUSH ENTER toets.
4 Volg de aanwijzingen 3 t/m 6 in de linker
kolom.
Opmerking
De tijdinstelling verdwijnt uit het geheugen wanneer
er een stroomonderbreking is of de stekker niet in het
stopcontact zit.
Rechts (B)
Omhoog (v)
Omlaag (V)
Links (b)
8
NL
Stap 3: Vastleggen van
uw favoriete
radiozenders
In het afstemgeheugen kunt u in totaal 30
favoriete radiozenders vastleggen (20 voor de FM
en 10 voor de AM).
. >
1 Druk enkele malen op de TUNER/
BAND toets om de FM of AM
afstemband te kiezen.
2 Houd de m of M toets ingedrukt
totdat de frequentie-aanduiding gaat
veranderen en laat de toets dan los.
Het doorzoeken van de frequenties stopt
automatisch zodra er op een duidelijk
doorkomende zender is afgestemd. In het
uitleesvenster verschijnt de aanduiding
“TUNED” (en ook “STEREO” als er een
stereo radio-uitzending wordt ontvangen).
TUNED
STEREO
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “TUNER Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “TUNER
Memory ?” en druk op de PUSH
ENTER toets.
In het uitleesvenster verschijnt een
voorinstelnummer en de gevonden
afstemfrequentie. De beschikbare zenders
worden automatisch in volgorde vanaf
zendernummer 1 vastgelegd.
6 Druk op de PUSH ENTER toets.
7 Herhaal de stappen 2 t/m 6 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
1
Instelknop
PUSH ENTER
2
3
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
Voorinstelnummer
9
NL
Voorbereidingen
Afstemmen op een zender die te
zwak is voor automatische
afstemming
Druk in stap 2 enkele malen achtereen op de m
of M toets om handmatig op de gewenste zender
af te stemmen.
Vastleggen van een nieuwe
zender onder een al gebruikt
voorinstelnummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1. Na stap 5
drukt u op de . of > toets om in te stellen
op het voorinstelnummer waaronder u de nieuwe
zender wilt vastleggen en dan drukt u op de PUSH
ENTER toets.
Onder het gekozen voorinstelnummer kunt u nu
een nieuwe zender van uw keuze vastleggen.
Wissen van een vooringestelde zender
1 Druk op de TUNER/BAND toets om de FM of
AM afstemband te kiezen.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TUNER Erase ?” en druk
op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op de vooringestelde zender die
u wilt wissen en druk op de PUSH ENTER
toets.
Kies de mogelijkheid “TUNER Ers FM ALL”
(of voor “TUNER Ers AM ALL”) als u alle
vastgelegde voorkeurzenders in de afstemband
tegelijk wilt wissen.
Bij het wissen van een voorkeurzender schuiven
alle volgende zenders een plaatsje naar voren op
en krijgen dus allemaal een lager nummer.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het
verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na
uitvallen van de stroom ongeveer een halve dag in het
afstemgeheugen bewaard blijven.
Omschakelen van het AM
afsteminterval
(Uitgezonderd het model voor
Europa)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de
fabriek ingesteld op 9 kHz (voor sommige
gebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval om
te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige
AM zender en dan schakelt u het apparaat uit.
Houd vervolgens de MODE SELECT toets
ingedrukt en schakel zo de stroom weer in. Bij
omschakelen van het afsteminterval verdwijnen
alle vastgelegde AM voorkeurzenders uit het
afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer
terug te schakelen, herhaalt u deze werkwijze.
10
NL
Stroom besparen in de
gebruiksklaar-stand
U kunt het stroomverbruik in de uitgeschakelde
gebruiksklaar-stand verminderen
(stroombesparingsstand) om energie te besparen.
DISPLAY
, Druk enkele malen op de DISPLAY
toets wanneer de stereo-installatie is
uitgeschakeld.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringen de aanduidingen in het
uitleesvenster als volgt:
t demonstratie t kloktijd
stroombesparingsfunctie T
In deze stand kunt u de stereo-installatie aan/
uit zetten door indrukken van de ?/1 toets.
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
Tips
In de stroombesparingsstand blijft het ?/1
spanningslampje nog wel branden, evenals de
schakelklok-indicator (wanneer de schakelklok is
ingesteld).
In de stroombesparingsstand zal de schakelklok
gewoon werken.
Opmerkingen
De klok kan niet op de juiste tijd worden ingesteld
in de stroombesparingsstand.
De één-toets weergavestart zal niet werken in de
stroombesparingsstand.
Uitschakelen van de
stroombesparingsstand
Druk eenmaal op de DISPLAY toets om een
demonstratie van de mogelijkheden van het
apparaat te zien, of tweemaal om de juiste tijd te
zien.
Basisbediening
11
NL
Basisbediening
Afspelen van een
compact disc
— Normale weergave
Met deze stereo-installatie kunt u tot vijf compact
discs achtereen afspelen.
VOLUME
x
CD NX
. >
m M
MODE SELECT
1 Druk op een van de A 1~5 disc-
keuzetoetsen en leg een compact disc in
de disc-lade.
Als een disc niet goed geplaatst is, kan deze
niet worden afgespeeld.
Druk nogmaals op dezelfde disc-keuzetoets om
de disc-lade te sluiten. Om nog meer compact
discs te plaatsen drukt u op de andere
A
disc-
keuzetoetsen om de disc-lade daarvoor te openen.
Voor elke geplaatste CD verschijnt een disc-
aanwezig indicator in het uitleesvenster.
2 Druk op een van de DISC 1~5 toetsen.
De disc-lade sluit en het afspelen van de
gekozen CD begint.
Als u op de CD
NX
toets (of op de CD
H
toets
van de afstandsbediening) drukt met de disc-lade dicht,
dan begint het afspelen vanaf het begin van de CD in de
disc-lade waarvan de disc-afspeelindicator oplicht.
12
Instelknop
PUSH ENTER
Leg de bedrukte
label-kant boven.
Voor het afspelen
van een 8 cm CD
singletje plaatst u
dit in de binnenste
uitsparing van de
disc-lade.
wordt vervolgd
Disc-aanwezig indicator
Disc-aanwezig
indicator
Bij de “1 Disc” afspeelfunctie (zie blz. 12)
Bij de “All Discs” afspeelfunctie (zie blz. 12)
Disc-
afspeelindicator
Muziekstuknummer
Nummer van
de disc-uitsparing
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
V
v
Bb
CD N
X
x
. >
m M
VOL +/–
B/b
ENTER
DISC SKIP
MODE SELECT
Disc-aanwezig/
afspeelindicators
Verstreken speelduur
12
NL
Voor het
Stoppen met
afspelen
Pauzeren
Opzoeken van
een muziekstuk
Opzoeken van
een punt in een
muziekstuk
Kiezen van een
compact disc in
de stopstand
Afspelen van
alleen de
gekozen
compact disc
Afspelen van
alle CD’s
Uitnemen van
een compact disc
Verwisselen van
een andere CD
tijdens weergave
Bijregelen van
de geluidssterkte
Afspelen van een compact disc
(vervolg)
Doet u het volgende
Druk op de x stoptoets.
Druk op de CD NX toets (of op
de X toets van de
afstandsbediening). Druk nogmaals
op de toets om de weergave te
hervatten.
Tijdens weergave of in de pauzestand
drukt u op de
>
toets (om vooruit
te gaan) of de
.
toets (om terug te
gaan) op de afstandsbediening.
Druk tijdens weergave op de M
of m toets en laat de toets bij het
gewenste punt los.
Druk op een van de DISC 1~5
toetsen (of op de DISC SKIP toets
van de afstandsbediening).
1
Druk enkele malen op de MODE SELECT
toets om in te stellen op “Set Up Mode” en
druk dan op de PUSH ENTER toets.
2
Druk de instelknop enkele malen naar
b
of
B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en
druk weer op de PUSH ENTER toets.
3
Druk de instelknop enkele malen naar
b
of
B
om in te stellen op “Play Mode Set
Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4
Druk de instelknop enkele malen naar
b
of
B
om in te stellen op “Play Mode 1
Disc” en druk op de PUSH ENTER toets.
1
Druk enkele malen op de MODE SELECT
toets om in te stellen op “Set Up Mode” en
druk dan op de PUSH ENTER toets.
2
Druk de instelknop enkele malen naar
b
of
B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en
druk weer op de PUSH ENTER toets.
3
Druk de instelknop enkele malen naar
b
of
B
om in te stellen op “Play Mode Set
Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4
Druk de instelknop enkele malen naar
b
of
B
om in te stellen op “Play Mode All
Discs” en druk op de PUSH ENTER toets.
Druk op een van de A 1~5 disc-
keuzetoetsen.
Druk op een van de A 1~5 disc-
keuzetoetsen om de disc-lade te
openen voor de CD die u wilt
verwisselen. Na het inleggen van
een nieuwe CD drukt u nogmaals
op dezelfde toets om de disc-lade te
sluiten.
Draai aan de VOLUME regelaar (of
druk op de geluidssterkte VOL +/–
afstandsbediening).
Tips
Bij indrukken van de CD NX toets wanneer de
stereo-installatie nog uit staat, wordt deze
automatisch ingeschakeld en begint het afspelen
van de compact disc, mits er een CD in de disc-lade
aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer de
stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat,
zal de één-toets weergavestart niet werken.
U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron en de weergave van een
compact disc starten, eenvoudig met een druk op de
CD NX toets of een van de DISC 1~5 toetsen
(automatische geluidsbron-keuze).
Als er geen CD in de disc-lade aanwezig is,
verschijnt de aanduiding “No Disc”.
Als er een CD in een disc-lade aanwezig is, licht het
indicatorlampje voor die disc-lade oranje op.
Wanneer er een bepaalde CD is gekozen (of al
wordt afgespeeld) licht bovendien de disc-
afspeelindicator op. Wanneer er wel een disc
aanwezig is, maar die is niet gekozen, dan brandt
wel de disc-aanwezig indicator maar niet de disc-
afspeelindicator. Wanneer alle disc-lades leeg zijn,
branden echter wel alle disc-afspeelindicators en
disc-aanwezig indicators.
Opmerking
Wanneer een disc-lade nog niet door de CD-speler is
gelezen, kan de disc-aanwezig indicator wel eens
branden, ook als er geen CD in die disc-lade
aanwezig is.
Basisbediening
13
NL
Opnemen van een
compact disc
— CD synchroon-opname
Met behulp van de CD SYNC toets kunt u een
compact disc snel en doeltreffend op de band
opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE
II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het
opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
x
TAPE B n
1 Druk op de A B toets en plaats een voor
opnemen geschikte cassette in deck B.
2 Druk op een van de A 1~5 disc-
keuzetoetsen en leg een CD in de disc-
lade.
Druk nogmaals op dezelfde toets om de disc-
lade te sluiten.
Als de indicator voor de gewenste disc-lade
niet oplicht, druk dan net zovaak op de DISC
SKIP toets van de afstandsbediening tot de
indicator oplicht.
3 Druk op de CD SYNC toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan en de CD-speler komt in de weer-
gavepauzestand te staan. De TAPE B N
indicator (voor de voorkant van de cassette)
licht op en de REC PAUSE/START toets
knippert.
4 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “TAPE Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
6
Druk de instelknop enkele malen naar
b
of
B
om in te stellen op “Direction Set
Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
7 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “1 Way”
voor het opnemen op één cassettekant
of op “Cycle” (of “Relay”) voor het
opnemen op beide cassettekanten, en
druk dan op de PUSH ENTER toets.
8 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
18, REC PAUSE/START
2
43
Instelknop
PUSH ENTER
Leg de kant
voor opname
naar u toe.
Leg de bedrukte
label-kant boven.
Voor het afspelen
van een 8 cm CD
singletje plaatst u
dit in de binnenste
uitsparing van de
disc-lade.
wordt vervolgd
TAPE B N Indicator
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
14
NL
VOLUME
MODE
SELECT
m M
Luisteren naar de radio
— Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete radiozenders in het
afstemgeheugen vast (zie “Stap 3: Vastleggen van
uw favoriete radiozenders” op blz. 8).
Opnemen van een compact disc
(vervolg)
12
Instelknop
PUSH ENTER
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
Uitschakelen van de
menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Tips
Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen
met opnemen, druk dan na de CD SYNC toets op de
TAPE B n toets zodat de indicator van die toets
oplicht.
Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan
aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u
aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra
het einde van die kant is bereikt.
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge
frequenties te onderdrukken, volgt u na het
indrukken van de CD SYNC toets de volgende
aanwijzingen.
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en
druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “On” en druk op de PUSH
ENTER toets.
De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling
herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand
“Off” in stap 4.
Opmerking
Tijdens het opnemen kunt u niet naar een andere
geluidsbron luisteren; daarvoor zult u eerst moeten
stoppen met opnemen.
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
V
v
Bb
m M
VOL +/–
. >
TUNER/BAND
Basisbediening
15
NL
1 Druk enkele malen op de TUNER/
BAND toets om de FM of AM
afstemband te kiezen.
2 Druk op de . of > toets om af te
stemmen op de gewenste
voorkeurzender.
STEREO
* Als er slechts één voorkeurzender is ingesteld,
verschijnt de aanduiding “ONE PRESET” in het
uitleesvenster.
Voor het
Uitschakelen van
de radio
Bijregelen van de
geluidssterkte
Luisteren naar radiozenders die
niet zijn vastgelegd
Gebruik handmatige of automatische afstemming
in stap 2. Voor handmatige afstemming drukt u
enkele malen achtereen op de m of M toets.
Voor automatische afstemming houdt u de m of
M toets langer ingedrukt.
Tips
Bij indrukken van de TUNER/BAND toets wanneer
de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze
automatisch ingeschakeld en begint de weergave
van de laatst ontvangen radiozender (één-toets
weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de
stroombesparingsstand staat, zal de één-toets
weergavestart niet werken.
U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron naar de tuner en de radio-
ontvangst starten, eenvoudig met een druk op de
TUNER/BAND toets (automatische geluidsbron-
keuze).
Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet
duidelijk doorkomt, volgt u de onderstaande
aanwijzingen:
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Stereo Mono ?” en druk op
de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Mono” en druk op de PUSH
ENTER toets.
De aanduiding “Mono” licht op in het
uitleesvenster.
Het stereo-effect zal nu verloren gaan, maar de
radio-ontvangst zal helderder klinken. Om weer
stereo-geluid te horen, herhaalt u de stappen 1 t/m 4
en kiest u de stand “Stereo” in stap 4.
Om de beste radio-ontvangst te verkrijgen kan het
nodig zijn verschillende standen van de
bijgeleverde antennes uit te proberen.
Doet u het volgende
Druk op de ?/1 schakelaar.
Draai aan de VOLUME regelaar
(of druk op de VOL +/– toets van
de afstandsbediening).
Voorinstelnummer*
Afstemfrequentie
16
NL
3 Druk op de A B toets en plaats een voor
opnemen geschikte cassette in deck B.
4 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan.
5 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
6 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “TAPE Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
7 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Direction Set
Up ?” en druk op de PUSH ENTER
toets.
8 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “1 Way” voor
het opnemen op één cassettekant of op
“Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen
op beide cassettekanten, en druk dan op
de PUSH ENTER toets.
9 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
Uitschakelen van de
menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Leg de kant
voor opname
naar u toe.
Opnemen van een radio-
uitzending
Na keuze van de gewenste vastgelegde
voorkeurzender kunt u radio-uitzendingen op de
band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of
TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het
opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
x
TAPE B n
1 Druk op de TUNER/BAND toets om de
FM of AM afstemband te kiezen.
2 Druk enkele malen op de . of >
toets om af te stemmen op de gewenste
voorkeurzender.
STEREO
1
2
5
3
4,9
Voorinstelnummer
Afstemfrequentie
Instelknop
PUSH ENTER
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
Basisbediening
17
NL
Afspelen van een cassette
De cassettedecks zijn geschikt voor weergave van
TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO
2
-band) en
TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij plaatsen van een
cassette neemt het deck automatisch de bandsoort
waar en stelt daarop in. De
.
en
>
toetsen
kunt u gebruiken om de muziekstukken die u wilt
horen vlot en gemakkelijk op te zoeken.
VOLUME
x
m M. >
1
3
7
Instelknop
PUSH ENTER
wordt vervolgd
2
Tips
Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen
met opnemen, druk dan na de REC PAUSE/
START toets in stap 4 op de TAPE B n toets
zodat de indicator van die toets oplicht.
Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan
aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als
u aan de achterkant begint, stopt het opnemen
zodra het einde van die kant is bereikt.
Voor het opnemen van een uitzending van een
radiozender die niet is vastgelegd, gebruikt u in
stap 2 de m en M toets om handmatig op de
gewenste zender af te stemmen.
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge
frequenties te onderdrukken, volgt u na het
indrukken van de REC PAUSE/START toets in
stap 4 de volgende aanwijzingen.
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT
toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk
dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en
druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “On” en druk op de PUSH
ENTER toets.
De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke
instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u
de stand “Off” in stap 4.
Als er bij het opnemen van een radio-uitzending
storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de antenne
voor de betreffende afstemband in een andere
richting te draaien.
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
V
v
Bb
TAPE A N
x
. >
m M
VOL +/–
TAPE B N
MODE SELECT
B/b
ENTER
18
NL
Afspelen van een cassette
(vervolg)
Leg de kant die u
wilt weergeven naar
u toe.
Cassette-aanwezig indicator
1 Druk op de A A of A B toets en steek
een bespeelde cassette in deck A of B.
De cassette-aanwezig indicator licht op in het
uitleesvenster.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op “TAPE A” of
“TAPE B”.
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “TAPE Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Direction
Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER
toets.
6 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “1 Way”
voor het afspelen van één cassettekant,
op “Cycle” voor het afspelen van beide
cassettekanten, of op “Relay”* voor het
afspelen van beide decks achtereen en
druk dan op de PUSH ENTER toets.
7 Druk op de TAPE A (of TAPE B) N
toets.
Om de achterkant van de cassette af te spelen
drukt u op de TAPE A (of TAPE B) n
toets. Dan begint de weergave.
Bij gebruik van de afstandsbediening drukt u
op de TAPE A (of TAPE B) N toets om de
weergave te starten. Voor het afspelen van de
achterkant drukt u nogmaals op de TAPE A
(of TAPE B) N toets.
* De continu-weergave verloopt altijd in de
onderstaande volgorde:
t
Deck A (
voorkant
)
t
Deck A (
achterkant
)
Deck B (
achterkant
)
T
Deck B (
voorkant
)
T
Voor het
Stoppen met
Vooruitspoelen
Terugspoelen
Uitnemen van de
cassette
Bijregelen van
de geluidssterkte
*
Dit cassettedeck heeft geen weergavepauzestand. De
X
toets is niet te gebruiken om de weergave te pauzeren.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Doet u het volgende
Druk op de x stoptoets.
Druk op de m of M
snelspoeltoets.
Druk op de m of M
snelspoeltoets.
Druk op de A A of A B toets.
Draai aan de VOLUME regelaar
(of druk op de VOL +/– toets van
de afstandsbediening).
Basisbediening
19
NL
Tips
Bij indrukken van de TAPE A (of TAPE B) N of
n weergavetoets wanneer de stereo-installatie nog
uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en
begint het afspelen van de cassette, mits er een
cassette in het deck aanwezig is (één-toets
weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de
stroombesparingsstand staat, zal de één-toets
weergavestart niet werken.
U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron en de weergave van een cassette
starten, eenvoudig met een druk op de TAPE A (of
TAPE B) N of n weergavetoets (automatische
geluidsbron-keuze).
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge
frequenties te onderdrukken, volgt u de
onderstaande aanwijzingen:
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en
druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “On” en druk op de PUSH
ENTER toets.
De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling
herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand
“Off” in stap 4.
Opzoeken van het begin van een
muziekstuk (AMS* zoekfunctie)
Druk op de tijdens afspelen enkele malen op de
. of > toets, in dezelfde richting als de n
of N indicator, om de band in voorwaartse
richting te doorzoeken. Druk enkele malen op de
. of > toets in de tegengestelde richting om
terugwaarts te zoeken.
De richting waarin u zoekt, + (vooruit) of –
(terugwaarts) en het aantal versprongen nummers
(1~9) worden in het uitleesvenster aangegeven.
Voorbeeld: twee nummers vooruit zoeken
* AMS zoekfunctie (Automatische Muziek Sensor)
Opmerkingen
Het deck stopt automatisch nadat de cyclus, d.w.z.
afspelen van beide cassettekanten, vijfmaal is
herhaald.
De AMS-zoekfunctie kan wel eens niet goed
werken in de volgende gevallen:
als er tussen twee muziekstukken geen vier
seconden stilte is.
als de geluidssterkte van het linker kanaal sterk
verschilt van die van het rechter kanaal.
bij langdurige stille of erg zachte passages in
een muziekstuk, of geruime tijd alleen maar
lage tonen (zoals bij een bas-solo, een tuba of
een bariton-saxofoon).
als het cassettedeck te dicht bij een TV-toestel
staat. (In dit geval kunt u de apparatuur beter
wat verder van het TV-toestel zetten of de TV
uitschakelen.)
20
NL
Kopiëren van bandopnamen
— Kopiëren met hoge snelheid
U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-
band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau
wordt automatisch ingesteld.
x
1 Druk op de A A en A B toetsen en
plaats een bespeelde cassette in deck A
en een voor opnemen geschikte cassette
in deck B.
Instelknop
PUSH ENTER
1
23
7
Leg de kant voor weergave/
opname naar u toe.
2 Druk op de HI-DUB toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan.
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “TAPE Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Direction
Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER
toets.
6 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “1 Way”
voor het opnemen op één cassettekant
of op “Cycle” (of “Relay”) voor het
opnemen op beide cassettekanten, en
druk dan op de PUSH ENTER toets.
7 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het kopiëren begint.
