Documenttranscriptie
filename[C:\Documents and Settings\Power\My Documents\_upload job\p71_hyou1-4\3074351441DSCP51CEE\01COVDSCP51CEE\010COV01.FM]
masterpage:Right
010COV01.FM Page 1 Friday, August 9, 2002 5:15 PM
3-074-351-44(1)
Digital Still Camera
Istruzioni per l’uso
IT
Prima di usare l’apparecchio, leggere attentamente questo manuale e
conservarlo per riferimenti futuri.
Gebruiksaanwijzing
NL
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel gaat
bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog kunt
raadplegen.
DSC-P71/P51/P31
© 2002 Sony Corporation
model name1[DSC-P71/P51/P31]
[3-074-351-44(1)]
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteid aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Voor de klanten in Nederland
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde
batterij die niet vervangen hoeft te worden
tijdens de levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij
toch vervangen moet worden. De batterij mag
alleen vervangen worden door vakbekwaam
servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in
als klein chemisch afval (KCA).
Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal
dan op correcte wijze verwerkt worden.
2-NL
Attentie
Dit product is getest en daarbij is vastgesteld
dat het voldoet aan de voorwaarden welke zijn
vastgelegd in de Richtlijn EMC voor het
gebruik van verbindingskabels die korter zijn
dan 3 meter.
De elektromagnetische velden bij de
specifieke frequenties kunnen het beeld en het
geluid van deze camera beïnvloeden.
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
wordt onderbroken (of mis gaat), start u het
applicatieprogramma dan opnieuw, of maak
de USB-kabel even los en sluit deze dan weer
aan.
VOORZORGSMAATREGELEN
Zolang het toestel is aangesloten op het
stopcontact, staat er stroom op, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld.
Handelsmerken
• “Memory Stick”,
, “MagicGate Memory
Stick,” en
zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
• “MagicGate” en
zÿn
handelsmerken van Sony Corporation.
• Microsoft en Windows en zijn gedeponeerde
handelsmerken van de U.S. Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en in
andere landen.
• Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn
handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Verder zijn de systeem- en productnamen die in
deze handleiding worden vermeld, over het
algemeen handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectievelijke
ontwikkelaars of fabrikanten. De ™- of ®markeringen worden echter niet altijd in deze
handleiding vermeld.
Voordat u uw camera in gebruik neemt
Proefopname
Houd rekening met auteursrechten
Voordat u unieke gebeurtenissen gaat
vastleggen, is het verstandig om eerst een
proefopname te maken. Dan bent u er zeker
van dat de camera naar behoren functioneert.
Op televisieprogramma’s, films, videobanden
en ander beeldmateriaal kunnen
auteursrechten rusten. Het maken van
opnamen van dergelijk materiaal zonder
toestemming, kan in strijd zijn met de
bepalingen van het auteursrecht.
Geen vergoeding voor schade aan
opnamen
Wanneer opnemen of weergeven niet mogelijk
is ten gevolge van een storing van
bijvoorbeeld uw camera of het
opnamemedium, wordt in geen geval een
schadevergoeding uitgekeerd.
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de universele
standaard voor de ontwerpregels voor
bestandssystemen van camera’s (Design
Rules for Camera File Systems) van de
JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
• Het kunnen afspelen op andere apparatuur
van beelden die op deze camera zijn
opgenomen, en het kunnen afspelen op deze
camera van beelden die met andere
apparatuur zijn opgenomen of bewerkt,
wordt niet gegarandeerd.
Stel de camera niet bloot aan
trillingen en stoten
Behalve dat hierdoor de werking van de
camera kan worden belemmerd en het
opnemen van beelden onmogelijk wordt
gemaakt, kan ook de “Memory Stick”
onbruikbaar raken en kunnen beeldgegevens
beschadigd raken of verloren gaan.
LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen
modellen met een LCD-zoeker) en lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
geproduceerd met hogeprecisietechnologie:
meer dan 99,99% van de pixels zijn geschikt
voor gebruik. Er kunnen echter enkele
minuscule zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood-, blauw- of groengekleurd) permanent
op het LCD-scherm of in de LCD-zoeker
aanwezig zijn. Deze puntjes zijn een
normaal gevolg van het productieproces en
hebben geen enkele invloed op de opname.
• Wees voorzichtig als u de camera bij het
raam of buitenshuis neerzet. Er kunnen
storingen optreden als u het LCD-scherm, de
zoeker of de lens gedurende langere
perioden aan direct zonlicht blootstelt.
Zorg ervoor dat de camera niet nat
wordt
Wanneer u buitenopnamen maakt in de regen
of onder soortgelijke omstandigheden, moet u
ervoor zorgen dat de camera niet nat wordt.
Als er condensvorming optreedt, moet u de
aanwijzingen op pagina 97 bestuderen en de
condens verwijderen, voordat u de camera
gebruikt.
De automatische zoomlens (alleen
voor de DSC-P71)
Deze camera is voorzien van een automatische
zoomlens. Zorg dat u de lens niet aan schokken
blootstelt, en dat u er geen kracht op uitoefent.
NL
Afbeeldingen
In deze handleiding worden afbeeldingen van de
DSC-P71 gebruikt, tenzij anders wordt
aangegeven.
De foto’s in deze handleiding
De voorbeeldfoto’s in deze handleiding zijn
reproducties; het zijn geen foto’s die
daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen.
Richt de camera niet op de zon of op
een andere heldere lichtbron.
U kunt uw ogen dan onherstelbaar beschadigen.
Maak reservekopieën.
Kopieer de gegevens altijd op een diskette om het
risico van mogelijk verlies van beeldgegevens te
vermijden.
3-NL
Inhoud
Voordat u uw camera in gebruik neemt.... 3
De onderdelen herkennen ......................... 6
Aan de slag
Batterijen ................................................ 12
De batterijen opladen .............................. 12
De batterijen plaatsen.............................. 15
Een externe stroombron gebruiken ......... 17
De camera in het buitenland gebruiken .. 17
De camera in- en uitschakelen ................ 18
De regeltoets gebruiken .......................... 18
De datum en de tijd instellen .................. 19
Stilstaande beelden opnemen
4-NL
Een “Memory Stick” plaatsen en
verwijderen..................................... 21
Het formaat en de kwaliteit van het
stilstaande beeld bepalen ................ 22
Basisbediening voor het opnemen van
stilstaande beelden (met
automatische instellingen).............. 24
Het laatst opgenomen beeld
controleren (Quick Review) ........... 25
De zoomfunctie gebruiken.................. 26
Close-ups opnemen (Macro)
(alleen de DSC-P71)....................... 26
De zelfontspanner gebruiken .............. 27
Een flitserstand kiezen........................ 28
Opnemen via de zoeker ...................... 30
De datum en de tijd op het beeld
weergeven ...................................... 30
Opnamen aanpassen aan de
omstandigheden
(SCENE SELECTION) ................. 32
Stilstaande beelden
weergeven
Beelden weergeven op het LCD-scherm
van de camera ................................ 34
Weergeven via het enkelvoudig
scherm ............................................ 34
Indexscherm weergeven
(negen of drie beelden) .................. 35
Beelden weergeven op een tv-scherm .... 36
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen ....................................... 37
Wissen via het indexscherm
(negen beelden) .............................. 38
Wissen via het indexscherm
(drie beelden) ................................. 39
Een “Memory Stick” formatteren........... 41
Stilstaande beelden naar uw
computer kopiëren
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren ..........................................42
1 Het USB-stuurprogramma
installeren ......................................43
2 Uw camera voorbereiden ..................44
3 De camera op de computer
aansluiten .......................................45
4 Beelden kopiëren ..............................46
Als er geen “Removable Disk”pictogram wordt getoond................47
Beelden kopiëren ...............................47
De manier waarop beeldbestanden
worden opgeslagen .........................49
5 Beelden weergeven op
een computer ..................................51
Voor Macintosh-gebruikers ....................52
Voordat u met geavanceerde
bedieningsmogelijkheden
begint
De camera instellen en bedienen.............53
Menu-instellingen wijzigen ................53
Items in het SET UP-scherm
wijzigen ..........................................53
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
De belichting instellen
(EV-regeling)..................................54
De kleurtonen instellen
(WHITE BALANCE).....................55
Een methode voor scherpstellen kiezen
(MULTI AF/CENTER AF) ............56
De afstand tot een onderwerp instellen
(Brandpuntsafstanden)....................58
Speciale effecten toevoegen
(PICTURE EFFECT) .....................58
Puntbelichting .........................................59
Meerdere beelden opnemen
(CLIP MOTION)............................60
Opnemen in de Multi Burst-stand
(MULTI BURST) ...........................62
Stilstaande beelden opnemen voor e-mail
(E-MAIL)........................................63
Geavanceerd weergeven van
stilstaande beelden
Een deel van een stilstaand
beeld vergroten ...............................64
Een beeld vergroten – Vergroot
weergeven .......................................64
Een vergroot beeld opnemen –
Bijsnijden........................................65
Opeenvolgende beelden afspelen
(SLIDE SHOW) ............................. 65
Stilstaande beelden roteren
(ROTATE) ..................................... 66
Stilstaande beelden bewerken
Beelden beveiligen (PROTECT) ............ 67
Via het enkelvoudig scherm ............... 67
Via het indexscherm
(negen beelden) .............................. 67
Via het indexscherm (drie beelden).... 68
Het beeldformaat wijzigen (RESIZE) .... 69
Beelden kiezen om af te drukken
(PRINT).......................................... 70
Via het enkelvoudig scherm ............... 70
Via het indexscherm
(negen beelden) .............................. 70
Via het indexscherm (drie beelden).... 71
Films bekijken
Films opnemen........................................ 72
Films weergeven op het LCD-scherm .... 73
Films wissen ........................................... 74
Wissen via het enkelvoudig scherm ... 74
Wissen via het indexscherm
(negen beelden) .............................. 74
Wissen via het indexscherm
(drie beelden) ................................. 75
Films bewerken .......................................76
Films splitsen ......................................76
Overbodige fragmenten wissen...........77
Films naar uw computer kopiëren ...........78
Voor gebruikers van Windows 98,
98SE, 2000, Me ..............................78
Voor gebruikers van Windows XP .....78
Voor gebruikers van Macintosh ..............79
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen..........................80
Waarschuwingen en meldingen ..............87
Zelfdiagnosedisplay ................................88
Aanvullende informatie
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen / beschikbare
opnametijd ......................................89
Menu-items..............................................90
SET UP-items..........................................95
Voorzorgsmaatregelen ............................97
De “Memory Stick”.................................98
De nikkel-hydridebatterijen.....................98
Technische gegevens...............................99
Het LCD-scherm ...................................101
Register..................................................104
5-NL
De onderdelen herkennen (DSC-P71)
1
2
3
6
Het polsbandje
bevestigen
4
5
7
8
A
B
C
D
E
POWER ON/OFF-lampje (18)
POWER-toets (18)
Sluiterknop (24)
Flitser (28)
Lampje zelfontspanner (27)/
AF-belichter (29, 95)
F Zoekervenster
G Lens
H Statiefaansluiting
(bodemoppervlak)
6-NL
• Gebruik een statief met een schroeflengte van
maximaal 5,5 mm. Als u een statief met een
langere schroef gebruikt, is het niet mogelijk om
de camera stevig op het statief te bevestigen.
Hierdoor kan de camera beschadigen.
1
qs
2
qd
3
qf
4
qg
5
qh
6
7
qj
8
9
q;
qa
qk
A Zoeker
Lampje zelfontspanner/
Opnamelampje (rood)
AE/AF-vergrendelingslampje (groen)
Oplaadlampje flitser
(oranje) (28)
B
C
D
E
F
DISPLAY/LCD ON/OFF-toets (30)
MENU-toets (22)
VIDEO OUT-aansluiting (36)
Afdekkapje aansluitingen
USB-aansluiting (45)
G Regeltoets
(Menu aan) (v/V/b/B/z) (18)/
(Menu uit) ( / /7/ ) (25, 27, 28)
H RESET-knop (bodemoppervlak)
(80)
I LCD-scherm
J Afdekkapje DC IN-aansluiting
(17)
K DC IN-aansluiting (17)
L Modusknop (19)
: Stilstaande beelden
opnemen
: Beelden weergeven of
bewerken
: Films, Clip Motion-beelden
of Multi Burst-beelden opnemen
SET UP: De SET UP-items
instellen
SCN: Opnemen in de SCENE
SELECTION-modus
M Zoomtoets (voor opnemen) (26)/
Indextoets (voor weergeven) (35)
N Bevestiging polsbandje
O Openingshendel
P Batterijdeksel
Q “Memory Stick”-kapje
R Toegangslampje (21)
7-NL
De onderdelen herkennen (vervolg) (DSC-P51)
1
2
3
6
Het polsbandje
bevestigen
4
5
7
8
A
B
C
D
E
POWER ON/OFF-lampje (18)
POWER-toets (18)
Sluiterknop (24)
Flitser (28)
Lampje zelfontspanner (27)/
AF-belichter (29, 95)
F Zoekervenster
G Lens
H Statiefaansluiting
(bodemoppervlak)
8-NL
• Gebruik een statief met een schroeflengte van
maximaal 5,5 mm. Als u een statief met een
langere schroef gebruikt, is het niet mogelijk om
de camera stevig op het statief te bevestigen.
Hierdoor kan de camera beschadigen.
1
2
qs
3
qd
4
qf
5
qg
6
7
qh
8
9
q;
qa
A POWER SAVE-schakelaar
B DISPLAY/LCD ON/OFF-toets (30)
C Zoeker
Lampje zelfontspanner/
Opnamelampje (rood)
AE/AF-vergrendelingslampje (groen)
Oplaadlampje flitser
(oranje) (28)
D
E
F
G
qj
qk
ql
H Regeltoets
(Menu aan) (v/V/b/B/z) (18)/
(Menu uit) ( / /7/
) (25, 27,
28, 59)
I RESET-knop (bodemoppervlak)
(80)
J LCD-scherm
K Afdekkapje DC IN-aansluiting
(17)
L Modusknop (19)
: Stilstaande beelden
opnemen
: Beelden weergeven of
bewerken
: Films, Clip Motion-beelden
of Multi Burst-beelden opnemen
SET UP: De SET UP-items
instellen
SCN: Opnemen in de SCENE
SELECTION-modus
M Zoomtoets (voor opnemen) (26)/
Indextoets (voor weergeven) (35)
N Bevestiging polsbandje
O Openingshendel
P Batterijdeksel
Q “Memory Stick”-kapje
R Toegangslampje (21)
S DC IN-aansluiting (17)
MENU-toets (22)
VIDEO OUT-aansluiting (36)
Afdekkapje aansluitingen
USB-aansluiting (45)
9-NL
De onderdelen herkennen (vervolg) (DSC-P31)
1
2
3
5
6
Het polsbandje
bevestigen
7
4
A
B
C
D
E
POWER ON/OFF-lampje (18)
POWER-toets (18)
Sluiterknop (24)
Flitser (28)
Lampje zelfontspanner (27)/
AF-belichter (29, 95)
F Zoekervenster
G Lens
H Statiefaansluiting
(bodemoppervlak)
10-NL
8
• Gebruik een statief met een schroeflengte van
maximaal 5,5 mm. Als u een statief met een
langere schroef gebruikt, is het niet mogelijk om
de camera stevig op het statief te bevestigen.
Hierdoor kan de camera beschadigen.
1
2
qs
3
qd
4
qf
5
qg
6
7
qh
8
9
q;
qa
A POWER SAVE-schakelaar
B DISPLAY/LCD ON/OFF-toets (30)
C Zoeker
Lampje zelfontspanner/
Opnamelampje (rood)
AE/AF-vergrendelingslampje (groen)
Oplaadlampje flitser
(oranje) (28)
D
E
F
G
qj
qk
ql
H Regeltoets
(Menu aan) (v/V/b/B/z) (18)/
(Menu uit) ( / /7/
) (25, 27,
28, 59)
I RESET-knop (bodemoppervlak)
(80)
J LCD-scherm
K Afdekkapje DC IN-aansluiting
(17)
L Modusknop (19)
: Stilstaande beelden
opnemen
: Beelden weergeven of
bewerken
: Films, Clip Motion-beelden
of Multi Burst-beelden opnemen
SET UP: De SET UP-items
instellen
SCN: Opnemen in de SCENE
SELECTION-modus
M Zoomtoets (voor opnemen) (26)/
Indextoets (voor weergeven) (35)
N Bevestiging polsbandje
O Openingshendel
P Batterijdeksel
Q “Memory Stick”-kapje
R Toegangslampje (21)
S DC IN-aansluiting (17)
MENU-toets (22)
Afdekkapje aansluitingen
USB-aansluiting (45)
VIDEO OUT-aansluiting (36)
11-NL
Aan de slag
Batterijen
De batterijen opladen
Gebruik voor deze camera de volgende
batterijen.
BC-CS1 (meegeleverd)
Naar een
stopcontact
(netspanning)
Geschikte batterijen
R6-nikkel-metallisch-hydridebatterijen
(AA-formaat) (2)
– NH-AA-DI (2) (meegeleverd)
– NH-AA-2DI-dubbelpak (niet meegeleverd)
Ongeschikte batterijen
Mangaanbatterijen, lithiumbatterijen,
NiCad-batterijen, alkalinebatterijen*
* U kunt in de DSC-P71 geen alkalinebatterijen
gebruiken.
* In de DSC-P31 kunt u wel alkalinebatterijen
gebruiken. Neem de volgende aanwijzingen in
acht als u alkalinebatterijen gebruikt.
• Tussen de verschillende typen en merken
batterijen bestaan grote prestatieverschillen.
Met name bij lage temperaturen presteren
sommige batterijen beduidend slechter.
Daarom is het soms niet mogelijk om
beneden de +5 °C opnamen te maken.
• De indicator voor de resterende batterijtijd
geeft niet altijd de juiste informatie weer.
12-NL
Netsnoer
Oplaad
lampje
1
Let bij plaatsing op
de polariteit (+/−)
2
, Plaats de nikkel-metallischhydridebatterijen in de oplader
(meegeleverd).
, Sluit de oplader via het
netsnoer aan op een
stopcontact (netspanning).
• Laad de nikkel-metallisch-hydridebatterijen op
die met uw camera zijn meegeleverd, voordat u
ze in gebruik neemt.
• Laad de batterijen op bij een
omgevingstemperatuur tussen 10 °C en 30 °C.
Als de batterijen worden opgeladen bij een
omgevingstemperatuur die zich buiten dit
bereik bevindt, worden ze niet altijd efficiënt
opgeladen.
• Sluit de batterijoplader aan op een stopcontact
(netspanning) waar u makkelijk bij kunt. Als er
iets mis gaat tijdens het gebruik van de oplader,
schakel de stroom dan onmiddellijk uit door de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Het opladen begint en het oplaadlampje
gaat branden. Als het oplaadlampje uit gaat,
is het opladen voltooid.
• Als het opladen is voltooid, haal dan het
netsnoer uit het stopcontact en haal de nikkelmetallisch-hydridebatterijen uit de oplader.
• Maak gebruik van de meegeleverde
batterijhouder als u de nikkel-metallischhydridebatterijen vervoert. Als de metalen
aansluitingen +/− worden kortgesloten, kan dit
extreme hittevorming of brand tot gevolg
hebben.
Voorzorgsmaatregelen bij het
opladen van batterijen
• Als de polen van de nikkel-metallischhydridebatterijen vuil zijn, worden de batterijen
soms niet goed opgeladen. Veeg de polen van de
batterijen en de aansluitingen van de oplader
van tijd tot tijd schoon met een droge doek.
• Als u de nikkel-metallisch-hydridebatterijen net
hebt aangeschaft, of als u ze lange tijd niet hebt
gebruikt, kunnen ze niet altijd volledig worden
opgeladen Dit is een normale eigenschap van dit
type batterijen en is dus geen storing. Als dit
gebeurt, zorg dan dat u de batterijen enkele
malen volledig opgebruikt en weer oplaadt. Na
enige tijd kunnen de batterijen weer normaal
worden opgeladen.
• Na verloop van tijd verliezen nikkelmetallisch-hydridebatterijen hun lading, ook
al worden ze niet gebruikt. We raden u dan
ook aan om de batterijen op te laden, vlak
voor u ze in gebruik neemt.
• Als u nikkel-metallisch-hydridebatterijen
oplaadt voordat ze volledig zijn ontladen, kan
het zogenaamde geheugeneffect* optreden,
waardoor de indicatie voor de resterende
batterijtijd voortijdig waarschuwt. Dit probleem
kunt u verhelpen door de batterijlading volledig
te verbruiken, voordat u de batterijen gaat
opladen.
* Het “geheugeneffect” – de situatie waarin een
batterij tijdelijk niet volledig kan worden
opgeladen.
• Als u de batterijen volledig wilt ontladen, zet
u de camera in de beeldenreeksmodus en laat
deze aanstaan totdat de batterijen leeg zijn
(pagina 65).
• Gebruik uitsluitend nikkel-metallischhydridebatterijen van Sony in de oplader die
met uw camera is meegeleverd. Als u een
ander batterijtype probeert op te laden (bijv.
mangaanbatterijen, droge alkalinebatterijen of
wegwerp-lithiumbatterijen) dan de
aangegeven batterijtypen, kunnen deze gaan
lekken, oververhit raken of exploderen.
Hierdoor kunnen brandwonden of andere
verwondingen ontstaan.
• Let erop dat u beide nikkel-metallischhydridebatterijen tegelijkertijd oplaadt.
• Gebruik de opgeladen batterijen niet buiten
het temperatuurbereik van 0 °C tot 40 °C. Als
u dit toch doet is er kans op lekkages,
explosies, overmatige hittevorming, vuur of
elektrische schokken.
• Laad geen nikkel-metallischhydridebatterijen op die reeds volledig zijn
opgeladen. Als u dit toch doet is er kans op
lekkages, explosies, overmatige hittevorming,
vuur of elektrische schokken.
• Haal de afdichtingen niet los en beschadig de
batterijen niet. Gebruik nooit batterijen
waarvan de afdichtingen geheel of
gedeeltelijk zijn verwijderd, of die op
enigerlei wijze uit elkaar zijn gehaald.
• Als u andere hogecapaciteitsbatterijen dan de
meegeleverde nikkel-metallischhydridebatterijen gebruikt in de meegeleverde
BC-CS1-oplader, kan het zijn dat deze niet zo
ver worden opgeladen als de indicator aangeeft.
Oplaadtijd
Nikkel-metallischhydridebatterij
Oplaadtijd
NH-AA-DI × 2
(meegeleverd)
Ca. 13 uur
Hier wordt de tijd weergegeven die nodig
is om twee volledig ontladen nikkelmetallish-hydridebatterijen op te laden
met de meegeleverde BC-CS1-oplader bij
een omgevingstemperatuur van 25 °C.
Aan de slag
De nikkel-metallischhydridebatterijen opladen
• Het opladen is na ongeveer 13 uur voltooid.
Soms blijft het oplaadlampje langer dan
13 uur branden. Dit is echter geen storing.
• Ontkoppel het netsnoer van de batterijoplader
niet en haal de batterijen niet uit de oplader
voordat de batterijen volledig zijn opgeladen.
Als het oplaadproces wordt onderbroken
voordat de batterijen volledig zijn opgeladen,
en als daarna dezelfde batterijen voor de
volledige 13 uur worden opgeladen, kan het
zogenaamde “geheugeneffect” optreden. Ook
kan de werking van de batterijen worden
verstoord.
• Als u de ACC-CSNQ STAMINA “Super
Quick charge” (niet meegeleverd) gebruikt,
worden de batterijen sneller opgeladen.
13-NL
De nikkel-metallisch-hydridebatterijen opladen (vervolg)
Indicator resterende batterijtijd
De POWER SAVE-functie
Als de batterijlading tijdens het gebruik
afneemt, geeft de indicator voorde
resterende batterijtijd de resterende lading
weer door middel van de volgende
symbolen.
Als de POWER SAVE-functie op ON
staat, kunt u gedurende langere tijd
opnamen maken.
Indicator Betekenis en
resterende richtlijnen
batterijtijd (100% is voll. geladen)
Voldoende lading.
Batterijen half vol.
