Philips AC1215/10 Handleiding

Categorie
Luchtreinigers
Type
Handleiding
AC1215
EN User manual 1
DA Brugervejledning 17
DE Benutzerhandbuch 33
ES Manual del usuario 51
FI Käyttöopas 69
FR Mode d’emploi 85
IT Manuale utente 103
NL Gebruiksaanwijzing 121
NO Brukerhåndbok 139
SV Användarhandbok 155
© 2017 Koninklijke Philips N.V.
All rights reserved.
4241 210 93082
1 2
J K L M N
E
F
G
H
I
A
B
D
C
Inhoud
1 Belangrijk 122
2 Uw luchtreiniger 125
Productoverzicht 125
Overzicht van knoppen 125
3 Aan de slag 126
Het lter installeren 126
4 De luchtzuiveraar
gebruiken 127
De luchtkwaliteitsindicator 127
In- en uitschakelen 127
De ventilatorsnelheid wijzigen 128
Lichtsensor 128
Nachtsensormodus 128
Het kinderslot instellen 129
5 Schoonmaken 130
De behuizing van de
luchtzuiveraar reinigen 130
De luchtkwaliteitsensor reinigen 130
Het voorlter schoonmaken 131
6 Het lter vervangen 132
Indicator voor vervangen van
het lter 132
De lters vervangen 132
Resetknop lter 133
7 Opbergen 133
8 Problemen oplossen 134
121NL
Nederlands
9 Garantie en service 136
Onderdelen of accessoires
bestellen 136
10 Kennisgevingen 136
Elektromagnetische velden
(EMV) 136
Recycling 137
122 NL
netspanning voordat u het
apparaat aansluit.
• Indien het netsnoer
beschadigd is, moet
het worden vervangen
door Philips, een door
Philips geautoriseerd
servicecentrum
of personen met
vergelijkbare kwalificaties
om gevaar te voorkomen.
• Gebruik het apparaat
niet als de stekker, het
netsnoer of het apparaat
zelf beschadigd is.
• Dit apparaat kan
worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar
en door personen met
verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke
capaciteiten of weinig
ervaring en kennis, mits
zij toezicht of instructie
hebben ontvangen
aangaande veilig gebruik
van het apparaat, en
zij de gevaren van
het gebruik begrijpen.
Kinderen mogen niet
met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud
mogen niet zonder
1 Belangrijk
Lees deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig door voordat u het
apparaat gaat gebruiken. Bewaar de
gebruiksaanwijzing om deze zo nodig
later te kunnen raadplegen.
Gevaar
• Zorg ervoor dat er
geen ontvlambare
schoonmaakmiddelen,
water of andere
vloeistoffen in het
apparaat komen. Zo
voorkomt u elektrische
schokken en/of
brandgevaar.
• Maak het apparaat niet
schoon met (ontvlambare)
schoonmaakmiddelen,
water of andere
vloeistoffen. Zo voorkomt
u elektrische schokken
en/of brandgevaar.
• Spuit geen brandbare
materialen zoals
insecticiden of parfum
rond het apparaat.
Waarschuwing
• Controleer of het voltage
dat wordt aangegeven op
het apparaat overeenkomt
met de plaatselijke
• Laat minimaal 20 cm
vrij achter en aan beide
zijden van het apparaat.
Laat boven het apparaat
minimaal 30 cm vrij.
• Plaats geen voorwerpen
op het apparaat.
• Ga niet op het apparaat
zitten of staan. Zitten of
staan op het apparaat kan
leiden tot verwondingen.
• Plaats het apparaat
niet direct onder een
airconditioning. Zo
voorkomt u dat er
condensdruppels op het
apparaat terechtkomen.
• Zorg dat alle filters correct
zijn geplaatst voordat u
het apparaat inschakelt.
• Gebruik alleen
oorspronkelijke, speciaal
voor dit apparaat
bestemde filters van
Philips. Gebruik geen
andere filters.
• Verbranding van het
filter kan leiden tot
levensgevaarlijke situaties
voor uzelf en/of anderen.
Gebruik het filter niet
als brandstof of voor
soortgelijke doeleinden.
toezicht door kinderen
worden uitgevoerd.
• De luchtinlaat en -uitlaat
mogen niet worden
geblokkeerd. Leg dus
geen voorwerpen boven
op de luchtuitlaat of voor
de luchtinlaat.
• Zorg ervoor dat er geen
vreemde voorwerpen in
het apparaat komen via
de luchtuitlaat.
Let op
• Dit apparaat is geen
vervanging voor goede
ventilatie, regelmatig
stofzuigen of het gebruik
van een afzuigkap of
ventilator tijdens het
koken.
• Als het stopcontact niet
goed is gemonteerd,
wordt de stekker van
het apparaat warm.
Steek de stekker van het
apparaat in een correct
gemonteerd stopcontact.
• Plaats en gebruik het
apparaat altijd op een
droge, stabiele, vlakke en
horizontale ondergrond.
123NL
Nederlands
• Haal altijd de stekker
uit het stopcontact na
gebruik en voordat u het
apparaat schoonmaakt,
de filters vervangt of
ander onderhoud uitvoert.
• Gebruik het apparaat
niet in een ruimte
waar zich grote
temperatuurverschillen
voordoen, omdat hierdoor
condens in het apparaat
kan ontstaan.
• Plaats het apparaat
op ten minste 2 meter
afstand van elektrische
apparaten die
radiogolven ontvangen
(bijvoorbeeld TV's,
radio's en radiografische
klokken) om storingen te
voorkomen.
• Het apparaat is
uitsluitend bedoeld
voor huishoudelijk
gebruik bij normale
gebruiksomstandigheden.
• Gebruik het apparaat
niet in vochtige ruimten
of in ruimten met een
hoge temperatuur, zoals
een badkamer, toilet of
keuken.
• Stoot niet met harde
voorwerpen tegen het
apparaat (dit geldt in
het bijzonder voor de
luchtinlaat en -uitlaat).
• Gebruik altijd het handvat
aan de achterkant van
het apparaat om het
apparaat op te tillen of te
verplaatsen.
• Steek geen vingers of
objecten in de luchtinlaat
of -uitlaat om lichamelijk
letsel of schade aan het
apparaat te voorkomen.
• Gebruik dit apparaat niet
als u insectenwerende
middelen hebt gebruikt
die rook verspreiden
of in ruimten waar zich
olieresten bevinden, waar
wierook wordt gebrand of
waar chemische dampen
hangen.
• Gebruik het apparaat niet
in de buurt van apparaten
die op gas werken,
verwarmingsapparatuur of
open haarden.
124 NL
2 Uw luchtreiniger
Gefeliciteerd met uw aankoop en
welkom bij Philips!
Als u volledig wilt profiteren van de
ondersteuning die Philips biedt, kunt u
uw product registreren op
www.philips.com/welcome.
Productoverzicht
A Bedieningspaneel
B Luchtkwaliteitsindicator
C Luchtuitlaat
D Luchtkwaliteitssensor
E
NanoProtect serie 3-filter
(FY1410)
F NanoProtect AC-filter (FY1413)
G Voorfilter
H Luchtinlaat
I Voorpaneel
Overzicht van knoppen
J Aan-uitknop
K Knop voor nachtsensormodus
L Scherm
M Knop voor ventilatorsnelheid
N Kinderslotknop
• Koolmonoxide (CO)
en radon (Rn) worden
niet door dit apparaat
verwijderd. Het apparaat
kan niet als beveiliging
worden gebruikt
bij ongevallen met
verbrandingsprocessen of
gevaarlijke chemicaliën.