Stoppen met kopiëren
Druk op de x stoptoets.
Uitschakelen van de
menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Tips
Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan
aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u
aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra
het einde van die kant is bereikt.
Als u in het “Direction Set Up ?” menu de stand
“Cycle” hebt gekozen en de cassettes in de decks
een verschillende lengte hebben, zullen de cassettes
onafhankelijk van elkaar op de andere kant
overschakelen. Als u de “Relay” stand hebt
gekozen, schakelen beide cassettes gelijktijdig op
de andere kant over.
Instellen van de DOLBY NR schakelaar is niet
nodig. De cassette in deck B wordt automatisch van
dezelfde codering voorzien, d.w.z. met/zonder
Dolby, als de cassette in deck A.
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
21
NL
Compact disc speler
Compact disc speler
Gebruik van het CD
uitleesvenster
In het uitleesvenster kunt u de resterende
speelduur van het weergegeven muziekstuk of de
gehele compact disc controleren.
Als er een CD TEXT disc is geplaatst, kunt u de
tekst daarvan, zoals de disc-titel, muziektitels en
de naam van de artiest(en) in het uitleesvenster
zien. Zodra het apparaat een geplaatste CD TEXT
disc waarneemt, verschijnt de aanduiding “CD
TEXT” in het uitleesvenster.
DISPLAY
, Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
als volgt:
Tijdens normale weergave
t Verstreken speelduur van het weergegeven
muziekstuk
r
Resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk
r
Resterende speelduur van de huidige
compact disc (“1 Disc” stand) of “--m--s”
aanduiding (“All Discs” stand)
r
Titel van het weergegeven muziekstuk*
r
Gewone tijdsaanduiding (acht seconden lang)
r
Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)”
In de stopstand
Tijdens programma-weergave en als er nummers
geprogrammeerd zijn
t Laatst geprogrammeerd muziekstuknummer
en totale programma-speelduur
r
Totaal aantal geprogrammeerde nummers
(acht seconden lang)
r
Titel en uitvoerende artiesten van de CD*
r
Gewone tijdsaanduiding (acht seconden lang)
r
Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)”
Tijdens andere afspeelfuncties
t Totaal aantal muziekstukken en totale
speelduur
r
Titel en uitvoerende artiesten van de CD*
r
Gewone tijdsaanduiding (acht seconden lang)
r
Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)”
*
Alleen met CD TEXT discs (maar bepaalde letters
kunnen niet worden aangegeven). Afhankelijk van de
disc kan niet alle CD TEXT informatie worden
getoond.
?/1
(Aan/
uit-schakelaar)
22
NL
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Repeat Set
Up ?” en druk op de PUSH ENTER
toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Repeat 1” of
“Repeat All” en druk op de PUSH
ENTER toets.
Als u “Repeat 1” kiest, wordt er een enkel
muziekstuk herhaald weergegeven. Bij keuze
van “Repeat All” zijn de herhaalde
muziekstukken afhankelijk van uw keuze in
het “Play Mode Set Up ?” menu.
* Zie voor het kiezen van een andere Play Mode
instelling blz. 12.
Uitschakelen van de
menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Uitschakelen van de
herhaalfunctie
Kies in stap 5 de “Repeat Off” stand.
Herhaalde weergave van
muziekstukken op CD
–– REPEAT weergave
Met de herhaalfunctie kunt u een enkele compact
disc of alle CD’s laten herhalen met normale
weergave, willekeurige weergave of programma-
weergave.
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“CD” verschijnt en leg dan een of meer
compact discs in de disc-lade.
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “CD Set Up ?”
en druk weer op de PUSH ENTER
toets.
1
2
Instelknop
PUSH ENTER
Play Mode
instelling*
1 Disc
1 Shuffle
All Discs
All Shuf
Program
Herhaalt
alle muziekstukken op de
weergegeven CD tot vijf maal
alle muziekstukken van alle
CD’s tot vijf maal
niet van toepassing
uw samengestelde
muziekprogramma tot vijf
maal
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
23
NL
Compact disc speler
Willekeurige weergave
van muziekstukken op CD
–– SHUFFLE weergave
Alle muziekstukken van een compact disc of van
alle compact discs kunnen in willekeurige
volgorde worden weergegeven.
DISC 1~5
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“CD” verschijnt en leg dan een of meer
compact discs in de disc-lade.
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “CD Set Up ?”
en druk weer op de PUSH ENTER
toets.
12
Instelknop
PUSH ENTER6
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Play Mode Set
Up ?” en druk op de PUSH ENTER
toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “All Shuf” of
“1 Shuffle” en druk op de PUSH
ENTER toets.
Bij “All Shuf” worden alle compact discs in
de CD-speler in willekeurige volgorde
weergegeven. De “1 Shuffle” functie speelt
in willekeurige volgorde alleen de
muziekstukken van de CD waarvoor de disc-
afspeelindicator oplicht.
6 Druk op de CD NX toets.
Dan begint het afspelen in willekeurige
volgorde.
Uitschakelen van de
menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Uitschakelen van de
willekeurige weergave
1 Volg de bovenstaande aanwijzingen 1 t/m 4.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “All Discs” of “1 Disc” en
druk op de PUSH ENTER toets.
Hierna worden de muziekstukken in de normale
volgorde weergegeven.
Kiezen van een gewenste
compact disc
Druk op de DISC 1~5 toets.
Tips
Om een ongewenst muziekstuk over te slaan, drukt
u op de > toets.
Ook tijdens normale weergave kunt u
overschakelen op willekeurige weergave, door in te
stellen op “All Shuf” of “1 Shuffle”.
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
24
NL
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
x
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“CD” verschijnt en leg dan een of meer
compact discs in de disc-lade.
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “CD Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Program
Set ?” en druk op de PUSH ENTER
toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar
v of V om de gewenste CD te kiezen.
Als u alle muziekstukken van een CD wilt
programmeren, kunt u na het kiezen van de
CD in deze stap de volgende stap 6 overslaan
en direct doorgaan met stap 7.
6 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om het gewenste muziekstuk te
kiezen.
PROGRAM
7 Druk op de PUSH ENTER toets.
Het gekozen muziekstuk is nu in uw
muziekprogramma vastgelegd. Wanneer u
alle muziekstukken hebt gekozen, verschijnt
er “AL” in het uitleesvenster en dan gelden
alle muziekstukken als één stap in het
programma. Het volgnummer in het
muziekprogramma verschijnt, gevolgd door
de totale speelduur.
Nummer van
muziekstuk
Totale speelduur (inclusief
het gekozen muziekstuk)
Disc-nummer
Programmaweergave
van muziekstukken op
CD
–– PROGRAM weergave
U kunt uw eigen muziekselectie samenstellen door
maximaal 32 nummers van alle CD’s te
programmeren in de volgorde waarin u de muziek
wilt horen.
12
Instelknop
PUSH ENTER10
V
v
Bb
x
VOL +/–
MODE SELECT
B/b
ENTER
CD N
v/V
25
NL
Compact disc speler
8
Voor elk muziekstuk dat u aan uw
muziekprogramma wilt toevoegen, herhaalt
u de stappen 5 t/m 7. Voor het kiezen van
een volgend muziekstuk van dezelfde
compact disc kunt u stap 5 achterwege laten.
9 Druk op de PUSH ENTER toets.
10 Druk op de CD NX toets.
Alle geprogrammeerde muziekstukken worden
dan in de door u gekozen volgorde afgespeeld.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Uitschakelen van de programma-weergave
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer
op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en
druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “All Discs” of “1 Disc” en
druk op de PUSH ENTER toets.
Hierna worden de muziekstukken in hun normale
volgorde weergegeven.
Muziekstukken toevoegen aan
een bestaand programma
Volg de aanwijzingen 1 t/m 9 terwijl het afspelen
gestopt is. Dan kunt u elk gewenst muziekstuk
toevoegen na de laatst geprogrammeerde stap.
Controleren van uw muziekprogramma
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer
op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en
druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop naar b of B.
Het discnummer en het muziekstuknummer
worden aangegeven.
6
Na het controleren van uw muziekprogramma, drukt
u op de MODE SELECT toets.
Wissen van een ongewenst
nummer uit uw muziekprogramma
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer
op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en
druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop naar b of B.
Het discnummer en het muziekstuknummer
worden aangegeven.
6 Als u het aangegeven nummer wilt wissen,
drukt u op de PUSH ENTER toets.
De aanduiding “Clear ?” verschijnt in het uitleesvenster.
7 Druk nogmaals op de PUSH ENTER toets.
Het in stap 5 aangegeven muziekstuknummer
wordt nu uit het programma verwijderd.
Wissen van het gehele muziekprogramma
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer
op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en
druk op de PUSH ENTER toets.
5
Om het gehele programma te wissen, drukt u de
instelknop naar
b
of
B
om in te stellen op “PGM
All Clear” en drukt u op de PUSH ENTER toets.
6
De aanduiding “PGM All Clear ?” verschijnt.
Druk nogmaals op de PUSH ENTER toets. Het
gehele muziekprogramma wordt nu geannuleerd.
Tips
U kunt ook een muziekprogramma samenstellen via het
“Play Mode Set Up ?” menu. Stel in stap 4 in op “Play
Mode Set Up ?”, druk dan de instelknop enkele malen naar
b
of
B
om in te stellen op “Program” en druk op de PUSH
ENTER toets. Volg daarna de aanwijzingen 5 t/m 10.
Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen
in het geheugen bewaard. Met een druk op de CD
NX
toets
kunt u hetzelfde programma dus nogmaals weergeven.
• Als tijdens programmeren in plaats van de totale
speelduur “--m--s” verschijnt, betekent dit:
dat u een muziekstuknummer boven de 20 heeft
geprogrammeerd, of.
dat de totale geprogrammeerde speelduur meer
bedraagt dan 100 minuten.
Opmerking
Een muziekprogramma zal in het geheugen bewaard blijven
totdat u het annuleert volgens de aanwijzingen onder “Wissen
van het gehele muziekprogramma”. Daarnaast zal bij
inschakelen van de bandlengte-montagefunctie ook het gehele
programma automatisch gewist worden.
26
NL
Cassettedeck
Handmatig opnemen
U kunt een compact disc, cassette of radio-
uitzending opnemen. Bij handmatig opnemen kunt
u naar wens muziekstukken overslaan of
bijvoorbeeld in het midden van de cassette
beginnen met opnemen. Het opnameniveau wordt
automatisch ingesteld.
x
. >
1 Steek een voor opnemen geschikte
cassette in deck B.
2 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding voor
de geluidsbron die u wilt opnemen
verschijnt (bijv. “CD” voor het
opnemen van een compact disc).
3 Druk op de REC PAUSE/START
opnametoets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan. De TAPE B N indicator (voor de
voorkant van de cassette) licht op.
3,8
24
1
Instelknop
PUSH ENTER
4 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “TAPE Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
6 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Direction Set
Up ?” en druk op de PUSH ENTER
toets.
7 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “1 Way” voor
het opnemen op één cassettekant of op
“Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen
op beide cassettekanten, en druk dan op
de PUSH ENTER toets.
8 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
9 Begin met de weergave van de
geluidsbron die u wilt opnemen.
Voor het Doet u het volgende
Stoppen met Druk op de x stoptoets.
opnemen
Kort onderbreken Druk op de REC PAUSE/
(pauzeren) van START pauzetoets.
de opname
Uitschakelen van de
menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
27
NL
Compact disc speler
Tips
Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen
met opnemen, druk dan na de REC PAUSE/START
toets in stap 3 op de TAPE B n toets zodat de
indicator van die toets (voor de achterkant van de
cassette) oplicht.
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge
frequenties te onderdrukken, volgt u na het
indrukken van de REC PAUSE/START toets in
stap 3 de volgende aanwijzingen.
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en
druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “On” en druk op de PUSH
ENTER toets.
De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling
herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand
“Off” in stap 4.
In de opnamepauzestand (na indrukken van de REC
PAUSE/START opnametoets in stap 3 en vóór
nogmaals indrukken hiervan in stap 8) kunt u de
. of > toets gebruiken om op de CD-speler
de gewenste muziekstukken te kiezen.
wordt vervolgd
Cassettedeck
Geprogrammeerde
opname van een CD
— Programma-montage
U kunt de muziekstukken op de compact discs in
een zelf gekozen volgorde opnemen. Bij het
programmeren van de volgorde dient u erop te
letten dat de totale speelduur van de
muziekstukken die op een bepaalde cassettekant
moeten worden opgenomen, niet langer is dan de
betreffende cassettekant.
x
212
1117
3,13
Instelknop
PUSH ENTER
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
10
28
NL
1 Leg een of meer compact discs in de
disc-lade en steek een voor opnemen
geschikte cassette in deck B.
2 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“CD” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
4
Druk de instelknop enkele malen naar
b
of
B
om in te stellen op “CD Set Up ?”
en druk weer op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Program
Set ?” en druk op de PUSH ENTER
toets.
6 Druk de instelknop enkele malen naar v
of V om de gewenste CD te kiezen.
Als u alle muziekstukken van een CD wilt
opnemen, kunt u na het kiezen van de CD in
deze stap de volgende stap 7 overslaan en
direct doorgaan met stap 8.
7 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om het gewenste muziekstuk te
kiezen.
PROGRAM
8 Druk op de PUSH ENTER toets.
Het gekozen muziekstuk is nu in uw
muziekprogramma vastgelegd. Wanneer u alle
muziekstukken hebt gekozen, verschijnt er
“AL” in het uitleesvenster en dan gelden alle
muziekstukken als één stap in het programma.
Het volgnummer in het programma verschijnt,
gevolgd door de totale speelduur.
9 Voor elk muziekstuk dat u aan uw
muziekprogramma voor cassettekant A
wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 6
t/m 8.
Voor het kiezen van een volgend muziekstuk
van dezelfde compact disc kunt u stap 6
achterwege laten.
10 Druk op de X toets van de
afstandsbediening om een pauze in te
voegen, aan het einde van het
muziekprogramma voor cassettekant A.
De letter “P” verschijnt en de totale
speelduur komt op “0m00s” te staan.
11 Voor het programmeren van de
muziekstukken bestemd voor opname
op cassettekant B, herhaalt u de stappen
7 en 8 indien het muziekstukken van
dezelfde disc betreft of anders de
stappen 6 t/m 8.
12 Druk op de CD SYNC toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te
staan en de CD-speler komt in de
weergavepauzestand te staan. De TAPE B
N indicator (voor de voorkant van de
cassette) licht op en de REC PAUSE/START
toets knippert.
13 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
14 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “TAPE Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
Nummer van CD
Nummer van
muziekstuk
Totale speelduur (met inbegrip
van het gekozen muziekstuk)
Geprogrammeerde opname van
een CD (vervolg)
29
NL
Compact disc speler
15 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Direction
Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER
toets.
16 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “1 Way”
voor het opnemen op één cassettekant
of op “Cycle” (of “Relay”) voor het
opnemen op beide cassettekanten, en
druk dan op de PUSH ENTER toets.
17 Druk op de REC PAUSE/START
toets.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Controleren van de op te nemen
muziekstukken
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer
op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en
druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop naar b of B.
Het discnummer en het muziekstuknummer
worden aangegeven.
6 Na het controleren van uw muziekprogramma,
drukt u op de MODE SELECT toets.
Cassettedeck
Uitschakelen van de programma-
montage
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer
op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en
druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “All Discs” of “1 Disc” en
druk op de PUSH ENTER toets.
Hierna worden de muziekstukken in hun normale
volgorde weergegeven.
Tip
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge
frequenties te onderdrukken, volgt u na het indrukken
van de CD SYNC toets in stap 12 op de vorige pagina
eerst de volgende aanwijzingen.
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op
de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om
in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op
de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om
in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op
de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om
in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER
toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling
herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off”
in stap 4.
wordt vervolgd
30
NL
Automatische selectie van de
vereiste bandlengte
— Bandlengte-montage
U kunt de CD-speler de geschikte bandlengte voor
het opnemen van een bepaalde compact disc laten
bepalen en aangeven, zodat u de disc automatisch
op een passende cassette kunt opnemen. De CD-
speler kan echter geen passende cassette bepalen
voor compact discs met meer dan 20
muziekstukken.
1 Plaats een compact disc.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets tot het uitleesvenster “CD”
aangeeft.
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “CD Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “CD Edit
Start ?” en druk op de PUSH ENTER
toets.
De vereiste bandlengte voor het opnemen
van de gekozen compact disc verschijnt,
gevolgd door de totale speelduur voor
achtereenvolgens cassettekant A en B.
Diskjockey-effecten
Repeteerweergave van
een muziekpassage op
CD
— LOOP weergave
Tijdens afspelen kunt u een bepaalde
muziekpassage enkele malen laten herhalen. Zo
kunt u interessante effecten bereiken voor
creatieve eigen opnamen.
V
v
Bb
LOOP
v/V
, Druk tijdens afspelen op de LOOP toets
van de afstandsbediening bij het punt
waar u de repeteerweergave wilt starten
en houd de toets ingedrukt totdat u de
normale weergave wilt laten doorgaan.
Instellen van de lengte van het
repeteerfragment
Stel de lengte van de repeteerlus (LOOP 1~20) in
door enkele malen op de V of v toets van de
afstandsbediening te drukken terwijl u de LOOP
toets ingedrukt houdt.
Geprogrammeerde opname van
een CD (vervolg)
31
NL
Instellen van de weergave
Instellen van de weergave
Bijregelen van het
geluid
U kunt het weergegeven geluid meer kracht geven
door de bassen of het gehele klankbeeld extra te
versterken. Ook is er een hoofdtelefoon-
aansluiting om te luisteren zonder anderen te
storen.
Extra vermogen voor het
totaalgeluid (GROOVE)
Druk op de GROOVE toets. De geluidssterkte
wordt verhoogd, de DBFB* basversterking komt
op volle sterkte te staan, de instelling van de
grafiek-toonregeling verandert en de GROOVE
toets licht op. Druk nogmaals op de GROOVE
toets om weer terug te keren naar de
oorspronkelijke geluidssterkte.
* DBFB = Dynamic Bass Feedback (Dynamische
basversterking)
wordt vervolgd
“Flits” weergave van een
muziekpassage op CD
— FLASH weergave
Tijdens afspelen kunt u een bepaalde muziekpassage
met plotseling opkomende en afvallende
geluidssterkte weergeven. Zo kunt u interessante
effecten bereiken voor creatieve eigen opnamen.
, Druk tijdens afspelen op de FLASH
toets van de afstandsbediening bij het
punt waar u de flits-weergave wilt
starten en houd de toets ingedrukt totdat
u de normale weergave wilt laten
doorgaan.
Instellen van de lengte van de
flits-weergavelus
Stel de lengte van de flits-weergavelus (FLASH
1~20) in door enkele malen op de V of v toets van
de afstandsbediening te drukken terwijl u de
FLASH toets ingedrukt houdt.
Gecombineerd gebruik van de
LOOP en FLASH functies
Houd de LOOP en de FLASH toets tegelijk
ingedrukt.
Opmerkingen
In dit geval kunt u de lengte van de LOOP
repeteerlus en de flits-weergavelus niet instellen.
Indien gewenst, kunt u de lengte voor beide functies
afzonderlijk vooraf instellen.
Om het flits-effect op te nemen, gebruikt u de
analoge (MD OUT) aansluitingen of het
cassettedeck van deze stereo-installatie.
Diskjockey-effecten / Instellen van de weergave
Instelle
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
GROOVE
V-GROOVE
GROOVE-EX
V
v
Bb
FLASH
v/V
32
NL
Kiezen van een vaste
akoestiek-instelling
Met behulp van het akoestiek-menu kunt u het
klankbeeld aanpassen aan de muziek waar u naar
luistert.
Keuze van een effect uit het
akoestiek-menu
V
v
Bb
MODE SELECT
B/b
ENTER
FILE SELECT
Instelknop
PUSH ENTER 1
Bijregelen van het geluid
(vervolg)
Extra versterken van de laagste
bassen (V-GROOVE)
Druk op de V-GROOVE toets. De laagste tonen
van de muziek worden extra versterkt, de DBFB
basversterking wordt op volle sterkte gezet, de
curve van de grafiek-toonregeling verandert, er
wordt een loudness-effect toegevoegd en de
V-GROOVE toets licht op. Druk nogmaals op de
V-GROOVE toets om terug te keren naar de
oorspronkelijke klank.
Voor de meest heldere klank
(GROOVE-EX)
Druk op de GROOVE-EX toets. De hogere tonen
van de muziek worden extra versterkt, de DBFB
basversterking wordt op volle sterkte gezet, de
curve van de grafiek-toonregeling verandert, er
wordt een loudness-effect toegevoegd en de
GROOVE-EX toets licht op. Druk nogmaals op de
GROOVE-EX toets om terug te keren naar de
oorspronkelijke klank.
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
33
NL
Instellen van de weergave
1 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op
“Sound Mode” en druk dan op de
PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “File Select” en
druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op het gewenste
akoestiekeffect.
De naam van het akoestiekeffect verschijnt
in het uitleesvenster.
Zie de tabel onder “Akoestiek-menu” in de
kolom hiernaast.
4 Druk op de PUSH ENTER toets.
Uitschakelen van de
menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Tip
Bij gebruik van de afstandsbediening drukt u net
zovaak op de FILE SELECT toets totdat het gewenste
effect wordt aangegeven.
Uitschakelen van het akoestiek-
effect
Volg de aanwijzingen en kies in stap 2 de “Effect
Off” stand.
Akoestiek-menu
Akoestiek-effect
ROCK
POP
JAZZ
DANCE
SOUL
ORIENTAL
ACTION
DRAMA
GAME
SF
P FILE 1~5
* U kunt ook zelfgemaakte akoestiek-instellingen in
het geheugen vastleggen (zie “Vastleggen van uw
eigen akoestiek-instellingen” op blz. 37).