Batterijen bijna leeg, het
opnemen of afspelen stopt
bijna.
Vervang de batterijen door
volledig opgeladen
exemplaren, of laad deze
op.
Knippert
• Als het LCD-scherm is uitgeschakeld, drukt u
op de DISPLAY/LCD ON/OFF-toets om deze
in te schakelen.
• Soms is deze informatie niet correct. Dit
wordt veroorzaakt door de wijze waarop de
camera wordt gebruikt, de toestand van de
lading en omgevingsfactoren.
• Als u gebruikmaakt van de AC-adapter, wordt
de informatie over de resterende batterijtijd
niet weergegeven.
14-NL
DSC-P71
Zet de modusknop op SET UP en zet
[POWER SAVE] in SETUP 2 op [ON].
Bij aflevering van de camera is [ON]
ingesteld (pagina 96).
DSC-P51/P31
Zet de POWER SAVE-schakelaar op ON.
Bij aflevering van de fabriek is dit item
ingesteld op ON.
Als de POWER SAVE-functie op ON
staat
• Het LCD-scherm wordt donkerder dan
wanneer POWER SAVE op OFF staat. In
deze stand is het niet mogelijk om de [LCD
BACKLIGHT]-instelling te wijzigen
(pagina 96). U kunt de beschikbare
opnametijd nog verder verlengen. U moet dan
het LCD-scherm uitschakelen en in plaats
hiervan de zoeker gebruiken (pagina 30).
• In de flitserstand wordt de
(Geen flits)
weergegeven. Als u de flitser wilt gebruiken,
druk dan op v ( ) op de regeltoets en kies
(Geforceerde flits) of Auto (pagina 28).
• Op het moment dat de stroom wordt
ingeschakeld, is de flitserstand gewoonlijk
ingesteld op
(Geen flits).
• Als de flitser wordt opgeladen ( het
oplaadlampje van de flitser knippert), wordt
het LCD-scherm uitgeschakeld.
• Als u stilstaande beelden opneemt, wordt er
alleen scherpgesteld als de sluiterknop tot
halverwege wordt ingedrukt.
De batterijen plaatsen
Aan de slag
1
2
3
, Open het batterijdeksel.
, Plaats de batterijen.
, Sluit het batterijdeksel.
Het deksel komt los als u deze in de richting
van de pijl schuift.
Zorg dat de polen + en − op de batterijen
overeenkomen met de markeringen + en −
in de batterijhouder.
Sluit het batterijdeksel terwijl u de
batterijen in het toestel vasthoudt. Als u een
klik hoort, is het deksel gesloten.
• Veeg de polen van de batterijen en de
aansluitingen van het batterijdeksel van tijd tot
tijd schoon met een droge doek. Als de
batterijpolen of de aansluitingen bedekt zijn
met een laagje vuil of huidvet, kan de
bedrijfstijd van de camera aanzienlijk worden
bekort.
De batterijen verwijderen
Zet de camera op zijn kant en open het
batterijdeksel naar boven en verwijder
vervolgens de batterijen.
• Let erop dat u de batterijen niet laat vallen als u
het batterijdeksel opent of sluit.
15-NL
Batterijen plaatsen (vervolg)
De batterijtijd en het aantal
beelden dat kan worden
opgenomen of afgespeeld
De tabellen geven een benadering van de
gebruiksduur van de camera als de
opnamestand is ingesteld op Normal, bij
een omgevingstemperatuur van 25 °C, en
terwijl de batterijen volledig zijn geladen.
Aan de hand van de richtlijnen met
betrekking tot het aantal beelden dat u kunt
opnemen of afspelen, kunt u bepalen
wanneer de meegeleverde “Memory Stick”
moet worden verwisseld. Afhankelijk van
de gebruiksomstandigheden, kan het
daadwerkelijke aantal enigszins afwijken.
Stilstaande beelden opnemen
Onder normale omstandigheden*1)
Beeldformaat
DSC-P71
2048×1536
DSC-P51
1600×1200
DSC-P31
1600×1200
NH-AA-DI (2) (meegeleverd)
Aantal
Batterijtijd
beelden
(min.)
Ca. 230
Ca. 115
Ca. 280
Ca. 140
Ca. 280
Ca. 140
*1) Opnemen onder de volgende omstandigheden:
– De beeldkwaliteit is ingesteld op [FINE].
– Het LCD-scherm is ingesteld op ON.
– Als u elke 30 seconden één beeld opneemt.
– Als u voor elke opname de zoomtoets W of T
volledig indrukt.
16-NL
– Als u om de andere opname de flitser
gebruikt.
– Als u de camera eens per tien opnamen in- en
uitschakelt.
Onafgebroken beelden opnemen*2)
Beeldformaat
DSC-P71
2048×1536
640×480
DSC-P51
1600×1200
640×480
DSC-P31
1600×1200
640×480
NH-AA-DI (2) (meegeleverd)
LCDAantal
Batterijtijd
scherm beelden
(min.)
ON
Ca. 2000
Ca. 100
OFF
Ca. 2400
Ca. 120
ON
Ca. 3000
Ca. 150
OFF
Ca. 3600
Ca. 180
ON
Ca. 2400
Ca. 120
OFF
Ca. 3000
Ca. 150
*2) Opnemen onder de
volgende omstandigheden:
– De beeldkwaliteit is ingesteld op
[STANDARD].
– De flitserstand is ingesteld op
(geen flits).
– Als u elke drie seconden een beeld opneemt.
Stilstaande beelden afspelen*3)
Beeldformaat
DSC-P71
2048×1536
640×480
DSC-P51
1600×1200
640×480
NH-AA-DI (2) (meegeleverd)
Aantal
Batterijtijd
beelden
(min.)
Ca. 4600
Ca. 230
Ca. 5600
Ca. 280
DSC-P31
1600×1200
640×480
*3)
Ca. 5600
Ca. 280
Als u ongeveer om de drie seconden
opeenvolgende enkelvoudige beelden
weergeeft
Films opnemen*4)
DSC-P71
DSC-P51
DSC-P31
*4)
NH-AA-DI (2) (meegeleverd)
LCD-scherm LCD-scherm
ON
OFF
Ca. 120
Ca. 170
Ca. 150
Ca. 200
Ca. 150
Ca. 200
Continu opnamen maken met een
beeldformaat van 160×112
• De batterijtijd en het aantal beelden dat
kan worden opgenomen, nemen af onder
de volgende omstandigheden:
– Bij lage temperaturen.
– Als u de flitser gebruikt.
– Als u de camera vaak in- en uitschakelt.
– Als u de zoomfunctie vaak gebruikt.
– Als [POWER SAVE] is ingesteld op [OFF].
– Als [LCD BACKLIGHT] is ingesteld op
[BRIGHT].
– Als u de batterijen gedurende lange tijd
regelmatig hebt gebruikt, of als u de
batterijen regelmatig automatisch hebt laten
ontladen nadat deze waren opgeladen
(pagina 99).
Een externe stroombron gebruiken
2 Naar een stopcontact (netspanning)
DC-stekker
1
1
AC-adapter
(niet meegeleverd)
, Open het afdekkapje van de
DC IN-aansluiting en sluit
vervolgens de AC-LS1 ACadapter (niet meegeleverd) aan
op de DC IN-aansluiting van de
camera.
Sluit de kabel aan met de v-markering naar
boven gericht.
Aanbevolen AC-adapter:
AC-LS1 AC-adapter (niet meegeleverd)
2
, Sluit het netsnoer aan op de
AC-adapter en op het
stopcontact.
• Als u de AC-adapter niet langer gebruikt,
koppel deze dan los van de DC IN-aansluiting
van de camera.
• Als u gebruik wilt maken van de
stroomvoorziening van een auto, hebt u een
DC-adapter/-oplader (niet meegeleverd) nodig.
• Als u de DC-stekker aansluit of loskoppelt
terwijl u batterijen gebruikt, kan de stroom
worden uitgeschakeld.
Voeding
Met de meegeleverde batterijoplader of de
AC-LS1 AC-adapter (niet meegeleverd)
kunt u de camera overal gebruiken waar een
netspanning van tussen de 100 V en 240 V,
50/60 Hz wordt geleverd. Gebruik zo nodig
een in de handel verkrijgbare
verloopstekker [a], afhankelijk van het
soort stopcontact [b] dat ter plaatse wordt
gebruikt.
Aan de slag
Netsnoer
Afdekkapje DC
IN-aansluiting
De camera in het
buitenland
gebruiken
BC-CS1
• Gebruik geen elektronische
transformator. Dit kan een defect
veroorzaken.
• Sluit de AC-adapter aan op een stopcontact
(netspanning) waar u makkelijk bij kunt. Als er
iets mis gaat tijdens het gebruik van de adapter,
schakel de stroom dan onmiddellijk uit door de
stekker uit het stopcontact te trekken.
17-NL
De camera in- en uitschakelen
POWER ON/
OFF-lampje
De automatische
uitschakelfunctie
POWER-toets
, Druk op de POWER-toets.
Het POWER ON/OFF-lampje licht groen
op en de stroom is ingeschakeld. Als u de
camera voor het eerst gebruikt, verschijnt
het CLOCK SET-scherm (zie de volgende
pagina).
De stroom uitschakelen
Als u nogmaals op de POWER-knop drukt,
gaat het POWER ON/OFF-lampje uit en
wordt de camera uitgeschakeld.
• Als u de stroom inschakelt terwijl de
modusknop is ingesteld op
,
of SCN,
gaat de lens bewegen (geldt alleen voor de
DSC-P71). Zorg ervoor dat u de lens dan niet
aanraakt.
18-NL
De regeltoets
gebruiken
Als u batterijen gebruikt, en de camera
wordt tijdens het opnemen, weergeven
of een SET UP-instelling niet bediend,
wordt de stroom na enige tijd*
automatisch uitgeschakeld om zo de
batterijen te sparen.
In de volgende gevallen treedt de
automatische uitschakelfunctie echter
niet in werking, ook al gebruikt u
batterijen om de camera van stroom te
voorzien.
• Er worden films afgespeeld
• Er wordt een beeldenreeks
afgespeeld
• Er zit een stekker in de USBaansluiting of de VIDEO OUTaansluiting
* Als POWER SAVE is ingesteld op ON:
circa 90 seconden
Als POWER SAVE is ingesteld op OFF:
circa 3 minuten
0EV
0EV
EV
WB
ISO
AUTO
WHITE BAL
ISO
Als u de huidige instellingen van de camera
wilt wijzigen, geef dan het menu of SET
UP weer op het LCD-scherm (pagina 53),
en wijzig de instellingen met behulp van de
regeltoets.
Druk voor elk item op v/V/b/B om een
gewenste waarde te selecteren. Druk
vervolgens op de z in het midden of op
b/B om de nieuwe waarde in te voeren.
•
(SPOT METER) wordt niet weergegeven
op het menu van de DSC-P51/P31 (pagina 59).
De datum en de tijd instellen
Modusknop
2002 / 1 / 1
CLOCK SET
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
2002 / 1 / 1
OK
AM
CANCEL
, Stel de modusknop in op
2
.
• Als u de waarden die u reeds voor de datum en
de tijd hebt ingesteld wilt wijzigen, stelt u de
modusknop in op SET UP en kiest u [CLOCK
SET] in SETUP 1 (pagina 95). Daarna gaat u
verder vanaf stap 3.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop op SCN,
of
is ingesteld.
POWER-toets
, Druk op de POWER-toets.
Het POWER-lampje licht groen op en het
CLOCK SET-scherm verschijnt.
12 : 00
OK
AM
CANCEL
OK
OK
1
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
Aan de slag
CLOCK SET
3
, Kies via v/V op de regeltoets
de gewenste volgorde voor de
dag, de maand en het jaar en
druk vervolgens op de z in het
midden.
U kunt kiezen uit [Y/M/D] (jaar/maand/
dag), [M/D/Y] en [D/M/Y].
• Als de oplaadbare knoopcelbatterij, die zorgt
voor de stroomvoorziening voor het opslaan
van de tijdsgegevens, ooit leeg mocht raken
(pagina 97), wordt het CLOCK SET-scherm
automatisch opnieuw weergegeven. Als dit
gebeurt, kunt u de datum en tijd opnieuw
instellen door bovenstaande procedure vanaf
stap 3 uit te voeren.
19-NL
De datum en de tijd instellen (vervolg)
CLOCK SET
2002 / 1 / 1
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
CLOCK SET
OK
AM
CANCEL
2002 / 7 / 1
OK
4
, Kies de items voor het jaar, de
maand, de dag, het uur en de
minuten met behulp van b/B.
Boven het gekozen item dat moet worden
ingesteld, verschijnt een v en eronder
verschijnt een V.
12 : 00
2002 / 7 / 4
OK
AM
CANCEL
5
, Kies de gewenste numerieke
waarde met v/V op de
regeltoets en druk op de z in
het midden.
Als u de gekozen numerieke waarde hebt
ingevoerd, ga dan verder met het volgende
item. Herhaal bovenstaande procedure
totdat alle items zijn ingesteld.
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
10 : 30
OK
PM
CANCEL
OK
OK
• Als u in stap 3 [D/M/Y] kiest, gebruik dan de
24-uursweergave.
20-NL
CLOCK SET
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
6
, Kies [OK] met B op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
Zodra de datum en de tijd zijn ingesteld,
begint de klok te lopen.
• Als u de instelprocedure wilt afbreken, kies dan
[CANCEL] en druk vervolgens op de z in het
midden.
Stilstaande beelden opnemen
Een “Memory Stick” plaatsen en verwijderen
Toegangslampje
Etiket
Aansluiting
1
, Open het “Memory Stick”kapje.
Open het kapje door deze in de richting van
de pijl te schuiven.
2
, Plaats de “Memory Stick”.
Houd de “Memory Stick” zoals in de
afbeelding wordt getoond en schuif deze
helemaal in het toestel totdat u een klik
hoort.
• Altijd als u een “Memory Stick” plaatst, moet u
deze in zijn geheel indrukken totdat u een klik
hoort. Als u de “Memory Stick” niet goed
plaatst, verschijnt een bericht als “MEMORY
STICK ERROR” op het LCD-scherm.
3
, Sluit het “Memory Stick”kapje.
De “Memory Stick” verwijderen
Open het “Memory Stick”-kapje en druk
vervolgens op de “Memory Stick” zodat
deze opspringt.
Stilstaande beelden opnemen
Onderzijde
• Als het toegangslampje brandt, is de
camera een beeld aan het wegschrijven
of uitlezen. Als dat het geval is, moet u
de “Memory Stick” of de batterijen nooit
verwijderen.
21-NL
Het formaat en de kwaliteit van het stilstaande beeld bepalen
FINE
AUTO
WHITE BAL
1
ISO
MENU-toets
, Zet de modusknop op , zet
het toestel aan en druk
vervolgens op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop op SCN is ingesteld.
•
(SPOT METER) wordt niet weergegeven
op het menu van de DSC-P51/P31 (pagina 59).
2
2048x1536
2048 (3 : 2)
1600x1200
1280 x 960
640 x 480
1600x1200
1600 (3 : 2)
1280 x 960
640 x 480
IMAGESIZE
SO IMAGE SIZE
DSC-P71
DSC-P51/
P31
FINE
STANDARD
P.QUALITY MODE
PFX
3
, Kies (Beeldformaat) met b/B
op de regeltoets. Met v/V kunt
u het gewenste beeldformaat
kiezen.
, Kies
(Beeldkwaliteit) met
b/B op de regeltoets. Met v/V
kunt u de gewenste
beeldkwaliteit kiezen.
Het beeldformaat is ingesteld.
De beeldkwaliteit is ingesteld.
Druk op de MENU-toets als de instelling is
voltooid. Het menu verdwijnt van het
scherm.
• Wat betreft de beeldkwaliteit kunt u kiezen
tussen [FINE] en [STANDARD].
• De nieuw ingestelde waarden voor
beeldformaat en -kwaliteit blijven bewaard, ook
als de camera wordt uitgeschakeld.
22-NL
Beeldformaat en -kwaliteit
Beeldformaat
2048×1536 (DSC-P71)
Voorbeelden
Perfecte
afdrukken
2048(3:2) (DSC-P71)
3:2-afdrukken*
1600×1200
Afdrukken in
A4-formaat
1600 (3:2) (DSC-P51/P31) 3:2-afdrukken*
1280×960
Afdrukken in
briefkaartformaat
640×480
Voor emailbijlagen
Het aantal beelden* dat op een “Memory Stick” kan worden
opgeslagen
Hieronder wordt het aantal beelden getoond dat in de stand FINE (STANDARD) kan
worden opgeslagen. (Eenheid: aantal beelden)
Capaciteit
Beeldformaat
2048×1536
(DSC-P71)
2048(3:2)
(DSC-P71)
1600×1200
1600 (3:2)
(DSC-P51/P31)
1280×960
640×480
8MB
16MB
32MB
64MB
128MB
5 (9)
10 (18)
20 (36)
40 (72)
80 (144)
5 (9)
10 (18)
20 (36)
40 (72)
80 (144)
8 (15)
16 (30)
32 (60)
64 (120)
128 (240)
8 (15)
16 (30)
32 (60)
64 (120)
128 (240)
12 (22)
48 (118)
24 (44)
96 (240)
50 (93)
195 (488)
100 (186)
393 (983)
200 (372)
786 (1966)
Stilstaande beelden opnemen
Op basis van het soort beelden dat u wilt
opnemen, kunt u kiezen voor een bepaald
beeldformaat (aantal pixels) en een
bepaalde beeldkwaliteit
(compressieverhouding). Hoe groter het
ingestelde beeldformaat en hoe hoger de
ingestelde beeldkwaliteit, hoe beter het
beeld is. Daar staat echter tegenover dat er
meer gegevens moeten worden opgeslagen.
Dat betekent dat u minder beelden op uw
“Memory Stick” kunt opslaan.
Kies een beeldformaat en een
beeldkwaliteit die overeenkomen het
soort beelden dat u wilt opnemen.
U kunt het beeldformaat ook later nog
aanpassen (zie pagina 69 voor het
aanpassen van het beeldformaat).
Aan de hand van de volgende tabellen
kunt u een beeldformaat kiezen.
* Als u opneemt in de normale opnamestand.
Zie pagina 89 voor het aantal beelden dat u bij
andere opnamestanden kunt opslaan.
• Het beeldformaat is het schermformaat dat
wordt gebruikt als u de beelden op een
computer weergeeft. Als u de beelden op het
LCD-scherm van de camera weergeeft,
worden ze echter alle in hetzelfde formaat
weergegeven.
* Bij deze optie worden beelden in de hoogtebreedteverhouding 3:2 opgenomen, zodat ze
overeenkomen met het formaat van het
gebruikte printerpapier.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden
kan het aantal beelden dat kan worden
opgenomen, afwijken van deze waarden.
• De waarde voor het beeldformaat (bijv.
2048×1536) is het aantal pixels dat wordt
weergegeven.
Zie pagina 63 voor het opnemen van
beelden die geschikt zijn om als bijlage
mee te sturen met e-mailberichten.
23-NL
Basisbediening voor het opnemen van stilstaande beelden (met
automatische instellingen)
Modusknop
2048
4
F5.6
500
1
, Zet de modusknop op
de camera aan.
2
en zet
• De lenskap gaat open zodra de stroom wordt
ingeschakeld.
• Als de camera wordt ingeschakeld of wanneer
de zoomfunctie wordt gebruikt, mag u het
lensgedeelte niet aanraken (geldt alleen voor de
DSC-P71) (pagina 26).
• Als de modusknop is ingesteld op
, worden
de belichting en de scherpstelling automatisch
ingesteld.
24-NL
, Houd de camera met beide
handen vast en richt op een
onderwerp in het midden van
het kader. Hierop kan de camera
zich scherpstellen.
Bedek de lens of de flitser niet met uw
vingers.
• U kunt kiezen uit twee AF-standen: de
Multipoint AF-stand en de Center AF-stand
(pagina 56).
3
Knippert groen t
Brandt continu
, Druk op de sluiterknop en houd
deze tot halverwege ingedrukt.
De camera laat pieptonen horen. Als de AE/
AF-vergrendelingsindicator stopt met
knipperen en daarna blijft branden, is de
camera gereed voor het maken van de
opname.
• Als u de sluiterknop loslaat, wordt de opname
geannuleerd.
• Voor de DSC-P71 geldt voor scherpstellen een
minimale afstand van 50 cm. Voor de DSCP51 bedraagt deze afstand 8 cm als de
zoomtoets is ingesteld op de W-zijde
(grootboek) en 50 cm als de zoomtoets is
ingesteld op de T-zijde (teleopname). Voor de
DSC-P31 geldt een minimale afstand van
10 cm. Gebruik de Macro-modus als u
onderwerpen vanaf een nog kleinere afstand
wilt opnemen (geldt alleen voor de DSC-P71).
• Het kader op het LCD-scherm geeft het gebied
aan waarop wordt scherpgesteld. (Zie pagina 56
voor meer informatie over de AF-bereikzoeker.)
Het laatst opgenomen beeld
controleren (Quick Review)
2048
, Druk de sluiterknop geheel
naar beneden.
Er klinkt een pieptoon, de opname wordt
voltooid en het stilstaande beeld wordt op
de “Memory Stick” opgenomen. Als het
opnamelampje (pagina 7, 9, 11) niet meer
brandt, kunt u het volgende beeld opnemen.
• Als u de camera niet bedient terwijl de camera
door batterijen van stroom wordt voorzien,
wordt de camera na enige tijd* uitgeschakeld
om de batterijen te sparen (pagina 18).
* Als POWER SAVE is ingesteld op ON: circa
90 seconden
Als POWER SAVE is ingesteld op OFF: circa
3 minuten
Als u een onderwerp probeert op te
nemen waarop moeilijk kan worden
scherpgesteld, begint de AE/AFvergrendelingsindicator langzaam te
knipperen.
Bij de volgende onderwerpen kan het
moeilijk zijn de automatische
scherpstelfunctie te gebruiken. Laat in
dat geval de sluiterknop los, probeer
anders te richten en stel opnieuw
scherp.
• Het onderwerp is ver verwijderd van de
camera en donker
• Het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond is zwak
• Er wordt op een onderwerp achter glas,
bijvoorbeeld achter een raam, gericht
• Het onderwerp beweegt snel
• Het onderwerp reflecteert of er is sprake
van een lichtgevend of glimmend
onderwerp
• Een knipperend onderwerp
2048
8/8
REVIEW
100-0029
2002 7 4 10:30PM
, Druk op b (7) op de regeltoets.
Druk licht op de sluiterknop of druk
nogmaals op b (7) op de regeltoets om
naar de opnamestand terug te keren.
Stilstaande beelden opnemen
4
Automatische
scherpstelling
Het beeld wissen dat op het LCDscherm wordt weergegeven
1 Druk op de MENU-toets om het menu
weer te geven.
2 Druk op B op de regeltoets om
[DELETE] te kiezen en druk vervolgens
op de z in het midden.
3 Druk op v op de regeltoets om [OK] te
kiezen en druk vervolgens op de z in het
midden.
Het beeld wordt gewist.
25-NL
De zoomfunctie gebruiken
W (groothoek) T (teleopname)
2048
W
T
2048
4
W
T
4
, Druk op de W-zijde (groothoek)
of de T-zijde (teleopname) van
de zoomtoets om het gewenste
beeldformaat te kiezen en
maak vervolgens de opname.
De minimaal benodigde
afstand om scherp te stellen
op een onderwerp
(Vanaf het einde van de lens als de zoomtoets
op het einde van de W- of de T-zijde is
ingesteld)
DSC-P71
50 cm voor zowel W als T
DSC-P51
8 cm voor W en 50 cm voor T
DSC-P31
10 cm
26-NL
• De lens beweegt als de zoomfunctie wordt
gebruikt (alleen de DSC-P71). Zorg dat u de
lens dan beslist niet aanraakt.
• De zoomfunctie kan niet worden gebruikt als u
films opneemt (pagina 72) (geldt alleen voor de
DSC-P71/P31).
