Documenttranscriptie
3-084-996-46(1)
Digital Still Camera
Istruzioni per l’uso
IT
Prima di usare l’apparecchio, leggere attentamente questo manuale e
conservarlo per riferimenti futuri.
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel gaat
bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog kunt
raadplegen.
DSC-F828
© 2003 Sony Corporation
NL
Nederlands
Voor klanten in Nederland
WAARSCHUWING
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan
3 meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Informatie voor kopers in
Europa
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Let op
De elektromagnetische velden bij de
specifieke frequenties kunnen het beeld van
deze camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
wordt onderbroken (of mis gaat), start u het
applicatieprogramma dan opnieuw, of maak de
USB-kabel even los en sluit deze dan weer aan.
In sommige landen of gebieden zijn
voorschriften van toepassing inzake het
afvoeren van de accu die voor dit product
wordt gebruikt.
NL
2
Voordat u uw camera in gebruik neemt
Proefopname
Houd rekening met auteursrechten
Voordat u unieke gebeurtenissen gaat
vastleggen, is het verstandig om eerst een
proefopname te maken. Dan bent u er zeker
van dat de camera naar behoren functioneert.
Op televisieprogramma's, films, videobanden
en ander beeldmateriaal kunnen
auteursrechten rusten. Het maken van
opnamen van dergelijk materiaal zonder
toestemming kan in strijd zijn met de
bepalingen van het auteursrecht.
Geen vergoeding voor schade aan
opnamen
Wanneer opnemen of weergeven niet mogelijk
is ten gevolge van een storing van
bijvoorbeeld uw camera of het
opnamemedium, wordt in geen geval een
schadevergoeding uitgekeerd.
Maak reservekopieën
Kopieer de gegevens altijd naar een andere
diskette om het risico van mogelijk verlies van
beeldgegevens te vermijden.
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de universele
standaard "Design rule for Camera File
system" (ontwerpregels voor
bestandssystemen van camera's) van de
JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
• Het kunnen afspelen op andere apparatuur
van beelden die op deze camera zijn
opgenomen, en het kunnen afspelen op deze
camera van beelden die met andere
apparatuur zijn opgenomen of bewerkt,
wordt niet gegarandeerd.
Stel de camera niet bloot aan
trillingen en stoten
Behalve dat hierdoor de werking van de
camera kan worden belemmerd en het
opnemen van beelden onmogelijk wordt
gemaakt, kan ook het opslagmedium
onbruikbaar raken en kunnen beeldgegevens
beschadigd raken of verloren gaan.
LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen
modellen met een LCD-zoeker) en
lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
geproduceerd met hogeprecisietechnologie:
meer dan 99,99% van de pixels zijn geschikt
voor gebruik. Er kunnen echter enkele
minuscule zwarte en/of heldere puntjes
(wit-, rood-, blauw- of groengekleurd)
permanent op het LCD-scherm of de LCDzoeker aanwezig zijn. Deze puntjes zijn een
normaal gevolg van het productieproces en
hebben geen enkele invloed op de opname.
• Wees voorzichtig als u de camera bij het
raam of buitenshuis neerzet. Er kunnen
storingen optreden als u het LCD-scherm, de
zoeker of de lens gedurende langere
perioden aan direct zonlicht blootstelt.
• Druk niet te hard op het LCD-scherm. Als
het scherm niet meer effen is, kunnen er
storingen optreden.
• In een koude omgeving kan het gebeuren dat
de foto's traag op het LCD-scherm
verschijnen. Dit is geen storing.
De zoomlens
Deze camera is voorzien van een zoomlens.
Zorg dat u de lens niet aan schokken
blootstelt, en dat u er geen kracht op uitoefent.
NL
Vuil verwijderen van het oppervlak
van de flitser
Als de kleur verandert door stof of als vuil aan
het oppervlak van de flitser blijft plakken
vanwege de hitte van de flitser, wordt er
mogelijk onvoldoende licht geproduceerd.
Zorg ervoor dat de camera niet nat
wordt
Wanneer u buitenopnamen maakt in de regen
of onder soortgelijke omstandigheden, moet u
ervoor zorgen dat de camera niet nat wordt.
Als er water in de camera komt, werkt de
camera mogelijk niet goed meer en kan deze
soms niet meer worden gerepareerd. Als er
condensvorming optreedt, moet u de
aanwijzingen op pagina 146 bestuderen en de
condens verwijderen, voordat u de camera
gebruikt.
NL
3
Zorg dat er geen zand of stof in de
camera komt
Als u de camera in een zanderige of stoffige
omgeving gebruikt, kunnen er storingen
optreden.
Richt de camera niet op de zon of op
een andere heldere lichtbron
Dit kan onherstelbare schade aan uw ogen
veroorzaken of storingen in de camera.
Opmerking over de locaties waar u
de camera kunt gebruiken
Gebruik de camera niet in de buurt van een
locatie die sterke radiogolven genereert of bij
een stralingsbron. De camera kan dan wellicht
niet goed opnemen of afspelen.
De foto's in deze handleiding
De voorbeeldfoto's in deze handleiding zijn
reproducties; het zijn geen foto's die
daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
NL
4
De Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl Zeisslens waarmee hoogwaardige opnamen
kunnen worden gemaakt. De lens van deze
camera maakt gebruik van het MTF#meetsysteem voor camera's. Dit systeem is
gezamenlijk ontwikkeld door Carl Zeiss in
Duitsland en Sony Corporation, en biedt
dezelfde kwaliteit als andere Carl Zeisslenzen.
De lens van uw camera is tevens voorzien
van een T*-coating om ongewenste reflectie
te onderdrukken en een getrouwe
kleurweergave te bieden.
#
MTF is een afkorting van Modulation Transfer
Function (modulatieoverdrachtsfunctie), een
numerieke waarde die de lichtsterkte aangeeft
van een specifiek gedeelte van het onderwerp
dat wordt overgebracht naar een
overeenkomstige positie in het beeld.
Handelsmerken
• "Memory Stick",
en "MagicGate
Memory Stick" zijn handelsmerken van
Sony Corporation.
• "Memory Stick Duo" en
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "Memory Stick PRO" en
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "MagicGate" en
zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
• "InfoLITHIUM" is een handelsmerk van
Sony Corporation.
• Microsoft en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van U.S. Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en in
andere landen.
• Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn
handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Pentium is een handelsmerk of gedeponeerd
handelsmerk van Intel Corporation.
• CompactFlash is een handelsmerk van
SanDisk Corporation.
• Microdrive is een gedeponeerd handelsmerk
van Hitachi Global Storage Technologies in
de Verenigde Staten en/of in andere landen.
• Verder zijn de systeem- en productnamen die
in deze handleiding worden vermeld, over
het algemeen handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van hun
respectievelijke ontwikkelaars of
fabrikanten. De ™- of ®-markeringen
worden echter niet altijd in deze handleiding
vermeld.
Inhoud
Voordat u uw camera in gebruik neemt ....3
De onderdelen herkennen..........................8
Aan de slag
De accu opladen ......................................13
De netspanningsadapter gebruiken .........16
De camera in het buitenland
gebruiken ........................................16
De camera in- en uitschakelen ................17
De multiselectieknop gebruiken..............17
Datum en tijd instellen ............................18
Stilstaande beelden opnemen
Een opslagmedium plaatsen
en verwijderen ................................20
Van opslagmedium veranderen ..........20
Een "Memory Stick" plaatsen en
verwijderen .....................................21
Een Microdrive/CF-kaart plaatsen en
verwijderen .....................................22
Het formaat van stilstaande beelden
instellen...........................................23
Beeldformaat en kwaliteit .......................24
Basisbediening voor het opnemen
van stilstaande beelden –
Met automatische instellingen ........26
Het laatst opgenomen beeld
controleren – Quick Review ...........28
Beelden opnemen met de zoeker ........28
Indicatoren op scherm tijdens
opnemen ......................................... 29
De zoomfunctie gebruiken ................. 29
De lensstand wijzigen......................... 31
Close-ups opnemen – Macro .............. 32
De zelfontspanner gebruiken.............. 33
De flitser gebruiken ............................ 33
De datum en tijd aan een stilstaand
beeld toevoegen.............................. 35
Opnamen aanpassen aan de
omstandigheden – Scènekeuze....... 37
Stilstaande beelden
weergeven
Beelden weergeven op het scherm
van de camera................................. 39
Beelden weergeven op een tv-scherm....... 41
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen ....................................... 43
Een opslagmedium formatteren .............. 45
Aan de slag met uitgebreide
functies
De camera instellen en bedienen ............ 47
Menu-instellingen wijzigen ................ 47
Items wijzigen in het
SET UP-scherm.............................. 48
De opdrachtknop gebruiken ................48
De kwaliteit van het stilstaande
beeld bepalen ..................................49
Een map maken of selecteren..................50
Een nieuwe map maken ......................50
De opnamemap selecteren ..................51
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
Handmatige functies voor maken
van foto's......................................52
Belichting (sluitertijd, diafragma en
ISO-gevoeligheid)
Opnemen met geprogrammeerde
instellingen......................................54
Programmaverschuiving .....................54
Opnemen in voorkeursmodus
sluitertijd .........................................55
Opnemen in voorkeursmodus
diafragma ........................................56
Opnemen met handmatig ingestelde
belichting ........................................58
De meetmodus selecteren........................59
De belichting instellen
– EV-regeling .................................60
Een histogram weergeven ...................61
Opnemen met vaste belichtingswaarde
– AE LOCK ...................................63
NL
5
NL
6
Drie opnamen maken met verschoven
belichtingswaarden
– Belichtingsvariatie ...................... 64
De ISO-gevoeligheid selecteren
– ISO............................................... 65
Scherpstellen
Een methode voor automatisch
scherpstellen kiezen........................ 66
Een kader voor de AF-bereikzoeker
kiezen – AF-bereikzoeker ............. 66
Een methode voor scherpstellen
kiezen – AF-modus ....................... 67
Met de hand scherpstellen....................... 68
Flitser
Een flitserstand kiezen ............................ 69
Het flitsniveau instellen
– Flitsniveau .................................. 72
Een externe flitser gebruiken .................. 72
De Sony-flitser gebruiken................... 73
Een commercieel beschikbare,
externe flitser gebruiken ................. 73
Kleur
De kleurtonen instellen – Witbalans ........74
De modus voor kleurweergave
kiezen – Color ............................... 76
Burst
Meerdere beelden achter elkaar
opnemen ......................................... 76
Opnemen in de Multi Burst-modus
– Multi Burst ................................. 77
Overige
Opnemen in het donker .......................... 78
Nachtopname...................................... 79
Nachtinstelling ................................... 79
Opnemen met speciale effecten
– Beeldeffecten ............................. 80
Stilstaande beelden opnemen
in RAW-modus – RAW ................ 81
Stilstaande beelden opnemen in TIFFmodus – TIFF ............................... 81
Stilstaande beelden opnemen
voor e-mail – E-Mail ..................... 82
Stilstaande beelden met
geluidsbestanden opnemen
– Voice .......................................... 83
Geavanceerd weergeven van
stilstaande beelden
De map selecteren en beelden afspelen
– Folder ......................................... 84
Een deel van een stilstaand beeld
vergroten ........................................ 85
Een beeld vergroten
– Vergroot weergeven.................... 85
Een vergroot beeld opnemen
– Bijsnijden .................................... 86
Opeenvolgende beelden afspelen
– Beeldenreeks .............................. 86
Stilstaande beelden draaien
– Rotate ........................................ 87
Beelden afspelen die zijn opgenomen
in de Multi Burst-modus.................88
Onafgebroken afspelen .......................88
Beeldje voor beeldje afspelen .............89
Stilstaande beelden bewerken
Beelden beveiligen – Beveiligen ............90
Het beeldformaat wijzigen
– Formaat wijzigen ........................91
Beelden kiezen om af te drukken
– Afdrukmarkering (DPOF) ..........92
Stilstaande beelden
afdrukken (PictBridge-printer)
Aansluiten op een PictBridge-printer......94
De camera voorbereiden .....................94
De camera aansluiten op de printer.....94
Beelden afdrukken ..................................95
Indexbeelden afdrukken ..........................97
Films bekijken
Films opnemen ......................................101
Films weergeven op het scherm............102
Films wissen..........................................103
Films bewerken .....................................104
Films splitsen ....................................105
Overbodige fragmenten wissen ........105
Beelden op de computer
weergeven
Beelden naar de computer kopiëren
– Voor Windows-gebruikers ........106
Het USB-stuurprogramma
installeren......................................107
"Image Transfer" installeren .............108
"ImageMixer" installeren..................109
De camera aansluiten op
de computer ..................................110
Beelden kopiëren met "Image
Transfer" .......................................111
De instellingen voor "Image
Transfer" wijzigen ........................112
Beelden kopiëren zonder "Image
Transfer" .......................................113
Beelden weergeven op een
computer .......................................115
Opslagbestemmingen
en bestandsnamen voor
beeldbestanden..............................116
Een beeld bekijken dat eerder
naar een computer is
gekopieerd ....................................118
Beelden naar de computer kopiëren
– Voor Macintosh-gebruikers.......119
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen ....................... 121
Waarschuwingen en meldingen ............ 133
Zelfdiagnosedisplay – Als er een
code verschijnt die met een
letter begint .................................. 136
Aanvullende informatie
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen/Beschikbare
opnametijd.................................... 137
Menu-opdrachten.................................. 140
SET UP-items ....................................... 143
Voorzorgsmaatregelen .......................... 146
De "Memory Stick" .............................. 148
De Microdrive....................................... 149
De "InfoLITHIUM"-accu ..................... 150
Technische gegevens ............................ 151
Displayvenster ...................................... 153
LCD-scherm/-zoeker ............................ 154
Naslagkaart ........................................... 159
Index
Index ..................................................... 162
NL
7
O
P
Q
De onderdelen herkennen
Raadpleeg de pagina's die tussen haakjes
worden vermeld voor informatie over de
bediening.
1
2
3
4
5
q;
qa
qs
qd
qf
qg
qh
qj
qk
ql
w;
6
7
8
9
NL
8
A Displayvenster
B WB-toets (Witbalans) (74)
C
-toets (Verlichting
displayvenster)
D
-toets (Belichting (58, 60)
E Sluiterknop (26)
F Gedeelte voor Hologram AF
(34, 143)
G Lampje zelfontspanner (33)
H
I
J
K
L
M
Zoomring (29)
Scherpstelring (68)
Flitsgedeelte (33)
Infraroodgedeelte (78)
Luidspreker
Aansluiting voor geavanceerde
accessoires (72)
N
OPEN (FLASH)-schakelaar
(70)
-toets (Meetmodus) (59)
-toets (Flitser) (69)
/BRK-toets (Burst/Bracket)
(64, 76, 77)
R
-toets (Macro) (32)
S NIGHTSHOT/NIGHTFRAMINGtoets (78)
T FOCUS (AUTO/MANUAL)schakelaar (68)
• Als u op de
-toets (Verlichting
displayvenster) drukt, wordt de verlichting in
het displayvenster ingeschakeld gedurende
ongeveer zeven seconden.
M:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
A
B
C
D
E
F
G
H
MENU-toets (47, 140)
-lampje (Flitser) (69)
Multiselectieknop (v/V/b/B) (17)
Afdekklepje aansluitingen (13, 16)
A/V OUT (MONO)-aansluiting (41)
(USB)-aansluiting (110)
DC IN-aansluiting (13, 16)
/CF-schakelaar ("Memory
Stick"/CF-kaart) (20)
I Toegangslampje (21)
q;
qa
qs
qd
K
qf
qg
L
M
N
O
Voor het opnemen met
handmatig ingestelde
belichting
SCN: Voor het opnemen in de
modus voor scènekeuze
SET UP: Voor het instellen van
de SET UP-items
: Voor het opnemen van films
: Voor het weergeven of
bewerken van beelden
AE LOCK/ -toets (Wissen)
(43, 63)
Opdrachtknop (48)
OPEN (CF)-hendel (22)
Afdekklepje CF-kaart (22)
Uitwerphendel CF-kaart (23)
J Modusknop (26)
: Voor het opnemen van
stilstaande beelden met
automatische instellingen
P: Voor het opnemen van
stilstaande beelden met
geprogrammeerde
instellingen
S: Voor het opnemen in de
voorkeursmodus sluitertijd
A: Voor het opnemen in de
voorkeursmodus diafragma
NL
9
7
1
8
2
3
4
5
6
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
NL
10
LCD-scherm
Zoeker (28)
Instelknop van zoeker (28)
FINDER/LCD-schakelaar (28)
-toets (Schermstatus) (29)
/
-toets (Zelfontspanner/
Register) (33, 40)
POWER-lampje (17)
POWER-schakelaar (17)
-toets (Digitale zoom/Vergroot
weergeven) (29, 85)
7-toets (Quick review) (28)
9
q;
1
5
2
6
3
7
4
8
9
De lensdop en de schouderband bevestigen
A
B
C
D
E
F
G
H
I
Bevestiging voor schouderband
Statiefaansluiting
Microfoon
Lens
ACC-aansluiting (accessoires)
Accu-/"Memory Stick"-deksel (13)
RESET-toets (121)
Uitwerphendel accu (14)
Bevestiging voor schouderband
• Gebruik de ACC-aansluiting (voor accessoires)
om een externe flitser of het statief voor
afstandsbediening aan te sluiten.
• Gebruik een statief met een schroeflengte van
maximaal 5,5 mm. Als u een statief met een
langere schroef gebruikt, is het niet mogelijk
om de camera stevig op het statief te
bevestigen. Hierdoor kan de camera
beschadigen.
Lensdop
Schouderband
NL
11
De lenskap bevestigen
De lenskap opbergen
Als u opnames maakt bij heldere
omstandigheden, bijvoorbeeld buitenshuis,
adviseren wij u de lenskap te gebruiken om
vermindering van de beeldkwaliteit door
overtollig licht te beperken.
De lenskap kan ook in omgekeerde richting
worden bevestigd, zodat deze bij de camera
kan worden bewaard als de kap niet wordt
gebruikt.
1 Plaats de lenskap op de wijze zoals
hieronder wordt aangegeven door de
-markering op de lenskap en de
x-markering op de lens uit te lijnen en
de kap aan de lens te bevestigen.
2 Draai de lenskap naar rechts totdat deze
vastklikt.
NL
12
1 Plaats de lenskap op de wijze zoals
hieronder wordt aangegeven door de
-markering op de lenskap en de
x-markering op de lens uit te lijnen en
de kap aan de lens te bevestigen.
2 Draai de lenskap naar rechts totdat deze
vastklikt.
• U kunt de lensdop aanbrengen terwijl de
lenskap is bevestigd.
• Wanneer de lenskap is bevestigd, kan deze
flitslicht, licht van de Hologram AF of
infraroodstraling blokkeren.
Aan de slag
De accu opladen
3
1
b-markering
2
, Maak het accu-/"Memory
Stick"-deksel open.
, Plaats de accu en sluit het
accu-/"Memory Stick"-deksel.
Schuif het deksel in de richting van de pijl.
Schuif de accu met de b-markering in de
richting van de accubehuizing, zoals wordt
aangegeven in de afbeelding.
Controleer of de accu goed vastzit en sluit
het deksel.
• Zorg ervoor dat u de camera uitschakelt
bij het opladen van de accu (pagina 17).
• De camera werkt alleen met de
"InfoLITHIUM" NP-FM50-accu (M-serie)
(meegeleverd). U kunt alleen accu's uit de
M-serie gebruiken (pagina 150).
Afdekklepje
aansluitingen
DC-stekker
2
1
2
Aan de slag
Uitwerphendel
accu
• U kunt de accu op eenvoudige wijze plaatsen
door de uitwerphendel aan de voorkant van het
batterijvak naar voren te duwen.
3
Netspanningsadapter
, Open het afdekklepje van de
aansluitingen en sluit de
netspanningsadapter
(meegeleverd) aan op de DC
IN-aansluiting van de camera.
Open het deksel in de richting van de pijl,
zoals hierboven is aangegeven. Sluit de
stekker aan met de v-markering naar boven
gericht.
• Zorg dat de DC-stekker van de
netspanningsadapter niet in contact komt met
een metalen voorwerp, aangezien dat storingen
kan veroorzaken.
• Reinig de DC-stekker van de
netspanningsadapter met een droog
wattenstaafje. Gebruik de adapter niet als de
stekker vuil is. Als de stekker vuil is, wordt de
accu mogelijk niet goed opgeladen.
NL
13
2 Naar een stopcontact
Netsnoer
1
4
– De modusknop is ingesteld op
– [LCD Backlight] of [EVF Backlight] is
ingesteld op [Normal]
– Een "Memory Stick" wordt gebruikt
– De functie Nachtopname of Nachtinstelling
niet wordt gebruikt
• Nadat de accu is opgeladen, verwijdert u de
netspanningsadapter uit de DC IN-aansluiting
van de camera en uit het stopcontact.
Uitwerphendel accu
Tijdens het opladen knippert het
accusymbool in het displayvenster en als
het opladen is voltooid, wordt "Full"
weergegeven.
De beschikbare opnametijd wordt
aangegeven
Maak het accu-/"Memory Stick"-deksel
open. Schuif de uitwerphendel van de accu
in de richting van de pijl en verwijder de
accu.
• Let erop dat u de accu niet laat vallen tijdens
het verwijderen.
14
De indicatoren voor de resterende accutijd op het
scherm of in het displayvenster geven aan hoeveel
tijd er nog is voor opnemen of weergeven.
80min
De accu verwijderen
, Sluit het netsnoer eerst aan op
de netspanningsadapter en
vervolgens op een stopcontact.
NL
Indicatoren resterende
accutijd
• De beschikbare opnametijd op het
displayvenster wordt berekend alsof de camera
onder de volgende omstandigheden wordt
gebruikt:
LCD-scherm/zoeker
Displayvenster
• De indicatoren voor de resterende accutijd op
het scherm of in het displayvenster geven onder
bepaalde omstandigheden en in bepaalde
situaties mogelijk niet de juiste waarde aan.
• Als u de FINDER/LCD-schakelaar of
/
CF-schakelaar omzet, duurt het ongeveer een
minuut voordat de juiste hoeveelheid resterende
accutijd wordt weergegeven.
Oplaadtijd
De tijd die bij benadering nodig is om een
volledig lege accu met behulp van de
netspanningsadapter op te laden bij een
temperatuur van 25°C.
Accu
Oplaadtijd
(min.)
NP-FM50 (meegeleverd) Ongeveer 150
De tabel toont bij benadering de accutijd en het
aantal beelden dat kan worden opgenomen of
afgespeeld met volledig geladen accu, in de
normale stand en bij een temperatuur van 25°C.
Bij het aantal beelden dat u kunt opnemen/
weergeven, is het eventueel verwisselen van de
optionele "Memory Stick" of Microdrive
meegerekend. Het werkelijke aantal kan minder
zijn dan wordt aangegeven. Dit hangt af van de
omstandigheden waarin de camera wordt
gebruikt.
Stilstaande beelden opnemen
Onder normale omstandigheden1)
NP-FM50 (meegeleverd)
OpslagAantal
Accutijd
medium
beelden
(min.)
"Memory Stick" Ongeveer 370 Ongeveer 185
Microdrive
Ongeveer 350 Ongeveer 175
1)
Opnemen onder de volgende omstandigheden:
–
[P. Quality] is ingesteld op [Fine]
– [AF Mode] is ingesteld op [Monitor]
– Elke 30 seconden wordt één opname gemaakt
– De zoomfunctie wordt overgeschakeld tussen
de uitersten W en T
– Om de andere keer wordt de flitser gebruikt
– De camera wordt eens per tien opnamen inen uitgeschakeld
Stilstaande beelden weergeven2)
Opslagmedium
"Memory Stick"
Microdrive
2)
NP-FM50 (meegeleverd)
Aantal
Accutijd
beelden
(min.)
Ongeveer 9.400 Ongeveer 470
Ongeveer 5.800 Ongeveer 290
Enkelvoudige beelden weergeven met
intervallen van ongeveer drie seconden
• De accutijd en het aantal beelden dat kan
worden opgenomen of afgespeeld, is niet
afhankelijk van de instelling voor het
beeldformaat.
• Het aantal afbeeldingen is ongeveer gelijk,
ongeacht of u de zoeker of het LCD-scherm
gebruikt voor opnemen en afspelen.
• Als u een CF-kaart gebruikt, kunnen de accutijd
en het aantal beelden dat kan worden
opgenomen of afgespeeld, afwijken.
Aan de slag
De levensduur van de accu en
het aantal beelden dat kan
worden opgenomen of
weergegeven
Films opnemen3)
NP-FM50 (meegeleverd)
"Memory Stick" Microdrive
Continu
opnemen
3)
Ongeveer 200
Ongeveer 160
Continu opnemen met beeldformaat [160]
• De levensduur van de accu en het aantal
beelden dat kan worden opgenomen of
weergegeven, nemen af onder de volgende
omstandigheden:
– De omgevingstemperatuur is laag
– De flitser wordt gebruikt
– De camera is vaak in- en uitgeschakeld
– De zoomfunctie wordt vaak gebruikt
– De functie Nachtopname of Nachtinstelling is
ingeschakeld
– [LCD Backlight] of [EVF Backlight] is ingesteld op [Bright] in de SET UP-instellingen
– De accu is bijna leeg.
De opslagcapaciteit van accu's gaat achteruit
naarmate de tijd verstrijkt en u de accu langer
gebruikt (pagina 151).
NL
15
filename[C:\Documents and Settings\fseitz\Desktop\3084996461DSCF828CA2\03NL-DSCF828CEE1\03NL04bas.fm]
masterpage:L1-Left-01
03NL01cov.book Page 16 Wednesday, January 12, 2005 6:13 PM
De netspanningsadapter gebruiken
2 Naar een stopcontact
Afdekklepje
aansluitingen
Netsnoer
(netspanning)
DC-stekker
1
1
Netspanningsadapter
, Open het afdekklepje van de
aansluitingen en sluit
vervolgens de
netspanningsadapter
(meegeleverd) aan op de DC
IN-aansluiting van de camera.
Open het afdekklepje van de aansluitingen
in de richting van de pijl, zoals hierboven is
aangegeven. Sluit de stekker aan met de vmarkering naar boven gericht.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
stopcontact waar u makkelijk bij kunt. Wanneer
er problemen optreden tijdens het gebruik van
de adapter, schakelt u onmiddellijk de
stroomvoorziening uit door de stekker uit het
stopcontact te halen.
2
, Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en op het
stopcontact.
• Gebruik de netspanningsadapter niet op een
nauwe plaats, zoals tussen een muur en
meubels.
• Als u de netspanningsadapter niet langer
gebruikt, koppelt u deze los van de DC INaansluiting van de camera en verwijdert u de
adapter uit het stopcontact.
• Zolang het toestel is aangesloten op het
stopcontact, staat er stroom op. Dit geldt ook
als het toestel zelf is uitgeschakeld.
De camera in het
buitenland
gebruiken
Stroomvoorziening
Met de meegeleverde netspanningsadapter
kunt u de camera elk land gebruiken waar
een netspanning van 100 tot 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz wordt geleverd.
Gebruik zo nodig een in de handel
verkrijgbare verloopstekker [a], afhankelijk
van het soort stopcontact [b] dat ter plaatse
wordt gebruikt.
AC-L15A/L15B
• Gebruik geen transformator (reisadapter). Deze
kan storingen veroorzaken.
NL
16
model name1[DSC-F828]
[3-084-996-46(1)]
De camera in- en uitschakelen
POWERschakelaar
POWERlampje
, Schuif de POWER-schakelaar
in de richting van de pijl.
Het POWER-lampje licht groen op en de
stroom is ingeschakeld. Als u de camera
voor het eerst gebruikt, verschijnt het Clock
Set-scherm (pagina 18).
De stroom uitschakelen
Schuif de POWER-schakelaar opnieuw in
de richting van de pijl. Het POWER-lampje
gaat nu uit en de camera wordt
uitgeschakeld.
Als u de accu gebruikt maar u de camera
ongeveer drie minuten lang niet bedient
tijdens het opnemen, afspelen of instellen,
wordt de stroom automatisch uitgeschakeld
om de accu te sparen.
In de volgende gevallen treedt de
automatische uitschakelfunctie echter niet
in werking, ook al gebruikt u de accu om de
camera van stroom te voorzien:
• Er worden films afgespeeld
• Er wordt een beeldenreeks afgespeeld
• Er is een kabel aangesloten op de
(USB)-aansluiting of de A/V OUT
(MONO)-aansluiting
Aan de slag
De automatische
uitschakelfunctie
De
multiselectieknop
gebruiken
Camera 1
AF Mode:
Monitor
Digital Zoom:
Precision
Date/Time:
Off
Red Eye Reduction: Off
Hologram AF:
Auto
Auto Review:
Off
SELECT
Setup 2
File Number:
USB Connect:
OK
Video Out:
Cancel
Clock Set:
Als u de huidige instellingen van de camera
wilt wijzigen, geeft u het menu of het SET
UP-scherm (pagina 47 en 48) weer en
wijzigt u de instellingen met behulp van de
multiselectieknop.
Zet bij het instellen van het menu, de
multiselectieknop op v/V/b/B om het item
of de instelling te selecteren en de instelling
uit te voeren.
Zet bij het instellen van SET UP de
multiselectieknop op v/V/b/B om het item
of de instelling te selecteren en druk
vervolgens op het midden van de
multiselectieknop om de instelling uit te
voeren.
NL
17
Datum en tijd instellen
Clock Set
Modusknop
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2003 / 1 / 1
POWERschakelaar
1
, Stel de modusknop in op
12 : 00
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop is ingesteld op P, S, A, M, SCN,
of
.
• Als u de tijd en de datum opnieuw wilt
instellen, stelt u de modusknop in op SET UP,
selecteert u [Clock Set] in
(Setup 2) (pagina
48 en 145) en gaat u vervolgens verder vanaf
Stap 3.
12 : 00
OK
AM
Cancel
2
.
2003 / 1 / 1
OK
AM
, Schuif de POWER -schakelaar
in de richting van de pijl om de
stroom in te schakelen.
Het POWER-lampje licht groen op en het
Clock Set-scherm wordt weergegeven.
Cancel
3
, Kies de gewenste
datumnotatie door de
multiselectieknop op v/V te
zetten en vervolgens in het
midden te drukken.
U kunt kiezen uit [Y/M/D] (jaar/maand/dag),
[M/D/Y] en [D/M/Y].
• Als de oplaadbare knoopcelbatterij, die de
stroom voor het opslaan van de tijdsgegevens
levert, ooit geheel leeg raakt (pagina 147),
wordt het Clock Set-scherm opnieuw
weergegeven. Als dit gebeurt, kunt u de datum
en de tijd opnieuw instellen vanaf Stap 3
hierboven.
NL
18
Clock Set
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2003 / 1 / 1
12 : 00
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2004 / 1 / 1
OK
AM
10 : 00
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2004 / 1 / 1
OK
AM
Cancel
4
, Verplaats de multiselectieknop
naar b/B om het item voor jaar,
maand, dag, uur of minuut in te
stellen.
Boven het geselecteerde item ziet u v en
onder het item ziet u V.
Aan de slag
Clock Set
10 : 30
OK
AM
Cancel
5
, Kies de gewenste numerieke
waarde door de
multiselectieknop op v/V te
zetten en vervolgens in het
midden te drukken.
Als u de gekozen numerieke waarde hebt
ingevoerd, stel dan het volgende item in.
Herhaal Stappen 4 en 5 totdat alle items
zijn ingesteld.
Cancel
6
, Verplaats de multiselectieknop
naar B om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op het
midden.
Zodra de datum en de tijd zijn ingesteld,
begint de klok te lopen.
• Annuleer de instelprocedure door [Cancel] te
selecteren en vervolgens op het midden te
drukken.
• Als u in Stap 3 voor [D/M/Y] hebt gekozen,
moet u de tijd instellen op een cyclus van
24 uur.
• 12:00 AM staat voor middernacht en 12:00 PM
staat voor 12:00 uur 's middags.
NL
19
Stilstaande beelden opnemen
Een opslagmedium plaatsen en verwijderen
Van opslagmedium
veranderen
/CFschakelaar
"Memory Stick"
U kunt een "Memory Stick", Microdrive, of
CompactFlash-kaart (CF-kaart) gebruiken
als opslagmedium.
Microdrive
Hitachi Global Storage Technologies, Inc.
DSCM-11000 (1 GB)
HMS360402D5CF00 (2 GB)
HMS360404D5CF00 (4 GB)
Wij hebben de compatibiliteit
gecontroleerd van CF-kaarten die geschikt
zijn voor CompactFlash Type I en Type II,
maar wij kunnen de juiste werking niet voor
alle CF-kaarten garanderen.
NL
20
Microdrive/
CompactFlash
• Kopiëren naar andere media is niet mogelijk
met deze camera.
• Zie pagina 148 voor meer informatie over de
"Memory Stick".
• De Microdrive is een compact en lichtgewicht
schijfstation dat voldoet aan de CompactFlash
Type II-normen. Zie pagina 149 voor meer
informatie over de "Microdrive".
• Als u een Microdrive/CF-kaart wilt gaan
gebruiken, moet u deze eerst formatteren met
behulp van de camera. Zo niet, dan voldoet de
prestatie wellicht niet aan uw verwachting
(pagina 45).
, Kies het opslagmedium met de
/CF-schakelaar.
: Voor het opnemen van beelden op
een "Memory Stick" of het
weergeven van beelden van een
"Memory Stick".
CF: Voor het opnemen van beelden op
een Microdrive/CF-kaart of het
weergeven van beelden van een
Microdrive/CF-kaart.
Een "Memory Stick" plaatsen en verwijderen
Aansluitzijde
Etiket
Stilstaande beelden opnemen
3
1
2
1
2
, Maak het accu-/"Memory
Stick"-deksel open.
Schuif het deksel in de richting van de pijl.
2
, Plaats de "Memory Stick".
Houd de "Memory Stick" zoals in de
afbeelding wordt getoond en schuif deze
helemaal in het toestel totdat u een klik
hoort.
• Duw een "Memory Stick" altijd zover mogelijk
naar binnen wanneer u deze in de camera
plaatst. Als u de "Memory Stick" niet goed
plaatst, wordt er mogelijk niet goed opgenomen
of afgespeeld.
3
Toegangslampje
, Sluit het accu-/"Memory
Stick"-deksel.
De "Memory Stick" verwijderen
Open het accu-/"Memory Stick"-deksel en
druk vervolgens op de "Memory Stick"
zodat deze openspringt.
• Als het toegangslampje brandt, is de
camera een afbeelding aan het
wegschrijven of aflezen. Als dat het
geval is, moet u de "Memory Stick"
nooit verwijderen of de stroom
uitschakelen. De gegevens kunnen
hierdoor worden beschadigd.
NL
21
filename[C:\SON_SSIAXX_072\3084996431DSCF828CEE1\03NL-DSCF828CEE1\03NL05bas.fm]
masterpage:Left
03NL01cov.book Page 22 Tuesday, March 2, 2004 4:53 PM
Een Microdrive/CF-kaart plaatsen en verwijderen
Aansluiting
1
, Open het afdekklepje van de
CF-kaart.
Schuif de
OPEN (CF)-schakelaar in
de richting van de pijl.
2
Voorkant
, Plaats de Microdrive/CF-kaart.
Plaats de Microdrive/CF-kaart volledig met
de aansluiting naar de kant van het display
van de camera, zoals in de afbeelding
weergegeven.
3
, Sluit het afdekklepje van de
CF-kaart.
• Sluit het afdekklepje van de CF-kaart op de
juiste wijze. Als u dit niet doet, kunt u geen
beelden opnemen of weergeven met behulp van
de Microdrive/CF-kaart.
• Als u de Microdrive/CF-kaart niet volledig kunt
plaatsen, forceer dan niets. Controleer ook de
richting waarin u de Microdrive/CF-kaart
plaatst. Als u deze verkeerd om probeert te
plaatsen, kan de camera of Microdrive/CF-kaart
beschadigd raken.
NL
22
model name1[DSC-F828]
[3-084-996-44(1)]
Het formaat van stilstaande beelden
instellen
8M
8M
3:2
5M
3M
1M
8M
Image Size
Mode
3:2
5M
3M
1M
Image Size
Mode
1
Uitwerphendel
Toegangslampje CF-kaart
• De Microdrive kan warm aanvoelen nadat u de
camera hebt gebruikt.
• Als het toegangslampje brandt, is de
camera een afbeelding aan het
wegschrijven of aflezen. Als dat het
geval is, moet u de Microdrive/CF-kaart
nooit verwijderen of de stroom
uitschakelen. Anders kunt u de
opgenomen beelden beschadigen of de
Microdrive/CF-kaart onbruikbaar
maken.
MENU
, Zet de modusknop op
de camera aan en druk
vervolgens op MENU.
8M
Stilstaande beelden opnemen
De Microdrive/CF-kaart verwijderen
Open het afdekklepje van de CF-kaart en
druk vervolgens op de uitwerphendel voor
de Microdrive/CF-kaart om deze uit te
werpen.
8M
3:2
5M
5M
3M
1M
Image Size
Mode
2
, zet
Het menu wordt weergegeven.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop is ingesteld op P, S, A, M of SCN.
, Selecteer
(Image Size) door
op b/B te drukken met de
multiselectieknop en selecteer
vervolgens het gewenste
beeldformaat door op v/V te
drukken met de
multiselectieknop.
Het beeldformaat is ingesteld.
Druk, nadat u de instelling hebt uitgevoerd,
op MENU. Het menu verdwijnt vervolgens
weer van het scherm.
• Zie pagina 24 voor meer informatie over het
beeldformaat.
• Deze instelling wordt ook bewaard wanneer het
toestel wordt uitgeschakeld.