Voor
Standaard muziekbronnen
Geluid van speelfilms en
speciale luistersituaties
Eigen instellingen (Personal file)*
34
NL
Omschakelen van de
spectrum analyzer
aanduidingen
Tijdens het luisteren naar muziek kunt u de meest
dynamische spectrum analyzer aanduidingen
kiezen.
1 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Display Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Spectrum
Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER
toets.
Instelknop
PUSH ENTER 1
4 Druk de instelknop zo vaak als nodig
naar b of B om het gewenste effect te
kiezen en leg dit vast met een druk op
de PUSH ENTER toets.
Telkens wanneer u de instelknop naar
b of B drukt, verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
Spectrum 1
Y
Spectrum 2
Y
Spectrum 3
Y
Spectrum Off
Uitschakelen van de
menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Bijregelen van de helderheid van
het uitleesvenster
Kies in stap 3 hierboven de stand “Dimmer Set
Up ?”. Druk de instelknop zo vaak als nodig naar
b of B om de gewenste helderheid te kiezen en
leg deze vast met een druk op de PUSH ENTER
toets.
Telkens wanneer u de instelknop naar b of B
drukt, verandert de helderheid van het
uitleesvenster als volgt:
Dimmer Off
Y
Dimmer 1
Y
Dimmer 2
Y
Dimmer 3
Y
Dimmer 4
Y
Dimmer 5
Controleren van het frequentieniveau
De geluidssterktemeters in het uitleesvenster
stijgen en dalen volgens de sterkte van de beat
(hoge frequenties en lage frequenties).
40Hz
100Hz
100Hz
6kHz
Meter voor lage frequenties (rond
100 Hz)
Meter voor hoge frequenties (rond
6 kHz)
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
35
NL
Instellen van de weergave
Weergave met een
ruimtelijk effect
U kunt de muziek weergeven met een fraai
ruimtelijk akoestiekeffect.
, Druk enkele malen achtereen op de
CINEMA SPACE toets om in te stellen
op het gewenste akoestiekeffect.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de akoestiekaanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
t CINEMA SPACE*
r
SURROUND ON**
r
SURROUND OFF
* CINEMA SPACE is het akoestiekeffect
dat speciaal bestemd is voor speelfilms.
**Hierbij verschijnt “ ” in het
uitleesvenster.
Tip
Als u het effect met een bepaalde geluidsbron altijd wilt
gebruiken, kunt u het vastleggen in het geheugen (zie
“Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen” op blz. 37).
Opmerking
Wanneer u een ander akoestiekeffect kiest, zal het ruimtelijk
SURROUND effect worden uitgeschakeld.
Bijregelen van de parameters voor het
CINEMA SPACE akoestiekeffect
Voor het CINEMA akoestiekeffect kunt u de gesimuleerde
afstand en de balans van de nagalm zo bijregelen dat u kunt
kiezen uit verschillende zitplaatsen, als het ware.
1 Druk op de CINEMA SPACE toets om het
“CINEMA SPACE” akoestiekeffect te kiezen.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Sound Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Cinema Space” en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar v of V
om uw zitplaats dichterbij of verderaf te kiezen
ten opzichte van het klankbeeld (in 3 stappen).
5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om de ruimtelijkheid van het akoestiekeffect te
kiezen (uit 7 niveaus).
6 Druk op de PUSH ENTER toets.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Opmerking
In de volgende gevallen zal het CINEMA SPACE
akoestiekeffect niet werken:
– bij weergave via een hoofdtelefoon
wanneer het TAPE B deck in de REC PAUSE stand staat
– tijdens opnemen op het TAPE B deck.
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
CINEMA SPACE
36
NL
Bijregelen met de
grafiek-toonregeling
Met de grafiek-toonregeling kan het niveau van de
diverse frequentiebanden naar wens verhoogd of
verlaagd worden.
Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde
akoestiek-instelling die gebruikt wordt als basis
voor de bijregeling van de klank.
1 Kies de akoestiek-instelling die gebruikt
wordt als basis voor de bijregeling (zie
de paragraaf “Kiezen van een vaste
akoestiek-instelling” op blz 32).
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op
“Sound Mode” en druk dan op de
PUSH ENTER toets.
Instelknop
PUSH ENTER
2
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Equalizer
Control” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om een frequentieband te kiezen (5
stappen).
5 Druk de instelknop enkele malen naar v
of V om het niveau naar wens in te
stellen (9 stappen).
6 Herhaal de stappen 4 en 5.
7 Druk op de PUSH ENTER toets nadat u
de gewenste bijregeling heeft gemaakt.
Uitschakelen van de
menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Opmerking
Als u een andere akoestiek-instelling kiest, komt de
gemaakte bijregeling te vervallen (dit is niet het geval
als “Effect Off” wordt gekozen). Wilt u de
instellingen bewaren voor toekomstig gebruik, leg
deze dan vast in het geheugen van de stereo-
installatie. (Zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-
instellingen” op blz. 37.)
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
37
NL
Instellen van de weergave
Vastleggen van uw
eigen akoestiek-
instellingen
— PERSONAL FILE functie
Na het samenstellen van uw eigen akoestiek-
instellingen (met behulp van de grafiek-
toonregeling en het ruimtelijk rondom-effect) kunt
u deze in het geheugen van de stereo-installatie
vastleggen. Deze PERSONAL FILE
akoestiekinstellingen kunt u dan later telkens weer
gebruiken voor het beluisteren van een favoriete
cassette, CD of radio-uitzending. U kunt vijf
zelfgemaakte akoestiekinstellingen vastleggen.
Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde
akoestiekinstelling die gebruikt wordt als basis
voor de bijregeling van het geluid.
1 Regel de gekozen akoestiekinstelling
naar uw eigen smaak bij met de grafiek-
toonregeling (zie blz. 36) en het
ruimtelijk rondom-effect (zie blz. 35).
Instelknop
PUSH ENTER 2
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op
“Sound Mode” en druk dan op de
PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “P File
Memory” en druk op de PUSH ENTER
toets.
In het uitleesvenster verschijnt een nummer
voor het zelfgemaakte akoestiekpatroon.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om het gewenste nummer (P FILE
1~5) te kiezen voor opslag van uw
bijgeregelde akoestiekpatroon.
5 Druk op de PUSH ENTER toets.
Het bijgeregelde akoestiekeffect is nu
vastgelegd onder het gekozen nummer. Het
voorheen op deze plaats vastgelegde
akoestiekpatroon wordt gewist en vervangen
door de nieuwe instellingen.
Uitschakelen van de
menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Oproepen van een zelfgemaakt
akoestiekpatroon
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Sound Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “File Select” en druk weer
op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op het zelfgemaakte
akoestiekpatroon van uw keuze (P FILE 1~5).
4 Druk op de PUSH ENTER toets.
Tip
De vastgelegde akoestiekinstellingen blijven ook als de
stroom uitvalt of de stekker uit het stopcontact zaakt
zeker een halve dag lang in het geheugen bewaard.
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
38
NL
Extra functies
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor het Europese model)
Welke mogelijkheden biedt
het RDS informatiesysteem?
De RDS (Radio Data Systeem) is een digitaal
radio-informatiesysteem waarmee radiozenders
naast de gewone radio-uitzendingen allerlei
nuttige informatie kunnen uitzenden. De
ingebouwde tuner biedt enkele handige RDS
functies, zoals de aanduiding van de naam van de
radiozender in het uitleesvenster en het opzoeken
van radiozenders aan de hand van het soort
programma dat ze uitzenden. De RDS is alleen
beschikbaar voor FM zenders.*
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed
doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
* Niet alle FM radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle
dezelfde soorten informatie. Voor nadere
bijzonderheden omtrent de in uw woongebied
beschikbare RDS informatie kunt u het best contact
opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders.
Ontvangst van RDS uitzendingen
, Kies eenvoudigweg een radiozender uit
de FM band.
Bij afstemming op een zender die RDS
informatie uitzendt, zal automatisch de
zendernaam samen met de RDS
indicator in het uitleesvenster
verschijnen.
Aangeven van RDS informatie in
het uitleesvenster
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt,
verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als
volgt:
t Zendernaam*
r
Afstemfrequentie
r
Programmatype*
r
Tijdsaanduiding
r
Gekozen geluidseffect of
“EFFECT ON (OFF)”
* Als er geen RDS informatie wordt ontvangen, kan
de zendernaam en het programmatype niet in het
uitleesvenster worden aangegeven.
Opzoeken van een radiozender
aan de hand van het
programmatype (PTY)
U kunt een radiozender van uw keuze uit de FM
afstemband opzoeken door in te stellen op het
gewenste programmatype. De tuner stemt dan af
op een uitzending van het gekozen type, verzorgd
door een van de RDS zenders die zijn vastgelegd
in het afstemgeheugen van de tuner.
x
Instelknop
PUSH ENTER 21
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
39
NL
Extra functies
Overzicht van de
programmatypes (PTY)
NEWS
Nieuwsbulletins.
AFFAIRS
Actualiteiten-programma’s die op de
achtergronden van het huidige nieuws ingaan.
INFO
Uitzendingen over consumentenzaken,
medisch advies e.d.
SPORT
Sportverslagen, uitslagen e.d.
EDUCATE
Educatieve programma’s, met wetenswaardigheden,
praktische tips en advies op allerlei gebied.
DRAMA
Hoorspelen en radioseries.
CULTURE
Programma’s over nationale en regionale
cultuur.
SCIENCE
Programma’s over natuurwetenschappen en
technologie.
VARIED
Gevarieerd amusement, zoals interviews met
bekende persoonlijkheden, quizprogramma’s
en komedies.
POP M
Populaire muziek.
ROCK M
Moderne serieuze muziek.
EASY M
Easy listening muziek.
LIGHT M
Lichte klassieke muziek voor een breed
publiek zowel vocale als instrumentale muziek.
CLASSICS
Uitvoeringen van klassieke orkestwerken,
kamermuziek, opera, enz..
OTHER M
Muziek die niet is onder te brengen in één
van de andere muzikale categorieën, rhythm-
and-blues, reggae, enz.
WEATHER
Weerbericht.
FINANCE
Beursberichten, financieel en zakennieuws.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat er “TUNER” in het
uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “TUNER Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “PTY Select ?”
en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op het gewenste
programmatype. Zie het nevenstaande
“Overzicht van de programmatypes”.
6 Druk op de PUSH ENTER toets.
De tuner doorloopt dan de vooringestelde
RDS radiozenders, op zoek naar het gekozen
soort programma (hierbij verschijnen
afwisselend de aanduidingen “SEARCH” en
het gekozen programmatype).
Wanneer de tuner het soort programma vindt
dat u hebt gekozen, gaat het
voorkeurzendernummer knipperen.
7 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B totdat de gewenste radiozender
wordt aangegeven.
8 Druk nogmaals op de PUSH ENTER
toets terwijl het voorkeurzendernummer
nog knippert.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Uitschakelen van de PTY
programmatype-zoekfunctie
Druk op de x stoptoets.
wordt vervolgd
40
NL
CHILDREN
Kinderprogramma’s.
SOCIAL
Programma’s over mensen en hun
bezigheden.
RELIGION
Programma’s over godsdienst en religieuze
zaken.
PHONE IN
Programma’s waarin luisteraars via de
telefoon of in een publiek forum kunnen
reageren.
TRAVEL
Programma’s over reizen. Niet voor
aankondigingen die met de TP/TA
verkeersinformatiefuncties te vinden zijn.
LEISURE
Programma’s over vrijetijdsbesteding en
hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d.
JAZZ
Jazz en geïmproviseerde muziek.
COUNTRY
Country & western muziek.
NATION M
Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald gebied.
OLDIES
Hits van vroeger.
FOLK M
Volksmuziekprogramma’s.
DOCUMENT
Documentaires.
TEST
Testsignaal voor nooduitzendingen.
ALARM
Nooduitzendingen.
NONE
Ieder type uitzending dat niet onder een van
de bovengenoemde categorieën valt.
Opmerking
De aanduiding “No PTY” zal verschijnen als er geen
zender is die het door u gekozen programmatype
uitzendt.
Met muziek in slaap
vallen
— Sluimerfunctie
U kunt de stereo-installatie na een zelf te kiezen
periode automatisch laten uitschakelen, zodat u
gerust met muziek in slaap kunt vallen (dit
noemen we de sluimerfunctie). De sluimerduur is
instelbaar in stappen van 10 minuten.
SLEEP
, Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de minuten-aanduiding (de
sluimerduur of tijd tot het uitschakelen) als
volgt:
Auto t 90min t 80min t 70min
tt 10min t Off t Auto …
Als u de “Auto” instelling kiest
De stereo-installatie wordt uitgeschakeld wanneer
de huidige compact disc of cassette is afgelopen
(maximaal na 100 minuten).
Controleren van de resterende
sluimertijd
Druk eenmaal op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Wijzigen van de sluimertijd
tijdens gebruik van de
sluimerfunctie
Druk enkele malen op de SLEEP toets van de
afstandsbediening om de gewenste tijd tot het
uitschakelen te kiezen.
Uitschakelen van de
sluimerfunctie
Druk net zovaak op de SLEEP toets van de
afstandsbediening tot de aanduiding “Sleep Off”
verschijnt.
Gebruik van het Radio Data
Systeem (RDS) (vervolg)
41
NL
Extra functies
3
Met muziek gewekt worden
— Wekfunctie
U kunt de stereo-installatie automatisch op een
vooraf gekozen tijdstip laten inschakelen, zodat u
’s ochtends met muziek gewekt wordt. Voor het
gebruik van deze wekfunctie moet wel eerst de
ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld
(zie “Stap 2: Gelijkzetten van de klok” op blz. 6).
1 Breng de geluidsbron waarmee u
gewekt wilt worden in gereedheid.
Compact disc: Leg een CD in de disc-lade.
Als u wilt beginnen met een bepaald
muziekstuk, maakt u een muziekprogramma
(zie “Programmaweergave van
muziekstukken op CD” op blz. 24).
Cassette: Steek een cassette in het deck met
de gewenste cassettekant naar u toe gericht.
Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Luisteren naar de
radio” op blz. 14).
11
2 Stel de geluidssterkte naar wens in.
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH
ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Timer Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Timer Set ?”
en druk op de PUSH ENTER toets.
De aanduiding “Set Daily 1” verschijnt.
6 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Daily 1 (of 2)”
en druk op de PUSH ENTER toets.
De aanduiding “On” verschijnt en de uren-
cijfers voor de inschakeltijd gaan knipperen.
DAILY 1
7 Stel het tijdstip in waarop u door de
stereo-installatie gewekt wilt worden.
Druk de instelknop enkele malen naar v of
V om het juiste uur te kiezen en druk dan op
de PUSH ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de opname-
aanvangstijd knipperen.
DAILY 1
Druk de instelknop enkele malen naar v of
V om de juiste minuut te kiezen en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
2
Instelknop
PUSH ENTER
wordt vervolgd
42
NL
8 Stel op dezelfde wijze als bij stap 7 de
tijd in waarop u wilt stoppen met
afspelen.
9 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om de gewenste geluidsbron te
kiezen.
Telkens wanneer u de instelknop zijwaarts
naar b of B drukt, verspringt de aanduiding
in het uitleesvenster als volgt.
t TUNER y CD Play T
t TAPE Play T
10 Druk op de PUSH ENTER toets.
In het uitleesvenster verschijnen nu de
geldende wekfunctie (Daily 1 of Daily 2) en
dan de door u gekozen inschakeltijd, de
uitschakeltijd en de geluidsbron, gevolgd
door de oorspronkelijke aanduidingen.
11 Schakel de stereo-installatie uit.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Controleren van de wekfunctie-
instellingen
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Select ?” en druk op
de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op de instelling die u wilt
controleren (“Daily 1” of “Daily 2”) en druk op
de PUSH ENTER toets.
Als u de instelling wilt wijzigen, volgt u weer de
aanwijzingen vanaf stap 1 op blz. 41.
Uitschakelen van de
schakelklok-wekfunctie
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Select ?” en druk op
de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Off” en druk op de
PUSH ENTER toets.
Tip
15 seconden voordat de ingestelde tijd wordt bereikt,
zal de stereo-installatie worden ingeschakeld.
Opmerkingen
De DAILY 1 en DAILY 2 wekfuncties zijn niet
tegelijk te gebruiken.
Voor de inschakeltijd en de uitschakeltijd kunt u
niet hetzelfde tijdstip kiezen.
Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan
de Daily wekfunctie niet werken zolang de
sluimerfunctie de stereo-installatie nog niet heeft
uitgeschakeld.
• Het is niet mogelijk de Daily wekfunctie en de
schakelklok-opname op hetzelfde tijdstip in te
stellen.
Met muziek gewekt worden
(vervolg)
43
NL
Extra functies
8
Schakelklok-opname
van radio-uitzendingen
U kunt de schakelklok instellen voor het op
cassette opnemen van een radio-uitzending op een
bepaalde tijd, maar dan moet de radiozender wel
in het afstemgeheugen zijn vastgelegd (zie “Stap
3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op
blz.8) en moet de klok op de juiste tijd zijn
ingesteld (zie “Stap 2: Gelijkzetten van de klok”
op blz.6).
1 Stem af op de voorkeurzender waarvan
u een uitzending wilt opnemen (zie
“Luisteren naar de radio” op blz. 14).
2
Druk enkele malen op de MODE SELECT
toets om in te stellen op “Set Up Mode” en
druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Timer Set
Up ?” en druk weer op de PUSH
ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Timer Set ?”
en druk op de PUSH ENTER toets.
De aanduiding “Set Daily 1” verschijnt.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Set REC” en
druk op de PUSH ENTER toets.
De aanduiding “On” verschijnt en de uren-
cijfers voor de inschakeltijd gaan knipperen.
REC
6 Stel het tijdstip in waarop u wilt
beginnen met opnemen.
Druk de instelknop enkele malen naar v of
V om het juiste uur te kiezen en druk dan op
de PUSH ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de opname-
aanvangstijd knipperen.
REC
Druk de instelknop enkele malen naar v of
V om de juiste minuut te kiezen en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
Instelknop
PUSH ENTER 29
wordt vervolgd
44
NL
7 Stel op dezelfde wijze als bij stap 6 de
tijd in waarop u wilt stoppen met
opnemen.
In het uitleesvenster verschijnen nu de door u
gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd, en
het nummer van de voorkeurzender waarvan
u een uitzending wilt opnemen (bijvoorbeeld
“TUNER FM 5”), gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen.
8 Steek een voor opnemen geschikte
cassette.
9 Schakel de stereo-installatie uit.
Wanneer het opnemen begint, wordt de
geluidsweergave automatisch gedempt.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Controleren van de
schakelklokopname-instellingen
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Select ?” en druk op
de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “REC” en druk op de PUSH
ENTER toets.
Als u de instelling wilt wijzigen, volgt u weer de
aanwijzingen vanaf stap 1 op blz. 43.
Uitschakelen van de
schakelklok-functie
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan
op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk
weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Select ?” en druk op
de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Off” en druk op de
PUSH ENTER toets.
Opmerkingen
Als de stereo-installatie op de ingestelde opname-
aanvangstijd reeds ingeschakeld is, zal er geen
opname plaatsvinden.
Voor de inschakeltijd en de uitschakeltijd kunt u
niet hetzelfde tijdstip kiezen.
Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan
de wekfunctie niet werken zolang de sluimerfunctie
de stereo-installatie nog niet heeft uitgeschakeld.
Het is niet mogelijk de schakelklok-opname en de
Daily wekfunctie op hetzelfde tijdstip in te stellen.
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen (vervolg)
45
NL
Externe apparatuur
Externe apparatuur
Aansluiten van audio-
apparatuur
Kies een van de volgende aansluitmethoden,
afhankelijk van de apparatuur die u heeft. Zie voor
nadere bijzonderheden tevens de
gebruiksaanwijzing van elk aan te sluiten
apparaat.
Aansluiten van een minidisc-
recorder voor het maken van
digitale opnamen
Sluit de minidisc-recorder via een optische kabel
aan voor het maken van digitale opnamen van
CD’s op minidisc.
Aansluiten van een minidisc-
recorder voor het maken van
analoge opnamen
Steek de stekkers in de aansluitbussen met
dezelfde kleur. Voor het luisteren naar de
weergave van de aangesloten minidisc-recorder,
drukt u meermalen op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot in het uitleesvenster de
aanduiding “MD” verschijnt.
Naar de digitale ingangsaansluiting
van de minidisc-recorder
Naar de audio-uitgangen
van de minidisc-recorder
Naar de audio-ingangen
van de minidisc-recorder
wordt vervolgd
46
NL
Aansluiten van een
videorecorder
Steek de stekkers in de aansluitbussen met
dezelfde kleur. Voor het luisteren naar het geluid
van de aangesloten videorecorder, drukt u
meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar tot
in het uitleesvenster de aanduiding “VIDEO”
verschijnt. Zie voor nadere bijzonderheden tevens
de gebruiksaanwijzing van het aan te sluiten
apparaat.
Naar de audio-uitgang van de videorecorder
Opmerking
Voor het aansluiten van een VIDEO-CD speler
verbindt u de audio-uitgangen van de VIDEO-CD
speler met de MD IN ingangsaansluitingen van dit
apparaat.
Aansluiten van een ultralaag-
luidspreker
U kunt op dit apparaat ook een los verkrijgbare
“superwoofer” ultralage-tonen luidspreker aansluiten.
Aansluiten van een hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
aansluiting. Wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten,
zal er geen geluid via de luidsprekers te horen zijn.
Naar de ultralaag-luidspreker
Aansluiten van audio-apparatuur
(vervolg)
PHONES
?/1
(Aan/uit-
schakelaar)
47
NL
Externe apparatuur
Aansluiten van
akoestiekluidsprekers
Sluit de luidsprekersnoeren van de
akoestiekluidsprekers aan op de hiervoor
bestemde SURROUND SPEAKER aansluitingen.