Close-ups opnemen (Macro)
(alleen de DSC-P71)
Digitale zoom
DSC-P71/P51
Als het beeld meer dan 3x keer wordt
vergroot bij de DSC-P71 of meer dan
2x bij de DSC-P51, kunt u met behulp
van de digitale zoomfunctie het beeld
tot maximaal 6x vergroten. Als u
digitale zoom gebruikt, gaat dit ten
koste van de beeldkwaliteit. Stel
daarom [DIGITAL ZOOM] in SET UP
in op [OFF] als u deze functie niet
nodig hebt (pagina 95).
Het digitale zoomgebied bevindt
zich aan de T-zijde van deze lijn
W
T
DSC-P31
De DSC-P31 beschikt niet over een
optische zoomfunctie. Dit toestel
beschikt alleen over een digitale zoom
van 3x. In SET UP bevindt zich geen
item voor digitale zoom.
• Als u de digitale zoomfunctie gebruikt,
kunt u het beeld niet via de zoeker
controleren.
• Als u de digitale zoomfunctie gebruikt,
wordt het kader voor automatische
scherpstelling niet weergegeven.
Gebruik de Macrofunctie als u close-ups
van kleine onderwerpen zoals bloemen en
insecten wilt opnemen. U kunt deze functie
gebruiken voor close-ups van onderwerpen
die zich op maximaal de hieronder
gespecificeerde afstanden bevinden.
Als de zoom op het einde van de Wzijde is ingesteld: 10 cm vanaf het einde
van de lens
Als de zoom op het einde van de Tzijde is ingesteld: 50 cm vanaf het einde
van de lens
De zelfontspanner gebruiken
2048
2048
2048
4
4
, Zet de modusknop op
en
druk op B ( ) op de regeltoets.
(Macro) verschijnt op het LCD-scherm.
• Als het menu wordt weergegeven, druk dan
eerst op de MENU-toets om het menu weg te
halen.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop is ingesteld op SCN (met
uitzondering van de Landschapmodus)
(pagina 32) of op
.
2
, Zorg dat het onderwerp zich in
het midden van het kader
bevindt en neem het beeld op.
Terugkeren naar normale opnamen
Druk nogmaals op B ( ) op de regeltoets.
verdwijnt dan van het LCD-scherm.
• Gebruik het LCD-scherm als u opneemt met de
Macrofunctie. Als u de zoeker gebruikt, kunnen
er verschillen optreden tussen de beeldgrenzen
in de zoeker en de beeldgrenzen van de
daadwerkelijke opname.
1
, Zet de modusknop op
en
druk op V ( ) op de regeltoets.
(Zelfontspanner) verschijnt op het LCDscherm.
• Als het menu wordt weergegeven, druk dan
eerst op de MENU-toets om het menu weg te
halen.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop op SCN of
is ingesteld.
Stilstaande beelden opnemen
1
27-NL
Een flitserstand kiezen
2048
2048
3
4
F5.6
500
2
, Centreer het onderwerp in het
kader en druk de sluiterknop
helemaal naar beneden.
Het lampje van de zelfontspanner (pagina 6
voor de DSC-P71, pagina 8 voor de DSCP51, pagina 10 voor de DSC-P31) knippert
oranje en u hoort een pieptoon. Binnen
ongeveer 10 seconden wordt het beeld
opgenomen.
De zelfontspanfunctie tijdens het
instellen annuleren
Druk nogmaals op V ( ) op de regeltoets.
• Als u recht voor de camera staat en op de
sluiterknop drukt, kan het zijn dat de
scherpstelling en de belichting niet goed
kunnen worden ingesteld.
28-NL
, Stel de modusknop in op
en
druk enkele malen op v ( ) op
de regeltoets om een
flitserstand te kiezen.
De flitserstand heeft de volgende standen.
Geen indicator (Auto): Op grond van de
lichtomstandigheden beslist de camera of er
voldoende licht is en gebruikt zo nodig de
flitser.
(Geforceerde flits): De flitser wordt
gebruikt ongeacht de lichtomstandigheden.
(Geen flits): De flitser wordt niet
gebruikt.
• .Als het menu wordt weergegeven, druk dan
eerst op de MENU-toets om het menu weg te
halen.
• U kunt de helderheid van het flitslicht
veranderen met behulp van [FLASH LEVEL]
in het instelmenu (pagina 91).
• Als de flitser is ingesteld op Auto of
(Geforceerde flits), en u kijkt in een donkere
omgeving naar het LCD-scherm, kan het zijn
dat u enige “ruis” in het beeld ziet. Dit heeft
echter geen invloed op de daadwerkelijke
opname.
• Als de flitser wordt opgeladen, knippert het
oplaadlampje van de flitser. Als het opladen
gereed is, gaat het lampje uit.
• Als u de sluiterknop tot halverwege ingedrukt
houdt terwijl de flitser knippert, gaat het
oplaadlampje van de flitser branden.
Het rode-ogeneffect
verminderen bij opnamen
van levende onderwerpen
Deze extra belichtingsmogelijkheid is
bedoeld om het scherpstellen onder
donkere omstandigheden beter mogelijk
te maken.
Stel [AF ILLUMINATOR] (pagina 95)
in SET UP in op [AUTO]. Als tijdens het
opnemen ON wordt weergegeven,
knippert de AF-belichter automatisch in
de tijd tussen het tot halverwege
indrukken van de sluiterknop en de
vergrendeling van de scherpstelling.
2048
m
• De mate waarin het rode-ogeneffect kan
worden gereduceerd, varieert van individu
tot individu. Verder kunnen de afstand tot
het onderwerp en het feit of het onderwerp
het knipperen van de flitser al dan niet
heeft gezien, van invloed zijn op de
effectiviteit van de reductie van het rodeogeneffect.
6
• Het licht van de AF-belichter kan enigszins
naast het midden van het beeld
terechtkomen, maar zolang het onderwerp
wordt bereikt, zal de camera goed
scherpstellen.
• Bij handmatige scherpstelling wordt de AFbelichter niet geactiveerd.
• Als u opnamen maakt in een van de volgende
Scene Selection-modi (zie pagina 32), treedt
de AF-belichter niet in werking.
– : in de Schemermodus
–
: in de Landschapmodus
• De AF-belichter geeft een helder licht.
Hoewel er geen veiligheidsrisico’s aan zijn
verbonden, mag u bij het maken van
opnamen van dichtbij niet rechtstreeks op
iemands ogen richten.
Stilstaande beelden opnemen
Als de flitser knippert voordat de
opname wordt gemaakt, neemt het
rode-ogeneffect af. Stel [RED EYE
REDUCTION] in SET UP in op [ON]
(pagina 95).
verschijnt op het LCDscherm.
Opnemen met de AFbelichter
ON
• Zelfs als de AF-belichter knippert, kan het
zijn dat de camera niet goed kan
scherpstellen. Dit kan zich voordoen als er
onvoldoende licht op het onderwerp valt of
als het onderwerp een zwak contrast heeft.
De aanbevolen maximale afstand voor deze
functie bedraagt 2,8 m (groothoek) of 1,8 m
(teleopname) voor de DSC-P71, 2,2 m
(groothoek/teleopname) voor de DSC-P51 en
2,5 m voor de DSC-P31.
29-NL
Opnemen via de zoeker
Zoeker
De datum en de tijd op het
beeld weergeven
Als het LCD-schermdisplay is
uitgeschakeld (er worden alleen
waarschuwingsberichten weergegeven)
CAMERA
MOVING IMAGE :
DATE/TIME :
DIGITAL ZOOM :
RED EYE REDUCTION :
AF ILLUMINATOR :
DISPLAY/
LCD ON/
OFF-toets
MPEG MOVIE
OFF
ON
OFF
AUTO
SELECT
r
LCD -schermdisplay is OFF
r
De zoeker kunt u gebruiken om de
batterijen te sparen of wanneer het lastig is
om het beeld via het LCD-scherm te
controleren.
Telkens als u op de DISPLAY/LCD ON/
OFF-toets drukt, verandert het display in
deze volgorde.
30-NL
Schermdisplay is ingesteld op ON
2048
4
F5.6
500
• Zie pagina 101 voor meer informatie over de
weergegeven items.
• Net als bij de AE/AF-vergrendelingsindicator
op het LCD-schermdisplay, kunt u weer
beginnen met opnemen zodra het AE/AFvergrendelingslampje in de zoeker stopt met
knipperen en daarna blijft branden (pagina 24).
• Als het LCD-schermdisplay is uitgeschakeld, is
de digitale zoomfunctie niet beschikbaar
(pagina 26).
• Als u op (Flitserstand),
(Zelfontspanner),
(Macro, DSC-P71) of
(SPOT
METER, DSC-P51/P31) drukt terwijl het LCDschermdisplay is uitgeschakeld, wordt het beeld
gedurende ongeveer 2 seconden op het scherm
weergegeven, zodat u de betreffende
instellingen kunt controleren of wijzigen.
1
, Stel de modusknop in op
SET UP.
Het SET UP-menu wordt weergegeven.
• Als de datum en tijd aan het beeld worden
toegevoegd, kunnen deze later niet meer
worden verwijderd.
• Als u de datum en de tijd aan het beeld tijdens
het opnemen aan beeld wilt toevoegen, worden
de datum- en tijdgegevens niet op het LCDscherm weergegeven. In plaats hiervan wordt
linksboven op het LCD-scherm
weergegeven. De datum en tijd worden
weergegeven als het beeld wordt afgespeeld.
• Als u een datumweergave hebt gekozen, kunt u
het item [Insert the correct date and time]
kiezen (pagina 19). De gegevens worden dan
aan het beeld toegevoegd in de door u gekozen
weergave.
• Het item “DIGITAL ZOOM” wordt niet
weergegeven in het SET UP-scherm van de
DSC-P31 (pagina 26).
CAMERA
CAMERA
MOVING IMAGE : DAY&TIME
DATE
DATE/TIME :
DIGITAL ZOOM : OFF
RED EYE REDUCTION :
AF ILLUMINATOR :
MPEG MOVIE
DAY&TIME
ON
OFF
AUTO
OK
PAGE SELECT
2
, Kies
(CAMERA) met v/V op
de regeltoets en druk op B.
Kies [DATE/TIME] met v/V en
druk op B.
3
, Kies het datumtype dat u wilt
invoeren met v/V op de
regeltoets en druk op de z in
het midden.
DAY & TIME: Hiermee worden de dag en
het tijdstip van de opname aan het beeld
toegevoegd
DATE: Hiermee worden het jaar, de maand
en de dag van de opname aan het beeld
toegevoegd
OFF: Hiermee worden geen datum- of
tijdgegevens aan het beeld toegevoegd
Stilstaande beelden opnemen
MOVING IMAGE :
DATE/TIME :
DIGITAL ZOOM :
RED EYE REDUCTION :
AF ILLUMINATOR :
Als de instellingen zijn verricht, zet dan de
modusknop op
en ga verder met opnemen.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop op SCN is ingesteld.
• De instellingen die u hier invoert, worden
opgeslagen, ook nadat de stroom is uitgeschakeld.
31-NL
Opnamen aanpassen aan de omstandigheden
(SCENE SELECTION)
Schemermodus
Schemer-portretmodus
Landschapmodus
0EV
0EV
SCN
1
Normaal gesproken verricht de camera
automatisch de juiste instellingen
(modusknop:
), maar bij opnamen van
personen in een donkere omgeving of bij
opnamen van landschappen, kiest u een van
onderstaande modi om de kwaliteit van uw
opnamen te verbeteren.
Schemermodus
Als u in situaties met weinig licht de
Schemermodus gebruikt, kunt u toch goede
beelden opnemen. Maar aangezien in deze
modus gebruik wordt gemaakt van een
tragere sluitersnelheid, raden we u aan een
statief te gebruiken.
• U kunt in deze modus geen flitser gebruiken.
32-NL
Schemer-portretmodus
Gebruik deze modus als u bij nacht opnamen
maakt met mensen op de voorgrond.
Aangezien in deze modus gebruik wordt
gemaakt van een trage sluitersnelheid,
raden we u aan een statief te gebruiken.
• Hiermee kunt u mensen op de voorgrond met
duidelijke contouren opnemen zonder dat dit
ten koste gaat van het gevoel dat het om een
nachtelijke opname gaat.
• De flitser knippert automatisch.
Landschapmodus
In deze modus wordt er scherpgesteld op
verafgelegen onderwerpen. Daarom is deze
modus bij uitstek geschikt voor het van
afstand opnemen van landschappen.
• In deze modus kunt u de Macrostand niet
gebruiken.
EV
WB
MENU-toets
, Zet de modusknop op SCN en
druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
NR-stand voor lange
sluitertijden
WB
2
, Kies [SCN] met b/B op de
regeltoets.
•
(SPOT METER) wordt niet weergegeven
op het menu van de DSC-P51/P31 (pagina 59).
SCN
WB
3
, Kies de gewenste modus met
v/V op de regeltoets.
De door u gewenste modus wordt ingesteld.
Druk op de MENU-toets als de instelling is
voltooid. Het menu verdwijnt van het
scherm.
• Als u de keuze van een Scene Selection-modus
wilt annuleren, zet dan de modusknop op een
andere stand dan SCN.
• De instellingen die u hier invoert, worden
opgeslagen, ook nadat de stroom is
uitgeschakeld.
De NR-stand voor lange sluitertijden
zorgt ervoor dat beeldruis wordt
verwijderd, zodat u een heldere
opname krijgt. Om bewegende beelden
te voorkomen, raden we u het gebruik
van een statief aan.
F5.6
NR2”
Stilstaande beelden opnemen
SCN
Als in de Schemermodus of de in de
Schemer-portretmodus de sluitertijd
langer wordt dan 1/2 seconde, wordt
“NR” weergeven vóór de indicatie van
de sluitertijd. De camera gaat dan
automatisch over op de NR-stand voor
lange sluitertijden.
Druk de sluiterknop
geheel naar beneden.
r
CAPTURING
Het scherm gaat uit.
r
PROCESSING
Als “PROCESSING”
verdwijnt, is het beeld
opgenomen.
33-NL
Stilstaande beelden weergeven
Beelden weergeven op het LCD-scherm
van de camera
Enkelvoudig scherm
(enkelvoudige beelden)
640
Indexscherm
(negen beelden)
Indexscherm
(drie beelden)
2002 7 4 10:30PM
FILE BACK/NEXT
640
8/8
8/8
APERTURE VALUE :
SHUTTER SPEED :
EXPOSURE VALUE :
ISO :
100-0028
Weergeven via het
enkelvoudig scherm
• SINGLE DISPLAY
100-0028
F5.6
1/500
0.0
100
100-0028
2002 7 4 10:30PM
FILE BACK/NEXT
2002 7 4 10:30PM
• SINGLE DISPLAY
1
U kunt de beelden die u met deze camera
opneemt, vrijwel direct bekijken op het
LCD-scherm. Bij deze camera kunt u op de
volgende drie manieren uw beelden
weergeven.
Enkelvoudig scherm (enkelvoudige
beelden)
U kunt één beeld tegelijkertijd bekijken. Dit
beeld vult het volledige scherm.
Indexscherm (negen beelden)
Er worden negen afzonderlijke beelden
tegelijkertijd op het scherm weergegeven.
Indexscherm (drie beelden)
Er worden drie afzonderlijke beelden
tegelijkertijd op het scherm weergegeven.
Verder worden er verschillende gegevens
over het beeld getoond.
34-NL
• Zie pagina 73 voor films.
• Zie pagina 103 voor informatie over de diverse
weergegeven symbolen.
, Zet de modusknop op
de camera aan.
Het laatst opgenomen beeld wordt
weergegeven.
en zet
Indexscherm weergeven
(negen of drie beelden)
640
8/8
APERTURE VALUE :
SHUTTER SPEED :
EXPOSURE VALUE :
ISO :
100-0029
2002 7 4 10:30PM
FILE BACK/NEXT
• SINGLE DISPLAY
100-0028
F5.6
1/500
0.0
100
2002 7 4 10:30PM
• SINGLE DISPLAY
, Kies een stilstaand beeld met
b/B op de regeltoets.
, Druk eenmaal op de Wzoomtoets.
, Druk nogmaals op de Wzoomtoets.
b : Hiermee wordt het vorige beeld
weergegeven.
B : Hiermee wordt het volgende beeld
weergegeven.
Het display schakelt over op het
indexscherm (negen beelden).
Het display schakelt over op het
indexscherm (drie beelden).
Als u op v/V op de regeltoets drukt,
worden de overige beeldgegevens
weergegeven.
Het vorige (volgende) indexscherm
weergeven
Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het
gele kader respectievelijk naar boven, naar
beneden, naar links of naar rechts te
verplaatsen.
Stilstaande beelden weergeven
2
Het vorige (volgende) indexscherm
weergeven
Druk op b/B op de regeltoets.
Terugkeren naar het scherm voor
enkelvoudige beelden
Druk enkele malen op de T-zoomtoets of
druk op de z in het midden van de
regeltoets.
35-NL
Beelden weergeven op een tv-scherm
640
8/8
VIDEO OUT-aansluiting
100-0028
2002 7 4 10:30PM
FILE BACK/NEXT
1
Videoverbindingskabel
(meegeleverd)
, Verbind de VIDEO OUTuitgang van de camera via de
videoverbindingskabel met het
tv-toestel.
• Sluit de videokabel pas aan op de camera en de
tv als beide toestellen zijn uitgeschakeld.
36-NL
2
Tv/video-wisselschakelaar
, Zet de tv aan en zet de tv/videowisselschakelaar van de tv op
“Video”.
• De naam en de positie van deze schakelaar
kunnen per tv verschillen.
3
, Zet de modusknop op
de camera aan.
en zet
Druk op b/B op de regeltoets om een beeld
te selecteren.
• Als u deze functie gebruikt, kan het nodig zijn
om het video-uitgangssignaal te wijzigen zodat
deze overeenkomt het kleurensysteem van uw
tv (zie pagina 96).
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen
2048
100-0028
2048
8/8
DELETE PROTECT
2002 7 4 10:30PM
PRINT
8/ 8
SLIDE
OK
FILE BACK/NEXT
MENUtoets
1
, Zet de modusknop op
en zet
de camera aan. Druk op b/B op
de regeltoets om het beeld te
selecteren dat u wilt wissen.
2
, Druk op de MENU-toets en
druk daarna op b/B op de
regeltoets om [DELETE] te
kiezen en druk vervolgens op
de z in het midden.
Op dit moment is het beeld nog niet gewist.
Stilstaande beelden wissen
Een beeld op tv weergeven
Als u een opgenomen beeld op een tvscherm wilt weergeven, hebt u een tv
nodig met een video-ingang en een
videokabel.
Het kleurensysteem van de tv dient
overeen te komen met dat van de
digitale fotocamera. Aan de hand van
de volgende lijst kunt u dit nagaan:
NTSC-systeem
De Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, de Filippijnen,
Jamaica, Japan, Korea, Mexico, MiddenAmerika, Peru, Suriname, Taiwan,
Venezuela, Verenigde Staten enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongkong, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, NieuwZeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana,
Hongarije, Iran, Irak, Monaco,
Oekraïne, Polen, Rusland enz.
37-NL
Beelden wissen (vervolg)
2048
Wissen via het indexscherm (negen beelden)
8/8
DELETE
O K
CANCEL
DELETE PROTECT PRINT
DELETE
OK
CANCEL
SELECT
ALL
MENUtoets
3
, Kies [OK] met v op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
“MEMORY STICK ACCESS” verschijnt
op het scherm. Als deze melding verdwijnt,
is het beeld gewist.
Het wissen annuleren
Druk op V op de regeltoets om [CANCEL]
te kiezen en druk vervolgens op de z in het
midden.
38-NL
1
, Druk op de MENU-toets terwijl
het indexscherm (negen
beelden) wordt weergegeven
(pagina 35). Kies daarna
[DELETE] met b/B op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
2
, Kies [SELECT] met b/B op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
Alle beelden wissen
Kies [ALL] met b/B op de regeltoets en
druk vervolgens op de z in het midden.
Kies nogmaals [OK] en druk op de z in het
midden. Als u het wissen wilt annuleren,
kiest u [EXIT] en drukt u vervolgens op de
z in het midden.
Wissen via het indexscherm
(drie beelden)
APERTURE VALUE :
SHUTTER SPEED :
EXPOSURE VALUE :
ISO :
• SET
100-0028
MENU TO NEXT
EXIT
4
, Selecteer het beeld dat u wilt
wissen met v/V/b/B op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
, Druk op de MENU-toets en kies
[OK] met b/B op de regeltoets
en druk vervolgens op de z in
het midden.
De wismarkering (Wissen) verschijnt op
het geselecteerde beeld. Op dit moment is
het beeld nog niet gewist. Plaats de
wismarkering
(Wissen) op alle beelden
die u wilt wissen.
Als “MEMORY STICK ACCESS”
verdwijnt, zijn de beelden gewist.
• Druk nogmaals op de z in het midden als u uw
selectie wilt annuleren.
• SINGLE DISPLAY
OK
Het wissen annuleren
Druk op b op de regeltoets om [EXIT] te
kiezen en druk vervolgens op de z in het
midden.
2002 7 4 10:30PM
1
, Als het indexscherm (drie
beelden) (pagina 35) wordt
weergegeven, verplaatst u het
beeld dat u wilt wissen naar het
midden met b/B op de
regeltoets.
Stilstaande beelden wissen
3
DELETE
F5.6
1/500
0.0
100
39-NL
Wissen via het indexscherm
(drie beelden) (vervolg)
DELETE
PRINT
100-0028
• OK
PROTECT
O K
DELETE
CANCEL
100-0028
2002 7 4 10:30PM
• OK
2002 7 4 10:30PM
MENUtoets
2
, Druk op de MENU-toets en kies
[DELETE] met V op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
Op dit moment is het beeld nog niet gewist.
3
, Kies [OK] met v op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
Als “MEMORY STICK ACCESS”
verdwijnt, is het beeld gewist.
Het wissen annuleren
Druk op V op de regeltoets om [CANCEL]
te kiezen en druk vervolgens op de z in het
midden.
40-NL
Een “Memory Stick” formatteren
SETUP 1
FORMAT :
FILE NUMBER :
/LANGUAGE :
CLOCK SET :
FORMAT
OK
CANCEL
ALL DATA WILL BE ERASED
READY?
OK
CANCEL
OK
OK
, Plaats de “Memory Stick” die u
wilt formatteren in de camera.
Zet de modusknop op SET UP
en zet de camera aan.
• De term “formatteren” houdt in dat een
“Memory Stick” wordt voorbereid voor het
opnemen van beelden. Dit proces wordt ook
wel “initialiseren” genoemd. De “Memory
Stick” die met deze camera is meegeleverd en
ook die in de handel verkrijgbaar zijn, zijn
reeds geformatteerd en kunnen dus meteen
worden gebruikt. Als u een “Memory
Stick” formatteert, denk er dan aan dat
alle beelden die op de “Memory Stick”
zijn opgeslagen, definitief worden
gewist.
2
, Kies
(SETUP 1) met v/V op
de regeltoets en kies
[FORMAT] door op B te
drukken. Druk daarna op B,
kies [OK] met v/V en druk
vervolgens op de z in het
midden.
3
, Kies [OK] met v/V op de
regeltoets en druk vervolgens
op de z in het midden.
De melding “FORMATTING” verschijnt.
Als deze melding verdwijnt, is het
formatteren voltooid.
Stilstaande beelden wissen
1
Het formatteren annuleren
Kies [CANCEL] met V op de regeltoets en
druk vervolgens op de z in het midden.
41-NL
Stilstaande beelden naar uw computer kopiëren
Stilstaande beelden naar uw computer kopiëren
Volg onderstaande stappen om de beelden
die u hebt opgenomen, naar uw computer te
kopiëren.
De stappen die van toepassing
zijn op uw besturingssysteem
Besturingssysteem
Stappen
Windows 98/98SE/2000/ Stap 1 t/m 5
Me
(pagina 43 t/m 51)
Windows XP
Stap 2 t/m 5
(pagina 44, 45 en
47 t/m 51)
Mac OS 8.5.1/8.6/
Pagina 52
9.0/9.1/9.2,
Mac OS X (v10.0/v10.1)
• Bij sommige besturingssystemen kunt u stap 1
overslaan.
• Als u het USB-stuurprogramma hebt
geïnstalleerd, kunt u stap 1 overslaan.
