Documenttranscriptie
Italiano
5
English
23
Français
39
Deutsch
57
Español
75
Nederlands
93
Português
111
Ελληνικα
129
Türkçe
147
Česky
165
Slovensky
183
Pуccкий
201
Українська
219
Polski
237
Magyar
255
Latviski
273
Eesti keel
291
Lietuvių k.
309
Română
327
VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES
Beste klant
Hartelijk dank voor uw keuze voor een product van Emak.
Ons netwerk van erkende dealers en werkplaatsen
staat tot uw beschikking voor al uw vragen.
INLEIDING
Om de machine correct te gebruiken en
ongelukken te voorkomen, niet beginnen te
werken zonder deze handleiding zorgvuldig te
hebben gelezen. Hierin vindt u uitleg over de
werking van de verschillende onderdelen plus
aanwijzingen voor noodzakelijke controles en het
bijbehorende onderhoud.
OPMERKING De beschrijvingen en illustraties
in deze handleiding zijn niet strikt bindend.
Het bedrijf behoudt zich het recht voor
eventuele wijzigingen aan te brengen.
Dergelijke wijzigingen verplichten het bedrijf
niet deze handleiding steeds opnieuw bij te
werken.
Naast de bedienings- en onderhoudsinstructies bevat
deze handleiding enkele paragrafen die uw speciale
aandacht vragen. Dergelijke paragrafen zijn
aangegeven met de hieronder beschreven symbolen:
LE T OP: wa n n e e r e r r i s i co b e s t a at o p
ongelukken, persoonlijk (dodelijk) letsel of
ernstige schade.
VOORZICHTIG: wanneer er risico bestaat op
schade aan de machine of onderdelen ervan.
LET OP
GEVAAR VOOR GEHOORSCHADE
ONDER NORMALE GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
KAN DEZE MACHINE DE BEDIENER BLOOTSTELLEN
AAN EEN DAGELIJKS PERSOONLIJK GELUIDSNIVEAU
DAT GELIJK IS AAN OF HOGER IS DAN
85 dB (A)
INHOUD
1. UITLEG VAN DE
VEILIGHEIDSSYMBOLEN____________ 93
2. ONDERDELEN VAN DE
KETTINGZAAG____________________ 93
3. VEILIGHIDSVOORSCHRIFTEN________ 94
4. ZAAGBLAD- EN KETTINGMONTAGE___ 95
5. STARTEN_________________________ 96
6. STOPPEN VAN DE MOTOR___________ 99
7. GEBRUIK_________________________ 99
8. ONDERHOUD_____________________ 102
9. OPSLAG__________________________ 106
10. TECHNISCHE GEGEVENS____________ 107
11. CONFORMITEITS-ERKLARING________ 108
12. GARANTIE BEWIJS_________________ 109
13. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN________ 110
I
GB
1. UITLEG VAN DE
VEILIGHEIDSSYMBOLEN (Afb.1)
1. Lees de gebruikshandleiding alvorens u met
de machine gaat werken.
2. Draag oog, -oor-en hoofdbescherming.
3. Type machine: KETTINGZAAG
4. Gegarandeerd acoustisch vermogensniveau.
5. Serienummer
6. EG-conformiteitsmerk
7. Pas met name op voor het terugstooteffect;
dit kan zeer gevaarlijk zijn.
8. Alle richtlijnen aandachtig doorlezen en
opvolgen.
9. Deze motorzaag is uitsluitend bedoeld voor
gebruikers die getraind zijn in het snoeien
van bomen.
10. Gebruik een geschikte bescherming voor de
onderarmen, benen en voeten.
11. Bouwjaar
12. Vlotterbalg
13. Kettingrem geactiveerd (links). Kettingrem,
niet geactiveerd (rechts).
14. LET OP! - De oppervlakken kunnen heet zijn!
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
SK
2. O N D E R D E L E N V A N
MOTORZAAG (Afb. 2)
DE
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
Chokehendel
Gashendel
Gashendelblokkering
Afstelschroeven carburator
Inertieremhendel
Uitlaat
Ketting
Zaagblad
Luchtfilterdeksel
STOP-knop
Brandstoftankdop
Startgreep
Olietankdop
Vlotterbalg
Schroef voor kettingspanning aan de
zijkant
16. Handgreep vooraan
17. Handgreep achteraan
18. Zaagbladbeschermer
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
93
3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP - Als de motorzaag op de juiste
manier gebruikt wordt, is het een snel,
gemakkelijk en efficiënt werktuig; als de
GB motorzaag niet op de juiste manier of zonder
de nodige voorzorgsmaatregelen gebruikt
wordt, kan het een gevaarlijk werktuig
F worden. Opdat u altijd prettig en veilig
kunt werken de hierna in de loop van de
D handleiding volgende.