• Verwijder eerst de stekker
uit het stopcontact
wanneer u het apparaat
verplaatst.
• Verplaats het apparaat
niet door aan het snoer te
trekken.
• Was uw handen altijd
grondig nadat u een
filter hebt vervangen of
gereinigd.
125NL
Nederlands
7 Plaats het voorpaneel terug door
de bovenkant van het paneel op
de bovenkant van de luchtzuiveraar
te drukken (1). Druk vervolgens
zachtjes het paneel tegen de
luchtzuiveraar (2) aan (afb. i).
8 Was uw handen grondig nadat u de
lters hebt geplaatst.
3 Aan de slag
Het lter installeren
Opmerking
• Zorg ervoor dat de luchtzuiveraar niet
op het stopcontact is aangesloten
voordat u het filter plaatst.
• Zorg dat de kant van de filter met het
label in uw richting wijst.
1 Trek het onderste deel van het
voorpaneel en til dit voorzichtig
op om dit te verwijderen van de
luchtzuiveraar (afb. c).
2 Druk het uitsteeksel omlaag (1) en
trek het voorlter naar u toe (2)
(afb. d).
3 Verwijder alle lters (afb. e).
4 Verwijder alle
verpakkingsmaterialen van het filter
(afb. f).
5 Plaats eerst het dikke lter (FY1410)
in de luchtzuiveraar en vervolgens
het dunne AC-lter (FY1413)
(afb. g). De modelnummers zijn
weergegeven op elk filter.
6 Plaats het voorlter terug in de
luchtzuiveraar (afb. h).
Opmerking
• Zorg dat de kant met het uitsteeksel
in uw richting wijst, en dat alle haakjes
van het voorfilter op de juiste manier
op de luchtreiniger zijn bevestigd.
126 NL
1 Steek de stekker van de
luchtzuiveraar in het stopcontact.
2 Druk op om de luchtzuiveraar in
te schakelen (afb. j).
» De luchtzuiveraar piept.
» De luchtzuiveraar staat
standaard in de automatische
modus.
» Op het scherm wordt " "
weergegeven wanneer de
luchtzuiveraar opwarmt.
» Nadat de luchtkwaliteitsensor
de luchtkwaliteit ongeveer
30 seconden heeft gemeten,
selecteert deze automatisch
de lichtkleur die bij de
luchtkwaliteit hoort.
3 Houd 3 seconden ingedrukt om
de luchtzuiveraar uit te schakelen.
Opmerking
• Als de luchtzuiveraar op het
stopcontact blijft aangesloten wanneer
deze is uitgeschakeld, onthoudt de
luchtzuiveraar de instellingen wanneer
deze weer wordt ingeschakeld.
• De luchtzuiveraar start automatisch
opnieuw op als deze per ongeluk
wordt uitgeschakeld, en werkt volgens
de vorige instellingen wanneer het
apparaat weer van stroom wordt
voorzien.
4 De
luchtzuiveraar
gebruiken
De
luchtkwaliteitsindicator
Kleur
luchtkwaliteitsindicator
Luchtkwaliteitsniveau
Blauw Goed
Blauw-violet Fair
Rood-paars Slecht
Rood Zeer slecht
De luchtkwaliteitsindicator gaat
automatisch branden wanneer de
luchtzuiveraar wordt ingeschakeld en
brandt achtereenvolgens in alle kleuren.
Na circa 30 seconden selecteren de
luchtkwaliteitssensoren de kleur die
overeenkomt met de luchtkwaliteit en
luchtdeeltjes van de omgeving.
In- en uitschakelen
Opmerking
• Plaats de luchtzuiveraar altijd op
een stabiele, horizontale en vlakke
ondergrond met de voorzijde van het
apparaat van muren of meubels af
gericht.
• Sluit deuren en ramen voor optimale
zuiveringsprestaties.
• Zorg ervoor dat er geen gordijnen in
de omgeving van de luchtinlaat of
luchtuitlaat hangen.
127NL
Nederlands
Lichtsensor
Met de lichtsensor kan de
luchtzuiveraar werken volgens het
omgevingslicht.
Als het omgevingslicht 10 seconden
wordt gedimd, gaan alle lampjes op
het bedieningspaneel langzaam uit.
Tijdens deze periode kunt u elke knop
aanraken om de lampjes weer aan te
zetten. Als u geen andere handelingen
uitvoert binnen 10 seconden, gaan alle
lampjes uit.
Als het omgevingslicht ten minste
10 seconden oplicht, gaan alle lampjes
weer aan.
Nachtsensormodus
U kunt de nachtsensormodus op twee
manieren activeren.
De nachtsensormodus
handmatig activeren
• Druk voordat u gaat slapen op
om de nachtsensormodus
handmatig te activeren (afb. o).
» Als de luchtkwaliteitsindicator
blauw is, schakelt de
luchtzuiveraar direct over op
de nachtsensormodus. De
luchtzuiveraar werkt heel stil
en de luchtkwaliteitsindicator
wordt gedimd.
» Als de luchtkwaliteitsindicator
niet blauw is, staat de
luchtzuiveraar maximaal 10
minuten in turbomodus. De
luchtkwaliteitsindicator knippert
langzaam en schakelt daarna
over op de nachtsensormodus.
De ventilatorsnelheid
wijzigen
Er zijn verschillende ventilatorsnelheden
beschikbaar. U kunt de automatische
modus, snelheid 1, 2, 3 of turbomodus
(t) kiezen.
Automatisch (A)
• Tik herhaaldelijk op de knop voor
de ventilatorsnelheid om de
automatische modus te selecteren
(afb. k).
Allergeenmodus
De speciaal ontworpen allergeenmodus
kan veelvoorkomende allergenen
doeltreffend beperken, zoals pollen en
huidschilfers van huisdieren.
• Druk op de knop voor de
ventilatorsnelheid om de
allergeenmodus te selecteren
(afb. l).
» Auto (A) en worden op het
scherm weergegeven.
Handmatig
• Druk herhaaldelijk op de knop
voor de ventilatorsnelheid om
de gewenste ventilatorsnelheid te
selecteren (afb. m).
Turbo (t)
In de turbomodus werkt de
luchtzuiveraar op de hoogste snelheid.
• Druk op de ventilatorsnelheidsknop
om de turbomodus (t) te kiezen
(afb. n).
128 NL
Het kinderslot instellen
1 Houd de kinderslotknop
3 seconden ingedrukt om het
kinderslot in te schakelen (afb. p).
» Het kinderslotpictogram
wordt weergegeven op het
scherm.
» Wanneer het kinderslot is
ingeschakeld, reageren alle
andere knoppen niet. Alleen
het kinderslotpictogram
knippert.
2 Houd de kinderslotknop
opnieuw 3 seconden ingedrukt
om het kinderslot uit te schakelen
(afb. q).
» Het kinderslotpictogram
verdwijnt.
Opmerking
• De kinderslotfunctie wordt
automatisch ontgrendeld als de
code voor het schoonmaken van
het voorfilter of de code voor
filtervervanging wordt weergegeven op
het scherm.