NL
23
Beeldformaat en
kwaliteit
Op basis van het soort beelden dat u wilt
opnemen, kunt u kiezen voor een bepaald
beeldformaat (aantal pixels) en een
bepaalde beeldkwaliteit
(compressieverhouding). Hoe groter het
ingestelde beeldformaat en hoe hoger de
ingestelde beeldkwaliteit, hoe beter het
beeld is. Daar staat echter tegenover dat er
meer gegevens moeten worden opgeslagen.
Dat betekent dat u minder beelden op uw
opslagmedium kunt opslaan.
Kies een beeldformaat en een
beeldkwaliteit die geschikt zijn voor het
soort beelden dat u wilt opnemen.
Beeldformaat
8M 1) (3.264×2.448)
3:2 2) (3.264×2.176)
5M (2.592×1.944)
3M (2.048×1.536)
1M (1.280×960)
VGA (640×480)
Groter
Voorbeelden
• Voor het opslaan van belangrijke afbeeldingen of het afdrukken
van afbeeldingen op A3- of A4 formaat met hoge kwaliteit.
• Voor het afdrukken van afbeeldingen op A4- of A5-formaat met
hoge kwaliteit.
• Voor het afdrukken op briefkaartformaat.
• Voor het opnemen van veel beelden, het toevoegen van
afbeeldingen aan e-mails of het versturen van afbeeldingen naar
Kleiner
uw website.
1) De
standaardinstelling is [8M]. Dit formaat biedt de hoogste beeldkwaliteit wanneer deze camera wordt
gebruikt.
deze optie worden beelden in de hoogte-breedteverhouding 3:2 opgenomen, zodat ze overeenkomen
met het formaat van het gebruikte printerpapier.
2) Bij
Het aantal beelden dat op een "Memory Stick"3) kan worden
opgeslagen
Hieronder wordt het aantal beelden getoond dat in de Fine (Standard)-modus4) kan worden
opgeslagen. (Eenheden: aantal beelden)
Capaciteit
Beeldformaat
8M
3:2
5M
3M
1M
VGA
3) Als
NL
24
16MB
32MB
4 (7)
4 (7)
6 (11)
10 (18)
24 (46)
97 (243)
8 (15)
8 (15)
12 (23)
20 (37)
50 (93)
196 (491)
64MB
128MB
MSX-256
MSX-512
MSX-1G
16 (30)
32 (60)
59 (109)
121 (223)
247 (456)
16 (30)
32 (60)
59 (109)
121 (223)
247 (456)
25 (48)
51 (96)
92 (174)
188 (354)
384 (723)
41 (74)
82 (149)
148 (264)
302 (537)
617 (1.097)
101 (187) 202 (376) 357 (649) 726 (1.320) 1.482 (2.694)
394 (985) 790 (1.975) 1.428 (3.571) 2.904 (7.261) 5.928 (14.821)
[Mode] (REC Mode) is ingesteld op [Normal].
Zie pagina 137 en 138 voor het aantal beelden dat u bij andere opnamestanden kunt opslaan.
4) Zie pagina 49 voor meer informatie over de instellingen voor beeldkwaliteit (compressieverhouding).
Hieronder wordt het aantal beelden getoond
dat in de Fine (Standard)-modus4) kan
worden opgeslagen. (Eenheden: aantal
beelden)
Capaciteit
Beeldformaat
8M
3:2
5M
3M
1M
VGA
1G (DSCM-11000)
273 (505)
273 (505)
426 (801)
684 (1.217)
1.643 (2.988)
6.573 (16.434)
• Als beelden worden afgespeeld die zijn
opgenomen met andere Sony-apparaten, kan de
aanduiding van de afmetingen afwijken van de
afmetingen van het werkelijke beeld.
• Als u de beelden op het scherm van de camera
weergeeft, worden ze echter allemaal in
hetzelfde formaat weergegeven.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden
kan het aantal beelden dat kan worden
opgenomen, afwijken van deze waarden.
• Als het resterende aantal beelden voor opname
meer dan 9.999 bedraagt, wordt ">9999"
aangegeven op het scherm. En als dit meer
aantal dan 999 bedraagt, wordt "999"
weergegeven in het displayvenster.
• U kunt het beeldformaat ook later nog
aanpassen (zie pagina 91 voor het aanpassen
van het beeldformaat).
Stilstaande beelden opnemen
Het aantal beelden dat op een
"Microdrive"3) kan worden
opgeslagen
3) Als
[Mode] (REC Mode) is ingesteld op
[Normal].
Zie pagina 139 voor het aantal beelden dat u bij
andere opnamestanden kunt opslaan.
4) Zie pagina 49 voor meer informatie over de
instellingen voor beeldkwaliteit
(compressieverhouding).
NL
25
Basisbediening voor het opnemen van stilstaande beelden –
Met automatische instellingen
80 min
Modusknop
1
2
en zet
De naam van de opnamemap wordt
gedurende vijf seconden op het scherm
weergegeven.
Verwijder de lensdop.
• Kies het opslagmedium met de
/CFschakelaar (pagina 20).
• U kunt een nieuwe map maken op het
opslagmedium en de map selecteren waarin u
de beelden wilt opslaan (pagina 50).
NL
26
FINE
101
98
MAF
, Zet de modusknop op
de camera aan.
8M
, Houd de camera met beide
handen vast en richt deze op
een onderwerp in het midden
van het kader voor het
scherpstellen.
• Voor scherpstellen geldt een minimale afstand
tot het onderwerp van 50 cm (W)/60 cm (T).
Gebruik de macrostand (pagina 32) als u
onderwerpen vanaf een nog kleinere afstand
wilt opnemen.
• Het kader dat op het scherm verschijnt, geeft
het scherpstelbereik aan. (AF-bereikzoeker, zie
pagina 66.)
3
250 F2.0
0 EV
Indicator voor AE/
AF-vergrendeling
knippert groen t
Blijft branden
, Druk op de sluiterknop en houd
deze halverwege ingedrukt.
De camera laat pieptonen horen. Als de AE/
AF-vergrendelingsindicator stopt met
knipperen en daarna blijft branden, is de
camera gereed voor het maken van de
opname. (Afhankelijk van het onderwerp
kan het scherm gedurende een fractie van
een seconde bevriezen.)
Als de omgeving donker is, klapt de flitser
automatisch omhoog en begint te
knipperen.
• Als u de sluiterknop loslaat, wordt de opname
geannuleerd.
• Pas nadat u een pieptoon hoort, is de AFcorrectie voltooid. U kunt verdergaan met
fotograferen, maar het beeld is niet goed
scherpgesteld (behalve bij Continue AF,
pagina 67).
80 min
8M
101
97
Modusknop voor opnemen van
stilstaande beelden
MAF
4
, Druk de sluiterknop geheel
naar beneden.
De sluiter klikt, de opname wordt voltooid
en het stilstaande beeld wordt vastgelegd op
het opslagmedium.
• Als u de camera niet bedient terwijl de camera
door de accu van stroom wordt voorzien, wordt
de camera na enige tijd uitgeschakeld om de
accu te sparen (pagina 17).
(Automatische scherpstelling)
De scherpstelling, belichting en witbalans
worden automatisch aangepast om het
maken van opnamen te vereenvoudigen. De
beeldkwaliteit is ingesteld op [Fine]
(pagina 49).
P (Opnemen met geprogrammeerde
instellingen)
De instellingen worden automatisch
aangepast zoals bij automatische
scherpstelling. U kunt de scherpstelling,
belichting, enz. echter naar wens aanpassen.
Bovendien kunt u de gewenste functies
instellen met behulp van het menu
(pagina 47 en 140).
Stilstaande beelden opnemen
Bij het opnemen van stilstaande beelden
met uw camera kunt u kiezen uit de
volgende opnamemethoden.
A (Voorkeursmodus diafragma)
U kunt de diafragmawaarde (pagina 56)
selecteren. Bovendien kunt u de gewenste
opnamefuncties instellen met behulp van
menu's (pagina 47 en 140).
M (Belichting handmatig instellen)
U kunt de sluitertijd en de diafragmawaarde
(pagina 58) met de hand instellen.
Bovendien kunt u de gewenste
opnamefuncties instellen met behulp van
menu's (pagina 47 en 140).
SCN (Scènekeuze)
U kunt kiezen uit de volgende standen om
opnamen te maken op basis van de
belichtingssituatie (pagina 37).
–
–
–
–
(Schemermodus)
(Schemer-portretmodus)
(Landschapmodus)
(Portretmodus)
Bovendien kunt u de gewenste
opnamefuncties instellen met behulp van
menu's (pagina 47 en 140).
S (Voorkeursmodus sluitertijd)
U kunt de waarde voor de sluitertijd
(pagina 55) selecteren. Bovendien kunt u de
gewenste opnamefuncties instellen met
behulp van menu's (pagina 47 en 140).
NL
27
Het laatst opgenomen beeld
controleren – Quick Review
Automatische scherpstelling
Als u een onderwerp probeert op te nemen
waarop moeilijk kan worden scherpgesteld,
begint de AE/AF-vergrendelingsindicator
langzaam te knipperen en klinkt er geen
pieptoon voor AE-vergrendeling (behalve
bij Continue AF, pagina 67).
Bij de volgende onderwerpen kan het
moeilijk zijn om de automatische
scherpstelfunctie te gebruiken. Laat in dat
geval de sluiterknop los, probeer anders te
richten en stel opnieuw scherp.
• Het onderwerp is ver verwijderd van de camera
en donker
• Het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond is zwak
• Er wordt op een onderwerp achter glas,
bijvoorbeeld achter een raam, gericht
• Het onderwerp beweegt snel
• Het onderwerp reflecteert of er is sprake van
een lichtgevend of glimmend onderwerp
• Een knipperend onderwerp
• Een onderwerp met tegenlicht
NL
28
U beschikt over twee methoden voor
automatische scherpstelling: "Kader van
AF-bereikzoeker" waarmee u de
scherpstellingspositie instelt op basis van
de positie en de grootte van het onderwerp,
en "AF-modus" waarmee u het moment
instelt waarop de camera begint en eindigt
met scherpstellen.
Zie pagina 66 voor meer informatie.
80 min
Beelden opnemen met de
zoeker
8M
101
8/8
Review
FINDER/LCDschakelaar
101-0008
2004 1 1 10:30PM
Instelknop
van zoeker
, Druk op 7 (Quick review).
Druk zachtjes op de sluiterknop of druk
nogmaals op 7 om terug te gaan naar de
opnamestand.
Het beeld wissen dat op het scherm
wordt weergegeven
1 Druk op
(Wissen).
2 Kies [Delete] door op v te drukken met
de multiselectieknop en vervolgens in
het midden van multiselectieknop te
drukken.
Het beeld wordt nu gewist.
Met de FINDER/LCD-schakelaar kunt u
kiezen of u opnamen wilt maken met de
zoeker of met het LCD-scherm. Wanneer u
de zoeker gebruikt, wordt het beeld niet
weergegeven op het LCD-scherm. Pas de
instelknop van de zoeker aan totdat het
beeld duidelijk wordt weergegeven in de
zoeker en neem vervolgens het beeld op.
Indicatoren op scherm tijdens opnemen
De zoomfunctie gebruiken
Indicatoren aan
T (teleopname) W (groothoek)
80min
8M
101
98
80 min
8M
101
80 min
98
x5.0
8M
101
98
x1.1
Stilstaande beelden opnemen
MAF
r
Histogram aan
(Beeldinformatie wordt
weergegeven tijdens afspelen)
Telkens als u op
(Schermstatus) drukt,
verandert het display in deze volgorde.
• De status van het scherm verandert van
"indicatoren aan" naar "indicatoren uit" tijdens
het afspelen of opnemen van films.
• Zie pagina 154 voor een uitgebreide
beschrijving van de indicatoren.
• Zie pagina 61 voor een uitgebreide beschrijving
van het histogram.
• Deze instelling wordt ook bewaard wanneer het
toestel wordt uitgeschakeld.
80min
8M
101
98
, Draai aan de zoomring om het
gewenste beeldformaat te
kiezen voor de opname.
U kunt tot maximaal 7,1× inzoomen via de
optische zoom.
MAF
r
Indicatoren uit
MAF
Zoomring
De minimaal benodigde afstand om
scherp te stellen op een onderwerp
Als de zoom op het einde van de
W-zijde is ingesteld:
ongeveer 50 cm vanaf het einde van de lens.
Als de zoom op het einde van de
T-zijde is ingesteld:
ongeveer 60 cm vanaf het einde van de lens.
• Wanneer u de camera niet gebruikt, schuift u de
lens in tot de W-eindpositie om hem te
beschermen.
NL
29
Digitale zoom
Hiermee wordt het beeld vergroot door
middel van digitale verwerking.
U kunt de digitale zoom inschakelen door
op
(Digitale zoom) te drukken. De
digitale zoomfunctie bevat twee modi. De
ene is "Digitale precisiezoom" en de andere
is "Smart Zoom". Aangezien in elke modus
verschillende methoden worden gebruikt en
elke methode een andere
vergrotingscapaciteit heeft, kiest u de
gewenste modus op basis van het typen
opnamen dat u wilt maken.
Het pictogram
verandert als volgt,
afhankelijk van de zoommodus.
Optische zoom:
Digitale precisiezoom:
Smart zoom:
NL
30
• De digitale zoomfunctie kan niet worden
gebruikt bij opnamen in de RAW-modus
(pagina 81).
• Het kader van de AF-bereikzoeker wordt niet
weergegeven bij gebruik van de digitale zoom.
De indicator voor het kader van de AFbereikzoeker knippert en een onderwerp in het
midden wordt als eerste scherpgesteld door de
camera.
Digitale precisiezoom
Hiermee wordt de opname tweemaal
vergroot ten opzichte van de nu
geselecteerde optische zoomwaarde. De
maximale zoomwaarde is ongeveer 14×,
ongeacht het geselecteerde beeldformaat.
Aangezien bij digitale precisiezoom delen
van het beeld worden verwijderd en de rest
wordt vergroot, neemt de beeldkwaliteit af.
Stel [Digital Zoom] in op [Precision] in de
SET UP-instellingen (pagina 143).
De standaardinstelling is [Precision].
De lensstand wijzigen
Stilstaande beelden opnemen
Smart Zoom
U kunt hiermee inzoomen op het beeld zonder dat de kwaliteit aanzienlijk minder wordt.
U kunt de functie Smart Zoom gebruiken alsof dit een optische zoom betreft.
De zoomwaarde is de factor die de volgende zoomwaarde voor smart zoom vermenigvuldigt
met de nu geselecteerde optische zoomwaarde.
Stel [Digital Zoom] in op [Smart] in de SET UP-instellingen (pagina 143).
De maximale zoomschaal, die afhankelijk is van het beeldformaat, is als volgt. De op het
scherm afgebeelde zoomwaarde is een schatting.
Lensgedeelte
5M
3M
1M
VGA
x8.9
x1.3
U kunt de hoek aanpassen door de lens
omhoog te draaien tot een maximum van
70 graden en omlaag tot een maximum van
30 graden.
x11
x1.6
x2.6
x5.1
x5
x18
x36
x10
x15
• Wanneer het beeldformaat is ingesteld op [8M] of [3:2] is, werkt Smart Zoom niet.
• De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt bij opnamen in de Multi Burst-modus (pagina 77).
Wanneer u met Smart Zoom werkt en
(Multi Burst) selecteert met de
/BRK-knop, wordt de
Smart Zoom uitgeschakeld.
• Wanneer u Smart Zoom gebruikt, kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen gevolgen voor het opgenomen beeld.
Digitale zoomfunctie annuleren
Druk nogmaals op
(Digitale zoom). De zoomwaarde wordt weer ingesteld op de waarde
die werd gebruikt toen de optische zoom actief was.
NL
31
Close-ups opnemen
– Macro
80 min
8M
80 min
101
98
MAF
1
Als de zoom op het einde van de
W-zijde is ingesteld:
ongeveer 2 cm vanaf het einde van de lens
Als de zoom op het einde van de
T-zijde is ingesteld:
ongeveer 60 cm vanaf het einde van de lens
NL
32
• Wij adviseren u AF met spotmeting (pagina 66)
te gebruiken.
2
, Stel de modusknop in op
en
druk op de knop
(Macro).
De indicator
scherm.
101
97
MAF
Gebruik de macrofunctie als u close-ups
wilt opnemen van kleine onderwerpen zoals
bloemen en insecten. U kunt onderwerpen
fotograferen tot op een afstand van 2 cm als
de zoom is ingesteld op het uiteinde aan de
W-zijde. De beschikbare afstand voor
scherpstellen is echter afhankelijk van de
zoompositie. Wij adviseren u de zoom in te
stellen op het uiteinde aan de W-zijde
tijdens het opnemen.
8M
(Macro) verschijnt op het
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop is ingesteld op P, S, A, M, SCN
(met uitzondering van
(Schemermodus),
(Landschapmodus)) of
.
, Centreer het onderwerp in het
kader en houd de sluiterknop
tot halverwege ingedrukt. Druk
de sluiterknop vervolgens
helemaal naar beneden.
Terugkeren naar normale opnamen
Druk nogmaals op de knop (Macro). De
indicator
verdwijnt van het scherm.
• Als u opnamen maakt in de macromodus, is het
scherpstelbereik erg beperkt en kunt u mogelijk
niet scherpstellen op het hele onderwerp.
• Als u opnamen maakt in de macromodus, duurt
het langer voordat de camera erin slaagt scherp
te stellen op een onderwerp dat zich heel
dichtbij bevindt.
De zelfontspanner gebruiken
80 min
8M
De flitser gebruiken
80 min
101
98
8M
FINE
101
Flitsgedeelte
98
Stilstaande beelden opnemen
Gedeelte voor
Hologram AF
MAF
MAF
250 F2.0
0 EV
/
1
, Stel de modusknop in op
en
druk op /
(Zelfontspanner).
De indicator (Zelfontspanner) verschijnt
op het scherm.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusknop is ingesteld op P, S, A, M, SCN of
.
2
, Centreer het onderwerp in het
kader en houd de sluiterknop
tot halverwege ingedrukt. Druk
de sluiterknop vervolgens
helemaal naar beneden.
Het lampje van de zelfontspanner
(pagina 8) gaat knipperen en u hoort een
pieptoon. Na ongeveer 10 seconden wordt
het beeld opgenomen.
De zelfontspanfunctie annuleren
tijdens het gebruik
Druk nogmaals op /
(Zelfontspanner).
De indicator verdwijnt van het scherm.
• Als u recht voor de camera staat en op de
sluiterknop drukt, kan het zijn dat de
scherpstelling en de belichting niet goed
kunnen worden ingesteld.
De flitser klapt automatisch omhoog en
begint te knipperen. Druk de flitser met de
hand naar beneden nadat u deze hebt
gebruikt.
• Als [ISO] is ingesteld op [Auto] in de menuinstellingen, bedraagt de aanbevolen afstand
voor het maken van opnamen met flits ongeveer
0,5 m tot 4,5 m (W)/0,6 m tot 3,3 m (T).
• Als de meegeleverde lenskap wordt
aangebracht, wordt het flitslicht geblokkeerd.
• Als de flitser wordt opgeladen, knippert het lampje (flitser). Als het opladen gereed is, gaat
het lampje uit.
• U kunt kiezen uit de volgende flitsmodi:
(Geforceerde flits),
(Langzame
synchronisatie) en
(Geen flits). Zie
pagina 69 voor informatie over deze modi.
NL
33
Beelden opnemen met
Hologram AF
Met de functie Hologram AF krijgt u
opvullicht waardoor u onder donkere
omstandigheden gemakkelijker scherp kunt
stellen op een onderwerp.
ON wordt weergegeven op het scherm en de
functie Hologram AF straalt rood licht uit
als de sluiterknop tot halverwege wordt
ingedrukt.
Stel [Hologram AF] in op [Off] in de
[SET UP]-instellingen wanneer u deze
functie niet gebruikt (pagina 143).
• Als het licht van de functie Hologram AF het
onderwerp in onvoldoende mate bereikt, of als
het onderwerp weinig contrast vertoont, komt
er geen scherp beeld tot stand. (Een afstand van
ongeveer 0,5 m tot 5,0 m (W)/0,6 m tot 3,5 m
(T) wordt aanbevolen.)
• Een scherp beeld komt tot stand zolang het licht
van de functie Hologram AF het onderwerp
bereikt, zelfs als het licht enigszins buiten het
midden van het onderwerp terechtkomt.
NL
34
• Bij handmatige scherpstelling (pagina 68)
werkt de functie Hologram AF niet.
• Als de straler van de Hologram AF vuil is,
wordt het licht van de Hologram AF mogelijk
gedimd en is scherpstellen niet mogelijk. In dat
geval veegt u de straler van de Hologram AF
schoon met een droge doek.
• Zorg ervoor dat de straler van de Hologram AF
niet wordt geblokkeerd tijdens het opnemen.
• Wordt het kader van de AF-bereikzoeker niet
weergegeven De indicator voor het kader van
de AF-bereikzoeker knippert en het onderwerp
in het midden wordt als eerste scherpgesteld.
• Als u de meegeleverde lenskap op de camera
bevestigt, wordt het licht van de Hologram AF
geblokkeerd.
• De functie Hologram AF werkt niet als [SCN]
(Scene) is ingesteld op
(Schemermodus) of
(Landschapmodus).
Hologram AF
"Hologram AF (Auto Focus)" is een AFbelichter die opvullicht uitzendt en
laserhologrammen biedt om u in staat te
stellen opnamen van stilstaande beelden te
maken op donkere plekken. Het Hologram
AF-systeem werkt met een zwakkere vorm
van straling dan conventionele LED's met
hoge helderheid of sterke lampen, zodat
wordt voldaan aan de specificaties voor
Laserklasse 1* en de veiligheid van het
menselijke oog wordt gewaarborgd.
Als u rechtstreeks en van dichtbij in de
straler van de functie Hologram AF kijkt,
levert dat geen gezondheidsrisico's op. Het
wordt echter niet aanbevolen dit te doen
omdat u mogelijk gedurende een aantal
minuten last houdt van effecten als
nabeelden en duizeligheid, zoals bij het
kijken in een zaklamp.
* Hologram AF voldoet aan Klasse 1 (tijdsbasis
30.000 seconden) van de industriestandaarden
JIS (Japan), IEC (EU) en FDA (Verenigde
Staten). Doordat het product aan deze
standaarden voldoet, is het laserproduct
zodanig veilig dat een mens gedurende 30.000
seconden rechtstreeks of via een lens naar het
laserlicht kan kijken zonder letsel op te lopen.
De datum en tijd aan een stilstaand beeld toevoegen
Camera 1
Day&Time
AF Mode:
Date
Digital Zoom:
Date/Time:
Off
Red Eye Reduction:
Hologram AF:
Auto Review:
Camera 1
Monitor
AF Mode:
Precision
Digital Zoom:
Date
Date/Time:
Red Eye Reduction: Off
Hologram AF:
Auto
Auto Review:
Off
SELECT
Stilstaande beelden opnemen
Camera 1
Monitor
AF Mode:
Precision
Digital Zoom:
Off
Date/Time:
Red Eye Reduction: Off
Hologram AF:
Auto
Auto Review:
Off
PAGE SELECT
1
, Stel de modusknop in op SET
UP.
Het SET UP-scherm verschijnt.
• U kunt de datum en tijd niet aan het beeld
toevoegen in de Multi Burst-modus.
• Als de datum en tijd aan het beeld worden
toegevoegd, kunnen deze later niet meer
worden verwijderd.
• Als u tijdens het opnemen de datum en de tijd
aan een beeld toevoegt, worden de datum- en
tijdgegevens niet op het scherm weergegeven.
In plaats hiervan wordt
links op het scherm
weergegeven. De werkelijke datum en tijd
worden rood weergegeven in de
rechterbenedenhoek tijdens het afspelen van het
beeld.
2
3
, Kies
(Camera 1) door op v
te drukken met de
multiselectieknop en druk
vervolgens op B.
Kies [Date/Time] door op v/V
te drukken met de
multiselectieknop en druk
vervolgens op B.
1
, Kies de gewenste datum- en
tijdnotatie door op v/V te
drukken met de
multiselectieknop en
vervolgens in het midden van
de multiselectieknop te
drukken.
Day&Time: Hiermee worden de dag en het
tijdstip van de opname aan het beeld
toegevoegd.
Date: Hiermee worden het jaar, de maand
en de dag van de opname aan het beeld
toegevoegd.
Off: Hiermee worden geen datum- of
tijdgegevens aan het beeld toegevoegd.
Nadat u de instelling hebt ingevoerd, zet u de
modusknop op
en maakt u een opname.
NL
35
• U kunt zelfs opnamen maken als de modusknop
is ingesteld op P, S, A, M of SCN.
• Als u [Date] kiest, wordt de datum
weergegeven op de manier die in "Datum en
tijd instellen" is vastgelegd (pagina 18).
• Deze instelling wordt ook bewaard wanneer het
toestel wordt uitgeschakeld.
NL
36
Opnamen aanpassen aan de omstandigheden
Schemermodus
Schemermodus
Onder omstandigheden met weinig licht
kunt u een nachtelijke opname op afstand
maken. Maar aangezien in deze modus
gebruik wordt gemaakt van een langere
sluitertijd, raden we u aan een statief te
gebruiken.
• U kunt de volgende functies niet gebruiken in
de schemermodus:
– Opnemen in de macrostand
– Opnemen met de flitser
– Belichtingsvariatie
– Opnemen in de Burst-modus
– Opnemen met Multi Burst
Schemer-portretmodus
Landschapmodus
Schemer-portretmodus
Gebruik deze modus als u bij nacht
opnamen maakt met mensen op de
voorgrond. Hiermee kunt u mensen op de
voorgrond met duidelijke contouren
opnemen zonder dat dit ten koste gaat van
het gevoel dat het om een nachtelijke
opname gaat.
Aangezien in deze modus gebruik wordt
gemaakt van een lange sluitertijd, raden we
u aan een statief te gebruiken.
• De flitser is ingesteld op
(Langzame
synchronisatie).
• U kunt geen opnamen maken met de
instellingen Belichtingsvariatie, Burst of Multi
Burst.
Portretmodus
Stilstaande beelden opnemen
Wanneer u nachtopnamen maakt, 's nachts
personen fotografeert of opnamen van
landschappen of portretten maakt, kunt u de
kwaliteit van de opnamen met behulp van
de onderstaande modi verbeteren.
– Scènekeuze
Landschapmodus
In deze modus wordt er scherpgesteld op
verafgelegen onderwerpen. Daarom is deze
modus bij uitstek geschikt voor het opnemen
van landschappen van een afstand.
• U kunt geen opnamen maken in de macrostand.
• De flitser is ingesteld op (Geforceerde flits)
of
(Geen flits).
Portretmodus
De achtergrond wordt onscherp gemaakt en
het onderwerp op de voorgrond komt
scherp in beeld.
NL
37
Scene
SCN ISO
MENU
1
, Stel de modusknop in op SCN
en druk vervolgens op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
Scene
SCN ISO
Mode PFX
2
, Kies [SCN] (Scene) door b te
selecteren met de
multiselectieknop.
Mode BRK
3
, Kies de gewenste modus door
op v/V te drukken met de
multiselectieknop.
De modus is nu ingesteld.
Druk, nadat u de instelling hebt uitgevoerd,
op MENU. Het menu verdwijnt vervolgens
weer van het scherm.
De Scènekeuze annuleren
Stel de modusknop in op een andere stand.
NL
38
• Als de sluitertijd langer wordt dan een bepaalde
waarde, wordt de NR-modus voor lange
sluitertijden (pagina 56) automatisch
ingeschakeld. In dergelijke gevallen kan het
maken van een opname enige tijd in beslag
nemen.
• Deze instelling wordt ook bewaard wanneer het
toestel wordt uitgeschakeld.
Stilstaande beelden weergeven
Beelden weergeven op het scherm van de
camera
Beelden weergeven op het
enkelvoudige scherm
80 min
8M
101
Enkelvoudig scherm
80 min
8M
101
8/9
BACK/NEXT
BACK/NEXT
2004 1 1 10:30PM
VOLUME
SINGLE DISPLAY
2004 1 1 10:30PM
VOLUME
1
U kunt de beelden die u met deze camera opneemt vrijwel direct op het scherm bekijken.
U kunt de beelden op de volgende twee manieren weergeven.
, Zet de modusknop op
de camera aan.
Enkelvoudig scherm
U kunt één beeld tegelijkertijd bekijken. Dit beeld vult het volledige scherm.
Het nieuwste beeld in de geselecteerde
opnamemap (pagina 84) wordt
weergegeven.
Indexscherm
Er worden negen afzonderlijke beelden tegelijkertijd op het scherm weergegeven.
• U kunt met de opdrachtknop eenvoudig het vorige of volgende beeld weergeven.
• Zie 102 voor informatie over de films.
• Zie pagina 157 voor een uitgebreide beschrijving van de indicatoren op het scherm.
Stilstaande beelden weergeven
101-0008
101-0008
8/9
Indexscherm
en zet
• Het beeld is, direct nadat het is weergegeven,
mogelijk nog te grof voor beeldbewerking.
• U kunt het opslagmedium kiezen met de
/
CF-schakelaar (pagina 20).
NL
39
Beelden weergeven op het indexscherm
80 min
8M
101
101-0003
BACK/NEXT
3/9
2004 1 1 10:30PM
VOLUME
2
, Kies het gewenste stilstaande
beeld door b/B te selecteren
met de multiselectieknop.
b : Hiermee wordt het vorige beeld
weergegeven.
B : Hiermee wordt het volgende beeld
weergegeven.
SINGLE DISPLAY
/
, Druk op
/
(Index).
Het display schakelt over op het
Indexscherm.
Het volgende (vorige) Indexscherm
weergeven
Selecteer v/V/b/B met de
multiselectieknop om het gele kader
respectievelijk naar boven, naar beneden,
naar links of naar rechts te verplaatsen.
Terugkeren naar het scherm voor
enkelvoudige beelden
Druk nogmaals op /
(Index) of druk
in het midden van de multiselectieknop.
NL
40
Beelden weergeven op een tv-scherm
80 min
8M
101
101-0002
1
A/V OUT
(MONO)aansluiting
, Sluit de meegeleverde A/Vkabel aan op de A/V OUT
(MONO)-aansluiting van de
camera en op de audio-/videoingangen van de televisie.
Als de tv is voorzien van stereo-ingangen,
sluit u de audiostekker (zwart) van de A/Vkabel aan op de Lch-audio-ingang.
• Schakel de camera en de tv uit voordat u de
camera en de tv met de A/V-kabel aansluit.
BACK/NEXT
2
Tv/video-schakelaar
, Zet de tv aan en stel de tv/
video-schakelaar in op
"VIDEO".
• De naam en de plaats van deze schakelaar
kunnen per tv verschillen. Raadpleeg voor meer
informatie de gebruiksaanwijzing die is
meegeleverd met de tv.
2004 1 1 10:30PM
VOLUME
Stilstaande beelden weergeven
A/V-kabel
(meegeleverd)
2/9
3
, Zet de modusknop op
de camera aan.
en zet
Selecteer b/B met de multiselectieknop om
het gewenste beeld te kiezen.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan
het nodig zijn om het video-uitgangssignaal te
wijzigen zodat dit overeenkomt het systeem van
uw tv (pagina 145).
• U kunt het opslagmedium kiezen met de
/
CF-schakelaar (pagina 20).
NL
41
filename[C:\SON_SSIAXX_072\3084996431DSCF828CEE1\03NL-DSCF828CEE1\03NL06bas.fm]
masterpage:Left
Beelden weergeven op een tv-scherm
Als u een opgenomen beeld op een tvscherm wilt weergeven, hebt u een tv met
een video-ingang en een A/V-kabel
(meegeleverd) nodig.
Het kleurensysteem van de tv dient overeen
te komen met dat van de digitale
fotocamera. Aan de hand van de volgende
lijst kunt u dit nagaan:
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Iran, Irak,
Monaco, Oekraïne, Rusland enz.
NTSC-systeem
De Bahama's, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, de Filippijnen,
Jamaica, Japan, Korea, Mexico, MiddenAmerika, Peru, Suriname, Taiwan,
Venezuela, Verenigde Staten enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
NL
42
model name1[DSC-F828]
[3-084-996-44(1)]
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen
80 min
101-0002
BACK/NEXT
8M
101
80 min
2/9
2004 1 1 10:30PM
VOLUME
, Zet de modusknop op
en zet
de camera aan.
Kies het gewenste stilstaande
beeld door b/B te selecteren
met de multiselectieknop.
• U kunt het opslagmedium kiezen met de
/
CF-schakelaar (pagina 20).
• Wanneer afbeeldingen eenmaal zijn verwijderd,
kunnen zij niet meer worden teruggehaald.
101
8M
101
Delete
Delete
Exit
Exit
BACK/NEXT
BACK/NEXT
2
, Druk op
80 min
2/9
2/9
Stilstaande beelden wissen
1
8M
3
(Wissen).
Op dit moment is het beeld nog niet gewist.
• U kunt geen beveiligde beelden wissen
(pagina 90).
, Kies [Delete] door v te
selecteren met de
multiselectieknop en
vervolgens in het midden te
drukken.
"Access" verschijnt op het scherm en het
beeld wordt verwijderd.
Doorlopend andere beelden wissen
Kies het gewenste stilstaande beeld door
b/B te selecteren met de multiselectieknop.
Kies [Delete] door v te selecteren met de
multiselectieknop en vervolgens in het
midden te drukken.
Het wissen annuleren
Kies [Exit] door V te selecteren met de
multiselectieknop en zetten en vervolgens
in het midden te drukken.
NL
43
Wissen op het Indexscherm
Delete
Exit
Select
Delete
Exit
All In This Folder
1
, Druk op
(Wissen) als een
indexscherm (pagina 40) wordt
weergegeven.
• Wanneer afbeeldingen eenmaal zijn verwijderd,
kunnen zij niet meer worden teruggehaald.
Select
All In This Folder
2
, Kies [Select] door b/B te
selecteren met de
multiselectieknop en
vervolgens in het midden te
drukken.
• Select
TO NEXT
3
, Kies het beeld dat u wilt wissen
door v/V/b/B te selecteren met
de multiselectieknop en druk
vervolgens in het midden van
de multiselectieknop.
De -markering (Wissen) wordt op het
geselecteerde beeld geplaatst. Op dit
moment is het beeld nog niet gewist. Plaats
een -markering op alle beelden die u wilt
wissen.
• Als u de selectie ongedaan wilt maken, kiest u
alle afbeeldingen waarvoor u de selectie wilt
annuleren en drukt u opnieuw in het midden
van de multiselectieknop. De -markering
verdwijnt.
NL
44
Een opslagmedium
formatteren
Delete
Exit
OK
, Druk op
(Wissen).
Kies [OK] door B te selecteren
met de multiselectieknop en
vervolgens in het midden te
drukken.
"Access" verschijnt op het scherm en alle
beelden met -markeringen worden
verwijderd.
Het wissen annuleren
Kies [Exit] door b te selecteren met de
multiselectieknop en vervolgens in het
midden te drukken.
/CFschakelaar
Stilstaande beelden wissen
4
Alle beelden in de map wissen
Kies [All In This Folder] in Stap 2 door B
te selecteren met de multiselectieknop en
vervolgens in het midden te drukken. Kies
vervolgens [OK] en druk op het midden.
Alle onbeveiligde beelden in de map
worden gewist. Als u het wissen wilt
annuleren, kiest u [Cancel] en drukt u
vervolgens in het midden.
1
, Plaats het opslagmedium dat u
wilt formatteren in de camera.
Kies het opslagmedium met de
/CF-schakelaar. Zet de
modusknop op SET UP en zet
de camera aan.
• De term "formatteren" houdt in dat een
opslagmedium wordt voorbereid voor het
opnemen van beelden. Dit proces wordt ook
wel "initialiseren" genoemd.
• De "Memory Stick" is al geformatteerd en kan
direct worden gebruikt.
• Formatteer de Microdrive/CF-kaart alleen met
behulp van deze camera. Als u dit niet doet, zijn
de prestaties wellicht niet voldoende.
• Als u een opslagmedium formatteert,
moet u rekening houden met het feit dat
alle gegevens op het opslagmedium
definitief worden gewist. Ook beveiligde
beelden worden gewist.
NL
45
Memory Stick Tool
Format:
Create REC. Folder:
Change REC. Folder:
Memory Stick Tool
OK
Cancel
Format:
Create REC. Folder:
Change REC. Folder:
Format
OK
Cancel
All data will be erased
Ready?
OK
Cancel
2
, Als u een "Memory Stick"
formatteert, kiest u
(Memory Stick Tool) door v/V
te selecteren met de
multiselectieknop.
Als u een Microdrive/CF-kaart
formatteert, kiest u (CF Card
Tool) door v/V te selecteren
met de multiselectieknop.
Kies [Format] door B te
selecteren met de
multiselectieknop en ga
vervolgens naar B.
NL
46
• Wij adviseren u tijdens het formatteren van een
opslagmedium de netspanningsadapter te
gebruiken om te voorkomen dat de camera
wordt uitgeschakeld.
3
4
, Kies [OK] door v te selecteren
met de multiselectieknop en
vervolgens in het midden te
drukken.
, Kies [OK] door v te selecteren
met de multiselectieknop en
vervolgens in het midden te
drukken.
Het formatteren annuleren
Het bericht "Formatting" verschijnt op het
scherm. Als deze melding verdwijnt, is het
formatteren voltooid.
Kies [Cancel] door V te selecteren met de
multiselectieknop en druk vervolgens in het
midden.
Aan de slag met uitgebreide functies
De camera instellen
en bedienen
In deze paragraaf vindt u een beschrijving
van het menu en van het SET UP-scherm.
Voor de bediening hiervan wordt de
multiselectieknop gebruikt.