I
W A A R S C H U W I N G :
H e t
ontstekingssysteem van uw apparaat
produceert een elektromagnetisch veld
met een zeer lage intensiteit. Dit veld kan
NL interferentie veroorzaken met bepaalde
pacemakers. Om het risico op ernstig letsel
P of overlijden zo klein mogelijk te houden
moeten personen met een pacemaker hun
eigen arts en de fabrikant van de pacemaker
GR ra a d p l e g e n vo o rd at ze d i t a p p a ra at
gebruiken.
E
TR Gemotoriseerde snoeizaag
Speciale motorzaag met beperkt gewicht,
CZ ontwikkeld voor gebruik door een getrainde
SK
bediener voor het snoeien en opsnoeien van het
bovenste deel van hoge bomen.
Getrainde bediener
RUS Iemand die bekwaam is in en kennis heeft van:
UK
PL
H
- het gebruik en de gevaren die kunnen
ontstaan bij gebruik van een motorzaag
(voor het snoeien van bomen), die gebouwd
is volgens de eisen van de norm ISO 11681-2,
en
- de voorzorgsmaatregelen die getroffen
moeten worden om deze gevaren te
beperken, inclusief het gebruik van de
aanbevolen individuele beschermingen.
LV
WA A R S C H U W I N G ! – N a t i o n a l e
reglementeringen kunnen bepalingen
omvatten die het gebruik van de machine
EST beperken.
1. Gebruik de motorzaag niet, voordat U op
specifieke wijze instructies hebt ontvangen
LT
omtrent het gebruik. De gebruiker dient eerst
te oefenen met het apparaat voordat hij of zij
RO
het in de praktijk gaat gebruiken.
2. De motorzaag moet alleen door volwassenen
in goede lichamelijke conditie, die de
gebruiksaanwijzingen kennen, gebruikt
worden.
94
3. De motorzaag niet gebruiken, als u vermoeid
bent of wanneer u alcohol, drugs of
medicijnen heeft gebruikt.
4. Geen sjaals, armbanden of andere kleding,
die tussen de machine of de ketting terecht
zouden kunnen komen, dragen.
Nauwsluitende werkkleding dragen.
5. Anti-slip werkschoenen, werkhandschoenen,
oogbescherming, haarbescherming en
veiligheidshelm dragen.
6. Bij het opstarten en het gebruik van de
motorzaag niet toestaan, dat zich andere
personen binnen diens actieradius bevinden.
7. Niet met zagen beginnen, voordat het
werkterrein volledig schoon- en vrijgemaakt
is. Niet in de buurt van electrische kabels
zagen.
8. Bij het zagen altijd een stevige en veilige
houding aannemen.
9. D e m o t o r z a a g a l l e e n i n h e e l g o e d
geventileerde ruimtes gebruiken, niet
gebruiken in ontplofbare, ontvlambare of
gesloten ruimtes.
10. Als de motor loopt de ketting niet aanraken
en geen onderhouds-werkzaamheden
uitvoeren.
11. Het is verboden toestellen die niet door de
fabrikant zijn geleverd, op de
stroomaansluiting van de kettingzaag aan te
brengen.
12. Houd alle etiketten met gevaar- en
veiligheidssignaleringen in perfecte conditie.
Als ze beschadigd of onleesbaar worden,
moeten ze onmiddellijk worden vervangen
(Fig. 1).
13. Gebruik de machine niet voor andere
doeleinden dan die in de handleiding
worden aangegeven (zie pag. 101).
14. Laat het apparaat niet achter met draaiende
motor.
15. Dagelijks de motorzaag controleren om zich
ervan te overtuigen, dat ieder onderdeel, al
dan niet ter bescherming, goed functioneert.
16. A l t i j d o n z e i n s t r u c t i e s v o o r d e
onderhoudswerkzaamheden opvolgen.
17. Geen beschadigde, slecht gerepareerde of
gemonteerde of naar eigen goeddunken
aangepaste motorzaag gebruiken. Geen
enkele veiligheidsvoorziening verwijderen,
beschadigen of uitschakelen. Alleen een
zaagblad met de in de tabel aangegeven
lengte gebruiken.
