NL
- 102 -
steeds op voldoende afstand van het snijmes.
14. Tijdens het starten van de motor mag de
maaier niet worden gekanteld tenzij hij hierbij
moet worden opgetild. Kantel hem in dit geval
enkel zo ver als absoluut nodig en til enkel de
van de gebruiker weg wijzende kant op.
15. Start de motor niet als u voor de uitwerpope-
ning staat.
16. Kom nooit met handen of voeten tegen of
onder draaiende onderdelen. Blijf steeds op
afstand van de uitwerpopening.
17. Hef de maaier nooit op of draag hem nooit
terwijl de motor draait.
18. Trek de contactsleutel en de bougiestekker
af:
- voordat u blokkeringen loszet of verstoppin-
gen in de uitwerpopening verwijdert,
- voordat u de gazonmaaier controleert,
schoonmaakt of werkzaamheden erop uit-
voert,
- als een vreemd lichaam werd geraakt.
Controleer de maaier op beschadigingen en
voer de nodige herstellingen uit voordat u het
toestel opnieuw start en er mee werkt. Indien
de maaier ongewoon sterk begint te vibreren,
is een onmiddellijke controle vereist.
- als u zich van de gazonmaaier verwijdert.
19. Zet de motor af en vergewis u er zich van dat
het maaimes alsmede alle beweeglijke delen
tot stilstand zijn gekomen
- voordat u bijtankt.
20. Bij het afzetten van de motor dient u de ga-
shendel naar de positie „stop“ te brengen. De
benzinekraan (indien aanwezig) moet worden
dichtgedraaid.
21. Door gebruik te maken van de machine met
bovenmatige snelheid kan het ongevallenrisi-
co verhogen.
22. Wees voorzichtig bij afstelwerkzaamheden
aan de machine en zorg dat uw vingers niet
beklemd raken tussen het bewegende snij-
gereedschap en starre onderdelen van het
toestel.
Onderhoud en opbergen
1. Zorg er voor dat alle moeren, bouten en
schroeven goed aangehaald zijn en dat het
toestel zich in een toestand bevindt om er
veilig mee te kunnen werken.
2. Bewaar de maaier met benzine in de tank
nooit binnen een gebouw waar mogelijk ben-
zinedampen in contact kunnen komen met
open vuur of vonken.
3. Laat de motor afkoelen voordat u de maaier
opbergt in een gesloten ruimte.
4. Ter voorkoming van brandgevaar dient de
motor, de uitlaat en de zone rond om de
brandstoftank vrij te worden gehouden van
gras, bladeren of ontsnappend vet (olie).
5. Controleer regelmatig of de grasopvangin-
richting slijtageverschijnsels vertoont resp. of
hij naar behoren werkt.
6. Om veiligheidsredenen dienen versleten of
beschadigde onderdelen te worden vervan-
gen.
7. Als de brandstoftank moet worden geleegd,
moet dit in open lucht gebeuren m.b.v. een
benzinezuigpomp (verkrijgbaar in bouwmark-
ten).
1.1 Veiligheidsinstructies laadtoestel
•
Bij het laden van de batterij zeker een veilig-
heidsbril en handschoenen dragen! Door het
bijtend zuur bestaat verhoogd gevaar een
verwonding op te lopen!
•
Bij het laden van de batterij geen kledij van
synthetische stoffen dragen om vonkvorming
door elektrostatische ontlading te voorkomen.
•
WAARSCHUWING ! Explosieve gassen,
vlammen en vonken vermijden.
•
De lader bevat componenten, zoals b.v. scha-
kelaars en zekering die mogelijk lichtboog en
vonken verwekken. Let zeker op een goede
verluchting in de garage of ruimte!
•
Het laadtoestel is alleen geschikt voor onder-
houdsvrije 12V batterijen.
•
Geen “niet herlaadbare batterijen” of defecte
batterijen laden.
•
Neem de instructies van de fabrikant van de
batterij in acht.
•
Scheidt de lader van het net voordat u de
laadkabels aansluit op de batterij of losneemt.
•
LET OP! Vlammen en vonken vermijden.
•
Tijdens het laden komt ontplofbaar knalgas
vrij.
•
Het toestel enkel in droge ruimtes gebruiken.
•
Voorzichtig! Batterijzuur is bijtend.
•
Spetters op huid en kledij onmiddellijk met
zeepsop afwassen. Zuurspetters in het oog
onmiddellijk met veel water spoelen (15 min.)
en de dokter consulteren.
•
Laad geen batterijen die niet oplaadbaar zijn.
•
Neem de instructies en gegevens vermeld
door de fabrikant van de batterij aangaande
het laden van de batterij in acht.
•
Laad niet meerdere batterijen tegelijk.
•
De netaansluitkabel en de laadkabels dienen
in perfecte staat te verkeren.
•
Hou kinderen weg van de batterij en de lader.
•
LET OP! Bij penetrante gaslucht bestaat acu-
Anl_BG_PM_51_S_HW_E_SPK7.indb 102 05.08.11 13:20