Menu-instellingen wijzigen
a Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
8M
8M
3:2
5M
3M
1M
Image Size
Mode
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Niet alle beschikbare items worden
weergegeven op het scherm. U kunt de
verborgen items weergeven door op v/V te
drukken met de multiselectieknop.
Het menuscherm uitschakelen
Druk op MENU.
• Het is niet mogelijk de grijs weergegeven items
te selecteren.
• Zie pagina 140 voor meer informatie over de
menu-opdrachten.
Aan de slag met uitgebreide functies
Modusknop
b Kies de instelling die u wilt
wijzigen door op b/B te
drukken met de
multiselectieknop.
Als de v-markering boven het
item of de V-markering onder het
item wordt weergegeven
RAW
TIFF
Voice
E-Mail
Normal
REC Mode
Mode
• Zie pagina 27 voor meer informatie over de
modusknop.
c Kies de gewenste instelling
door op v/V te drukken met de
multiselectieknop.
Het frame van de gekozen instelling
wordt vergroot, en de instelling wordt
bewaard.
NL
47
Items wijzigen in het SET
UP-scherm
a Stel de modusknop in op SET
UP.
Het SET UP-scherm verschijnt.
Camera 1
Monitor
AF Mode:
Precision
Digital Zoom:
Off
Date/Time:
Red Eye Reduction: Off
Auto
Hologram AF:
Auto Review:
Off
SELECT
b Kies het instellingsitem dat u
wilt wijzigen door op v/V/b/B
te drukken met de
multiselectieknop.
Het kader van het item dat u hebt
gekozen wordt geel.
Setup 2
File Number:
USB Connect:
OK
Video Out:
Cancel
Clock Set:
c Druk in het midden van de
multiselectieknop om de
instelling vast te leggen.
NL
48
Het SET UP-schermdisplay
uitschakelen
Zet de modusknop in een andere positie dan
SET UP.
• Zie pagina 143 voor meer informatie over de
opdrachten van SET UP.
De opdrachtknop gebruiken
U kunt de opdrachtknop op twee manieren
bedienen. De opdrachtknop kan alleen
worden gebruikt of in combinatie met
andere knoppen. In deze sectie wordt het
gebruik van de opdrachtknop in combinatie
met andere knoppen beschreven.
Deze manier wordt gebruikt voor de
volgende functies:
• Belichting met de hand instellen
(pagina 58)
• Meetmodus (pagina 59)
• Belichtingswaarde (pagina 60)
• Belichtingsvariatie (pagina 64)
• Flitsermodus (pagina 69)
• Witbalans (pagina 74)
• Burst (pagina 76)
• Multi Burst (pagina 77)
• Nachtopname/Nachtinstelling
(pagina 78)
Opdrachtknop
WB
Modusknop
NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING
a Stel de modusknop in op P, S,
A, M, SCN of .
b Druk de gewenste knop in en
houd deze ingedrukt terwijl u
aan de opdrachtknop draait.
De kwaliteit van het
stilstaande beeld
bepalen
Modusknop: P/S/A/M/SCN
U kunt voor de kwaliteit van het stilstaande
beeld kiezen tussen [Fine] of [Standard].
Deze camera biedt nog andere manieren om
de beeldkwaliteit te selecteren. U kunt deze
instellingen kiezen met het item [Mode]
(REC Mode) in het menu. De volgende items
zijn beschikbaar: [RAW] waarmee
onbewerkte gegevens worden vastgelegd
(pagina 81), [TIFF] waarmee
ongecomprimeerde gegevens worden
vastgelegd (pagina 81) en [E-Mail] waarmee
gegevens worden vastgelegd die geschikt
zijn voor verzending per e-mail (pagina 82).
Aan de slag met uitgebreide functies
/BRK
• De volgende functies kunnen worden ingesteld
door simpelweg aan de opdrachtknop te
draaien.
– Programmaverschuiving (pagina 54)
– Voorkeursmodus sluitertijd (pagina 55)
– Voorkeursmodus lensopening (pagina 56)
• U kunt het volgende of vorige beeld bekijken
tijdens de weergave.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Modusknop
De waarde die wordt aangegeven op
het scherm wordt ingevoerd.
c Laat de knop los.
De indicatoren verdwijnen van het
scherm.
NL
49
a Stel de modusknop in op P, S,
A, M of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
c Selecteer
(P. Quality) met
b/B, en selecteer vervolgens
de gewenste beeldkwaliteit
met v/V.
Fine
Standard
P. Quality
ISO
FINE
Mode BRK
Een map maken of
selecteren
Een nieuwe map maken
Modusknop: SET UP
a Stel de modusknop in op SET
UP en kies het opslagmedium
met de
/CF-schakelaar.
U kunt met de camera meerdere mappen
maken op een opslagmedium. U kunt de
map selecteren waarin beelden worden
opgeslagen. Als u geen nieuwe map maakt,
wordt de map "101MSDCF" geselecteerd
als map voor de opnamen.
U kunt doorgaan tot "999MSDCF".
b Selecteer
(Memory Stick
Tool) of (CF Card Tool) met
v/V, [Create REC. Folder] met
B/v/V en [OK] met B/v en druk
vervolgens in het midden van
de multiselectieknop.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
Modusknop
Het volgende scherm verschijnt.
80 min
Create REC. Folder
Creating REC. folder 102MSDCF
Ready?
OK
Cancel
c Kies [OK] met v en druk
vervolgens in het midden.
/CF-schakelaar
• In elke map kunt u maximaal 4.000 beelden
opslaan. Wanneer de opslagcapaciteit voor een
map wordt overschreden, wordt automatisch
een nieuwe map gemaakt.
Elke nieuwe map die u maakt, krijgt
een nummer dat één hoger is dan het
hoogste nummer op het
opslagmedium, en de nieuwe map
wordt de opnamemap.
Het maken van een map
annuleren
Kies [Cancel] in Stap 2 of 3.
NL
50
• Wanneer u een nieuwe map hebt gemaakt, kunt
u deze map niet met de camera wissen.
• Beelden worden opgeslagen in de nieuwe map
totdat een nieuwe map wordt gemaakt of
geselecteerd.
De opnamemap selecteren
a Stel de modusknop in op SET
UP en kies het opslagmedium
met de
/CF-schakelaar.
• Het beeld wordt in de juist geselecteerde map
opgeslagen. U kunt met de camera geen
beelden naar andere mappen verplaatsen.
b Selecteer
(Memory Stick
Tool) of (CF Card Tool) met
v/V, [Change REC. Folder] met
B/V en [OK] met B/v en druk
vervolgens in het midden van
de multiselectieknop.
Aan de slag met uitgebreide functies
Het selectiescherm voor de
opnamemap verschijnt.
Select REC. Folder
102
2/2
Folder Name:102MSDCF
No. Of Files: 0
Created:
2004 1 1 1::05:34AM
OK
Cancel
BACK/NEXT
c Kies de gewenste map met
b/B en [OK] met v en druk
vervolgens in het midden.
Het wijzigen van de opnamemap
annuleren
Kies [Cancel] in Stap 2 of 3.
• U kunt niet de map "100MSDCF" kiezen als
opnamemap.
NL
51
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Handmatige functies
voor maken van foto's
Nadat u zich vertrouwd hebt gemaakt met
uw camera, gaan we foto's maken in
verschillende situaties waarin bepaalde
instellingen moeten worden gewijzigd. In
dit gedeelte komt een aantal veelgebruikte
voorbeelden van het maken van opnamen
met handmatige instellingen aan bod.
V: Een portret fotograferen met
een wazige achtergrond?
, Opnemen in voorkeursmodus
diafragma (pagina 56)
Als u de persoon wilt benadrukken en de
achtergrond wazig wilt maken, past u de
diafragmawaarde met de hand aan. Hoe
groter de lensopening (de diafragmawaarde
wordt lager), des te smaller is het
scherpstelpunt. De achtergrond wordt
vanzelf waziger.
NL
52
V: Een portret fotograferen met
tegenlicht?
, Een flitserstand kiezen
(pagina 69)
Wanneer u iemand op een lichte plek
fotografeert, kan het gezicht schaduwen
vertonen. Dit gebeurt als de achtergrond
lichter is dan de persoon. In dergelijke
gevallen stelt u de flitser in op
(Geforceerde flits). Hiermee kunt u zowel
de persoon als de achtergrond duidelijk
fotograferen.
• U kunt de flitser binnen het bereik van het
flitslicht gebruiken.
V: Een nachtopname maken?
, Opnemen in voorkeursmodus
sluitertijd (pagina 55)
Als u de automatische flitser gebruikt, is de
sluitertijd beperkt en bereikt het flitserlicht
een onderwerp op grote afstand niet.
Hierdoor kan er geen duidelijke opname
van het beeld worden gemaakt. In
dergelijke gevallen kiest u met de hand een
kortere sluitertijd, stelt u de flitser in op
(Geen flits) en beperkt u de hoeveelheid
licht met de EV-regeling. Vervolgens kunt
u een duidelijke nachtopname maken.
V: Een bewegend onderwerp
fotograferen?
V: Een opname maken van een
zonsondergang
, De ISO-gevoeligheid selecteren
(pagina 65)
Wanneer u de flitser niet kunt gebruiken of
geen langere sluitertijd kunt instellen, kiest
u voor een grotere ISO-waarde. Een hogere
ISO-waarde vergroot het effect van het
aanwezige licht bij de opname.
, Opnemen in voorkeursmodus
sluitertijd (pagina 55)
Als u een opname maakt van een
bewegende persoon of een bewegend
onderwerp, kiest u een langere sluitertijd
om de beweging te bevriezen of een kortere
sluitertijd om een vloeiende beweging vast
te leggen. Pas de sluitertijd aan om een
moment met een snelheid die niet met het
blote oog is waar te nemen, vast te leggen.
, De kleurtonen instellen
(pagina 74)
Als uw opname niet de gewenste kleuren
heeft, kunt u de witbalans aanpassen. U
kunt het rood van de zonsondergang
versterken door de witbalans in te stellen op
(Daglicht).
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
V: Een opname maken zonder
flitser?
NL
53
Opnemen met
geprogrammeerde
instellingen
Programmaverschuiving
U kunt de combinatie van diafragmawaarde
en sluitertijd aanpassen terwijl de instelling
voor helderheid is vastgezet.
a Stel de modusknop in op P.
Modusknop: P
In de modus voor opnemen met
geprogrammeerde instellingen past de
camera automatisch de sluitertijd en
diafragma aan op basis van de helderheid
van het onderwerp, net zoals in de
automatische instelmodus (modusknop:
). Daarnaast kunt u met de
geprogrammeerde instellingen de opnameinstellingen in het menu wijzigen. Dit is een
functie die de automatische instelmodus
niet heeft (pagina 140).
Opdrachtknop
Sluiterknop
b Kies de gewenste waarde voor
diafragma en sluitertijd met de
opdrachtknop.
80 min
8M
FINE
MAF
101
98
P
250 F2.0
wordt aangegeven terwijl de
diafragmawaarde en de sluitertijd
worden gewijzigd.
c Neem het beeld op.
Modusknop
Programmaverschuiving
annuleren
Draai de modusknop terug van
NL
54
naar
• U kunt de combinatie van diafragmawaarde en
sluitertijd niet aanpassen als de sluiterknop
halverwege is ingedrukt.
• Als de helderheid verandert, worden ook de
diafragmawaarde en de waarde voor de
sluitertijd gewijzigd terwijl de
programmaverschuiving gehandhaafd blijft.
.
• Afhankelijk van de omstandigheden tijdens de
opname, is het wellicht niet mogelijk de
combinatie van diafragmawaarde en waarde
voor de sluitertijd te wijzigen.
• Als de flitsermodus wordt gewijzigd, wordt de
functie Programmaverschuiving geannuleerd.
• Als u de modusknop instelt op een andere
waarde dan P of als u de stroom uitschakelt,
wordt de functie Programmaverschuiving
geannuleerd.
Opdrachtknop
Opnemen in
voorkeursmodus
sluitertijd
Sluiterknop
Modusknop
Modusknop: S
c Neem het beeld op.
a Stel de modusknop in op S.
b Kies de gewenste waarde voor
de sluitertijd met de
opdrachtknop.
80 min
8M
FINE
101
98
S
200
S
Korte sluitertijd
Lange sluitertijd
250
320
MAF
F2.0
0 EV
• Sluitertijden van één seconde of langer worden
aangeduid door middel van ["] achter de
waarde, bijvoorbeeld 1".
• Als u niet de juiste belichting krijgt nadat u de
instellingen hebt uitgevoerd, knipperen de
indicatoren voor de instelling op het scherm als
de sluiterknop halverwege wordt ingedrukt. U
kunt onder deze omstandigheden wel opnamen
maken, maar wij raden u aan de flitserwaarde
opnieuw in te stellen.
• De flitser is ingesteld op (Geforceerde flits)
of
(Geen flits).
• Als de sluitertijd kort is, volstaat de
hoeveelheid licht van de flitser wellicht niet
meer, zelfs als u de flitser laat knipperen.
• U kunt de belichtingswaarde (pagina 60)
aanpassen.
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
U kunt de waarde voor de sluitertijd met de
hand aanpassen. Als u een bewegend
onderwerp met een korte sluitertijd
fotografeert, lijkt het onderwerp op de
afbeelding bevroren te zijn. Bij een langere
sluitertijd wordt het onderwerp in een
vloeiende beweging vastgelegd.
De diafragmawaarde wordt automatisch
aangepast om een goede belichting te
krijgen, afhankelijk van de helderheid van
het onderwerp.
Als u een sluitertijd van 1/25 seconde
of langer selecteert, wordt automatisch
de functie NR-modus voor lange
sluitertijden ingeschakeld. In
dergelijke gevallen wordt "NR"
weergegeven aan de linkerkant van de
indicator voor de sluitertijd.
De sluitertijd kan worden ingesteld op
een waarde tussen 1/2000 en 30
seconden.
NL
55
NR-modus voor lange sluitertijden
Opnametechnieken
In de NR-modus voor lange sluitertijden
wordt de ruis van de opgenomen beelden
beperkt, zodat u heldere opnamen krijgt.
Wanneer sluitertijden van 1/25 seconde of
langer worden gebruikt, schakelt de camera
automatisch over op de NR-modus voor lange
sluitertijden en verschijnt "NR" naast de
indicator van de sluitertijd.
Als u een bewegende persoon, auto, enz.
opneemt met een korte sluitertijd, kunt u een
moment vastleggen dat anders niet met het
menselijk oog zichtbaar is.
F2.8
NR2''
Modusknop: A
Druk de sluiterknop
geheel naar beneden.
r
Het scherm wordt
vervolgens zwart.
Capturing
Bij het maken van een opname van een
onderwerp, zoals een stromende rivier, kunt u
een lange sluitertijd gebruiken om een beeld te
creëren waarin de vloeiende beweging van het
onderwerp is vastgelegd. In dergelijke
gevallen wordt geadviseerd een statief te
gebruiken om het trillen van de camera tegen
te gaan.
r
Processing
Als ten slotte
"Processing"
verdwijnt, is het beeld
opgenomen.
• Om bewogen beelden te voorkomen, raden
we u het gebruik van een statief aan.
• Als een lange sluitertijd wordt ingesteld, kan
de verwerking enige tijd in beslag nemen.
Dit komt doordat de camera bezig is met het
verwijderen van ruis gedurende de tijd die is
ingesteld voor de sluitertijd.
NL
56
Opnemen in
voorkeursmodus
diafragma
• Als u de camera in de hand houdt, past u de
sluitertijd aan tot een waarde waarbij de
indicator
(Waarschuwingsindicator voor
trillingen) niet wordt weergegeven op het
scherm.
U kunt de hoeveelheid licht aanpassen die
de lens passeert. Als u het diafragma opent
(de F-waarde wordt lager), wordt de
hoeveelheid licht die de lens passeert groter
en het scherpstellingsbereik smaller. Alleen
het hoofdonderwerp is scherpgesteld.
Wanneer het diafragma wordt gesloten (de
F-waarde wordt hoger), wordt de
hoeveelheid licht kleiner en het
scherpstellingsbereik breder. Het gehele
beeld wordt scherpgesteld.
De sluitertijd wordt automatisch aangepast
om een goede belichting te krijgen,
afhankelijk van de helderheid van het
onderwerp.
Het diafragma
openen
Het diafragma
sluiten
Opdrachtknop
Sluiterknop
Modusknop
a Stel de modusknop in op A.
80 min
8M
FINE
101
98
A
Opnametechnieken
De velddiepte wordt het scherpstellingsbereik
genoemd. Als het diafragma verder wordt
geopend, wordt het veld minder diep (het
scherpstellingsbereik wordt smaller). Als het
diafragma verder wordt gesloten, wordt het
veld dieper (het scherpstellingsbereik wordt
breder).
Het diafragma
openen
Het onderwerp is
scherp en de
achtergrond is
wazig.
M
m
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
b Kies de gewenste
diafragmawaarde met de
opdrachtknop.
• De sluitertijd wordt automatisch ingesteld op
een waarde tussen 1/2000 en 8 seconden. Als u
een diafragmawaarde van F8 instelt, beginnen
de waarden vanaf 1/3200 seconde.
• Als u niet de juiste belichting krijgt nadat u de
instellingen hebt uitgevoerd, knipperen de
indicatoren voor de instelling op het scherm als
de sluiterknop halverwege wordt ingedrukt. U
kunt onder deze omstandigheden wel opnamen
maken, maar wij raden u aan de flitserwaarde
opnieuw in te stellen.
• De flitser is ingesteld op (Geforceerde flits),
(Langzame synchronisatie) of
(Geen
flits).
• U kunt de belichtingswaarde (pagina 60)
aanpassen.
Het diafragma
sluiten
Zowel het
onderwerp als de
achtergrond zijn
scherp.
2.0
F
2.2
2.5
MAF
250
0 EV
Het waardebereik waaruit kan worden
gekozen, varieert afhankelijk van de
zoompositie. Het diafragma kan
worden ingesteld op een waarde tussen
F2 en F8 (W)/tussen F2,8 en F8 (T).
Stel het diafragma in op de gewenste waarde
om een specifiek gedeelte van de opname
scherper te maken of om scherp te stellen op
het volledige beeld.
c Neem het beeld op.
NL
57
Opdrachtknop
Opnemen met
handmatig ingestelde
belichting
c Druk op
(Belichting) en
selecteer een diafragmawaarde
met de opdrachtknop.
Sluiterknop
80 min
8M
FINE
101
98
M
Modusknop
Modusknop: M
U kunt de sluitertijd en de diafragmawaarde
met de hand instellen.
Het verschil tussen de ingestelde waarde en
de juiste belichting zoals de camera deze
heeft bepaald, wordt weergegeven op het
scherm als de EV-waarde (pagina 60). 0EV
geeft de geschikte waarde aan voor de
camera.
De instelling wordt op de camera bewaard,
ook wanneer het toestel is uitgeschakeld.
Nadat u de gewenste waarde hebt ingesteld,
kunt u dezelfde belichting opnieuw kiezen
door simpelweg de modusknop in te stellen
op M.
2.0
F
a Stel de modusknop in op M.
b Kies de gewenste waarde voor
de sluitertijd met de
opdrachtknop.
80 min
8M
FINE
101
98
M
200
250
320
MAF
NL
250
0 EV
d Neem het beeld op.
S
58
2.2
2.5
MAF
F2.0
0 EV
• Als u niet de juiste belichting krijgt nadat u de
instellingen hebt uitgevoerd, knipperen de
indicatoren voor de instelling op het scherm als
de sluiterknop halverwege wordt ingedrukt. U
kunt onder deze omstandigheden wel opnamen
maken, maar wij raden u aan de flitserwaarde
opnieuw in te stellen.
• De flitser is ingesteld op (Geforceerde flits)
of
(Geen flits).
Puntbelichting meten (
De meetmodus
selecteren
Modusknop: P/S/A/M/SCN/
U kunt een meetmodus selecteren om de
belichting vast te stellen, afhankelijk van
het deel van het onderwerp dat wordt
gemeten.
Meerdere patronen meten (
)
)
Met Puntbelichting meten kunt u het
onderwerp direct voor een klein gebied
meten. Op deze manier kunt u de belichting
van het onderwerp aanpassen wanneer u
een tegenlichtopname maakt of wanneer er
een sterk contrast bestaat tussen het
onderwerp en de achtergrond.
Opdrachtknop
8M
FINE
Dradenkruis
puntbelichtingsmeter
MAF
a Stel de modusknop in op P, S,
A, M, SCN of
.
101
98
P
250 F2.0
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
Bij de meting ligt de nadruk op het midden
van het beeld. De camera bepaalt de
belichting op basis van de helderheid van
een onderwerp in de buurt van het midden.
80 min
Modusknop
Het beeld is verdeeld in meerdere zones
waarbij elke zone apart wordt gemeten. De
camera bepaalt de optimale belichting op
basis van de positie van het onderwerp en
de helderheid van de achtergrond.
De standaardinstelling is Meerdere
patronen meten.
Belichting in het midden meten
( )
c Als u puntbelichting selecteert
in Stap 2, plaatst u het
dradenkruis van de
puntbelichtingsmeter op één
punt van het onderwerp
waarvan u een opname wilt
maken.
• Als u de belichting in het midden gebruikt of
met puntbelichting werkt, adviseren wij u
scherp te stellen op hetzelfde gebied als waar de
meting plaatsvindt met behulp van het kader
van AF-bereikzoeker voor belichting in het
midden (pagina 66).
• U kunt de meetmodus niet gebruiken als u met
de functie Nachtopname/Nachtinstelling werkt.
b Druk op
(Meetmodus) en
houd deze ingedrukt en
selecteer de gewenste
meetmodus met de
opdrachtknop.
NL
59
Opdrachtknop
De belichting
instellen
80 min
8M
FINE
Modusknop
101
98
P
+1.0EV
+1.3EV
– EV-regeling
+1.7EV
MAF
250 F2.0
Modusknop: P/S/A/SCN/
U kunt de belichtingswaarde die door de
camera is bepaald, handmatig verschuiven.
Gebruik deze knop als u niet de juiste
belichting krijgt, bijvoorbeeld als het
contrast tussen onderwerp en achtergrond
groot is (licht en donker). U kunt waarden
van +2.0EV tot –2.0EV instellen in stappen
van 1/3EV.
Aanpassen
in richting
van de –
NL
60
Aanpassen
in richting
van de +
De automatische belichting weer
activeren
Kies [0EV] in Stap 2.
a Stel de modusknop in op P, S,
A, SCN of .
b Druk op
(Belichting) en
houd deze ingedrukt en
selecteer de gewenste
belichtingswaarde met de
opdrachtknop.
De huidige belichtingswaarde wordt
weergegeven.
Regel de belichtingswaarde en
controleer de helderheid van de
achtergrond.
• Als het onderwerp extreem licht of donker is of
als de flitser wordt gebruikt, leidt het aanpassen
van de belichtingswaarde niet altijd tot
resultaten.
Een histogram weergeven
Een histogram is een diagram waarmee de
helderheid van een beeld wordt
weergegeven. De horizontale as geeft de
helderheid aan en de verticale as het aantal
pixels. Bij een donker beeld ligt het
zwaartepunt van de grafiek aan de
linkerkant en bij een licht beeld aan de
rechterkant. Het histogram is een nuttig
referentiemiddel voor het controleren van
de belichting tijdens het opnemen en
afspelen als het scherm moeilijk te zien is.
8M
FINE
101
4
Helderheid
Donker
Helder
0 EV
a Stel de modusknop in op P, S,
A of SCN.
b Druk op
(Schermstatus)
om het histogram weer te
geven.
c Pas de belichting aan op basis
van het histogram.
• Het histogram wordt mogelijk niet
weergegeven voor beelden die zijn opgenomen
met andere camera's.
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
Aantal pixels
80
• Het histogram wordt tevens weergegeven als de
modusknop wordt ingesteld op
of M,
terwijl de EV-regeling is uitgeschakeld.
• Het histogram wordt tevens weergegeven als u
op
(Schermstatus) drukt tijdens het
afspelen van een afzonderlijk beeld (pagina 39)
of tijdens het gebruik van Quick Review
(pagina 28).
• Het histogram wordt in de volgende gevallen
niet weergegeven:
– Als het menu wordt weergegeven
– Bij gebruik van Quick Review van een beeld
dat is opgenomen in de modus
Belichtingsvariatie
– Bij gebruik van Vergroot weergeven
– Bij het opnemen of afspelen van films
•
wordt weergegeven en in de volgende
gevallen wordt het histogram niet weergegeven:
– Bij het maken van opnamen met digitale
zoom
– Bij een beeldformaat van [3:2]
– Bij het afspelen van beelden die zijn
opgenomen met de Multi Burst-modus
– Als een stilstaand beeld is gedraaid
• Het histogram vóór de opname geeft het
histogram weer van het beeld dat op het
moment van opname op het scherm werd
weergegeven. Het histogram voordat u de
sluiterknop indrukt, wijkt af van het histogram
daarna. Als dit gebeurt, controleert u het
histogram tijdens het afspelen van een
enkelvoudig beeld of tijdens Quick Review.
Met name in de volgende gevallen kan er
sprake zijn van een groot verschil:
– Als de flitser automatisch knippert
– Bij gebruik van de functie Nachtinstelling
– Als [PFX] (P.Effect) is ingesteld op [Solarize]
– Als de sluitertijd kort of lang is
NL
61
Opnametechnieken
Tijdens het opnemen van beelden bepaalt de
camera automatisch de belichting. Wanneer u
een opname maakt van een belicht of wit
gekleurd onderwerp zoals een onderwerp in
tegenlicht of een opname in de sneeuw, bepaalt
de camera dat het onderwerp helder is en kan
een donkere belichting voor het beeld instellen.
In dergelijke gevallen kunt u het beste de
belichting in de richting van de – bijstellen.
Wanneer u een opname maakt van een
donkerachtig onderwerp, bepaalt de camera dat
het onderwerp donker belicht is en kan een
lichtere belichting voor het beeld instellen. In
dergelijke gevallen kunt u het beste de
belichting in de richting van de – bijstellen.
m
Bijstellen in de richting van de –
m
Bijstellen in de richting van de +
U kunt de belichting controleren aan de hand
van het histogram. Zorg ervoor dat u het
onderwerp niet onder- of overbelicht
(waardoor een te licht of te donker beeld
ontstaat).
U kunt proberen de belichting aan te passen
aan uw persoonlijke smaak.
NL
62
Opnemen met vaste
belichtingswaarde
– AE LOCK
Modusknop: P/S/A/SCN/
U kunt de belichtingswaarde vergrendelen
voordat u een opname gaat maken. Dit is
handig als het contrast van het onderwerp
en de achtergrond bijzonder groot is of als u
een opname maakt van een onderwerp met
tegenlicht.
Sluiterknop
De belichtingswaarde is nu vastgelegd
en de -indicator wordt weergegeven.
80 min
8M
FINE
MAF
101
98
P
250 F2.0
c Stel de compositie opnieuw
samen en houd de sluiterknop
tot halverwege ingedrukt.
Opnametechnieken
De belichting wordt automatisch door de
camera ingesteld, afhankelijk van het
onderwerp. Als u de compositie van uw
opname wijzigt, verandert mogelijk de
belichting, bijvoorbeeld bij veranderingen in
de helderheid van de achtergrond. In
dergelijke gevallen gebruikt u de functie AEvergrendeling. U kunt dan vrijelijk opnamen
maken zonder rekening te hoeven houden met
de helderheid van het onderwerp.
Om de belichting te bepalen, meet u de
belichting van het gewenste deel van het
onderwerp met behulp van de
middenbelichting of de puntbelichting. Druk
op AE LOCK om de belichting te
vergrendelen, stel vervolgens de compositie
opnieuw samen en maak de opname.
De scherpte wordt automatisch
ingesteld.
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
Modusknop
AE LOCK
b Richt op het onderwerp
waarvan u de belichting wilt
vergrendelen en druk op AE
LOCK.
Deel van het beeld dat
gebruikt is voor het
bepalen van de belichting
d Druk de sluiterknop geheel
naar beneden.
AE LOCK opheffen
a Stel de modusknop in op P, S,
A, SCN of
.
Voer een van de volgende handelingen uit:
• Druk na Stap 2 nogmaals op AE LOCK.
• Haal na Stap 3 uw vinger van de
sluiterknop.
• Druk in Stap 4 de sluiterknop in.
m
NL
63
Drie opnamen maken
met verschoven
belichtingswaarden
Opdrachtknop
Eerste opname
(Bijgesteld in de richting van de +)
Modusknop
Sluiterknop
– Belichtingsvariatie
Modusknop: P/S/A/M/SCN
Naast een beeld met een belichting die
automatisch door de camera is ingesteld,
worden nog twee beelden opgenomen met
belichtingswaarden die in de richting van de
+ en de – zijn bijgesteld.
Als u geen opname kunt maken met de
juiste belichting vanwege de helderheid van
het onderwerp, gebruikt u de modus
Belichtingsvariatie.
U kunt hierbij na de opname het beeld met
de juiste belichting kiezen.
Tweede opname
(Juiste belichting ingesteld door de
camera)
/BRK
MENU
a Stel de modusknop in op P, S,
A, M of SCN.
Derde opname
(Bijgesteld in de richting van de –)
b Druk op /BRK (bracket),
houd deze ingedrukt en
selecteer [BRK] met de
opdrachtknop.
80 min
8M
FINE
101
98
P
BRK
MAF
250 F2.0
c Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
NL
64
d Kies [BRK] (Bracket Step) met
b/B en kies vervolgens de
gewenste instelling met v/V.
±1.0EV: Verschuift de
belichtingswaarde met plus of min
1.0EV.
±0.7EV: Verschuift de
belichtingswaarde met plus of min
0.7EV.
±0.3EV: Verschuift de
belichtingswaarde met plus of min
0.3EV.
e Neem het beeld op.
Kies [Normal] in Stap 2.
De ISO-gevoeligheid
selecteren
– ISO
Modusknop: P/S/A/M
U kunt de lichtgevoeligheid van de camera
aanpassen. Als u een hoge ISO-waarde
selecteert, kunt u opnamen maken op een
donkere plek. Normaal gesproken wordt de
ISO-gevoeligheid ingesteld op [Auto]. Als
de ISO-gevoeligheid wordt ingesteld op
[Auto], wordt deze automatisch verhoogd
op een donkere plek.
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
Terugkeren naar normale
opnamen
• Wanneer de belichting handmatig wordt
bijgesteld (pagina 60), wordt de
belichtingswaarde verschoven op basis van de
bijgestelde helderheid.
• Het opname-interval bedraagt ongeveer 0,42
seconden.
• Als het onderwerp te licht of te donker is, kunt
u mogelijk geen goede opnamen maken met de
geselecteerde waarde.
• U kunt geen sluitertijden kiezen van 1/25
seconde of langer.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Modusknop
• Als [Mode] (REC Mode) niet is ingesteld op
[Normal], kunt u de modus Belichtingsvariatie
niet gebruiken.
• Mogelijk kunt u de modus Belichtingsvariatie
niet gebruiken, afhankelijk van de modus
Scènekeuze (pagina 37).
• In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
• Als u een opname maakt in deze modus, wordt
het beeld niet weergegeven op het scherm. Stel
uw beeld samen voordat u op de sluiterknop
drukt.
• De scherpstelling en de witbalans worden
ingesteld op basis van het eerste beeld en deze
instellingen worden ook voor de andere beelden
gebruikt.
a Stel de modusknop in op P, S,
A of M.
NL
65
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
c Kies [ISO] met b en kies
vervolgens de gewenste
instelling met v/V.
U kunt kiezen uit [800], [400], [200],
[100], [64], en [Auto].
Terugkeren naar normale
opnamen
Kies [Auto] in Stap 3.
• U kunt het trillen van de camera beperken door
een hoge waarde te kiezen. U kunt een opname
maken met een kortere sluitertijd.
• Als u een hoge waarde kiest, bevat de opname
mogelijk ruis. Als de beeldkwaliteit belangrijk
is, kiest u een lage waarde.
Een methode voor
automatisch
scherpstellen kiezen
U kunt het kader van de AF-bereikzoeker of
de AF-modus instellen.
Kader van AF-bereikzoeker
Het kader van de AF-bereikzoeker
selecteert de scherpstellingspositie op basis
van de positie en het formaat van het
onderwerp.
AF-modus
De AF-modus wordt automatisch ingesteld
als de camera begint en eindigt met
scherpstellen op een onderwerp.
Modusknop
Een kader voor de AFbereikzoeker kiezen
– AF-bereikzoeker
Modusknop: P/S/A/M/SCN/
Multipunt AF (
)
De camera berekent de afstand op vijf
plaatsen aan de bovenzijde, onderzijde,
linkerzijde en rechterzijde en in het midden
van het beeld. Zodoende kunt u de opname
maken met de functie voor automatische
scherpstelling zonder dat u zich zorgen
hoeft te maken over de beeldcompositie.
Deze functie komt van pas als scherpstellen
moeilijk is doordat het onderwerp zich niet
in het midden van het kader bevindt. U kunt
de positie controleren waar de
scherpstelling is aangepast met behulp van
het groene kader.
De standaardinstelling is Multipunt AF.
Midden AF (
)
De AF-bereikzoeker beperkt zich tot het
midden van het kader. U kunt de gewenste
beeldcompositie fotograferen met de AFvergrendelingsmethode.
FOCUS
NL
66
Multiselectieknop (v/V/b/B)
AF met spotmeting (
)
Dit is handig wanneer u scherpstelt op een
zeer klein of smal onderwerp. Met AF met
spotmeting kunt u opnamen maken van de
gewenste beeldcompositie. Dit is handig als
u opnamen maakt met behulp van een
statief en het onderwerp zich niet in het
midden van het beeld bevindt. Bij het
maken van opnamen van een bewegend
onderwerp moet u de camera stilhouden
zodat het onderwerp niet buiten het kader
voor het zoekbereik terechtkomt.
a Stel de modusknop in op P, S,
A, M, SCN of
.
c Druk herhaaldelijk op het
midden van de
multiselectieknop om de
gewenste modus te
selecteren.
80 min
8M
FINE
101
98
P
Kader van AFbereikzoeker
MAF
250 F2.0
Indicator
kader van AFbereikzoeker
80 min
8M
FINE
98
P
MAF
101
250 F2.0
Als de scherpstelling wordt aangepast
terwijl u de sluiterknop halverwege
ingedrukt houdt, verandert de kleur
van het kader van de AF-bereikzoeker
van wit in groen.
• Als u films opneemt en Multipunt AF kiest,
wordt er gewerkt met de gemiddelde afstand tot
het midden van het scherm, zodat de AFfunctie zelfs bij enige mate van trilling werkt.
De indicator voor het frame van de AFbereikzoeker is
. De functies Midden AF en
AF met spotmeting stellen alleen automatisch
scherp op het geselecteerde deel van het beeld.
Deze functies kunt u dus gebruiken als u wilt
scherpstellen op het onderwerp waar u op richt.
• Als u de digitale zoom of de Hologram AF
gebruikt, geeft de AF-functie prioriteit aan
onderwerpen in de buurt van het midden van
het kader. In dat geval knippert de indicator
Kader van AF-bereikzoeker en wordt het kader
van de AF-bereikzoeker niet weergegeven.
Een methode voor
scherpstellen kiezen
– AF-modus
Modusknop: SET UP
Enkele AF ( S A F )
Deze modus is handmatig voor het maken
van opnamen van onderwerpen die niet
bewegen. De scherpstelling wordt pas
aangepast wanneer u op de sluiterknop
drukt en deze halverwege ingedrukt houdt.
Nadat u de sluiterknop halverwege
ingedrukt hebt gehouden en de AFvergrendeling is voltooid, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
b Zet de FOCUS-schakelaar op
AUTO.
d Als u AF met spotmeting
selecteert in Stap 3, gebruikt
u v/V/b/B om het kader van de
AF-bereikzoeker te
verplaatsen naar het gedeelte
waarop u wilt scherpstellen.
AF controleren ( M A F )
Hiermee wordt de tijd verkort die nodig is
om scherp te stellen. De camera past de
scherpstelling automatisch aan voordat u de
sluiterknop halverwege indrukt en deze
ingedrukt houdt, zodat u beelden kunt
samenstellen met een reeds aangepaste
scherpstelling. Nadat u de sluiterknop
halverwege ingedrukt hebt gehouden en de
AF-vergrendeling is voltooid, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
De standaardinstelling is AF controleren.
• Het stroomverbruik van de accu kan hoger zijn
dan in de modus Enkele AF.
NL
67
Continue AF ( C A F )
De camera past de scherpstelling aan
voordat u de sluiterknop halverwege
ingedrukt houdt en gaat vervolgens, ook
nadat de AF-vergrendeling is ingeschakeld,
door met het aanpassen van de
scherpstelling. Hierdoor wordt het maken
van opnamen van bewegende onderwerpen
met continue scherpstelling mogelijk. De
continue scherpstelling zal echter mogelijk
niet in staat zijn snelbewegende doelen te
volgen tijdens het maken van opnamen. De
AF-bereikzoeker is Midden AF.
• De scherpstelling wordt in de volgende
gevallen niet aangepast nadat de vergrendeling
is voltooid en de indicator "C AF" knippert. De
camera is ingesteld op de modus AF
controleren.
– Bij het maken van opnamen op een donkere
plek
– Bij het maken van opnamen met een lange
sluitertijd
– Bij gebruik van de functies Nachtopname/
Nachtinstelling
• Er klinkt geen vergrendelingsgeluid als de
camera wordt scherpgesteld.
• Als u de sluiterknop helemaal indrukt met
behulp van de zelfontspanner, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
• Het stroomverbruik van de accu kan hoger zijn
dan in een andere AF-modus.
a Stel de modusknop in op SET
UP.
b Kies
(Camera 1) met v en
kies vervolgens [AF Mode] met
B/v.