De nachtsensormodus
automatisch activeren
Wanneer de luchtzuiveraar in
de automatische modus of de
allergeenmodus staat, schakelt de
luchtzuiveraar automatisch over naar de
NightSense-modus als de lichtsensor
detecteert dat de lampen in uw kamer
uit zijn. De luchtzuiveraar past de
ventilatorsnelheid in realtime aan om
ervoor te zorgen dat de lucht in uw
kamer schoon is.
Opmerking
• De lichtsensor detecteert de lampen in
uw kamer nadat het apparaat 11 uur in
de nachtsensormodus heeft gestaan.
• De luchtzuiveraar sluit de
nachtsensormodus af en schakelt
de vorige modus in als de lampen
in uw kamer aan staan. De
luchtkwaliteitsindicator en het display
staan dan weer aan.
• Druk op de knop of om de
nachtsensormodus handmatig af te
sluiten.
129NL
Nederlands
De luchtkwaliteitsensor
reinigen
Reinig de luchtkwaliteitssensor om
de 2 maanden om de luchtreiniger
optimaal te laten functioneren.
Opmerking
• Als de luchtzuiveraar in een stoffige
omgeving wordt gebruikt, moet het
apparaat mogelijk vaker worden
gereinigd.
• Als de luchtvochtigheid in de kamer
erg hoog is, kan condensatie ontstaan
op de luchtkwaliteitsensor, waardoor
het lampje kan duiden op een slechte
luchtkwaliteit, terwijl de luchtkwaliteit
in feite goed is. Als dit het geval is,
maakt u de luchtkwaliteitsensor
schoon of gebruikt u de luchtzuiveraar
met een handmatig ingestelde
snelheidsstand.
1 Schakel de luchtzuiveraar uit en
haal de stekker uit het stopcontact.
2 Maak de inlaat en de uitlaat van de
luchtkwaliteitsensor schoon met
een zachte borstel (afb. r).
3 Verwijder het klepje van de
luchtkwaliteitsensor (afb. s).
4 Reinig de luchtkwaliteitsensor, de
stonlaat en de stofuitlaat met een
vochtig wattenstaafje (afb. t).
5 Droog alle onderdelen grondig met
een droog wattenstaafje.
6 Plaats het klepje van de
luchtkwaliteitsensor terug (afb. u).
Opmerking
• Zorg ervoor dat het klepje van de
luchtkwaliteitsensor altijd is gesloten
als de luchtzuiveraar in werking is.
5 Schoonmaken
Opmerking
• Schakel de luchtzuiveraar altijd uit en
haal de stekker van de luchtzuiveraar
uit het stopcontact voordat u deze
schoonmaakt.
• Dompel de luchtzuiveraar nooit in
water of een andere vloeistof.
• Reinig de luchtzuiveraar nooit met
schurende, agressieve of ontvlambare
schoonmaakmiddelen, zoals bleek of
alcohol.
• Alleen het voorfilter mag worden
afgewassen. Het luchtfilter mag niet
worden afgewassen.
• Probeer de filters of de
luchtkwaliteitsensor niet te reinigen
met een stofzuiger.
De behuizing van de
luchtzuiveraar reinigen
Reinig regelmatig de binnen- en
buitenkant van de luchtzuiveraar om
ophoping van stof te voorkomen.
1 Gebruikt een zachte, droge doek
voor het schoonmaken van zowel
de binnen- als buitenkant van de
luchtzuiveraar (met name voor de
afdekplaat).
2 U kunt de luchtuitlaat ook
schoonmaken met een droge,
zachte doek.
3 Verwijder de afdekplaat van de
luchtzuiveraar en spoel deze af
onder de kraan.
130 NL
7 Druk de bovenkant van het
paneel op de bovenkant van
de luchtzuiveraar (1) om het
voorpaneel terug te plaatsen. Druk
vervolgens zachtjes het paneel
tegen de luchtzuiveraar (2) aan
(afb. i).
8 Steek de stekker van de
luchtzuiveraar in het stopcontact.
9 Houd de 3 seconden ingedrukt
om de schoonmaaktijd van het
voorfilter te resetten (afb. x).
10 Was uw handen grondig nadat u de
lters hebt geplaatst.
Het voorlter
schoonmaken
Maak het voorfilter schoon als F0 wordt
weergegeven op het scherm (afb. v).
1 Schakel de luchtzuiveraar uit en
haal de stekker uit het stopcontact.
2 Trek het onderste deel van het
voorpaneel en til dit voorzichtig
op om dit te verwijderen van de
luchtzuiveraar (afb. c).
3 Druk het uitsteeksel omlaag (1) en
trek het voorlter naar u toe (2)
(afb. d).
4 Als het voorlter heel vuil is, kunt u
een zachte borstel gebruiken om
het stof weg te borstelen. Spoel
het voorlter af onder de kraan
(afb. w).
5 Laat het voorfilter goed drogen
voordat u het weer in de
luchtzuiveraar plaatst.
Opmerking
• Zorg ervoor dat het voorfilter volledig
droogt na het schoonmaken, om
te zorgen dat het zo lang mogelijk
meegaat.
• Was uw handen na het aanraken van
het filter.
6 Plaats het voorfilter terug in de
luchtzuiveraar (afb. h).
Opmerking
• Zorg dat de kant met het uitsteeksel
in uw richting wijst, en dat alle haakjes
van het voorfilter op de juiste manier
op de luchtzuiveraar zijn bevestigd.
131NL
Nederlands
6 Het filter
vervangen
Indicator voor vervangen
van het lter
De luchtzuiveraar is voorzien van
een indicator voor het vervangen
van het filter die ervoor zorgt dat
het luchtzuiveringsfilter optimaal
functioneert wanneer het apparaat
in bedrijf is. De filtercode wordt
weergegeven op het scherm als de
filters moeten worden vervangen.
Wanneer de filters niet binnen 14
dagen worden vervangen, zal de
luchtzuiveraar stoppen met werken en
automatisch worden vergrendeld.
De lters vervangen
Opmerking
• De luchtfilters mogen niet worden
afgewassen of hergebruikt.
• Schakel de luchtzuiveraar altijd uit en
haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de filters vervangt.
• Reinig het filter niet met een stofzuiger.
132 NL
Indicatielampje
filterstatus
Actie
A3 wordt
weergegeven
op het scherm
Vervang het
NanoProtect serie
3-filter (FY1410)
C7 wordt
weergegeven
op het scherm
Vervang het
NanoProtect AC-
filter (FY1413)
A3 en C7
worden
afwisselend
weergegeven
op het scherm
Beide filters
vervangen
1 Schakel de luchtzuiveraar uit en
haal de stekker uit het stopcontact.
2 Verwijder het gebruikte luchtfilter
volgens het indicatielampje van de
filterstatus dat wordt weergegeven
op het scherm (afb. y). Gooi het
gebruikte filter weg.
Opmerking
• Raak het geplooide oppervlak van het
filter niet aan en ruik niet aan het filter.
Het filter bevat vervuilende stoffen uit
de lucht.
3 Verwijder al het
verpakkingsmateriaal van het
nieuwe filter (afb. f).
4 Plaats de nieuwe lters in de
luchtzuiveraar (afb. g).
5 Steek de stekker van de
luchtzuiveraar in het stopcontact.