Aanbevolen computersysteem
Aanbevolen Windows-omgeving
42-NL
Besturingssysteem:
Microsoft Windows 98, Windows
98SE, Windows 2000 Professional,
Windows XP Home Edition,
Windows Millennium Edition of
Windows XP Professional
Voor een juiste werking dient u een
voorgeïnstalleerd besturingssysteem
te gebruiken en geen geüpdate versie.
Voor besturingssystemen die
hierboven niet staan vermeld, kunnen
we een juiste werking niet garanderen.
Processor:
MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-aansluiting:
Standaard aanwezig
Beeldscherm:
Resolutie van 800×600 dots of hoger,
hoge kleuren (16-bits kleur, 65 000
kleuren) of meer
Aanbevolen Macintosh-omgeving
Besturingssysteem:
Mac OS 8.5.1, 8.6, 9.0, 9.1, 9.2 of
Mac OS X(v10.0/v10.1)
Voor een juiste werking dient u een
voorgeïnstalleerd besturingssysteem
te gebruiken. Bij de volgende
modellen moet u uw
besturingssystemen updaten naar
Mac OS 9.0 of 9.1.
– iMac met een voorgeïnstalleerde
versie van Mac OS 8.6 en een CDROM-station met sleuflade
– iBook of Power Mac G4 met een
voorgeïnstalleerde Mac OS 8.6
USB-aansluiting:
Standaard aanwezig
Beeldscherm:
Resolutie van 800×600 dots of hoger,
32 000 kleuren of hoger
• Als u meerdere USB-apparaten tegelijkertijd op
uw computer aansluit, kan het zijn dat sommige
van deze USB-apparaten, inclusief uw camera,
niet meer werken.
• Als u een USB-hub gebruikt, wordt een
correcte werking niet gegarandeerd.
• Voor alle hierboven genoemde omgevingen
wordt een probleemloze werking niet
gegarandeerd.
USB-stand
Voor een USB-aansluiting zijn er twee
modi beschikbaar: [NORMAL] en [PTP].
Bij aflevering is de [NORMAL]-modus
actief. In deze paragraaf wordt de USBverbinding op basis van de [NORMAL]modus beschreven.
Communicatie met de
computer (alleen voor
Windows-gebruikers)
Als u de computer uit de wachtstand haalt,
kan het gebeuren dat de communicatie
tussen de camera en de computer niet wordt
hersteld.
Als uw computer niet beschikt
over een USB-aansluiting
Als uw computer niet beschikt over een
USB-aansluiting en ook niet over een
“Memory Stick”-sleuf, kunt u de beelden
met behulp van een apart verkrijgbaar
apparaat kopiëren. Raadpleeg de Sonywebsite voor meer informatie.
1 Het USB-stuurprogramma installeren
Klik hier
Beginvenster
1
Sluit de camera op dit moment nog niet aan
op de computer.
, Klik op [USB Driver] in het
beginvenster.
Het “InstallShield wizard”-venster
verschijnt.
Het beginvenster verschijnt. Als het
beginvenster niet verschijnt, dubbelklik dan
achtereenvolgens op (My Computer) t
(ImageMixer).
• Als voorbeeld wordt in deze paragraaf
beschreven hoe u een USB-verbinding tot stand
brengt bij Windows Me. Bij andere
besturingssystemen kan de procedure enigszins
afwijken.
• Sluit alle overige toepassingen af
voordat u het stuurprogramma
installeert.
• Als u Windows 2000 gebruikt, moet u zich
aanmelden als Beheerder.
• Stel het beeldscherm in op 800×600 dots of
hoger en op hoge kleuren (16-bits kleur, 65 000
kleuren) of meer. Als het beeldscherm wordt
ingesteld op minder dan 800×600 dots en 256
kleuren, wordt het installatievenster niet
weergegeven.
3
Klik hier
, Klik op [Next]. Klik op [Next]
als het [Information]-venster
verschijnt.
De installatie van het USB-stuurprogramma
begint. Als de installatie is voltooid, wordt
u via het venster hiervan op de hoogte
gesteld. Verwijder vervolgens de CDROM.
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren
, Zet de computer aan en plaats
de meegeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station.
2
43-NL
2 Uw camera voorbereiden
“Memory
Stick”
Naar een
stopcontact
(netspanning) 3
1
1
AC-adapter 2
4
2
, Klik op [Yes, I want to restart
my computer now] en
vervolgens op [Finish].
De computer wordt opnieuw opgestart.
Vervolgens kunt u de USB-verbinding tot
stand brengen.
• Met de “PIXELA ImageMixer for Sony”software kunt u beelden naar de computer
kopiëren. Klik op “PIXELA ImageMixer” in
het volgende venster om deze software te
installeren en volg de aanwijzingen op elk
venster.
• Zorg dat u DirectX installeert als u de
“PIXELA ImageMixer for Sony”-software
gebruikt. Klik op [DirectX] en volg de
aanwijzingen op de vensters. Als de installatie
is voltooid, wordt de computer opnieuw
opgestart.
44-NL
1
, Plaats de “Memory Stick” met
de te kopiëren beelden in de
camera. Sluit de AC-adapter
(niet meegeleverd) aan op de
camera en steek de adapter in
een stopcontact (netspanning).
• Zie pagina 21 voor meer informatie over de
“Memory Stick”.
• Zie pagina 17 voor meer informatie over de
AC-adapter.
2
, Zet uw computer en uw camera
aan.
3 De camera op de computer aansluiten
USB MODE
NORMAL
aaaa
De USB-kabel van de
computer loskoppelen of de
“Memory Stick” uit de
camera verwijderen tijdens
een USB-verbinding
Voor gebruikers van Windows
2000, Me of XP
1
• Als u een bureaucomputer gebruikt, sluit dan de
USB-kabel aan op de USB-aansluiting aan de
achterzijde van de computer.
• Als u Windows XP gebruikt, verschijnt
automatisch de kopieerwizard op het
bureaublad. Ga verder op pagina 47.
“USB MODE NORMAL” verschijnt op het
LCD-scherm van de camera. Als de USBverbinding voor het eerst tot stand wordt
gebracht, activeert de computer
automatisch het programma voor het
herkennen van de camera. Wacht enige tijd.
• Als “USB MODE NORMAL” niet verschijnt,
controleer dan of [USB CONNECT] in de SET
UP-instellingen is ingesteld op [NORMAL]
(pagina 96).
1 Dubbelklik op
op de taakbalk.
2 Klik op
(Sony DSC) en
vervolgens op [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat in
het venster wordt weergegeven en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
Windows XP-gebruikers kunnen
deze stap overslaan.
5 Koppel nu de USB-kabel los of
verwijder de “Memory Stick”.
Voor gebruikers van Windows 98
of 98SE
Voer alleen stap 5 hierboven uit.
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren
, Open het afdekkapje van de
aansluitingen en sluit de
meegeleverde USB-kabel aan
op uw camera. Sluit daarna het
andere uiteinde van de USBkabel aan op de computer.
2
45-NL
4 Beelden kopiëren
1
, Dubbelklik op [My Computer]
en vervolgens op [Removable
Disk].
Nu verschijnt de inhoud van de “Memory
Stick” die in de camera is geplaatst.
• In deze paragraaf gebruiken we als voorbeeld
het kopiëren van beelden naar de map “My
Documents”.
• Als u Windows XP gebruikt, kijk dan op pagina
47 t/m 49.
• Kijk op de volgende pagina als het “Removable
Disk”-pictogram niet verschijnt.
• Met de “PIXELA ImageMixer for Sony”software kunt u beelden naar de computer
kopiëren. Raadpleeg de helpbestanden van deze
software voor meer informatie.
46-NL
2
3
, Dubbelklik op [DCIM] en
vervolgens op [100MSDCF].
, Sleep de beeldbestanden naar
de map “My Documents”.
De map “100MSDCF” wordt geopend.
De beeldbestanden worden gekopieerd naar
de map “My Documents”.
• De map “100MSDCF” bevat de
beeldbestanden die u met uw camera hebt
opgenomen.
• De mapnamen variëren al naar gelang het type
beeldbestanden dat ze bevatten (pagina 49).
• Als u een beeldbestand probeert te kopiëren
naar een map waarin zich reeds een bestand
met dezelfde naam bevindt, wordt van u een
bevestiging gevraagd of het betreffende bestand
moet worden overschreven. Als u het bestaande
bestand inderdaad wilt overschrijven, klikt u op
[Yes]. Als u het bestand niet wilt overschrijven,
klikt u op [No]. Vervolgens wijzigt u de
bestandsnaam.
Als er geen “Removable
Disk”-pictogram wordt
getoond
Probeer het USB-stuurprogramma
nogmaals te installeren vanaf de
meegeleverde CD-ROM (pagina 43).
1
2
1
, Klik op het venster [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
en klik vervolgens op [OK].
Het “Scanner and Camera Wizard”-venster
verschijnt.
• Als u de stappen op pagina 45 volgt, verschijnt
de kopieerwizard op het bureaublad van de
computer.
2
Klik hier
, Klik op [Next].
De beelden die op de “Memory Stick” zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren
1 Klik met de rechtermuisknop op
[My Computer] en klik vervolgens
op [Property].
Het “System Property”-venster
verschijnt.
2 Geef aan of er reeds andere
apparaten zijn geïnstalleerd.
1 Klik op [Device Manager].
2 Dubbelklik op [ Other
Devices].
3 Controleer of er een “ Sony
DSC” of een “ Sony
Handycam” met -markering
aanwezig is.
3 Mocht een van de genoemde
apparaten aanwezig zijn, volgt u
onderstaande stappen om deze te
verwijderen.
1 Klik op [ Sony DSC] of [
Sony Handycam].
2 Klik op [Delete].
Het “Device deletion
confirmation”-venster verschijnt.
3 Klik op [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Beelden kopiëren
47-NL
4Beelden kopiëren
(vervolg)
1
1
1
2
3
, Klik op
om de markering te
verwijderen van beelden die u
niet naar de computer wilt
kopiëren. Klik vervolgens op
[Next].
Het “Picture Name and Destination”venster verschijnt.
2
4
, Voer de namen van de te
kopiëren beeldbestanden en
de doelmap in en klik
vervolgens op [Next].
Het kopiëren van de beelden begint. Als
deze taak is voltooid, verschijnt het “Other
Options”-venster.
• Kopieer de beelden naar de map “My
Documents”.
48-NL
5
2
, Klik op [Nothing. I’m finished
working with these pictures] en
vervolgens op [Next].
Het “Completing the Scanner and Camera
Wizard”-venster verschijnt.
De manier waarop beeldbestanden worden opgeslagen
Afhankelijk van de gebruikte opnamestand,
worden de beeldbestanden die met de
camera zijn opgenomen, in verschillende
mappen op de “Memory Stick” opgeslagen.
Voorbeeld: als u de mappen weergeeft
in Windows Me
6
Klik hier
Het wizardvenster wordt afgesloten.
• Als u wilt doorgaan met het kopiëren van
andere beeldbestanden, koppel de USB-kabel
dan eenmaal los en sluit deze daarna weer aan.
Volg daarna de procedure vanaf stap 1.
Map met bestanden van stilstaande beelden,
Clip Motion-beelden en Multi Burst-beelden
Map met E-mail-beeldbestanden
Map met filmbestanden
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren
, Klik op [Finish].
49-NL
De manier waarop beeldbestanden worden opgeslagen (vervolg)
Map
Bestandsnaam
De inhoud van het bestand
100MSDCF
DSC0ssss.JPG
• Normaal opgenomen stilstaande beelden
• Stilstaande beelden, opgenomen in de
– E-MAIL-stand (pagina 63)
– Multi Burst-stand (pagina 62)
CLP0ssss.GIF
• Clip Motion-bestanden, opgenomen in de NORMAL-stand (pagina 60)
CLP0ssss.THM
• Indexbeeldbestanden van Clip Motion-bestanden opgenomen in de NORMAL-stand
MBL0ssss.GIF
• Clip Motion-bestanden, opgenomen in de MOBILE-stand (pagina 60)
MBL0ssss.THM
• Indexbeeldbestanden van Clip Motion-bestanden opgenomen in de MOBILE-stand
IMCIF100
DSC0ssss.JPG
• Miniatuurbeeldbestanden opgenomen in de E-MAIL-stand (pagina 63)
MOML0001
MOV0ssss.MPG
• Normaal opgenomen filmbestanden (pagina 72)
Opmerking over de tabel
• De betekenis van de bestandsnamen wordt hierboven beschreven.
ssss staat voor elk mogelijk getal binnen het bereik van 0001 t/m 9999.
• Bij de volgende bestanden is het numerieke deel van de bestandsnamen identiek.
– Een miniatuurbeeldbestand opgenomen in de E-MAIL-stand en het bijbehorende beeldbestand
– Een beeldbestand opgenomen met Clip Motion en het bijbehorende indexbeeldbestand
50-NL
5 Beelden weergeven op een computer
1
2
, Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
De map “My Documents” wordt geopend.
Het beeldbestand wordt geopend.
• In deze paragraaf gaan we ervan uit dat u de
stappen voor het kopiëren van beelden naar de
map “My Documents” op pagina 46 en 47 hebt
gevolgd.
• Als u Windows XP gebruikt, klikt u
achtereenvolgens op [Start]t[My
Documents].
• Met de “PIXELA ImageMixer for Sony”software kunt u beelden op de computer
weergeven. Raadpleeg de helpbestanden van
deze software voor meer informatie.
Stilstaande beelden naar uw computer
kopiëren
, Dubbelklik op [My Documents]
op het bureaublad.
51-NL
Voor Macintosh-gebruikers
Volg hieronder de stappen die horen bij het
besturingssysteem dat u gebruikt.
Besturingssysteem
Stappen
Mac OS 8.5.1/8.6/9.0
Stap 1 t/m
5
Mac OS 9.1/9.2/
Mac OS X(v10.0/v10.1)
Stap 2 t/m
5
Stel het beeldscherm in op 800×600 dots of
hoger en op 32 000 kleuren of hoger.
1 Het USB-stuurprogramma
installeren
(Alleen voor gebruikers van Mac OS
8.5.1, 8.6 of 9.0)
1 Zet de computer aan en plaats de
meegeleverde CD-ROM in het CDROM-station.
Het “PIXELA ImageMixer”-venster
verschijnt.
52-NL
2 Dubbelklik op
(Setup Menu).
3 Klik op
(USB Driver).
Het “USB Driver”-venster verschijnt.
4 Dubbelklik op het pictogram van de vaste
schijf waarop het besturingssysteem
staat, om het venster te openen.
5 Sleep de volgende twee bestanden vanaf
het venster dat u in stap 3 hebt geopend,
naar het pictogram System Folder in het
venster dat u in stap 4 hebt geopend.
• Sony USB Driver
• Sony USB Shim
6 Als de melding “Do you want to put
these items into Extension Folder?”
wordt weergegeven, klikt u op [OK].
7 Start de computer opnieuw op.
2 Uw camera voorbereiden
Zie pagina 44 voor meer informatie.
3 De camera op de computer
aansluiten
Zie pagina 45 voor meer informatie.
De USB-kabel van de computer
loskoppelen of de “Memory Stick” uit
de camera verwijderen tijdens een
USB-verbinding.
Sleep het stationspictogram van de
“Memory Stick” naar het “Trash”pictogram en koppel vervolgens de USBkabel los of verwijder de “Memory Stick”.
* Als u Mac OS X gebruikt, verwijder dan de
USB-kabel e.d. pas nadat u de computer hebt
uitgeschakeld.
4 Beelden kopiëren
1 Dubbelklik op het nieuwe pictogram op
het bureaublad.
Nu verschijnt de inhoud van de
“Memory Stick” die in de camera is
geplaatst.
2 Dubbelklik op [DCIM].
3 Dubbelklik op [100MSDCF].
4 Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf.
De beeldbestanden worden naar de vaste
schijf gekopieerd.
5 Beelden weergeven op een
computer
1 Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand in de map met de
gekopieerde bestanden.
Het beeldbestand wordt geopend.
• Met de “PIXELA ImageMixer for Sony”software kunt u beelden naar de computer
kopiëren en op de computer weergeven. Om de
software te installeren, moet u de meegeleverde
CD-ROM in het CD-ROM-station plaatsen.
Vervolgens klikt u op het installatiepictogram
en selecteert u de gewenste taal onder
“PIXELA ImageMixer” op het
openingsvenster. Daarna volgt u de
aanwijzingen in de vervolgvensters. Raadpleeg
de helpbestanden van deze software voor meer
informatie.
Voordat u met geavanceerde bedieningsmogelijkheden begint
De camera instellen
en bedienen
b Kies het instellingsitem dat u
wilt wijzigen met v/V/b/B op
de regeltoets.
∞
7.0m
3.0m
1.0m
0.5m
CENTER AF
MULTI AF
Hier leggen we de meest gebruikte menu’s
en het SET UP-scherm uit.
FOCUS
WB
ISO
Het kader van het item dat u hebt
gekozen wordt nu groen.
Regeltoets
SETUP 2
MENU-toets
Modusknop
Het kader van de gekozen instelling
wordt nu geel en de instelling wordt
vastgelegd.
•
a Druk op de MENU-toets en het
menu wordt weergegeven.
0EV
0EV
EV
WB
ISO
b Kies het instellingsitem dat u
wilt wijzigen met b/B op de
regeltoets.
De letters en symbolen van het
gekozen item worden nu geel.
(SPOT METER) wordt niet weergegeven
op het menu van de DSC-P51/P31 (pagina 59).
Het menuscherm uitschakelen
Druk op de MENU-toets.
Items in het SET UP-scherm
wijzigen
a Zet de modusknop op SET UP.
Hierna verschijnt het SET UPscherm.
CAMERA
MOVING IMAGE :
DATE/TIME :
DIGITAL ZOOM :
RED EYE REDUCTION :
AF ILLUMINATOR :
MPEG MOVIE
OFF
ON
OFF
AUTO
SHUTTER
ON
OFF
OK
c Druk op de z in het midden
van de regeltoets om de
instelling vast te leggen.
• Op de DSC-P31 worden de items “DIGITAL
ZOOM” (pagina 26) en “POWER SAVE”
(pagina 14) niet weergegeven. Bij de DSC-P51/
P31 wordt het “POWER SAVE”-item
(pagina 14) niet weergegeven.
Het SET UP-schermdisplay
uitschakelen
Stel de modusknop in op een ander item dan
SET UP.
Voordat u met geavanceerde
Menu-instellingen wijzigen
LCD BRIGHTNESS :
LCD BACKLIGHT :
BEEP :
VIDEO OUT :
USB CONNECT :
POWER SAVE :
c Kies de gewenste instelling
met v/V op de regeltoets.
SELECT
53-NL
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
De huidige belichtingswaarde wordt
weergegeven.
De belichting
instellen
0EV
– EV-regeling
Modusknop:
/SCN/
0EV
Dit wordt gebruikt als u de belichting zelf
wilt instellen en geen gebruik wilt maken
van de automatische belichting. U kunt
waarden instellen van +2.0EV tot –2.0EV
in stappen van 1/3EV.
EV
WB
ISO
d Kies de gewenste
belichtingswaarde.
Kies de belichtingswaarde met v/V.
Stel een waarde in terwijl u de
helderheid van de achtergrond van het
onderwerp controleert op het LCDscherm.
Regeltoets
MENU-toets
Modusknop
Terugkeren naar de
automatische
belichtingsinstelling
Opnametechnieken
Normaal gesproken kiest de camera
automatisch de juiste belichtingsinstelling. Als
het beeld dat u wilt opnemen kenmerken
vertoont van onderstaand beeld, dient u
handmatig in te stellen. Als u iemand opneemt
die zich voor een lichtbron bevindt of in een
sneeuwomgeving, stel dan de belichting bij in
de richting van de +. Als u te maken hebt met
een beeldvullend donker onderwerp, krijgt u
het beste resultaat als u de belichting bijstelt in
de richting van de –.
Onvoldoende belicht
t Bijstellen in de richting van de +
Breng de belichtingswaarde terug naar 0
EV.
a Stel de modusknop in op
SCN of .
b Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
c Kies
(EV) met b/B.
,
•
(SPOT METER) wordt niet
weergegeven op het menu van de DSCP51/P31 (pagina 59).
• Als het onderwerp zich op het helderste
of donkerste uiteinde van het bereik
bevindt, of wanneer u de flitser gebruikt,
kan de door u ingestelde waarde in de
praktijk niet altijd worden gerealiseerd.
Goed belicht
Overbelicht t Bijstellen in de
richting van de –
54-NL
De kleurtonen
instellen
– WHITE BALANCE
Modusknop:
/SCN/
Als u beelden opneemt met automatische
opname-instellingen, wordt de witbalans
automatisch aangepast aan de toestand van
het onderwerp en ook de algehele
kleurbalans wordt op basis hiervan
ingeregeld. Als u de
opnameomstandigheden waarin het beeld is
stilgezet wilt vastleggen of wanneer u
opnamen verricht onder bijzondere
lichtomstandigheden, kunt u ervoor kiezen
de instellingen handmatig in te voeren.
Tl-verlichting ( )
Wordt gebruikt als u opnamen maakt bij tllampen.
Terugkeren naar de
automatische instellingen
Gloeilampen ( )
• Wordt gebruikt als u opnamen maakt met
sterk veranderlijke lichtomstandigheden,
bijvoorbeeld tijdens een feest
• Wordt gebruikt in een studio, onder
videolampen
• Wordt gebruikt als u opneemt bij
natrium- of kwiklampen
• Zelfs als u de stand voor tl-verlichting kiest,
kunt u bij knipperende tl-lampen het gevoel
krijgen dat de kleuren van het beeld afwijken
van de werkelijke kleuren.
• Als de flitser wordt geactiveerd, worden de
handmatige instellingen geannuleerd en wordt
het beeld opgenomen in de “AUTO”-stand.
Opnametechnieken
Regeltoets
MENU-toets
Modusknop
Bewolkt ( )
Wordt gebruikt als u opnamen maakt onder
een bewolkte hemel.
a Stel de modusknop in op
SCN of .
,
b Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
c Kies [WB] (WHITE BAL) met b/
B en kies vervolgens de
gewenste instelling met v/V.
De kleuren die worden vastgelegd variëren
al naar gelang de lichtomstandigheden.
Onder een heldere zomerzon wordt alles
blauwachtig, en onder lichtbronnen zoals
gloeilampen worden witte objecten
roodachtig. Het menselijk oog is uitstekend
in staat om zich hieraan aan te passen. Zelfs
onder wisselende lichtomstandigheden kan
het oog zich aanpassen, zodat vrijwel
onmiddellijk de juiste kleur wordt
waargenomen. Digitale camera’s hebben
echter meer moeite om zich aan de
lichtomstandigheden aan te passen. Normaal
gesproken stelt de camera zich automatisch
in. Als u echter de indruk hebt dat de kleur
van het gehele beeld tijdens de weergave op
het LCD-scherm enigszins onnatuurlijk
overkomt, raden we u aan de witbalans aan
te passen.
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
AUTO (geen indicatie)
De witbalans wordt automatisch ingesteld.
Daglicht ( )
Deze instelling wordt gebruikt bij
buitenopnamen, nachtelijke opnamen, bij
neonlampen, en voor vuurwerk,
zonsopgangen en zonsondergangen.
Kies [AUTO] in stap 3.
55-NL
Een methode voor
scherpstellen kiezen
– MULTI AF/CENTER AF
Modusknop:
/SCN/
Multipoint AF
Als u Multipoint AF gebruikt, wordt de
afstand tot drie verschillende plaatsen
bepaald: in het midden van het beeld en
zowel links als recht van het midden. Met
deze functie kunt u automatisch
scherpstellen zonder dat u hoeft te letten op
de compositie van het beeld. Deze functie
komt van pas wanneer het moeilijk is om
scherp te stellen vanwege het feit dat het
onderwerp zich niet in het midden van het
kader bevindt.
Center AF
Met behulp van de AF-bereikzoeker kunt u
automatisch scherpstellen op het midden
van het kader.
Regeltoets
MENU-toets
Modusknop
56-NL
a Stel de modusknop in op
SCN of .
,
b Druk op de MENU-toets.
c Kies 9 (FOCUS) met b/B, kies
[MULTI AF] of [CENTER AF]
met v/V.