Met de hand
scherpstellen
1
c Kies de gewenste map met B/
v/V en druk vervolgens op het
midden van de multiselectieknop.
Modusknop: P/S/A/M/SCN/
Het scherpstellen verloopt normaal automatisch. Soms, zoals in de volgende gevallen,
kan het voorkomen dat de automatisch
scherpstelling niet goed werkt. In dergelijke
gevallen stelt u met de hand scherp.
Onderwerpen waarop moeilijk kan
worden scherpgesteld
• Onderwerpen met weinig contrast en
achtergronden als een muur of de lucht
• Onderwerpen op zeer donkere plekken
• Sterk reflecterende metalen voorwerpen
of onderwerpen waarachter zich een
lichtbron bevindt en die sterk reflecteren
• Onderwerpen die worden bekeken door
ramen of brillenglazen
Modusknop
Scherpstelring
Dichtbij
Veraf
NL
68
FOCUS
a Stel de modusknop in op P, S,
A, M, SCN of
.
b Zet de FOCUS-schakelaar op
MANUAL.
De 9-indicator (handmatig
scherpstellen) wordt weergegeven op
het scherm.
c Draai aan de scherpstelring om
een scherp beeld te krijgen.
Zet de FOCUS-schakelaar op AUTO.
• De indicator voor de informatie over de
brandpuntsafstand geeft slechts een benadering
van de werkelijke situatie aan en dient
uitsluitend ter referentie.
• De indicator voor de informatie over de
brandpuntsafstand wordt niet weergegeven als
de functie Nachtopname wordt gebruikt.
• Bij handmatig scherpstellen kunnen de
volgende functies niet worden gebruikt:
– Opnemen in de macrostand
– Functie Nachtinstelling
• Bij het opnemen van films kan de functie voor
uitgebreide scherpstelling niet worden gebruikt.
Een flitserstand
kiezen
Modusknop:
P/S/A/M/SCN
Normaal gesproken, klapt de flitser
automatisch omhoog en begint te knipperen
als de omgeving donker is. U kunt de
flitserstand desgewenst veranderen.
Auto (Geen indicator)
De hoeveelheid licht is bepalend voor het al
dan niet toepassen van flitslicht. De
standaardinstelling is Auto.
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
De indicator voor informatie over de
brandpuntsafstand wordt weergegeven.
U kunt de scherpstelling aanpassen in
de volgende macrobereiken.
T-zijde: ongeveer 60 cm tot ∞
(oneindig)
W-zijde: 2 cm tot ∞ (oneindig)
Als [Expanded Focus] in de SET UPinstellingen is ingesteld op [On], wordt
tot 2× ingezoomd op het beeld zodat u
gemakkelijk kunt scherpstellen tijdens
het opnemen van stilstaande beelden.
De standaardinstelling is [On]. Als de
scherpstelling aan uw wensen voldoet,
wordt de afbeelding weer op normale
grootte weergegeven en verandert de
scherpstelindicator van geel naar wit.
Als de 9-indicator knippert, heeft de
brandpuntsafstand de maximale
waarde bereikt.
De automatische scherpstelling
weer activeren
Geforceerde flits ( )
De flitser wordt geactiveerd ongeacht de
hoeveelheid licht die aanwezig is.
Langzame synchronisatie (
)
De flitser wordt geactiveerd ongeacht de
hoeveelheid licht die aanwezig is. In deze
modus is de sluitertijd langer in donkere
omstandigheden, zodat u een achtergrond
die buiten het door de flits verlichte
gedeelte valt duidelijk kunt opnemen.
Geen flits ( )
De flitser wordt niet geactiveerd ongeacht
de hoeveelheid licht die aanwezig is.
NL
69
Opdrachtknop
Modusknop
a Stel de modusknop in op
P, S, A, M of SCN.
,
b Druk op (Flitser), houd deze
ingedrukt en selecteer de
gewenste modus met de
opdrachtknop.
80 min
8M
101
98
• Als de meegeleverde lenskap wordt
aangebracht, wordt het flitslicht geblokkeerd.
• Het gebruik van een statief is aanbevolen
wanneer
(Langzame synchronisatie) of
(Geen flits) is geselecteerd, omdat de sluitertijd
langer is in donkere omstandigheden.
• Als de flitser wordt opgeladen, knippert het lampje. Als het opladen gereed is, gaat het
lampje uit.
• U kunt de helderheid van het flitslicht
veranderen met behulp van [Flash Level] in de
menu-instellingen (pagina 72). (Behalve als de
modusknop is ingesteld op
.)
• U kunt een externe flitser installeren op deze
camera (pagina 72).
De flitser automatisch omhoog
laten klappen (Omhoogklappende
flitser)
Normaal gesproken knippert de flitser
automatisch, afhankelijk van de
lichtomstandigheden. U kunt er echter ook
voor zorgen dat de flitser alleen wordt
geactiveerd als u deze wilt gebruiken. Stel
[Pop-up Flash] in op [Manual] in de SET
UP-instellingen (pagina 143).
De flitser laten knipperen
1 Schuif de
OPEN (FLASH)schakelaar in de richting van de pijl.
De flitser wordt omhoog geklapt.
2 Stel de flitser in op (Geforceerde flits)
of
(Langzame synchronisatie).
3 Neem het beeld op.
OPEN (FLASH)
MAF
NL
70
• Let op: het oppervlak van de flitser kan heet
zijn wanneer u de flitser een paar keer achter
elkaar hebt gebruikt.
• De aanbevolen afstand voor het maken van
opnamen met flits bedraagt ongeveer 0,5 m tot
4,5 m (W)/0,6 m tot 3,3 m (T) als [ISO] is
ingesteld op [Auto].
Terugkeren naar de automatische
flitsmodus
Stel [Pop-up Flash] in op [Auto] in de
SET UP-instellingen.
Het "rode-ogeneffect"
verminderen bij het opnemen van
levende onderwerpen
De flitser knippert vóór het opnemen om
het rode-ogeneffect te verminderen. Stel
[Red Eye Reduction] in op [On] in de
SET UP-instellingen (pagina 143).
wordt weergegeven op het scherm.
Bij het gebruik van de flitser hebt u
verschillende mogelijkheden.
Als u de flitsermodus instelt op (Geforceerde
flits), kunt u een duidelijke opname maken van
een onderwerp dat zich voor een lichtbron
bevindt. Ook is een effect beschikbaar waarbij
het flitserlicht reflecteert in de ogen van het
onderwerp.
De
(Langzame synchronisatie) is te
gebruiken wanneer u iemand fotografeert
tijdens zonsondergang of bij andere
vergelijkbare omstandigheden. U kunt een
duidelijke opname van die persoon maken met
de flitser en de achtergrond door een lange
belichtingstijd te gebruiken. Als de camera
geen duidelijke opnamen kan maken met lange
sluitertijden, wordt de ISO-waarde automatisch
verhoogd. Wij adviseren u een statief te
gebruiken om het trillen van de camera tegen te
gaan.
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
m
Opnametechnieken
Als de flitser niet is ingesteld op Auto, knippert
de flitser mogelijk, ongeacht wat u wilt doen.
In dergelijke situaties wordt de sluitertijd
automatisch verlengd als u de flitsermodus
instelt op
(Geen flits). Dit is handig als u
een rijdende auto, het lichtspectrum of de
zonsondergang fotografeert. Wij adviseren u
een statief te gebruiken om het trillen van de
camera tegen te gaan.
• De mate waarin het rode-ogeneffect kan
worden gereduceerd, varieert van individu
tot individu. Verder kunnen de afstand tot
het onderwerp en het feit of het onderwerp
voorafgaand aan de opname het knipperen
van de flitser al dan niet heeft gezien, van
invloed zijn op de effectiviteit van de
reductie van het rode-ogeneffect.
NL
71
Het flitsniveau
instellen
– Flitsniveau
Modusknop: P/S/A/M/SCN
U kunt de intensiteit van het flitslicht
aanpassen.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Modusknop
c Kies [ ] (Flash Level) met
b/B en kies vervolgens de
gewenste instelling met v/V.
High: Hiermee stelt u het flitsniveau
hoger in dan normaal.
Normal: Hiermee stelt u het
flitsniveau op normaal niveau in.
Low: Hiermee stelt u het flitsniveau
lager in dan normaal.
Een externe flitser
gebruiken
Modusknop:
/P/S/A/M/SCN
U kunt een optionele externe flitser
installeren. Een externe flitser vergroot de
hoeveelheid licht waardoor u levendigere
opnamen kunt maken dan met behulp van
een interne flitser.
Raadpleeg voor meer informatie de
gebruiksaanwijzing die zijn meegeleverd
met de flitser.
Aansluiting voor
geavanceerde
accessoires
Sluiterknop
Modusknop
a Stel de modusknop in op P, S,
A, M of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
NL
72
ACC-aansluiting
(accessoires)
Multiselectieknop
(v/V/b/B)
• Als een externe flitser wordt geïnstalleerd,
voorkomt het gewicht een stabiele houding van
het lensgedeelte. Wij adviseren u het
lensgedeelte te ondersteunen met uw
linkerhand of om een statief te gebruiken bij het
maken van opnamen.
• U kunt niet tegelijkertijd een externe flitser en
de ingebouwde flitser gebruiken.
• Als u twee of meer externe flitsers tegelijk
gebruikt, werkt de camera mogelijk niet correct
of kan er een storing optreden.
• Als u niet de juiste witbalans kunt instellen bij
gebruik van een externe flitser, stelt u de
flitsermodus in op (Geforceerde flits) of
(Langzame synchronisatie) en stelt u
vervolgens de witbalans in via de
(Directe witbalansinstelling SET) (pagina 74).
De Sony-flitser gebruiken
U kunt de Sony HVL-F32X of HVLF1000-flitser op de aansluiting voor
geavanceerde accessoires van uw camera
monteren. De HVL-F32X is tevens
uitgerust met een functie voor automatische
instelling van het flitserniveau en een AFbelichter die opvullicht uitzendt.
a Monteer de externe flitser op
de aansluiting voor
geavanceerde accessoires.
Sla Stap 2 over bij gebruik van de
HVL-F32X.
c Schakel de externe flitser in.
d Stel de modusknop in op
P, S, A, M of SCN.
,
e Neem het beeld op.
• Controleer of [Hot Shoe] is ingesteld op [Off]
in de SET UP-instellingen (pagina 143).
• Als [ISO] is ingesteld op [800], kunt u de
AUTO "B"-modus van de HVL-F32X niet
gebruiken.
U kunt een in de handel verkrijgbare flitser
monteren die past op de aansluiting voor
geavanceerde accessoires.
a Monteer de externe flitser op
de aansluiting voor
geavanceerde accessoires.
b Stel de modusknop in op SET
UP.
c Selecteer
(Camera 2) met
v/V, [Hot Shoe] met B/v/V en
[On] met B/v en druk
vervolgens in het midden van
de multiselectieknop.
2
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
b Sluit de flitser aan op de ACCaansluiting (voor accessoires).
Een commercieel
beschikbare, externe flitser
gebruiken
d Schakel de externe flitser in.
e Stel de modusknop in op M
of A.
De flitser knippert eveneens als de
modusknop is ingesteld op
, P, S of
SCN, maar wij adviseren u opnamen te
maken met de modusknop ingesteld op
M of A.
f Neem het beeld op.
NL
73
• Als u opneemt terwijl [Hot Shoe] is ingesteld
op [Off] in de SET UP-instellingen, klapt
mogelijk de ingebouwde flitser omhoog. Als dit
gebeurt, zet u de ingebouwde flitser in de
oorspronkelijke stand en stelt u [Hot Shoe] in
op [On] (pagina 143).
• Wanneer u in de SET UP-instellingen [Hot
Shoe] instelt op [On], wordt
weergegeven.
In dit geval wordt de ingebouwde flitser
uitgeschakeld.
• Stel de meest geschikte diafragmawaarde in op
basis van de advieswaarde van de gebruikte
flitser en de afstand tot het onderwerp.
• De advieswaarde van de flitser varieert
afhankelijk van de ISO-gevoeligheid
(pagina 65) van de camera, dus vergeet niet de
ISO-waarde te controleren.
• De camera werkt niet correct of vertoont een
storing bij gebruik van een flitser die door een
andere fabrikant is vervaardigd voor een
specifieke camera (meestal een flitser met
meerdere contactpunten op de aansluiting voor
geavanceerde accessoires), een type flitser met
een hoog voltage of een flitseraccessoire.
• Afhankelijk van het type in de handel
verkrijgbare externe flitser zijn sommige
functies mogelijk niet te gebruiken en zijn
bepaalde handelingen wellicht moeilijk uit te
voeren.
De kleurtonen
instellen
– Witbalans
Modusknop: P/S/A/M/SCN/
Normaalgesproken stelt de camera
kleurtonen automatisch bij, maar u kunt ook
de onderstaande instellingen selecteren op
basis van de opnamesituatie. De kleuren die
worden vastgelegd variëren al naar gelang
de lichtomstandigheden. Wanneer u de
omstandigheden waarin het beeld wordt
vastgelegd, wilt bijstellen of wanneer de
kleur van het gehele beeld enigszins
onnatuurlijk lijkt, wordt het aangeraden de
witbalans aan te passen.
Auto (Geen indicator)
De witbalans wordt automatisch ingesteld
op basis van de toestand van het onderwerp.
De standaardinstelling is Auto.
(Kleurtemperatuur: ongeveer 3000-7000 K)
(Daglicht)
Deze instelling wordt gebruikt bij
buitenopnamen of nachtelijke opnamen en
bij neonlicht, vuurwerk, zonsopgangen en
in de schemering.
(Kleurtemperatuur: ongeveer 5500 K)
NL
74
(Bewolkt)
Wordt gebruikt als u opnamen maakt onder
een bewolkte hemel.
(Kleurtemperatuur: ongeveer 6500 K)
(TL-verlichting)
Wordt gebruikt als u opnamen maakt bij tllampen.
(Kleurtemperatuur: ongeveer 4000 K)
(Gloeilampen)
• Wordt gebruikt als u opnamen maakt bij
sterk veranderlijke lichtomstandigheden,
bijvoorbeeld tijdens een feest.
• Wordt gebruikt in een studio, onder
videolampen.
(Kleurtemperatuur: ongeveer 3200 K)
WB (Flitser)
Hiermee wordt de witbalans aangepast aan
de flitsomstandigheden. Deze modus kan
niet worden gebruikt bij films.
(Kleurtemperatuur: ongeveer 6000 K)
(Directe witbalansinstelling)
Voor het aanpassen van de witbalans
afhankelijk van de lichtbron.
(Kleurtemperatuur: ongeveer 2000-10000 K)
(Directe witbalansinstelling SET)
Met deze functie wordt de basiswitinstelling
onthouden die gebruikt wordt in de modus
(Directe witbalansinstelling).
Multiselectieknop (v/V/b/B)
Modusknop
Opdrachtknop
WB
• Onder flikkerende tl-verlichting is het moeilijk
om de witbalans correct in te stellen, zelfs als u
hebt gekozen.
• Als de flitser knippert, wordt de handmatige
instelling geannuleerd en wordt het beeld
opgenomen in de modus [Auto] (behalve in de
modus WB (Flitser) of
(Directe
witbalansinstelling)).
De basiswitinstelling vastleggen
in de modus
(Directe
witbalansinstelling SET)
b Druk op WB en houd deze
ingedrukt en selecteer de
gewenste instelling met de
opdrachtknop.
80 min
8M
FINE
98
P
MAF
101
250 F2.0
Terugkeren naar de
automatische instellingen
Kies [Auto] in Stap 2.
Bij deze modus wordt de basiswitinstelling
van de opname-instelling onthouden voor
de modus
(Directe
witbalansinstelling). Gebruik deze modus
als u de kleuren niet correct kunt instellen
met de andere modi.
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
a Stel de modusknop in op P, S,
A, M, SCN of .
• Als de
-indicator langzaam knippert, is de
witbalans niet ingesteld of kon deze niet
worden ingesteld. Maak een opname met
automatische witbalansinstelling.
• Zorg ervoor dat de camera niet trilt terwijl de
-indicator brandt.
• Als de flitsermodus is ingesteld op
(Geforceerde flits) of
(Langzame
synchronisatie), wordt de witbalans ingesteld
op de lichtomstandigheden op het moment dat
de flitser afgaat.
] (Directe witbalansinstelling
1 Kies [
SET) in Stap 2.
De
-indicator wordt weergegeven.
2 Richt de camera op een wit voorwerp,
zoals een stuk papier, onder dezelfde
lichtomstandigheden als bij het
fotograferen van het onderwerp.
3 Druk op het midden van de
multiselectieknop.
Het scherm wordt kort zwart en de
-indicator knippert snel. Zodra de
witbalans is aangepast en in het
geheugen is opgeslagen, gaat de
indicator branden.
NL
75
De modus voor
kleurweergave kiezen
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Modusknop
– Color
Modusknop: P/S/A/M
Modusknop:
U kunt de modus voor kleurweergave
selecteren.
U kunt tot zeven beelden achter elkaar
opnemen terwijl u de sluiterknop slechts
eenmaal hebt ingedrukt.
Standard (Geen indicator)
Wordt gebruikt om de opname minder fel
voor de ogen te maken. Het beeld wordt
levendiger van kleur en het contrast wordt
groter dan bij het origineel.
De standaardinstelling is [Standard].
Real (REAL)
Wordt gebruikt om een getrouwe weergave
te geven van de werkelijke structuur en
kleur, waarbij contrast, helderheid en
verzadiging een lagere waarde krijgen.
Deze modus is geschikt voor het aanpassen
van het beeld op een computer.
NL
76
Meerdere beelden
achter elkaar
opnemen
/P/S/A/M/SCN
Snelle Burst (
a Stel de modusknop in op P, S,
A of M.
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
c Kies COLOR (Color) met b/B
en kies vervolgens de
gewenste instelling met v/V.
)
Het beeldinterval wordt korter (ongeveer
0,38 seconden), maar de beelden worden
niet weergegeven op het scherm.
Framing Burst (
)
De beelden worden weergegeven op het
scherm tijdens opnamen in de Burst-modus,
maar het beeldinterval wordt langer
(ongeveer 0,42 seconden).
• Als het opslagmedium vol is, stopt de opname,
zelfs al drukt u op de sluiterknop en houdt u
deze ingedrukt.
c Neem het beeld op.
Modusknop
U kunt tot zeven beelden achter elkaar
opnemen door op de sluiterknop te
drukken en deze ingedrukt te houden.
Maak de volgende opname nadat
"Recording" van het scherm is
verdwenen.
Sluiterknop
Terugkeren naar normale opnamen
Kies [Normal] in Stap 2.
BRK/
Opdrachtknop
,
b Druk op /BRK (Burst) en
houd deze ingedrukt en
selecteer
(Snelle Burst) of
(Framing Burst) met de
opdrachtknop.
80 min
8M
– Multi Burst
Modusknop:
/P/S/A/M/SCN
Druk eenmaal op de sluiterknop om 16
beeldjes achter elkaar op te nemen. Deze
modus komt van pas als u bijvoorbeeld een
sportbeweging wilt analyseren.
• U kunt in deze modus geen flitser gebruiken.
• Als [Mode] (REC Mode) niet is ingesteld op
[Normal], kunt u de Burst-modus niet
gebruiken.
• Mogelijk kunt u de Burst-modus niet gebruiken
afhankelijk van de modus Scènekeuze
(pagina 37).
• Als u de zelfontspanner gebruikt, worden
maximaal zeven opnamen achter elkaar
gemaakt als u op de sluiterknop drukt.
• U kunt geen sluitertijden kiezen van 1/25
seconde of langer.
Opdrachtknop
Modusknop
Sluiterknop
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
a Stel de modusknop in op
P, S, A, M of SCN.
Opnemen in de Multi
Burst-modus
101
98
/BRK
MENU
Multiselectieknop
(v/V/b/B)
BRK
MAF
a Stel de modusknop in op
P, S, A, M of SCN.
,
NL
77
b Druk op /BRK (Burst) en
houd deze ingedrukt en
selecteer
(Multi Burst) met
de opdrachtknop.
80 min
8M
FINE
101
98
P
BRK
Normal
MAF
250 F2.0
c Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
d Kies
(Interval) met b/B en
kies vervolgens met v/V het
gewenste interval tussen de
beeldjes.
U kunt kiezen uit [1/7.5], [1/15], [1/30].
1/7.5
1/15
1/30
Interval
ISO
1/30"
Mode BRK
e Neem het beeld op.
Er worden 16 beeldjes achter elkaar als
één beeld opgenomen (beeldformaat:
1M).
NL
78
• Als [Mode] (REC Mode) niet is ingesteld op
[Normal], kunt u de Multi Burst-modus niet
gebruiken.
• De volgende functies kunnen niet worden
gebruikt in de Multi Burst-modus:
– Smart Zoom
– Opnemen met de flitser
– Datum en tijd toevoegen
– Nachtinstelling
• Als de modusknop is ingesteld op
, wordt
het beeldinterval automatisch ingesteld op
[1/30].
• U kunt de sluitertijd niet instellen op een
waarde korter dan het beeldinterval.
• Zie pagina 138 en 139 voor het aantal beelden
dat kan worden opgenomen.
• Raadpleeg pagina 88 als u beelden wilt
afspelen die met de Multi Burst-modus van de
camera zijn opgenomen.
Opnemen in het
donker
Modusknop:
/P/
Sluiterknop
Opdrachtknop
Modusknop
Infraroodgedeelte
NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING
• Het infraroodlicht heeft een bereik van ongeveer
0,5 m tot 2,1 m (W)/0,6 m tot 2,1 m (T).
• Aangezien de infraroodzender zich onder het
flitsgedeelte bevindt, moet u de flitser omhoog
klappen om opnamen te maken in deze modi.
Nachtopname
Met de functie Nachtopname kunt u
opnamen maken op donkere plekken
zonder de flitser zoals kampeerterreinen of
kunt u nachtplanten en -dieren fotograferen.
Beelden die worden opgenomen met de
functie Nachtopname worden groenachtig
van kleur.
a Stel de modusknop in op
of
.
,P
De flitser klapt omhoog en de
indicatoren
en "Night shot"
branden ongeveer vijf seconden lang.
80 min
8M
101
4
"Night shot"
MAF
c Neem het beeld op.
De functie Nachtopname annuleren
Kies [Off] in Stap 2.
Nachtinstelling
Met de functie Nachtinstelling kunt u een
onderwerp zelfs 's nachts instellen en
vervolgens opnamen met natuurlijke
kleuren maken met behulp van de flitser.
a Stel de modusknop in op
of P.
b Druk op NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING en houd deze
ingedrukt en selecteer
(Night framing) met de
opdrachtknop.
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
b Druk op NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING en houd deze
ingedrukt en selecteer
(Night shot) met de
opdrachtknop.
• Tijdens het gebruik van de functie
Nachtopname:
– Wordt de witbalans ingesteld op Auto.
– Wordt de meetmodus ingesteld op
middenmeting.
– Als u een ongeldige bewerking uitvoert,
knippert de
-indicator en brandt de
"Night shot"-indicator ongeveer vijf
seconden lang.
• U kunt de volgende functies niet gebruiken met
de functie Nachtopname:
– AE LOCK (AE-vergrendeling)
– Opnemen met Hologram AF
– Opnemen met de flitser
– De modus voor kleurweergave kiezen
– De verzadiging, het contrast en de scherpte
aanpassen
• Als [Pop-up Flash] is ingesteld op [Manual] in
de SET UP-instellingen, laat u de flitser
omhoog klappen met de
OPEN (FLASH)
-schakelaar.
• Als u de meegeleverde lenskap bevestigt, wordt
het licht van de infraroodeenheid mogelijk
geblokkeerd.
• Gebruik de functie Nachtopname niet op
helverlichte plekken (bijvoorbeeld buitenshuis
overdag). Dit kan tot een defect aan de camera
leiden.
De flitser klapt omhoog en de
indicatoren
en "Night framing"
branden ongeveer vijf seconden lang.
80 min
8M
101
4
"Night framing"
MAF
c Druk op de sluiterknop en houd
deze halverwege ingedrukt.
De scherpte wordt automatisch
ingesteld.
d Druk de sluiterknop geheel
naar beneden.
De sluiter klikt, de flitser knippert en
het beeld wordt opgenomen
NL
79
De functie Nachtinstelling annuleren
Kies [Off] in Stap 2.
NL
80
• Bij gebruik van de functie Nachtinstelling:
– Wordt de witbalans ingesteld op Auto.
– Is de meetmodus ingesteld op Meerdere
patronen meten.
– Wordt het kader van de AF-bereikzoeker niet
weergegeven.
– Wordt het onderwerp in het middelpunt als
eerste scherpgesteld.
– Kan de AE-vergrendeling niet worden
gebruikt.
– Als u een ongeldige bewerking uitvoert
tijdens het gebruik van de functie
Nachtinstelling, knippert de
-indicator
en brandt de "Night framing"-indicator
ongeveer vijf seconden lang.
• Als [Pop-up Flash] is ingesteld op [Manual] in
de SET UP-instellingen, laat u de flitser
omhoog klappen met de
OPEN (FLASH)
-schakelaar.
• Als u de meegeleverde lenskap bevestigt,
worden het licht van de flitser en de
infraroodeenheid mogelijk geblokkeerd.
• Als u de sluiterknop halverwege indrukt, hoort
u een geluid. Dit is niet het geluid van een
sluiter die wordt ontspannen. Het beeld is nog
niet opgenomen.
• Als [Hologram AF] is ingesteld op [Off], krijgt
u mogelijk een scherp beeld. U wordt
geadviseerd [Hologram AF] in te stellen op
[Auto] (pagina 34).
• Als u de volgende functies gebruikt, kunt u de
functie Nachtinstelling niet gebruiken.
– Handmatig scherpstellen
– Belichtingsvariatie
– Burst
– Multi Burst
Opnemen met
speciale effecten
Multiselectieknop
(v/V/b/B)
Sluiterknop
MENU
Modusknop
– Beeldeffecten
Modusknop: P/S/A/M/SCN/
U kunt speciale effecten toevoegen om het
contrast in uw beelden te vergroten.
Solarize
Als in een tekening
met duidelijk
afgebakende licht- en
donkergebieden
a Stel de modusknop in op P, S,
A, M, SCN of .
Sepia
Met kleuren als op
een oude foto
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
c Kies [PFX] (P.Effect) met b/B
en kies vervolgens de
gewenste modus met v/V.
Neg.Art
Als een negatief
d Neem het beeld op.
Beeldeffecten annuleren
Kies [Off] in Stap 3.
• U kunt de modus voor kleurweergave niet
selecteren terwijl u beeldeffecten gebruikt.
Stilstaande beelden
opnemen in RAWmodus
– RAW
Modusknop:
/P/S/A/M/SCN
Sluiterknop
Modusknop
MENU
Multiselectieknop
(v/V/b/B)
,
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies vervolgens [RAW]
met v.
d Neem het beeld op.
Maak de volgende opname nadat
"Recording" van het scherm is
verdwenen.
Terugkeren naar normale opnamen
Kies [Normal] in Stap 3.
• Als u het bestand met RAW-gegevens wilt
kopiëren met behulp van een computer, hebt u
de speciale software nodig. Installeer alleen
software van de meegeleverde CD-ROM
(Image Data Converter) op uw computer.
Aangezien het bestand met RAW-gegevens een
speciaal type bestand is, kan het niet worden
geopend met algemene software.
• Ook de JPEG-beelden worden opgenomen in
het beeldformaat dat u hebt geselecteerd bij het
instellen van het beeldformaat (pagina 23).
([3:2] kan echter niet worden geselecteerd.)
Beeldbestanden in RAW-indeling worden
opgenomen in [8M]-formaat.
• Het wegschrijven van gegevens kost meer tijd
dan bij normale opnamen.
• De digitale zoom kan niet worden gebruikt.
• Zie pagina 137 en 139 voor het aantal beelden
dat kan worden opgenomen.
Stilstaande beelden
opnemen in TIFFmodus
– TIFF
Modusknop:
/P/S/A/M/SCN
Wordt gebruikt wanneer u een afbeelding in
een niet-gecomprimeerd bestandsformaat
opslaat. De beeldkwaliteit gaat niet
achteruit. Beelden die in deze modus
worden opgenomen, zijn geschikt voor
afdrukken met hoge kwaliteit. Een dergelijk
gecomprimeerd beeld in JPEG-formaat dat
onder normale opnameomstandigheden is
opgenomen, wordt direct opslagen.
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
Wordt gebruikt als u de oorspronkelijke
gegevens rechtstreeks op het opslagmedium
opslaat. De gegevens kunnen met veel
minder kwaliteitsverlies tijdens de
beeldverwerking worden gereproduceerd
als u de speciale, meegeleverde software
gebruikt. Een dergelijk gecomprimeerd
beeld in JPEG-formaat dat onder normale
opnameomstandigheden is opgenomen,
wordt direct opslagen.
a Stel de modusknop in op
P, S, A, M of SCN.
Sluiterknop
Modusknop
MENU
Multiselectieknop
(v/V/b/B)
NL
81
a Stel de modusknop in op
P, S, A, M of SCN.
Stilstaande beelden
opnemen voor e-mail
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies vervolgens [E-Mail]
met v/V.
– E-Mail
d Neem het beeld op.
,
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies vervolgens [TIFF]
met v/V.
d Neem het beeld op.
Maak de volgende opname nadat
"Recording" van het scherm is
verdwenen.
Modusknop:
Het is mogelijk om beelden op te nemen en
op te slaan in een bestand dat klein genoeg
is (320×240) om als bijlage bij een
e-mailbericht te gebruiken. Het beeld dat is
opgenomen in de normale opnamestand en
dat u via het Image Size-item (pagina 23)
hebt geselecteerd, wordt ook opgenomen.
Terugkeren naar normale opnamen
Kies [Normal] in Stap 3.
• JPEG-beelden worden opgenomen in het
beeldformaat dat u hebt geselecteerd bij het
instellen van het beeldformaat (pagina 23).
Ongecomprimeerde beelden (TIFF) worden
opgenomen in [8M]-formaat, behalve wanneer
[3:2] is geselecteerd.
• Het wegschrijven van gegevens kost meer tijd
dan bij normale opnamen.
• Zie pagina 137 en 139 voor het aantal beelden
dat kan worden opgenomen.
/P/S/A/M/SCN
Sluiterknop
Modusknop
MENU
Multiselectieknop
(v/V/b/B)
a Stel de modusknop in op
P, S, A, M of SCN.
b Druk op MENU.
NL
82
Het menu wordt weergegeven.
,
Maak de volgende opname nadat
"Recording" van het scherm is
verdwenen.
Terugkeren naar normale opnamen
Kies [Normal] in Stap 3.
• Raadpleeg de Help-bestanden van uw e-mail
software voor informatie over de wijze waarop
u uw beelden als bijlage kunt meesturen met
een e-mailbericht.
• Zie pagina 138 en 139 voor het aantal beelden
dat kan worden opgenomen.
d Neem het beeld op.
Stilstaande beelden
met geluidsbestanden
opnemen
– Voice
Modusknop:
/P/S/A/M/SCN
Het is mogelijk om stilstaande beelden met
geluidsbestanden op te nemen.
Als u de sluiterknop indrukt en
weer loslaat, wordt gedurende vijf
seconden geluid opgenomen.
Als u de sluiterknop ingedrukt
houdt, wordt er geluid opgenomen
totdat u de sluiterknop weer loslaat,
met een maximum van 40 seconden.
Terugkeren naar normale opnamen
Kies [Normal] in Stap 3.
Sluiterknop
MENU
Geavanceerd opnemen van stilstaande
beelden
• Om beelden weer te geven die zijn opgenomen
in de Voice-modus, voert u de procedure uit die
is beschreven in "Films weergeven op het
scherm" (pagina 102).
• Zorg daarom dat u de microfoon (pagina 11)
niet aanraakt tijdens opnamen.
• Zie pagina 137 en 139 voor het aantal beelden
dat kan worden opgenomen.
Modusknop
Multiselectieknop
(v/V/b/B)
a Stel de modusknop in op
P, S, A, M of SCN.
,
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies vervolgens [Voice]
met v/V.
NL
83
Geavanceerd weergeven van stilstaande beelden
De map selecteren en
beelden afspelen
– Folder
Modusknop:
Selecteer de map waarin de afbeeldingen
zijn opgeslagen die u wilt afspelen.
d Selecteer de gewenste map
met b/B.
Op het enkelvoudige scherm
80 min
VGA
101
9/9
Select Folder
102
2/2
Folder Name:102MSDCF
No. Of Files: 9
Created:
2004 1 1 1::05:34AM
OK
Cancel
101-0009
2004 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
BACK/NEXT
Op het Indexscherm
e Kies [OK] met v en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Modusknop
De selectie ongedaan maken
Kies [Cancel] in Stap 5.
Wanneer meerdere mappen zijn
gemaakt op het opslagmedium
a Stel de modusknop in op
.
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
c Kies
(Folder) met b en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
NL
84
Als het eerste of het laatste beeld in de map
wordt weergegeven, verschijnen de
volgende pictogrammen op het scherm.
: Hiermee gaat u naar de voorgaande
map.
: Hiermee gaat u naar de volgende map.
: Hiermee gaat u zowel naar de vorige
als de volgende map.
SINGLE DISPLAY
• Wanneer er geen beelden in de map zijn
opgeslagen, wordt "No file in this folder"
weergegeven.
• U kunt beelden afspelen vanaf het beeld dat u
als laatste hebt opgenomen zonder de map te
selecteren.
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten
Modusknop:
U kunt een beeld vergroten tot maximaal
vijfmaal de originele grootte. Ook is het
mogelijk om het vergrote beeld als een
nieuw bestand op te slaan.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Modusknop
e Stel de zoomfunctie in met de
opdrachtknop.
Een beeld vergroten
– Vergroot weergeven
a Stel de modusknop in op
.
b Geef met b/B het beeld weer
dat u wilt vergroten.
c Druk op
(Vergroot
weergeven).
Het beeld wordt vergroot met een
factor twee.
d Selecteer het gedeelte van het
beeld dat u wilt vergroten met
v/V/b/B.
v selecteren
Opdrachtknop
B
selecteren
Druk nogmaals op
weergeven).
(Vergroot
• U kunt de functie voor vergroot weergeven niet
toepassen op films of op beelden die zijn
opgenomen in de Multi Burst-modus.
• De beelden die via Quick Review (pagina 28)
worden weergegeven, kunnen worden vergroot
via de procedure die in Stap 3 t/m 5 wordt
beschreven.
Geavanceerd weergeven van
stilstaande beelden
b
selecteren
Vergrote weergave annuleren
V selecteren
v: Een deel van de bovenkant van
het beeld weergeven
V: Een deel van de onderkant van
het beeld weergeven
b: Een deel van de linkerkant van
het beeld weergeven
B: Een deel van de rechterkant van
het beeld weergeven
NL
85
Een vergroot beeld opnemen
– Bijsnijden
a Geef een beeld vergroot weer
met behulp van de functie voor
vergroot weergeven.
Vervolgens drukt u op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
b Kies [Trimming] met B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
c Kies de beeldgrootte met v/V
en druk op het midden van de
multiselectieknop.
c Kies
(Slide) met b/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
Opeenvolgende
beelden afspelen
Stel de volgende items in met
v/V/b/B.
– Beeldenreeks
Modusknop:
Het is mogelijk om opgenomen beelden
achter elkaar af te spelen. Dit is handig als u
bijvoorbeeld al uw beelden wilt bekijken of
aan iemand wilt laten zien.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Modusknop
NL
86
Image
Folder: Alle beelden in de
geselecteerde map worden
afgespeeld.
All:
Alle beelden op het
opslagmedium worden
afgespeeld.
Repeat
On:
De beelden worden
herhaaldelijk afgespeeld.
Off:
De beelden worden eenmaal
afgespeeld, waarna de
beeldenreeks stopt.
Het beeld wordt opgenomen. In het
scherm verschijnt het beeld opnieuw in
het oorspronkelijke formaat (van voor
de vergroting).
• Het bijgesneden beeld wordt als het nieuwste
bestand in de opnamemap opgeslagen. Het
originele beeld wordt echter ook bewaard.
• Bijgesneden beelden vertonen soms enige
achteruitgang in beeldkwaliteit.
• Het is niet mogelijk om een beeld bij te snijden
tot de verhoudingen 3:2.
• Het is niet mogelijk om beelden in RAWindeling of niet-gecomprimeerde beelden
(TIFF) bij te snijden.
• Het is niet mogelijk om beelden bij te snijden
die worden weergegeven met Quick Review.
Interval-instellingen
3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
a Stel de modusknop in op
.
d Kies [Start] met V/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
De beeldenreeks wordt weergegeven.
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
De beeldenreeksinstelling
annuleren
Kies [Cancel] in Stap 3.
Het afspelen van een
beeldenreeks beëindigen
Druk op het midden van de
multiselectieknop, kies [Exit] met B en
druk vervolgens nogmaals op het midden
van de multiselectieknop.
Het volgende of vorige beeld
overslaan tijdens de
beeldenreeks
Stilstaande beelden
draaien
– Rotate
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Modusknop
Modusknop:
Beelden die u opneemt terwijl u de camera
verticaal vasthoudt, kunnen worden
gedraaid en horizontaal weergegeven.
Druk op B (volgende) of op de b (vorige)
met de multiselectieknop.
• De instelbare intervaltijd is een schatting en kan
variëren afhankelijk van het beeldformaat.
Geavanceerd weergeven van
stilstaande beelden
a Zet de modusknop op
en
geef het beeld weer dat u wilt
roteren.
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
c Kies
(Rotate) met b/B en
druk vervolgens op het midden
van de multiselectieknop.
d Kies
met v en draai het
beeld vervolgens met b/B.
e Kies [OK] met v/V en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
NL
87
Het draaien annuleren
Kies [Cancel] in Stap 4 of 5.