6 Houd de 3 seconden ingedrukt
om de levensduurteller van het filter
te resetten (afb. z).
7 Was uw handen na het vervangen
van een lter.
Resetknop lter
U kunt de filters ook vervangen als
er geen filtervervangingscode wordt
weergegeven op het scherm. Nadat
u het filter hebt vervangen, moet
u de levensduurteller van het filter
handmatig resetten.
1 Houd en gelijktijdig
3 seconden ingedrukt om de modus
voor het resetten van het filter te
activeren (afb. {).
» Code (A3) van het NanoProtect
serie 3-filter wordt
weergegeven op het scherm.
2 Houd 3 seconden ingedrukt
om de fabrieksinstellingen van
de levensduurteller van het
NanoProtect serie 3-filter te
herstellen (afb.z).
3 Code (C7) van het NanoProtect
AC-filter wordt weergegeven op het
scherm nadat de levensduurteller
van het NanoProtect serie 3-filter is
gereset (afb. |).
4 Houd 3 seconden ingedrukt
om de fabrieksinstellingen van
de levensduurteller van het
NanoProtect AC-lter te herstellen
en de resetmodus af te sluiten
(afb. }).
133NL
Nederlands
7 Opbergen
1 Schakel de luchtzuiveraar uit en
haal de stekker uit het stopcontact.
2 Maak de luchtzuiveraar, de
luchtkwaliteitsensor en het
voorfilter schoon (zie het hoofdstuk
'Schoonmaken').
3 Laat alle onderdelen goed drogen
voordat u ze opbergt.
4 Wikkel het filter en het voorfilter
apart in luchtdichte plastic zakken.
5 Bewaar de luchtzuiveraar, het filter
en het voorfilter op een koele,
droge plek.
6 Was uw handen altijd grondig na
hantering van de filters.
8 Problemen oplossen
Dit hoofdstuk behandelt in het kort de problemen die u kunt tegenkomen tijdens het
gebruik van uw luchtzuiveraar. Als u er niet in slaagt het probleem op te lossen met
behulp van de onderstaande informatie, ga dan naar www.philips.com/support of
neem contact op met het Consumer Care Center in uw land.
Probleem Mogelijke oplossing
De luchtzuiveraar
werkt niet, hoewel
deze wel is
ingeschakeld en
de stekker in het
stopcontact zit.
• Probeer een ander stopcontact of controleer de
muurschakelaar.
• De filtercode wordt weergegeven door het indicatielampje
van de filterstatus. Vervang het desbetreffende filter en
reset de levensduurteller van het filter (zie het hoofdstuk
Het filter vervangen).
• Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact
op met het Consumer Care Centre in uw land.
De luchtzuiveraar
werkt niet, terwijl
deze wel is
ingeschakeld.
• De filtervervangingsindicator brandt al een tijd, maar
u hebt het bijbehorende filter niet vervangen. Nu is de
luchtzuiveraar vergrendeld. Vervang in dit geval het filter
en reset de levensduurteller van het filter.
De luchtzuiveraar
gaat onbedoeld
uit.
• De luchtzuiveraar herstart automatisch en schakelt de
eerder geopende modus in wanneer het weer stroom
heeft.
De luchtstroom
afkomstig uit de
luchtuitlaat is
aanzienlijk zwakker
dan voorheen.
• Het voorfilter is vuil. Maak het voorfilter schoon (zie het
hoofdstuk 'Schoonmaken').
De luchtkwaliteit
wordt niet beter,
ook niet als de
luchtzuiveraar
al lange tijd is
ingeschakeld.
• Eén van de filters is niet in de luchtzuiveraar geplaatst,
of het filter is niet correct geplaatst. Zorg dat alle filters
correct zijn geplaatst in de volgende volgorde, te beginnen
met het binnenste filter:
1) NanoProtect serie 3-filter (FY1410);
2) NanoProtect AC-filter (FY1413); 3) voorfilter.
De luchtkwaliteitsensor is vochtig. Zorg dat de
luchtkwaliteitsensor schoon en droog is (zie het hoofdstuk
'Schoonmaken').
134 NL
Probleem Mogelijke oplossing
De kleur van de
luchtkwaliteitsindi-
cator blijft ongewi-
jzigd.
• De luchtkwaliteitsensor is verontreinigd. Maak de
luchtkwaliteitsensor schoon (zie het hoofdstuk
'Schoonmaken').
De luchtzuiveraar
produceert een
onaangename
geur.
• De eerste paar keer dat u de luchtzuiveraar gebruikt,
komt er mogelijk een geur van plastic vrij. Dit is normaal.
De luchtzuiveraar kan ook een onaangename geur
verspreiden wanneer het filter vuil is. Maak in dit geval het
desbetreffende filter schoon of vervang het.
• Als de luchtzuiveraar een brandlucht verspreidt, schakelt u
het apparaat uit en haalt u de stekker uit het stopcontact.
Neem contact op met het Consumer Care Centre in uw
land.
De luchtzuiveraar
maakt te veel
geluid.
• Als de luchtzuiveraar te veel geluid maakt, kunt u de
snelheid van de ventilator lager zetten. Wanneer u de
luchtzuiveraar 's nachts in een slaapkamer gebruikt,
kies dan de nachtsensormodus of selecteer een lagere
ventilatorsnelheid.
De luchtzuiveraar
blijft aangeven
dat ik een lter
moet vervangen,
maar dat heb ik al
gedaan.
• Mogelijk hebt u de levensduurteller van het filter niet
gereset. Steek de stekker in het stopcontact, druk op
om de luchtzuiveraar in te schakelen en houd de
3 seconden ingedrukt.
Foutmelding
'E1', 'E2', 'E3'
of 'E4' wordt
op het scherm
weergegeven.
• De luchtzuiveraar functioneert niet goed. Neem contact op
met het Consumer Care Centre in uw land.
135NL
Nederlands
136 NL
10 Kennisgevingen
Elektromagnetische
velden (EMV)
Dit Philips-apparaat voldoet aan alle
toepasbare richtlijnen en voorschriften
met betrekking tot blootstelling aan
elektromagnetische velden.
Naleving van norm voor
elektromagnetische velden
(EMF)
Koninklijke Philips N.V. maakt en
verkoopt vele consumentenproducten
die net als andere elektronische
apparaten elektromagnetische signalen
kunnen uitstralen en ontvangen.
Een van de belangrijkste zakelijke
principes van Philips is ervoor te zorgen
dat al onze producten voldoen aan alle
geldende vereisten inzake gezondheid
en veiligheid en ervoor te zorgen dat
onze producten ruimschoots voldoen
aan de EMF-normen die gelden op het
ogenblik dat onze producten worden
vervaardigd.
Philips streeft ernaar geen producten te
ontwikkelen, te maken en op de markt
te brengen die schadelijk kunnen zijn
voor de gezondheid. Philips bevestigt
dat als zijn producten correct voor het
daartoe bestemde gebruik worden
aangewend, deze volgens de nieuwste
wetenschappelijke onderzoeken op het
moment van de publicatie van deze
handleiding veilig zijn om te gebruiken.
9 Garantie en
service
Als u informatie nodig hebt of als u een
probleem hebt, gaat u naar de Philips-
website op www.philips.com of neemt
u contact op met het Philips Consumer
Care Centre in uw land (u vindt het
telefoonnummer in het 'worldwide
guarantee'-vouwblad). Als er geen
Consumer Care Centre in uw land is, ga
dan naar uw Philips-dealer.