Verbind de eenkleurige draden met de rode
aansluitbussen en de gestreepte draden met de
zwarte aansluitbussen.
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de
antennes en antennesnoeren, om storing in de
ontvangst te vermijden.
Opmerking
Als u akoestiekluidsprekers gebruikt, sluit dan in elk
geval zowel een linker als een rechter luidspreker aan.
Een enkele akoestiekluidspreker zal geen geluid
weergeven.
Sluit hierop de
rechter
akoestiekluidspreker
aan.
Sluit hierop de
linker
akoestiekluidspreker
aan.
Aansluiten van
buitenantennes
Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen
een of meer buitenantennes aan te sluiten. Zie
voor nadere bijzonderheden tevens de
gebruiksaanwijzing van het aan te sluiten
apparaat.
FM-antennes
Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne aan.
U kunt ook gebruik maken van een TV-antenne.
Aansluiting type A
FM75
AM
Aansluiting type B
FM75
AM
COAXIAL
75-ohm coaxiaalkabel
(niet bijgeleverd)
IEC standaard antennestekker
(niet bijgeleverd)
wordt vervolgd
48
NL
AM-antennes
Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter
lengte aan op de AM antenne-aansluiting. Laat
tevens de bijgeleverde AM-kaderantenne
aangesloten.
Aansluiting type A
FM75
AM
Aansluiting type B
FM75
COAXIAL
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
Aansluiten van buitenantennes
(vervolg)
49
NL
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Veiligheid
Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact
steekt, blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het
apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het apparaat
geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit
het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van
het apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op
het stopcontact en laat het appraat eerst door een
deskundige nakijken alvorens dit weer in gebruik te nemen.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen,
laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten.
Opstelling
Zet de stereo-installatie op een plaats met
voldoende ventilatie om oververhitting van de
inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang
van een langdurige betrouwbare werking.
Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat.
Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld
wordt aan:
— extreme hitte of koude
— stof of vuil
— erg veel vocht
— heftige trillingen
— directe zonnestraling.
Voorkomen van beschadiging
Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een
warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer
wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de compact disc
speler vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet,
zal de stereo-installatie niet naar behoren functioneren. In
zulke gevallen dient u de CD te verwijderen en het apparaat
ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan te laten
staan, zodat alle condensvocht kan verdampen.
Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient
u de compact disc(s) uit het apparaat te verwijderen.
Mocht u vragen of problemen met uw stereo-installatie
hebben, neemt u dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar of onderhoudsdienst.
Betreffende de omgang met
compact discs
Veeg een CD voor het afspelen schoon met een niet pluizend
reinigingsdoekje, vanuit het midden naar de rand. Berg elke
CD na het afspelen weer in het bijbehorende doosje op.
Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als benzine of
thinner, evenmin als reinigingsvloeistoffen of antistatische
spray voor het reinigen van conventionele grammofoonplaten.
Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan
fel zonlicht of de hitte van een kachel of
verwarmingsradiator; laat compact discs nooit achter in
een afgesloten auto die in de volle zon geparkeerd staat.
Als u een compact disc afspeelt waarvan de label-kant
plakkerig is, door lijm of andere klevende stoffen zoals
speciale inkt e.d., bestaat het gevaar dat de CD of het
label ervan blijft kleven aan het inwendige mechanisme
van dit apparaat. Dan zult u de CD niet kunnen
verwijderen en kan het apparaat defect raken. Let voor
het afspelen altijd goed op dat de CD niet plakt.
Gebruik geen CD’s waar het volgende mis mee is:
Tweedehands of gehuurde CD’s met een etiket of sticker
waarvan de rand omkrult of de lijm voorbij de sticker
uitsteekt. Dit kan problemen bij het afspelen geven.
CD’s met een label dat in speciale inkt is gedrukt; als
de inkt kleverig aanvoelt mag u de CD niet afspelen.
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant van de apparatuur schoon met een zacht
doekje, droog of licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep.
Beveiligen van uw bandopnamen
tegen per ongeluk wissen
Om een cassette tegen abusievelijk wissen te beschermen, breekt
u het wispreventienokje uit voor cassettekant A of B waarvan u
de opnamen wilt beveiligen, zoals in de afbeelding is aangegeven.
Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor opname
geschikt wilt maken, kunt u de ontstane opening(en) met
een stukje plakband afdekken. Let bij het afplakken echter
wel op dat de bandsoortopeningen voor het automatische
bandsoort-detectiesysteem niet afgedekt worden.
Bandsoort-
herkenningsopeningen
Nokje voor kant B Nokje voor kant A
Kant A
Ter beveiliging het
wispreventienokje
voor cassettekant
A uitbreken
Bandsoort:
CrO
2
/metaalband normaalband
Bandsoort-herkenningsopeningen
e
wordt vervolgd
50
NL
Alvorens de cassette in het
cassettedeck te plaatsen
Trek een eventuele lus in de band strak. Dit om te
voorkomen dat de band zich rondom de onderdelen
wikkelt, met beschadiging van de band en het
cassettedeck als gevolg.
Betreffende het gebruik van
cassettes langer dan 90 minuten
De band van deze cassettes is erg dun. Bij gebruik
van deze cassettes wordt het afgeraden veelvuldig en
snel achter elkaar om te schakelen tussen afspelen,
stoppen, snelspoelen e.d., aangezien de band kan
uitrekken of verstrikt kan raken.
Reinigen van de koppen
De koppen van het cassettedeck dienen om de tien
gebruiksuren gereinigd te worden, anders kunnen de
volgende problemen ontstaan:
— verminderde geluidskwaliteit
— verminderde geluidssterkte
— wegvallend geluid
— onvolledig wissen
— tegenvallende opnameresultaten.
Om verzekerd te kunnen zijn van de beste
geluidskwaliteit, verdient het aanbeveling de koppen
vóór iedere belangrijke opname te reinigen en ook
nadat u een oude cassette heeft afgespeeld. Gebruik
voor het reinigen een los verkrijgbare
reinigingscassette (droog type of vloeistof-type).
Zie de handleiding van de reinigingscassette voor
nadere aanwijzingen.
Demagnetiseren van de koppen
De koppen en alle metalen onderdelen waarmee de
band in aanraking komt, dienen om de 20 tot 30
gebruiksuren gedemagnetiseerd te worden met een in
de handel verkrijgbaar demagnetiseerapparaat. Zie de
handleiding van het demagnetiseerapparaat voor
nadere bijzonderheden.
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Verhelpen van storingen
Mocht zich een probleem voordoen met de stereo-
installatie, neemt u dan de volgende lijst met
controlepunten door.
Controleer echter eerst of het netsnoer stevig is
aangesloten en of alle aansluitingen van de
luidsprekers in orde zijn.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen,
neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony handelaar.
Algemeen
Er beginnen aanduidingen in het
uitleesvenster te knipperen wanneer u de
stekker in het stopcontact steekt, terwijl u
de stereo-installatie nog niet heeft
ingeschakeld (demonstratiefunctie).
Druk de DISPLAY toets eenmaal in terwijl de
installatie uit staat. De demonstratie verdwijnt
dan.
De tijdinstelling/voorkeurzenders/
schakelklok-instellingen zijn vervallen.
De stekker is langer dan een halve dag uit het
stopcontact geweest of er is een langdurige
stroomonderbreking geweest.
Doe opnieuw het volgende:
“Stap 2: Gelijkzetten van de klok” op blz. 6
“Stap 3: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders” op blz. 8
Als u bovendien de schakelklok had ingesteld,
volgt u tevens de aanwijzingen onder “Met
muziek gewekt worden” op blz. 41 en/of
“Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen” op blz. 43.
Er klinkt geen geluid.
Draai de VOLUME regelaar rechtsom.
Wellicht is er een hoofdtelefoon aangesloten.
Let erop dat u alleen het vrijgemaakte
uiteinde van het luidsprekersnoer in de
SPEAKER aansluiting steekt. Als u het snoer
te ver naar binnen steekt, is er een kans dat de
isolatie van het snoer een goed contact
verhindert.
Tijdens een schakelklok-opname wordt er
geen geluid weergegeven.
51
NL
Aanvullende informatie
Hevige bromtoon of ander storend geluid.
De stereo-installatie staat te dicht bij een TV
of videorecorder. Zet de stereo-installatie
verder van de TV of videorecorder vandaan.
Er knippert “--:--” in het uitleesvenster.
De stroomvoorziening is onderbroken
geweest. Stel de klok weer op de juiste tijd in
en leg uw voorkeurzenders opnieuw in het
geheugen vast.
De schakelklok-functies werken niet naar
behoren.
Stel de klok op de juiste tijd in.
Bij instellen op het “Timer Select ?” menu
verschijnen de “Daily 1”, “Daily 2” en
“REC” aanduidingen niet.
Maak de schakelklok-instellingen zorgvuldig
volgens de aanwijzingen.
Stel de klok op de juiste tijd in.
De afstandsbediening werkt niet.
Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie zijn.
Richt de afstandsbediening, van niet al te ver,
recht op de afstandsbedieningssensor van de
stereo-installatie.
Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Er is akoestische terugkoppeling (u hoort
een rondzingende fluittoon).
Verminder de geluidssterkte.
Houd de microfoon verder van de
luidsprekers vandaan of draai de microfoon in
een andere richting.
Er is storing in de kleuren van het TV-
beeld.
Schakel het TV-toestel eenmaal uit en
vervolgens na 15 à 30 minuten weer in. Als er
na weer inschakelen geen verbetering in de
kleurweergave zichtbaar is, zet de
luidsprekers en de TV dan iets verder uit
elkaar.
Om en om verschijnen de aanduidingen
“PROTECT” en “PUSH POWER”.
Er is een te krachtig ingangssignaal
doorgekomen. Druk op de
?/1
toets om de
stroom uit te schakelen, laat de stereo-installatie
een tijdje uit staan en druk dan weer op de
?/1
toets om het apparaat weer in te schakelen.
Als de aanduidingen “PROTECT” en “PUSH
POWER” bij weer inschakelen nog steeds
beurtelings knipperen, schakel dan eerst de
stroom uit met de ?/1 schakelaar en
controleer vervolgens de aansluiting van de
luidsprekersnoeren.
Luidsprekers
Geen geluid van één kanaal of onevenwichtige
weergave van links en rechts.
Controleer de luidspreker-aansluitingen en de
opstelling van de luidsprekers.
Erg weinig lage tonen.
Controleer of de + en – aansluitingen van de
luidsprekersnoeren niet zijn verwisseld.
CD-speler
De disc-lade gaat niet dicht.
De compact disc ligt niet goed in de disc-
uitsparing.
Het afspelen van de compact disc begint niet.
De compact disc ligt niet goed horizontaal in
de disc-lade.
Controleer of de compact disc vuil is.
De compact disc ligt ondersteboven in de disc-lade.
Er is vocht uit de lucht in het apparaat
gecondenseerd. Verwijder de compact disc(s) en
laat de stereo-installatie een uur lang ongebruikt
aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Kies de “1 Disc” of
“All Discs” instelling in het “Play Mode”
menu (zie blz. 23 en 25).
De aanduiding “Over” verschijnt in het
uitleesvenster.
Tijdens het snel doorzoeken is het einde van
de compact disc bereikt. Druk op de m toets
om terug te keren naar het muziek-gedeelte
van de compact disc.
wordt vervolgd
52
NL
Verhelpen van storingen
(vervolg)
Tuner
Ernstige brom of andere storing in de
radio-ontvangst (in het uitleesvenster
knippert de “TUNED” of de “STEREO”
aanduiding).
Richt of verstel de antenne.
De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit
een buitenantenne aan.
Een stereo FM uitzending wordt niet in
stereo weergegeven.
Kies de “Stereo” instelling in het “Stereo
Mono ?” menu.
Als er zich andere problemen
voordoen, die hierboven niet zijn
beschreven, kunt u de stereo-
installatie als volgt terugstellen
in de uitgangsstand:
1 Trek de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker weer in het stopcontact.
3 Druk de x, DISPLAY en DISC 5 toets tegelijk
in.
4 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om de
installatie in te schakelen.
De stereo-installatie is nu teruggesteld op de
fabrieksinstellingen. Alle door u gemaakte
instellingen, zoals de tijd, de voorkeurzenders en
de schakelklok-instellingen zijn uit het geheugen
gewist. Daarom zult u de gewenste instellingen
opnieuw moeten maken.
Cassettedeck
Opnemen is niet mogelijk.
Er is geen cassette in de houder aanwezig.
Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd (zie “Beveiligen van uw
bandopnamen tegen per ongeluk wissen” op
blz. 49).
De band is geheel naar één kant opgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of weer te
geven, of het geluidsvolume neemt af.
Vuile bandkoppen. Reinig de koppen (zie
“Reinigen van de koppen” op blz. 50).
De bandkoppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de koppen (zie
“Demagnetiseren van de koppen” op blz. 50).
Eerdere opnamen worden onvoldoende
gewist.
De bandkoppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de koppen (zie
“Demagnetiseren van de koppen” op blz. 50).
Te veel snelheidsfluctuaties of het geluid
valt weg.
Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen.
Reinig deze onderdelen (zie “Reinigen van de
koppen” op blz. 50).
Veel ruis of wissen van de hoge
frequenties.
De bandkoppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de koppen (zie
“Demagnetiseren van de koppen” op blz. 50).
Bij indrukken van de N (n) weergave
toets of de A uitwerptoets verschijnt er
“EJECT” in het uitleesvenster, dan klinkt
er een mechanisch geluid en wordt het
apparaat uitgeschakeld.
De cassette is niet juist ingestoken. Neem de
cassette uit de houder en schakel dan het
apparaat weer in.
53
NL
Aanvullende informatie
Compact disc speler
Afspeelsysteem Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW*
*Deze waarde is gemeten op een
afstand van ca. 200 mm van het
lensoppervlak van het
optisch blok, bij een diafragma van
7 mm.
Golflengte 780 – 790 nm
Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz (± 0,5 dB)
Signaal/ruisverhouding Meer dan 90 dB
Dynamisch bereik Meer dan 90 dB
CD OPTICAL DIGITAL OUT aansluiting
(vierkante optische aansluitbus, achterpaneel)
Golflengte 660 nm
Uitgangsniveau –18 dBm
Cassettedeck
Bandopnamesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo
Frequentiebereik 40 – 13.000 Hz (± 3 dB),
(zonder Dolby met Sony TYPE I
ruisonderdrukking) cassette
40 – 14.000 Hz (± 3 dB),
met Sony TYPE II cassette
Snelheidsfluctuaties ± 0,15% Gewogen piek (IEC)
0,1% W.RMS (NAB)
± 0,2% Gewogen piek (DIN)
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik 87,5 - 108,0 MHz
(50 kHz afsteminterval)
Antenne FM draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie 10,7 MHz
AM afstemtrap
Afstembereik
Model voor Noord-Amerika:
530 – 1.710 kHz (afsteminterval
10 kHz)
531 – 1.710 kHz (afsteminterval
9 kHz)
Model voor Europa: 531 – 1.602 kHz (afsteminterval
9 kHz)
Antenne AM kaderantenne
Antenne-aansluitingen Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie 450 kHz
wordt vervolgd
Technische gegevens
Versterker
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
80 + 80 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
100 + 100 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV)
Muziekvermogen (referentie)
170 + 170 watt
(aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV)
Ingangen
VIDEO (AUDIO) IN: ingangsspanning 250 mV,
(tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm
MD IN: ingangsspanning 450 mV,
(tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm
Uitgangen
MD OUT: uitgangsspanning 250 mV
(tulpstekkerbussen) impedantie 1 kOhm
PHONES: voor hoofdtelefoons van
(stereo klinkstekkerbus) 8 ohm of meer
FRONT SPEAKER: voor luidsprekers met impedantie
van 8 tot 16 ohm
SURROUND SPEAKER: voor luidsprekers met impedantie
van 16 ohm
SUPER WOOFER: uitgangsspanning 1 V, impedantie
1 kOhm
54
NL
Technische gegevens (vervolg)
Algemeen
Stroomvoorziening
Model voor Noord-Amerika:
120 V wisselstroom,
60 Hz
Model voor Europa: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik
Model voor de V.S.: 190 watt
Model voor Canada: 195 watt
Model voor Europa: 200 watt
Afmetingen (b/h/d) Ca. 250 x 375 x 395 mm
Gewicht
Model voor de V.S.: ca. 11,5 kg
Model voor Canada: ca. 11,5 kg
Model voor Europa: ca. 11,0 kg
Bijgeleverd toebehoren: AM kaderantenne (1)
FM draadantenne (1)
Afstandsbediening (1)
Batterijen (2)
Luidsprekersnoeren (2)
Voorluidspreker-voetjes (8)
Los verkrijgbare accessoires
Akoestiekluidsprekers SS-SR125
Luidsprekersysteem 1-weg breedbandluidspreker in
basreflexkast
Luidsprekers:
Breedband 8 cm ø conus-type
Nominale impedantie 16 ohm
Afmetingen (b/h/d) ca. 220 x 100 x 195 mm
Gewicht ca. 1,0 kg netto per luidspreker
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Luidsprekers (SS-ZX10)
Luidsprekersysteem 3-wegsysteem,
in basreflexkast, magnetisch
afgeschermd type
Luidsprekereenheden
Lagetonen-luidspreker: 17 cm doorsnede,
conus-type
Hogetonen-luidspreker: 5 cm doorsnede, conus-type
Superhogetonen-luidspreker:
4 cm doorsnede, conus-type
Nominale impedantie 8 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ca. 250 x 375 x 285 mm
Gewicht Ca. 5,5 kg netto per luidspreker
55
NL
Aanvullende informatie
Toetsen op de
afstandsbediening
U kunt deze stereo-installatie ook bedienen met de
bijgeleverde afstandsbediening.
*: De gemarkeerde functies werken alleen met de
afstandsbediening.
TUNER
Afstandsbedie-
ningstoets(en)
TUNER/BAND
./> (+, –)
m/M
COMPACT DISC SPELER
Afstandsbedie-
ningstoets(en)
CD N
x
X
./>
m/M
DISC SKIP*
LOOP*
FLASH*
CASSETTEDECK
Afstandsbedie-
ningstoets(en)
TAPE A N
TAPE B N
x
./>
m/M
SCHAKELKLOK
Afstandsbedie-
ningstoets(en)
SLEEP*
OVERIGE
Afstandsbedie-
ningstoets(en)
?/1
VOL +/–
B/b/V/v
ENTER
FUNCTION
MODE SELECT
FILE SELECT
Functie
Keuze van de FM of AM radio.
Keuze van een
voorkeurzendernummer.
Zoeken naar een zender of keuze
van een voorkeurzender.
Functie
Starten van de CD-weergave.
Stoppen van de CD-weergave.
Pauzeren van de CD-weergave.
Keuze van een muziekstuk (AMS:
Automatische Muziek Sensor).
Opzoeken van een gewenst punt in
een muziekstuk.
Verwisselen van compact discs.
Inschakelen van de LOOP
repeteerweergave.
Inschakelen van de FLASH flits-
weergave.
Functie
Starten van de cassette-weergave.
Bij elke druk op deze toets
verandert de band van richting.
Stoppen van de cassette-weergave.
Het begin van een muziekstuk
opzoeken (AMS zoekfunctie).
De band snel vooruit- of
terugspoelen.
Functie
Instellen van de sluimerfunctie.
Functie
In- en uitschakelen van de stereo-
installatie.
Bijregelen van de geluidssterkte.
Keuze van de menufuncties en hun
instellingen.
Keuze van de geluidsbron.
Openen van het bedieningsmenu.
Keuze van een vastgelegd
akoestiekpatroon.
56
NL
Index
A
Aanduidingen in het
uitleesvenster 21
Aansluiten 4-6, 45-48
antennes 5, 47
los verkrijgbare
apparatuur 45-48
stereo-installatie 4
stroomvoorziening 5
Afspelen
cassette 17
compact disc 11
gekozen volgorde
(programma-
weergave) 24
herhaalde weergave
22
willekeurige volgorde
23
Afsteminterval 9
Akoestiek-instelling 32
Antennes 5, 47
Automatische geluidsbron-
keuze 12, 15, 19
B
Bandlengte-montage 30
Batterijen 6
Beveiligen van opnamen
49
Bijregelen
geluidssterkte 12, 15,
18
geluidsweergave 31
luisterpositie voor
CINEMA SPACE
akoestiek 35
C
CD synchroon-opname 13
Compact disc speler
11, 21-25
D
Dagelijkse schakelklok-
instelling 41
Dimmen van de verlichting
34
E
Eén-toets weergavestart
12, 15, 19
F
FLASH functie 31
G
Geheugenafstemming 14
Gelijkzetten van de klok 6
Geluidsinstellingen 31
GROOVE 31
GROOVE-EX 32
V-GROOVE 32
H
Herhaalde weergave 22
I, J
Instelknop 7
K
Klok gelijkzetten 6
L
LOOP functie 30
Luisteren naar de radio 14
M
Montagefuncties 27, 30
N
Normale weergave 11
O
Opnemen
compact disc 13
radio-uitzending 16
schakelklok-opname
43
P, Q
PERSONAL FILE functie
37
Programma-montage 27
Programma-weergave 24
PTY programmatype 38
R
Radio Data Systeem 38
Radiozenders
afstemmen 14
voorinstellen 8
S
Schakelklok
inslapen met muziek
40
ontwaken met muziek
41
schakelklok-opname 41
Sluimerfunctie 40
Snel kopiëren van
bandopnamen 20
T
Terugstellen in
uitgangsstand 52
Tijdinstelling 6
Tuner 8, 14, 38
U
Uitleesvenster 21
V
Vastleggen van
voorkeurzenders 8
Verhelpen van storingen 50
W, X, Y
Wekfunctie 41
Willekeurige weergave 23
Wispreventienokje 49
Z
Zendernaam 38
57
NL
Aanvullende informatie
Voor het uitschakelen van
de menufuncties drukt u op
de MODE SELECT toets.