• U kunt beveiligde beelden, films, beelden die
zijn opgenomen in de Multi Burst-modus,
bestanden in RAW-indeling en nietgecomprimeerde beelden (TIFF) niet draaien.
• Het is niet altijd mogelijk om beelden te
draaien die op andere camera's zijn opgenomen.
• Als u beelden weergeeft op een computer,
wordt de rotatie niet altijd weergegeven, omdat
niet alle toepassingssoftware in staat is om de
rotatiegegevens op de gewenste wijze te
interpreteren.
Beelden afspelen die
zijn opgenomen in de
Multi Burst-modus
Modusknop:
U kunt Multi Burst-beelden onafgebroken
afspelen of beeldje voor beeldje. Deze
functie wordt gebruikt om beelden te
controleren.
Onafgebroken afspelen
a Stel de modusknop in op
.
b Selecteer het Multi Burst-beeld
met b/B.
Het geselecteerde Multi Burst-beeld
wordt onafgebroken afgespeeld.
80 min
101
14/14
Multiselectieknop (v/V/b/B)
Modusknop
101-0014
PAUSE
2004 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
Onderbreken
Druk op het midden van de
multiselectieknop. Druk nogmaals op het
midden om het afspelen te hervatten. Het
afspelen begint vanaf het beeldje dat op het
scherm wordt weergegeven.
• Als u Multi Burst-opnamen afspeelt op een
computer of op een camera zonder Multi Burstfunctie, worden de 16 beeldjes tegelijkertijd
weergegeven als delen van één beeld.
• U kunt een beeld dat is opgenomen in de Multi
Burst-modus niet scheiden.
NL
88
Beeldje voor beeldje
afspelen
a Stel de modusknop in op
.
b Selecteer het Multi Burst-beeld
met b/B.
Het geselecteerde Multi Burst-beeld
wordt onafgebroken afgespeeld.
c Druk op het midden van de
multiselectieknop als het
gewenste beeldje wordt
weergegeven.
"Step" verschijnt.
80 min
101
14/14
101-0014
PLAY
2004 1 1 10:30PM
FRAME BACK/NEXT
VOLUME
d Ga naar het volgende beeldje
met b/B.
B: Het volgende beeldje wordt
weergegeven. Als u op B drukt met
de multiselectieknop en deze
ingedrukt houdt, wordt het beeldje
weergegeven.
Terugkeren naar normaal
afspelen
Druk in Stap 4 op het midden van de
multiselectieknop. Het afspelen begint
vanaf het beeldje dat op het scherm wordt
weergegeven.
Opgenomen beelden wissen
In deze modus is het niet mogelijk om
afzonderlijke beeldjes te wissen. Als u
afbeeldingen wist, worden alle 16 beeldjes
tegelijkertijd gewist.
Geavanceerd weergeven van
stilstaande beelden
Step
3/16
b: Het vorige beeldje wordt
weergegeven. Als u op b drukt met
de multiselectieknop en deze
ingedrukt houdt, wordt het beeldje
in omgekeerde richting
weergegeven.
1 Geef het Multi Burst-beeld weer dat u
wilt wissen.
2 Druk op
(Wissen).
3 Kies [Delete] en druk vervolgens op het
midden van de multiselectieknop.
Alle beeldjes worden gewist.
NL
89
Stilstaande beelden bewerken
Beelden beveiligen
– Beveiligen
Op het enkelvoudige scherm
Op het Indexscherm
a Stel de modusknop in op
a Stel de modusknop in op
en
druk op /
(Index) om over
te schakelen naar het
Indexscherm.
.
b Geef met b/B het beeld weer
dat u wilt beveiligen.
Modusknop:
Om te voorkomen dat u een belangrijk beeld
per ongeluk wist, kunt u het beveiligen.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Modusknop
c Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
d Kies - (Protect) met b/B en
druk vervolgens op het midden
van de multiselectieknop.
Het beeld dat momenteel wordt
weergegeven, is nu beveiligd. Op het
scherm wordt dit met een -markering (Beveiligen) aangegeven.
80 min
VGA
101
/
• Als u het opslagmedium formatteert, worden
alle gegevens op het opslagmedium gewist,
inclusief alle beveiligde opnamen. Deze
opnamen kunnen bovendien niet worden
hersteld.
• Het beveiligen van de beelden kan enige tijd in
beslag nemen.
2/9
Protect
Exit
BACK/NEXT
e Als u andere beelden wilt
beveiligen, geeft u een beeld
weer met b/B en drukt u
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
De beveiliging annuleren
NL
90
Druk in Stap 4 of 5 opnieuw op het
midden van de multiselectieknop. De -markering verdwijnt.
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
c Kies - (Protect) met b/B en
druk vervolgens op het midden
van de multiselectieknop.
d Kies [Select] met b/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
e Selecteer het beeld dat u wilt
beveiligen met v/V/b/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
De groene --markering (Beveiligen)
wordt weergegeven op het
geselecteerde beeld.
SELECT
MENU
TO NEXT
f Herhaal Stap 5 als u meer
beelden wilt beveiligen.
g Druk op MENU.
h Kies [OK] met B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
De --markering wordt wit en het
geselecteerde beeld wordt beveiligd.
De beveiliging annuleren
Kies [Cancel] in Stap 4 of kies [Exit] in
Stap 8.
De beveiliging opheffen
Kies [All In This Folder] in Stap 4 en druk
op het midden van de multiselectieknop.
Kies vervolgens [Off] en druk op het midden.
Het beeldformaat
wijzigen
– Formaat wijzigen
Modusknop:
U kunt het beeldformaat van een opgenomen
beeld wijzigen en het beeld als een nieuw
bestand opslaan.
U kunt de volgende formaten wijzigen.
8M, 5M, 3M, 1M en VGA.
Na het veranderen van het formaat, blijft het
oorspronkelijke beeld bewaard.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Modusknop
Stilstaande beelden bewerken
Selecteer in Stap 5 een beeld waarvan u de
beveiliging wilt opheffen met v/V/b/B en
druk op het midden van de
multiselectieknop. De markering - wordt
grijs. Herhaal deze procedure voor alle
beelden waarvan u de beveiliging wilt
opheffen. Druk vervolgens op MENU, kies
[OK] en druk op het midden van de
multiselectieknop.
De beveiliging van alle beelden
in de map uitschakelen
Alle beelden in de map beveiligen
Kies [All In This Folder] in Stap 4 en druk
op het midden van de multiselectieknop.
Kies vervolgens [On] en druk op het midden.
a Stel de modusknop in op
.
b Geef met b/B het beeld weer
waarvan u het formaat wilt
wijzigen.
NL
91
c Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
d Kies
(Resize) met b/B en
druk vervolgens op het midden
van de multiselectieknop.
e Kies de beeldgrootte met v/V
en druk op het midden van de
multiselectieknop.
Het beeld in het nieuwe formaat wordt
in de opnamemap opgeslagen als het
nieuwste bestand.
Het wijzigen van het
beeldformaat annuleren
Kies [Cancel] in Stap 5.
• U kunt het formaat van films, beelden die zijn
opgenomen in de Multi Burst-modus,
bestanden in RAW-indeling en nietgecomprimeerde beelden (TIFF) niet wijzigen.
• Als beelden worden vergroot, gaat dit ten koste
van de beeldkwaliteit.
• Het is niet mogelijk om het beeldformaat te
wijzigen naar de verhoudingen 3:2.
• Als u het formaat van een 3:2-beeld probeert te
wijzigen, verschijnen er zwarte stroken aan de
boven- en onderzijde van het beeld.
Beelden kiezen om af
te drukken
– Afdrukmarkering (DPOF)
Modusknop:
U kunt bepaalde beelden markeren zodat
deze kunnen worden afgedrukt.
Deze functie komt van pas als u beelden
wilt laten afdrukken door een studio of via
een printer die werkt met de DPOFstandaard (Digital Print Order Format), of
via printers gebruikt die PictBridge
ondersteunen.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Modusknop
/
NL
92
• U kunt geen films of beelden markeren die zijn
opgenomen in de RAW-modus.
• In de E-Mail-modus wordt de afdrukmarkering
(DPOF) toegevoegd aan het beeld met het
normale formaat dat tegelijkertijd is
opgenomen.
• Wanneer u beelden markeert die in Multi Burstmodus zijn opgenomen, worden alle beelden
afgedrukt op één vel dat in 16 schermen is
verdeeld.
• Als u een beeld dat u hebt opgenomen in de
TIFF-modus voorziet van een DPOPafdrukmarkering, wordt alleen het nietgecomprimeerde beeld (TIFF) afgedrukt en
wordt het JPEG-beeld dat tegelijkertijd is
opgenomen, niet afgedrukt.
• U kunt niet het aantal afdrukken instellen.
Op het enkelvoudige scherm
Op het Indexscherm
a Stel de modusknop in op
a Stel de modusknop in op
en
druk op /
(Index) om over
te schakelen naar het
Indexscherm.
.
b Geef met b/B het beeld weer
dat u wilt afdrukken.
c Druk op MENU.
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
d Kies [DPOF] (DPOF) met b/B en
druk vervolgens op het midden
van de multiselectieknop.
Het beeld wordt nu voorzien van een
-markering.
80 min
VGA
101
c Kies [DPOF] (DPOF) met b/B
en druk vervolgens op het
midden van de
multiselectieknop.
d Kies [Select] met b/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
2/9
e Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u een beeld
weer met b/B en drukt u
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
e Selecteer het beeld dat u wilt
markeren met v/V/b/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
Het geselecteerde beeld wordt nu
voorzien van een groene
markering.
-markering wissen
Druk in Stap 4 of 5 opnieuw op het
midden van de multiselectieknop. De
markering verdwijnt.
g Druk op MENU.
h Kies [OK] met B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
De
-markering wordt wit en de
instelling is ingevoerd.
De
-markering wissen
Selecteer in Stap 5 het beeld waarvan u de
-markering wilt verwijderen met v/V/
b/B en druk op het midden van de
multiselectieknop.
Stilstaande beelden bewerken
• U kunt geen markeringen toevoegen met
de optie [All In This Folder].
DPOF
Exit
BACK/NEXT
De
Het menu wordt weergegeven.
f Als u meer beelden wilt
afdrukken, herhaalt u Stap 5
voor elk beeld dat u wilt
afdrukken.
Alle
-markeringen van de
beelden in de map verwijderen
Kies [All In This Folder] in Stap 4 en druk
op het midden van de multiselectieknop.
Kies vervolgens [Off] en druk op het
midden.
Het markeren annuleren
Kies [Cancel] in Stap 4 of kies [Exit] in
Stap 8.
NL
SELECT
MENU
TO NEXT
93
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
Aansluiten op een
PictBridge-printer
Zelfs als u niet over een computer beschikt,
kunt u op eenvoudige wijze beelden
afdrukken die u hebt opgenomen met uw
camera door de camera aan te sluiten op een
PictBridge-printer. Hiertoe hoeft u alleen de
USB-verbinding te selecteren in de SET
UP-instellingen en de camera aansluiten op
de printer.
Met behulp van een PictBridge-printer kunt
u op eenvoudige wijze afdrukken maken
vanaf het Indexscherm*.
* De functie voor indexafdrukken is mogelijk
niet beschikbaar, afhankelijk van de gebruikte
printer.
• Wij adviseren u tijdens het afdrukken van
beelden de netspanningsadapter te gebruiken
om te voorkomen dat de camera wordt
uitgeschakeld.
De camera voorbereiden
Stel de USB-modus op de camera in om een
verbinding te maken tussen de camera en
een printer.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
Modusknop
a Stel de modusknop in op SET
UP.
b Kies
(Setup 2) met V en kies
vervolgens [USB Connect] met
B/v/V.
De camera aansluiten op de
printer
Verbind de (USB)-aansluiting op de
camera met de USB-connector op de printer
via een USB-kabel. De verbinding kan tot
stand worden gebracht ongeacht of de
camera is in- of uitgeschakeld.
Als de camera is ingeschakeld, wordt de
afspeelmodus actief ongeacht de stand van
de modusknop en het als laatste opgenomen
beeld in de geselecteerde opnamemap
wordt weergegeven op het scherm.
Wanneer de
verbinding tot stand
is gebracht, wordt
de
-markering
weergegeven op het
scherm.
8M
101
c Kies [PictBridge] met B/v en
druk vervolgens op het midden
van de multiselectieknop.
101-0002
BACK/NEXT
2004 1 1 10:30AM
VOLUME
Setup 2
File Number:
USB Connect:
PictBridge
Video Out:
PTP
Clock Set:
Normal
Printer
NL
94
De USB-modus is nu ingesteld.
2/9
Als [USB Connect] niet is
ingesteld op [PictBridge] in de
SET UP-instellingen
U kunt een beeld selecteren en dit
afdrukken. Stel de camera in op basis van de
procedure op pagina 94 en sluit vervolgens
de printer aan.
Op het enkelvoudige scherm
a Kies het opnamemedium met
de
/CF-schakelaar en geef
het beeld dat u wilt afdrukken
weer met b/B.
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
U kunt de functie PictBridge niet
gebruiken, zelfs als u de camera uitschakelt.
Stel [USB Connect] (Type inhoud) in op
[PictBridge] (Afbeeldingen).
1 Druk op MENU, kies [USB Connect] en
druk vervolgens op het midden van de
multiselectieknop.
2 Kies [PictBridge] met v en druk
vervolgens in het midden.
Beelden afdrukken
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
c Kies
(Print) met b/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
d Kies [This image] met v/V en
druk vervolgens op het midden
van de multiselectieknop.
USB Connect
PictBridge
PTP
/
Normal
Het Print-scherm verschijnt.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
8M
MENU
/CFschakelaar
• U kunt geen films afdrukken of beelden die zijn
opgenomen in de RAW-modus.
• Als u beelden in de e-mail-modus of nietgecomprimeerde beelden (TIFF) wilt
afdrukken, worden alleen de bijbehorende
JPEG-bestanden afgedrukt.
• Als een foutbericht wordt verzonden vanaf de
aangesloten printer terwijl de verbinding actief
is, knippert
ongeveer vijf seconden lang.
Controleer in dergelijke gevallen de printer.
• Het afdrukken wordt mogelijk geannuleerd als
u de
/CF-schakelaar gebruikt tijdens het
afdrukken van beelden.
101
2/9
Print
Index
Date
Quantity
Exit
Off
Off
1
OK
• Wanneer u een printer gebruikt die niet
compatibel is met de functie voor
indexafdrukken of datum invoegen,
worden niet-beschikbare items niet
weergegeven.
e Kies [Quantity] met v/V en
kies vervolgens het aantal
beelden met b/B.
U kunt een aantal tot 20 selecteren.
NL
95
f Kies [OK] met V/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
-markering (USB-kabel niet
loskoppelen) wordt weergegeven op
het scherm.
8M
101
2/9
De datum en tijd toevoegen aan
beelden
Kies [Date] in Stap 5 en selecteer
vervolgens de datumnotatie met b/B.
U kunt kiezen uit [Day&Time] of [Date].
Als u [Date] kiest, wordt de datum
weergegeven op de manier die in "Datum en
tijd instellen" is vastgelegd (pagina 18).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van de gebruikte printer.
Op het Indexscherm
a Selecteer het opslagmedium
met de
/CF-schakelaar en
druk op /
(Index) om over
te schakelen naar het
Indexscherm.
Het Indexscherm wordt ingeschakeld.
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
Printing
1/3
Exit
Het afdrukken annuleren
Kies [Cancel] in Stap 4 of kies [Exit] in
Stap 6.
Andere beelden afdrukken
Kies, nadat u Stap 6 hebt uitgevoerd, een
ander beeld en kies vervolgens [Print]
met v.
Alle beelden afdrukken die zijn
voorzien van de
-markering
NL
96
Kies [DPOF image] in Stap 4. Alle
beelden die zijn voorzien van de
markering worden afgedrukt volgens het
opgegeven aantal, ongeacht het beeld dat
wordt weergegeven.
c Kies
(Print) met B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
d Kies [Select] met b/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
e Selecteer het beeld dat u wilt
afdrukken met v/V/b/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
De -markering wordt op het
geselecteerde beeld geplaatst.
SELECT
MENU
TO NEXT
f Herhaal Stap 5 als u meer
beelden wilt afdrukken.
g Druk op MENU.
Print
Index
Date
Quantity
Exit
Off
Off
1
OK
• Wanneer u een printer gebruikt die niet
compatibel is met de functie voor
indexafdrukken of datum invoegen,
worden niet-beschikbare items niet
weergegeven.
h Kies [Quantity] met v/V en
kies vervolgens het aantal
beelden met b/B.
U kunt een aantal tot 20 selecteren.
Alle geselecteerde beelden worden
afgedrukt volgens het opgegeven aantal.
i Kies [OK] met V/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
De beelden worden afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
-markering wordt
weergegeven op het scherm.
Kies [Cancel] in Stap 4 of kies [Exit] in
Stap 9.
Indexbeelden
afdrukken
Alle beelden afdrukken die zijn
voorzien van de
-markering
U kunt beelden naast elkaar afdrukken.
Deze functie wordt indexafdrukken*
genoemd. U kunt afzonderlijke beelden
volgens een opgegeven getal naast elkaar
weergeven of u kunt verschillende beelden
naast elkaar weergeven om een set te maken
door meerdere verschillende beelden te
combineren. Deze set kunt u volgens het
opgegeven aantal exemplaren afdrukken.
Stel de camera in op basis van de procedure
op pagina 94 en sluit de printer aan.
Kies [DPOF image] in Stap 4. Alle
beelden die zijn voorzien van de
markering worden afgedrukt volgens het
opgegeven aantal, ongeacht het beeld dat
wordt weergegeven.
Alle beelden in de map afdrukken
Kies [All In This Folder] in Stap 4 en druk
op het midden van de multiselectieknop.
De datum en tijd toevoegen aan
beelden
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
Het Print-scherm verschijnt.
Het afdrukken annuleren
* De functie voor indexafdrukken is mogelijk
niet beschikbaar, afhankelijk van de gebruikte
printer.
Kies [Date] in Stap 8 en selecteer
vervolgens de datumnotatie met b/B.
U kunt kiezen uit [Day&Time] of [Date].
Als u [Date] kiest, wordt de datum
weergegeven op de manier die in "Datum en
tijd instellen" is vastgelegd (pagina 18).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van de gebruikte printer.
/
Multiselectieknop (v/V/b/B)
Printing
2/3
Exit
MENU
/CFschakelaar
NL
97
• U kunt geen films afdrukken of beelden die zijn
opgenomen in de RAW-modus.
• Als u beelden in de e-mail-modus of nietgecomprimeerde beelden (TIFF) wilt
afdrukken, worden alleen de bijbehorende
JPEG-bestanden afgedrukt.
• Als een foutbericht wordt verzonden vanaf de
aangesloten printer terwijl de verbinding actief
is, knippert
ongeveer vijf seconden lang.
Controleer in dergelijke gevallen de printer.
• Het afdrukken wordt mogelijk geannuleerd als
u de
/CF-schakelaar gebruikt tijdens het
afdrukken van beelden.
Op het enkelvoudige scherm
a Kies het opnamemedium met
de
/CF-schakelaar en geef
het beeld dat u wilt afdrukken
weer met b/B.
b Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
c Kies
(Print) met b/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
d Kies [This image] met v/V en
druk vervolgens op het midden
van de multiselectieknop.
f Kies [Quantity] met v/V en
geef het aantal beelden op dat
naast elkaar wordt geplaatst
met b/B.
U kunt een aantal tot 20 selecteren.
U kunt het geselecteerde aantal
beelden naast elkaar leggen.
g Kies [OK] met V/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
-markering (USB-kabel niet
loskoppelen) wordt weergegeven op
het scherm.
Het afdrukscherm Print verschijnt.
8M
101
2/9
Printing Index
1/1
Print
Index
Date
Quantity
Exit
Off
Off
1
Exit
OK
Het afdrukken annuleren
• Wanneer u een printer gebruikt die niet
compatibel is met de functie voor
indexafdrukken of datum invoegen,
worden niet-beschikbare items niet
weergegeven.
e Kies [Index] met v en kies
vervolgens [On] met b/B.
NL
98
Kies [Cancel] in Stap 4 of kies [Exit] in
Stap 7.
Andere beelden afdrukken
Kies, nadat u Stap 7 hebt uitgevoerd, een
ander beeld en kies vervolgens [Print]
met v. Herhaal de procedure vervolgens
vanaf Stap 4.
Alle beelden afdrukken die zijn
voorzien van de
-markering
Op het Indexscherm
a Selecteer het opslagmedium
met de
/CF-schakelaar en
druk op /
(Index) om over
te schakelen naar het
Indexscherm.
De datum en tijd toevoegen aan
beelden
b Druk op MENU.
Kies [Date] in Stap 6 en selecteer
vervolgens de datumnotatie met b/B.
U kunt kiezen uit [Day&Time] of [Date].
Als u [Date] kiest, wordt de datum
weergegeven op de manier die in "Datum en
tijd instellen" is vastgelegd (pagina 18).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van de gebruikte printer.
• Afhankelijk van het aantal beelden is het
wellicht niet mogelijk alle beelden af te
drukken op één vel.
Het menu wordt weergegeven.
c Kies
(Print) met B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
d Kies [Select] met b/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
e Selecteer het gewenste beeld
met v/V/b/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
g Druk op MENU.
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
Kies [DPOF image] in Stap 4. Alle
beelden die zijn voorzien van de
worden afgedrukt, ongeacht het beeld dat
wordt weergegeven.
f Herhaal Stap 5 als u meer
beelden wilt afdrukken.
h Kies [Index] met v en kies
vervolgens [On] met b/B.
i Kies [Quantity] met v/V en
kies vervolgens het aantal
afdrukken dat u wilt maken
met b/B.
U kunt een aantal tot 20 selecteren.
j Kies [OK] met V/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
De beelden worden afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
-markering wordt
weergegeven op het scherm.
De -markering wordt op het
geselecteerde beeld geplaatst.
Printing Index
1/3
Exit
Het afdrukken annuleren
SELECT
MENU
TO NEXT
Kies [Cancel] in Stap 4 of kies [Exit] in
Stap 0.
NL
99
Alle beelden afdrukken die zijn
voorzien van de
-markering
Kies [DPOF image] in Stap 4. Alle
beelden die zijn voorzien van de
worden afgedrukt, ongeacht het beeld dat
wordt weergegeven.
Alle beelden in de map afdrukken
Kies [All In This Folder] in Stap 4 en druk
op het midden van de multiselectieknop.
De datum en tijd toevoegen aan
beelden
Kies [Date] in Stap 9 en selecteer
vervolgens de datumnotatie met b/B.
U kunt kiezen uit [Day&Time] of [Date].
Als u [Date] kiest, wordt de datum
weergegeven op de manier die in "Datum en
tijd instellen" is vastgelegd (pagina 18).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van de gebruikte printer.
NL
100
Films bekijken
• Het beeldformaat [640 (Fine)] kan alleen
worden gebruikt als u de opname maakt
op de "Memory Stick PRO" of
Microdrive.
Films opnemen
Modusknop:
d Druk de sluiterknop geheel
naar beneden.
Met deze camera kunt u ook films met
geluid opnemen.
"REC" verschijnt op het scherm en de
camera begint met het opnemen van
beeld en geluid.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
Modusknop
80 min
101
REC 00:00:02[00:10:48]
Sluiterknop
• Als het opslagmedium vol is, stopt de
opname.
e Druk de sluiterknop nogmaals
geheel naar beneden als u de
opname wilt beëindigen.
a Stel in de modusknop in op
Het menu wordt weergegeven.
c Kies
(Image Size) met b en
kies vervolgens het gewenste
formaat met v/V.
U kunt kiezen uit [640 (Fine)], [640
(Standard)] of [160].
Zet de modusknop op
en volg de
procedure op pagina 32.
Opnemen met de zelfontspanner
Zet de modusknop op
en volg de
procedure op pagina 33.
• Zorg ervoor dat u de microfoon (pagina 11) niet
aanraakt tijdens het opnemen.
• De volgende functies kunnen niet worden
gebruikt.
– Digitale zoom
– Opnemen met de flitser
– Datum en tijd toevoegen
• Als u [640 (Fine)] kiest terwijl de meegeleverde
A/V-aansluitkabel is aangesloten op de A/V
OUT (MONO)-aansluiting, kunt u de
opgenomen beelden niet controleren via het
scherm. Het scherm wordt vervolgens blauw.
• Zie pagina 138 en 139 voor de toegestane
opnametijd voor elk beeldformaat.
Indicatoren op het scherm
tijdens het opnemen van films
Films bekijken
b Druk op MENU.
.
Close-ups opnemen (Macro)
Deze indicatoren worden niet opgenomen.
Telkens als u op
(Schermstatus) drukt,
verandert de status van het scherm als volgt:
Indicatoren uit t Indicatoren aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Zie pagina 156 voor een uitgebreide
beschrijving van de aangegeven items.
NL
101
b Selecteer de gewenste film
met b/B.
Films weergeven op
het scherm
Films met het beeldformaat [640 (Fine)]
of [640 (Standard)] nemen het gehele
scherm in beslag.
Modusknop:
U kunt de films weergeven op het scherm
van de camera en de geluiden beluisteren
via de luidspreker van de camera.
80 min
101
10/10
00:00:00
Luidspreker
101_0010
PLAY
Modusknop
2004 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
c Druk op het midden van de
multiselectieknop.
De film en het geluid worden
afgespeeld.
Als er een film wordt afgespeeld,
verschijnt B (Afspelen) op het scherm.
80 min
101
a Stel de modusknop in op
10/10
00:00:03
.
Afspeelbalk
101_0010
STOP
2004 1 1 10:30PM
REV/CUE
VOLUME
Het afspelen beëindigen
Druk nogmaals op het midden van de
multiselectieknop.
NL
102
Pas het volume aan met v/V.
Snel voor- of achteruitspoelen
Druk tijdens het afspelen van een film op B
(volgende) of b (vorige) op de
multiselectieknop.
U kunt terugkeren naar normaal afspelen
door op de het midden van de
multiselectieknop te drukken.
VOLUME
Films met het beeldformaat [160]
worden één formaat kleiner
weergegeven dan stilstaande beelden.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
Het volume regelen
Indicatoren op het scherm
tijdens het weergeven van films
Telkens als u op
(Schermstatus) drukt,
verandert de status van het scherm als volgt:
Indicatoren uit t Indicatoren aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Zie pagina 158 voor een uitgebreide
beschrijving van de aangegeven items.
• De procedure voor het weergeven van films op
een tv-scherm is identiek aan de procedure voor
het weergeven van stilstaande beelden op een
tv-scherm (pagina 41).
• Een film die is opgenomen met andere Sonyapparatuur, wordt mogelijk één formaat kleiner
weergegeven dan stilstaande beelden.
Films wissen
Modusknop:
U kunt overbodige films wissen.
Modusknop
Op het enkelvoudige scherm
Op het Indexscherm
a Stel in de modusknop in op
a Stel de modusknop in op
en
druk op /
(Index) om over
te schakelen naar het
Indexscherm.
b Selecteer met b/B de film die u
wilt wissen.
c Druk op
(Wissen).
Op dit moment is de film nog niet
gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
"Access" wordt weergegeven op het
scherm en de film wordt verwijderd.
/
Multiselectieknop (v/V/b/B)
• U kunt geen beveiligde films wissen.
• Wanneer films eenmaal zijn verwijderd, kunnen
zij niet meer worden teruggehaald.
.
e Als u nog meer films wilt
wissen, geeft u de te wissen
film weer met b/B en herhaalt
u vervolgens Stap 4.
b Druk op
(Wissen).
c Kies [Select] met b/B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
d Selecteer de films die u wilt
verwijderen met v/V/b/B en
druk vervolgens op het midden
van de multiselectieknop.
De -markering (Wissen) wordt in de
geselecteerde film aangegeven.
Het wissen annuleren
Kies [Exit] in Stap 4 of 5.
Films bekijken
SELECT
TO NEXT
Op dit moment is de film nog niet
gewist.
e Herhaal Stap 4 als u nog
meer films wilt wissen.
f Druk op
(Wissen).
NL
103
g Kies [OK] met B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
"Access" wordt weergegeven op het
scherm en de film wordt verwijderd.
Het wissen annuleren
Kies [Exit] in Stap 3 of 7.
Alle beelden in de map wissen
Kies [All In This Folder] in Stap 3 en druk
op het midden van de multiselectieknop.
Kies vervolgens [OK] en druk op het
midden. Als u het wissen wilt annuleren,
kiest u [Cancel] met b en drukt u
vervolgens op het midden.
<Voorbeeld> Film 101_0002 splitsen
Films bewerken
Modusknop:
U kunt films splitsen of bepaalde
fragmenten verwijderen. Deze modus
wordt met name aanbevolen als de
capaciteit van het opslagmedium niet
toereikend is, of als u films als bijlage wilt
toevoegen aan uw e-mailberichten.
101_0003
101_0001
1
101_0002
1. Fragment A afsplitsen.
1
A
De gesplitste films krijgen nieuwe
nummers en worden als de nieuwste
bestanden in de opnamemap opgenomen.
De oorspronkelijke film wordt gewist en het
bestandsnummer wordt overgeslagen.
B
2
Splitspunt
Toegekende bestandsnummers
als films worden gesplitst
3
2
3
101_0002
2. Fragment B afsplitsen.
101_0004
1
3
A
2
B
101_0005
Splitspunt
3. Fragmenten A en B wissen als deze
overbodig zijn.
101_0004
1
3
101_0007
A
2
B
Wissen
101_0006
Wissen
4. Alleen de gewenste fragmenten
blijven behouden.
1
3
2
101_0006
NL
104
e Een splitspunt kiezen.
Films splitsen
Druk op het midden van de
multiselectieknop als het gewenste
splitspunt wordt weergegeven.
Multiselectieknop (v/V/b/B)
MENU
80 min
Modusknop
Divide
101
10/10
00:00:02
Dividing
Point
OK
Cancel
Exit
Als u een splitspunt wilt aanpassen,
selecteert u [c/C] (beeldje vooruit/
achteruit) en past u het splitspunt aan
met b/B. Als u het splitspunt wilt
wijzigen, kiest u [Cancel]. De film
wordt nogmaals afgespeeld.
a Stel de modusknop in op
.
b Selecteer met b/B de film die u
wilt splitsen.
c Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
De film wordt nu afgespeeld.
g Kies [OK] met v en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
De film is nu gesplitst.
Het splitsen annuleren
Overbodige fragmenten
wissen
a Splits een overbodig fragment
af van een film.
b Geef het filmgedeelte weer dat
u wilt wissen.
c Druk op
(Wissen).
Op dit moment is de film nog niet
gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop.
Films bekijken
d Kies
(Divide) met B en druk
vervolgens op het midden van
de multiselectieknop. Kies
vervolgens [OK] met v en druk
op het midden.
f Als u een splitspunt hebt
gekozen, kiest u [OK] met v/V
en drukt u op het midden van
de multiselectieknop.
• De volgende beelden kunt u niet splitsen.
– Stilstaande beelden
– Films die niet lang genoeg zijn om te worden
gesplitst
– Beveiligde films
• Als u films eenmaal hebt gesplitst, kunt u dat
niet meer ongedaan maken.
• Na het splitsen wordt de oorspronkelijke film
gewist.
• De gesplitste film wordt in de opnamemap
opgeslagen als het nieuwste bestand.
De film die nu op het scherm wordt
weergegeven, is nu gewist.
Kies [Exit] in Stap 5 of 7. De film
verschijnt nogmaals op het scherm.
NL
105
Beelden op de computer weergeven
Beelden naar de
computer kopiëren
– Voor Windowsgebruikers
Aanbevolen computersysteem
Besturingssysteem: Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition or
Windows XP Professional
Bovengenoemde besturingssystemen
dienen bij aflevering van de computer reeds
te zijn geïnstalleerd. Een juiste werking
wordt niet gegarandeerd als het
besturingssysteem is opgewaardeerd tot een
van de genoemde besturingssystemen of
wanneer er meerdere opstartmogelijkheden
zijn.
Processor: MMX Pentium 200 MHz of
sneller
USB-aansluiting: Standaard aanwezig
Display: 800 × 600 of meer
Hoge kleuren (16-bits, 65.000 kleuren) of
meer
NL
106
• Deze camera ondersteunt USB 2.0.
• Als u deze camera gebruikt in combinatie met
een computer die USB 2.0 (High-Speed USB)
ondersteunt, is gegevensoverdracht met hoge
snelheid mogelijk.
• Als u meerdere USB-apparaten tegelijkertijd op
uw computer aansluit, is het afhankelijk van het
type USB-apparaat mogelijk dat bepaalde
apparaten, waaronder de camera, niet meer
werken.
• Als u een USB-hub gebruikt, wordt een
correcte werking niet gegarandeerd.
• Voor alle hierboven genoemde
computeromgevingen wordt een probleemloze
werking niet gegarandeerd.
Als uw computer niet beschikt
over een USB-aansluiting
Als uw computer niet beschikt over een
USB-aansluiting en ook niet over een sleuf
voor het opslagmedium, kunt u de beelden
met behulp van een apart verkrijgbaar
apparaat kopiëren. Raadpleeg de Sonywebsite voor meer informatie.
http://www.sony.net/
USB-modus
Voor een USB-aansluiting zijn er twee
modi beschikbaar bij het maken van een
verbinding met een computer: [Normal] en
[PTP]*. De standaardinstelling is de
[Normal]-modus.
* Alleen compatibel met Windows XP. Wanneer
het apparaat op een computer is aangesloten,
worden alleen de gegevens in de map die in de
camera is geselecteerd, naar de computer
gekopieerd. Volg de procedure op pagina 84 om
de map te selecteren.
Communicatie met de
computer
Als u de computer uit de wachtstand haalt, is
het mogelijk dat de communicatie tussen de
camera en de computer niet wordt hersteld.
Inhoud van de CD-ROM
x USB-stuurprogramma
Dit stuurprogramma is vereist om de
camera op de computer aan te sluiten.
Wanneer u Windows XP gebruikt, hoeft u
het USB-stuurprogramma niet te installeren.
x Image Transfer
Met deze toepassing kunt u eenvoudig
beelden van de camera naar een computer
overbrengen.
x ImageMixer
Met deze toepassing geeft u beelden weer
die op een computer zijn opgeslagen of
bewerkt u deze.
• Bij andere besturingssystemen kunnen de
procedures enigszins afwijken.
Het USB-stuurprogramma
installeren
Wanneer u Windows XP gebruikt, hoeft u
het USB-stuurprogramma niet te installeren.
Als het USB-stuurprogramma al is
geïnstalleerd, hoeft u het USBstuurprogramma niet te installeren.
c Klik op [USB Driver] (USBstuurprogramma) in het
beginvenster.
a Zet de computer aan en plaats
de meegeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station.
Sluit de camera op dit moment
nog niet aan op de computer.
Het selectiescherm voor het model
verschijnt. Als het beginscherm niet
verschijnt, dubbelklikt u
achtereenvolgens op
(My
Computer/Deze computer) t
(ImageMixer).
Het scherm "InstallShield Wizard"
(Wizard Scanner en camera voltooien)
verschijnt.
Beelden op de computer weergeven
• Sluit alle toepassingen die op de
computer worden uitgevoerd,
voordat u het USBstuurprogramma en de toepassing
installeert.
• Als u Windows XP of Windows 2000
gebruikt, moet u zich aanmelden als
beheerder.
• Het beeldscherm moet zijn ingesteld op
een resolutie van 800 × 600 of beter en op
Hoge kleuren (16-bits kleur, 65.000
kleuren) of beter. Als het beeldscherm is
ingesteld op een lagere resolutie dan 800
× 600 of op minder dan 256 kleuren,
verschijnt het beginvenster van de
installatie niet.
d Klik op [Next] (Volgende). Klik
nogmaals op [Next] (Volgende)
als het "Information"-scherm
verschijnt.
b Klik op [Cyber-shot] in het
modelselectiescherm.
Het scherm met het installatiemenu
verschijnt.
De installatie van het USBstuurprogramma begint. Wanneer de
installatie is voltooid, wordt dit op het
scherm aangegeven.
NL
107
e Klik op [Yes, I want to restart
my computer now] (Ja, ik wil
mijn computer nu opnieuw
opstarten) en klik vervolgens
op [Finish] (Voltooien).
"Image Transfer" installeren
Met de software "Image Transfer" kunt u
automatisch beelden naar de computer
kopiëren wanneer u de camera op de
computer aansluit.
a Klik op [Cyber-shot] in het
modelselectiescherm.
De computer wordt opnieuw opgestart.
Vervolgens kunt u de USB-verbinding
tot stand brengen.
• In deze paragraaf wordt het Engelse scherm
beschreven.
c Klik op [Next] (Volgende). Klik
op [Yes] (Ja) als het scherm
"License Agreement"
verschijnt.
Het scherm met het installatiemenu
verschijnt.
b Klik op [Image Transfer] op het
scherm met het installatiemenu.
Selecteer de gewenste taal en
klik vervolgens op [OK].
Lees de overeenkomst zorgvuldig. Ga
door met de installatie als u de
voorwaarden van de overeenkomst
accepteert. Het scherm "Information"
verschijnt.
d Klik op [Next] (Volgende).
NL
108
Het scherm "Welcome to the
InstallShield Wizard for Image
Transfer" verschijnt.
e Selecteer de map die u wilt
installeren en klik op [Next]
(Volgende).
Selecteer de programmamap
en klik vervolgens op [Next]
(Volgende).
g Klik op [Finish] (Voltooien).
Met het programma "ImageMixer Ver. 1.5
for Sony" kunt u beelden kopiëren,
weergeven en bewerken, en video-cd's
maken. Raadpleeg de Help-bestanden van
deze software voor meer informatie.