Onderdelen of
accessoires bestellen
Als u een onderdeel moet vervangen
of als u een extra onderdeel wilt kopen,
kunt u contact opnemen met uw
Philips-dealer of gaat u naar
www.philips.com/support.
Als u problemen hebt bij het bestellen
van onderdelen, neem dan contact op
met het Philips Consumer Care Centre
in uw land (u vindt het telefoonnummer
in het 'worldwide guarantee'-
vouwblad).
137NL
Nederlands
Philips speelt een actieve rol in de
ontwikkeling van internationale EMV-
en veiligheidsnormen, wat Philips in
staat stelt in te spelen op toekomstige
normen en deze tijdig te integreren in
zijn producten.
Recycling
Dit symbool betekent dat dit product
niet met het gewone huishoudelijke
afval mag worden weggegooid
(2012/19/EU).
Volg de geldende regels in uw land
voor de gescheiden inzameling van
elektrische en elektronische producten.
Als u correct verwijdert, voorkomt u
negatieve gevolgen voor het milieu en
de volksgezondheid.

Documenttranscriptie

1 2 A B AC1215 C I D H J E © 2017 Koninklijke Philips N.V. All rights reserved. 4241 210 93082 EN User manual DA 1 FR Mode d’emploi 85 Brugervejledning17 IT Manuale utente 103 DE Benutzerhandbuch33 NL Gebruiksaanwijzing121 ES Manual del usuario 51 NO Brukerhåndbok139 FI Käyttöopas69 SV Användarhandbok155 F G K L M N Inhoud 1 Belangrijk   2 Uw luchtreiniger   Productoverzicht   Overzicht van knoppen   3 Aan de slag   Het filter installeren   4 De luchtzuiveraar gebruiken   De luchtkwaliteitsindicator   In- en uitschakelen   De ventilatorsnelheid wijzigen   Lichtsensor   Nachtsensormodus   Het kinderslot instellen   5 Schoonmaken   122 125 125 125 126 126 9 Garantie en service   136 Onderdelen of accessoires bestellen   136 10 Kennisgevingen   136 Elektromagnetische velden (EMV)   Recycling   136 137 127 127 127 128 128 128 129 130 De behuizing van de luchtzuiveraar reinigen   130 De luchtkwaliteitsensor reinigen  130 Het voorfilter schoonmaken   131 Indicator voor vervangen van het filter   De filters vervangen   Resetknop filter   132 132 132 133 7 Opbergen   133 8 Problemen oplossen   134 Ne de rl an ds 6 Het filter vervangen   NL 121 1 Belangrijk Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar de gebruiksaanwijzing om deze zo nodig later te kunnen raadplegen. Gevaar • Zorg ervoor dat er geen ontvlambare schoonmaakmiddelen, water of andere vloeistoffen in het apparaat komen. Zo voorkomt u elektrische schokken en/of brandgevaar. • Maak het apparaat niet schoon met (ontvlambare) schoonmaakmiddelen, water of andere vloeistoffen. Zo voorkomt u elektrische schokken en/of brandgevaar. • Spuit geen brandbare materialen zoals insecticiden of parfum rond het apparaat. Waarschuwing • Controleer of het voltage dat wordt aangegeven op het apparaat overeenkomt met de plaatselijke 122 NL • • • netspanning voordat u het apparaat aansluit. Indien het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door Philips, een door Philips geautoriseerd servicecentrum of personen met vergelijkbare kwalificaties om gevaar te voorkomen. Gebruik het apparaat niet als de stekker, het netsnoer of het apparaat zelf beschadigd is. Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke capaciteiten of weinig ervaring en kennis, mits zij toezicht of instructie hebben ontvangen aangaande veilig gebruik van het apparaat, en zij de gevaren van het gebruik begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mogen niet zonder • Let op • Dit apparaat is geen vervanging voor goede ventilatie, regelmatig stofzuigen of het gebruik van een afzuigkap of ventilator tijdens het koken. • Als het stopcontact niet goed is gemonteerd, wordt de stekker van het apparaat warm. Steek de stekker van het apparaat in een correct gemonteerd stopcontact. • Plaats en gebruik het apparaat altijd op een droge, stabiele, vlakke en horizontale ondergrond. • • • • • • • Laat minimaal 20 cm vrij achter en aan beide zijden van het apparaat. Laat boven het apparaat minimaal 30 cm vrij. Plaats geen voorwerpen op het apparaat. Ga niet op het apparaat zitten of staan. Zitten of staan op het apparaat kan leiden tot verwondingen. Plaats het apparaat niet direct onder een airconditioning. Zo voorkomt u dat er condensdruppels op het apparaat terechtkomen. Zorg dat alle filters correct zijn geplaatst voordat u het apparaat inschakelt. Gebruik alleen oorspronkelijke, speciaal voor dit apparaat bestemde filters van Philips. Gebruik geen andere filters. Verbranding van het filter kan leiden tot levensgevaarlijke situaties voor uzelf en/of anderen. Gebruik het filter niet als brandstof of voor soortgelijke doeleinden. NL 123 Ne de rl an ds • toezicht door kinderen worden uitgevoerd. De luchtinlaat en -uitlaat mogen niet worden geblokkeerd. Leg dus geen voorwerpen boven op de luchtuitlaat of voor de luchtinlaat. Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen in het apparaat komen via de luchtuitlaat. • • • • • Stoot niet met harde voorwerpen tegen het apparaat (dit geldt in het bijzonder voor de luchtinlaat en -uitlaat). Gebruik altijd het handvat aan de achterkant van het apparaat om het apparaat op te tillen of te verplaatsen. Steek geen vingers of objecten in de luchtinlaat of -uitlaat om lichamelijk letsel of schade aan het apparaat te voorkomen. Gebruik dit apparaat niet als u insectenwerende middelen hebt gebruikt die rook verspreiden of in ruimten waar zich olieresten bevinden, waar wierook wordt gebrand of waar chemische dampen hangen. Gebruik het apparaat niet in de buurt van apparaten die op gas werken, verwarmingsapparatuur of open haarden. 124 NL • • • • • Haal altijd de stekker uit het stopcontact na gebruik en voordat u het apparaat schoonmaakt, de filters vervangt of ander onderhoud uitvoert. Gebruik het apparaat niet in een ruimte waar zich grote temperatuurverschillen voordoen, omdat hierdoor condens in het apparaat kan ontstaan. Plaats het apparaat op ten minste 2 meter afstand van elektrische apparaten die radiogolven ontvangen (bijvoorbeeld TV's, radio's en radiografische klokken) om storingen te voorkomen. Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik bij normale gebruiksomstandigheden. Gebruik het apparaat niet in vochtige ruimten of in ruimten met een hoge temperatuur, zoals een badkamer, toilet of keuken. • • • Koolmonoxide (CO) en radon (Rn) worden niet door dit apparaat verwijderd. Het apparaat kan niet als beveiliging worden gebruikt bij ongevallen met verbrandingsprocessen of gevaarlijke chemicaliën. Verwijder eerst de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat verplaatst. Verplaats het apparaat niet door aan het snoer te trekken. Was uw handen altijd grondig nadat u een filter hebt vervangen of gereinigd. 