6
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Stroomvoorziening:
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door
een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer
bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetrono-
ven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van
de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis
van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat sto-
ringen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer
het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken,
plaatst u een stroomvoorziening ruisfilter tussen dit apparaat
en het stopcontact.
• De adapter zal na lange uren werking warmte afgeven. Dit is
normaal en niets om u zorgen over te maken.
• Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, zet u de
stroom van alle apparaten uit. Hiermee worden storingen en/
of schade aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
Plaatsing
• Tijdens gebruik moet dit apparaat op minimaal tien centime-
ter van de muur worden geplaatst.
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of
andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat)
wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem
te verzachten, verandert u de richting van dit apparaat of
plaatst u het op grotere afstand van de storingsbron.
• Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst ver-
oorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit
soort ontvangers.
• Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communi-
catieapparaten zoals mobiele telefoons in de buurt van dit
apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het
ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversa-
tie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draad-
loze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of
uit te zetten.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet
in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in
een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan tem-
peratuur extremen. Laat ook geen lampen, die normaalge-
sproken dicht op het apparaat worden gebruikt (zoals een
piano lamp) gebruikt worden, of sterke spots, gedurende lan-
gere tijd op dezelfde plaats op het instrument schijnen. Door
overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende
temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er
waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden
gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebrui-
ken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom moet u
het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten
staan totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat rubber, vinyl, of soortgelijke materialen niet gedurende
lange periodes op het apparaat staan of liggen. Door dit soort
objecten kan de lak verkleuren of op andere wijze beschadi-
gen.
• Laat geen objecten boven op het toetsenbord liggen. Dit kan
de oorzaak van storingen zijn, zoals toetsen die geen geluid
produceren.
• Plak geen etiketten, stickers en dergelijke op dit apparaat. Als
dit soort materiaal van het instrument verwijderd moet wor-
den, kan de lak beschadigen.
Onderhoud
• Gebruik een zachte, droge doek, of een licht vochtige, om het
apparaat schoon te maken. Probeer het volledige oppervlak
gelijkmatig af te nemen, waarbij de doek in de richting van de
nerf van het hout wordt bewogen. Door te hard op één plek te
wrijven kan de lak beschadigen.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen
om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voor-
komen.
Reparaties en data
• Wees ervan bewust dat alle data in het geheugen van het
apparaat verloren kan gaan wanneer het apparaat gerepa-
reerd moet worden. Belangrijke data moet altijd in een ander
MIDI apparaat (bijv. een sequencer) worden opgeslagen, of
op papier genoteerd worden (indoen mogelijk). Tijdens repa-
raties wordt het verlies van data getracht te voorkomen. Ech-
ter, in sommige gevallen (wanneer het circuit dat met het
geheugen zelf heeft te maken niet meer werkt) spijt het ons
dat data niet hersteld kan worden. Roland is niet aansprake-
lijk voor dit soort verlies van data.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedienings-
knoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit
geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen.
Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de
kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan
de interne elementen van de kabel.
• Tijdens normale werking zal het apparaat een geringe hoe-
veelheid warmte afgeven.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U
kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u
zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving
hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het in
schokabsorberend materiaal. Indien het zonder dit materiaal
wordt vervoerd, kunnen krassen of beschadigingen optreden,
welke tot storingen kan leiden.
• Pas geen overmatige kracht op de muziekstandaard toe, wan-
neer deze in gebruik is.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik
voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weer-
standen hebben. Bij gebruik van dit soort kabels kan het
geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Infor-
matie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de
kabel verkrijgen.
• Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstel-
ling, kan een oncomfortabele sensatie worden waargenomen,
of het gevoel dat het oppervlak korrelig aanvoelt, wanneer de
metalen porties van andere objecten, zoals gitaren, worden
aangeraakt. Dit is te wijten aan een oneindig kleine hoeveel-
heid elektrische lading, welke absoluut onschuldig is. Indien
u zich hierover toch zorgen maakt, verbindt u de aarde klem
(zie figuur) met een externe aarde. Wanneer het apparaat
geaard is, zal een lichte brom hoorbaar zijn, afhankelijk van
de manier waarop het apparaat geïnstalleerd is. Als u niet
zeker bent van de aansluit methode, neemt u contact op met
een Roland Service Centrum in de buurt, of erkend Roland
distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie pagina’.
Locaties die niet geschikt zijn voor aansluiting:
• Waterleidingen (kan tot schokken of elektrocutie leiden)
• Gasleidingen (kan tot brand of explosie leiden)
• Telefoonkabel aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn
in geval van bliksem)