De met een sterretje (*) gemerkte
instellingen zijn niet altijd
beschikbaar, afhankelijk van de
situatie.
De instellingen in een dubbel kader
verschijnen niet in het menu. Voor
keuze van een dergelijk onderdeel
drukt u op de gelijknamige toets op
het voorpaneel of de
afstandsbediening.
Om een bepaalde menu-instelling
te beëindigen, stelt u in op
“Mode End”.
1)
Kan niet worden gekozen tijdens
afspelen van een CD.
2)
Kan niet worden gekozen tijdens
programma-weergave van een
CD.
Instellingen in de “Sound Mode” en “Set Up Mode”
menu’s
De nummers tussen haakjes verwijzen naar de bladzijde(n) waar de instelling beschreven wordt.
Sound Mode
File Select (33)
P File Memory (37)
Equalizer Control (36)
Cinema Space (35)
Mode End
Set Up Mode
CD Set Up ?
TUNER Set Up ?
TAPE Set Up ?
Timer Set Up ?
Mode End
Display Set Up ?
Repeat Set Up ? (22)
CD Edit Start ? (30)
Program Set ? (24, 27)
Mode End
Play Mode Set Up ? (12)
TUNER Memory ? (8)
TUNER Erase ? (9)
Mode End
PTY Select ? (38)
Direction Set Up ? (13, 16, 18, 20)
Mode End
DOLBY NR Set Up ? (14, 17, 19)
Mode End
Dimmer Set Up ? (34)
Spectrum Set Up ? (34)
Clock Set ? (6)
Mode End
Timer Select ? (42, 44)
Timer Set ? (41, 43)
*
*
*
*
*
*
*
*
*
Effect OnpOff/OffpOn (33)
PGM Check Clear (25, 29)
Stereo Mono ? (15)
1)
2)

Documenttranscriptie

4-227-887-52(1) Mini Hi-Fi Component System Gebruiksaanwijzing NL Istruzioni per l’uso IT Manual de Instruções PT MHC-ZX10 ©2000 Sony Corporation WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Om gevaar voor elektrische schokken te vermijden, dient u de behuizing van het apparaat nooit te openen. Laat inwendig onderhoud en eventuele reparatie over aan bevoegd vakpersoneel. Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. Dit apparaat is geklassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. De aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Deze stereo-installatie is voorzien van het B-type Dolby* ruisonderdrukkingssysteem. * Geproduceerd onder licentie van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. DOLBY en het dubbel D symbool ; zijn handeismerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. 2NL Inhoudsopgave Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van de stereoinstallatie ............................................ 4 Stap 2: Gelijkzetten van de klok .............. 6 Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders ........................................ 8 Stroom besparen in de gebruiksklaarstand .................................................. 10 Basisbediening Afspelen van een compact disc ............... 11 Opnemen van een compact disc .............. 13 Luisteren naar de radio ............................ 14 Opnemen van een radio-uitzending ........ 16 Afspelen van een cassette ....................... 17 Kopiëren van bandopnamen .................... 20 Compact disc speler Gebruik van het CD uitleesvenster ......... 21 Herhaalde weergave van muziekstukken op CD ............... 22 Willekeurige weergave van muziekstukken op CD ............... 23 Programmaweergave van muziekstukken op CD ............... 24 Instellen van de weergave Bijregelen van het geluid ........................ 31 Kiezen van een vaste akoestiekinstelling ........................................... 32 Omschakelen van de spectrum analyzer aanduidingen .................................... 34 Weergave met een ruimtelijk effect ........ 35 Bijregelen met de grafiek-toonregeling .. 36 Vastleggen van uw eigen akoestiekinstellingen ....................................... 37 Extra functies Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)* .............................................. 38 Met muziek in slaap vallen ..................... 40 Met muziek gewekt worden .................... 41 Schakelklok-opname van radiouitzendingen ..................................... 43 NL Externe apparatuur Aansluiten van audio-apparatuur ............ 45 Aansluiten van een videorecorder ........... 46 Aansluiten van akoestiekluidsprekers ..... 47 Aansluiten van buitenantennes ................ 47 Aanvullende informatie Cassettedeck Handmatig opnemen ............................... 26 Geprogrammeerde opname van een CD ....................................... 27 Diskjockey-effecten Repeteerweergave van een muziekpassage op CD ............................................... 30 “Flits” weergave van een muziekpassage op CD ............................................... 31 Voorzorgsmaatregelen ............................ 49 Verhelpen van storingen ......................... 50 Technische gegevens ............................... 53 Toetsen op de afstandsbediening ............ 55 Index ........................................................ 56 Instellingen in de “Sound Mode” en “Set Up Mode” menu’s ............................ 57 * Alleen voor het Europese model 3NL Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 3 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren. AM-kaderantenne FM-draadantenne 2 1 1 1 3 Linker voorluidspreker Rechter voorluidspreker 1 Sluit de voorluidsprekers aan. Sluit de luidsprekersnoeren van de voorluidsprekers aan op de FRONT SPEAKER klemmen zoals hieronder getoond. Steek alleen het vrijgemaakte uiteinde in de aansluiting. R L + Rood/ eenkleurig (3) – Zwart/gestreept (#) 4NL Opmerking Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes, om storing in de weergave te voorkomen. 2 Sluit de FM- en AM-antennes aan. 3 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. Zet de AM-kaderantenne in elkaar en sluit deze aan. AM-kaderantenne Strek de FM-draadantenne zover mogelijk horizontaal uit. FM 75 AM Aansluiten van andere apparatuur Zie blz. 45. Uit/inschakelen van de demonstratie Voorbereidingen Als de bijgeleverde verloopstekker niet in het stopcontact past, verwijdert u deze en gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor de modellen met verloopstekker). Aansluiting type A Wanneer u de tijd instelt (zie “Stap 2: Gelijkzetten van de klok” op blz. 6) wordt de demonstratie automatisch uitgeschakeld. Om de demonstratie weer te starten/stoppen, drukt u de DISPLAY toets enkele malen in terwijl de stereo-installatie uit staat. Aansluiting type B Strek de FM-draadantenne zover mogelijk horizontaal uit. AM-kaderantenne wordt vervolgd FM CO 75 AX IAL AM 5NL Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie (vervolg) Aanbrengen van de voetjes onder de voorluidsprekers Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes onder de voorluidsprekers, om te zorgen dat ze stevig staan en niet kunnen wegglijden. Stap 2: Gelijkzetten van de klok Om de schakelklok-functies te kunnen gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd moeten instellen. Bij de Europese modellen geeft de ingebouwde klok de tijd aan volgens een 24-uurs cyclus en bij de overige modellen volgens een 12-uurs cyclus. De afbeeldingen tonen het model met 24-uurs tijdsaanduiding. ?/1 (Aan/uit-schakelaar) 2,3,4,5,6 1 Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening ] } ] } Tip Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe. 1 De aanduiding “Clock Set ?” verschijnt. Wanneer de stroombesparingsfunctie is ingeschakeld, zal de “Clock Set ?” tijdinstelling niet verschijnen. Schakel dan de stroombesparing uit of zet eerst de stereoinstallatie aan en volg dan de aanwijzingen op de volgende pagina onder “Corrigeren van de tijdinstelling”. Opmerking Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden. Wanneer u de stereo-installatie vervoert Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het CD-mechanisme te beschermen. Zorg echter eerst dat alle compact discs uit het apparaat zijn verwijderd. 6NL 1 Druk meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar totdat de aanduiding “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Houd de V-GROOVE toets ingedrukt en druk dan op de ?/1 toets zodat er “LOCK” in het uitleesvenster verschijnt. Druk op de MODE SELECT toets terwijl de installatie nog uit staat. 2 Druk op de PUSH ENTER toets. De uren-aanduiding begint te knipperen. Druk de instelknop enkele malen naar v of V om het juiste uur te kiezen. 4 Druk de instelknop naar B. De minuten-aanduiding begint te knipperen. 5 Druk de instelknop enkele malen naar v of V om de juiste minuut te kiezen. 6 Druk op de PUSH ENTER toets. Corrigeren van de tijdinstelling Hierboven wordt beschreven hoe u de tijd instelt wanneer de apparatuur is uitgeschakeld. Voor het gelijkzetten van de klok terwijl de apparatuur is ingeschakeld, gaat u als volgt te werk: 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Clock Set ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Volg de aanwijzingen 3 t/m 6 in de linker kolom. Voorbereidingen 3 Opmerking Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. De tijdinstelling verdwijnt uit het geheugen wanneer er een stroomonderbreking is of de stekker niet in het stopcontact zit. Tips • Zie de afbeelding voor het gebruik van de instelknop. Steek uw vinger in de holte en druk de knop in de gewenste richting (omhoog/omlaag of links/rechts, aangegeven als v/V en b/B in deze gebruiksaanwijzing). Omhoog (v) Links (b) PUSH ENTER Rechts (B) Omlaag (V) • Na een vergissing dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 1. 7NL Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders In het afstemgeheugen kunt u in totaal 30 favoriete radiozenders vastleggen (20 voor de FM en 10 voor de AM). 3 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TUNER Memory ?” en druk op de PUSH ENTER toets. Instelknop ?/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 PUSH ENTER 3 In het uitleesvenster verschijnt een voorinstelnummer en de gevonden afstemfrequentie. De beschikbare zenders worden automatisch in volgorde vanaf zendernummer 1 vastgelegd. Voorinstelnummer .> 2 1 Druk enkele malen op de TUNER/ BAND toets om de FM of AM afstemband te kiezen. 2 Houd de m of M toets ingedrukt totdat de frequentie-aanduiding gaat veranderen en laat de toets dan los. Het doorzoeken van de frequenties stopt automatisch zodra er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een stereo radio-uitzending wordt ontvangen). TUNED 8NL STEREO 6 Druk op de PUSH ENTER toets. 7 Herhaal de stappen 2 t/m 6 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Afstemmen op een zender die te zwak is voor automatische afstemming Vastleggen van een nieuwe zender onder een al gebruikt voorinstelnummer Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1. Na stap 5 drukt u op de . of > toets om in te stellen op het voorinstelnummer waaronder u de nieuwe zender wilt vastleggen en dan drukt u op de PUSH ENTER toets. Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (voor sommige gebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd vervolgens de MODE SELECT toets ingedrukt en schakel zo de stroom weer in. Bij omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug te schakelen, herhaalt u deze werkwijze. Voorbereidingen Druk in stap 2 enkele malen achtereen op de m of M toets om handmatig op de gewenste zender af te stemmen. Omschakelen van het AM afsteminterval (Uitgezonderd het model voor Europa) Onder het gekozen voorinstelnummer kunt u nu een nieuwe zender van uw keuze vastleggen. Wissen van een vooringestelde zender 1 Druk op de TUNER/BAND toets om de FM of AM afstemband te kiezen. 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TUNER Erase ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op de vooringestelde zender die u wilt wissen en druk op de PUSH ENTER toets. Kies de mogelijkheid “TUNER Ers FM ALL” (of voor “TUNER Ers AM ALL”) als u alle vastgelegde voorkeurzenders in de afstemband tegelijk wilt wissen. Bij het wissen van een voorkeurzender schuiven alle volgende zenders een plaatsje naar voren op en krijgen dus allemaal een lager nummer. Tip De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na uitvallen van de stroom ongeveer een halve dag in het afstemgeheugen bewaard blijven. 9NL Stroom besparen in de gebruiksklaar-stand U kunt het stroomverbruik in de uitgeschakelde gebruiksklaar-stand verminderen (stroombesparingsstand) om energie te besparen. ?/1 (Aan/uitschakelaar) DISPLAY Tips • In de stroombesparingsstand blijft het ?/1 spanningslampje nog wel branden, evenals de schakelklok-indicator (wanneer de schakelklok is ingesteld). • In de stroombesparingsstand zal de schakelklok gewoon werken. Opmerkingen • De klok kan niet op de juiste tijd worden ingesteld in de stroombesparingsstand. • De één-toets weergavestart zal niet werken in de stroombesparingsstand. Uitschakelen van de stroombesparingsstand Druk eenmaal op de DISPLAY toets om een demonstratie van de mogelijkheden van het apparaat te zien, of tweemaal om de juiste tijd te zien. , Druk enkele malen op de DISPLAY toets wanneer de stereo-installatie is uitgeschakeld. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringen de aanduidingen in het uitleesvenster als volgt: t demonstratie t kloktijd stroombesparingsfunctie T In deze stand kunt u de stereo-installatie aan/ uit zetten door indrukken van de ?/1 toets. 10NL Basisbediening Afspelen van een compact disc 1 Als een disc niet goed geplaatst is, kan deze niet worden afgespeeld. — Normale weergave CD NX MODE SELECT Instelknop . > x PUSH ENTER Druk nogmaals op dezelfde disc-keuzetoets om de disc-lade te sluiten. Om nog meer compact discs te plaatsen drukt u op de andere A disckeuzetoetsen om de disc-lade daarvoor te openen. Voor elke geplaatste CD verschijnt een discaanwezig indicator in het uitleesvenster. Basisbediening Leg de bedrukte label-kant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade. Met deze stereo-installatie kunt u tot vijf compact discs achtereen afspelen. ?/1 (Aan/uitschakelaar) Druk op een van de A 1~5 disckeuzetoetsen en leg een compact disc in de disc-lade. Disc-aanwezig indicator 2 Druk op een van de DISC 1~5 toetsen. De disc-lade sluit en het afspelen van de gekozen CD begint. Als u op de CD NX toets (of op de CD H toets van de afstandsbediening) drukt met de disc-lade dicht, dan begint het afspelen vanaf het begin van de CD in de disc-lade waarvan de disc-afspeelindicator oplicht. 2 1 VOLUME m M Nummer van de disc-uitsparing Muziekstuknummer DISC SKIP X x .> mM CD N MODE SELECT Disc-aanwezig indicator Discafspeelindicator Bij de “1 Disc” afspeelfunctie (zie blz. 12) ENTER V B Disc-aanwezig/ Verstreken speelduur afspeelindicators b VOL +/– Bij de “All Discs” afspeelfunctie (zie blz. 12) v B/b wordt vervolgd 11NL Afspelen van een compact disc (vervolg) Voor het Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de x stoptoets. Pauzeren Druk op de CD NX toets (of op de X toets van de afstandsbediening). Druk nogmaals op de toets om de weergave te hervatten. Opzoeken van Tijdens weergave of in de pauzestand een muziekstuk drukt u op de > toets (om vooruit te gaan) of de . toets (om terug te gaan) op de afstandsbediening. Opzoeken van een punt in een muziekstuk Druk tijdens weergave op de M of m toets en laat de toets bij het gewenste punt los. Kiezen van een Druk op een van de DISC 1~5 compact disc in toetsen (of op de DISC SKIP toets de stopstand van de afstandsbediening). Afspelen van alleen de gekozen compact disc 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Play Mode 1 Disc” en druk op de PUSH ENTER toets. Afspelen van alle CD’s 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Play Mode All Discs” en druk op de PUSH ENTER toets. Uitnemen van Druk op een van de A 1~5 disceen compact disc keuzetoetsen. Verwisselen van Druk op een van de A 1~5 disceen andere CD keuzetoetsen om de disc-lade te tijdens weergave openen voor de CD die u wilt verwisselen. Na het inleggen van een nieuwe CD drukt u nogmaals op dezelfde toets om de disc-lade te sluiten. 12NL Bijregelen van Draai aan de VOLUME regelaar (of de geluidssterkte druk op de geluidssterkte VOL +/– afstandsbediening). Tips • Bij indrukken van de CD NX toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de compact disc, mits er een CD in de disc-lade aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken. • U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een compact disc starten, eenvoudig met een druk op de CD NX toets of een van de DISC 1~5 toetsen (automatische geluidsbron-keuze). • Als er geen CD in de disc-lade aanwezig is, verschijnt de aanduiding “No Disc”. • Als er een CD in een disc-lade aanwezig is, licht het indicatorlampje voor die disc-lade oranje op. Wanneer er een bepaalde CD is gekozen (of al wordt afgespeeld) licht bovendien de discafspeelindicator op. Wanneer er wel een disc aanwezig is, maar die is niet gekozen, dan brandt wel de disc-aanwezig indicator maar niet de discafspeelindicator. Wanneer alle disc-lades leeg zijn, branden echter wel alle disc-afspeelindicators en disc-aanwezig indicators. Opmerking Wanneer een disc-lade nog niet door de CD-speler is gelezen, kan de disc-aanwezig indicator wel eens branden, ook als er geen CD in die disc-lade aanwezig is. 2 Opnemen van een compact disc Met behulp van de CD SYNC toets kunt u een compact disc snel en doeltreffend op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. 3 Leg de bedrukte label-kant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade. 4 3 Basisbediening Druk nogmaals op dezelfde toets om de disclade te sluiten. Als de indicator voor de gewenste disc-lade niet oplicht, druk dan net zovaak op de DISC SKIP toets van de afstandsbediening tot de indicator oplicht. — CD synchroon-opname TAPE B N Indicator ?/1 TAPE B n Instelknop (Aan/uitschakelaar) x PUSH ENTER Druk op een van de A 1~5 disckeuzetoetsen en leg een CD in de disclade. Druk op de CD SYNC toets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de CD-speler komt in de weergavepauzestand te staan. De TAPE B N indicator (voor de voorkant van de cassette) licht op en de REC PAUSE/START toets knippert. 8, REC PAUSE/START 2 1 4 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 6 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 7 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “1 Way” voor het opnemen op één cassettekant of op “Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen op beide cassettekanten, en druk dan op de PUSH ENTER toets. 8 Druk op de REC PAUSE/START toets. 1 Druk op de A B toets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B. Leg de kant voor opname naar u toe. Het opnemen begint. wordt vervolgd 13NL Opnemen van een compact disc (vervolg) Luisteren naar de radio Stoppen met opnemen — Geheugenafstemming Druk op de x stoptoets. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Tips Leg eerst uw favoriete radiozenders in het afstemgeheugen vast (zie “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz. 8). ?/1 (Aan/uit-schakelaar) 2 • Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan na de CD SYNC toets op de TAPE B n toets zodat de indicator van die toets oplicht. • Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt. • Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u na het indrukken van de CD SYNC toets de volgende aanwijzingen. 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4. mM 1 MODE SELECT VOLUME Instelknop PUSH ENTER Opmerking Tijdens het opnemen kunt u niet naar een andere geluidsbron luisteren; daarvoor zult u eerst moeten stoppen met opnemen. TUNER/BAND .> mM V B b v 14NL VOL +/– Tips Druk enkele malen op de TUNER/ BAND toets om de FM of AM afstemband te kiezen. 2 Druk op de . of > toets om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender. Voorinstelnummer* STEREO Afstemfrequentie * Als er slechts één voorkeurzender is ingesteld, verschijnt de aanduiding “ONE PRESET” in het uitleesvenster. Voor het Doet u het volgende Uitschakelen van de radio Druk op de ?/1 schakelaar. Bijregelen van de geluidssterkte Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de VOL +/– toets van de afstandsbediening). Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd Gebruik handmatige of automatische afstemming in stap 2. Voor handmatige afstemming drukt u enkele malen achtereen op de m of M toets. Voor automatische afstemming houdt u de m of M toets langer ingedrukt. • Bij indrukken van de TUNER/BAND toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint de weergave van de laatst ontvangen radiozender (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken. • U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron naar de tuner en de radioontvangst starten, eenvoudig met een druk op de TUNER/BAND toets (automatische geluidsbronkeuze). • Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt, volgt u de onderstaande aanwijzingen: 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Stereo Mono ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Mono” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “Mono” licht op in het uitleesvenster. Het stereo-effect zal nu verloren gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder klinken. Om weer stereo-geluid te horen, herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Stereo” in stap 4. • Om de beste radio-ontvangst te verkrijgen kan het nodig zijn verschillende standen van de bijgeleverde antennes uit te proberen. Basisbediening 1 15NL Opnemen van een radiouitzending 3 Druk op de A B toets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B. Leg de kant voor opname naar u toe. Na keuze van de gewenste vastgelegde voorkeurzender kunt u radio-uitzendingen op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. 2 ?/1 (Aan/uitschakelaar) TAPE B n x 1 5 4 Druk op de REC PAUSE/START toets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. 4,9 1 2 3 5 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 6 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 7 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 8 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “1 Way” voor het opnemen op één cassettekant of op “Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen op beide cassettekanten, en druk dan op de PUSH ENTER toets. 9 Druk op de REC PAUSE/START toets. Instelknop PUSH ENTER Druk op de TUNER/BAND toets om de FM of AM afstemband te kiezen. Druk enkele malen op de . of > toets om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender. Voorinstelnummer STEREO Het opnemen begint. Stoppen met opnemen Druk op de x stoptoets. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. 16NL Afstemfrequentie Tips Afspelen van een cassette De cassettedecks zijn geschikt voor weergave van TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO 2-band) en TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij plaatsen van een cassette neemt het deck automatisch de bandsoort waar en stelt daarop in. De . en > toetsen kunt u gebruiken om de muziekstukken die u wilt horen vlot en gemakkelijk op te zoeken. ?