NL
HANDLEIDING
•
T90
45
5. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt.
De programma’s P7 en P8 zijn gebaseerd op de
hartslagfunctie. Programma P7 duurt 15 minuten
en is vooral bedoeld als opwarmprogramma voor het
begin van een andere training. Programma P8 duurt 30
minuten en is bedoeld als aerobische basistraining.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
bij het door u gewenste programma (P7-P8) brandt.
Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
2. Selecteer met de pijltoetsen de hartslagmodel.
3. Druk op de START-toets om de training te beginnen.
Tijdens de training kunt u het hartslagniveau met de
pijltoetsen veranderen.
4. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u
de onderbroken training voortzetten door de START-
toets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop
te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het
display toont de gegevens over de geleverde prestatie en
gaat terug in de startmodus.
5. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt.
De programma’s P9-P11 hebben een verschillende
moeilijkheidsgraad. De snelheid en de helling zijn
voorgeprogrammeerd. U kunt de snelheid naar believen
instellen. Voor de trainingslengte kunt u kiezen uit
trainingstijd of trainingsafstand.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
bij het door u gewenste programma (P9-P11) brandt.
Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
2. Stel de afstand / tijd van het profiel in. Met de
SELECT-knop kunt u naar de volgende instelwaarde.
U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen
(grenswaarden tussen 10 minuten - 0:10 - en 3 uur - 3:
00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km – 42
km, de schaaleenheid bedraagt 1 km).
3. Druk de START-toets in: de training begint
en de loopmat zet zich in beweging. U kunt het
snelheidsniveau van het profiel telkens met 1 % naar
boven of naar beneden op schaal aanpassen. Als u
tijdens de training op SELECT drukt, komen op het
monitor de snelheids- en hellingsprofielen te staan.
4. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u
de onderbroken training voortzetten door de START-
toets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop
te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het
display toont de gegevens over de geleverde prestatie en
gaat terug in de startmodus.
5. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt.
Progamma P12 is een soort intervaltraining, waarbij u
tijdens de training de afstand en de duur van de training
kunt instellen en de snelheid van de loopmat zelf kunt
regelen.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
bij het door u gewenste programma (P12) brandt. Met
de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
2. Stel de afstand / tijd van het profiel in. Met de
SELECT-knop kunt u naar de volgende instelwaarde.
U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen
(grenswaarden tussen 10 minuten - 0:10 - en 3 uur - 3:
00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km – 42
km, de schaaleenheid bedraagt 1 km).
3. Druk de START-toets in: de training begint en de
loopmat zet zich in beweging. U kunt uw snelheid
regelen met behulp van de snelheidsregeltoetsen.
4. U kunt een hellingsprofiel kiezen met de pijltoetsen.
5. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u
de onderbroken training voortzetten door de START-
toets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop
te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het
display toont de gegevens over de geleverde prestatie en
gaat terug in de startmodus.
6. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt.
De HRC-programma’s P13-P16 zijn wat het eisenniveau
betreft getrapte hartslaggestuurde trainingsprofielen,
waarbij u de duur van de training zelf kunt instellen.
De hartslaggestuurde programma’s veronderstellen altijd
het gebruik van de borstband. Als de hartslagmeter niet
functioneert, verschijnt er in het tekstveld van de display
de foutmelding CHECK TRANSMITTER. Controleert
u in dat geval of u de gegeven aanwijzingen over het
gebruik van de hartslaggordel op de juiste manier hebt
opgevolgd.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
naast het door u gewenste programma (P13-P16)
brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
2. Selecteer met de pijltoetsen een van de
hartslagmodellen. Druk de ENTER-toets weer in om de
instelling te bevestigen.
3. Stel de afstand / tijd van het profiel in. De laatst
ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay op de
monitor. U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen
(grenswaarden tussen 10 minuten - 0:10 - en 3 uur - 3:
00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km – 42
km, de schaaleenheid bedraagt 1 km). Met de SELECT-
knop kunt u naar de volgende instelwaarde.Druk de
ENTER-toets weer in om de instelling te bevestigen.
4. Druk de START-toets in: de training begint en de
loopmat zet zich in beweging. U kunt het hartslagniveau
van het profiel telkens met 1 % naar boven of naar
beneden op schaal aanpassen.
5. U kunt tijdens de training de topsnelheid van de
loopmat instellen met de snelheidtoetsen.
6. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u
de onderbroken training voortzetten door de START-
toets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop
te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het
display toont de gegevens over de geleverde prestatie en
gaat terug in de startmodus.
7. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt.
t90.indd 45 20.10.2004, 14:21:16