Het scherpte wordt automatisch ingesteld.
De kleur van het kader voor de AFbereikzoeker verandert van wit naar groen.
Multipoint AF
2048
4
Center AF
2048
4
• Als u films opneemt (MPEG MOVIE) en u
kiest Multipoint AF, wordt gewerkt met de
gemiddelde afstand tot het midden van het
scherm, zodat de AF-functie zelfs bij enige
mate van trilling werkt. De Center AF stelt
alleen automatisch scherp op het midden van
het beeld. Deze functie kunt u dus gebruiken als
u wilt scherpstellen op het onderwerp waar u op
richt.
• Als u de digitale zoomfunctie of de AFbelichter gebruikt, geeft de AF-functie prioriteit
aan bewegende onderwerpen in de buurt van
het midden van het kader. In dit geval wordt de
AF-bereikzoeker niet weergegeven.
Center AF-opnamen met AFvergrendeling
Het is moeilijk om scherp te stellen als het
onderwerp zich niet in het midden van het
kader bevindt. U kunt dan scherpstellen met
behulp van de AF-bereikzoeker. Als u
bijvoorbeeld twee mensen opneemt
waartussen zich een gat bevindt, zou de
camera kunnen gaan scherpstellen op de
achtergrond die in het gat zichtbaar is.
Gebruik in dat geval de AF-vergrendeling
om ervoor te zorgen dat er goed op de
onderwerpen wordt scherpgesteld.
a Richt op het onderwerp zodat
deze zich in het midden van de
AF-bereikzoeker bevindt.
Vervolgens houdt u de
sluiterknop tot halverwege
ingedrukt.
Nu gaat de camera eerst scherpstellen
op het onderwerp waar u op richt. Als
de AE/AF-vergrendelingsindicator
stopt met knipperen en continu gaat
branden en er een pieptoon klinkt, is
het scherpstellen gereed.
Als u een pieptoon hoort, wordt een
beeld opgenomen dat goed is
scherpgesteld op de twee personen.
2048
4
F5.6
500
2048
• Als u de AF-vergrendeling gebruikt, kunt u een
scherp beeld opnemen van onderwerpen, ook al
bevindt deze zich aan de rand van het kader.
b Herpositioneer de camera
zodat u de gewenste
compositie in beeld krijgt.
Druk vervolgens de
sluiterknop volledig naar
beneden.
4
F5.6
500
AE/AF-slotindicator
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
AF-bereikzoeker
• U kunt het instellen van de AF-vergrendeling
een willekeurig aantal malen herhalen, zolang u
de sluiterknop nog niet geheel hebt ingedrukt.
57-NL
c Kies 9 (FOCUS) met b/B, en
kies vervolgens met v/V de
afstand tot het onderwerp.
De afstand tot een
onderwerp instellen
U kunt kiezen uit de volgende
afstanden.
0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m, ∞ (oneindig)
– Brandpuntsafstanden
Modusknop:
/SCN/
Als u een beeld opneemt met een vooraf
ingestelde afstand tot het onderwerp, of
wanneer u een onderwerp opneemt door een
net of een raam, is het moeilijk om via
automatische scherpstelling een scherp
beeld te krijgen. In dat geval kunt u gebruik
maken van de vooraf ingestelde
brandpuntsafstanden.
Regeltoets
MENU-toets
∞
1.0m
7.0m
3.0m
1.0m
0.5m
CENTER AF
MULTI AF
FOCUS
WB
(SPOT METER) wordt niet weergegeven
op het menu van de DSC-P51/P31 (pagina 59).
• Bij de brandpuntsafstanden is rekening
gehouden met een kleine foutmarge. Gebruik
de waarden alleen als richtlijn.
• Als u de lens naar boven of beneden richt,
neemt de fout toe (dit geldt alleen voor de DSCP71).
b Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
58-NL
,
Modusknop:
/SCN/
U kunt speciale effecten toevoegen om het
contrast in uw beelden te vergroten.
B&W
ISO
Modusknop
a Stel de modusknop in op
SCN of .
– PICTURE EFFECT
SOLARIZE
Terugkeren naar automatische
scherpstelling
Druk nogmaals op de MENU-toets, kies 9
(FOCUS) en kies vervolgens [MULTI AF]
of [CENTER AF].
•
Speciale effecten
toevoegen
Als in een tekening
In zwart-wit
met duidelijk
afgebakende licht- en
donkergebieden
SEPIA
NEG.ART
Met kleuren als op
een oude foto
Als een negatief
a Stel de modusknop in op
SCN of .
b Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
c Kies [PFX] (P. EFFECT) met
b/B en kies vervolgens de
gewenste stand met v/V.
Beeldeffecten annuleren
,
Voor de DSC-P71
Puntbelichting
Modusknop:
/SCN/
Als er sprake is van tegenlicht of als de
achtergrond sterk contrasteert met het
onderwerp, kunt u de scherpstelling
instellen die het best bij uw onderwerp past.
U kunt op een bepaald punt richten en de
hoeveelheid licht opmeten op basis
waarvan moet worden scherpgesteld.
Kies [OFF] in stap 3.
• Als het punt waarop u wilt scherpstellen
samenvalt met het punt waarop u puntbelichting
toepast, raden we u aan om Center AF te
gebruiken (pagina 56).
Regeltoets
a Stel de modusknop in op
SCN of .
b Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
c Kies
(SPOT METER) met
b/B en kies vervolgens [ON]
met v/V.
Het richtpunt voor de puntbelichting
wordt weergegeven.
2048
4
Richtpunt
puntbelichting
d Richt het richtpunt van de
puntbelichting op het punt
waarop u wilt opnemen.
Daarna neemt u op.
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
MENU-toets
Modusknop
Sluiterknop
,
59-NL
De puntbelichting annuleren
Voor de DSC-P51/P31
Druk nogmaals op de MENU-toets en kies
(SPOT METER) met b/B op de
regeltoets en kies vervolgens [OFF] met
v/V. Het richtpunt voor de puntbelichting
verdwijnt, waarna de camera terugkeert
naar de normale lichtbemeting.
a Stel de modusknop in op
SCN of .
,
b Druk op B (
) op de
regeltoets om de
puntbelichting in te schakelen.
Het richtpunt voor de puntbelichting
verschijnt.
c Richt het richtpunt van de
puntbelichting op het punt
waarop u wilt opnemen.
Daarna neemt u op.
De puntbelichting annuleren
Druk op B (
) op de regeltoets om de
puntbelichting uit te schakelen. Het
richtpunt voor de puntbelichting verdwijnt,
waarna de camera terugkeert naar de
normale lichtbemeting.
Meerdere beelden
opnemen
– CLIP MOTION
Modusknop:
U kunt een aantal stilstaande beelden
achterelkaar opnemen (GIF-animatie).
Omdat de bestandsomvang gering is, zijn
deze opnamen ideaal om te gebruiken op
een website of om als bijlage toe te voegen
aan een e-mailbericht.
• Bij Clip Motion-beelden is het aantal
kleurniveaus beperkt tot maximaal 265. Dit is
kenmerkend voor opnamen in GIF-formaat.
Daarom is er bij sommige beelden sprake van
een mindere beeldkwaliteit.
NORMAL (160×120)
Het maximale aantal beelden in één Clip
Motion-opname bedraagt tien. Dit is de
beste keuze als u de opname wilt gebruiken
op een website.
MOBILE (120×108)
In deze stand kunt u maximaal twee beeldjes
per Clip Motion-opname opnemen.
60-NL
• Bij de MOBILE-stand is het bestandsgrootte
zeer beperkt, waardoor de beeldkwaliteit
aanzienlijk minder is.
• Zie pagina 89 voor het aantal Clip Motionbestanden dat u kunt opnemen.
d Neem het eerste beeldje op.
Voordat u Clip Motion gaat
gebruiken
Kies [CLIP MOTION] in [MOVING
IMAGE] in SET UP (pagina 53, 95).
CLIP
120
2/10
MAKING “CLIP MOTION”
Regeltoets
MENU-toets
Modusknop
Sluiterknop
e Neem het volgende beeldje op.
Druk eenmaal op de sluiterknop om
het volgende beeldje op te nemen.
Herhaal dit totdat u het gewenste
aantal beeldjes hebt opgenomen.
f Druk op de z in het midden.
Alle beeldjes worden op de “Memory
Stick” opgeslagen.
a Stel de modusknop in op
.
Het menu verschijnt.
c Kies
(IMAGE SIZE) met b/B
en kies vervolgens de
gewenste stand met v/V.
• Als u stap 6 niet uitvoert, worden de beeldjes
niet op de “Memory Stick” opgeslagen. Tot dat
punt worden de beeldjes tijdelijk in de camera
opgeslagen.
• In de Clip Motion-stand worden de datum en de
tijd niet opgenomen.
• Als u Clip Motion-beelden weergeeft via het
indexscherm, kunnen de weergegeven beelden
afwijken van de daadwerkelijke opname.
• GIF-beelden die op andere camera’s zijn
opgenomen, worden niet altijd goed op deze
camera weergegeven.
1 Druk in stap 4 of 5 van de vorige
pagina op b (7).
De opgenomen beeldjes worden in
volgorde afgespeeld totdat het laatste
beeldje is bereikt.
2 Druk op de MENU-toets en kies
[DELETE LAST] of [DELETE ALL] en
druk op de z in het midden.
3 Kies [OK] en druk op de z in het
midden. Als u [DELETE LAST] kiest in
stap 2, herhaal dan stap 1 t/m 3 om de
beelden achtereenvolgens vanaf het
laatst opgenomen beeldje te wissen.
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
b Druk op de MENU-toets.
Beeldjes tijdens het opnemen
wissen
61-NL
a Stel de modusknop in op
Opnemen in de Multi
Burst-stand
– MULTI BURST
Modusknop:
Druk eenmaal op de sluiterknop om 16
beeldjes achter elkaar op te nemen. Deze
stand komt van pas als u bijvoorbeeld een
sportbeweging wilt analyseren. Via het
menu kunt u het interval tussen de beeldjes
instellen.
Voordat u Multi Burst gaat gebruiken
Kies [MULTI BURST] in [MOVING
IMAGE] in SET UP (pagina 53).
.
b Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
c Kies
(INTERVAL) met b/B,
en vervolgens het gewenste
interval tussen de beeldjes
met v/V.
U kunt kiezen uit de volgende
intervallen.
NTSC: 1/7.5 sec., 1/15 sec. en 1/30 sec.
PAL: 1/6.3 sec., 1/12.5 sec. en 1/25 sec.
(Zie pagina 93 voor meer informatie
over NTSC/PAL.)
1/7.5
1/7.5
1/15
1/30
WB
INTERVAL
d Druk op de sluiterknop.
Regeltoets
MENU-toets
Modusknop
Er worden 16 beeldjes als één beeld
opgenomen (beeldformaat: 1280 ×
960).
Sluiterknop
• Als u beelden weergeeft die met deze camera in
de Multi Burst-stand zijn opgenomen, worden
de 16 beeldjes met een vast interval
achtereenvolgens afgespeeld.
62-NL
• Als de beeldjes op een computer worden
afgespeeld, worden de 16 beeldjes die u hebt
opgenomen tegelijkertijd weergegeven als
delen van één beeld.
• Als u de Multi Burst-opname afspeelt op een
camera zonder Multi Burst-functie, worden de
16 beeldjes tegelijkertijd weergegeven als delen
van één beeld, net als op een computer.
• Zie pagina 89 voor het aantal beelden dat in de
Multi Burst-stand kan worden opgenomen.
• U kunt de flitser niet gebruiken.
• De datum en de tijd kunnen niet worden
toegevoegd.
d Neem het beeld op.
Opgenomen beelden wissen
Stilstaande beelden
opnemen voor e-mail
In deze stand is het niet mogelijk om
afzonderlijke beeldjes te wissen. Als u
beelden wist, worden alle 16 beeldjes
tegelijkertijd gewist.
a Stel de modusknop in op
– E-MAIL
.
b Druk op de MENU-toets en
kies [DELETE] uit het menu en
druk vervolgens op de z in het
midden.
c Kies [OK] en druk op de z in
het midden.
Alle beeldjes worden gewist.
Terugkeren naar normale opnamen
Kies [NORMAL] in stap 3.
Modusknop:
/SCN
Het is mogelijk om beelden op te nemen en
op te slaan in een bestand dat klein genoeg
is om te gebruiken als bijlage bij een emailbericht (zie pagina 22 voor beschikbare
bestandsgroottes).
• Raadpleeg de Help-bestanden van uw emailsoftware voor informatie over de wijze
waarop u uw beelden als bijlage kunt meesturen
met een e-mailbericht.
Regeltoets
MENU-toets
Modusknop
Sluiterknop
of
b Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
c Kies [MODE] (REC MODE) met
b/B en kies vervolgens [EMAIL] met v/V.
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
a Stel de modusknop in op
SCN.
63-NL
Geavanceerd weergeven van stilstaande beelden
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten
Modusknop:
U kunt een beeld vergroten tot maximaal
vijfmaal de originele grootte. Ook is het
mogelijk om het vergrote beeld als een
nieuw bestand op te slaan.
Regeltoets
MENU-toets
Een beeld vergroten – Vergroot
weergeven
a Stel de modusknop in op
.
b Geef het beeld weer dat u wilt
vergroten.
c Druk op de T-zoomtoets om
het beeld te vergroten.
d Druk enkele malen op de
regeltoets om een deel van het
beeld te selecteren.
Modusknop
Vergrote weergave annuleren
Druk op v
Zoomtoets
Druk op de z in het midden.
Druk
op b
Druk
op B
Druk op V
v: Een deel van de bovenkant van
het beeld weergeven
V: Een deel van de onderkant van
het beeld weergeven
b: Een deel van de linkerkant van
het beeld weergeven
B: Een deel van de rechterkant van
het beeld weergeven
64-NL
e Druk enkele malen op de Tzoomtoets om het deel van het
beeld dat u stap 4 hebt
geselecteerd, te vergroten.
• U kunt de functie voor vergroot weergeven niet
gebruiken bij films (MPEG MOVIE) en Clip
Motion- en Multi Burst-opnamen.
• Als u op de W-zoomtoets drukt terwijl u
beelden weergeeft die niet zijn vergroot, wordt
het indexscherm weergegeven (pagina 35).
• De beelden die via Quick Review (pagina 25)
worden weergegeven, kunnen worden vergroot
via de procedure die in stap 3 t/m 5 wordt
beschreven.
Een vergroot beeld opnemen
– Bijsnijden
a Geef een beeld vergroot weer
met behulp van de functie voor
vergroot weergeven.
Vervolgens drukt u op de
MENU-toets.
b Kies [TRIMMING] met B en
druk vervolgens op de z in
het midden.
c Kies de beeldgrootte met v/V
en druk op de z in het midden.
Het beeld wordt opgenomen en het
schermbeeld keert terug naar het
formaat van voor de vergroting.
– SLIDE SHOW
.
b Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
c Kies [SLIDE] met b/B en druk
op de z in het midden.
Modusknop:
Het is mogelijk om opgenomen beelden
achter elkaar af te spelen. Dit is handig als u
bijvoorbeeld al uw beelden wilt bekijken of
aan iemand wilt laten zien.
Regeltoets
MENU-toets
Modusknop
Kies een van de hieronder genoemde
intervallen.
INTERVAL-instellingen
3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
REPEAT
ON: De beelden worden
herhaaldelijk afgespeeld.
OFF: De beelden worden eenmaal
afgespeeld, waarna de
beeldenreeks stopt.
d Kies [START] met v/V/b/B en
druk op de z in het midden.
De beeldenreeks gaat van start.
De beeldenreeksinstelling
annuleren
Kies [CANCEL] in stap 3 en druk op de
z in het midden.
Geavanceerd weergeven
van stilstaande beelden
• Het bijgesneden beeld wordt opgenomen als het
nieuwste bestand. Het originele beeld blijft
echter ook bewaard.
• Bijgesneden beelden vertonen soms enige
achteruitgang in beeldkwaliteit.
• Het is niet mogelijk om beelden met het 3:2beeldformaat bij te snijden.
a Stel de modusknop in op
Opeenvolgende
beelden afspelen
65-NL
Het afspelen van de
beeldenreeks beëindigen
Druk op de z in het midden en kies [EXIT]
met B en druk vervolgens op de z in het
midden.
Stilstaande beelden
roteren
a Zet de modusknop op
en
geef het beeld weer dat u wilt
roteren.
– ROTATE
b Druk op de MENU-toets.
Modusknop:
Tijdens een beeldenreeks snel
voor- of achteruitspoelen
Druk op de B (vooruit), of op de b
(achteruit).
• Gebruik de intervalinstellingen slechts als
richtlijn. De feitelijke intervallen wijken
namelijk af ten gevolge van bijvoorbeeld
afwijkende beeldgroottes.
Beelden die u opneemt terwijl u de camera
verticaal vasthoudt, kunnen worden
geroteerd en horizontaal weergegeven.
Het menu verschijnt.
c Kies [ROTATE] met b/B en
druk op de z in het midden.
d Kies
met v/V en roteer
het beeld met b/B.
e Kies [OK] met v/V en druk
vervolgens op de z in het
midden.
Het roteren annuleren
Kies [CANCEL] in stap 4 en druk op de
z in het midden.
• Beveiligde beelden (pagina 67), films (MPEG
MOVIE) en Clip Motion- en Multi Burstopnamen kunnen niet worden geroteerd.
• Beelden die op andere camera’s zijn
opgenomen, kunnen niet altijd goed op deze
camera worden geroteerd.
• Als u beelden op een computer weergeeft, kan
het zijn dat de door u gebruikte
weergavesoftware de rotatiegegevens niet goed
interpreteert.
66-NL
Stilstaande beelden bewerken
Beelden beveiligen
– PROTECT
Via het enkelvoudig scherm
a Stel de modusknop in op
.
b Geef met b/B het beeld weer
dat u wilt beveiligen.
Modusknop:
Om te voorkomen dat u een belangrijk
beeld per ongeluk wist, kunt u het
beveiligen.
c Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
d Kies [PROTECT] met b/B en
druk op de z in het midden.
Regeltoets
MENU-toets
Modusknop
Het beeld dat momenteel wordt
weergegeven, is nu beveiligd. Op het
scherm wordt dit met de
beveiligingsmarkering (Beveiligen) aangegeven.
2048
DELETE PROTECT
PRINT
8/8
SLIDE
OK
a Stel de modusknop in op
en
druk eenmaal op de Wzoomtoets. Het indexscherm
(negen beelden) verschijnt.
b Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
c Kies [PROTECT] met b/B en
druk op de z in het midden.
d Kies [SELECT] met b/B en
druk op de z in het midden.
Het kader rond het geselecteerde beeld
wordt groen.
e Selecteer de film die u wilt
beveiligen met v/V/b/B en
druk op de z in het midden.
De beveiligingsmarkering (Beveiligen) wordt op het
geselecteerde beeld weergegeven.
Druk in stap 4 nogmaals op de z in het
midden. De beveiligingsmarkering (Beveiligen) verdwijnt.
• SET
MENU TO NEXT
Stilstaande beelden
bewerken
De beveiliging annuleren
Via het indexscherm (negen
beelden)
67-NL
f Herhaal stap 5 als u meer
beelden wilt beveiligen.
g Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
h Kies [OK] met B en druk
vervolgens op de z in het
midden.
Het gekozen beeld is beveiligd.
Het beveiligen beëindigen
Kies [CANCEL] in stap 4 of kies [EXIT]
in stap 8 en druk op de z in het midden.
De beveiliging annuleren
Selecteer in stap 5 met de regeltoets een
beeld waarvan u de beveiliging wilt
opheffen en druk op de z in het midden.
Herhaal deze procedure voor alle beelden
waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
Druk vervolgens op de MENU-toets, kies
[OK] en druk op de z in het midden.
Alle beelden beveiligen
Kies [ALL] in stap 4 en druk op de z in
het midden. Kies vervolgens [ON] en druk
op de z in het midden.
De beveiliging van alle beelden
opheffen
Kies [ALL] in stap 4 en druk op de z in
het midden. Kies vervolgens [OFF] en druk
op de z in het midden.
Via het indexscherm (drie
beelden)
a Stel de modusknop in op
en
druk tweemaal op de Wzoomtoets. Het indexscherm
(drie beelden) verschijnt.
b Verplaats het beeld dat u wilt
beveiligen naar het midden
van het scherm met b/B.
c Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
d Kies [PROTECT] met v/V en
druk vervolgens op de z in het
midden.
Het middelste beeld is nu beveiligd en
de beveiligingsmarkering (Beveiligen) wordt op dat beeld
weergegeven.
PRINT
PROTECT
DELETE
100-0005
• OK
68-NL
2002 7 4 10:30PM
e Als u andere beelden wilt
beveiligen, verplaats dan het
te beveiligen beeld naar het
midden van het scherm met
b/B en herhaal stap 4.
De beveiliging van eerder
opgenomen beelden opheffen
Selecteer in stap 4 het beeld waarvan u de
beveiliging wilt opheffen en druk op de z
in het midden. Als u de beveiliging van al
uw beelden wilt opheffen, moet u deze
procedure voor alle beelden herhalen.
c Druk op de MENU-toets.
Het beeldformaat
wijzigen
Het menu verschijnt.
d Kies [RESIZE] met b/B en druk
op de z in het midden.
– RESIZE
Modusknop:
U kunt het formaat van uw beelden wijzigen
en deze als nieuwe bestanden opslaan.
U kunt uw beelden wijzigen in de volgende
formaten.
2048×1536 (alleen de DSC-P71),
1600×1200, 1280×960 en 640×480
Als u het beeldformaat wijzigt, blijft het
oorspronkelijke beeld behouden.
e Kies met v/V het nieuwe
beeldformaat en druk
vervolgens op de z in het
midden.
Het beeld in het nieuwe formaat wordt
opgeslagen als het nieuwste bestand.
De procedure voor het wijzigen
van het beeldformaat annuleren
Kies [CANCEL] in stap 5 en druk op de
z in het midden.
Regeltoets
MENU-toets
Modusknop
.
b Selecteer het beeld waarvan u
het formaat wilt wijzigen met
b/B.
Stilstaande beelden
bewerken
a Stel de modusknop in op
• Het beeldformaat van films (MPEG MOVIE)
en Clip Motion- en Multi Burst-beelden kan
niet worden gewijzigd.
• Als beelden worden vergroot, gaat dit ten koste
van de beeldkwaliteit.
• Het formaat van 3:2-beelden kan niet worden
gewijzigd.
• Als u het formaat van een 3:2-beeld probeert te
wijzigen, verschijnt er een zwarte strook aan de
boven- en onderzijde van het beeld.
69-NL
Beelden kiezen om af
te drukken
– PRINT
Modusknop:
U kunt bepaalde beelden markeren zodat
deze kunnen worden afgedrukt.
Deze functie komt van pas als u beelden
wilt laten afdrukken in een winkel die
DPOF-specificaties kan verwerken (Digital
Print Order Format).
• Films (MPEG MOVIE) en Clip Motionbeelden kunnen niet worden voorzien van
afdrukmarkeringen.
• In de E-MAIL-stand wordt de afdrukmarkering
toegevoegd aan het normale beeld dat
tegelijkertijd met het e-mailbeeld is
opgenomen.
• Als u een afdrukmarkering toevoegt aan een
beeldje dat in de Multi Burst-stand is
opgenomen, worden alle beelden afgedrukt die
zich op het overzichtsbeeld met 16 beeldjes
bevinden.
Via het enkelvoudig scherm
a Stel de modusknop in op
.
b Geef met b/B het beeld weer
dat u wilt afdrukken.
c Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
d Kies [PRINT] met b/B en druk
op de z in het midden.
De afdrukmarkering
verschijnt op dit beeld.
2048
(Afdrukken)
8 /8
Via het indexscherm (negen
beelden)
a Stel de modusknop in op
en
druk eenmaal op de Wzoomtoets. Het indexscherm
(negen beelden) verschijnt.
b Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
c Kies [PRINT] met b/B en druk
op de z in het midden.
d Kies [SELECT] met b/B en
druk op de z in het midden.
Het kader van het geselecteerde beeld
wordt groen.