18. Nooit zelf werkzaamheden of reparaties
uit voeren, die niet tot het normale
onderhoud behoren. Zich alleen tot
19.
20.
21.
22.
23.
24.
gespe c i a l i se e rd e e n g e a u to r i s e e rd e
werkplaatsen wenden.
De motorzaag niet starten zonder
kettingkast.
In geval men de motorzaag buiten gebruik
moet stellen, deze niet ergens laten liggen,
maar aan de verkoper overhandigen, die zal
zorgen voor de juiste berging.
De motorzaag alleen aan ervaren personen
in handen geven of uitlenen, die de werking
en het juiste gebruik van de machine kennen.
Ook de handleiding met de
gebruiksaanwijzingen meegeven om te lezen
alvorens met het werk te beginnen.
Zich altijd tot uw verkoper wenden voor
iedere verdere uitleg of noodzakelijke
ingreep.
Deze Hendleiding zorgvuldig bewaren en
raadplegen voor ieder gebruik van de
machine.
Vergeet niet dat de eigenaar of de gebruiker
aansprakelijk is voor ongevallen of risico’s
geleden door derden of voor schade aan
goederen.
BESCHERMENDE VEILIGHEIDSKLEDING
De meeste ongevallen met de motorzaag
doen zich voor wanneer de ketting de
gebruiker raakt. Draag daarom bij het werken
met de motorzaag altijd goedgekeurde
beschermende veiligheidskleding. Het gebruik
van beschermende kleding vermindert niet de
risico’s voor letsel, maar beperkt wel de gevolgen
van ongevallen. Vraag uw dealer om advies bij
het kiezen van de juiste kleding.
De kleding moet goed zitten, en mag de
bewegingen niet hinderen. Draag niet te wijde
kleding, die snijbestendig is. Het snijbestendige
jack, de broek en de beenbeschermingen
van zijn hiervoor ideaal. Draag geen kleding,
dassen, stropdassen of sieraden die in het hout
of de takken verstrikt kunnen raken. Lang haar
mag niet los gedragen worden, en moet worden
beschermd (bijvoorbeeld met een hoofddoek,
een muts, een helm, enz.).
Draag veiligheidsschoenen of -laarzen met
antislipzolen en stalen punten.
Draag de veiligheidshelm op plaatsen waar
voorwerpen van bovenaf kunnen vallen.
Draag een veiligheidsbril of een vizier!
Gebruik gehoorbeschermingen; bijvoorbeeld
oorkappen of oordoppen. Het gebruik van
gehoorbeschermingen vereist grotere aandacht
en voorzichtigheid, want geluidssignalen die I
op gevaar wijzen (schreeuwen, alarmen, enz.)
worden minder goed gehoord.
GB
Draag snijbestendige handschoenen.
F
Indien u in bomen werkt, gebruik dan
handschoenen en schoeisel dat geschikt
is om in de bomen te klimmen (tree climbing). D
4. MONTAGE VAN HET ZAAGBLAD EN
DE KETTING
E
NL
LET OP - Draag altijd handschoenen
tijdens de montage. Gebruik alleen door
de producent aanbevolen zaagbladen en P
kettingen (pag.107).
-- De beveiliging (Fig. 3) in de richting van de
voorste greep trekken om te controleren, dat
de kettingrem niet ingeschakeld is.
-- De moer (A) verwijderen en de kettingkast (B)
demonteren (Fig. 4).
-- De plastic vulling op de zaagbladbevestigingen
(C) verwijderen (Fig. 5).
-- Zet de klink van de kettingspanner (D, Fig. 5)
aan het einde door de hele
kettingspannersschroef los te schroeven (L).
-- Het zaagblad (F, Fig. 5) op de bevestigingen
(N) plaatsen.
-- De ketting (H, Fig. 6) in de spoel (E) en de
z a a g b l a d b a a n ( M ) m o nte re n . O p d e
draairichting van de ketting letten (Fig. 8).
-- Zet de carter van de kettingkast erop, voeg deze
in op de juiste plaats en draai de
kettingspannerschroef aan terwijl u de carter
tegen de stang geduwd houdt (L, Fig. 7), totdat
de klink (D, Fig. 5) in het gat (G) van de stang valt.
-- De kettingkast en de toebehorende moeren
monteren zonder deze vast te schroeven.