• Het USB-stuurprogramma is vereist als u
"Image Transfer" wilt gebruiken. Als het
vereiste stuurprogramma nog niet op de
computer is geïnstalleerd, verschijnt een
scherm met de vraag of u het stuurprogramma
wilt installeren. Volg de instructies op het
scherm.
a Klik op [ImageMixer] op het
scherm met het installatiemenu.
Selecteer de gewenste taal en
klik vervolgens op [OK].
Beelden op de computer weergeven
Het venster van de "InstallShield
Wizard" wordt gesloten.
Als u wilt doorgaan met de installatie
van "ImageMixer", klikt u op
[ImageMixer] in het installatievenster
en voert u de procedure uit.
f Controleer of het selectievakje
is ingeschakeld in het venster
"Image Transfer Settings" en
klik op [Next] (Volgende).
"ImageMixer" installeren
Het scherm "Welcome to the
InstallShield Wizard" verschijnt.
• In deze paragraaf wordt het Engelse scherm
beschreven.
b Volg de instructies in elk
volgend venster.
Wanneer de installatie is voltooid,
wordt dit op het scherm aangegeven.
Installeer "ImageMixer" volgens de
instructies in het venster.
NL
109
• Als u Windows 2000 of Windows XP gebruikt,
installeert u "WinASPI".
• Als DirectX 8.0a (of een hogere versie) niet op
de computer is geïnstalleerd, verschijnt het
venster "Information". Volg de procedure op
het scherm.
c Start de computer opnieuw op
volgens de instructies op het
scherm.
De camera aansluiten op de
computer
a Plaats het opslagmedium met
de te kopiëren beelden in de
camera. Sluit de meegeleverde
netspanningsadapter aan op
de camera en steek de adapter
in een stopcontact.
c Sluit de meegeleverde USBkabel aan op de (USB)aansluiting van de camera.
d Haal de CD-ROM uit de
computer.
Netspanningsadapter
d Sluit de USB-kabel aan op de
computer.
Naar een
stopcontact
• Kies het opslagmedium met de
/CFschakelaar (pagina 20).
• Wanneer u beelden naar uw computer kopieert
met behulp van de accu en de accuvoeding
wordt tijdens dit proces afgesloten, kan het
kopiëren mislukken of kunnen gegevens
beschadigd raken. We raden u daarom aan de
netspanningsadapter te gebruiken.
b Zet de computer en de camera
aan.
NL
110
• Als u een bureaucomputer gebruikt, sluit u de
USB-kabel aan op de USB-aansluiting aan de
achterzijde van de computer.
• Als u Windows XP gebruikt, verschijnt
automatisch de AutoPlay-wizard op het
bureaublad. Ga verder naar pagina 114.
USB Mode
Normal
Memory Stick
Toegangsindicatoren*
Switch on MENU
P De USB-kabel loskoppelen,
het opslagmedium verwijderen
of de camera uitschakelen
tijdens een USB-verbinding
Voor gebruikers van Windows 2000,
Me of XP
1 Dubbelklik op
* Tijdens de communicatie lichten de
toegangsindicatoren rood op.
2 Klik op
(Sony DSC) en vervolgens
op [Stop] (Stoppen).
• Als "USB Mode Normal" in Stap 4 niet wordt
weergegeven, drukt u op MENU, selecteert u
[USB Connect] en stelt u deze optie in op
[Normal].
• Als u een Microdrive/CF-kaart gebruikt, wordt
de USB-verbinding geannuleerd zodra u het
klepje van de CF-kaart opent. Open het klepje
van de CF-kaart niet terwijl de USB-verbinding
actief is.
op de taakbalk.
– Windows 98/98SE/2000/Me
Sluit de camera aan op de computer
met behulp van de USB-kabel.
"Image Transfer" wordt automatisch gestart
en de beelden worden automatisch naar de
computer gekopieerd. Als de overdracht is
voltooid, wordt "ImageMixer" automatisch
gestart en worden de beelden weergegeven.
Beelden op de computer weergeven
"USB Mode Normal" verschijnt op het
scherm van de camera. Wanneer de USBverbinding voor het eerst tot stand wordt
gebracht, wordt het programma voor het
herkennen van de camera automatisch
gestart. Wacht enige tijd.
Beelden kopiëren met
"Image Transfer"
Dubbelklik hier
3 Controleer of het juiste apparaat in het
venster wordt weergegeven en klik op
[OK].
4 Klik op [OK].
Gebruikers van Windows XP kunnen
Stap 4 overslaan.
5 Koppel de USB-kabel los, verwijder het
opslagmedium of schakel de camera uit.
Voor gebruikers van Windows 98 of
98SE
Controleer of de toegangsindicatoren
(pagina 111) op het scherm wit gekleurd
zijn en voer alleen Stap 5 uit van de
hiervoor beschreven stappen.
• Standaard worden mappen voor "Image
Transfer" en "Date" gemaakt in de map "My
Documents" (Mijn documenten) en alle
beeldbestanden die met de camera worden
opgenomen, worden naar deze mappen
gekopieerd.
• U kunt de instellingen voor "Image Transfer"
wijzigen (pagina 112).
NL
111
– Windows XP
Sluit de camera aan op de computer
met behulp van de USB-kabel.
"Image Transfer" wordt automatisch gestart
en de beelden worden automatisch naar de
computer gekopieerd.
Windows XP is zodanig ingesteld dat de
wizard AutoPlay van het besturingssysteem
wordt gestart.
Voer de volgende procedure uit als u de
instelling wilt annuleren.
a Klik op [Start] en klik
vervolgens op [My Computer]
(Deze computer).
b Klik met de rechtermuisknop
op [Sony MemoryStick] en klik
vervolgens op [Properties]
(Eigenschappen).
4 Stel [Content type] (Type inhoud) in
op [Video files] (Videobestanden) en
ga verder met Stap 3. Stel [Content
type] (Type inhoud) in op [Mixed
content] (Gemengde inhoud) en ga
verder met Stap 3.
5 Klik op [OK].
Het venster [Properties]
(Eigenschappen) wordt gesloten.
De wizard AutoPlay van het
besturingssysteem start niet
automatisch, zelfs niet wanneer
vervolgens een USB-verbinding tot
stand wordt gebracht.
De instellingen voor "Image
Transfer" wijzigen
U kunt de instellingen voor "Image
Transfer" wijzigen. Klik met de
rechtermuisknop op het pictogram "Image
Transfer" op de taakbalk en kies [Open
Settings]. U kunt de volgende instellingen
opgeven: [Basic], [Copy] en [Delete].
Klik hier met de rechtermuisknop
Wanneer "Image Transfer" start, verschijnt
het volgende venster.
c Wijzig deze instelling.
1 Klik op [AutoPlay] (Automatisch
afspelen).
2 Stel [Content type] (Type inhoud)
in op [Pictures] (Afbeeldingen).
3 Klik op [Select an action to
perform] (Selecteer de actie die u
wilt uitvoeren) onder [Acties]
(Acties), selecteer [Take no action]
(Geen actie ondernemen) en klik op
[Apply] (Toepassen).
NL
112
Wanneer u [Settings] selecteert in het
bovenstaande scherm, kunt u alleen de
instelling [Basic] wijzigen.
Beelden kopiëren zonder
"Image Transfer"
– Windows 98/98SE/2000/Me
Als u geen instellingen opgeeft om "Image
Transfer" automatisch te starten, kunt u
beelden kopiëren met de volgende
procedure.
Nu verschijnt de inhoud van het
opslagmedium dat in de camera is
geplaatst.
• In deze paragraaf gebruiken we als voorbeeld
het kopiëren van beelden naar de map "My
Documents" (Mijn documenten).
• Zie pagina 114 als het pictogram "Removable
Disk" niet wordt weergegeven.
• Zie pagina 114 als u Windows XP gebruikt.
d Dubbelklik op de map "My
Documents" (Mijn
documenten) en klik met de
rechtermuisknop in het
venster "My Documents" (Mijn
documenten) om het menu
weer te geven. Selecteer
vervolgens [Paste] (Plakken) in
het menu.
De beeldbestanden worden gekopieerd
naar de map "My Documents" (Mijn
documenten).
Als een beeld met dezelfde
bestandsnaam al bestaat in de
map waar u naartoe wilt kopiëren
U moet bevestigen dat het desbetreffende
bestand moet worden overschreven. Als u
het bestaande bestand inderdaad
overschrijft, wordt het oorspronkelijke
bestand gewist.
De bestandsnaam wijzigen
Als u een beeldbestand wilt kopiëren naar
de computer zonder een bestand met
dezelfde naam te overschrijven, moet u de
bestandsnaam wijzigen. Als u echter de
bestandsnaam wijzigt, kunt u het
beeldbestand niet afspelen met uw camera.
Als u beelden wilt afspelen met de camera,
voert u de bewerking uit op pagina 118.
Beelden op de computer weergeven
a Dubbelklik op [My Computer]
(Deze computer) en vervolgens
op [Removable Disk]
(Verwisselbaar schijfstation).
c Klik met de rechtermuisknop
op het beeldbestand om het
menu weer te geven, en
selecteer vervolgens [Copy]
(Kopiëren) in het menu.
b Dubbelklik op [DCIM] en
dubbelklik vervolgens op de
map waarin de beeldbestanden
die u wilt kopiëren, zijn
opgeslagen.
NL
113
Als er geen pictogram voor
verwisselbaar schijfstation
wordt getoond
1 Klik met de rechtermuisknop op [My
Computer] (Deze computer) om het
menu weer te geven, en klik vervolgens
op [Properties] (Eigenschappen). Het
scherm "System Properties"
(Systeemeigenschappen) verschijnt.
2 Geef [Device Manager]
(Apparaatbeheer) weer.
1 Klik op [Hardware].
2 Klik op [Device Manager]
(Apparaatbeheer).
• Gebruikers van Windows 98, 98SE,
2000, Me hoeven Stap 1 niet uit te
voeren. Klik op het tabblad [Device
Manager] (Apparaatbeheer).
3 Als [ Sony DSC] wordt weergegeven,
verwijdert u dit apparaat.
1 Klik met de rechtermuisknop op
[ Sony DSC].
2 Klik op [Uninstall] (Verwijderen).
Het scherm "Confirm Device
Removal" (Verwijderen van
apparaat bevestigen) verschijnt.
• Gebruikers van Windows 98, 98SE
en Me klikken op [Remove]
(Verwijderen).
3 Klik op [OK].
Het apparaat wordt verwijderd.
NL
114
Probeer het USB-stuurprogramma
nogmaals te installeren vanaf de
meegeleverde CD-ROM (pagina 107).
– Windows XP
Beelden kopiëren met de wizard
AutoPlay van Windows XP.
d Selecteer een naam en
bestemming voor de beelden
en klik op [Next] (Volgende).
De beelden worden gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het venster "Other Options"
(Overige opties).
a Breng een USB-verbinding tot
stand (pagina 110). Klik op
[Copy pictures to a folder on
my computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Afbeeldingen naar een map
kopiëren met Wizard Scanner
en camera van Microsoft) en
klik vervolgens op [OK].
e Selecteer [Nothing. I’m
finished working with these
pictures] (Niets. Ik ben klaar
met deze afbeeldingen) en klik
vervolgens op [Next]
(Volgende).
Het scherm "Scanner and Camera
Wizard" (Wizard Scanner en camera)
verschijnt.
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Wizard Scanner
en camera voltooien) verschijnt.
b Klik op [Next] (Volgende).
De beelden die op het opslagmedium
zijn opgeslagen, worden weergegeven.
c Klik op het selectievakje als u
een markering wilt verwijderen
voor een beeld dat u niet naar
de computer wilt kopiëren. Klik
vervolgens op [Next]
(Volgende).
Het scherm "Picture Name and
Destination" (Naam en bestemming
van de afbeelding) verschijnt.
f Klik op [Finish] (Voltooien).
De wizard wordt afgesloten.
• Als u wilt doorgaan met kopiëren van andere
beelden, volgt u de procedure onder P op
pagina 111 om de USB-kabel te ontkoppelen en
opnieuw aan te sluiten. Voer de procedure
opnieuw uit vanaf Stap 1.
Beelden weergeven op een
computer
a Klik op [Start] en klik
vervolgens op [My Documents]
(Mijn documenten).
De inhoud van de map "My
Documents" (Mijn documenten) wordt
weergegeven.
Beelden op de computer weergeven
• In deze paragraaf wordt de procedure voor het
weergeven van gekopieerde beelden in de map
"My Documents" (Mijn documenten)
beschreven.
• Als u Windows XP niet gebruikt, dubbelklikt u
op [My Documents] (Mijn documenten) op het
bureaublad.
• Met het programma "ImageMixer Ver. 1.5 for
Sony" kunt u beelden op de computer
weergeven en bewerken. Raadpleeg de Helpbestanden van deze software voor meer
informatie.
b Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
NL
115
Opslagbestemmingen en bestandsnamen voor beeldbestanden
Beeldbestanden die met de camera worden
opgenomen, worden in verschillende
mappen van het opslagmedium gegroepeerd.
Voorbeeld: bij het bekijken van mappen
op Windows XP (bij gebruik van een
"Memory Stick")
Map met beeldgegevens die met de camera
zijn opgenomen zonder de functie voor het
maken van mappen.
Map met beeldgegevens die met de camera
zijn opgenomen. Wanneer u geen mappen
maakt, beschikt u alleen over de map
"101MSDCF".
Map met beeldgegevens of filmgegevens
in de E-Mail- en TIFF-modus of met
audiogegevens in de Voice-modus die met
de camera zijn opgenomen zonder de
functie voor het maken van mappen.
• Zelfs wanneer u een Microdrive/CF-kaart
gebruikt, kan afhankelijk van uw
besturingsomgeving "Sony
MemoryStick" worden weergegeven.
NL
116
• U kunt geen beelden in de mappen
"100MSDCF" of "MSSONY" opslaan.
De beelden in deze mappen kunnen
alleen worden weergegeven.
• Zie pagina 50 en 84 voor meer informatie
over de map.
Bestandsnaam
De inhoud van het bestand
101MSDCFtot
999MSDCF
DSC0ssss.JPG
• Stilstaande beelden, opgenomen in de
– Normale modus (pagina 26)
– Modus belichtingsvariatie (pagina 64)
– Burst-modus (pagina 76)
– Multi Burst-modus (pagina 77)
• Stilstaande beeldbestanden gelijktijdig opgeslagen in
– RAW-modus (pagina 81)
– TIFF-modus (pagina 81)
– E-Mail-modus (pagina 82)
– Voice-modus (pagina 83)
DSC0ssss.JPE
• Miniatuurbeeldbestanden opgenomen in de E-Mail-modus (pagina 82)
DSC0ssss.MPG
• Geluidsbestanden opgenomen in de Voice-modus (pagina 83)
DSC0ssss.TIF
• Niet-gecomprimeerd beeldbestand (TIFF) opgenomen in de TIFF-modus (pagina 81)
DSC0ssss.SRF
• Gegevensbestand in RAW-indeling opgenomen in de RAW-modus (pagina 81)
MOV0ssss.MPG
• Filmbestanden (pagina 101)
MOV0ssss.THM
• Indexbeeldbestanden opgenomen in de MOVIE-modus (pagina 101)
Beelden op de computer weergeven
Map
• ssss staat voor elk mogelijk getal binnen het bereik van 0001 t/m 9999.
• Bij de volgende bestanden is het numerieke deel van de bestandsnamen identiek.
– Een bestand in RAW-indeling opgenomen in de RAW-modus en het bijbehorende
beeldbestand
– Een niet-gecomprimeerd beeld in de TIFF-modus en het bijbehorende beeldbestand
– Een miniatuurbeeldbestand opgenomen in de E-Mail-modus en het bijbehorende
beeldbestand
– Een geluidsbestand opgenomen in de Voice-modus en het bijbehorende beeldbestand
– Een beeldbestand opgenomen in de Movie-modus en het bijbehorende indexbeeldbestand
• Als u een bestand in RAW-indeling wilt bekijken, moet u speciale software van de
meegeleverde CD-ROM installeren.
NL
117
Een beeld bekijken dat
eerder naar een computer is
gekopieerd
Deze bewerking is vereist voor het bekijken
van beeldbestanden die eerder naar een
computer zijn gekopieerd en die al zijn verwijderd van het opslagmedium via camera.
Kopieer de beeldbestanden op uw computer
naar een opslagmedium en bekijk ze met de
camera.
• Sla Stap 1 over als u de door de camera
toegewezen bestandsnaam niet hebt gewijzigd.
• Het kan zijn dat u een bepaald beeld niet kunt
zien, afhankelijk van het beeldformaat.
• Beelden die zijn gewijzigd op een computer of
beelden die zijn opgenomen met een andere
camera dan deze, kunnen mogelijk niet worden
afgespeeld via de camera.
• Als het waarschuwingsbericht voor het
overschrijven van de gegevens wordt
weergegeven, geeft u andere getallen op in
Stap 1.
• Als er geen map is om het beeldbestand op te
slaan, maakt u een map en kopieert u het
vervolgens beeldbestand. Zie pagina 50 voor
meer informatie over het maken van de map.
NL
118
a Klik met de rechtermuisknop
op het beeldbestand en klik
vervolgens op [Rename]
(Naam wijzigen). Wijzig de
bestandsnaam in
"DSC0ssss".
ssss staat voor elk mogelijk getal
binnen het bereik van 0001 t/m 9999.
• Mogelijk wordt een bestandsextensie
weergegeven, afhankelijk van de instelling
van de computer. De extensie voor een
stilstaand beeld is "JPG" en voor een film
"MPG". Wijzig de extensie niet.
b Kopieer het beeldbestand naar
een map op het opslagmedium.
1 Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik vervolgens op
[Copy] (Kopiëren).
2 Selecteer de map [DCIM] uit
[Removable Disk] (Verwisselbare
schijf) of [Sony MemoryStick] in
[My Computer] (Deze computer).
3 Klik met de rechtermuisknop op de
map [sssMSDCF] en klik
vervolgens op [Paste] (Plakken).
sss staat voor elk mogelijk getal
binnen het bereik van 100 t/m 999.
Beelden naar de
computer kopiëren
– Voor Macintoshgebruikers
Aanbevolen computersysteem
* Alleen compatibel met Mac OS X. Wanneer het
apparaat op een computer is aangesloten,
worden alleen de gegevens in de map die in de
camera is geselecteerd, naar de computer
gekopieerd. Volg de procedure op pagina 84 om
de map te selecteren.
Communicatie met de
computer
De USB-kabel loskoppelen, het
opslagmedium verwijderen of de
camera uitschakelen tijdens een
USB-verbinding
Sleep het pictogram van de vaste schijf of
het opslagmedium naar het pictogram van
de "Trash" en haal de USB-kabel
vervolgens uit de camera, verwijder het
opslagmedium of schakel de camera uit.
Besturingssysteem: Mac OS 9.1, 9.2 of
Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2)
Bovengenoemde besturingssystemen
dienen bij aflevering van de computer reeds
te zijn geïnstalleerd.
USB-aansluiting: standaard aanwezig
Display: 800 × 600 of hoger
32.000 kleuren of meer
Als u de computer uit de wachtstand haalt,
is het mogelijk dat de communicatie tussen
de camera en de computer niet wordt
hersteld.
• Als u Mac OS X v10.0 gebruikt, verwijdert u de
USB-kabel, enz. pas nadat u de computer hebt
uitgeschakeld.
Als uw computer niet beschikt
over een USB-aansluiting
• Als u meerdere USB-apparaten tegelijkertijd op
uw computer aansluit, is het afhankelijk van het
type USB-apparaat mogelijk dat bepaalde
apparaten, waaronder de camera, niet meer
werken.
• Als u een USB-hub gebruikt, wordt een
correcte werking niet gegarandeerd.
• Voor alle hierboven genoemde
computeromgevingen wordt een probleemloze
werking niet gegarandeerd.
Als uw computer niet beschikt over een
USB-aansluiting en ook niet over een sleuf
voor het opslagmedium, kunt u de beelden
met behulp van een apart verkrijgbaar
apparaat kopiëren. Raadpleeg de Sonywebsite voor meer informatie.
http://www.sony.net/
1 Dubbelklik op het nieuwe pictogram op
het bureaublad.
Nu verschijnt de inhoud van het
opslagmedium dat in de camera is
geplaatst.
USB-modus
Zie pagina 110 voor meer informatie.
Beelden op de computer weergeven
Voor een USB-aansluiting zijn er twee
modi beschikbaar bij het maken van een
verbinding met een computer: [Normal] en
[PTP]*. De standaardinstelling is de
[Normal]-modus.
a De camera op de computer
aansluiten.
b Beelden kopiëren.
2 Dubbelklik op "DCIM".
3 Dubbelklik op de map waarin de beelden
die u wilt kopiëren, zijn opgeslagen.
4 Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf.
De beeldbestanden worden naar de vaste
schijf gekopieerd.
Zie pagina 116 voor informatie over de
opslaglocatie van de beelden en de
bestandsnamen.
NL
119
c Beelden weergeven op een
computer.
1 Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand in de map met de
gekopieerde bestanden.
Het beeldbestand wordt geopend.
• Sluit alle toepassingen die op de
computer worden uitgevoerd, voordat u
de toepassing installeert.
• Met het programma "ImageMixer Ver. 1.5 for
Sony" kunt u beelden naar de computer
kopiëren en op de computer weergeven. In de
gebruiksaanwijzing die wordt meegeleverd met
de CD-ROM vindt u details voor de
installatieprocedure. Details over de bediening
vindt u in de Help-bestanden van het
programma.
• Wanneer de afbeelding niet kan worden
weergegeven, vergroot u het virtuele geheugen.
• "ImageMixer Ver. 1.5 for Sony" kan niet met
Mac OS X worden gebruikt.
• "Image Transfer" kan niet met Macintosh
worden gebruikt.
NL
120
Voor Mac OS X-gebruikers
Wanneer u op een beeldbestand klikt dat in
de E-Mail-modus is opgenomen, kan
"There is no application available to open
the document "DSC0ssss.JPE"".
worden weergegeven. Geef in dat geval de
volgende instellingen op. Het venster dat
verschijnt, verschilt per besturingssysteem.
1 Klik op [Choose Application...] op het
scherm "There is no application
available to open the document
"DSC0ssss.JPE"".
2 Wijzig de instelling [Recommended
Applications] in [All Applications].
3 Selecteer [QuickTime Player] in de lijst
met toepassingen en klik vervolgens op
[Open].
Verhelpen van storingen
Verhelpen van
storingen
Als u problemen ondervindt met de camera,
probeert u eerst of de hier vermelde punten
een oplossing bieden.
2 Als uw camera niet correct werkt, drukt
u op de RESET-toets aan de binnenzijde
van het accu-/"Memory Stick"-deksel en
zet u de camera weer aan. (Hierdoor
worden de instellingen voor datum en
tijd en dergelijke gewist.)
3 Als de camera nog steeds niet correct
werkt, kunt u contact opnemen met uw
Sony-dealer of met een erkend Sonyservicecentrum bij u in de buurt.
RESET
1 Lees de onderwerpen op pagina 121 tot
132. Als "C:ss:ss" wordt
weergegeven op het scherm, is
het zelfdiagnosesysteem actief.
Raadpleeg pagina 136.
De accu en de stroomvoorziening
Oorzaak
Oplossing
U kunt de accu niet
volledig opladen.
• De camera is ingeschakeld.
p Schakel de camera uit (pagina 17).
De accu kan niet worden
geplaatst.
• De accu is niet juist geplaatst.
p Houd tijdens het plaatsen van de accu de uitwerphendel met de
voorste rand van de accu naar beneden gedrukt (pagina 13).
De e in het
displayvenster knippert
snel tijdens het opladen
van de accu.
• De accu is niet juist geplaatst.
• Er is een storing opgetreden in de accu.
p Plaats de accu op de juiste wijze (pagina 13).
p Neem contact op met uw Sony-dealer of met het plaatselijke
erkende Sony-servicecentrum.
De r in het
displayvenster knippert
niet tijdens het opladen
van de accu.
• De netspanningsadapter is niet aangesloten.
• Er is een storing opgetreden in de
netspanningsadapter.
• De accu is niet juist geplaatst.
• De accu is volledig opgeladen.
p Sluit de netspanningsadapter op de juiste wijze aan (pagina 13).
p Neem contact op met uw Sony-dealer of met het plaatselijke
erkende Sony-servicecentrum.
p Plaats de accu op de juiste wijze (pagina 13).
—
Verhelpen van storingen
Probleem
NL
121
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De indicator voor de
resterende accutijd geeft
niet de juiste informatie
weer, of geeft aan dat er
voldoende accutijd over
is, terwijl de accu bijna
leeg is.
• U hebt de camera lange tijd gebruikt onder
extreem hete of koude omstandigheden.
• De indicator voor de resterende accutijd geeft
niet de juiste waarde aan.
p Zie pagina 150.
• De accu is leeg.
• De accu is versleten (pagina 151).
p Laad de accu op nadat u deze volledig hebt opgebruikt. De
indicator voor de resterende accutijd geeft de juiste hoeveelheid
tijd aan (pagina 14).
p Plaats een opgeladen accu (pagina 13).
p Vervang de accu door een nieuw exemplaar.
De accu raakt te snel leeg. • U hebt de camera onder extreem koude
omstandigheden gebruikt.
• De DC-stekker was vuil zodat de accu
onvoldoende is opgeladen.
• De accu is versleten (pagina 151).
p Zie pagina 150.
U kunt de camera niet
aanzetten.
• De accu is niet juist geplaatst.
• De netspanningsadapter is niet aangesloten.
• Er is een storing opgetreden in de
netspanningsadapter.
• De accu is leeg.
• De accu is versleten (pagina 151).
p Plaats de accu op de juiste wijze (pagina 13).
p Sluit de netspanningsadapter op de juiste wijze aan (pagina 16).
p Neem contact op met uw Sony-dealer of met het plaatselijke
erkende Sony-servicecentrum.
p Plaats een opgeladen accu (pagina 13).
p Vervang de accu door een nieuw exemplaar.
De camera wordt
plotseling uitgeschakeld.
• Als u bij gebruik van een accu de camera
ongeveer drie minuten lang niet bedient, wordt
de camera automatisch uitgeschakeld. Daarmee
wordt voorkomen dat de accu voortijdig
leegraakt (pagina 17).
• De accu is leeg.
p Schakel de camera opnieuw in (pagina 17) of gebruik de
netspanningsadapter (pagina 16).
p Reinig de DC-stekker met een wattenstaafje, enz. en laad de
accu op (pagina 146).
p Vervang de accu door een nieuw exemplaar.
p Vervang de accu door een opgeladen exemplaar (pagina 13).
Stilstaande beelden en films opnemen
NL
122
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het LCD-scherm gaat niet
aan als de stroom wordt
ingeschakeld.
• De FINDER/LCD-schakelaar is ingesteld op
FINDER.
p Stel de keuzeschakelaar in op LCD (pagina 28).
Het onderwerp is niet
zichtbaar in de zoeker.
• De zoeker is niet goed afgesteld.
p Stel de instelknop van de zoeker (pagina 28) in.
Probleem
Oorzaak
Het onderwerp is niet
zichtbaar op het scherm.
• De modusknop is niet ingesteld op
M, SCN of
.
Oplossing
, P, S, A,
p Stel de modusknop in op
26 en 101).
, P, S, A, M, SCN of
(pagina
Tijdens het opnemen
• Het beeldformaat wordt ingesteld op [640
wordt het beeld niet op het
(Fine)] als de A/V-aansluitkabel is aangesloten
scherm weergegeven.
op de A/V OUT (MONO)-aansluiting.
p Koppel de A/V-aansluitkabel los.
p Stel het beeldformaat in op een andere waarde, behalve [640
(Fine)].
Het beeld is onscherp.
p Stel de camera in op de modus voor macro-opnamen. Zorg dat
u de lens niet dichter bij het onderwerp plaatst dan de minimale
opnameafstand (pagina 32).
p Gebruik een andere instelling (pagina 37).
• Het onderwerp is te dichtbij.
•
(Schemermodus) of
(Landschapmodus)
is geselecteerd voor de functie Scènekeuze.
• De modus voor handmatig scherpstellen is
geselecteerd.
De digitale precisiezoom
werkt niet.
• [Digital Zoom] in de SET UP-instellingen is
ingesteld op [Smart].
• U neemt op in RAW-modus
p Zet de FOCUS-schakelaar op AUTO (pagina 68).
p Stel [Digital Zoom] in op [Precision] (pagina 29, 48 en 143).
p De digitale precisiezoom kan niet worden gebruikt bij opnamen
in de RAW-modus (pagina 29 en 81).
p Stel [Digital Zoom] in op [Smart] (pagina 29, 48 en 143).
• [Digital Zoom] in de SET UP-instellingen is
ingesteld op [Precision].
• Het beeldformaat is ingesteld op [8M] of [3:2]. p Stel het beeldformaat in op een andere waarde, maar niet op
• U neemt op in Multi Burst-modus
[8M] en [3:2] (pagina 23).
p De smart zoom-functie kan niet worden gebruikt bij opnamen in
• U neemt op in RAW-modus
de Multi Burst-modus (pagina 29 en 77).
p De smart zoom-functie kan niet worden gebruikt bij opnamen in
de RAW-modus (pagina 29 en 81).
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp op waarachter zich een
lichtbron bevindt.
• De helderheid van het scherm is op een te laag
niveau ingesteld.
Het beeld is te helder.
• U neemt op een donkere plaats, zoals een
podium, een onderwerp met puntbelichting op.
• De helderheid van het scherm is op een te hoog
niveau ingesteld.
Verhelpen van storingen
De Smart Zoom-functie
werkt niet.
p Kies de meetmodus (pagina 59).
p Pas de belichting aan (pagina 60).
p Stel de flitser in op (Geforceerde flits) (pagina 69).
p Pas de helderheid van het scherm aan (pagina 48 en 144).
p Pas de belichting aan (pagina 60).
p Pas de helderheid van het scherm aan (pagina 48 en 144).
NL
123
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Als u in een donkere
omgeving naar het
scherm kijkt, ziet u
mogelijk wat ruis op het
scherm.
• Het scherm licht tijdelijk op zodat u het
weergegeven beeld kunt controleren als u de
camera in een donkere omgeving gebruikt.
p Dit heeft geen effect op het beeld dat u fotografeert.
Wanneer u een zeer helder • Dit soort vlekken is een bekend verschijnsel in
onderwerp opneemt,
de fotografie.
verschijnen er verticale
strepen.
p Dit is geen storing.
Kan geen beelden
opnemen.
p Installeer een opslagmedium (pagina 21 en 22).
p Verwijder de beelden die zijn opgeslagen op het opslagmedium
(pagina 43).
p Verander van opslagmedium.
p Zet de schakelaar op de juiste stand (pagina 20).
• Er is geen opslagmedium geïnstalleerd.
• De capaciteit van het opslagmedium is niet
toereikend.
• De
/CF-schakelaar staat niet op de juiste
stand.
• De wisbeveiligingsschakelaar van de "Memory
Stick" staat in de LOCK-stand.
• Het afdekklepje van de CF-kaart staat open.
• Het is niet mogelijk op te nemen terwijl de flitser
nog wordt opgeladen.
• De modusknop is niet ingesteld op
, P, S, A,
M of SCN wanneer u een stilstaand beeld
opneemt.
wanneer
• De modusknop is niet ingesteld op
u een film opneemt.
• Het beeldformaat wordt ingesteld op [640
(Fine)] wanneer u een film opneemt.
Het opnemen duurt lang.
NL
124
• De functie NR-modus voor lange sluitertijden is
ingeschakeld.
p Zet de schakelaar in de opnamemodus (pagina 148).
p Sluit het afdekklepje van de CF-kaart (pagina 22).
—
p Stel de modusknop in op
, P, S, A, M of SCN (pagina 26).
p Stel de modusknop in op
(pagina 101).
p Gebruik een "Memory Stick PRO" of Microdrive (pagina 101
en 148).
p Stel het beeldformaat in op een andere waarde, behalve [640
(Fine)].
p Selecteer een snellere sluitertijd dan 1/25 seconde (pagina 55).
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Er klinkt een geluid als u
overschakelt tussen de
modi Nachtopname en
Nachtinstelling of als de
sluiterknop licht wordt
ingedrukt terwijl
Nachtinstelling actief is.
• Het geluid wordt geproduceerd door de lens die
in werking treedt.
p Dit is geen storing.
De kleuren van de beelden
zijn niet correct.
• De functie Nachtopname of Nachtinstelling is
ingesteld.
• De functie Beeldeffecten is ingeschakeld.
p Annuleer de functie Nachtopname/Nachtinstelling (pagina 79).
p Annuleer Beeldeffecten (pagina 80).
De functie Nachtopname
of Nachtinstelling werkt
niet.
• De modusknop is ingesteld op S, A, M of SCN. p Stel de camera in op
, P of
(alleen voor Nachtopname)
(pagina 79).
• De modus voor handmatig scherpstellen is
p De functie Nachtinstelling kan niet worden gebruikt wanneer de
geselecteerd.
modus voor handmatig scherpstellen. Zet de FOCUSschakelaar op AUTO (pagina 68).
Kan geen beelden
opnemen met de flitser.
• De modusknop is ingesteld op
.
• De flitser is ingesteld op
(Geen flits).
•
•
•
•
•
De macromodus werkt
niet.
•
(Schemermodus) is geselecteerd voor de
functie Scènekeuze.
(Landschapmodus) is geselecteerd voor de
functie Scènekeuze.
De camera staat in de modus Multi Burst, Burst
of Belichtingsvariatie.
[Hot Shoe] in de On-instellingen is ingesteld op
[SET UP].
Als [Pop-up Flash] is ingesteld op [Manual] in
de SET UP-instellingen, hebt u de flitser niet
omhoog laten klappen met de
OPEN
(FLASH)-schakelaar.
Nachtopname is ingeschakeld.
p Stel de flitser in op
Verhelpen van storingen
•
p Stel de modusknop in op
, P, S, A, M of SCN (pagina 26).
p Stel de flitser in op "Auto" (Geen indicatie), op (Geforceerde
flits) of op
(Langzame synchronisatie) (pagina 69).
p Gebruik een andere instelling (pagina 37).
(Geforceerde flits) (pagina 37).
p Annuleer de modus Multi Burst, Burst of Belichtingsvariatie.
p Stel de camera in op [Off] (pagina 48 en 143).
p Stel [Pop-up Flash] in op [Auto] in de SET UP-instellingen
(pagina 48 en 143) of laat de flitser omhoog klappen met de
OPEN (FLASH)-schakelaar (pagina 70).
p Selecteer de functie Nachtinstelling of annuleer de functie
Nachtopname (pagina 79).
(Schemermodus) of
(Landschapmodus) p Gebruik een andere instelling (pagina 37).
is geselecteerd voor de functie Scènekeuze.
NL
125
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Opnemen in de modus
Multi Burst, Burst of
Belichtingsvariatie is niet
mogelijk.
• [Mode] (REC Mode) is ingesteld op een andere
waarde dan [Normal].
p Stel deze waarde in op [Normal].
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
—
p Stel [Red Eye Reduction] in op [On] (pagina 71).
Er wordt een verkeerde
• De datum en tijd zijn niet goed ingesteld.
datum en tijd opgenomen.
p Stel de juiste datum en tijd in (pagina 18).
De diafragmawaarde en
de sluitertijd knipperen
als u op de sluiterknop
drukt en deze halverwege
ingedrukt houdt.
p Pas de belichting aan (pagina 60).
• De belichting is onjuist.
Beelden weergeven
NL
126
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het beeld kan niet worden
weergegeven.
• De modusknop is niet ingesteld op
.
• U hebt de map- of bestandsnaam gewijzigd op
een computer.
• U kunt het beeld niet op de camera afspelen als
het op een computer is gewijzigd.
• De camera is ingesteld op de USB-modus.
• Het afdekklepje van de CF-kaart staat open.
p Stel de modusknop in op
p Zie pagina 118.
Als de beelden zijn
afgespeeld, is de
beeldkwaliteit
achteruitgegaan.
• Het beeld wordt tijdelijk grof van structuur ten
behoeve van de beeldverwerking.
p Dit is geen storing.
De beelden kunnen niet
op een tv worden
weergegeven.
• De [Video Out]-instelling van de camera in SET p Stel [Video Out] in op [NTSC] of [PAL] (pagina 48 en 145).
UP is onjuist.
• De verbinding is niet goed.
p Controleer de verbinding (pagina 41).
De beelden kunnen niet
op een computer worden
afgespeeld.
—
(pagina 39).
—
p Annuleer de USB-communicatie (pagina 111).
p Sluit het afdekklepje van de CF-kaart (pagina 22).
p Zie pagina 127.
Een beeld wissen of bewerken
Oorzaak
Oplossing
De camera kan een beeld
niet wissen.
• Het beeld is beveiligd.
• De wisbeveiligingsschakelaar van de "Memory
Stick" staat in de LOCK-stand.
p Hef de beveiliging op (pagina 90).
p Zet de schakelaar in de opnamemodus (pagina 148).
U hebt het beeld per
ongeluk gewist.
• Als u een beeld eenmaal hebt gewist, kunt u het
niet meer terughalen.
p Wanneer u een beeld beveiligt, voorkomt u dat dit per ongeluk
wordt gewist (pagina 90).
p Als u de wisbeveiligingsschakelaar op de "Memory Stick"
gebruikt, voorkomt u dat beelden per ongeluk worden gewist
(pagina 148).
Het lukt niet om het
beeldformaat te wijzigen.
• U kunt het beeldformaat van films, beelden die
zijn opgenomen in de Multi Burst-modus,
bestanden in RAW-indeling en nietgecomprimeerde beelden (TIFF) niet wijzigen.
—
Het is niet mogelijk een
beeld te voorzien van een
afdrukmarkering (DPOF).
• Afdrukmarkeringen (DPOF) kunnen niet
worden toegevoegd aan films of afbeeldingen
die in de RAW-modus zijn opgenomen.