DELETE PROTECT
PRINT
SLIDE
OK
De afdrukmarkering wissen
Druk in stap 4 nogmaals op de z in het
midden. De afdrukmarkering
(Afdrukken) verdwijnt.
• Het is niet mogelijk om [ALL] te kiezen.
e Selecteer met v/V/b/B het
beeld dat u wilt afdrukken en
druk op de z in het midden.
De afdrukmarkering
(Afdrukken)
verschijnt op het beeld.
• SET
70-NL
MENU TO NEXT
f Als u meer beelden wilt
afdrukken, herhaal dan stap 5
voor elk beeld dat u wilt
afdrukken.
g Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
h Kies [OK] met B en druk
vervolgens op de z in het
midden.
De afdrukmarkering
is nu geplaatst.
(Afdrukken)
De afdrukmarkering
(Afdrukken) wissen
Als u een
-markering (Afdrukken) wilt
wissen, selecteert u een beeld met v/V/b/B
en drukt u op de z in het midden.
Via het indexscherm (drie
beelden)
a Stel de modusknop in op
en
druk tweemaal op de Wzoomtoets. Het indexscherm
(drie beelden) verschijnt.
Een afdrukmarkering wissen
Druk in stap 4 nogmaals op de z in het
midden.
De afdrukmarkering
(Afdrukken)
verdwijnt.
b Verplaats het beeld dat u wilt
afdrukken naar het midden van
het scherm met b/B.
c Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
d Kies [PRINT] met v/V en druk
vervolgens op de z in het
midden.
De afdrukmarkering
(Afdrukken)
verschijnt op het middelste beeld.
Alle afdrukmarkeringen wissen
die op uw beelden zijn geplaatst
De afdrukmarkering annuleren
Kies [CANCEL] in stap 4, of kies [EXIT]
in stap 8 en druk vervolgens op de z in
het midden.
PRINT
PROTECT
DELETE
100-0005
• OK
2002 7 4 10:30PM
e Als u andere beelden wilt
afdrukken, verplaats dan het
af te drukken beeld naar het
midden van het scherm met
b/B en herhaal stap 4.
Stilstaande beelden
bewerken
Kies [ALL] in stap 4 en druk op de z in
het midden. Kies vervolgens [OFF] en druk
op de z in het midden.
71-NL
Films bekijken
c Kies
(Beeldformaat) met
b/B en kies de gewenste
opnamestand met v/V.
Films opnemen
Modusknop:
Met deze camera kunt u ook films
opnemen. U kunt echter geen geluid bij de
films opnemen.
U kunt kiezen uit 320 (HQX),
320×240 en 160×112.
Zie pagina 89 voor de maximale
opnametijd voor elk beeldformaat.
d Druk de sluiterknop geheel
naar beneden.
Voordat u begint
Kies [MPEG MOVIE] in [MOVING
IMAGE] in SET UP (pagina 53, 95).
“RECORDING” verschijnt op het
scherm en de camera begint met
opnemen.
Regeltoets
MENU-toets
Modusknop
140
160
^ 0:01[ 5:28]
De melding die tijdens het
opnemen op het scherm
verschijnt
De melding wordt niet op de opname
geschreven.
Telkens als u op de DISPLAY/LCD ON/
OFF-toets drukt, verandert de status van het
LCD-scherm als volgt: Display OFF t
LCD OFF t Display ON. Zie pagina 102
voor een uitgebreide beschrijving van de
aangegeven items.
Close-ups opnemen (MACRO)
(alleen de DSC-P71)
Zet de modusknop op
en volg de
procedure op pagina 26.
Opnemen met de zelfontspanner
DISPLAY/LCD ON/OFF-toets
a Stel de modusknop in op
b Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
72-NL
.
• Als de “Memory Stick” vol is, stopt de
opname.
• Zie pagina 89 voor meer informatie over
de maximaal beschikbare opnametijd voor
filmopnamen.
e Druk de sluiterknop nogmaals
geheel naar beneden als u de
opname wilt beëindigen.
Zet de modusknop op
en volg de
procedure op pagina 27.
• Het is niet mogelijk de flitser te gebruiken.
• De datum en de tijd kunnen niet worden
toegevoegd.
c Druk op de z in het midden.
Films weergeven op
het LCD-scherm
De film wordt afgespeeld.
Als er een film wordt afgespeeld,
verschijnt B (PLAYBACK) op het
LCD-scherm.
Modusknop:
U kunt de films weergeven op het LCDscherm van de camera.
a Stel de modusknop in op
160
8/ 8
0:02
.
b Selecteer de gewenste film
met b/B.
Films worden één formaat kleiner
weergegeven dan stilstaande beelden.
De meldingen die tijdens het
afspelen van films op het scherm
verschijnen
Telkens als u op de DISPLAY/LCD ON/
OFF-toets drukt, verandert de status van het
LCD-scherm als volgt: Display OFF t
LCD OFF t Display ON. Zie pagina 103
voor een uitgebreide beschrijving van de
aangegeven items.
Afspeelbalk
MOV00001 2002 7 4 10:30PM
STOP
REV/CUE
Het afspelen beëindigen
• De procedure voor het weergeven van films op
een tv-scherm is identiek aan de procedure voor
het weergeven van stilstaande beelden op een
tv-scherm (pagina 36).
Druk op de z in het midden.
160
8/8
0:00
Snel voor- of achteruitspoelen
MOV00001 2002 7 4 10:30PM
PLAY
FILE BACK/NEXT
Druk tijdens het afspelen van een film op
b/B.
Om terug te keren naar normaal afspelen,
drukt u op de z in het midden.
Films van hoge kwaliteit
Films bekijken
Films met het beeldformaat “320 (HQX)”
nemen het gehele scherm in beslag.
73-NL
Films wissen
Wissen via het enkelvoudig
scherm
Wissen via het indexscherm
(negen beelden)
Modusknop:
a Stel de modusknop in op
a Stel de modusknop in op
en
druk eenmaal op de Wzoomtoets om een
indexscherm (negen beelden)
weer te geven.
Regeltoets
MENU-toets
Modusknop
.
b Selecteer met b/B de film die u
wilt wissen.
c Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
d Kies [DELETE] met b/B en
druk op de z in het midden.
b Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
Op dit moment is de film nog niet
gewist.
c Kies [DELETE] met b/B en
druk op de z in het midden.
e Kies [OK] met v en druk op de
z in het midden.
d Kies [SELECT] met b/B en
druk op de z in het midden.
“MEMORY STICK ACCESS”
verschijnt op het scherm.
Als deze melding verdwijnt, is de film
gewist.
e Selecteer de film die u wilt
wissen met v/V/b/B en druk
op de z in het midden.
Het wissen annuleren
De wismarkering
(Wissen)
verschijnt op de geselecteerde film.
Kies [CANCEL] in stap 5 en druk op de
z in het midden.
• SET
MENU TO NEXT
Op dit moment is de film nog niet
gewist.
74-NL
f Herhaal stap 5 van deze
procedure als u meerdere
films wilt wissen.
g Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
h Kies [OK] met b/B en druk op
de z in het midden.
Als de melding “MEMORY STICK
ACCESS” verdwijnt, zijn de films
gewist.
Wissen via het indexscherm
(drie beelden)
a Stel de modusknop in op
en
druk tweemaal op de Wzoomtoets om een
indexscherm (drie beelden)
weer te geven.
Het wissen annuleren
Kies [CANCEL] in stap 5 en druk op de
z in het midden.
b Geef de gewenste film in het
midden weer met b/B.
c Druk op de MENU-toets.
Het wissen annuleren
Kies [CANCEL] in stap 8 en druk op de
z in het midden.
Alle films wissen
Kies [ALL] in stap 4 en druk op de z in
het midden. Als u het wissen wilt annuleren,
kiest u [CANCEL] met b/B en drukt u op
de z in het midden.
Het menu verschijnt.
d Kies [DELETE] met V en druk
op de z in het midden.
Op dit moment is de film nog niet
gewist.
DELETE
O K
CANCEL
MOV00005
• OK
2002 7 4 10:30PM
Als de “MEMORY STICK ACCESS”melding verdwijnt, is de film gewist.
Films bekijken
e Kies [OK] met v en druk op de
z in het midden.
75-NL
Films bewerken
Films splitsen
<Voorbeeld> Bestand MOV00002.MPG
splitsen
MOV00003.MPG
MOV00001.MPG
Modusknop:
Met behulp van de modusknop kunt u films
splitsen of u kunt bepaalde fragmenten
verwijderen. Dit wordt met name
aanbevolen als de capaciteit van de
“Memory Stick” niet toereikend is, of als u
een film als bijlage wilt toevoegen aan uw
e-mailberichten.
MENU-toets
1
De bestanden die worden opgeslagen nadat
een film is gesplitst, worden aangemerkt als
de meest recente bestanden en er worden
nieuwe nummers aan toegekend. De
oorspronkelijke bestanden worden gewist
en de nummers die eerder aan deze
bestanden waren toegekend, worden nu
overgeslagen.
3
2
MOV00002.MPG
1
A
B
2
3
MOV00002.MPG
2. Splits fragment B af.
a Stel de modusknop in op
MOV00004.MPG
1
3
A
2
B
MOV00005.MPG DIVIDE
-punt
3. Wis fragmenten A en B als deze
overbodig zijn.
MOV00004.MPG
1
3
A
MOV00006.MPG
B
DELETE
4. Alleen de gewenste fragmenten
blijven behouden.
1
3
2
MOV00006.MPG
.
b Selecteer met b/B de film die u
wilt splitsen.
c Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
MOV00007.MPG
2
DELETE
76-NL
Modusknop
1. Splits fragment A af.
DIVIDE-punt
Toegekende bestandsnummers
als films worden gesplitst
Regeltoets
d Kies [DIVIDE] met B en druk
op de z in het midden. Kies
daarna [OK] met v en druk op
de z in het midden.
De film wordt nu afgespeeld.
e Kies een splitspunt.
Druk bij het gewenste splitspunt op de
z in het midden.
160
8/ 8
0:04
DIVIDE
DIVIDING
POINT
c C
O K
CANCEL
EXIT
OK
Als u een splitspunt wilt opzoeken
gebruikt u [c/C] (beeldje vooruit/
achteruit) en b/ B. Als u het splitspunt
wilt wijzigen, kiest u [CANCEL]. De
film wordt nogmaals afgespeeld.
f Als u een splitspunt hebt
gekozen, kies dan [OK] met
v/V en druk op de z in het
midden.
• De volgende bestanden kunt u niet splitsen.
– Clip Motion-bestanden
– Multi Burst-bestanden
– Bestanden met stilstaande beelden
– Films die niet lang genoeg zijn om te kunnen
worden gesplitst
– Beveiligde filmbestanden
• Als u bestanden eenmaal hebt gesplitst, kunt u
dat niet meer ongedaan maken.
• Na het splitsen wordt het oorspronkelijke
bestand gewist.
Overbodige fragmenten
wissen
a Splits een overbodig fragment
af van een film (zie de vorige
pagina).
b Geef het filmgedeelte weer dat
u wilt wissen.
c Druk op de MENU-toets.
Het menu verschijnt.
d Kies [DELETE] met b/B en
druk op de z in het midden.
e Kies [OK] met v en druk op de
z in het midden.
De film die nu op het scherm wordt
weergegeven, is nu gewist.
g Kies [OK] met v en druk op de
z in het midden.
De film is nu gesplitst.
Kies [EXIT] in stap 5. De film verschijnt
nogmaals op het scherm.
Films bekijken
Het splitsen annuleren
77-NL
Films naar uw
computer kopiëren
Volg onderstaande stappen om de films die
u hebt opgenomen, naar uw computer te
kopiëren.
Voordat u begint
1 Installeer het USB-stuurprogramma.
2 Plaats de “Memory Stick” waarop de
films zijn opgeslagen, in de camera.
Schakel vervolgens de camera in.
3 Sluit de camera aan op uw computer.
• Zie pagina 42 voor meer informatie.
• Als u werkt met het besturingssysteem
Windows XP, Mac OS 9.1, Mac OS 9.2
of Mac OS X(v10.0/v10.1), kunt u stap 1
overslaan.
Voor gebruikers van
Windows 98, 98SE, 2000, Me
Voor gebruikers van
Windows XP
a Dubbelklik op
(My
Computer) en vervolgens op
(Removable Disk).
a Klik op [Copy images to a
folder on the computer. Use the
Microsoft Scanner and Camera
Wizard] in de kopieerwizard en
klik vervolgens op [OK].
Nu verschijnt de inhoud van de
“Memory Stick” die in de camera is
geplaatst.
• In deze paragraaf gebruiken we als
voorbeeld het kopiëren van films
naar de map “My Documents”.
b Dubbelklik op
(MSSONY)
en vervolgens op
(MOML0001).
De map “MOML0001” wordt
geopend.
c Sleep de filmbestanden naar
de map “My Documents”.
De filmbestanden worden gekopieerd
naar de map “My Documents”.
Het “Scanner and Camera Wizard”venster verschijnt.
b Klik op [Next].
Alle films die op de “Memory Stick”
zijn opgenomen, worden op het
scherm weergegeven.
c Klik op
om de markering te
verwijderen van films die u
niet naar de computer wilt
kopiëren. Klik vervolgens op
[Next].
Het “Picture Name and Destination”venster verschijnt.
d Voer de namen van de te
kopiëren filmbestanden en de
doelmap in en klik vervolgens
op [Next].
78-NL
De films worden nu gekopieerd. Als
deze taak is voltooid, verschijnt het
“Other Options”-venster.
• Kopieer de films naar de map “My
Documents”.
e Klik op [Nothing. I’m finished
working with these pictures]
en vervolgens op [Next].
Het “Completing the Scanner and
Camera Wizard”-venster verschijnt.
f Klik op [Finish].
Het wizardvenster wordt afgesloten.
• Als u wilt doorgaan met het kopiëren
van andere films, koppel de USBkabel dan eenmaal los en sluit deze
daarna weer aan. Volg daarna de
procedure vanaf stap 1.
Voor gebruikers van
Macintosh
1 Dubbelklik op het nieuwe pictogram op
het bureaublad.
Nu verschijnt de inhoud van de
“Memory Stick” die in de camera is
geplaatst.
2 Dubbelklik op [MSSONY].
3 Dubbelklik op [MOML0001].
4 Sleep de filmbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf.
De filmbestanden worden naar de vaste
schijf gekopieerd.
Filmbestanden kopiëren met de
“ImageMixer”
Met de meegeleverde “PIXELA
ImageMixer for Sony”-software kunt u
filmbestanden kopiëren. De procedure is
identiek aan de procedure voor het kopiëren
van stilstaande beelden. Raadpleeg de
helpbestanden van deze software voor meer
informatie.
Films bekijken
79-NL
Verhelpen van storingen
Verhelpen van
storingen
Als u problemen ondervindt met de camera,
kijk dan eerst of een van de hier vermelde
punten een oplossing biedt.
1 Controleer de items op pagina 80 t/m 86.
Als “C:ss:ss” op het scherm of
op het displayvenster wordt
weergegeven, is de
zelfdiagnosefunctie geactiveerd.
Raadpleeg pagina 88.
2 Druk met een puntig voorwerp op de
RESET-knop (pagina 7, 9, 11) aan de
onderzijde van de camera en zet de
camera weer aan. (Hierdoor worden de
instellingen voor datum en tijd e.d.
gewist.)
3 Win advies in bij uw Sony-dealer of bij
het erkende -servicecentrum in uw land.
RESET-knop
De batterijen en de stroomvoorziening
Probleem
De indicator voor de
resterende batterijtijd
geeft niet de juiste
informatie weer. Of er
wordt aangegeven dat er
voldoende resterende
batterijtijd is, terwijl de
batterijen bijna leeg zijn.
De batterijen raken te snel
leeg.
80-NL
Oorzaak
• U hebt de camera lange tijd gebruikt onder
extreem hete of koude omstandigheden.
• De batterijen zijn versleten (pagina 99).
• De batterijen zijn ontladen.
• De indicator voor de resterende batterijtijd heeft
zich niet op de juiste gegevens gebaseerd.
• U neemt op of speelt af bij extreem lage
temperaturen.
• De batterijen zijn onvoldoende opgeladen.
• De batterijen zijn versleten (pagina 99).
De stroom kan niet worden • De batterijen zijn niet goed geplaatst.
ingeschakeld.
• De AC-adapter is niet aangesloten.
De camera wordt
• Als de ingeschakelde camera gedurende
plotseling uitgeschakeld.
ongeveer 90 seconden niet wordt bediend, wordt
deze automatisch uitgeschakeld, om zo het
leegraken van de batterijen te voorkomen (als
[POWER SAVE] is ingesteld op [OFF] gebeurt
dit na drie minuten) (pagina 18).
• De batterijen zijn ontladen.
Oplossing
—
p Vervang de batterijen door nieuwe exemplaren.
p Plaats opgeladen batterijen (pagina 12).
p Laad de batterijen volledig op (pagina 13).
—
p Laad de batterijen volledig op (pagina 12).
p Vervang de batterijen door nieuwe exemplaren.
p Plaats de batterijen op de juiste wijze (pagina 15).
p Sluit de adapter goed aan op de camera (pagina 17).
p Zet de camera weer aan (pagina 18).
p Vervang de batterijen door opgeladen exemplaren (pagina 12).
Stilstaande beelden en films opnemen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het LCD-scherm gaat niet
aan als de stroom wordt
ingeschakeld.
• De laatste keer dat de camera werd gebruikt,
werd deze uitgeschakeld toen het LCD-scherm
was ingesteld op [OFF].
p Het LCD-scherm instellen op [ON] (pagina 30).
Het onderwerp is niet
zichtbaar op het LCDscherm.
• De modusknop is niet op
ingesteld.
p Zet de modusknop op
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp is te dichtbij.
, SCN of
• De Scene Selection-modus is ingesteld op de
Landschapmodus.
• U hebt een brandpuntsafstand ingesteld.
• Er is gekozen voor Center AF.
—
De digitale zoomfunctie
werkt niet.
• Als u een film opneemt (MPEG MOVIE), is de
zoomfunctie niet beschikbaar.
• [DIGITAL ZOOM] in SET UP is ingesteld op
[OFF] (geldt alleen voor de DSC-P71/P51).
• Het LCD-scherm is ingesteld op OFF.
—
p Instellen op [ON] (pagina 53, 95).
p Instellen op ON (pagina 30).
• U neemt een onderwerp op waarachter zich een
lichtbron bevindt.
• De helderheid van het LCD-scherm is op een te
laag niveau ingesteld.
• De POWER SAVE staat op ON.
p Pas de belichting aan (pagina 54).
• U neemt op onder een spotlicht in een donkere
omgeving, zoals op een podium.
• Het LCD is te helder.
p Pas de belichting aan (pagina 54).
Verhelpen van storingen
p Kies een methode voor scherpstellen (pagina 56).
p Gebruik Multipoint AF (pagina 56) of Center AF als u wilt
opnemen met AF-vergrendeling (pagina 57).
• Als u een film opneemt (MPEG MOVIE), is de
zoomfunctie niet beschikbaar (geldt alleen voor
de DSC-P71/P31).
Het beeld is te helder.
(pagina 24, 72).
p Als u een onderwerp opneemt op een afstand van minder dan
50 cm, stel dan de Macro-opnamestand in (alleen de DSCP71). Zorg dat u de lens niet dichter bij het onderwerp plaatst
dan de minimale opnameafstand (pagina 26).
p Kies een andere modus (pagina 32).
Kan niet zoomen.
Het beeld is te donker.
, SCN of
p Stel de helderheid van het LCD-scherm bij via de SET UPinstellingen (pagina 53, 96).
p Stel POWER SAVE in op OFF (pagina 14).
p Pas [LCD BACKLIGHT] in de SET UP-instellingen aan
(pagina 53, 96).
81-NL
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het beeld is monochroom
(zwart-wit).
• [P. EFFECT] is ingesteld op [B&W].
p Annuleer de [B&W]-modus (pagina 58).
Wanneer u een zeer helder • Dit soort vlekken is een bekend verschijnsel in
onderwerp opneemt,
de fotografie.
verschijnen er verticale
strepen.
Kan geen beelden
opnemen.
• Er is geen “Memory Stick” in het toestel
geplaatst.
• De maximumcapaciteit van de “Memory Stick”
is bereikt.
p Dit is geen storing.
p Plaats een “Memory Stick” (pagina 21).
p Wis de beelden op de “Memory Stick” of formatteer de
“Memory Stick”.
p Plaats een andere “Memory Stick”.
• De wispreventieschakelaar van de “Memory
p Hef de LOCK-stand op (pagina 98).
Stick” staat in de LOCK-stand.
• Het is niet mogelijk op te nemen terwijl de flitser
—
nog wordt opgeladen.
• U probeert een stilstaand beeld op te nemen
p Zet de camera in de
-stand of de SCN-stand (pagina 24).
terwijl de modusknop niet is ingesteld op
of
SCN.
• U probeert een film op te nemen terwijl de
p Stel de keuzeschakelaar in op
(pagina 72).
modusknop niet is ingesteld op
.
Kan geen beelden
opnemen met de flitser.
• De modusknop is ingesteld op
, SET UP of
.
• De flitser is ingesteld op
(Geen flits).
• U neemt stilstaande beelden op terwijl de Scene
Selection-modus is ingesteld op de
Schemermodus.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
—
Er wordt een verkeerde
• De datum en tijd zijn niet goed ingesteld.
datum en tijd opgenomen.
82-NL
p Kies een andere instelling dan
, SET UP of
(pagina 28).
p Stel de flitser in op “AUTO” (Geen indicatie) of op
(Geforceerde flits) (pagina 28).
p Wijzig deze instelling (pagina 32).
p Stel de automatische onderdrukking van het rode-ogeneffect in
(pagina 29).
p Stel de juiste datum en tijd in (pagina 19).
Beelden weergeven
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het beeld kan niet worden
weergegeven.
• De modusknop is niet ingesteld op
.
• Als u een beeld met retoucheersoftware op de
computer of rechtstreeks op de camera hebt
bewerkt, is de bestandsindeling gewijzigd zodat
het bericht “FILE ERROR” kan verschijnen. U
kunt het bestand dan niet openen.
p Stel de modusknop in op
—
Direct na het afspelen, is
de beeldkwaliteit
achteruitgegaan.
De beelden kunnen niet
op een tv worden
weergegeven.
• De [VIDEO OUT]-instelling van de camera in
SET UP is niet juist.
• De verbinding is niet goed.
—
p Dit is geen storing.
p Stel deze in op [NTSC] of [PAL] (pagina 53, 96).
p Controleer de verbinding (pagina 36).
p Zie pagina 84.
Een beeld wissen of bewerken
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De camera kan een beeld
niet wissen.
• Het beeld is beveiligd.
• De wispreventieschakelaar van de “Memory
Stick” staat in de LOCK-stand.
p Hef de beveiliging op (pagina 67).
p Hef de LOCK-stand op (pagina 98).
U hebt het beeld per
ongeluk gewist.
• Als u een bestand eenmaal hebt gewist, kunt u
deze niet meer terughalen.
p Als u de wispreventieschakelaar op de “Memory Stick”
gebruikt, voorkomt u het per ongeluk wissen van beelden
(pagina 67).
Het lukt niet om het
beeldformaat te wijzigen.
• Het beeldformaat van films (MPEG MOVIE) en
Clip Motion- en Multi Burst-beelden kan niet
worden gewijzigd.
—
Het is niet mogelijk een
beeld te voorzien van een
afdrukmarkering.
• Het is niet mogelijk om Clip Motion-beelden en
MPEG-films te voorzien van
afdrukmarkeringen.
—
Verhelpen van storingen
De beelden kunnen niet
op een computer worden
afgespeeld.
—
(pagina 34).
83-NL
Computers
Probleem
Oorzaak
Oplossing
U weet niet welk
besturingssysteem uw
computer heeft.
—
p Zie “Aanbevolen computersysteem” (pagina 42).
U kunt het USBstuurprogramma niet
installeren.
—
p In Windows 2000 moet u zich aanmelden als Beheerder
(pagina 43).
De computer herkent de
camera niet.
• De camera is uitgeschakeld.
• Het energieniveau van de batterijen is te laag.
• U maakt geen gebruik van de meegeleverde
USB-kabel.