2 Uw luchtreiniger Gefeliciteerd met uw aankoop en welkom bij Philips! Als u volledig wilt profiteren van de ondersteuning die Philips biedt, kunt u uw product registreren op www.philips.com/welcome. Productoverzicht A Bedieningspaneel B Luchtkwaliteitsindicator C Luchtuitlaat D Luchtkwaliteitssensor E NanoProtect serie 3-filter (FY1410) F NanoProtect AC-filter (FY1413) G Voorfilter H Luchtinlaat I Voorpaneel Overzicht van knoppen J Aan-uitknop K Knop voor nachtsensormodus L Scherm M Knop voor ventilatorsnelheid N Kinderslotknop Ne de rl an ds • NL 125 3 Aan de slag Het filter installeren Opmerking •• Zorg ervoor dat de luchtzuiveraar niet op het stopcontact is aangesloten voordat u het filter plaatst. •• Zorg dat de kant van de filter met het label in uw richting wijst. 1 2 3 4 5 6 Trek het onderste deel van het voorpaneel en til dit voorzichtig op om dit te verwijderen van de luchtzuiveraar (afb. c). Druk het uitsteeksel omlaag (1) en trek het voorfilter naar u toe (2) (afb. d). Verwijder alle filters (afb. e). Verwijder alle verpakkingsmaterialen van het filter (afb. f). Plaats eerst het dikke filter (FY1410) in de luchtzuiveraar en vervolgens het dunne AC-filter (FY1413) (afb. g). De modelnummers zijn weergegeven op elk filter. Plaats het voorfilter terug in de luchtzuiveraar (afb. h). Opmerking •• Zorg dat de kant met het uitsteeksel in uw richting wijst, en dat alle haakjes van het voorfilter op de juiste manier op de luchtreiniger zijn bevestigd. 126 NL 7 8 Plaats het voorpaneel terug door de bovenkant van het paneel op de bovenkant van de luchtzuiveraar te drukken (1). Druk vervolgens zachtjes het paneel tegen de luchtzuiveraar (2) aan (afb. i). Was uw handen grondig nadat u de filters hebt geplaatst. 4 De luchtzuiveraar gebruiken 1 2 Luchtkwaliteitsniveau Blauw Goed Blauw-violet Fair Rood-paars Slecht Rood Zeer slecht De luchtkwaliteitsindicator gaat automatisch branden wanneer de luchtzuiveraar wordt ingeschakeld en brandt achtereenvolgens in alle kleuren. Na circa 30 seconden selecteren de luchtkwaliteitssensoren de kleur die overeenkomt met de luchtkwaliteit en luchtdeeltjes van de omgeving. In- en uitschakelen Druk op om de luchtzuiveraar in te schakelen (afb. j). »» De luchtzuiveraar piept. »» De luchtzuiveraar staat standaard in de automatische modus. »» Op het scherm wordt " " weergegeven wanneer de luchtzuiveraar opwarmt. De luchtkwaliteitsindicator Kleur luchtkwaliteitsindicator Steek de stekker van de luchtzuiveraar in het stopcontact. »» Nadat de luchtkwaliteitsensor de luchtkwaliteit ongeveer 30 seconden heeft gemeten, selecteert deze automatisch de lichtkleur die bij de luchtkwaliteit hoort. 3 Houd 3 seconden ingedrukt om de luchtzuiveraar uit te schakelen. Opmerking •• Als de luchtzuiveraar op het stopcontact blijft aangesloten wanneer deze is uitgeschakeld, onthoudt de luchtzuiveraar de instellingen wanneer deze weer wordt ingeschakeld. •• De luchtzuiveraar start automatisch opnieuw op als deze per ongeluk wordt uitgeschakeld, en werkt volgens de vorige instellingen wanneer het apparaat weer van stroom wordt voorzien. Opmerking Ne de rl an ds •• Plaats de luchtzuiveraar altijd op een stabiele, horizontale en vlakke ondergrond met de voorzijde van het apparaat van muren of meubels af gericht. •• Sluit deuren en ramen voor optimale zuiveringsprestaties. •• Zorg ervoor dat er geen gordijnen in de omgeving van de luchtinlaat of luchtuitlaat hangen. NL 127 De ventilatorsnelheid wijzigen Er zijn verschillende ventilatorsnelheden beschikbaar. U kunt de automatische modus, snelheid 1, 2, 3 of turbomodus (t) kiezen. Automatisch (A) • Tik herhaaldelijk op de knop voor de ventilatorsnelheid om de automatische modus te selecteren (afb. k). Allergeenmodus De speciaal ontworpen allergeenmodus kan veelvoorkomende allergenen doeltreffend beperken, zoals pollen en huidschilfers van huisdieren. • Druk op de knop voor de ventilatorsnelheid om de allergeenmodus te selecteren (afb. l). »» Auto (A) en worden op het scherm weergegeven. Handmatig • Druk herhaaldelijk op de knop voor de ventilatorsnelheid om de gewenste ventilatorsnelheid te selecteren (afb. m). Turbo (t) In de turbomodus werkt de luchtzuiveraar op de hoogste snelheid. • Druk op de ventilatorsnelheidsknop om de turbomodus (t) te kiezen (afb. n). 128 NL Lichtsensor Met de lichtsensor kan de luchtzuiveraar werken volgens het omgevingslicht. Als het omgevingslicht 10 seconden wordt gedimd, gaan alle lampjes op het bedieningspaneel langzaam uit. Tijdens deze periode kunt u elke knop aanraken om de lampjes weer aan te zetten. Als u geen andere handelingen uitvoert binnen 10 seconden, gaan alle lampjes uit. Als het omgevingslicht ten minste 10 seconden oplicht, gaan alle lampjes weer aan. Nachtsensormodus U kunt de nachtsensormodus op twee manieren activeren. De nachtsensormodus handmatig activeren • Druk voordat u gaat slapen op om de nachtsensormodus handmatig te activeren (afb. o). »» Als de luchtkwaliteitsindicator blauw is, schakelt de luchtzuiveraar direct over op de nachtsensormodus. De luchtzuiveraar werkt heel stil en de luchtkwaliteitsindicator wordt gedimd. »» Als de luchtkwaliteitsindicator niet blauw is, staat de luchtzuiveraar maximaal 10 minuten in turbomodus. De luchtkwaliteitsindicator knippert langzaam en schakelt daarna over op de nachtsensormodus. Wanneer de luchtzuiveraar in de automatische modus of de allergeenmodus staat, schakelt de luchtzuiveraar automatisch over naar de NightSense-modus als de lichtsensor detecteert dat de lampen in uw kamer uit zijn. De luchtzuiveraar past de ventilatorsnelheid in realtime aan om ervoor te zorgen dat de lucht in uw kamer schoon is. Opmerking •• De lichtsensor detecteert de lampen in uw kamer nadat het apparaat 11 uur in de nachtsensormodus heeft gestaan. •• De luchtzuiveraar sluit de nachtsensormodus af en schakelt de vorige modus in als de lampen in uw kamer aan staan. De luchtkwaliteitsindicator en het display staan dan weer aan. •• Druk op de knop of om de nachtsensormodus handmatig af te sluiten. Het kinderslot instellen 1 Houd de kinderslotknop 3 seconden ingedrukt om het kinderslot in te schakelen (afb. p). »» Het kinderslotpictogram wordt weergegeven op het scherm. »» Wanneer het kinderslot is ingeschakeld, reageren alle andere knoppen niet. Alleen het kinderslotpictogram knippert. 