/1 (Aan/uitschakelaar) Instelknop x PUSH ENTER 2 7 .> 1 3 Basisbediening • Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan na de REC PAUSE/ START toets in stap 4 op de TAPE B n toets zodat de indicator van die toets oplicht. • Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt. • Voor het opnemen van een uitzending van een radiozender die niet is vastgelegd, gebruikt u in stap 2 de m en M toets om handmatig op de gewenste zender af te stemmen. • Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u na het indrukken van de REC PAUSE/START toets in stap 4 de volgende aanwijzingen. 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4. • Als er bij het opnemen van een radio-uitzending storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de antenne voor de betreffende afstemband in een andere richting te draaien. VOLUME m M x .> mM TAPE A N TAPE B N MODE SELECT ENTER V B b VOL +/– v B/b wordt vervolgd 17NL Afspelen van een cassette (vervolg) 1 Druk op de A A of A B toets en steek een bespeelde cassette in deck A of B. Leg de kant die u wilt weergeven naar u toe. 7 Druk op de TAPE A (of TAPE B) N toets. Om de achterkant van de cassette af te spelen drukt u op de TAPE A (of TAPE B) n toets. Dan begint de weergave. Bij gebruik van de afstandsbediening drukt u op de TAPE A (of TAPE B) N toets om de weergave te starten. Voor het afspelen van de achterkant drukt u nogmaals op de TAPE A (of TAPE B) N toets. * De continu-weergave verloopt altijd in de onderstaande volgorde: De cassette-aanwezig indicator licht op in het uitleesvenster. Cassette-aanwezig indicator 2 3 18NL Druk enkele malen op de FUNCTION toets om in te stellen op “TAPE A” of “TAPE B”. Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. t Deck A (voorkant) t Deck A (achterkant) Deck B (achterkant) T Deck B (voorkant) T Voor het Doet u het volgende Stoppen met Druk op de x stoptoets. Vooruitspoelen Druk op de m of M snelspoeltoets. Terugspoelen Druk op de m of M snelspoeltoets. Uitnemen van de cassette Druk op de A A of A B toets. Bijregelen van de geluidssterkte Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de VOL +/– toets van de afstandsbediening). * Dit cassettedeck heeft geen weergavepauzestand. De X toets is niet te gebruiken om de weergave te pauzeren. Uitschakelen van de menufuncties 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 6 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “1 Way” voor het afspelen van één cassettekant, op “Cycle” voor het afspelen van beide cassettekanten, of op “Relay”* voor het afspelen van beide decks achtereen en druk dan op de PUSH ENTER toets. Druk op de MODE SELECT toets. Opmerkingen • Bij indrukken van de TAPE A (of TAPE B) N of n weergavetoets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de cassette, mits er een cassette in het deck aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken. • U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een cassette starten, eenvoudig met een druk op de TAPE A (of TAPE B) N of n weergavetoets (automatische geluidsbron-keuze). • Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u de onderstaande aanwijzingen: 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4. • Het deck stopt automatisch nadat de cyclus, d.w.z. afspelen van beide cassettekanten, vijfmaal is herhaald. • De AMS-zoekfunctie kan wel eens niet goed werken in de volgende gevallen: – als er tussen twee muziekstukken geen vier seconden stilte is. – als de geluidssterkte van het linker kanaal sterk verschilt van die van het rechter kanaal. – bij langdurige stille of erg zachte passages in een muziekstuk, of geruime tijd alleen maar lage tonen (zoals bij een bas-solo, een tuba of een bariton-saxofoon). – als het cassettedeck te dicht bij een TV-toestel staat. (In dit geval kunt u de apparatuur beter wat verder van het TV-toestel zetten of de TV uitschakelen.) Basisbediening Tips Opzoeken van het begin van een muziekstuk (AMS* zoekfunctie) Druk op de tijdens afspelen enkele malen op de . of > toets, in dezelfde richting als de n of N indicator, om de band in voorwaartse richting te doorzoeken. Druk enkele malen op de . of > toets in de tegengestelde richting om terugwaarts te zoeken. De richting waarin u zoekt, + (vooruit) of – (terugwaarts) en het aantal versprongen nummers (1~9) worden in het uitleesvenster aangegeven. Voorbeeld: twee nummers vooruit zoeken * AMS zoekfunctie (Automatische Muziek Sensor) 19NL Kopiëren van bandopnamen 2 Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. — Kopiëren met hoge snelheid U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. ?/1 (Aan/uitschakelaar) Instelknop x PUSH ENTER 2 3 Druk op de HI-DUB toets. 3 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 6 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “1 Way” voor het opnemen op één cassettekant of op “Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen op beide cassettekanten, en druk dan op de PUSH ENTER toets. 7 Druk op de REC PAUSE/START toets. Het kopiëren begint. Stoppen met kopiëren 7 1 1 Uitschakelen van de menufuncties Druk op de A A en A B toetsen en plaats een bespeelde cassette in deck A en een voor opnemen geschikte cassette in deck B. Leg de kant voor weergave/ opname naar u toe. 20NL Druk op de x stoptoets. Druk op de MODE SELECT toets. Tips • Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt. • Als u in het “Direction Set Up ?” menu de stand “Cycle” hebt gekozen en de cassettes in de decks een verschillende lengte hebben, zullen de cassettes onafhankelijk van elkaar op de andere kant overschakelen. Als u de “Relay” stand hebt gekozen, schakelen beide cassettes gelijktijdig op de andere kant over. • Instellen van de DOLBY NR schakelaar is niet nodig. De cassette in deck B wordt automatisch van dezelfde codering voorzien, d.w.z. met/zonder Dolby, als de cassette in deck A. Compact disc speler Gebruik van het CD uitleesvenster , Druk op de DISPLAY toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: Tijdens normale weergave In het uitleesvenster kunt u de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of de gehele compact disc controleren. ?/1 (Aan/ uit-schakelaar)DISPLAY Compact disc speler Als er een CD TEXT disc is geplaatst, kunt u de tekst daarvan, zoals de disc-titel, muziektitels en de naam van de artiest(en) in het uitleesvenster zien. Zodra het apparaat een geplaatste CD TEXT disc waarneemt, verschijnt de aanduiding “CD TEXT” in het uitleesvenster. t Verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk r Resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk r Resterende speelduur van de huidige compact disc (“1 Disc” stand) of “--m--s” aanduiding (“All Discs” stand) r Titel van het weergegeven muziekstuk* r Gewone tijdsaanduiding (acht seconden lang) r Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)” In de stopstand Tijdens programma-weergave en als er nummers geprogrammeerd zijn t Laatst geprogrammeerd muziekstuknummer en totale programma-speelduur r Totaal aantal geprogrammeerde nummers (acht seconden lang) r Titel en uitvoerende artiesten van de CD* r Gewone tijdsaanduiding (acht seconden lang) r Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)” Tijdens andere afspeelfuncties t Totaal aantal muziekstukken en totale speelduur r Titel en uitvoerende artiesten van de CD* r Gewone tijdsaanduiding (acht seconden lang) r Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)” * Alleen met CD TEXT discs (maar bepaalde letters kunnen niet worden aangegeven). Afhankelijk van de disc kan niet alle CD TEXT informatie worden getoond. 21NL Herhaalde weergave van muziekstukken op CD 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Repeat Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Repeat 1” of “Repeat All” en druk op de PUSH ENTER toets. –– REPEAT weergave Met de herhaalfunctie kunt u een enkele compact disc of alle CD’s laten herhalen met normale weergave, willekeurige weergave of programmaweergave. ?/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 Instelknop PUSH ENTER 2 Als u “Repeat 1” kiest, wordt er een enkel muziekstuk herhaald weergegeven. Bij keuze van “Repeat All” zijn de herhaalde muziekstukken afhankelijk van uw keuze in het “Play Mode Set Up ?” menu. Play Mode instelling* Herhaalt 1 Disc alle muziekstukken op de weergegeven CD tot vijf maal 1 Shuffle All Discs alle muziekstukken van alle CD’s tot vijf maal All Shuf niet van toepassing Program uw samengestelde muziekprogramma tot vijf maal * Zie voor het kiezen van een andere Play Mode instelling blz. 12. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Uitschakelen van de herhaalfunctie Kies in stap 5 de “Repeat Off” stand. 22NL 1 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade. 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. Willekeurige weergave van muziekstukken op CD Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “All Shuf” of “1 Shuffle” en druk op de PUSH ENTER toets. –– SHUFFLE weergave Alle muziekstukken van een compact disc of van alle compact discs kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven. ?/1 (Aan/uitschakelaar) 1 Bij “All Shuf” worden alle compact discs in de CD-speler in willekeurige volgorde weergegeven. De “1 Shuffle” functie speelt in willekeurige volgorde alleen de muziekstukken van de CD waarvoor de discafspeelindicator oplicht. 6 Instelknop PUSH ENTER 2 6 Druk op de CD NX toets. Dan begint het afspelen in willekeurige volgorde. Compact disc speler 4 Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Uitschakelen van de willekeurige weergave 1 Volg de bovenstaande aanwijzingen 1 t/m 4. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “All Discs” of “1 Disc” en druk op de PUSH ENTER toets. Hierna worden de muziekstukken in de normale volgorde weergegeven. DISC 1~5 1 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade. 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. Kiezen van een gewenste compact disc Druk op de DISC 1~5 toets. Tips • Om een ongewenst muziekstuk over te slaan, drukt u op de > toets. • Ook tijdens normale weergave kunt u overschakelen op willekeurige weergave, door in te stellen op “All Shuf” of “1 Shuffle”. 23NL Programmaweergave van muziekstukken op CD 1 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade. –– PROGRAM weergave 2 U kunt uw eigen muziekselectie samenstellen door maximaal 32 nummers van alle CD’s te programmeren in de volgorde waarin u de muziek wilt horen. Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Program Set ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar v of V om de gewenste CD te kiezen. ?/1 (Aan/uitschakelaar) x 1 Instelknop 10 PUSH ENTER 2 Als u alle muziekstukken van een CD wilt programmeren, kunt u na het kiezen van de CD in deze stap de volgende stap 6 overslaan en direct doorgaan met stap 7. 6 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om het gewenste muziekstuk te kiezen. x CD N Nummer van Disc-nummer muziekstuk PROGRAM MODE SELECT ENTER V v/V B b VOL +/– 7 v B/b 24NL Totale speelduur (inclusief het gekozen muziekstuk) Druk op de PUSH ENTER toets. Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma vastgelegd. Wanneer u alle muziekstukken hebt gekozen, verschijnt er “AL” in het uitleesvenster en dan gelden alle muziekstukken als één stap in het programma. Het volgnummer in het muziekprogramma verschijnt, gevolgd door de totale speelduur. 8 Voor elk muziekstuk dat u aan uw muziekprogramma wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 5 t/m 7. Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 5 achterwege laten. 9 Druk op de PUSH ENTER toets. 10 Druk op de CD NX toets. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Uitschakelen van de programma-weergave 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “All Discs” of “1 Disc” en druk op de PUSH ENTER toets. Hierna worden de muziekstukken in hun normale volgorde weergegeven. Muziekstukken toevoegen aan een bestaand programma Volg de aanwijzingen 1 t/m 9 terwijl het afspelen gestopt is. Dan kunt u elk gewenst muziekstuk toevoegen na de laatst geprogrammeerde stap. Controleren van uw muziekprogramma 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop naar b of B. Het discnummer en het muziekstuknummer worden aangegeven. 6 Na het controleren van uw muziekprogramma, drukt u op de MODE SELECT toets. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop naar b of B. Het discnummer en het muziekstuknummer worden aangegeven. 6 Als u het aangegeven nummer wilt wissen, drukt u op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “Clear ?” verschijnt in het uitleesvenster. 7 Druk nogmaals op de PUSH ENTER toets. Het in stap 5 aangegeven muziekstuknummer wordt nu uit het programma verwijderd. Wissen van het gehele muziekprogramma Compact disc speler Alle geprogrammeerde muziekstukken worden dan in de door u gekozen volgorde afgespeeld. Wissen van een ongewenst nummer uit uw muziekprogramma 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 5 Om het gehele programma te wissen, drukt u de instelknop naar b of B om in te stellen op “PGM All Clear” en drukt u op de PUSH ENTER toets. 6 De aanduiding “PGM All Clear ?” verschijnt. Druk nogmaals op de PUSH ENTER toets. Het gehele muziekprogramma wordt nu geannuleerd. Tips • U kunt ook een muziekprogramma samenstellen via het “Play Mode Set Up ?” menu. Stel in stap 4 in op “Play Mode Set Up ?”, druk dan de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Program” en druk op de PUSH ENTER toets. Volg daarna de aanwijzingen 5 t/m 10. • Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een druk op de CD NX toets kunt u hetzelfde programma dus nogmaals weergeven. • Als tijdens programmeren in plaats van de totale speelduur “--m--s” verschijnt, betekent dit: – dat u een muziekstuknummer boven de 20 heeft geprogrammeerd, of. – dat de totale geprogrammeerde speelduur meer bedraagt dan 100 minuten. Opmerking Een muziekprogramma zal in het geheugen bewaard blijven totdat u het annuleert volgens de aanwijzingen onder “Wissen van het gehele muziekprogramma”. Daarnaast zal bij inschakelen van de bandlengte-montagefunctie ook het gehele programma automatisch gewist worden. 25NL Cassettedeck Handmatig opnemen U kunt een compact disc, cassette of radiouitzending opnemen. Bij handmatig opnemen kunt u naar wens muziekstukken overslaan of bijvoorbeeld in het midden van de cassette beginnen met opnemen. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. ?/1 (Aan/uit-schakelaar) 2 x Instelknop PUSH ENTER 4 4 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 6 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 7 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “1 Way” voor het opnemen op één cassettekant of op “Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen op beide cassettekanten, en druk dan op de PUSH ENTER toets. 8 Druk op de REC PAUSE/START toets. Het opnemen begint. 9 3,8 1 .> 1 Steek een voor opnemen geschikte cassette in deck B. 2 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding voor de geluidsbron die u wilt opnemen verschijnt (bijv. “CD” voor het opnemen van een compact disc). 3 Druk op de REC PAUSE/START opnametoets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. De TAPE B N indicator (voor de voorkant van de cassette) licht op. 26NL Begin met de weergave van de geluidsbron die u wilt opnemen. Voor het Doet u het volgende Stoppen met opnemen Druk op de x stoptoets. Kort onderbreken (pauzeren) van de opname Druk op de REC PAUSE/ START pauzetoets. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Tips Geprogrammeerde opname van een CD — Programma-montage U kunt de muziekstukken op de compact discs in een zelf gekozen volgorde opnemen. Bij het programmeren van de volgorde dient u erop te letten dat de totale speelduur van de muziekstukken die op een bepaalde cassettekant moeten worden opgenomen, niet langer is dan de betreffende cassettekant. ?/1 (Aan/uitschakelaar) 2 12 17 3,13 x 1 1 Compact Cassettedeck disc speler • Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan na de REC PAUSE/START toets in stap 3 op de TAPE B n toets zodat de indicator van die toets (voor de achterkant van de cassette) oplicht. • Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u na het indrukken van de REC PAUSE/START toets in stap 3 de volgende aanwijzingen. 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4. • In de opnamepauzestand (na indrukken van de REC PAUSE/START opnametoets in stap 3 en vóór nogmaals indrukken hiervan in stap 8) kunt u de . of > toets gebruiken om op de CD-speler de gewenste muziekstukken te kiezen. Instelknop PUSH ENTER 10 wordt vervolgd 27NL Geprogrammeerde opname van een CD (vervolg) 1 2 3 Leg een of meer compact discs in de disc-lade en steek een voor opnemen geschikte cassette in deck B. Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt. Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Program Set ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 6 Druk de instelknop enkele malen naar v of V om de gewenste CD te kiezen. Als u alle muziekstukken van een CD wilt opnemen, kunt u na het kiezen van de CD in deze stap de volgende stap 7 overslaan en direct doorgaan met stap 8. 7 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om het gewenste muziekstuk te kiezen. Nummer van Nummer van CD muziekstuk PROGRAM Totale speelduur (met inbegrip van het gekozen muziekstuk) 8 28NL Druk op de PUSH ENTER toets. Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma vastgelegd. Wanneer u alle muziekstukken hebt gekozen, verschijnt er “AL” in het uitleesvenster en dan gelden alle muziekstukken als één stap in het programma. Het volgnummer in het programma verschijnt, gevolgd door de totale speelduur. 9 Voor elk muziekstuk dat u aan uw muziekprogramma voor cassettekant A wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 6 t/m 8. Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 6 achterwege laten. 10 Druk op de X toets van de afstandsbediening om een pauze in te voegen, aan het einde van het muziekprogramma voor cassettekant A. De letter “P” verschijnt en de totale speelduur komt op “0m00s” te staan. 11 Voor het programmeren van de muziekstukken bestemd voor opname op cassettekant B, herhaalt u de stappen 7 en 8 indien het muziekstukken van dezelfde disc betreft of anders de stappen 6 t/m 8. 12 Druk op de CD SYNC toets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de CD-speler komt in de weergavepauzestand te staan. De TAPE B N indicator (voor de voorkant van de cassette) licht op en de REC PAUSE/START toets knippert. 13 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 14 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 15 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 16 17 Druk op de REC PAUSE/START toets. Het opnemen begint. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “All Discs” of “1 Disc” en druk op de PUSH ENTER toets. Hierna worden de muziekstukken in hun normale volgorde weergegeven. Stoppen met opnemen Tip Druk op de x stoptoets. Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u na het indrukken van de CD SYNC toets in stap 12 op de vorige pagina eerst de volgende aanwijzingen. 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Controleren van de op te nemen muziekstukken 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop naar b of B. Het discnummer en het muziekstuknummer worden aangegeven. 6 Na het controleren van uw muziekprogramma, drukt u op de MODE SELECT toets. Compact Cassettedeck disc speler Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “1 Way” voor het opnemen op één cassettekant of op “Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen op beide cassettekanten, en druk dan op de PUSH ENTER toets. Uitschakelen van de programmamontage wordt vervolgd 29NL Diskjockey-effecten Geprogrammeerde opname van een CD (vervolg) Automatische selectie van de vereiste bandlengte — Bandlengte-montage Repeteerweergave van een muziekpassage op CD — LOOP weergave U kunt de CD-speler de geschikte bandlengte voor het opnemen van een bepaalde compact disc laten bepalen en aangeven, zodat u de disc automatisch op een passende cassette kunt opnemen. De CDspeler kan echter geen passende cassette bepalen voor compact discs met meer dan 20 muziekstukken. 1 Plaats een compact disc. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION toets tot het uitleesvenster “CD” aangeeft. 3 4 5 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Edit Start ?” en druk op de PUSH ENTER toets. De vereiste bandlengte voor het opnemen van de gekozen compact disc verschijnt, gevolgd door de totale speelduur voor achtereenvolgens cassettekant A en B. 30NL Tijdens afspelen kunt u een bepaalde muziekpassage enkele malen laten herhalen. Zo kunt u interessante effecten bereiken voor creatieve eigen opnamen. LOOP V B b v/V v , Druk tijdens afspelen op de LOOP toets van de afstandsbediening bij het punt waar u de repeteerweergave wilt starten en houd de toets ingedrukt totdat u de normale weergave wilt laten doorgaan. Instellen van de lengte van het repeteerfragment Stel de lengte van de repeteerlus (LOOP 1~20) in door enkele malen op de V of v toets van de afstandsbediening te drukken terwijl u de LOOP toets ingedrukt houdt. Instelle Instellen van de weergave “Flits” weergave van een muziekpassage op CD — FLASH weergave Tijdens afspelen kunt u een bepaalde muziekpassage met plotseling opkomende en afvallende geluidssterkte weergeven. Zo kunt u interessante effecten bereiken voor creatieve eigen opnamen. Bijregelen van het geluid U kunt het weergegeven geluid meer kracht geven door de bassen of het gehele klankbeeld extra te versterken. Ook is er een hoofdtelefoonaansluiting om te luisteren zonder anderen te storen. ?