• De USB-kabel is niet goed aangesloten.
p Schakel de camera in (pagina 18).
p Gebruik de AC-adapter (niet meegeleverd) (pagina 17).
p Gebruik de meegeleverde USB-kabel (pagina 45).
p Maak de USB-kabel los en sluit deze opnieuw goed aan.
Controleer of “USB MODE” op het LCD-scherm wordt
weergegeven (pagina 45).
p Instellen op [NORMAL] (pagina 53, 96).
• [USB CONNECT] in de SET UP-instellingen is
ingesteld op [PTP].
• Naast het toetsenbord, de muis en de camera, is p Ontkoppel de USB-kabels, behalve de kabels die verbinding
er nog andere apparatuur aangesloten op de
maken met het toetsenbord, de muis en de camera.
USB-aansluitingen van de computer.
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd. p Installeer het USB-stuurprogramma (pagina 43).
• De computer heeft het apparaat niet goed
p Verwijder het foutief herkende apparaat van de computer, en
herkend omdat u de camera en de computer eerst
installeer vervolgens het USB-stuurprogramma (pagina 43, 47).
via de USB-kabel met elkaar hebt verbonden, en
pas daarna de “USB Driver” hebt geïnstalleerd
vanaf de meegeleverde CD-ROM.
Kan geen beelden
kopiëren.
Het beeld kan niet op een
computer worden
afgespeeld.
84-NL
• De camera is niet goed op de computer
aangesloten.
• De te volgen kopieerprocedure verschilt per
besturingssysteem.
—
—
—
p Sluit de camera op de juiste wijze aan op de computer met
behulp van de USB-kabel.
p Volg de procedure die hoort bij uw besturingssysteem (pagina
46, 47, 52).
p Klik op HELP als u de “PIXELA ImageMixer for Sony”software gebruikt.
p Klik op HELP als u de “PIXELA ImageMixer for Sony”software gebruikt.
p Raadpleeg de producent van de computer of de software.
Computers (vervolg)
Probleem
Oorzaak
Het beeld en geluid zijn
• U speelt het bestand rechtstreeks af vanaf een
verstoord als u een beeld
“Memory Stick”.
op een computer afspeelt.
Kan een beeld niet
afdrukken.
—
Er wordt een foutbericht
• Het beeldscherm van de computer is niet goed
weergegeven wanneer u
ingesteld.
de meegeleverde CD-ROM
in de computer plaatst.
Oplossing
p Kopieer het bestand naar de vaste schijf van de computer en
speel het bestand vervolgens vanaf de vaste schijf af
(pagina 78).
p Controleer de printerinstellingen.
p Klik op de HELP-bestanden van de “PIXELA ImageMixer for
Sony”-software.
p Stel het beeldscherm van de computer als volgt in:
Windows: 800×600 dots of hoger
hoge kleuren (16-bits, 65 000 kleuren) of meer
Macintosh: 800×600 dots of hoger
32 000 kleuren of hoger
“Memory Stick”
Oorzaak
Oplossing
Kan geen “Memory Stick”
plaatsen.
• U plaatst de “Memory Stick” achterstevoren.
p Plaats de “Memory Stick” op de juiste wijze (pagina 21).
Kan niet opnemen op een
“Memory Stick”.
• De wispreventieschakelaar van de “Memory
Stick” staat in de LOCK-stand.
• De “Memory Stick” is vol.
p Hef de LOCK-stand op (pagina 98).
Kan geen “Memory Stick”
formatteren.
• De wispreventieschakelaar van de “Memory
Stick” staat in de LOCK-stand.
p Hef de LOCK-stand op (pagina 98).
U hebt per ongeluk een
“Memory Stick”
geformatteerd.
• Als u een “Memory Stick” formatteert, gaan alle p Zet de wispreventieschakelaar van de “Memory Stick” in de
opgeslagen bestanden definitief verloren.
LOCK-stand (pagina 98) om te voorkomen dat u deze per
ongeluk formatteert.
p Wis overbodige bestanden (pagina 37).
Verhelpen van storingen
Probleem
85-NL
Overige problemen
Probleem
Oorzaak
De camera reageert op
geen enkele
bedieningshandeling.
• De batterijen zijn bijna of geheel leeg (de
- p Laad de batterijen op (pagina 12).
indicator verschijnt).
• De AC-adapter is niet stevig genoeg
p Sluit de adapter stevig aan op de DC IN-aansluiting van de
aangesloten.
camera en op een stopcontact (netspanning) (pagina 17).
• De ingebouwde microcomputer werkt niet goed. p Ontkoppel alle stroombronnen en herstel de stroomvoorziening
na één minuut. Zet de camera aan en controleer of de camera
goed werkt.
De camera is
ingeschakeld, maar werkt
niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet goed. p Verwijder de batterijen en plaats deze na één minuut weer terug.
Als dit niet het gewenste resultaat geeft, drukt u met een puntig
voorwerp op de RESET-knop op de onderzijde van de camera.
Zet daarna de camera weer aan. (Hierdoor worden de
instellingen voor datum en tijd e.d. gewist.)
U weet niet welke
indicator op het LCDscherm verschijnt.
86-NL
—
Oplossing
p Controleer de betekenis op pagina 101 t/m 103.
De lens beweegt niet als u
de camera uitschakelt
(alleen de DSC-P71).
• De batterijen zijn leeg.
p Vervang de batterijen door volledig geladen exemplaren of
gebruik de AC-adapter (niet meegeleverd) (pagina 12, 15, 17).
De lens beslaat.
• Er treedt condensvorming op.
p Laat de camera ongeveer een uur met rust en probeer het daarna
opnieuw (pagina 97).
Waarschuwingen en
meldingen
De volgende meldingen kunnen op het LCD-scherm verschijnen.
Betekenis / Oplossing
NO MEMORY STICK
• Plaats een “Memory Stick” (pagina 21).
SYSTEM ERROR
• Schakel de camera uit en weer in (pagina 18).
MEMORY STICK ERROR
• De geplaatste “Memory Stick” is niet geschikt voor uw camera (pagina 98).
• De “Memory Stick” is beschadigd of het aansluitgedeelte van de “Memory Stick” is vuil.
• Plaats de “Memory Stick” op de juiste wijze (pagina 21).
FORMAT ERROR
• Het formatteren van de “Memory Stick” is mislukt. Formatteer de “Memory Stick” opnieuw (pagina 41).
MEMORY STICK LOCKED
• De wispreventieschakelaar van de “Memory Stick” staat in de LOCK-stand. Zet de schakelaar in de stand voor
opnemen (UNLOCK) (pagina 98).
NO MEMORY SPACE
• De maximumcapaciteit van de “Memory Stick” is bereikt. U kunt geen beelden meer opnemen. Wis overbodige
bestanden (pagina 37).
NO FILE
• Er zijn geen beelden op de “Memory Stick” opgenomen.
FILE ERROR
• Er is tijdens het weergeven van een beeld een fout opgetreden.
FILE PROTECT
• Het beeld is beveiligd tegen wissen.
FOLDER ERROR
• Er bevindt zich reeds een map met dezelfde naam op de “Memory Stick”.
IMAGE SIZE OVER
• U probeert een beeld weer te geven met een formaat dat niet op deze camera kan worden weergegeven.
INVALID OPERATION
• U speelt een bestand af dat is aangemaakt op andere apparatuur dan deze camera.
• De batterijen zijn bijna of geheel leeg. Laad de batterijen op (pagina 12). Afhankelijk van de
opnameomstandigheden of het batterijtype gaat de indicator al knipperen hoewel er nog 5 tot 10 minuten
batterijtijd beschikbaar is.
CAN NOT DIVIDE
Verhelpen van storingen
Melding
• Het film is niet lang genoeg om te kunnen worden gesplitst.
• Het bestand is geen filmbestand.
• U houdt de camera niet stil genoeg. Gebruik de flitser en bevestig de camera op een statief of zorg er op een
andere manier voor dat de camera goed stil staat.
TURN THE POWER OFF AND
ON AGAIN
• Er heeft zich een probleem met de lens voorgedaan.
87-NL
Zelfdiagnosedisplay
– Als de melding met een
letteraanduiding begint
De camera is voorzien van een
zelfdiagnosefunctie. Deze functie geeft de
toestand van de camera weer op het LCDscherm door middel van een combinatie van
een letter en vier cijfers. Als dit gebeurt,
raadpleeg dan nevenstaande tabel en tref de
aldaar vermelde maatregelen. De laatste
twee cijfers (aangegeven door ss)
variëren al naar gelang de toestand van de
camera.
C:32:ss
Zelfdiagnosedisplay
88-NL
Code
Oorzaak
Maatregel
C:32: ss
Er heeft zich een probleem
voorgedaan met de hardware van
de camera of met de zoomfunctie.
• Schakel de camera uit en weer in
(pagina 18).
C:13: ss
De camera kan niet opslaan of
lezen met deze “Memory Stick”.
• Plaats de “Memory Stick” enkele malen
opnieuw.
Er is een ongeformatteerde
“Memory Stick” geplaatst.
• Formatteer de “Memory Stick”
(pagina 41).
De geplaatste “Memory Stick” is • Plaats een nieuwe “Memory Stick”
niet geschikt voor deze camera, of
(pagina 21).
de gegevens zijn beschadigd.
E:61: ss
E:91: ss
E:92: ss
Er heeft zich een camerastoring
voorgedaan die u niet zelf kunt
verhelpen.
Als u met de hierboven voorgeschreven
handelingen meerdere keren tevergeefs hebt
geprobeerd het probleem te verhelpen, neem
dan contact op met het dichtstbijzijnde Sonyservicecentrum en vermeld daarbij de 5
tekens van de weergegeven code.
Voorbeeld: E:61:10
• Druk op de RESET-knop (pagina 7, 9, 11)
aan de onderzijde van de camera en zet de
camera weer aan.
Aanvullende informatie
Multi Burst
E-mail
Het aantal beelden
dat kan worden
opgeslagen /
beschikbare
opnametijd
(Eenheid: aantal beelden)
(Eenheid: aantal beelden)
8M
16M
32M
64M 128M
8M
16M
32M
64M 128M
2048×1536
(DSC-P71)
4
(8)
9
(17)
20
(36)
40
(72)
80
(146)
12
(22)
24
(44)
50
(93)
100 200
(186) (372)
2048 (3:2)
(DSC-P71)
4
(8)
9
(17)
20
(36)
40
(72)
80
(146)
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de beschikbare opnametijd
hangen af van de capaciteit van de
“Memory Stick”, het beeldformaat en de
beeldkwaliteit. Als u een “Memory Stick”
kiest, raadpleeg dan de volgende tabellen.
1600×1200
8
(14)
16
(28)
32
(59)
64
128
(118) (236)
8
(14)
16
(28)
32
(59)
64
128
(118) (236)
1280×960
12
(21)
24
(42)
48
(88)
96
192
(176) (352)
• Het aantal beelden wordt weergegeven in
volgorde van afnemende beeldkwaliteit
FINE (STANDARD).
• Afhankelijk van de
opnameomstandigheden kan het aantal
beelden of de opnametijd variëren.
• Zie pagina 23 voor het aantal beelden dat
kan worden opgeslagen onder normale
opnameomstandigheden.
640×480
43
(95)
87
177 357 714
(192) (390) (786) (1572)
1600 (3:2)
(DSC-P51/
P31)
1280×960
Clip Motion
8M
16M
32M
NORMAL
40
80
160
64M 128M
320
MOBILE
300
450
900
1800 3600
640
NORMAL: Als er 10 beeldjes worden
opgenomen
MOBILE: Als er 2 beeldjes worden opgenomen
MPEG-films
(Eenheid: seconden)
8M
16M
32M
320 (HQX)
20
40
85
170
340
320×240
80
160
340
680
1360
160×112
320
640
1300 2700 5400
Aanvullende informatie
(Eenheid: aantal beelden)
64M 128M
89-NL
Menu-items
De menu-items die u kunt instellen,
verschillen afhankelijk van de stand van de
modusknop. Het LCD-scherm toont alleen
de items die op basis van de huidige stand
van de modusknop beschikbaar zijn. De
oorspronkelijke instellingen worden
gemarkeerd met een x.
Als de modusknop is ingesteld op
Item
Instellingen
SCN
x
(EV)
9 (FOCUS)
WB (WHITE BAL)
90-NL
/
, SCN
Functie
/
Hiermee kiest u een van de SCENE SELECTION-modi (in de
item niet instellen) (pagina 32).
-stand kunt u dit
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /
+1.0EV / +0.7EV / +0.3EV /
x0EV / −0.3EV / −0.7EV /
−1.0EV / −1.3EV / −1.7EV /
−2.0EV
Hiermee past u de belichting aan (pagina 54).
∞ / 7.0 m / 3.0 m / 1.0 m / 0.5 m /
CENTER AF / x MULTI AF
Hiermee stelt u de methode voor scherpstellen in. Hiermee kiest u een voorinstelling
voor de brandpuntsafstand (pagina 56, 58).
/
/
/
/ xAUTO
Hiermee stelt u de witbalans in (pagina 55).
(SPOT METER)
(alleen de DSC-P71)
ON / x OFF
Hiermee kiest u de belichting die past bij het onderwerp dat u wilt opnemen
(pagina 59).
ISO
400 / 200 / 100 / xAUTO
Hiermee kiest u de ISO-gevoeligheid. Als u opneemt onder donkere omstandigheden
of als u een snel bewegend onderwerp opneemt, kies dan een hoge waarde. Als u
kwaliteitsbeelden opneemt, kies dan een lage waarde (behalve als de modusknop is
ingesteld op SCN).
(IMAGE SIZE)
(DSC-P71)
x2048×1536 / 2048 (3:2) /
1600×1200 / 1280×960 / 640×480
Hiermee kiest u een beeldformaat als u stilstaande beelden opneemt (pagina 22).
(IMAGE SIZE)
(DSC-P51/P31)
x1600×1200 / 1600 (3:2) /
1280×960 / 640×480
Hiermee kiest u een beeldformaat als u stilstaande beelden opneemt (pagina 22).
Als de modusknop is ingesteld op
Item
(P.QUALITY)
MODE(REC MODE)
(FLASH LEVEL)
PFX (P.EFFECT)
(SHARPNESS)
, SCN (vervolg)
Instellingen
Functie
xFINE/STANDARD
Hiermee neemt u beelden op met een hoge beeldkwaliteit / Hiermee neemt u beelden
op in de standaardbeeldkwaliteit (pagina 22).
E-MAIL
xNORMAL
– Hiermee neemt u een JPEG-bestand op in miniatuurformaat (320×240), naast het
gekozen beeldformaat (pagina 63).
– Hiermee neemt u een beeld op in de normale opnamestand.
HIGH
xNORMAL
LOW
– Hiermee stelt u het flitsniveau hoger in dan normaal.
– Hiermee stelt u het flitsniveau op normaal niveau in.
– Hiermee stelt u het flitsniveau lager in dan normaal.
SOLARIZE/B&W/SEPIA/
NEG.ART/xOFF
Hiermee stelt u speciale beeldeffecten in (pagina 58).
+2 / +1 / x0 / –1 / –2
Hiermee stelt u de scherpte van het beeld in. De
als de instelling 0 is).
Als de modusknop is ingesteld op
MOVIE)
(EV)
9 (FOCUS)
WB (WHITE BAL)
(SPOT METER)
(alleen de DSC-P71)
(IMAGE SIZE)
PFX (P.EFFECT)
(MOVING IMAGE in de SET UP-instellingen is ingesteld op MPEG
Instellingen
Functie
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /
+1.0EV / +0.7EV / +0.3EV /
x0EV / −0.3EV / −0.7EV /
−1.0EV / −1.3EV / −1.7EV /
−2.0EV
Hiermee past u de belichting aan (pagina 54).
∞ / 7.0 m / 3.0 m / 1.0 m / 0.5 m /
CENTER AF / x MULTI AF
Hiermee kiest u de methode voor automatisch scherpstellen of stelt u de
brandpuntsafstand in (pagina 56, 58).
/
/
/
/ xAUTO
Hiermee stelt u de witbalans in (pagina 55).
ON / x OFF
Hiermee kiest u de belichting die past bij het onderwerp dat u wilt opnemen
(pagina 59).
320(HQX)/ 320×240/ x160×112
Hiermee kiest u het MPEG-beeldformaat tijdens het opnemen van films (pagina 72).
SOLARIZE/B&W/SEPIA/
NEG.ART/xOFF
Hiermee stelt u speciale beeldeffecten in (pagina 58).
Aanvullende informatie
Item
-indicator verschijnt (behalve
91-NL
Als de modusknop is ingesteld op
MOTION)
Item
(EV)
9 (FOCUS)
WB (WHITE BAL)
(SPOT METER)
(alleen de DSC-P71)
(IMAGE SIZE)
± (FLASH LEVEL)
PFX (P.EFFECT)
(SHARPNESS)
92-NL
(MOVING IMAGE in de SET UP-instellingen is ingesteld op CLIP
Instellingen
Functie
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /
+1.0EV / +0.7EV / +0.3EV /
x0EV / −0.3EV / −0.7EV /
−1.0EV / −1.3EV / −1.7EV /
−2.0EV
Hiermee past u de belichting aan (pagina 54).
∞ / 7.0 m / 3.0 m / 1.0 m / 0.5 m /
CENTER AF / x MULTI AF
Hiermee kiest u de methode voor automatisch scherpstellen of stelt u de
brandpuntsafstand in (pagina 56, 58).
/
/
/
/ xAUTO
Hiermee stelt u de witbalans in (pagina 55).
ON / x OFF
Hiermee kiest u de belichting die past bij het onderwerp dat u wilt opnemen
(pagina 59).
xNORMAL/MOBILE
Hiermee stelt u het Clip Motion-beeldformaat in (pagina 60).
HIGH
xNORMAL
LOW
Hiermee stelt u het flitsniveau hoger in dan normaal.
Hiermee stelt u het flitsniveau op normaal niveau in.
Hiermee stelt u het flitsniveau lager in dan normaal.
SOLARIZE/B&W/SEPIA/
NEG.ART/xOFF
Hiermee stelt u speciale beeldeffecten in (pagina 58).
+2/ +1/ x0 / –1 / –2
Hiermee stelt u de scherpte van het beeld in. De
de instelling 0 is).
-indicator verschijnt (behalve als
Als de modusknop is ingesteld op
Item
(EV)
9 (FOCUS)
WB (WHITE BAL)
(SPOT METER)
(alleen de DSC-P71)
(INTERVAL)
PFX (P.EFFECT)
(SHARPNESS)
Functie
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /
+1.0EV / +0.7EV / +0.3EV /
x0EV / −0.3EV / −0.7EV /
−1.0EV / −1.3EV / −1.7EV /
−2.0EV
Hiermee past u de belichting aan (pagina 54).
∞ / 7.0 m / 3.0 m / 1.0 m / 0.5 m /
CENTER AF / x MULTI AF
Hiermee kiest u de methode voor automatisch scherpstellen of stelt u de
brandpuntsafstand in (pagina 56, 58).
/
/
/
/ xAUTO
Hiermee stelt u de witbalans in (pagina 55).
ON / x OFF
Hiermee kiest u de belichting die past bij het onderwerp dat u wilt opnemen
(pagina 59).
x1/30 / 1/15 / 1/7.5 (NTSC)
x1/25 / 1/12.5 / 1/6.3 (PAL)
– Hiermee kiest u in de NTSC-stand het sluiterinterval tussen de Multi Burstbeeldjes.
– Hiermee kiest u in de PAL-stand het sluiterinterval tussen de Multi Burst-beeldjes.
* De keuze van het sluiterinterval tussen de beeldjes hangt af van de instelling van
het [VIDEO OUT]-item in SET UP (pagina 96).
xFINE/STANDARD
Hiermee neemt u beelden op met een hoge beeldkwaliteit. / Hiermee neemt u beelden
op in de standaardbeeldkwaliteit (pagina 22).
SOLARIZE/B&W/SEPIA/
NEG.ART/xOFF
Hiermee stelt u speciale beeldeffecten in (pagina 58).
+2/ +1/ x0 / –1 / –2
Hiermee stelt u de scherpte van het beeld in. De
de instelling 0 is).
-indicator verschijnt (behalve als
Aanvullende informatie
(P.QUALITY)
(MOVING IMAGE in de SET UP-instellingen is ingesteld op Multi Burst)
Instellingen
93-NL
Als de modusknop is ingesteld op
Item
Instellingen
Functie
DELETE
OK
CANCEL
Hiermee wist u het weergegeven beeld (pagina 37).
Hiermee annuleert u het wissen van het beeld.
PROTECT
—
Hiermee beveiligt u de beelden tegen per ongeluk wissen (pagina 67).
PRINT
—
Hiermee kiest u stilstaande beelden die u wilt afdrukken (pagina 70).
SLIDE
INTERVAL
– Hiermee stelt u het interval in voor de presentatie van een beeldenreeks. (Alleen
voor enkelvoudige beelden.)
x3 sec/ 5sec/ 10sec/ 30sec/ 1min
– Hiermee wordt de beeldenreeks onafgebroken herhaald afgespeeld.
xON/OFF
– Hiermee start u de beeldenreeks.
– Hiermee annuleert u de instellingen en de uitvoering van de beeldenreeks.
REPEAT
START
CANCEL
94-NL
RESIZE
2048×1536 (DSC-P71) /
1600×1200/1280×960/ 640×480/
CANCEL
Hiermee wijzigt u het formaat van het opgenomen beeld (pagina 69). (Alleen voor
enkelvoudige beelden.)
ROTATE
(linksom) /
OK / CANCEL
Hiermee roteert u het stilstaande beeld (pagina 66). (Alleen voor enkelvoudige
beelden.)
DIVIDE
OK / CANCEL
(rechtsom) /
Hiermee splitst u een film (pagina 76). (Alleen voor enkelvoudige beelden.)
SET UP-items
Stel de modusknop in op SET UP. Het
instelscherm verschijnt.
De oorspronkelijke instellingen worden
gemarkeerd met een x.
Als u films, Clip Motion- of Multi Burstbeelden opneemt, kunt u de datum en tijd
niet aan het beeld toevoegen. Ook tijdens
het opnemen worden de datum en tijd niet
weergegeven. Als de beelden worden
afgespeeld, worden de datum en tijd van het
moment van afspelen op het beeld
weergegeven.
CAMERA
Item
Instellingen
Functie
MOVING IMAGE
xMPEG MOVIE / CLIP
MOTION / MULTI BURST
Hiermee kiest u de opnamestand (pagina 53, 60, 62, 72).
DATE/TIME
DAY & TIME / DATE / xOFF
Hiermee stelt u in of de datum en tijd aan het beeld moeten worden toegevoegd (pagina 30).
DIGITAL ZOOM (DSCP71/P51)
xON / OFF
Hiermee kiest u of er al dan niet gebruik moet worden gemaakt van de digitale
zoomfunctie (pagina 26).
AF ILLUMINATOR
Hiermee reduceert u door middel van de flitser het rode-ogeneffect (pagina 29).
xAUTO / OFF
Hiermee kiest u of in het donker gebruik moet worden gemaakt van de AF-belichter.
Deze functie gebruikt u als het moeilijk is om onder donkere omstandigheden scherp te
stellen op het onderwerp (pagina 29).
SETUP 1
Item
Instellingen
Functie
FORMAT
OK / CANCEL
Hiermee formatteert u de “Memory Stick”. Denk eraan dat alle gegevens die op de “Memory Stick” zijn
opgenomen, tijdens het formatteren worden gewist. Dat geldt ook voor beveiligde opnamen (pagina 41).
FILE NUMBER
x SERIES
RESET
– Hiermee wijst u de nummers opeenvolgend toe aan bestanden, zelfs als de “Memory Stick” wordt verwisseld.
– Hiermee stelt u elke keer als de “Memory Stick” wordt verwisseld de bestandsnummering opnieuw in, te
beginnen bij 0001.
/
LANGUAGE
x ENGLISH
– Hiermee geeft u de menu-items, waarschuwingen en meldingen in het Engels weer.
– Hiermee geeft u de menu-items, waarschuwingen en meldingen in het Japans weer.
CLOCK SET
OK / CANCEL
/ JPN
Hiermee stelt u de datum en tijd in (pagina 19).