2 Houd de kinderslotknop opnieuw 3 seconden ingedrukt om het kinderslot uit te schakelen (afb. q). »» Het kinderslotpictogram verdwijnt. Opmerking •• De kinderslotfunctie wordt automatisch ontgrendeld als de code voor het schoonmaken van het voorfilter of de code voor filtervervanging wordt weergegeven op het scherm. Ne de rl an ds De nachtsensormodus automatisch activeren NL 129 5 Schoonmaken Opmerking •• Schakel de luchtzuiveraar altijd uit en haal de stekker van de luchtzuiveraar uit het stopcontact voordat u deze schoonmaakt. •• Dompel de luchtzuiveraar nooit in water of een andere vloeistof. •• Reinig de luchtzuiveraar nooit met schurende, agressieve of ontvlambare schoonmaakmiddelen, zoals bleek of alcohol. •• Alleen het voorfilter mag worden afgewassen. Het luchtfilter mag niet worden afgewassen. •• Probeer de filters of de luchtkwaliteitsensor niet te reinigen met een stofzuiger. De behuizing van de luchtzuiveraar reinigen Reinig regelmatig de binnen- en buitenkant van de luchtzuiveraar om ophoping van stof te voorkomen. 1 2 3 Gebruikt een zachte, droge doek voor het schoonmaken van zowel de binnen- als buitenkant van de luchtzuiveraar (met name voor de afdekplaat). U kunt de luchtuitlaat ook schoonmaken met een droge, zachte doek. Verwijder de afdekplaat van de luchtzuiveraar en spoel deze af onder de kraan. De luchtkwaliteitsensor reinigen Reinig de luchtkwaliteitssensor om de 2 maanden om de luchtreiniger optimaal te laten functioneren. Opmerking •• Als de luchtzuiveraar in een stoffige omgeving wordt gebruikt, moet het apparaat mogelijk vaker worden gereinigd. •• Als de luchtvochtigheid in de kamer erg hoog is, kan condensatie ontstaan op de luchtkwaliteitsensor, waardoor het lampje kan duiden op een slechte luchtkwaliteit, terwijl de luchtkwaliteit in feite goed is. Als dit het geval is, maakt u de luchtkwaliteitsensor schoon of gebruikt u de luchtzuiveraar met een handmatig ingestelde snelheidsstand. 1 2 3 4 5 6 Schakel de luchtzuiveraar uit en haal de stekker uit het stopcontact. Maak de inlaat en de uitlaat van de luchtkwaliteitsensor schoon met een zachte borstel (afb. r). Verwijder het klepje van de luchtkwaliteitsensor (afb. s). Reinig de luchtkwaliteitsensor, de stofinlaat en de stofuitlaat met een vochtig wattenstaafje (afb. t). Droog alle onderdelen grondig met een droog wattenstaafje. Plaats het klepje van de luchtkwaliteitsensor terug (afb. u). Opmerking •• Zorg ervoor dat het klepje van de luchtkwaliteitsensor altijd is gesloten als de luchtzuiveraar in werking is. 130 NL Het voorfilter schoonmaken 7 Maak het voorfilter schoon als F0 wordt weergegeven op het scherm (afb. v). 1 2 3 4 5 Schakel de luchtzuiveraar uit en haal de stekker uit het stopcontact. 8 Trek het onderste deel van het voorpaneel en til dit voorzichtig op om dit te verwijderen van de luchtzuiveraar (afb. c). 9 Druk het uitsteeksel omlaag (1) en trek het voorfilter naar u toe (2) (afb. d). Druk de bovenkant van het paneel op de bovenkant van de luchtzuiveraar (1) om het voorpaneel terug te plaatsen. Druk vervolgens zachtjes het paneel tegen de luchtzuiveraar (2) aan (afb. i). Steek de stekker van de luchtzuiveraar in het stopcontact. Houd de 3 seconden ingedrukt om de schoonmaaktijd van het voorfilter te resetten (afb. x). 10 Was uw handen grondig nadat u de filters hebt geplaatst. Als het voorfilter heel vuil is, kunt u een zachte borstel gebruiken om het stof weg te borstelen. Spoel het voorfilter af onder de kraan (afb. w). Laat het voorfilter goed drogen voordat u het weer in de luchtzuiveraar plaatst. Opmerking •• Zorg ervoor dat het voorfilter volledig droogt na het schoonmaken, om te zorgen dat het zo lang mogelijk meegaat. •• Was uw handen na het aanraken van het filter. 6 Plaats het voorfilter terug in de luchtzuiveraar (afb. h). Opmerking Ne de rl an ds •• Zorg dat de kant met het uitsteeksel in uw richting wijst, en dat alle haakjes van het voorfilter op de juiste manier op de luchtzuiveraar zijn bevestigd. NL 131 6 Het filter vervangen Indicator voor vervangen van het filter De luchtzuiveraar is voorzien van een indicator voor het vervangen van het filter die ervoor zorgt dat het luchtzuiveringsfilter optimaal functioneert wanneer het apparaat in bedrijf is. De filtercode wordt weergegeven op het scherm als de filters moeten worden vervangen. Wanneer de filters niet binnen 14 dagen worden vervangen, zal de luchtzuiveraar stoppen met werken en automatisch worden vergrendeld. Indicatielampje Actie filterstatus A3 wordt weergegeven op het scherm Vervang het NanoProtect serie 3-filter (FY1410) C7 wordt weergegeven op het scherm Vervang het NanoProtect ACfilter (FY1413) A3 en C7 worden afwisselend weergegeven op het scherm Beide filters vervangen 1 2 De filters vervangen •• Raak het geplooide oppervlak van het filter niet aan en ruik niet aan het filter. Het filter bevat vervuilende stoffen uit de lucht. 3 4 5 6 7 132 NL Verwijder het gebruikte luchtfilter volgens het indicatielampje van de filterstatus dat wordt weergegeven op het scherm (afb. y). Gooi het gebruikte filter weg. Opmerking Opmerking •• De luchtfilters mogen niet worden afgewassen of hergebruikt. •• Schakel de luchtzuiveraar altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de filters vervangt. •• Reinig het filter niet met een stofzuiger. Schakel de luchtzuiveraar uit en haal de stekker uit het stopcontact. Verwijder al het verpakkingsmateriaal van het nieuwe filter (afb. f). Plaats de nieuwe filters in de luchtzuiveraar (afb. g). Steek de stekker van de luchtzuiveraar in het stopcontact. Houd de 3 seconden ingedrukt om de levensduurteller van het filter te resetten (afb. z). Was uw handen na het vervangen van een filter. Resetknop filter U kunt de filters ook vervangen als er geen filtervervangingscode wordt weergegeven op het scherm. Nadat u het filter hebt vervangen, moet u de levensduurteller van het filter handmatig resetten. 2 3 4 Houd en gelijktijdig 3 seconden ingedrukt om de modus voor het resetten van het filter te activeren (afb. {). »» Code (A3) van het NanoProtect serie 3-filter wordt weergegeven op het scherm. Houd 3 seconden ingedrukt om de fabrieksinstellingen van de levensduurteller van het NanoProtect serie 3-filter te herstellen (afb.z). 