/1 (Aan/uitschakelaar) GROOVE-EX V-GROOVE V B b v/V v , Druk tijdens afspelen op de FLASH toets van de afstandsbediening bij het punt waar u de flits-weergave wilt starten en houd de toets ingedrukt totdat u de normale weergave wilt laten doorgaan. Instellen van de lengte van de flits-weergavelus Stel de lengte van de flits-weergavelus (FLASH 1~20) in door enkele malen op de V of v toets van de afstandsbediening te drukken terwijl u de FLASH toets ingedrukt houdt. Gecombineerd gebruik van de LOOP en FLASH functies Houd de LOOP en de FLASH toets tegelijk ingedrukt. Opmerkingen • In dit geval kunt u de lengte van de LOOP repeteerlus en de flits-weergavelus niet instellen. Indien gewenst, kunt u de lengte voor beide functies afzonderlijk vooraf instellen. • Om het flits-effect op te nemen, gebruikt u de analoge (MD OUT) aansluitingen of het cassettedeck van deze stereo-installatie. GROOVE Extra vermogen voor het totaalgeluid (GROOVE) Diskjockey-effecten Instellen van de weergave / Instellen van de weergave FLASH Druk op de GROOVE toets. De geluidssterkte wordt verhoogd, de DBFB* basversterking komt op volle sterkte te staan, de instelling van de grafiek-toonregeling verandert en de GROOVE toets licht op. Druk nogmaals op de GROOVE toets om weer terug te keren naar de oorspronkelijke geluidssterkte. * DBFB = Dynamic Bass Feedback (Dynamische basversterking) wordt vervolgd 31NL Bijregelen van het geluid (vervolg) Extra versterken van de laagste bassen (V-GROOVE) Druk op de V-GROOVE toets. De laagste tonen van de muziek worden extra versterkt, de DBFB basversterking wordt op volle sterkte gezet, de curve van de grafiek-toonregeling verandert, er wordt een loudness-effect toegevoegd en de V-GROOVE toets licht op. Druk nogmaals op de V-GROOVE toets om terug te keren naar de oorspronkelijke klank. Voor de meest heldere klank (GROOVE-EX) Kiezen van een vaste akoestiek-instelling Met behulp van het akoestiek-menu kunt u het klankbeeld aanpassen aan de muziek waar u naar luistert. Keuze van een effect uit het akoestiek-menu ?/1 (Aan/uitschakelaar) Instelknop PUSH ENTER Druk op de GROOVE-EX toets. De hogere tonen van de muziek worden extra versterkt, de DBFB basversterking wordt op volle sterkte gezet, de curve van de grafiek-toonregeling verandert, er wordt een loudness-effect toegevoegd en de GROOVE-EX toets licht op. Druk nogmaals op de GROOVE-EX toets om terug te keren naar de oorspronkelijke klank. 1 FILE SELECT MODE SELECT ENTER V B b v B/b 32NL 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Sound Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. Uitschakelen van het akoestiekeffect Volg de aanwijzingen en kies in stap 2 de “Effect Off” stand. Akoestiek-menu 2 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “File Select” en druk weer op de PUSH ENTER toets. Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op het gewenste akoestiekeffect. 4 Druk op de PUSH ENTER toets. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Tip Bij gebruik van de afstandsbediening drukt u net zovaak op de FILE SELECT toets totdat het gewenste effect wordt aangegeven. ROCK POP JAZZ DANCE SOUL Standaard muziekbronnen ORIENTAL ACTION DRAMA GAME SF Geluid van speelfilms en speciale luistersituaties P FILE 1~5 Eigen instellingen (Personal file)* * U kunt ook zelfgemaakte akoestiek-instellingen in het geheugen vastleggen (zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen” op blz. 37). Instellen van de weergave De naam van het akoestiekeffect verschijnt in het uitleesvenster. Zie de tabel onder “Akoestiek-menu” in de kolom hiernaast. Akoestiek-effect Voor 33NL 4 Omschakelen van de spectrum analyzer aanduidingen Tijdens het luisteren naar muziek kunt u de meest dynamische spectrum analyzer aanduidingen kiezen. ?/1 (Aan/uit-schakelaar) Instelknop PUSH ENTER 1 Druk de instelknop zo vaak als nodig naar b of B om het gewenste effect te kiezen en leg dit vast met een druk op de PUSH ENTER toets. Telkens wanneer u de instelknop naar b of B drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: Spectrum 1 Y Spectrum 2 Y Spectrum 3 Y Spectrum Off Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Bijregelen van de helderheid van het uitleesvenster Kies in stap 3 hierboven de stand “Dimmer Set Up ?”. Druk de instelknop zo vaak als nodig naar b of B om de gewenste helderheid te kiezen en leg deze vast met een druk op de PUSH ENTER toets. Telkens wanneer u de instelknop naar b of B drukt, verandert de helderheid van het uitleesvenster als volgt: 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Display Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 34NL Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Spectrum Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets. Dimmer Off Y Dimmer 1 Y Dimmer 2 Y Dimmer 3 Y Dimmer 4 Y Dimmer 5 Controleren van het frequentieniveau De geluidssterktemeters in het uitleesvenster stijgen en dalen volgens de sterkte van de beat (hoge frequenties en lage frequenties). 40Hz 100Hz 100Hz 6kHz Meter voor lage frequenties (rond 100 Hz) Meter voor hoge frequenties (rond 6 kHz) Weergave met een ruimtelijk effect Tip Als u het effect met een bepaalde geluidsbron altijd wilt gebruiken, kunt u het vastleggen in het geheugen (zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen” op blz. 37). Opmerking U kunt de muziek weergeven met een fraai ruimtelijk akoestiekeffect. ?/1 (Aan/uit-schakelaar) Wanneer u een ander akoestiekeffect kiest, zal het ruimtelijk SURROUND effect worden uitgeschakeld. Bijregelen van de parameters voor het CINEMA SPACE akoestiekeffect CINEMA SPACE Voor het CINEMA akoestiekeffect kunt u de gesimuleerde afstand en de balans van de nagalm zo bijregelen dat u kunt kiezen uit verschillende zitplaatsen, als het ware. Instellen van de weergave 1 Druk op de CINEMA SPACE toets om het “CINEMA SPACE” akoestiekeffect te kiezen. 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Sound Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Cinema Space” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar v of V om uw zitplaats dichterbij of verderaf te kiezen ten opzichte van het klankbeeld (in 3 stappen). 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om de ruimtelijkheid van het akoestiekeffect te kiezen (uit 7 niveaus). , Druk enkele malen achtereen op de CINEMA SPACE toets om in te stellen op het gewenste akoestiekeffect. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de akoestiekaanduiding in het uitleesvenster als volgt: t CINEMA SPACE* r SURROUND ON** r SURROUND OFF * CINEMA SPACE is het akoestiekeffect dat speciaal bestemd is voor speelfilms. **Hierbij verschijnt “ ” in het uitleesvenster. 6 Druk op de PUSH ENTER toets. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Opmerking In de volgende gevallen zal het CINEMA SPACE akoestiekeffect niet werken: – bij weergave via een hoofdtelefoon – wanneer het TAPE B deck in de REC PAUSE stand staat – tijdens opnemen op het TAPE B deck. 35NL Bijregelen met de grafiek-toonregeling Met de grafiek-toonregeling kan het niveau van de diverse frequentiebanden naar wens verhoogd of verlaagd worden. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Equalizer Control” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om een frequentieband te kiezen (5 stappen). 5 Druk de instelknop enkele malen naar v of V om het niveau naar wens in te stellen (9 stappen). 6 Herhaal de stappen 4 en 5. 7 Druk op de PUSH ENTER toets nadat u de gewenste bijregeling heeft gemaakt. Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde akoestiek-instelling die gebruikt wordt als basis voor de bijregeling van de klank. ?/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 2 36NL Instelknop PUSH ENTER 2 Kies de akoestiek-instelling die gebruikt wordt als basis voor de bijregeling (zie de paragraaf “Kiezen van een vaste akoestiek-instelling” op blz 32). Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Opmerking Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Sound Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. Als u een andere akoestiek-instelling kiest, komt de gemaakte bijregeling te vervallen (dit is niet het geval als “Effect Off” wordt gekozen). Wilt u de instellingen bewaren voor toekomstig gebruik, leg deze dan vast in het geheugen van de stereoinstallatie. (Zie “Vastleggen van uw eigen akoestiekinstellingen” op blz. 37.) Vastleggen van uw eigen akoestiekinstellingen 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Sound Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. — PERSONAL FILE functie 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “P File Memory” en druk op de PUSH ENTER toets. Na het samenstellen van uw eigen akoestiekinstellingen (met behulp van de grafiektoonregeling en het ruimtelijk rondom-effect) kunt u deze in het geheugen van de stereo-installatie vastleggen. Deze PERSONAL FILE akoestiekinstellingen kunt u dan later telkens weer gebruiken voor het beluisteren van een favoriete cassette, CD of radio-uitzending. U kunt vijf zelfgemaakte akoestiekinstellingen vastleggen. ?/1 (Aan/uitschakelaar) Instelknop PUSH ENTER 2 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om het gewenste nummer (P FILE 1~5) te kiezen voor opslag van uw bijgeregelde akoestiekpatroon. 5 Druk op de PUSH ENTER toets. Het bijgeregelde akoestiekeffect is nu vastgelegd onder het gekozen nummer. Het voorheen op deze plaats vastgelegde akoestiekpatroon wordt gewist en vervangen door de nieuwe instellingen. Instellen van de weergave Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde akoestiekinstelling die gebruikt wordt als basis voor de bijregeling van het geluid. In het uitleesvenster verschijnt een nummer voor het zelfgemaakte akoestiekpatroon. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Oproepen van een zelfgemaakt akoestiekpatroon 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Sound Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “File Select” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op het zelfgemaakte akoestiekpatroon van uw keuze (P FILE 1~5). 4 Druk op de PUSH ENTER toets. 1 Regel de gekozen akoestiekinstelling naar uw eigen smaak bij met de grafiektoonregeling (zie blz. 36) en het ruimtelijk rondom-effect (zie blz. 35). Tip De vastgelegde akoestiekinstellingen blijven ook als de stroom uitvalt of de stekker uit het stopcontact zaakt zeker een halve dag lang in het geheugen bewaard. 37NL Extra functies Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (Alleen voor het Europese model) Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: t Welke mogelijkheden biedt het RDS informatiesysteem? De RDS (Radio Data Systeem) is een digitaal radio-informatiesysteem waarmee radiozenders naast de gewone radio-uitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. De ingebouwde tuner biedt enkele handige RDS functies, zoals de aanduiding van de naam van de radiozender in het uitleesvenster en het opzoeken van radiozenders aan de hand van het soort programma dat ze uitzenden. De RDS is alleen beschikbaar voor FM zenders.* Opmerking De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is. * Niet alle FM radiozenders geven RDS informatie door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere bijzonderheden omtrent de in uw woongebied beschikbare RDS informatie kunt u het best contact opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders. Ontvangst van RDS uitzendingen Zendernaam* r Afstemfrequentie r Programmatype* r Tijdsaanduiding r Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)” * Als er geen RDS informatie wordt ontvangen, kan de zendernaam en het programmatype niet in het uitleesvenster worden aangegeven. Opzoeken van een radiozender aan de hand van het programmatype (PTY) U kunt een radiozender van uw keuze uit de FM afstemband opzoeken door in te stellen op het gewenste programmatype. De tuner stemt dan af op een uitzending van het gekozen type, verzorgd door een van de RDS zenders die zijn vastgelegd in het afstemgeheugen van de tuner. ?/1 (Aan/uitschakelaar) Instelknop PUSH ENTER 1 , Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM band. Bij afstemming op een zender die RDS informatie uitzendt, zal automatisch de zendernaam samen met de RDS indicator in het uitleesvenster verschijnen. x 38NL 2 1 2 3 4 6 8 NEWS Nieuwsbulletins. Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “PTY Select ?” en druk op de PUSH ENTER toets. AFFAIRS Actualiteiten-programma’s die op de achtergronden van het huidige nieuws ingaan. INFO Uitzendingen over consumentenzaken, medisch advies e.d. SPORT Sportverslagen, uitslagen e.d. EDUCATE Educatieve programma’s, met wetenswaardigheden, praktische tips en advies op allerlei gebied. DRAMA Hoorspelen en radioseries. CULTURE Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op het gewenste programmatype. Zie het nevenstaande “Overzicht van de programmatypes”. Druk op de PUSH ENTER toets. De tuner doorloopt dan de vooringestelde RDS radiozenders, op zoek naar het gekozen soort programma (hierbij verschijnen afwisselend de aanduidingen “SEARCH” en het gekozen programmatype). Wanneer de tuner het soort programma vindt dat u hebt gekozen, gaat het voorkeurzendernummer knipperen. 7 Overzicht van de programmatypes (PTY) Programma’s over nationale en regionale cultuur. SCIENCE Programma’s over natuurwetenschappen en technologie. Extra functies 5 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er “TUNER” in het uitleesvenster verschijnt. VARIED Gevarieerd amusement, zoals interviews met bekende persoonlijkheden, quizprogramma’s en komedies. POP M Populaire muziek. ROCK M Moderne serieuze muziek. EASY M Easy listening muziek. Druk de instelknop enkele malen naar b of B totdat de gewenste radiozender wordt aangegeven. LIGHT M Lichte klassieke muziek voor een breed publiek zowel vocale als instrumentale muziek. CLASSICS Druk nogmaals op de PUSH ENTER toets terwijl het voorkeurzendernummer nog knippert. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Uitschakelen van de PTY programmatype-zoekfunctie Druk op de x stoptoets. Uitvoeringen van klassieke orkestwerken, kamermuziek, opera, enz.. OTHER M Muziek die niet is onder te brengen in één van de andere muzikale categorieën, rhythmand-blues, reggae, enz. WEATHER Weerbericht. FINANCE Beursberichten, financieel en zakennieuws. wordt vervolgd 39NL Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (vervolg) CHILDREN Kinderprogramma’s. SOCIAL Programma’s over mensen en hun bezigheden. RELIGION Programma’s over godsdienst en religieuze zaken. Met muziek in slaap vallen — Sluimerfunctie U kunt de stereo-installatie na een zelf te kiezen periode automatisch laten uitschakelen, zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen (dit noemen we de sluimerfunctie). De sluimerduur is instelbaar in stappen van 10 minuten. PHONE IN Programma’s waarin luisteraars via de telefoon of in een publiek forum kunnen reageren. SLEEP TRAVEL Programma’s over reizen. Niet voor aankondigingen die met de TP/TA verkeersinformatiefuncties te vinden zijn. LEISURE Programma’s over vrijetijdsbesteding en hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d. JAZZ Jazz en geïmproviseerde muziek. COUNTRY Country & western muziek. NATION M Programma’s met de nationale of streekmuziek van een bepaald gebied. OLDIES Hits van vroeger. FOLK M Volksmuziekprogramma’s. DOCUMENT Documentaires. TEST , Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de minuten-aanduiding (de sluimerduur of tijd tot het uitschakelen) als volgt: Auto t 90min t 80min t 70min t … t 10min t Off t Auto … Als u de “Auto” instelling kiest De stereo-installatie wordt uitgeschakeld wanneer de huidige compact disc of cassette is afgelopen (maximaal na 100 minuten). Controleren van de resterende sluimertijd Druk eenmaal op de SLEEP toets van de afstandsbediening. Testsignaal voor nooduitzendingen. ALARM Nooduitzendingen. NONE Ieder type uitzending dat niet onder een van de bovengenoemde categorieën valt. Opmerking De aanduiding “No PTY” zal verschijnen als er geen zender is die het door u gekozen programmatype uitzendt. 40NL Wijzigen van de sluimertijd tijdens gebruik van de sluimerfunctie Druk enkele malen op de SLEEP toets van de afstandsbediening om de gewenste tijd tot het uitschakelen te kiezen. Uitschakelen van de sluimerfunctie Druk net zovaak op de SLEEP toets van de afstandsbediening tot de aanduiding “Sleep Off” verschijnt. Met muziek gewekt worden 2 Stel de geluidssterkte naar wens in. — Wekfunctie 3 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Set ?” en druk op de PUSH ENTER toets. U kunt de stereo-installatie automatisch op een vooraf gekozen tijdstip laten inschakelen, zodat u ’s ochtends met muziek gewekt wordt. Voor het gebruik van deze wekfunctie moet wel eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Stap 2: Gelijkzetten van de klok” op blz. 6). 11 Instelknop PUSH ENTER 3 De aanduiding “Set Daily 1” verschijnt. Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Daily 1 (of 2)” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “On” verschijnt en de urencijfers voor de inschakeltijd gaan knipperen. Extra functies 6 DAILY 1 7 Stel het tijdstip in waarop u door de stereo-installatie gewekt wilt worden. Druk de instelknop enkele malen naar v of V om het juiste uur te kiezen en druk dan op de PUSH ENTER toets. Nu gaan de minuten-cijfers voor de opnameaanvangstijd knipperen. 2 1 Breng de geluidsbron waarmee u gewekt wilt worden in gereedheid. • Compact disc: Leg een CD in de disc-lade. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie “Programmaweergave van muziekstukken op CD” op blz. 24). • Cassette: Steek een cassette in het deck met de gewenste cassettekant naar u toe gericht. • Radio: Stem af op de gewenste voorkeurzender (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 14). DAILY 1 Druk de instelknop enkele malen naar v of V om de juiste minuut te kiezen en druk weer op de PUSH ENTER toets. wordt vervolgd 41NL Met muziek gewekt worden (vervolg) 8 Stel op dezelfde wijze als bij stap 7 de tijd in waarop u wilt stoppen met afspelen. 9 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om de gewenste geluidsbron te kiezen. Telkens wanneer u de instelknop zijwaarts naar b of B drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt. t TUNER y CD Play T t TAPE Play T 10 Druk op de PUSH ENTER toets. In het uitleesvenster verschijnen nu de geldende wekfunctie (Daily 1 of Daily 2) en dan de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd en de geluidsbron, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 11 Schakel de stereo-installatie uit. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Controleren van de wekfunctieinstellingen 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Select ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op de instelling die u wilt controleren (“Daily 1” of “Daily 2”) en druk op de PUSH ENTER toets. Als u de instelling wilt wijzigen, volgt u weer de aanwijzingen vanaf stap 1 op blz. 41. Uitschakelen van de schakelklok-wekfunctie 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets 42NL om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Select ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Off” en druk op de PUSH ENTER toets. Tip 15 seconden voordat de ingestelde tijd wordt bereikt, zal de stereo-installatie worden ingeschakeld. Opmerkingen • De DAILY 1 en DAILY 2 wekfuncties zijn niet tegelijk te gebruiken. • Voor de inschakeltijd en de uitschakeltijd kunt u niet hetzelfde tijdstip kiezen. • Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan de Daily wekfunctie niet werken zolang de sluimerfunctie de stereo-installatie nog niet heeft uitgeschakeld. • Het is niet mogelijk de Daily wekfunctie en de schakelklok-opname op hetzelfde tijdstip in te stellen. Schakelklok-opname van radio-uitzendingen 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Set ?” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “Set Daily 1” verschijnt. U kunt de schakelklok instellen voor het op cassette opnemen van een radio-uitzending op een bepaalde tijd, maar dan moet de radiozender wel in het afstemgeheugen zijn vastgelegd (zie “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz.8) en moet de klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Stap 2: Gelijkzetten van de klok” op blz.6). 5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Set REC” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “On” verschijnt en de urencijfers voor de inschakeltijd gaan knipperen. REC 9 Instelknop PUSH ENTER 2 6 Stel het tijdstip in waarop u wilt beginnen met opnemen. REC Extra functies Druk de instelknop enkele malen naar v of V om het juiste uur te kiezen en druk dan op de PUSH ENTER toets. Nu gaan de minuten-cijfers voor de opnameaanvangstijd knipperen. Druk de instelknop enkele malen naar v of V om de juiste minuut te kiezen en druk weer op de PUSH ENTER toets. wordt vervolgd 8 1 Stem af op de voorkeurzender waarvan u een uitzending wilt opnemen (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 14). 2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 43NL Schakelklok-opname van radiouitzendingen (vervolg) 7 Stel op dezelfde wijze als bij stap 6 de tijd in waarop u wilt stoppen met opnemen. In het uitleesvenster verschijnen nu de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd, en het nummer van de voorkeurzender waarvan u een uitzending wilt opnemen (bijvoorbeeld “TUNER FM 5”), gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 8 Steek een voor opnemen geschikte cassette. 9 Schakel de stereo-installatie uit. Wanneer het opnemen begint, wordt de geluidsweergave automatisch gedempt. Uitschakelen van de menufuncties Druk op de MODE SELECT toets. Controleren van de schakelklokopname-instellingen 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Select ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “REC” en druk op de PUSH ENTER toets. Als u de instelling wilt wijzigen, volgt u weer de aanwijzingen vanaf stap 1 op blz. 43. 44NL Uitschakelen van de schakelklok-functie 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets. 2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Select ?” en druk op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Timer Off” en druk op de PUSH ENTER toets. Opmerkingen • Als de stereo-installatie op de ingestelde opnameaanvangstijd reeds ingeschakeld is, zal er geen opname plaatsvinden. • Voor de inschakeltijd en de uitschakeltijd kunt u niet hetzelfde tijdstip kiezen. • Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan de wekfunctie niet werken zolang de sluimerfunctie de stereo-installatie nog niet heeft uitgeschakeld. • Het is niet mogelijk de schakelklok-opname en de Daily wekfunctie op hetzelfde tijdstip in te stellen. Externe apparatuur Aansluiten van audioapparatuur Kies een van de volgende aansluitmethoden, afhankelijk van de apparatuur die u heeft. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van elk aan te sluiten apparaat. Aansluiten van een minidiscrecorder voor het maken van digitale opnamen Aansluiten van een minidiscrecorder voor het maken van analoge opnamen Steek de stekkers in de aansluitbussen met dezelfde kleur. Voor het luisteren naar de weergave van de aangesloten minidisc-recorder, drukt u meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar tot in het uitleesvenster de aanduiding “MD” verschijnt. Naar de audio-uitgangen Naar de audio-ingangen van de minidisc-recorder van de minidisc-recorder Sluit de minidisc-recorder via een optische kabel aan voor het maken van digitale opnamen van CD’s op minidisc. Externe apparatuur wordt vervolgd Naar de digitale ingangsaansluiting van de minidisc-recorder 45NL Aansluiten van audio-apparatuur (vervolg) Aansluiten van een ultralaagluidspreker U kunt op dit apparaat ook een los verkrijgbare “superwoofer” ultralage-tonen luidspreker aansluiten. Naar de ultralaag-luidspreker Aansluiten van een videorecorder Steek de stekkers in de aansluitbussen met dezelfde kleur. Voor het luisteren naar het geluid van de aangesloten videorecorder, drukt u meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar tot in het uitleesvenster de aanduiding “VIDEO” verschijnt. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van het aan te sluiten apparaat. Naar de audio-uitgang van de videorecorder Aansluiten van een hoofdtelefoon Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting. Wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten, zal er geen geluid via de luidsprekers te horen zijn. ?/1 (Aan/uitschakelaar) 46NL PHONES Opmerking Voor het aansluiten van een VIDEO-CD speler verbindt u de audio-uitgangen van de VIDEO-CD speler met de MD IN ingangsaansluitingen van dit apparaat. Aansluiten van akoestiekluidsprekers Aansluiten van buitenantennes Sluit de luidsprekersnoeren van de akoestiekluidsprekers aan op de hiervoor bestemde SURROUND SPEAKER aansluitingen. Verbind de eenkleurige draden met de rode aansluitbussen en de gestreepte draden met de zwarte aansluitbussen. Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen een of meer buitenantennes aan te sluiten. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van het aan te sluiten apparaat. Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes en antennesnoeren, om storing in de ontvangst te vermijden. FM-antennes Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne aan. U kunt ook gebruik maken van een TV-antenne. Aansluiting type A FM 75 AM Aansluiting type B IEC standaard antennestekker (niet bijgeleverd) Sluit hierop de rechter akoestiekluidspreker aan. Sluit hierop de linker akoestiekluidspreker aan. Externe apparatuur 75-ohm coaxiaalkabel (niet bijgeleverd) FM CO75 AX IA L AM Opmerking Als u akoestiekluidsprekers gebruikt, sluit dan in elk geval zowel een linker als een rechter luidspreker aan. Een enkele akoestiekluidspreker zal geen geluid weergeven. wordt vervolgd 47NL Aansluiten van buitenantennes (vervolg) AM-antennes Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter lengte aan op de AM antenne-aansluiting. Laat tevens de bijgeleverde AM-kaderantenne aangesloten. Aansluiting type A Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd) FM 75 AM Aansluiting type B Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd) FM CO75 AX IA L 48NL e Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Stroomvoorziening Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Veiligheid • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact steekt, blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en laat het appraat eerst door een deskundige nakijken alvorens dit weer in gebruik te nemen. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. Opstelling Reinigen van de behuizing Maak de buitenkant van de apparatuur schoon met een zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Beveiligen van uw bandopnamen tegen per ongeluk wissen Om een cassette tegen abusievelijk wissen te beschermen, breekt u het wispreventienokje uit voor cassettekant A of B waarvan u de opnamen wilt beveiligen, zoals in de afbeelding is aangegeven. Bandsoortherkenningsopeningen Nokje voor kant B Nokje voor kant A Kant A Ter beveiliging het wispreventienokje voor cassettekant A uitbreken Voorkomen van beschadiging • Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de compact disc speler vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereo-installatie niet naar behoren functioneren. In zulke gevallen dient u de CD te verwijderen en het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan te laten staan, zodat alle condensvocht kan verdampen. • Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient u de compact disc(s) uit het apparaat te verwijderen. Mocht u vragen of problemen met uw stereo-installatie hebben, neemt u dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar of onderhoudsdienst. Aanvullende informatie • Zet de stereo-installatie op een plaats met voldoende ventilatie om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat. • Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld wordt aan: — extreme hitte of koude — stof of vuil — erg veel vocht — heftige trillingen — directe zonnestraling. • Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of verwarmingsradiator; laat compact discs nooit achter in een afgesloten auto die in de volle zon geparkeerd staat. • Als u een compact disc afspeelt waarvan de label-kant plakkerig is, door lijm of andere klevende stoffen zoals speciale inkt e.d., bestaat het gevaar dat de CD of het label ervan blijft kleven aan het inwendige mechanisme van dit apparaat. Dan zult u de CD niet kunnen verwijderen en kan het apparaat defect raken. Let voor het afspelen altijd goed op dat de CD niet plakt. Gebruik geen CD’s waar het volgende mis mee is: — Tweedehands of gehuurde CD’s met een etiket of sticker waarvan de rand omkrult of de lijm voorbij de sticker uitsteekt. Dit kan problemen bij het afspelen geven. — CD’s met een label dat in speciale inkt is gedrukt; als de inkt kleverig aanvoelt mag u de CD niet afspelen. Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane opening(en) met een stukje plakband afdekken. Let bij het afplakken echter wel op dat de bandsoortopeningen voor het automatische bandsoort-detectiesysteem niet afgedekt worden. Bandsoort: CrO2/metaalband normaalband Betreffende de omgang met compact discs • Veeg een CD voor het afspelen schoon met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden naar de rand. Berg elke CD na het afspelen weer in het bijbehorende doosje op. • Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als benzine of thinner, evenmin als reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor het reinigen van conventionele grammofoonplaten. Bandsoort-herkenningsopeningen wordt vervolgd 49NL Voorzorgsmaatregelen (vervolg) Alvorens de cassette in het cassettedeck te plaatsen Trek een eventuele lus in de band strak. Dit om te voorkomen dat de band zich rondom de onderdelen wikkelt, met beschadiging van de band en het cassettedeck als gevolg. Betreffende het gebruik van cassettes langer dan 90 minuten De band van deze cassettes is erg dun. Bij gebruik van deze cassettes wordt het afgeraden veelvuldig en snel achter elkaar om te schakelen tussen afspelen, stoppen, snelspoelen e.d., aangezien de band kan uitrekken of verstrikt kan raken. Reinigen van de koppen De koppen van het cassettedeck dienen om de tien gebruiksuren gereinigd te worden, anders kunnen de volgende problemen ontstaan: — verminderde geluidskwaliteit — verminderde geluidssterkte — wegvallend geluid — onvolledig wissen — tegenvallende opnameresultaten. Om verzekerd te kunnen zijn van de beste geluidskwaliteit, verdient het aanbeveling de koppen vóór iedere belangrijke opname te reinigen en ook nadat u een oude cassette heeft afgespeeld. Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare reinigingscassette (droog type of vloeistof-type). Zie de handleiding van de reinigingscassette voor nadere aanwijzingen. Demagnetiseren van de koppen De koppen en alle metalen onderdelen waarmee de band in aanraking komt, dienen om de 20 tot 30 gebruiksuren gedemagnetiseerd te worden met een in de handel verkrijgbaar demagnetiseerapparaat. Zie de handleiding van het demagnetiseerapparaat voor nadere bijzonderheden. 50NL Verhelpen van storingen Mocht zich een probleem voordoen met de stereoinstallatie, neemt u dan de volgende lijst met controlepunten door. Controleer echter eerst of het netsnoer stevig is aangesloten en of alle aansluitingen van de luidsprekers in orde zijn. Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Algemeen Er beginnen aanduidingen in het uitleesvenster te knipperen wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, terwijl u de stereo-installatie nog niet heeft ingeschakeld (demonstratiefunctie). • Druk de DISPLAY toets eenmaal in terwijl de installatie uit staat. De demonstratie verdwijnt dan. De tijdinstelling/voorkeurzenders/ schakelklok-instellingen zijn vervallen. • De stekker is langer dan een halve dag uit het stopcontact geweest of er is een langdurige stroomonderbreking geweest. Doe opnieuw het volgende: — “Stap 2: Gelijkzetten van de klok” op blz. 6 — “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz. 8 Als u bovendien de schakelklok had ingesteld, volgt u tevens de aanwijzingen onder “Met muziek gewekt worden” op blz. 41 en/of “Schakelklok-opname van radiouitzendingen” op blz. 43. Er klinkt geen geluid. • Draai de VOLUME regelaar rechtsom. • Wellicht is er een hoofdtelefoon aangesloten. • Let erop dat u alleen het vrijgemaakte uiteinde van het luidsprekersnoer in de SPEAKER aansluiting steekt. Als u het snoer te ver naar binnen steekt, is er een kans dat de isolatie van het snoer een goed contact verhindert. • Tijdens een schakelklok-opname wordt er geen geluid weergegeven. Hevige bromtoon of ander storend geluid. • De stereo-installatie staat te dicht bij een TV of videorecorder. Zet de stereo-installatie verder van de TV of videorecorder vandaan. Er knippert “--:--” in het uitleesvenster. • De stroomvoorziening is onderbroken geweest. Stel de klok weer op de juiste tijd in en leg uw voorkeurzenders opnieuw in het geheugen vast. De schakelklok-functies werken niet naar behoren. • Stel de klok op de juiste tijd in. Bij instellen op het “Timer Select ?” menu verschijnen de “Daily 1”, “Daily 2” en “REC” aanduidingen niet. • Maak de schakelklok-instellingen zorgvuldig volgens de aanwijzingen. • Stel de klok op de juiste tijd in. Er is akoestische terugkoppeling (u hoort een rondzingende fluittoon). • Verminder de geluidssterkte. • Houd de microfoon verder van de luidsprekers vandaan of draai de microfoon in een andere richting. Er is storing in de kleuren van het TVbeeld. • Schakel het TV-toestel eenmaal uit en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in. Als er na weer inschakelen geen verbetering in de kleurweergave zichtbaar is, zet de luidsprekers en de TV dan iets verder uit elkaar. Om en om verschijnen de aanduidingen “PROTECT” en “PUSH POWER”. • Er is een te krachtig ingangssignaal doorgekomen. Druk op de ?/1 toets om de stroom uit te schakelen, laat de stereo-installatie een tijdje uit staan en druk dan weer op de ?/1 toets om het apparaat weer in te schakelen. Als de aanduidingen “PROTECT” en “PUSH POWER” bij weer inschakelen nog steeds beurtelings knipperen, schakel dan eerst de stroom uit met de ?/1 schakelaar en controleer vervolgens de aansluiting van de luidsprekersnoeren. Geen geluid van één kanaal of onevenwichtige weergave van links en rechts. • Controleer de luidspreker-aansluitingen en de opstelling van de luidsprekers. Erg weinig lage tonen. • Controleer of de + en – aansluitingen van de luidsprekersnoeren niet zijn verwisseld. CD-speler De disc-lade gaat niet dicht. • De compact disc ligt niet goed in de discuitsparing. Het afspelen van de compact disc begint niet. • De compact disc ligt niet goed horizontaal in de disc-lade. • Controleer of de compact disc vuil is. • De compact disc ligt ondersteboven in de disc-lade. • Er is vocht uit de lucht in het apparaat gecondenseerd. Verwijder de compact disc(s) en laat de stereo-installatie een uur lang ongebruikt aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen. De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk. • De compact disc speler staat ingesteld op programma-weergave of weergave in willekeurige volgorde. Kies de “1 Disc” of “All Discs” instelling in het “Play Mode” menu (zie blz. 23 en 25). De aanduiding “Over” verschijnt in het uitleesvenster. • Tijdens het snel doorzoeken is het einde van de compact disc bereikt. Druk op de m toets om terug te keren naar het muziek-gedeelte van de compact disc. Aanvullende informatie De afstandsbediening werkt niet. • Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en de stereo-installatie zijn. • Richt de afstandsbediening, van niet al te ver, recht op de afstandsbedieningssensor van de stereo-installatie. • Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg. Vervang beide batterijen door nieuwe. Luidsprekers wordt vervolgd 51NL Verhelpen van storingen (vervolg) Cassettedeck Opnemen is niet mogelijk. • Er is geen cassette in de houder aanwezig. • Het wispreventienokje van de cassette is verwijderd (zie “Beveiligen van uw bandopnamen tegen per ongeluk wissen” op blz. 49). • De band is geheel naar één kant opgespoeld. Het is niet mogelijk op te nemen of weer te geven, of het geluidsvolume neemt af. • Vuile bandkoppen. Reinig de koppen (zie “Reinigen van de koppen” op blz. 50). • De bandkoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (zie “Demagnetiseren van de koppen” op blz. 50). Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist. • De bandkoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (zie “Demagnetiseren van de koppen” op blz. 50). Te veel snelheidsfluctuaties of het geluid valt weg. • Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen. Reinig deze onderdelen (zie “Reinigen van de koppen” op blz. 50). Veel ruis of wissen van de hoge frequenties. • De bandkoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (zie “Demagnetiseren van de koppen” op blz. 50). Bij indrukken van de N (n) weergave toets of de A uitwerptoets verschijnt er “EJECT” in het uitleesvenster, dan klinkt er een mechanisch geluid en wordt het apparaat uitgeschakeld. • De cassette is niet juist ingestoken. Neem de cassette uit de houder en schakel dan het apparaat weer in. 52NL Tuner Ernstige brom of andere storing in de radio-ontvangst (in het uitleesvenster knippert de “TUNED” of de “STEREO” aanduiding). • Richt of verstel de antenne. • De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit een buitenantenne aan. Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo weergegeven. • Kies de “Stereo” instelling in het “Stereo Mono ?” menu. Als er zich andere problemen voordoen, die hierboven niet zijn beschreven, kunt u de stereoinstallatie als volgt terugstellen in de uitgangsstand: 1 Trek de stekker uit het stopcontact. 2 Steek de stekker weer in het stopcontact. 3 Druk de x, DISPLAY en DISC 5 toets tegelijk in. 4 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om de installatie in te schakelen. De stereo-installatie is nu teruggesteld op de fabrieksinstellingen. Alle door u gemaakte instellingen, zoals de tijd, de voorkeurzenders en de schakelklok-instellingen zijn uit het geheugen gewist. Daarom zult u de gewenste instellingen opnieuw moeten maken. Technische gegevens Versterker DIN uitgangsvermogen (nominaal) 80 + 80 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie) 100 + 100 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Muziekvermogen (referentie) 170 + 170 watt (aan 8 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Ingangen VIDEO (AUDIO) IN: (tulpstekkerbussen) MD IN: (tulpstekkerbussen) Uitgangen MD OUT: (tulpstekkerbussen) PHONES: (stereo klinkstekkerbus) FRONT SPEAKER: ingangsspanning 250 mV, impedantie 47 kOhm ingangsspanning 450 mV, impedantie 47 kOhm Afspeelsysteem Compact disc digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider laser (λ=780 nm) Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW* *Deze waarde is gemeten op een afstand van ca. 200 mm van het lensoppervlak van het optisch blok, bij een diafragma van 7 mm. Golflengte 780 – 790 nm Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz (± 0,5 dB) Signaal/ruisverhouding Meer dan 90 dB Dynamisch bereik Meer dan 90 dB CD OPTICAL DIGITAL OUT aansluiting (vierkante optische aansluitbus, achterpaneel) Golflengte 660 nm Uitgangsniveau –18 dBm Cassettedeck Bandopnamesysteem Frequentiebereik (zonder Dolby ruisonderdrukking) Snelheidsfluctuaties 4 sporen, 2 kanalen stereo 40 – 13.000 Hz (± 3 dB), met Sony TYPE I cassette 40 – 14.000 Hz (± 3 dB), met Sony TYPE II cassette ± 0,15% Gewogen piek (IEC) 0,1% W.RMS (NAB) ± 0,2% Gewogen piek (DIN) Tuner-gedeelte FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming FM afstemtrap Afstembereik Antenne Antenne-aansluitingen Tussenfrequentie 87,5 - 108,0 MHz (50 kHz afsteminterval) FM draadantenne 75 ohm, asymmetrisch 10,7 MHz AM afstemtrap Aanvullende informatie uitgangsspanning 250 mV impedantie 1 kOhm voor hoofdtelefoons van 8 ohm of meer voor luidsprekers met impedantie van 8 tot 16 ohm SURROUND SPEAKER: voor luidsprekers met impedantie van 16 ohm SUPER WOOFER: uitgangsspanning 1 V, impedantie 1 kOhm Compact disc speler Afstembereik Model voor Noord-Amerika: 530 – 1.710 kHz (afsteminterval 10 kHz) 531 – 1.710 kHz (afsteminterval 9 kHz) Model voor Europa: 531 – 1.602 kHz (afsteminterval 9 kHz) Antenne AM kaderantenne Antenne-aansluitingen Aansluiting voor externe antenne Tussenfrequentie 450 kHz wordt vervolgd 53NL Technische gegevens (vervolg) Algemeen Luidsprekers (SS-ZX10) Stroomvoorziening Model voor Noord-Amerika: 120 V wisselstroom, 60 Hz Model voor Europa: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Luidsprekersysteem Luidsprekereenheden Lagetonen-luidspreker: 3-wegsysteem, in basreflexkast, magnetisch afgeschermd type 17 cm doorsnede, conus-type Hogetonen-luidspreker: 5 cm doorsnede, conus-type Superhogetonen-luidspreker: 4 cm doorsnede, conus-type Nominale impedantie 8 ohm Afmetingen (b/h/d) Ca. 250 x 375 x 285 mm Gewicht Ca. 5,5 kg netto per luidspreker Stroomverbruik Model voor de V.S.: Model voor Canada: Model voor Europa: 190 watt 195 watt 200 watt Afmetingen (b/h/d) Ca. 250 x 375 x 395 mm Gewicht Model voor de V.S.: Model voor Canada: Model voor Europa: ca. 11,5 kg ca. 11,5 kg ca. 11,0 kg Bijgeleverd toebehoren: AM kaderantenne (1) FM draadantenne (1) Afstandsbediening (1) Batterijen (2) Luidsprekersnoeren (2) Voorluidspreker-voetjes (8) Los verkrijgbare accessoires Akoestiekluidsprekers SS-SR125 Luidsprekersysteem Luidsprekers: Breedband Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht 1-weg breedbandluidspreker in basreflexkast 8 cm ø conus-type 16 ohm ca. 220 x 100 x 195 mm ca. 1,0 kg netto per luidspreker Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. 54NL Toetsen op de afstandsbediening U kunt deze stereo-installatie ook bedienen met de bijgeleverde afstandsbediening. *: De gemarkeerde functies werken alleen met de afstandsbediening. CASSETTEDECK Afstandsbedieningstoets(en) Functie TAPE A N TAPE B N Starten van de cassette-weergave. Bij elke druk op deze toets verandert de band van richting. x Stoppen van de cassette-weergave. ./> Het begin van een muziekstuk opzoeken (AMS zoekfunctie). m/M De band snel vooruit- of terugspoelen. TUNER Afstandsbedieningstoets(en) Functie TUNER/BAND Keuze van de FM of AM radio. ./> (+, –) Keuze van een voorkeurzendernummer. m/M Zoeken naar een zender of keuze van een voorkeurzender. COMPACT DISC SPELER SCHAKELKLOK Afstandsbedieningstoets(en) Functie SLEEP* Instellen van de sluimerfunctie. OVERIGE Afstandsbedieningstoets(en) Functie Functie ?/1 In- en uitschakelen van de stereoinstallatie. CD N Starten van de CD-weergave. VOL +/– Bijregelen van de geluidssterkte. x Stoppen van de CD-weergave. X Pauzeren van de CD-weergave. B/b/V/v ENTER Keuze van de menufuncties en hun instellingen. ./> Keuze van een muziekstuk (AMS: Automatische Muziek Sensor). FUNCTION Keuze van de geluidsbron. m/M Opzoeken van een gewenst punt in een muziekstuk. DISC SKIP* Verwisselen van compact discs. LOOP* Inschakelen van de LOOP repeteerweergave. FLASH* Inschakelen van de FLASH flitsweergave. MODE SELECT Openen van het bedieningsmenu. FILE SELECT Keuze van een vastgelegd akoestiekpatroon. Aanvullende informatie Afstandsbedieningstoets(en) 55NL Index A B Eén-toets weergavestart 12, 15, 19 PERSONAL FILE functie 37 Programma-montage 27 Programma-weergave 24 PTY programmatype 38 FLASH functie 31 R G Geheugenafstemming 14 Gelijkzetten van de klok 6 Geluidsinstellingen 31 GROOVE 31 GROOVE-EX 32 V-GROOVE 32 Radio Data Systeem 38 Radiozenders afstemmen 14 voorinstellen 8 S Schakelklok inslapen met muziek 40 ontwaken met muziek 41 schakelklok-opname 41 Sluimerfunctie 40 Snel kopiëren van bandopnamen 20 H Herhaalde weergave 22 I, J Instelknop 7 K Klok gelijkzetten 6 T Terugstellen in uitgangsstand 52 Tijdinstelling 6 Tuner 8, 14, 38 L Bandlengte-montage 30 Batterijen 6 Beveiligen van opnamen 49 Bijregelen geluidssterkte 12, 15, 18 geluidsweergave 31 luisterpositie voor CINEMA SPACE akoestiek 35 LOOP functie 30 Luisteren naar de radio 14 U M Uitleesvenster 21 Montagefuncties 27, 30 V N Vastleggen van voorkeurzenders 8 Verhelpen van storingen 50 Normale weergave 11 O C CD synchroon-opname 13 Compact disc speler 11, 21-25 D 56 P, Q F Aanduidingen in het uitleesvenster 21 Aansluiten 4-6, 45-48 antennes 5, 47 los verkrijgbare apparatuur 45-48 stereo-installatie 4 stroomvoorziening 5 Afspelen cassette 17 compact disc 11 gekozen volgorde (programmaweergave) 24 herhaalde weergave 22 willekeurige volgorde 23 Afsteminterval 9 Akoestiek-instelling 32 Antennes 5, 47 Automatische geluidsbronkeuze 12, 15, 19 NL E Dagelijkse schakelklokinstelling 41 Dimmen van de verlichting 34 Opnemen compact disc 13 radio-uitzending 16 schakelklok-opname 43 W, X, Y Wekfunctie 41 Willekeurige weergave 23 Wispreventienokje 49 Z Zendernaam 38 Instellingen in de “Sound Mode” en “Set Up Mode” menu’s De nummers tussen haakjes verwijzen naar de bladzijde(n) waar de instelling beschreven wordt. Sound Mode Set Up Mode Effect OnpOff/OffpOn (33) CD Set Up ? * Repeat Set Up ? (22) File Select (33) * Play Mode Set Up ? (12) P File Memory (37) CD Edit Start ? (30) Equalizer Control (36) Program Set ? (24, 27) * Cinema Space (35) PGM Check Clear (25, 29) Mode End Mode End 1) 2) TUNER Set Up ? * * Stereo Mono ? (15) TUNER Memory ? (8) * TUNER Erase ? (9) • Voor het uitschakelen van de menufuncties drukt u op de MODE SELECT toets. • De met een sterretje (*) gemerkte instellingen zijn niet altijd beschikbaar, afhankelijk van de situatie. • De instellingen in een dubbel kader verschijnen niet in het menu. Voor keuze van een dergelijk onderdeel drukt u op de gelijknamige toets op het voorpaneel of de afstandsbediening. • Om een bepaalde menu-instelling te beëindigen, stelt u in op “Mode End”. Mode End TAPE Set Up ? Aanvullende informatie * PTY Select ? (38) Direction Set Up ? (13, 16, 18, 20) DOLBY NR Set Up ? (14, 17, 19) Mode End Timer Set Up ? Clock Set ? (6) * Timer Set ? (41, 43) * Timer Select ? (42, 44) 1) Kan niet worden gekozen tijdens afspelen van een CD. 2) Kan niet worden gekozen tijdens programma-weergave van een CD. Mode End Display Set Up ? Spectrum Set Up ? (34) Dimmer Set Up ? (34) Mode End Mode End 57NL
1 / 1