Aanvullende informatie
RED EYE REDUCTION ON / xOFF
95-NL
SETUP 2
96-NL
Item
Instellingen
Functie
LCD
BRIGHTNESS
BRIGHT/
xNORMAL/DARK
Hiermee kiest u de LCD-helderheid. Dit heeft geen effect op de opgenomen beelden.
LCD BACKLIGHT
BRIGHT/
xNORMAL
Hiermee kiest u de helderheid van de LCD-verlichting. Als u “BRIGHT” kiest, wordt het scherm helder
en makkelijk zichtbaar wanneer u de camera buitenshuis of bij andere heldere omstandigheden gebruikt.
De batterijen raken dan echter wel sneller leeg. Wordt alleen weergegeven als u de camera met batterijen
gebruikt en als de POWER SAVE is ingesteld op OFF.
BEEP
SHUTTER
x ON
OFF
– Hiermee schakelt u het sluitergeluid in dat u hoort als u de sluiterknop loslaat.
– Hiermee schakelt u de pieptoon en het sluitergeluid in dat u hoort als u de regeltoets of de sluiterknop
gebruikt.
– Hiermee schakelt u de pieptoon en het sluitergeluid uit.
VIDEO OUT
NTSC
PAL
– Hiermee stelt u het video-uitgangssignaal in op de [NTSC]-stand (Japan, V.S.).
– Hiermee stelt u het video-uitgangssignaal in op de [PAL]-stand (Europa).
USB CONNECT
PTP/xNORMAL
Hiermee schakelt u de USB-modus in (pagina 42).
POWER SAVE
(DSC-P71)
x ON / OFF
Hiermee kiest u of er al dan niet gebruik moet worden gemaakt van de [POWER SAVE]-stand
(pagina 14).
Voorzorgsmaatregelen
Reinigen
Het LCD-scherm reinigen
Reinig het schermoppervlak met een LCDreinigingsset (niet meegeleverd) om
vingerafdrukken, stof etc. te verwijderen.
De lens reinigen
Reinig de lens met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof etc. te verwijderen.
Opmerking over de
bedrijfstemperatuur
De camera is ontworpen om te gebruiken
binnen het temperatuurbereik van 0 ° tot
40°. Het maken van opnamen op extreem
koude of warme locaties wordt afgeraden.
Als de camera direct van een koude in een
warme omgeving wordt gebracht, of in een
zeer vochtige ruimte, kan er zowel in als op
de camera condensvorming optreden. Deze
condens kan de werking van de camera
verstoren.
In de volgende omstandigheden
treedt er vaak condensvorming op:
• Als de camera van een koude omgeving bijvoorbeeld een skipiste - naar een goed
verwarmde ruimte wordt gebracht.
• Als de camera bijvoorbeeld vanuit een
ruimte of een auto met airconditioning in
de warme buitenlucht wordt gebracht.
Condensvorming voorkomen
Als u van een koude naar een warme
omgeving gaat, berg de camera dan op in
een afgesloten plastic tas en laat het toestel
vervolgens ongeveer een uur lang
acclimatiseren in de nieuwe omgeving. Als
de temperatuur van de camera gelijk is aan
de nieuwe omgevingstemperatuur, kunt de
camera uit de plastic tas halen.
Wanneer condensvorming is
opgetreden
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur totdat de condens is verdampt.
Wanneer u een opname gaat maken terwijl
zich condens aan de binnenkant van de lens
bevindt, is het onmogelijk heldere beelden
op te nemen.
De interne oplaadbare
knoopcelbatterij
Deze camera beschikt over een interne
oplaadbare knoopcelbatterij. Hierdoor
blijven de datum- en tijdgegevens en andere
instellingen bewaard, ook al is de stroom
uitgeschakeld.
Deze oplaadbare knoopcelbatterij wordt
altijd opgeladen zolang u de camera
gebruikt. Als u de camera echter alleen
gedurende korte perioden gebruikt, raakt de
knoopcelbatterij op den duur leeg. Als u de
camera ongeveer een maand lang niet
gebruikt, is de knoopcelbatterij volledig
ontladen. Zorg er in dat geval voor dat de
oplaadbare knoopcelbatterij wordt
opgeladen voordat u de camera in gebruik
neemt.
Als de oplaadbare knoopcelbatterij niet is
geladen, kunt u de camera toch gewoon
gebruiken, maar u kunt dan niet de datum en
de tijd opnemen.
De knoopcelbatterij opladen
Sluit de camera aan op een stopcontact
(netspanning) met behulp van de ACadapter of plaats opgeladen batterijen en
laat de camera ten minste 24 uur staan met
de POWER-toets op OFF.
Aanvullende informatie
De buitenkant van de camera
reinigen
Reinig de buitenkant van de camera met een
zachte doek die licht met water is
bevochtigd. Veeg vervolgens het oppervlak
met een droge doek droog. Gebruik geen
chemische oplosmiddelen zoals
verdunners, alcohol of benzeen, omdat
hierdoor de afwerking of de behuizing
kunnen worden beschadigd.
Condensvorming
97-NL
De “Memory Stick”
“Memory Stick” is een nieuw, compact,
draagbaar en veelzijdig IC-opslagmedium
met een grotere opslagcapaciteit dan een
diskette.
Er zijn twee typen “Memory Stick”: een
algemene “Memory Stick” en een
“MagicGate Memory Stick” die is voorzien
van de copyright-beveiligingstechnologie
MagicGate. Bij deze camera kunt u beide
typen “Memory Stick” gebruiken. Maar
aangezien uw camera de MagicGatestandaard niet ondersteunt, worden de
gegevens die u met uw camera opslaat, niet
beschermd door de copyrightbeveiliging
van MagicGate*.
* MagicGate is een copyrightbeveiligingstechniek
die gebruik maakt van encryptietechnologie.
98-NL
• Het is niet mogelijk om beelden op te nemen of
te wissen als de wispreventieschakelaar op
LOCK staat. De positie en de vorm van de
wispreventieschakelaar kunnen per type
“Memory Stick” verschillen.
De nikkelhydridebatterijen
De batterijen optimaal gebruiken
Aansluiting
Wispreventie
schakelaar
Plaats voor het etiket
• Verwijder de “Memory Stick” niet tijdens het
lezen of schrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen beschadigd raken als de
“Memory Stick” zich op een locatie met veel
statische elektriciteit of storingen bevindt.
• Plak geen dingen op het oppervlak, behalve het
meegeleverde etiket op de daarvoor bestemde
plaats.
• Bewaar de “Memory Stick” in het
meegeleverde draagetui als u deze wilt
opbergen of vervoeren.
• Raak de aansluitpunten van een “Memory
Stick” niet aan met uw hand of met een metalen
voorwerp.
• Sla niet met een “Memory Stick”, buig deze
niet en laat deze ook niet vallen.
• Haal een “Memory Stick” niet uit elkaar en
breng geen wijzigen aan.
• Stel een “Memory Stick” niet bloot aan water.
• De prestaties van de batterijen gaan
achteruit in een omgeving met lage
temperaturen. Bovendien gaan de
batterijen dan minder lang mee. De
batterijen gaan langer mee als u deze in
de meegeleverde batterijhouder op een
warme plaats, bijvoorbeeld in uw
broekzak of op een andere plaats dicht bij
uw lichaam bewaart. Plaats vervolgens de
batterijen pas vlak voor de opname in het
toestel.
• Als u het LCD-scherm of de zoomfunctie
vaak gebruikt, raken de batterijen sneller
leeg.
• We raden u aan om een aantal
reservebatterijen achter de hand te
houden, zodat u twee tot drie keer langer
dan normaal kunt opnemen. Verder is het
belangrijk om testopnamen te maken,
voordat u daadwerkelijk gaat opnemen.
• Stel de batterijen niet bloot aan water. De
batterijen zijn niet waterbestendig.
De levensduur van de batterijen
• De levensduur van de batterijen is
beperkt. De opslagcapaciteit van de
batterijen gaat in de loop der tijd beetje
bij beetje achteruit naarmate u de
batterijen langer gebruikt. Als de
batterijtijd aanzienlijk is bekort, wordt
dat waarschijnlijk veroorzaakt doordat de
batterijen het einde van hun levensduur
hebben bereikt.
• De levensduur van de batterijen varieert
afhankelijk van de omstandigheden
waarin deze zijn bewaard en gebruikt.
Verder verschilt de levensduur per
batterij.
Camera
Technische gegevens
Systeem
Beeldchip
Aanvullende informatie
DSC-P71
8,93 mm (1/1,8 typ) kleurCCD
Primair kleurenfilter
DSC-P51
6,64 mm (1/2,7 typ) kleurCCD
Primair kleurenfilter
DSC-P31
6,64 mm (1/2,7 typ) kleurCCD
Primair kleurenfilter
Totaal aantal pixels van de camera
DSC-P71
Ca. 3 300 000 pixels
DSC-P51
Ca. 2 100 000 pixels
DSC-P31
Ca. 2 100 000 pixels
Lens
DSC-P71
3× zoomlens
f=8 tot 24,0 mm (35 mm
cameraconversie: 39 tot 117 mm)
F2.8~5.3
DSC-P51
2× zoomlens
f=6,3 tot 12,6 mm (35 mm
cameraconversie: 41 tot 82 mm),
F3.8
DSC-P31
Enkelfocuslens
f=5 mm (35 mm cameraconversie:
33 mm), F2.8
Effectief aantal pixels van de camera
DSC-P71
Ca. 3 210 000 pixels
DSC-P51
Ca. 1 980 000 pixels
DSC-P31
Ca. 1 980 000 pixels
Belichtingssysteem
Automatisch,
Scene Selection (3 modi)
Witbalans
Automatisch, daglicht, bewolkt,
natriumlampen, kwiklampen
Bestandsformaat
DSC-P71
Stilstaande beelden: DCF-conform
(Exif-versie 2.1, JPEG-conform
GIF bij Clip Motion)
DPOF-compatibel
Films: MPEG1-conform
(zonder geluid)
DSC-P51
Stilstaande beelden: DCF-conform
(Exif-versie 2.2, JPEG-conform
GIF bij Clip Motion)
DPOF-compatibel
Films: MPEG1-conform
(zonder geluid)
DSC-P31
Stilstaande beelden: DCF-conform
(Exif-versie 2.1, JPEG-conform
GIF bij Clip Motion)
DPOF-compatibel
Films: MPEG1-conform
(zonder geluid)
Opnamemedium
“Memory Stick”
99-NL
Flitser
Aanbevolen afstand
DSC-P71: 0,5 tot 3,8 m (W)
0,5 tot 2,5 m (T)
DSC-P51: 0,4 tot 2,8 m (W/T)
DSC-P31: 0,4 tot 3,8 m
(als de ISO-gevoeligheid is ingesteld
op Auto)
Uitgangen
VIDEO OUT-aansluiting
Ministekker
1 Vp-p, 75 ohm, ongebalanceerd,
synchr. negatief
USB-aansluiting Mini-B
LCD-scherm
Gebruikt LCD-paneel
DSC-P71
3,8 cm (1,5 typ) TFT-besturing
DSC-P51
4,0 cm (1,6 typ) TFT-besturing
DSC-P31
4,0 cm (1,6 typ) TFT-besturing
Totaal aantal beeldpunten
DSC-P71
123 200 (560×220) puntjes
DSC-P51
61 600 (280x220) punten
DSC-P31
61 600 (280x220) punten
Voeding e.d.
Voeding
100-NL
AA-nikkel-hydridebatterijen (2)
2,4 V
AC-LS1 AC-adapter
(niet meegeleverd), 4,2 V
Stroomverbruik (tijdens het opnemen)
DSC-P71
2,1 W
DSC-P51
1,7 W
DSC-P31
1,7 W
Bereik bedrijfstemperatuur
0 ° tot +40 °C
Bereik opslagtemperatuur
−20 ° tot +60 °C
Afmetingen DSC-P71
124,9 × 58 × 43,6 mm
DSC-P51
126,9 × 58 × 47 mm
DSC-P31
106 × 58 × 39,5 mm
(B/H/D, exclusief uitstekende delen)
Gewicht
DSC-P71
Ca. 284 g (camera inclusief twee
batterijen, “Memory Stick” en
polsbandje)
DSC-P51
Ca. 275 g (camera inclusief twee
batterijen, “Memory Stick” en
polsbandje)
DSC-P31
Ca. 231 g (camera inclusief twee
batterijen, “Memory Stick” en
polsbandje)
BC-CS1 Ni-MH-batterijoplader
Voeding
100 tot 240 V wisselstroom 50/60 Hz
2,2 W
Uitgangsspanning
AA : 1,8 V gelijkstroom 165 mA × 2
AAA : 1,8 V gelijkstroom 70 mA × 2
Afmetingen 70 × 29 × 74 mm (B/H/D)
Gewicht
Ca. 70 g
Bereik bedrijfstemperatuur
0 ° tot +40 °C
AC-LS1 AC-adapter (niet
meegeleverd)
Voeding
100 tot 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Nominaal uitgangsvoltage
4,2 V gelijkstroom, 1,5 A
Buitenafmetingen
105 × 36 × 56 mm (B/H/D, exclusief
uitstekende onderdelen)
Gewicht
Ca. 180 g (alleen de adapter)
Bereik bedrijfstemperatuur
0 ° tot +40 °C
Bereik opslagtemperatuur
−20 ° tot +60 °C
Accessoires
•
•
•
•
•
•
•
Videoverbindingskabel (1)
R6 (AA-formaat) Ni-MH-batterijen (2)
Ni-MH-batterijoplader (1)
Netsnoer (1)
USB-kabel (1)
Polsbandje
“Memory Stick” (8 MB voor de DSC-P31,
16 MB voor de DSC-P71/P51) (1)
• CD-ROM (USB-stuurprogramma: SPVD-008) (1)
• Gebruiksaanwijzing (1)
Het ontwerp en de technische gegevens kunnen
worden gewijzigd zonder voorafgaande
kennisgeving.
Het LCD-scherm
Voor het opnemen van
stilstaande beelden
1
2
3
4
5
qs
qd
qf
qg
qh
2048
3.0m
6
7
8
qj
SOLARIZE
F5.6
+
9
q;
qa
A
B
C
D
Beeldformaatindicator (22, 23)
Indicator opnamestand (63)
AE/AF LOCK-indicator (24, 57)
Indicator resterende batterijtijd
(14)
ISO
w;
wa
ws
wd
E Flitserstand (28)/Rodeogenreductie (29)/
Witbalansindicator (55)/Indicator
AF-belichter (29, 95)
F Indicator datum en tijd (30)
ISO-gevoeligheid (90)
G Scherpte-indicator (91, 92, 93)
• Als u op de MENU-toets drukt, wordt het
menuscherm weergegeven of verwijderd.
•
(SPOT METER) wordt niet weergegeven
op het menu van de DSC-P51/P31 (pagina 59).
Aanvullende informatie
WB
qk
ql
H Beeldeffectindicator (58)
I Waarschuwing geringe
batterijlading (14)
J AF-bereikzoeker (56)
K Richtpunt puntbelichting (59)
L Beeldkwaliteitindicator (22, 23)
M Indicator Scene Selection-stand
N Indicator resterende beelden (23)
Zelfdiagnosedisplay (88)
O Indicator resterende “Memory
Stick”-capaciteit (23)
P Center AF
-indicator (56)/
Brandpuntsafstand (58)
Q Indicator EV-regeling (54)
R Indicator diafragmawaarde
S Indicator sluitersnelheid
T Macro
(DSC-P71) (26)
U Zelfdiagnosedisplay (27)
V Waarschuwingsindicator voor
trillingen (87)
W Menuscherm (53)
101-NL
Voor films
1
2
3
4
5
7
8
9
q;
160
STBY
SOLARIZE
qa
qs
qd
+
6
WB
A Indicator opnamestand (72)
B Indicator resterende batterijtijd
(14)
C Witbalansindicator (55)
D Beeldeffectindicator (58)
E Richtpunt puntbelichting (59)
F AF-bereikzoeker (56)
G Beeldformaatindicator (72)
H Indicator resterende opnametijd
(maximale opnametijd) (16)/
Zelfdiagnosedisplay (88)
I Indicator resterende “Memory
Stick”-capaciteit (23)
J Center AF
-indicator (56)/
Brandpuntsafstand (58)
102-NL
ISO
qf
K Indicator EV-regeling (54)
L Macro
(DSC-P71) (26)
M Zelfontspannerindicator (27)
N Menuscherm (53)
• Als u op de MENU-toets drukt, wordt het
menuscherm weergegeven of verwijderd.
•
(SPOT METER) wordt niet weergegeven
op het menu van de DSC-P51/P31 (pagina 59).
Tussen haakjes wordt verwezen naar
pagina’s met belangrijke aanvullende
informatie.
Voor het afspelen van
stilstaande beelden
Voor het afspelen van films
1
640
2
x1.3
11/12
5
6
7
8
q;
qa
320
qs
8/8
0:12
3
qd
qf
qg
qh
qj
4
9
DELETE PROTECT
BACK/NEXT
•
PRINT
SLIDE
OK
qk
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
Beeldformaatindicator (73)
Indicator opnamestand (72, 73)
Afspeelindicator (73)
Filmnummer/Aantal films
opgenomen op de “Memory
Stick” (73)
Resterende “Memory Stick”capaciteit (73)
Teller (73)
Afspeelscherm (73)
Afspeelbalk (73)
Menuscherm (53)
Aanvullende informatie
A Indicator opnamestand (63)
B Beveiligingsindicator (67)/
Afdrukmarkeringsindicator (70)
C Zoomindicator (64)
D Bestandsnaam (50)
E Aantal beelden opgenomen op
de “Memory Stick” (23)
F Indicator resterende “Memory
Stick”-capaciteit (23)
G Beeldnummer (23)
H Beeldformaatindicator (22, 23)
I Indicator opnamedatum en -tijd
(30)/Menuscherm (53)
Tussen haakjes wordt verwezen naar
pagina’s met belangrijke aanvullende
informatie.
103-NL
Register
A
AE/AF-vergrendeling ................................ 24, 57
AE/AF-vergrendelingslampje ............................ 7
AF-belichter ......................................... 10, 29, 95
AF-stand .......................................................... 24
AF-vergrendeling ............................................ 57
AF-vergrendelingslampje (groen) ............... 9, 11
Automatische uitschakelfunctie ...................... 18
B
Batterijen
Batterijen .................................................... 12
Batterijtijd ................................................... 16
Indicator resterende batterijtijd ................... 14
Oplaadtijd ................................................... 13
Beeldeffecten ................................................... 58
Beelden
Beelden kopiëren .................................. 46, 52
Beeldformaat .................................. 22, 23, 89
Beeldkwaliteit ............................................. 22
Bestandsnamen ........................................... 49
Wijze van opslaan ....................................... 49
Beelden kopiëren ............................................. 46
Beelden wissen ................................................ 37
Belichting
EV-regeling ................................................. 54
Bestand
Bestandsnamen ........................................... 49
Wijze van opslaan ....................................... 49
Bijsnijden ......................................................... 65
Buitenland, camera gebruiken ......................... 17
104-NL
C
G
CD-ROM ......................................................... 43
Close-ups opnemen (Macro) ........................... 26
Computer
Beelden kopiëren .................................. 46, 52
Films naar uw computer kopiëren .............. 78
USB-kabel ................................................... 45
USB-stuurprogramma ................................. 43
Condensvorming .............................................. 97
GIF ................................................................... 50
D
Datum en tijd instellen ..................................... 19
Datum en tijd op het beeld weergeven ............ 30
DC-stekker ....................................................... 17
DIVIDE ........................................................... 76
I
Indexscherm ..................................................... 34
Installeren
USB-stuurprogramma ................................. 43
Instellingen
Beeldformaat ................................... 22, 23, 89
Beeldkwaliteit ............................................. 22
Datum en tijd .............................................. 19
Menu wijzigen ............................................ 53
SET UP ....................................................... 53
ISO ................................................................... 90
J
E
JPG ................................................................... 50
E-MAIL ........................................................... 63
Enkelvoudige beelden weergeven ................... 34
EV-regeling ...................................................... 54
L
F
Films
Continu opnemen ........................................ 16
Films naar uw computer kopiëren .............. 78
Films opnemen ............................................ 72
Films splitsen .............................................. 76
Films weergeven ......................................... 73
Films wissen ............................................... 74
Flitser
Een flitserstand kiezen ................................ 28
FLASH LEVEL .................................... 91, 92
RED EYE REDUCTION ........................... 29
FORMAT ......................................................... 41
LCD-schermdisplay
DISPLAY/LCD ON/OFF ............................ 30
Helderheid ................................................... 96
M
Memory Stick
Aantal beelden dat kan worden
opgenomen ............................................. 23
Een “Memory Stick” formatteren ............... 41
Een “Memory Stick” plaatsen ..................... 21
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen / beschikbare opnametijd ...... 89
Menu
Menu wijzigen .............................................53
Modusknop .........................................7, 9, 11, 53
MPG .................................................................50
N
NR-stand voor lange sluitertijden ....................33
NTSC ................................................................96
O
Opladen
Batterijen opladen ........................................12
Oplaadtijd ....................................................13
Opnamestand
Clip Motion .................................................60
E-MAIL .......................................................63
MPEG MOVIE ............................................72
Opnemen (met automatische
instellingen) ............................................24
Opnemen in de Multi Burst-stand ...............62
P
PAL ...................................................................96
Pieptoon en sluitergeluid ..................................96
R
RED EYE REDUCTION ...........................29, 95
Regeltoets .........................................................18
RESET-knop .......................................7, 9, 11, 88
S
SCENE SELECTION ......................................32
Scherpstellen
AE/AF-vergrendelingslampje ....................... 7
AF-vergrendeling ........................................ 57
Brandpuntsafstanden .................................. 58
Opnemen (met automatische instellingen) .... 24
SCN ................................................................. 32
SHARPNESS .................................................. 91
Stilstaande beelden afspelen
Beelden weergeven op
een computer .................................... 51, 52
Beelden weergeven op een tv-scherm ........ 36
Beeldenreeks ............................................... 65
De zoomfunctie gebruiken .......................... 26
Enkelvoudige beelden weergeven .............. 34
Indexscherm (9 beelden) ............................ 35
Quick Review ............................................. 25
ROTATE ..................................................... 66
Stilstaande beelden bewerken
Afdrukmarkering ........................................ 70
Beveiligen ................................................... 67
Formaat wijzigen ........................................ 69
Stilstaande beelden opnemen
Aantal beelden dat kan worden
opgenomen ....................................... 16, 23
Aantal beelden dat kan worden
opgeslagen ............................................. 89
AE/AF-vergrendelingslampje ....................... 7
AF-stand ..................................................... 24
Beeldeffecten .............................................. 58
Beeldformaat .............................................. 22
Beeldkwaliteit ............................................. 22
Close-ups opnemen (Macro) ...................... 26
Datum en tijd op het beeld weergeven ....... 30
De zelfontspanner gebruiken ...................... 27
Een flitserstand kiezen ................................ 28
EV-regeling ................................................. 54
Met automatische instellingen .................... 24
Puntbelichting ............................................. 59
SCENE SELECTION ................................. 32
WHITE BALANCE .................................... 55
Zoomfunctie ................................................ 26
T
Toegangslampje ............................................... 21
Tv-toestel ......................................................... 36
U
USB ........................................................... 43, 45
V
Videoverbindingskabel .................................... 36
Voeding
Batterijen ..................................................... 12
Batterijen plaatsen ...................................... 15
Externe stroombron .................................... 17
ON/OFF ...................................................... 18
Voorzorgsmaatregelen ..................................... 97
W
Waarschuwingen en meldingen ....................... 87
Z
Zelfontspanner ................................................. 27
Zoeker .............................................................. 30
Zoomfunctie
De zoomfunctie gebruiken .......................... 26
Digitale zoom .............................................. 26
Vergroot weergeven .................................... 64
105-NL
010BCO.FM Page 108 Friday, August 9, 2002 5:14 PM
3 0 7 4 3 5 1 4 4
Stampato su carta riciclata con
inchiostro a base di olio vegetale
senza COV (composto organico
volatile).
Gedrukt op kringlooppapier met
VOC (vluchtige organische
verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
Sony Corporation Printed in Japan