1 2 3 4 5 6 Opbergen Schakel de luchtzuiveraar uit en haal de stekker uit het stopcontact. Maak de luchtzuiveraar, de luchtkwaliteitsensor en het voorfilter schoon (zie het hoofdstuk 'Schoonmaken'). Laat alle onderdelen goed drogen voordat u ze opbergt. Wikkel het filter en het voorfilter apart in luchtdichte plastic zakken. Bewaar de luchtzuiveraar, het filter en het voorfilter op een koele, droge plek. Was uw handen altijd grondig na hantering van de filters. Code (C7) van het NanoProtect AC-filter wordt weergegeven op het scherm nadat de levensduurteller van het NanoProtect serie 3-filter is gereset (afb. |). Houd 3 seconden ingedrukt om de fabrieksinstellingen van de levensduurteller van het NanoProtect AC-filter te herstellen en de resetmodus af te sluiten (afb. }). Ne de rl an ds 1 7 NL 133 8 Problemen oplossen Dit hoofdstuk behandelt in het kort de problemen die u kunt tegenkomen tijdens het gebruik van uw luchtzuiveraar. Als u er niet in slaagt het probleem op te lossen met behulp van de onderstaande informatie, ga dan naar www.philips.com/support of neem contact op met het Consumer Care Center in uw land. Probleem Mogelijke oplossing • De luchtzuiveraar werkt niet, hoewel deze wel is ingeschakeld en de stekker in het stopcontact zit. • • Probeer een ander stopcontact of controleer de muurschakelaar. De filtercode wordt weergegeven door het indicatielampje van de filterstatus. Vervang het desbetreffende filter en reset de levensduurteller van het filter (zie het hoofdstuk Het filter vervangen). Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met het Consumer Care Centre in uw land. De luchtzuiveraar werkt niet, terwijl deze wel is ingeschakeld. • De filtervervangingsindicator brandt al een tijd, maar u hebt het bijbehorende filter niet vervangen. Nu is de luchtzuiveraar vergrendeld. Vervang in dit geval het filter en reset de levensduurteller van het filter. De luchtzuiveraar gaat onbedoeld uit. • De luchtzuiveraar herstart automatisch en schakelt de eerder geopende modus in wanneer het weer stroom heeft. De luchtstroom afkomstig uit de • luchtuitlaat is aanzienlijk zwakker dan voorheen. • De luchtkwaliteit wordt niet beter, ook niet als de luchtzuiveraar al lange tijd is ingeschakeld. 134 NL Het voorfilter is vuil. Maak het voorfilter schoon (zie het hoofdstuk 'Schoonmaken'). Eén van de filters is niet in de luchtzuiveraar geplaatst, of het filter is niet correct geplaatst. Zorg dat alle filters correct zijn geplaatst in de volgende volgorde, te beginnen met het binnenste filter: 1) NanoProtect serie 3-filter (FY1410); 2) NanoProtect AC-filter (FY1413); 3) voorfilter. De luchtkwaliteitsensor is vochtig. Zorg dat de luchtkwaliteitsensor schoon en droog is (zie het hoofdstuk 'Schoonmaken'). De kleur van de luchtkwaliteitsindicator blijft ongewijzigd. De luchtzuiveraar produceert een onaangename geur. Mogelijke oplossing • De luchtkwaliteitsensor is verontreinigd. Maak de luchtkwaliteitsensor schoon (zie het hoofdstuk 'Schoonmaken'). • De eerste paar keer dat u de luchtzuiveraar gebruikt, komt er mogelijk een geur van plastic vrij. Dit is normaal. De luchtzuiveraar kan ook een onaangename geur verspreiden wanneer het filter vuil is. Maak in dit geval het desbetreffende filter schoon of vervang het. Als de luchtzuiveraar een brandlucht verspreidt, schakelt u het apparaat uit en haalt u de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met het Consumer Care Centre in uw land. • • Als de luchtzuiveraar te veel geluid maakt, kunt u de snelheid van de ventilator lager zetten. Wanneer u de luchtzuiveraar 's nachts in een slaapkamer gebruikt, kies dan de nachtsensormodus of selecteer een lagere ventilatorsnelheid. • Mogelijk hebt u de levensduurteller van het filter niet gereset. Steek de stekker in het stopcontact, druk op om de luchtzuiveraar in te schakelen en houd de 3 seconden ingedrukt. • De luchtzuiveraar functioneert niet goed. Neem contact op met het Consumer Care Centre in uw land. De luchtzuiveraar maakt te veel geluid. De luchtzuiveraar blijft aangeven dat ik een filter moet vervangen, maar dat heb ik al gedaan. Foutmelding 'E1', 'E2', 'E3' of 'E4' wordt op het scherm weergegeven. Ne de rl an ds Probleem NL 135 9 Garantie en service Als u informatie nodig hebt of als u een probleem hebt, gaat u naar de Philipswebsite op www.philips.com of neemt u contact op met het Philips Consumer Care Centre in uw land (u vindt het telefoonnummer in het 'worldwide guarantee'-vouwblad). Als er geen Consumer Care Centre in uw land is, ga dan naar uw Philips-dealer. Onderdelen of accessoires bestellen Als u een onderdeel moet vervangen of als u een extra onderdeel wilt kopen, kunt u contact opnemen met uw Philips-dealer of gaat u naar www.philips.com/support. Als u problemen hebt bij het bestellen van onderdelen, neem dan contact op met het Philips Consumer Care Centre in uw land (u vindt het telefoonnummer in het 'worldwide guarantee'vouwblad). 10 Kennisgevingen Elektromagnetische velden (EMV) Dit Philips-apparaat voldoet aan alle toepasbare richtlijnen en voorschriften met betrekking tot blootstelling aan elektromagnetische velden. Naleving van norm voor elektromagnetische velden (EMF) Koninklijke Philips N.V. maakt en verkoopt vele consumentenproducten die net als andere elektronische apparaten elektromagnetische signalen kunnen uitstralen en ontvangen. Een van de belangrijkste zakelijke principes van Philips is ervoor te zorgen dat al onze producten voldoen aan alle geldende vereisten inzake gezondheid en veiligheid en ervoor te zorgen dat onze producten ruimschoots voldoen aan de EMF-normen die gelden op het ogenblik dat onze producten worden vervaardigd. Philips streeft ernaar geen producten te ontwikkelen, te maken en op de markt te brengen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Philips bevestigt dat als zijn producten correct voor het daartoe bestemde gebruik worden aangewend, deze volgens de nieuwste wetenschappelijke onderzoeken op het moment van de publicatie van deze handleiding veilig zijn om te gebruiken. 136 NL Philips speelt een actieve rol in de ontwikkeling van internationale EMVen veiligheidsnormen, wat Philips in staat stelt in te spelen op toekomstige normen en deze tijdig te integreren in zijn producten. Recycling Dit symbool betekent dat dit product niet met het gewone huishoudelijke afval mag worden weggegooid (2012/19/EU). Ne de rl an ds Volg de geldende regels in uw land voor de gescheiden inzameling van elektrische en elektronische producten. Als u correct verwijdert, voorkomt u negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. NL 137
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174

Philips AC1215/10 Handleiding

Categorie
Luchtreinigers
Type
Handleiding