—
U kunt een beeld niet
splitsen.
—
• De film is niet lang genoeg om te worden
gesplitst.
• Beveiligde films kunnen niet worden gesplitst. p Hef de beveiliging op (pagina 90).
• Stilstaande beelden kunnen niet worden gesplitst.
—
Verhelpen van storingen
Probleem
Computers
Probleem
Oorzaak
Oplossing
U weet niet of uw
besturingssysteem
geschikt is voor deze
camera.
—
p Raadpleeg "Aanbevolen computersysteem" (pagina 106 en
119).
U kunt het USBstuurprogramma niet
installeren.
—
p In Windows 2000 moet u zich aanmelden als beheerder
(pagina 106).
NL
127
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De computer herkent de
camera niet.
• De camera is uitgeschakeld.
• Het energieniveau van de accu is te laag.
• U maakt geen gebruik van de meegeleverde
USB-kabel.
• De USB-kabel is niet goed aangesloten.
p Schakel de camera in (pagina 17).
p Gebruik de netspanningsadapter (pagina 16).
p Gebruik de meegeleverde USB-kabel (pagina 110).
• [USB Connect] is niet ingesteld op [Normal] in
de SET UP-instellingen.
• Naast het toetsenbord en de muis is er nog
andere apparatuur aangesloten op de USBaansluitingen van de computer.
• De camera is niet rechtstreeks op de computer
aangesloten.
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd.
• De computer heeft het apparaat niet goed
herkend omdat u de camera en de computer eerst
via de USB-kabel met elkaar hebt verbonden, en
pas daarna de "USB Driver" hebt geïnstalleerd
vanaf de meegeleverde CD-ROM.
• Het afdekklepje van de CF-kaart staat open.
NL
128
p Maak de USB-kabel los en sluit deze opnieuw goed aan.
Controleer of "USB Connect" wordt weergegeven op het
scherm (pagina 111).
p Zet de camera op [Normal] (pagina 145).
p Ontkoppel de USB-kabels, behalve de kabels die verbinding
maken met het toetsenbord en de muis.
p Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer zonder gebruik
te maken van een USB-hub.
p Installeer het USB-stuurprogramma (pagina 107).
p Verwijder het foutief herkende apparaat van de computer, en
installeer vervolgens het USB-stuurprogramma (pagina 107 en
114).
p Sluit het afdekklepje van de CF-kaart (pagina 22).
Kan geen beelden
kopiëren.
• De camera is niet goed op de computer
aangesloten.
• De te volgen kopieerprocedure verschilt per
besturingssysteem.
—
—
p Sluit de camera en de computer op de juiste wijze aan
(pagina 110).
p Volg de kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina
111, 113 en 119).
p Zie pagina 111 als u de "Image Transfer"-software gebruikt.
p Klik op ImageMixer Ver. 1.5 for Sony als u de "HELP"software gebruikt.
Nadat een USBverbinding tot stand is
gebracht, wordt "Image
Transfer" niet
automatisch gestart.
—
p Selecteer [Launch Image Transfer automatically when the
camera, etc., is connected.] voor de [Basic]-instellingen
(pagina 112).
p Breng een USB-verbinding tot stand wanneer de computer is
ingeschakeld.
—
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het beeld kan niet op een
computer worden
afgespeeld.
• U probeert een beeld af te spelen dat is
opgenomen in de RAW-modus.
—
p Installeer alleen software van de meegeleverde CD-ROM
(pagina 81).
p Klik op ImageMixer Ver. 1.5 for Sony als u de "HELP"software gebruikt.
p Raadpleeg de producent van de computer of de software.
—
Het beeld en geluid
vertonen storingen als
een film op een computer
wordt afgespeeld.
• U speelt de film rechtstreeks af vanaf het
opslagmedium.
p Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en speel
het filmbestand vervolgens af vanaf de vaste schijf (pagina 111,
113 en 119).
Een beeld kan niet worden
afgedrukt.
—
—
p Controleer de printerinstellingen.
p Klik op ImageMixer Ver. 1.5 for Sony als u de "HELP"software gebruikt.
Er verschijnt een
foutbericht wanneer de
meegeleverde CD-ROM in
het station wordt
geplaatst.
• Het beeldscherm van de computer is niet goed
ingesteld.
p Stel de weergavemodus van de computer als volgt in:
Voor Windows: resolutie van 800 × 600, hoge kleuren (16-bits
kleur, 65.000 kleuren) of hoger.
Voor Macintosh: resolutie van 800 × 600, 32.000 kleuren of
hoger.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Kan geen "Memory Stick"
plaatsen.
• U plaatst de "Memory Stick" achterstevoren.
p Plaats de "Memory Stick" vanaf de rechterkant (pagina 21).
Kan niet opnemen op een
"Memory Stick".
• De wisbeveiligingsschakelaar van de "Memory
Stick" staat in de LOCK-stand.
• De "Memory Stick" is vol.
• De
/CF-schakelaar is ingesteld op CF.
• Bij het opnemen van films wordt het
beeldformaat ingesteld op [640 (Fine)].
p Zet de schakelaar in de opnamemodus (pagina 148).
• De wisbeveiligingsschakelaar van de "Memory
Stick" staat in de LOCK-stand.
p Zet de schakelaar in de opnamemodus (pagina 148).
Kan geen "Memory Stick"
formatteren.
Verhelpen van storingen
"Memory Stick"
p Wis overbodige bestanden (pagina 43 en 103).
p Zet de schakelaar op
(pagina 20).
p Gebruik een "Memory Stick PRO" of de Microdrive (pagina
101 en 148).
p Stel het beeldformaat in op een andere waarde, behalve [640
(Fine)].
NL
129
Probleem
Oorzaak
U hebt per ongeluk een
"Memory Stick"
geformatteerd.
• Als u een "Memory Stick" formatteert, gaan alle p We raden u aan om de wisbeveiligingsschakelaar van de
gegevens verloren. U kunt deze niet terughalen.
"Memory Stick" in de LOCK-modus te zetten om te voorkomen
dat u de inhoud per ongeluk wist (pagina 148).
Oplossing
Microdrive/CF-kaart
Probleem
Oorzaak
U kunt geen Microdrive/
CF-kaart plaatsen.
• U probeert een onbruikbare CF-kaart te
installeren.
• U plaatst de "Memory Stick" achterstevoren.
U kunt niet opnemen op
een Microdrive/CF-kaart.
•
•
•
•
•
De Microdrive voelt warm
aan.
• U gebruikt de Microdrive al langere tijd.
U hebt per ongeluk een
Microdrive/CF-kaart
geformatteerd.
• Als u een Microdrive/CF-kaart formatteert, gaan
alle gegevens verloren. U kunt deze niet
terughalen.
De Microdrive/CF-kaart is vol.
Er is een onbruikbare CF-kaart geplaatst.
Het afdekklepje van de CF-kaart staat open.
De
/CF-schakelaar is ingesteld op
.
Bij het opnemen van films met een CF-kaart
wordt het beeldformaat ingesteld op [640
(Fine)].
Oplossing
—
p Plaats de "Memory Stick" vanaf de rechterkant (pagina 22).
p Wis overbodige bestanden (pagina 43 en 103).
—
p Sluit het afdekklepje van de CF-kaart (pagina 22).
p Zet de schakelaar op CF (pagina 20).
p Gebruik een "Memory Stick PRO" of de Microdrive (pagina
101 en 148).
p Stel het beeldformaat in op een andere waarde, behalve [640
(Fine)].
p Dit is geen storing.
—
PictBridge-printer
Probleem
Oorzaak
Er kan geen verbinding tot • De printer is niet met PictBridge compatibel.
stand worden gebracht.
• De printer brengt geen verbinding tot stand met
de camera.
• [USB Connect] is niet ingesteld op [PictBridge]
in de SET UP-instellingen.
NL
130
Oplossing
p Raadpleeg de printerfabrikant.
p Controleer of de printer is ingeschakeld en verbinding kan
maken met de camera.
p Zet de camera op [PictBridge] (pagina 145).
Probleem
Oorzaak
Oplossing
U kunt geen beelden
afdrukken.
• De camera kan geen verbinding maken met de
printer.
• De printer is niet ingeschakeld.
p Controleer of de camera en de printer correct met elkaar zijn
verbonden via de USB-kabel.
p Zet de printer aan. Raadpleeg voor meer informatie de
gebruiksaanwijzing bij de printer.
—
• U kunt geen films of beelden die zijn
opgenomen in de RAW-modus afdrukken.
• Beelden die zijn gewijzigd op een computer of
beelden die zijn opgenomen met een andere
camera dan deze, kunnen mogelijk niet worden
afgedrukt.
Het afdrukken is
geannuleerd.
• U hebt de USB-kabel losgekoppeld voordat de
-markering (USB-kabel niet loskoppelen)
is verdwenen.
• U hebt de
/CF-schakelaar gebruikt tijdens
het afdrukken.
—
—
—
• De printer biedt deze functies niet.
• Afhankelijk van de printer is de datum
misschien niet toegevoegd op het indexscherm.
p Vraag uw printerfabrikant of de printer deze functie kent.
p Raadpleeg de printerfabrikant.
"---- -- --" wordt afgedrukt
op de plek waar normaal
de datumgegevens
worden vermeld.
• De datumgegevens worden niet opgenomen op
het beeld.
p De beelden die geen datumgegevens bevatten, kunnen niet met
datum worden afgedrukt. Stel [Date] in op [Off] en druk af.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De camera reageert op
geen enkele
bedieningshandeling.
• U gebruikt geen "InfoLITHIUM"-accu.
p Gebruik een "InfoLITHIUM"-accu (pagina 150).
• De accu is bijna of geheel leeg (de
-indicator p Laad de accu volledig op (pagina 13).
verschijnt).
• De netspanningsadapter is niet stevig genoeg
p Sluit de netspanningsadapter stevig aan op de DC INaangesloten.
aansluiting van de camera en op een stopcontact (pagina 16).
Verhelpen van storingen
U kunt de datum niet
toevoegen of u kunt geen
beelden afdrukken in de
Index-modus.
Overige
NL
131
NL
132
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De camera is
ingeschakeld, maar werkt
niet.
• Het interne systeem werkt niet goed.
p Verwijder de accu en plaats deze na één minuut weer terug. Zet
de camera daarna weer aan. Als dit niet het gewenste resultaat
geeft, druk dan met een puntig voorwerp op de RESET-toets aan
de binnenzijde van het accu-/"Memory Stick"-deksel. Zet
daarna de camera weer aan. (Hierdoor worden de instellingen
voor datum en tijd en dergelijke gewist.)
U weet niet welke
indicator op het scherm
wordt weergegeven.
—
p Controleer de betekenis (pagina 153 t/m 158).
De lens beslaat.
• Er treedt condensvorming op.
p Zet de camera uit en gebruik deze ongeveer een uur niet.
Probeer het daarna opnieuw (pagina 146).
Als de camera gedurende
lange tijd wordt gebruikt,
wordt deze warm.
—
p Dit is geen storing.
Waarschuwingen en
meldingen
De volgende meldingen kunnen op het scherm worden weergegeven.
Betekenis/oplossing
No Memory Stick
• Plaats een "Memory Stick" (pagina 21).
• Stel de
/CF-schakelaar in op CF en neem het beeld op met behulp van de Microdrive/CF-kaart.
System error
• Schakel de camera uit en weer in (pagina 17).
Memory Stick error
• De geplaatste "Memory Stick" is niet geschikt voor uw camera (pagina 148).
• De "Memory Stick" is beschadigd of het aansluitgedeelte van de "Memory Stick" is vuil.
• Plaats de "Memory Stick" op de juiste wijze (pagina 21).
Memory Stick type error
• De geplaatste "Memory Stick" is niet geschikt voor uw camera (pagina 148).
Read only memory
• Het is niet mogelijk om beelden op de "Memory Stick" op te nemen of te wissen met deze camera.
Memory Stick locked
• De wisbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" staat in de LOCK-stand. Zet de schakelaar in de
opnamemodus (pagina 148).
No memory space
• De capaciteit van de "Memory Stick" is niet toereikend. U kunt geen beelden meer opnemen. Wis overbodige
beelden of gegevens (pagina 43 en 103).
No CF card
• Plaats de Microdrive/CF-kaart (pagina 22).
• Stel de
/CF-schakelaar in op
en neem het beeld op met behulp van de "Memory Stick".
CF card error
• Er is een onbruikbare CF-kaart geplaatst (pagina 149).
• De Microdrive/CF-kaart is beschadigd of het aansluitgedeelte van de Microdrive/CF-kaart is vuil.
• Plaats de Microdrive/CF-kaart op de juiste wijze (pagina 22).
CF card type error
• De geplaatste CF-kaart is niet geschikt voor uw camera (pagina 20).
CF card locked
• De Microdrive/CF-kaart is ingesteld op beveiligd tegen opnemen. Raadpleeg de fabrikant van de Microdrive/CFkaart.
No CF card space
• De capaciteit van de Microdrive/CF-kaart is niet toereikend. U kunt geen beelden meer opnemen. Wis overbodige
beelden of gegevens (pagina 43 en 103).
Cover open
• Sluit het afdekklepje van de CF-kaart.
Verhelpen van storingen
Melding
NL
133
Melding
Betekenis/oplossing
Format error
• Het formatteren van het opslagmedium is mislukt. Formatteer het opslagmedium nogmaals (pagina 45).
• Wanneer u een Memory Stick Duo-adapter gebruikt die geschikt is voor de CompactFlash-sleuf slot, wordt de
wispreventieschakelaar op de "Memory Stick Duo" in de LOCK-stand gezet. Zet de schakelaar in de stand voor
opnemen.
For “InfoLITHIUM” battery
only
• De accu is niet van het type "InfoLITHIUM".
• De accu is bijna of geheel leeg. Laad de accu volledig op (pagina 13). Afhankelijk van de opnameomstandigheden
of het accutype gaat de indicator al knipperen hoewel er nog 5 tot 10 minuten accutijd beschikbaar is.
Folder error
• Op het opslagmedium staat al een map met dezelfde drie begincijfers. (Bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE)
Selecteer andere mappen of maak een nieuwe map.
Cannot create more folders • De map waarvan "999" de eerste drie cijfers van de naam zijn, bestaat al op het opslagmedium. U kunt geen nieuwe
mappen meer maken.
Cannot record
• U hebt geprobeerd de map te selecteren die alleen beschikbaar is voor weergave met uw camera. Selecteer een
andere map (pagina 51).
• Er is onvoldoende licht of de camera trilt te veel omdat een kortere sluitertijd is ingesteld. Gebruik de flitser of
bevestig de camera op een statief om ervoor te zorgen dat de camera goed stil staat.
NL
134
"Night shot"
• Er werd geprobeerd een bewerking uit te voeren die niet geldig is als NIGHTSHOT is ingesteld.
"Night framing"
• Er wordt geprobeerd een bewerking uit te voeren die niet geldig is als NIGHTFRAMING is ingesteld.
Manual focus is invalid
• De FOCUS-schakelaar is ingesteld op MANUAL terwijl de modusknop was ingesteld op
The flash is not open
• Laat de flitser omhoog klappen met behulp van de OPEN (FLASH)
640 (Fine) is not available
• Er is een opslagmedium geplaatst dat niet overeenkomt met het filmformaat [640 (Fine)] (pagina 101).
Busy
• Tijdens het gebruik van de Microdrive werden geen gegevens weggeschreven vanwege een daling van de
gegevensoverdrachtsnelheid.
Buffer over
• Tijdens het gebruik van de Microdrive werden geen gegevens weggeschreven vanwege een daling van de
gegevensoverdrachtsnelheid. (Dit bericht verschijnt nadat het "Busy"-bericht is weergegeven.)
Read error
• De films die zijn opgeslagen op de Microdrive kunnen niet worden afgespeeld vanwege een intern
temperatuurprobleem of vanwege trillingen.
• Het bestand is beschadigd.
File error
• Er is tijdens het weergeven van een beeld een fout opgetreden.
Image size over
• U probeert een beeld weer te geven met een formaat dat niet op deze camera kan worden weergegeven.
.
-schakelaar (pagina 70).
Melding
Betekenis/oplossing
No file in this folder
• Er zijn geen beelden in deze map opgenomen.
Cannot divide
• De film is niet lang genoeg om te worden gesplitst.
• Het bestand is geen film.
Invalid operation
• U speelt een bestand af dat is gemaakt op andere apparatuur dan uw camera.
Enable printer to connect
• [USB Connect] is ingesteld op [PictBridge], maar de camera is aangesloten op een apparaat dat niet met PictBridge
compatibel is. Controleer het apparaat.
• De verbinding kan mogelijk niet tot stand worden gebracht, afhankelijk van de omstandigheden. Koppel de USBkabel los en sluit deze weer aan. Als een foutmelding op de printer verschijnt, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing
die bij de printer is geleverd.
Connect to
• U hebt geprobeerd beelden af te drukken voordat de verbinding met de printer tot stand was gekomen.
device
• U hebt geprobeerd [DPOF image] uit te voeren zonder de
-markering te selecteren.
• U hebt geprobeerd [All In This Folder] uit te voeren terwijl u de map hebt geselecteerd waarin alleen films of
beelden die zijn opgenomen in de RAW-modus zijn opgeslagen. U kunt geen films of beelden die zijn opgenomen
in de RAW-modus afdrukken.
Printer busy
• Aangezien de printer bezig is, kan deze geen afdrukopdrachten ontvangen. Controleer de printer.
Paper error
• Er is een probleem met het papier opgetreden, zoals een papierstoring, papier op, enz. Controleer de printer.
Ink error
• Er is een inktstoring opgetreden. Controleer de printer.
Printer error
• De camera heeft een foutbericht ontvangen van de printer. Controleer de printer, of controleer of het beeldbestand
dat u wilt afdrukken, is beschadigd.
Verhelpen van storingen
No printable image
• Het verzenden van gegevens naar de printer is mogelijk nog niet voltooid. Koppel de USB-kabel niet los.
NL
135
Zelfdiagnosedisplay
– Als er een code verschijnt die
met een letter begint
De camera is voorzien van een zelfdiagno
sefunctie. Deze functie geeft de toestand
van de camera weer op het scherm door
middel van een combinatie van een letter en
vier cijfers. Als dit gebeurt, raadpleeg dan
nevenstaande tabel en tref de aldaar
vermelde maatregelen. De laatste twee
cijfers (aangegeven door ss) variëren al
naar gelang de toestand van de camera.
Code
Oorzaak
Maatregel
C:32: ss
Er heeft zich een probleem
voorgedaan met de hardware van
de camera.
Schakel de camera uit en weer in
(pagina 17).
C:13: ss
De camera kan geen gegevens
lezen van of schrijven naar dit
opslagmedium.
Plaats het opslagmedium enkele malen
opnieuw.
Er is een ongeformatteerd
opslagmedium geplaatst.
Opslagmedium formatteren (pagina 45).
Het geplaatste opslagmedium is
niet geschikt voor deze camera of
de gegevens zijn beschadigd.
Plaats een nieuw opslagmedium (pagina 20,
21 en 22).
Er heeft zich een camerastoring
voorgedaan die u niet zelf kunt
verhelpen.
Druk op de RESET-toets (pagina 121) aan
de binnenzijde van het accu-/"Memory
Stick"-deksel en zet de camera weer aan.
E:61: ss
E:91: ss
Als de camera nog steeds niet goed werkt
nadat u de maatregelen enige malen hebt
genomen, moet deze mogelijk worden
gerepareerd. Neem contact op met uw
Sony-dealer of met een erkend Sonyservicecentrum in de buurt en geef de
servicecode (1 letter en 4 cijfers) door.
Zelfdiagnosedisplay
NL
136
Aanvullende informatie
Het aantal beelden
dat kan worden
opgeslagen/
Beschikbare
opnametijd
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de beschikbare opnametijd
hangen af van de capaciteit van het
opslagmedium, het beeldformaat en de
beeldkwaliteit. Als u een opslagmedium
kiest, raadpleegt u de volgende tabellen.
RAW
8M
3:2
5M
3M
1M
VGA
(Eenheden: aantal beelden)
16MB
0 (0)
—
0 (0)
0 (0)
0 (0)
0 (0)
32MB
1 (1)
—
1 (1)
1 (1)
1 (1)
1 (1)
64MB
3 (3)
—
3 (3)
3 (3)
3 (3)
3 (3)
128MB
6 (6)
—
6 (6)
6 (7)
7 (7)
7 (7)
MSX-256 MSX-512
10 (11)
22 (24)
—
—
11 (12)
23 (25)
12 (12)
25 (26)
12 (13)
26 (26)
13 (13)
27 (27)
16MB
0 (0)
0 (0)
0 (0)
0 (0)
0 (0)
0 (0)
32MB
1 (1)
1 (1)
1 (1)
1 (1)
1 (1)
1 (1)
64MB
2 (2)
2 (2)
2 (2)
2 (2)
2 (2)
2 (2)
128MB
4 (4)
5 (5)
4 (5)
5 (5)
5 (5)
5 (5)
MSX-256 MSX-512
8 (8)
17 (18)
9 (9)
18 (20)
8 (9)
17 (18)
9 (9)
18 (19)
9 (9)
19 (19)
9 (9)
19 (19)
16MB
3 (7)
3 (7)
6 (11)
9 (17)
22 (38)
32MB
8 (14)
8 (14)
12 (22)
19 (34)
45 (78)
64MB
16 (29)
16 (29)
25 (45)
39 (69)
91 (157)
128MB
32 (58)
32 (58)
50 (91)
79 (138)
183 (316)
69 (121)
140 (245)
281 (492)
564 (987)
TIFF
8M
3:2
5M
3M
1M
VGA
(Eenheden: aantal beelden)
Voice*
8M
3:2
5M
3M
1M
VGA
MSX-1G
45 (49)
—
48 (51)
51 (53)
53 (54)
55 (55)
MSX-1G
34 (37)
38 (41)
36 (38)
38 (39)
39 (39)
40 (40)
Aanvullende informatie
• Het aantal beelden wordt weergegeven in
volgorde van afnemende beeldkwaliteit
Fine (Standard).
• Afhankelijk van de
opnameomstandigheden kan het aantal
beelden of de opnametijd variëren.
• Zie pagina 24 en 25 voor het aantal
beelden dat kan worden opgeslagen
onder normale opnameomstandigheden.
• Als het resterende aantal beelden voor
opname meer dan 9.999 bedraagt, wordt
">9999" aangegeven op het scherm. En
als dit meer aantal dan 999 bedraagt,
wordt "999" weergegeven in het
displayvenster.
"Memory Stick"
(Eenheden: aantal beelden)
* Voor audio-opname van vijf seconden
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
58 (106) 119 (216) 242 (442)
58 (106) 119 (216) 242 (442)
90 (166) 183 (337) 375 (689)
142 (246) 290 (500) 592 (1.022)
324 (549) 660 (1.117)
1.347
(2.280)
1.020
2.074
4.234
(1.785)
(3.630)
(7.410)
NL
137
E-mail
8M
3:2
5M
3M
1M
VGA
(Eenheden: aantal beelden)
16MB
4 (7)
4 (7)
6 (11)
9 (17)
23 (42)
32MB
8 (14)
8 (14)
12 (23)
20 (35)
47 (85)
81 (162)
163 (327)
64MB
16 (29)
16 (29)
25 (46)
40 (71)
96 (171)
128MB
32 (59)
32 (59)
50 (94)
80 (143)
192 (343)
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
59 (108) 120 (220) 244 (449)
59 (108) 120 (220) 244 (449)
91 (170) 186 (345) 380 (705)
145 (255) 296 (518) 604 (1.058)
340 (595) 691 (1.210)
1.411
(2.470)
328 (657) 658 (1.317)
1.190
2.420
4.940
(2.381)
(4.841)
(9.881)
Multi Burst
1M
(Eenheden: aantal beelden)
16MB
24 (46)
32MB
50 (93)
64MB
101(187)
128MB
202 (376)
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
357 (649) 726 (1.320)
1.482
(2.694)
16MB
—
32MB
—
64MB
—
128MB
—
0:00:42
0:01:27
0:02:56
0:05:54
0:10:42
0:21:47
0:44:27
0:11:12
0:22:42
0:45:39
1:31:33
2:51:21
5:47:05
11:44:22
Film
640 (Fine)
640
(Standard)
160
MSX-256 MSX-512
0:02:57
0:06:02
MSX-1G
0:12:20
Deze waarden geven de opnametijd aan. Bijvoorbeeld: "1:31:33" betekent "1 uur, 31 minuten, 33 seconden".
NL
138
Microdrive
E-mail
(Eenheden: aantal beelden)
8M
3:2
5M
3M
1M
VGA
1G (DSCM-11000)
271 (498)
271 (498)
421 (782)
670 (1.173)
1.565 (2.739)
5.478 (10.956)
RAW
(Eenheden: aantal beelden)
8M
3:2
5M
3M
1M
VGA
1G (DSCM-11000)
50 (55)
—
54 (57)
56 (58)
59 (60)
61 (61)
Multi Burst
(Eenheden: aantal beelden)
TIFF
(Eenheden: aantal beelden)
1M
1G (DSCM-11000)
1.643 (2.988)
8M
3:2
5M
3M
1M
VGA
1G (DSCM-11000)
38 (41)
42 (45)
40 (42)
42 (43)
43 (44)
44 (44)
Voice*
(Eenheden: aantal beelden)
8M
3:2
5M
3M
1M
VGA
1G (DSCM-11000)
269 (490)
269 (490)
416 (764)
657 (1.133)
1.494 (2.528)
4.695 (8.217)
Film
640 (Fine)
640
(Standard)
160
1G (DSCM-11000)
0:13:41
0:49:13
12:42:06
Aanvullende informatie
Deze waarden geven de opnametijd aan.
Bijvoorbeeld: "12:42:06" betekent "12 uur,
42 minuten, 6 seconden".
• Zelfs wanneer u een opnamemedium gebruikt
met een capaciteit die groter is dan 2 GB,
bedraagt de maximale bestandsgrootte voor
elke continue opname 2 GB.
* Voor audio-opname van vijf seconden
NL
139
Menu-opdrachten
De menu-items die u kunt instellen
verschillen afhankelijk van de stand van de
modusknop. Het scherm toont alleen de
items die op basis van de huidige stand van
de modusknop beschikbaar zijn. De
standaardinstellingen worden gemarkeerd
met een x.
Als de modusknop is ingesteld op
Item
(Image Size)
Mode (REC Mode)
Instelling
Functie
x 8M/3:2/5M/3M/1M/VGA
Hiermee kiest u het beeldformaat als u stilstaande beelden opneemt (pagina 23).
RAW
– Hiermee neemt u, behalve het JPEG-bestand, een bestand met RAW-gegevens op
(pagina 81).
– Hiermee neemt u, behalve het JPEG-bestand, een ongecomprimeerd bestand
(TIFF) op (pagina 81).
– Hiermee neemt u een geluidsbestand op (bij een stilstaand beeld) en koppelt deze
aan het betreffende JPEG-bestand (pagina 83).
– Hiermee neemt u een JPEG-bestand in miniatuurformaat (320×240) op, naast het
gekozen beeldformaat (pagina 82).
– Hiermee neemt u een beeld op in de normale opnamemodus.
TIFF
Voice
E-Mail
xNormal
Als de modusknop is ingesteld op P, S, A, M of SCN
Item
SCN (Scene)
ISO (ISO)
NL
140
Instelling
/
/
Functie
/x
800 / 400 / 200 / 100 / 64 / xAuto
Hiermee stelt u de modus Scènekeuze in (pagina 37). (Deze instelling is alleen
mogelijk in de SCN-modus.)
Hiermee kiest u de ISO-gevoeligheid. Als u opneemt onder donkere omstandigheden
of als u een snel bewegend onderwerp opneemt, kies dan een hoge waarde. Als u
beelden van hoge kwaliteit wilt opnemen, kiest u een lage waarde (pagina 65). (Deze
instelling is niet mogelijk in de SCN-modus.)
Item
Instelling
Functie
(Image Size)
x 8M/3:2/5M/3M/1M/VGA
Hiermee kiest u het beeldformaat als u stilstaande beelden opneemt (pagina 23).
(P.Quality)
xFine / Standard
Hiermee neemt u beelden op met een hoge beeldkwaliteit. / Hiermee neemt u beelden
op in de standaardbeeldkwaliteit (pagina 49).
RAW
– Hiermee neemt u, behalve het JPEG-bestand, een bestand met RAW-gegevens op
(pagina 81).
– Hiermee neemt u, behalve het JPEG-bestand, een ongecomprimeerd bestand
(TIFF) op (pagina 81).
– Hiermee neemt u een geluidsbestand op (bij een stilstaand beeld) en koppelt deze
aan het betreffende JPEG-bestand (pagina 83).
– Hiermee neemt u een JPEG-bestand in miniatuurformaat (320×240) op, naast het
gekozen beeldformaat (pagina 82).
– Hiermee neemt u een beeld op in de normale opnamemodus.
Mode (REC Mode)
TIFF
Voice
E-Mail
xNormal
BRK (Bracket Step)
±1,0EV/x±0,7EV/±0,3EV
Hiermee stelt u de waarde voor de belichtingscorrectie in voor het opnemen van drie
beelden achter elkaar waarbij de belichtingswaarde telkens met deze waarde
verschuift (pagina 64). (Deze instelling is alleen mogelijk in de modus
Belichtingsvariatie met de /BRK-knop.)
(Interval)
1/7,5 / 1/15 / x1/30
Hiermee kiest u het sluiterinterval tussen de Multi Burst-opnamen (pagina 77). (Deze
instelling is alleen mogelijk in de Multi Burst-modus met de
/BRK-knop.)
(Flash Level)
Hiermee kiest u de hoeveelheid flitslicht (pagina 72).
Solarize / Sepia /Neg.Art / xOff
Hiermee stelt u speciale beeldeffecten in (pagina 80).
COLOR (Color)
Real/ xStandard
Hiermee kiest u de modus voor kleurweergave (pagina 76).
(Saturation)
+ / xNormal / –
Hiermee stelt u de verzadiging van het beeld in. De indicator
wordt weergegeven
(behalve als de instelling Normal is). (Deze instelling is niet mogelijk in de SCNmodus.)
(Contrast)
+ / xNormal / –
wordt weergegeven
Hiermee stelt u het contrast van het beeld in. De indicator
(behalve als de instelling Normal is). (Deze instelling is niet mogelijk in de SCNmodus.)
+ / xNormal / –
Hiermee stelt u de scherpte van het beeld in. De indicator
wordt weergegeven
(behalve als de instelling Normal is). (Deze instelling is niet mogelijk in de SCNmodus.)
(Sharpness)
Aanvullende informatie
High / xNormal / Low
PFX (P.Effect)
NL
141
Als de modusknop is ingesteld op
Item
(Image Size)
PFX (P.Effect)
Instelling
Functie
640 (Fine)/ x 640 (Standard)/160
Hiermee kiest u het beeldformaat tijdens het opnemen van films (pagina 101).
Solarize / Sepia /Neg.Art / xOff
Hiermee stelt u speciale beeldeffecten in (pagina 80).
Als de modusknop is ingesteld op
Item
Instelling
Functie
OK/Cancel
Hiermee selecteert u de map waarin de beelden zijn opgeslagen die u wilt afspelen
(pagina 84).
- (Protect)
—
Hiermee beveiligt u de beelden tegen per ongeluk wissen of verwijdert u de
beveiliging (pagina 90).
DPOF (DPOF)
—
Hiermee kiest u stilstaande beelden waaraan u een afdrukmarkering (DPOF) wilt
toevoegen of waarvoor u deze markering wilt verwijderen (pagina 92).
(Print)
—
Hiermee drukt u beelden af op een PictBridge-compatibele printer (pagina 94).
(Slide)
Interval
– Hiermee stelt u het interval in voor de presentatie van een beeldenreeks
(pagina 86). (Alleen voor het enkelvoudige scherm.)
x3 sec/ 5 sec/ 10 sec/ 30 sec/ 1 min
– Hiermee selecteert u beelden in een map of op een opslagmedium.
xFolder/All
– Hiermee herhaalt u de beeldenreeks.
xOn/Off
– Hiermee start u de beeldenreeks.
– Hiermee annuleert u de instellingen en de uitvoering van de beeldenreeks.
(Folder)
Image
Repeat
Start
Cancel
(Resize)
(Rotate)
(Divide)
NL
142
8M / 5M / 3M / 1M / VGA / Cancel Hiermee wijzigt u het formaat van het opgenomen beeld (pagina 91). (Alleen voor
het enkelvoudige scherm.)
(linksom) /
(rechtsom) / OK / Cancel
OK / Cancel
Hiermee draait u de stilstaande afbeelding (pagina 87). (Alleen voor het
enkelvoudige scherm.)
Hiermee splitst u een film (pagina 105). (Alleen voor het enkelvoudige scherm.)
SET UP-items
Zet de modusknop op SET UP. Hierna
verschijnt het SET UP-scherm.
De standaardinstellingen worden
gemarkeerd met een x.
1
(Camera 1)
Item
Instelling
Functie
AF Mode
Single / xMonitor / Cont
Hiermee kiest u de modus voor scherpstellen (pagina 67).
Digital Zoom
Smart / xPrecision
Hiermee kiest u de digitale zoommodus (pagina 29).
Date/Time
Day&Time / Date / xOff
Hiermee kiest u of de datum en tijd aan het beeld moeten worden toegevoegd
(pagina 35). Bij films of bij beelden die zijn opgenomen in de Multi Burst-modus,
kunt u de datum en tijd niet aan het beeld toevoegen. Ook tijdens het opnemen
worden de datum en tijd niet weergegeven. Als de beelden worden afgespeeld,
worden de datum en tijd van het moment van afspelen op het beeld weergegeven.
On / xOff
Hiermee reduceert u door middel van de flitser het rode-ogeneffect (pagina 71).
xAuto / Off
Hiermee kiest u of gebruik moet worden gemaakt van de hologram AF-belichter.
Deze functie gebruikt u als het moeilijk is om onder donkere omstandigheden scherp
te stellen op het onderwerp (pagina 34).
Auto Review
On / xOff
Hiermee geeft u tijdens het opnemen van stilstaande beelden aan of u het beeld wilt
weergeven nadat u een opname hebt gemaakt. Als u deze optie instelt op [On],
worden de opgenomen beelden ongeveer twee seconden lang weergegeven.
Gedurende deze tijd is het niet mogelijk een volgende opname te maken.
2
Aanvullende informatie
Red Eye Reduction
Hologram AF
(Camera 2)
Item
Instelling
Functie
Expanded Focus
xOn / Off
Wanneer u met de hand scherpstelt, wordt het beeld vergroot tot 2× (pagina 68).
Hot Shoe
On / xOff
Hiermee geeft u aan of u een in de handel verkrijgbare, externe flitser wilt gebruiken
(pagina 73).
Pop-up Flash
xAuto / Manual
Hiermee kiest u of de flitser automatisch omhoog moet klappen (pagina 70).
NL
143
(Memory Stick Tool) (Als de
/CF-knop is ingesteld op
)
Item
Instelling
Functie
Format
OK / Cancel
Hiermee formatteert u de "Memory Stick". Houd er rekening mee dat alle gegevens op een "Memory
Stick" tijdens het formatteren worden gewist. Dat geldt ook voor beveiligde opnamen (pagina 45).
Create REC.
Folder
OK / Cancel
Hiermee maakt u een map voor het opnemen van beelden (pagina 50).
Change REC.
Folder
OK / Cancel
Hiermee wijzigt u de map voor het opnemen van beelden (pagina 51).
(CF Card Tool) (Als de
/CF-knop is ingesteld op CF)
Item
Instelling
Functie
Format
OK / Cancel
Hiermee formatteert u de Microdrive/CF-kaart. Houd er rekening mee dat alle gegevens op een
Microdrive/CF-kaart tijdens het formatteren worden gewist. Dat geldt ook voor beveiligde opnamen
(pagina 45). U kunt de kaart niet formatteren met de Memory Stick Duo-adapter die compatibel is met
de CompactFlash-sleuf (pagina 149).
Create REC.
Folder
OK / Cancel
Hiermee maakt u een map voor het opnemen van beelden (pagina 50).
Change REC.
Folder
OK / Cancel
Hiermee wijzigt u de map voor het opnemen van beelden (pagina 51).
Item
Instelling
Functie
LCD Brightness
Bright/ xNormal/
Dark
Hiermee kiest u de LCD-helderheid. Dit heeft geen effect op de opgenomen beelden.
LCD Backlight
Bright/ xNormal
Hiermee kiest u de helderheid van de LCD-verlichting. Als u [Bright] kiest, wordt het scherm helder en
eenvoudig zichtbaar wanneer u de camera buitenshuis of bij andere heldere omstandigheden gebruikt.
De accu's raken dan echter wel sneller leeg. Wordt alleen weergegeven als u de camera met de accu
gebruikt.
EVF Backlight
Bright/ xNormal
Hiermee kiest u de helderheid van de verlichting van de zoeker. Als u [Bright] kiest, wordt het scherm
helder en eenvoudig zichtbaar wanneer u de camera buitenshuis of bij andere heldere omstandigheden
gebruikt. De accu's raken dan echter wel sneller leeg.
(Setup 1)
NL
144
Item
Instelling
Functie
Beep
Shutter
x On
Off
– Hiermee schakelt u het sluitergeluid in dat u hoort als u de sluiterknop indrukt.
– Hiermee schakelt u de pieptoon en het sluitergeluid in dat u hoort als u op de multiselectieknop of de
sluiterknop drukt.
– Hiermee schakelt u de pieptoon en het sluitergeluid uit.
—
Hiermee geeft u de menu-items, waarschuwingen en meldingen in de geselecteerde taal weer.
Language
(Setup 2)
Item
Instelling
Functie
File Number
x Series
Reset
– Hiermee wijst u de nummers opeenvolgend toe aan bestanden, zelfs als het opslagmedium wordt
verwisseld of de opnamemap wordt gewijzigd.
– Hiermee stelt u de bestandsnummering opnieuw in vanaf nummer 0001 wanneer de map wordt
gewijzigd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer toegewezen dat één hoger is
dan het hoogste nummer dat is toegewezen.)
USB Connect
PictBridge/PTP/
xNormal
Hiermee wordt de USB-modus aangepast als u verbinding maakt met een computer of een PictBridgecompatibele printer via de USB-kabel.
Video Out
NTSC
PAL
– Hiermee stelt u het video-uitgangssignaal in op de NTSC-modus (bijv. Japan, V.S.).
– Hiermee stelt u het video-uitgangssignaal in op de PAL-modus (bijv. Europa).
Clock Set
OK / Cancel
Hiermee stelt u de datum en tijd in (pagina 18 en 48).
Aanvullende informatie
NL
145
Voorzorgsmaatregelen
Laat de camera niet achter op
een van de volgende plaatsen
• Extreem hete plaatsen zoals in een auto
die in de zon staat geparkeerd. De
camerabehuizing kan vervormd raken
hetgeen storingen tot gevolg kan hebben.
• In rechtstreeks zonlicht of bij een
verwarmingsbron. De camerabehuizing
kan vervormd raken hetgeen storingen tot
gevolg kan hebben.
• Op plaatsen waar de camera aan trillingen
of schokken wordt blootgesteld.
• In de buurt van een sterke magnetische
bron.
• Op zanderige of stoffige plaatsen
Zorg dat er geen zand in de camera
binnendringt. Door zand en stof kan de
camera zo erg beschadigd raken dat deze
niet meer kan worden gerepareerd.
Reinigen
Het LCD-scherm reinigen
Reinig het schermoppervlak met een LCDreinigingsset (niet meegeleverd) om
vingerafdrukken, stof etc. te verwijderen.
NL
146
De lens reinigen
Reinig de lens met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof etc. te verwijderen.
De DC-stekker reinigen
Reinig de DC-stekker van de
netspanningsadapter met een droog
wattenstaafje. Gebruik de adapter niet als de
stekker vuil is. Als de stekker vuil is, wordt
de accu mogelijk niet goed opgeladen.
De buitenkant van de camera
reinigen
Reinig de buitenkant van de camera met een
zachte doek die enigszins met water is
bevochtigd. Veeg vervolgens het oppervlak
met een droge doek droog. Giet geen
vluchtige insecticiden op de camera, vermijd
langdurig contact met rubber of vinyl en
gebruik geen van de volgende items om
schade aan de afwerkingslaag of de
behuizing te voorkomen:
• Verdunningsmiddel
• Benzine
• Alcohol
• Wegwerp-schoonmaakdoekjes
Opmerking over de
bedrijfstemperatuur
De camera is ontworpen om te gebruiken
binnen een temperatuur van 0 tot 40°C. (Bij
gebruik van een Microdrive: 5 tot 40°C)
Het maken van opnamen op extreem koude
of warme locaties wordt afgeraden.
Condensvorming
Als de camera direct van een koude in een
warme omgeving wordt gebracht, of in een
zeer vochtige ruimte, kan er zowel in als op
de camera condensvorming optreden. Deze
condens kan de werking van de camera
verstoren.
In de volgende omstandigheden
treedt er vaak condensvorming op:
• Als de camera van een koude omgeving bijvoorbeeld een skipiste - naar een goed
verwarmde ruimte wordt gebracht.
• Als de camera bijvoorbeeld vanuit een
ruimte of een auto met airconditioning in
de warme buitenlucht wordt gebracht.
Condensvorming voorkomen
Als u van een koude naar een warme
omgeving gaat, berg de camera dan op in
een afgesloten plastic tas en laat het toestel
vervolgens ongeveer een uur lang
acclimatiseren in de nieuwe omgeving. Als
de temperatuur van de camera gelijk is aan
de nieuwe omgevingstemperatuur, kunt de
camera uit de plastic tas halen.
Wanneer condensvorming is
opgetreden
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur totdat de condens is verdampt.
Wanneer u een opname gaat maken terwijl
zich condens aan de binnenkant van de lens
bevindt, is het onmogelijk heldere beelden
op te nemen.
De interne oplaadbare
knoopcelbatterij
a Open het deksel van de accu/
"Memory Stick" en duw de
punt van het gereedschap in
de sleuf van de kap zoals
hieronder wordt weergegeven.
De interne oplaadbare
knoopcelbatterij verwijderen
Wanneer u de camera afdankt, moet u de
interne oplaadbare knoopcelbatterij uit de
camera verwijderen.
Raak de interne oplaadbare
knoopcelbatterij niet aan
tijdens het gebruik. Wanneer
de knoopcelbatterij is
verwijderd, kunt u deze niet
terugplaatsen.
Volg de richtlijnen voor klein chemisch
afval wanneer u de oplaadbare
knoopcelbatterij weggooit.
Met de volgende procedure kunt u de
knoopcelbatterij eenvoudig verwijderen.
Gereedschap: een platte schroevendraaier
of een vergelijkbaar gereedschap.
Controleer of de camera is uitgeschakeld
voordat u de volgende bewerking uitvoert.
Verwijder tevens de netspanningsadapter
en de accu.
Zorg dat u de kap niet
opent tijdens het gebruik.
b Trek de kap met het
gereedschap open om de kap
te verwijderen. De
knoopcelbatterij wordt
tegelijkertijd verwijderd.
Aanvullende informatie
Deze camera beschikt over een interne
oplaadbare knoopcelbatterij. Hierdoor
blijven de datum- en tijdgegevens en andere
instellingen bewaard, ook al is de stroom
uitgeschakeld.
Deze oplaadbare knoopcelbatterij wordt
altijd opgeladen zolang u de camera
gebruikt. Als u de camera echter alleen
gedurende korte perioden gebruikt, raakt de
knoopcelbatterij op den duur leeg. Als u de
camera ongeveer een maand lang niet
gebruikt, is de knoopcelbatterij volledig
ontladen. Zorg er in dat geval voor dat de
oplaadbare knoopcelbatterij wordt
opgeladen voordat u de camera in gebruik
neemt.
Als de oplaadbare knoopcelbatterij niet is
geladen, kunt u de camera toch gewoon
gebruiken, maar u kunt dan niet de datum en
de tijd opnemen.
De camera opladen
Sluit de camera aan op een stopcontact met
behulp van de netspanningsadapter of
plaats de opgeladen accu en laat de camera
ten minste 24 uur staan met de stroom
uitgeschakeld.
NL
147
c Probeer grip te krijgen op de
knoopcelbatterij en verwijder
deze. Zorg dat u uw vingers
niet verwondt.
3) Ondersteunt
De "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een nieuw, compact,
draagbaar en veelzijdig IC-opslagmedium
met een grotere opslagcapaciteit dan een
diskette.
De volgende versies van de "Memory Stick"
kunnen worden gebruikt met deze camera.
Wij kunnen echter niet garanderen dat deze
goed werken.
"Memory Stick"
Memory Stick
Memory Stick Duo 1)
Memory Stick Duo (MagicGate/
compatibel met hoge
gegevensoverdrachtsnelheid) 1)
MagicGate Memory Stick
MagicGate Memory Stick Duo 1)
Memory Stick PRO
Memory Stick PRO Duo 1)
Opnemen/
afspelen 4)
Ja
Ja
Ja 2)3)
NL
"Memory Stick" Opmerkingen over
het gebruik van de
• U kunt geen beelden opnemen of wissen als de
wisbeveiligingsschakelaar is ingesteld op
LOCK. De plaats of de vorm van de
wisbeveiligingsschakelaar verschilt per type
"Memory Stick".
Aansluitpunt
Ja 2)
Ja 2)
Ja 2)3)
Ja 2)3)
1) Bij gebruik van de Memory Stick met deze
148
gegevensoverdracht met hoge
snelheid met behulp van de parallelle interface.
4) Films van [640 (Fine)]-formaat kunnen alleen
met een "Memory Stick PRO" of Microdrive
worden opgeslagen of afgespeeld.
• Als de "Memory Stick" met een computer is
geformatteerd, is het niet zeker dat deze werkt
met deze camera.
• De lees-/schrijftijd van de gegevens verschilt
afhankelijk van de combinatie van de "Memory
Stick" en het gebruikte apparaat.
camera moet u erop letten dat u de Memory
Stick in de "Memory Stick Duo"-adapter plaatst.
2) "MagicGate Memory Stick" is uitgerust met de
MagicGate-technologie voor copyright
bescherming. MagicGate is een technologie voor
copyrightbescherming waarbij gebruik wordt
gemaakt van coderingstechnologie. Maar
aangezien uw camera de MagicGate-standaards
niet ondersteunt, worden de gegevens die u met
uw camera opslaat, niet beschermd door de
copyrightbeveiliging van MagicGate.
Wisbeveligingsschakelaar
Plaats voor het etiket
• Verwijder de "Memory Stick" niet tijdens het
lezen of schrijven van gegevens.
• Gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd raken:
– Als u de "Memory Stick" verwijdert en de
camera uitschakelt tijdens het lezen of
schrijven van gegevens.
– Als u de camera gebruikt op een locatie met
veel statische elektriciteit of storingen.
Opmerkingen over het gebruik van
de "Memory Stick Duo"
• Zorg dat u de "Memory Stick Duo" in de
"Memory Stick Duo"-adapter plaatst wanneer u
de "Memory Stick Duo" met de camera
gebruikt. Als u de "Memory Stick Duo" in de
camera plaatst zonder de Memory Stick Duoadapter aan te sluiten, kunt u de "Memory Stick
Duo" mogelijk niet meer verwijderen.
• Controleer of u de "Memory Stick Duo" in de
juiste richting invoert als u deze in de Memory
Stick Duo-adapter plaatst.
• Controleer of u de Memory Stick Duo-adapter
in de juiste richting invoert als u deze in de
camera plaatst. Wanneer deze in de verkeerde
richting is geplaatst, kunnen storingen
optreden.
• Plaats de "Memory Stick Duo" niet in een
compatibel "Memory Stick Duo"-apparaat
wanneer deze niet in een -adapter is geplaatst.
Memory Stick Hierdoor kunnen storingen
optreden.
• Plaats, tijdens het formatteren van de "Memory
Stick Duo", de "Memory Stick Duo" in de
Memory Stick Duo-adapter en gebruik de
"Memory Stick"-sleuf.
• Als de "Memory Stick Duo" is uitgerust met
een schrijfbeveiliging, schakelt u deze uit.
• U kunt de Memory Stick Duo-adapter
gebruiken die compatibel is met de
CompactFlash-sleuf, maar u kunt de adapter
niet formatteren met deze camera en u kunt
geen [640 (Fine)]-films opnemen.
Opmerkingen over het gebruik van
de "Memory Stick PRO"
"Memory Stick PRO" met een maximale
capaciteit van 1 GB kan met deze camera worden
gebruikt.
De Microdrive
Een Microdrive is een compact en
lichtgewicht schijfstation dat voldoet aan de
Compact Flash Type II-normen. De
camerafuncties worden bevestigd door een
Microdrive (Hitachi Global Storage
Technologies, Inc. DSCM-11000 (1 GB)).
Opmerkingen over het gebruik van
de "Microdrive"
• Formatteer de Microdrive met behulp van deze
camera als u de Microdrive voor het eerst
gebruikt.
• De Microdrive is een compact schijfstation.
Aangezien de Microdrive een draaiende schijf
bevat, is de Microdrive niet sterk genoeg om
trillingen en schokken te doorstaan, zoals een
"Memory Stick", waarbij gebruik wordt
gemaakt van Flash-geheugen.
Stel de Microdrive niet bloot aan schokken of
trillingen tijdens het afspelen of opnemen.
• Gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd raken:
– Als u de Microdrive verwijdert tijdens het
lezen of schrijven van gegevens.
– Als u de Microdrive bewaart in de buurt van
corroderende stoffen.
• Als de Microdrive wordt gebruikt bij een
temperatuur van minder dan 5°C, kunnen de
prestaties afnemen.
Bedrijfstemperatuur bij gebruik van de
Microdrive: 5 tot 40°C
• De camera kan niet worden gebruikt bij een
lage atmosferische druk (op meer dan 3.000
meter boven de zeespiegel).
Aanvullende informatie
• Het is raadzaam om reservekopieën van alle
belangrijke gegevens te maken.
• Plak geen dingen op het oppervlak, behalve het
meegeleverde etiket op de daarvoor bestemde
plaats.
• Als u het meegeleverde etiket opplakt, zorg dan
dat u de daarvoor bestemde positie gebruikt.
Zorg dat het etiket niet uitsteekt.
• Bewaar de "Memory Stick" in het
meegeleverde draagetui als u deze wilt
opbergen of vervoeren.
• Raak de aansluitpunten van een "Memory
Stick" niet aan met uw hand of met een metalen
voorwerp.
• Sla niet met een "Memory Stick", buig deze
niet en laat deze ook niet vallen.
• Haal een "Memory Stick" niet uit elkaar en
breng geen wijzigen aan.
• Stel een "Memory Stick" niet bloot aan water.
• Het is raadzaam om de "Memory Stick" niet te
gebruiken of op te slaan op de volgende
plaatsen:
– In een auto die in de zon of op een warme
plaats is geparkeerd.
– Bij direct zonlicht.
– Op een vochtige plaats of bij roestend
materiaal.
NL
149
• Als de gegevensoverdrachtsnelheid laag wordt
bij een uitzonderlijk hoge of lage temperatuur
en het wegschrijven van filmgegevens niet lukt,
wordt "Busy" weergegeven op het scherm en
wordt het wegschrijven van gegevens gestopt
(pagina 134).
• De Microdrive kan direct na gebruik warm
aanvoelen. Wees voorzichtig bij het vastpakken.
• Schrijf niet op het etiket.
• Verwijder niet het etiket en plak geen nieuw
etiket bovenop het oude.
• Bewaar de Microdrive in het meegeleverde
draagetui als u deze wilt opbergen of vervoeren.
• Stel de Microdrive niet bloot aan water.
• Druk niet te hard op het etiket.
• Hou de zijkanten van de Microdrive in uw hand
en druk niet te hard op de Microdrive.
De "InfoLITHIUM"accu
Wat is een "InfoLITHIUM"-accu?
De "InfoLITHIUM"-accu is een lithium
ion-accu die op basis van de
bedieningsomstandigheden van de camera,
informatie kan geven met betrekking tot de
stroomvoorziening.
De "InfoLITHIUM"-accu berekent het
stroomverbruik op basis van de wijze
waarop u de camera gebruikt. De resterende
accutijd wordt weergegeven in minuten.
Accu opladen
We raden u aan om de accu op te laden bij
een omgevingstemperatuur van tussen de
10 en 30°C. Bij hogere of lagere
temperaturen is het wellicht niet mogelijk
de accu op efficiënte wijze op te laden.
De accu optimaal gebruiken
• Bij lage temperaturen gaan de prestaties
van de accu achteruit. In een koude
omgeving kunt u de accu dus minder lang
gebruiken. Als u de volgende punten in
acht neemt, gaat de accu langer mee:
NL
150
– Bewaar de accu op een warme plaats,
bijvoorbeeld in uw broekzak of op een
andere plaats dicht bij uw lichaam.
Plaats vervolgens de accu pas vlak
voordat u opnamen gaat maken in het
toestel.
• Als u veel gebruik maakt van de
zoomfunctie of de flitser, raakt de accu
sneller leeg.
• We raden u aan om een aantal
reserveaccu's achter de hand te houden,
zodat u twee tot drie keer langer dan
normaal kunt opnemen. Verder is het
belangrijk om testopnamen te maken,
voordat u daadwerkelijk gaat opnemen.
• Stel de accu niet bloot aan water. De accu
is niet waterbestendig.
De indicator voor de resterende
accutijd
Als de stroom uitgaat terwijl wordt
aangegeven dat de resterende accutijd nog
voldoende is, laadt u de accu weer volledig
op, zodat de juiste resterende accutijd weer
wordt aangegeven. De juiste resterende
accutijd wordt echter soms niet hersteld als
de accu gedurende langere tijd is gebruikt
bij hoge temperaturen, als de accu is
bewaard in volledig opgeladen toestand of
als de accu vaak is gebruikt.
De accu opbergen
• Als u de accu lange tijd niet gebruikt,
volg dan eenmaal per jaar onderstaande
onderhoudsprocedure.
1 Laad de accu volledig op.
2 Ontlaad de accu in de camera.
3 Haal de accu uit de camera en bewaar
de accu op een droge, koele plaats.
• Om de accu in de camera te ontladen, laat
u de camera net zo lang aan staan in de
modus voor het afspelen van een
beeldenreeks (pagina 86) tot de camera
uit gaat.
De levensduur van de accu
x Camera
[Systeem]
Beeldchip
11 mm (type 2/3) kleur
CCD
4-kleurenfilter (RGBE)
Totaal aantal pixels van de camera
Ongeveer 8.314.000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Ongeveer 8.068.000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Sonnar T*
7,1× zoomlens
f=7,1 tot 51 mm
(35 mm cameraconversie: 28 tot
200 mm)
F2,0-2,8
Filterdiameter: 58 mm
Belichtingssysteem
Automatisch, Voorkeursmodus
sluitertijd, Voorkeursmodus
diafragma, Belichting met de hand
instellen, Scènekeuze (4 modi)
Witbalans
Automatisch, Daglicht, Bewolkt,
TL-verlichting, Gloeilampen,
Flitser, Direct
Bestandsindeling (conform DCF)
Stilstaande beelden: Exif versie 2.2
compatibel met JPEG, compatibel
met RAW, TIFF, DPOF
Geluid met stilstaand beeld:
compatibel met MPEG1 (Mono)
Films: compatibel met MPEG1
(Mono)
Opslagmedium
"Memory Stick", Microdrive,
Compact Flash-kaart (Type I/Type II)
Flitser
Aanbevolen afstand
(als ISO-gevoeligheid is ingesteld op
Auto)
0,5 tot 4,5 m (W)
0,6 tot 3,3 m (T)
Zoeker
Elektrische zoeker (kleur)
[Uitgangen]
A/V OUT (MONO)-aansluiting (Mono)
Ministekker
Video: 1 Vp-p, 75 Ω,
ongebalanceerd, synchr. negatief
Audio: 327 mV (bij een belasting
van 47 kΩ)
Uitgangsimpedantie 2,2 kΩ
Aansluiting voor accessoires
Ministekker (ø 2,5 mm)
USB-aansluiting
mini-B
USB-communicatie
Hi-Speed USB (USB 2.0 HighSpeed-compatibel)
Aanvullende informatie
• De levensduur van de accu is beperkt. De
opslagcapaciteit van de accu gaat in de
loop der tijd beetje bij beetje achteruit
naarmate u de accu langer gebruikt. Als
de accutijd aanzienlijk is bekort, wordt
dat waarschijnlijk veroorzaakt doordat de
accu het einde van zijn levensduur heeft
bereikt. Schaf in dat geval een nieuwe
accu aan.
• De beschikbare accutijd is afhankelijk
van de wijze waarop de accu is bewaard
en gebruikt en van de omgeving waarin
deze is gebruikt.
Technische gegevens
[LCD-scherm]
Gebruikt LCD-paneel
4,6 cm (type 1,8) TFT-besturing
Totaal aantal beeldpunten
134.400 (560×240) dots
[Zoeker]
Gebruikt LCD-paneel
1,1 cm (type 0,44) TFT-besturing
Totaal aantal beeldpunten
235.200 (980×240) dots
NL
151
filename[C:\Documents and Settings\fseitz\Desktop\3084996461DSCF828CA2\03NL-DSCF828CEE1\03NL16add.fm]
masterpage:Left
03NL01cov.book Page 152 Wednesday, January 12, 2005 6:13 PM
[Voeding, algemeen]
Gebruikte accu
NP-FM50
Voeding
7,2 V
Stroomverbruik (tijdens het opnemen met
ingeschakeld LCD-scherm)
2,2 W
Bereik bedrijfstemperatuur
0 tot +40°C
(Bij gebruik van de Microdrive: +5
tot +40°C)
Bereik opslagtemperatuur
−20 tot +60°C
Afmetingen (lens: W-einde)
134,4 × 91,1 × 157,2 mm
(B/H/D, exclusief uitstekende delen)
Gewicht
Ongeveer 955 g (inclusief accu NPFM50, "Memory Stick",
schouderband, lensdop, enzovoort)
Microfoon
Electret-condensormicrofoon
Luidspreker Dynamische luidspreker
Exif afdrukken
Compatibel
PRINT Image Matching II
Compatibel
PictBridge
Compatibel
x AC-L15A/L15B
Netspanningsadapter
Voeding
100 tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik
0,35 tot 0,18 A
Opgenomen vermogen
18 W
Uitgangsspanning
8,4 V gelijkstroom*
* Zie de sticker op de
netspanningsadapter voor de
overige technische gegevens.
Bereik bedrijfstemperatuur
0 tot +40°C
Bereik opslagtemperatuur
−20 tot +60°C
Maximale afmetingen
Ongeveer 56 × 31 × 100 mm
(B/H/D), exclusief uitstekende delen
Gewicht
Accessoires
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Netspanningsadapter (1)
Netsnoer (1)
USB-kabel (1)
NP-FM50-accu (1)
A/V-kabel (1)
Schouderband (1)
Lensdop (1)
Bandje lensdop (1)
Lenskap
CD-ROM (USB-stuurprogramma: SPVD-013) (1)
CD-ROM (Image Data Converter) (1)
Gebruiksaanwijzing (1)
Het ontwerp en de technische gegevens kunnen
worden gewijzigd zonder voorafgaande
kennisgeving.
Ongeveer 190 g (exclusief netsnoer)
x NP-FM50-accu
Gebruikte accu
Lithium ion-accu
Maximaal voltage
8,4 V gelijkstroom
Nominaal voltage
7,2 V gelijkstroom
Capaciteit
8,5 Wh (1.180 mAh)
NL
152
model name1[DSC-F828]
[3-084-996-46(1)]
Displayvenster
1
7
2
8
3
9
* De markering van de geselecteerde modus of de
ingestelde waarde worden niet op het
displayvenster weergegeven, aangezien deze in
het LCD-scherm/zoeker zichtbaar zijn. De
markering in het displayvenster verandert niet,
ook niet wanneer u de modus of de ingestelde
waarde wijzigt.
Tussen haakjes wordt verwezen naar
pagina's met belangrijke aanvullende
informatie.
4
q;
5
6
F Indicator EV-regeling* (60)
G Indicator diafragmawaarde (56)/
Indicator beschikbare filmopnametijd (seconden) (101)
H Indicator Burst/Multi Burst/
Belichtingsvariatie* (64, 76, 77)
I Indicator meetmodus (59)
J Indicator resterend aantal
beeldopnamen (24, 25)
Aanvullende informatie
A Zelfdiagnosedisplay (136)/
Indicator sluitertijd (55)/
Indicator beschikbare filmopnametijd (minuten) (101)/
Indicator beschikbare filmtijd
(14)/PLAY-indicator
B Flitsermodus (69)
C Indicator zelfontspanner (33)
D Witbalansindicator* (74)
E Indicator resterende accutijd (14)
NL
153
• Als u op de MENU-toets drukt, schakelt u het
menuscherm in of uit.
Tussen haakjes wordt verwezen naar
pagina's met belangrijke aanvullende
informatie.
Aanvullende informatie
M Indicator NR-modus voor lange
sluitertijden (56)/Indicator
sluitertijd (55)
N Indicator diafragmawaarde (56)
O Indicator beeldkwaliteit (49)
P Indicator opnamemap (50)
Q Indicator resterend aantal
beeldopnamen (24, 25)
R Indicator resterende
opnamecapaciteit
opslagmedium
S Zelfdiagnosedisplay (136)/
Indicator datum en tijd (35)/
Indicator kleurweergave (76)/
ISO-gevoeligheid (65)
T Indicator Bracket Step (64)
U Indicator zelfontspanner (33)
V Waarschuwingsindicator voor
trillingen (134)
W Dradenkruis
puntbelichtingsmeter (59)
X Kader van AF-bereikzoeker (66)
Y Indicator histogram (61)
Z Indicator AE LOCK (AEvergrendeling (63)
wj Indicator EV-regeling (60)
wk Menuscherm (47)
NL
155
Voor films
1
2
3
4
5
6
7
8
9
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
NL
156
80min
STBY
101
00:00:00 [00:28:25]
C:32:00
SOLARIZE
Indicator beeldformaat (101)
Indicator opnamemodus (101)
Indicator resterende accutijd (14)
Indicator witbalans (74)
Indicator meetmodus (59)/
Indicator beeldeffect (80)
Indicator nachtopname (78)
Waarschuwing geringe
acculading (134)
Macro (32)
Indicator kader van AFbereikzoeker (66)
Indicator opnametijd [Maximale
opnametijd] (101)
+2.0EV
q;
qa
qs
qd
qf
qg
qh
qj
qk
ql
K Indicator opnamemap (50)
L Indicator resterende
opnamecapaciteit
opslagmedium
M Zelfdiagnosedisplay (136)
N Indicator zelfontspanner (33)
O Kader van AF-bereikzoeker (66)
P Dradenkruis
puntbelichtingsmeter (59)
Q Indicator AE LOCK (AEvergrendeling (63)
R Indicator EV-regeling (60)
S Menuscherm (47)
Voor het afspelen van
stilstaande beelden
1
2
3
4
5
6
7
80min
x1.3
VGA
101
12/12
C:32:00
+2.0EV ISO400
AWB
2000 F5.6
8
BACK/NEXT
H
I
J
K
L
M
N
O
Tussen haakjes wordt verwezen naar
pagina's met belangrijke aanvullende
informatie.
Nummer map/bestand (116)
Indicator afspeelmap (84)
Beeldnummer
Aantal opgeslagen beelden in de
opnamemap
Indicator resterende
opnamecapaciteit
opslagmedium
Zelfdiagnosedisplay (136)
Indicator EV-regeling (60)/
ISO-gevoeligheid (65)
Indicator meetmodus (59)/
Flitserindicator/Indicator
witbalans (74)
Aanvullende informatie
A PictBridge-verbindingsindicator
(94)
B Indicator map wijzigen (84)
C Indicator beeldformaat (23)
D Indicator opnamemodus (81–83)
E Indicator volume (83)/Indicator
beveiligingsmarkering (90)/
Indicator afdrukmarkering
(DPOF) (92)
F Indicator zelfontspanner (29)
Indicator Jog-afspeelmethode
(89)
G Indicator USB-kabel niet
loskoppelen (94)
VOLUME
9
q;
qa
qs
qd
qf
qg
qh
qj
qk
P Indicator sluitertijd (55)/Indicator
diafragmawaarde (56)
Q Indicator histogram (61)
R Opnamedatum/-tijd van beeld
(18)/Menuscherm (47)
NL
157
Voor het afspelen van films
1
2
3
80min
4
101
101
VOL.
8/8
00:00:12
5
6
7
8
9
q;
qa
DPOF
A
B
C
D
E
F
G
H
NL
158
I
J
K
L
Indicator map wijzigen (84)
Indicator beeldformaat (102)
Indicator opnamemodus (102)
Afspeelindicator (102)/
Indicator volume (102)
Indicator afspeelmap (84)
Beeldnummer/Aantal
opgenomen beelden in de
afspeelmap
Indicator opnamemap (50)
Indicator resterende
opnamecapaciteit
opslagmedium
Teller (102)
Afspeelscherm (102)
Afspeelbalk (102)
Menuscherm (47)
qs
Tussen haakjes wordt verwezen naar
pagina's met belangrijke aanvullende
informatie.
Naslagkaart
In deze sectie worden de beperkingen bij het instellen van de volgende functies beschreven, afhankelijk van de stand van de modusknop of de
instelling van bepaalde functies, zoals sluitertijd, diafragma, flitser, enz.
Naslagkaart met functies voor belichting, witbalans en automatische scherpstelling (op basis van de stand van de
modusknop)
Diafragma
ISO
Witbalans
Meetmodus
Kader van AFbereikzoeker
Auto (1/8 tot 1/3200)
Auto (F2 tot F8)
Auto (64 tot 200)
Auto
Meerdere
patronen
meten
Multipunt
P
Auto (1 tot 1/3200)
Auto (F2 tot F8)
Auto (64 tot 200)/Setup is Setup is
beschikbaar van 64 tot 800 beschikbaar
Setup is
beschikbaar
Setup is
beschikbaar
S
Setup is beschikbaar van 30 tot
1/2000
F2 tot F8
Auto (64 vast)/Setup is
Setup is
beschikbaar van 64 tot 800 beschikbaar
Setup is
beschikbaar
Setup is
beschikbaar
Setup is beschikbaar
van F2 tot F8
Auto (64 vast)/Setup is
Setup is
beschikbaar van 64 tot 800 beschikbaar
Setup is
beschikbaar
Setup is
beschikbaar
Setup is beschikbaar
van F2 tot F8
Auto (64 vast)/Setup is
Setup is
beschikbaar van 64 tot 800 beschikbaar
Setup is
beschikbaar
Setup is
beschikbaar
A
8 tot 1/2000 (diafragmawaarde F2
tot F7,1)
8 tot 1/3200 (diafragmawaarde F8)
M
30 tot 1/2000 (diafragmawaarde F2
tot F7,1)
30 tot 1/3200 (diafragmawaarde F8)
Aanvullende informatie
Sluitertijd (seconde)
• De sluitertijden en ISO-gevoeligheden in de bovenstaande tabel gelden niet als de flitser wordt geactiveerd.
• Als u de digitale zoom of de functie Hologram AF gebruikt, wordt de AF automatisch ingesteld om op het onderwerp in het midden scherp te stellen.
NL
159
Naslagkaart voor flitsermodus
Modusknop
Normal/E-Mail/Voice/RAW/TIFF Burst
P
Auto/ /
/
Auto/ /
/
S
/
A
/
M
/
SCN
/
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
Schemerportret
—
—
—
—
—
—
—
—
—
Staand
/
Auto/ /
/
• Bij het opnemen van films is de flitsermodus ingesteld op
(Geen flits).
• Als [Pop-up Flash] is ingesteld op [Manual], wordt de flitsermodus ingesteld op
NL
Nachtopname Nachtinstelling
Schemering
Liggend
160
BelichtingsMulti Burst
variatie
(Geforceerde flits),
(Langzame synchronisatie) of
(Geen flits).
Relatie tussen sluitertijd en
diafragma
Als u duidelijke opnames wilt maken, is het
van groot belang de juiste belichting te
kiezen, zodat de kans op juiste
scherpstelling wordt vergroot. De
belichting is de hoeveelheid licht die wordt
bepaald door de combinatie van sluitertijd
en diafragma. De sluitertijd kan langer of
korter zijn. Het diafragma kan groter of
kleiner zijn. Als een iets kortere sluitertijd
wordt gekozen, wordt de lens iets verder
geopend om dezelfde belichting te krijgen.
Verschuiving van het programmadiagram
Het programmadiagram geeft de verschuiving van de combinatie van sluitertijd en diafragma
weer.
De functie Programmaverschuiving (pagina 54) geeft snel de belichtingscombinatie weer die
de camera heeft geselecteerd.
Programmadiagram (voorbeeld)
Verplaatsing van de programmaverschuiving (EV: 10, ISO-gevoeligheid: 100)
(voorbeeld)
• Als de EV-waarde ongewijzigd blijft, verandert ook de helderheid van het opgenomen beeld niet.
Donkerder onderwerp
3
4
5
6
7
Lichter onderwerp
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
EV
2
F8
F5.6
Aanvullende informatie
F4
F2.8
Diafragma
F2
1/4
1
1/2
1/15
1/60
1/250 1/1000
1/8
1/30
1/125
1/500 1/2000
Sluitertijd
NL
161
Index
Index
Bijsnijden ......................................................... 86
Burst ................................................................. 76
G
A
C
H
A/V-kabel ......................................................... 41
Aansluiting voor geavanceerde accessoires ..... 72
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen/
beschikbare opnametijd ..... 15, 24, 25, 137
Accu opladen ................................................... 13
AE LOCK (AE-vergrendeling) ....................... 63
AE/AF-vergrendeling ................................ 26, 28
AF .................................................................... 26
AF controleren ................................................. 67
AF met spotmeting .......................................... 67
AF-bereikzoeker .............................................. 66
Afdrukmarkering (DPOF) ............................... 92
AF-modus ........................................................ 67
Auto Review .................................................. 143
Automatische scherpstelling ................ 26, 28, 66
Automatische uitschakelfunctie ....................... 17
Cd-rom ........................................................... 107
CompactFlash .................................................. 20
Condensvorming ............................................ 146
Continue AF .................................................... 68
Contrast .......................................................... 141
Handmatig scherpstellen .................................. 68
Handmatige belichting ..................................... 58
Helderheid LCD-scherm ................................ 144
Histogram ........................................................ 61
Hologram AF ........................................... 34, 143
Hot Shoe ........................................................ 143
B
NL
162
Beeldeffecten ................................................... 80
Beelden naar de computer kopiëren ...... 111, 113
Beelden weergeven op het LCD-scherm ......... 39
Beelden weergeven op TV .............................. 41
Beeldenreeks ................................................... 86
Beeldformaat ............................................. 23, 24
Beeldformaat wijzigen .................................... 91
Beeldkwaliteit .................................................. 49
Belichtingsvariatie ........................................... 64
Bestanden opslaan ......................................... 116
Bestandsnamen .............................................. 116
Beveiligen ........................................................ 90
Gebruik van de camera in het buitenland ........ 16
D
Datum en tijd toevoegen .................................. 35
DC-stekker ................................................. 13, 16
Digitale precisiezoom ...................................... 30
Digitale zoom .................................................. 30
Displayvenster ............................................... 153
DPOF ............................................................... 92
Draaien ............................................................. 87
E
E-mail .............................................................. 82
Enkele AF ........................................................ 67
Enkelvoudig scherm ........................................ 39
EV-regeling ...................................................... 60
I
Image Transfer ............................................... 108
ImageMixer .................................................... 109
Indexscherm ..................................................... 39
Indicator resterende accutijd ............................ 14
Indicatoren op scherm tijdens opnemen .......... 29
InfoLITHIUM-accu ....................................... 150
Installeren ...................................... 107, 108, 109
Instelknop van zoeker ...................................... 28
ISO ................................................................... 65
J
JPG ................................................................. 117
F
K
Films opnemen .............................................. 101
Films splitsen ................................................. 105
Films weergeven op het LCD-scherm ........... 102
Films wissen .................................................. 103
Flitser ......................................................... 33, 69
Flitserniveau .................................................... 72
Formatteren ...................................................... 45
Framing burst ................................................... 76
Kleur ................................................................ 76
Klok instellen ..................................... 18, 48, 145
L
LCD-schermdisplay ....................................... 154
Lenskap ............................................................ 12
M
P
V
Macro ...............................................................32
Map .............................................................50, 84
Meerdere patronen meten .................................59
Meetmodus .......................................................59
Memory Stick .................................................148
Memory Stick plaatsen .....................................21
Menu .........................................................47, 140
Microdrive ......................................................149
Microdrive plaatsen ..........................................22
Midden AF .......................................................66
Modusknop .......................................................26
MPG ...............................................................117
Multi Burst .................................................77, 88
Multipunt AF ....................................................66
Multiselectieknop .............................................17
PAL ................................................................ 145
PictBridge ........................................................ 94
Pieptoon en sluitergeluid ............................... 145
Programmaverschuiving .................................. 54
Quick Review .................................................. 28
Vergroot weergeven ......................................... 85
Verzadiging .................................................... 141
VGA ................................................................. 24
Voice ................................................................ 83
Voorkeursmodus diafragma ............................. 56
Voorkeursmodus sluitertijd .............................. 55
Voorzorgsmaatregelen ................................... 146
R
W
RAW ................................................................ 81
Reinigen ......................................................... 146
RESET-toets .................................................. 121
Rode-ogeneffect onderdrukken ....................... 71
Waarschuwingen en meldingen ..................... 133
Witbalans ......................................................... 74
N
Nachtinstelling .................................................79
Nachtopname ....................................................79
Naslagkaart .....................................................159
Netspanningsadapter ..................................13, 16
NR-modus voor lange sluitertijden ..................56
NTSC ..............................................................145
O
S
Scènekeuze ...................................................... 37
Scherpte ......................................................... 141
SET UP .................................................... 48, 143
Smart Zoom ..................................................... 30
Snelle burst ...................................................... 76
Splitsen .......................................................... 105
Stilstaande beelden opnemen .......................... 26
Stilstaande beelden wissen .............................. 43
Stroomvoorziening aan/uit .............................. 17
Z
Zelfdiagnosedisplay ....................................... 136
Zelfontspanner ................................................. 33
Zoeker .............................................................. 28
Zoomfunctie ..................................................... 29
T
TIFF ................................................................. 81
Toegangslampje ............................................... 21
Index
Omhoogklappende flitser .................................70
Opdrachtknop ...................................................48
Oplaadtijd .........................................................14
Opnemen met geprogrammeerde
instellingen .......................................27, 54
Q
U
USB ....................................................... 110, 119
USB-stuurprogramma ................................... 107
NL
163
3
0
8
4
9
9
6
4
Stampato su carta 100% riciclata
con inchiostro a base di olio
vegetale senza COV (composto
organico volatile).
Ulteriori informazioni su questo prodotto e risposte agli
interrogativi più comuni sono reperibili presso il nostro sito Web
di sostegno acquirenti.
Gedrukt op 100% kringlooppapier
met VOC (vluchtige organische
verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
Nadere bijzonderheden over dit product en de antwoorden op
vaak gestelde vragen kunt u vinden op onze klantendienst
Website.
6
Sony Corporation Printed in Japan