-- D e k e t t i n g m e t b e h u l p v a n d e
kettingspanschroef (L) spannen (Fig. 7).
-- De bevestigingsschroeven van de kettingkast
definitief vast schroeven, ter wijl de
zaagbladpunt omhoog gehouden wordt
(Fig. 9). Het aandraaimoment van 1,5 kgm
(15 Nm). De ketting moet zó afgesteld zijn, dat
deze goed gespannen is en gemakkelijk op
handkracht kan lopen (Fig. 10).
-- De ketting is op de juiste spanning afgesteld,
als men deze een paar milimeter omhoog kan
trekken (Fig. 10).
95
GR
TR
CZ
SK
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
I
GB
F
D
E
NL
LET OP - Zorg ervoor dat de ketting altijd
correct gespannen is. Een te losse ketting
verhoogt het terugslagrisico en de ketting
kan uit de groef van het zaagblad raken; deze
situaties kunnen de bediener letsel toebrengen
en de ketting beschadigen. Een te lossen ketting
veroorzaakt een snelle slijtage van de ketting, het
zaagblad en het rondsel. Een te strak gespannen
ketting veroorzaakt daarentegen overbelasting
van de motor die beschadigd kan raken. Een
correct aangehaalde ketting zorgt voor de
beste eigenschappen wat betreft het zagen,
de veiligheid en de levensduur van de ketting.
De levensduur van de ketting hangt af van een
correcte spanning, maar ook van een correcte
smering.
P 5. STARTEN
BRANDSTOF
WAARSCHUWING: benzine is een zeer
ontvlambare brandstof. Wees zeer
TR voorzichtig bij het hanteren van benzine of
een mengsel van brandstoffen. Rook niet en
breng geen vuur of vlammen in de buurt van
CZ de brandstof of van de motorzaag.
GR
SK
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
·· Ga zorgvuldig om met brandstof om het risico
op brand of brandwonden zo klein mogelijk te
houden. Deze is zeer ontvlambaar.
·· Schud de brandstof en doe deze in een houder
die goedgekeurd is voor de brandstof.
·· Meng de brandstof in de open lucht, in een
omgeving waar geen vonken of vlammen zijn.
·· Leg het apparaat op de grond, stop de motor
en laat het apparaat afkoelen voordat u
brandstof bijvult.
·· Draai de dop van de brandstof langzaam los
om de druk vrij te geven en te voorkomen dat
er brandstof naar buiten komt.
·· Draai de dop van de brandstoftank goed dicht
na het bijvullen. Trillingen kunnen ervoor
zorgen dat de dop losraakt en er brandstof
naar buiten komt.
·· Veeg de brandstof die uit het apparaat is
gekomen af. Verplaats het apparaat 3 meter
van de plaats waarop u heeft bijgevuld voordat
u de motor start.
·· Probeer onder geen beding brandstof te
verbranden die naar buiten is gekomen.
·· Rook niet tijdens het hanteren van de
brandstof of tijdens het gebruik van de
motorzaag.
·· Bewaar de brandstof op een koele, droge en
96
goedgeventileerde plaats.
·· Bewaar de brandstof niet op plaatsen met
droge bladeren, hooi, papier etc.
·· Bewaar het apparaat en de brandstof op
plaatsen waar de brandstofdampen niet in
contact kunnen komen met vonken of open
vlammen, geisers of boilers, elektrische
motoren of schakelaars, ovens etc.
·· Haal de dop niet van de tank wanneer de
motor draait.
·· G e b r u i k b r a n d s t o f n i e t v o o r
schoonmaakwerkzaamheden.
·· Let erop dat er geen brandstof op uw kleding
komt.
Dit product wordt aangedreven door een
tweetaktmotor waarbij er een voormenging
moet plaatsvinden van olie en benzine voor
tweetaktmotoren. Meng de loodvrije benzine en
de olie voor tweetaktmotoren voor in een schone
houder die goedgekeurd is voor benzine.
AANBEVOLEN BRANDSTOF: DEZE MOTOR IS
GECERTIFICEERD OM TE WERKEN MET LOODVRIJE
BENZINE VOOR AUTOGEBRUIK MET 89 OCTAAN
([R + M] / 2) OF MET EEN GROTER OCTAANGETAL.
Meng de olie voor tweetaktmotoren met benzine
volgens de instructies op de verpakking.
Wij adviseren om Oleo-Mac/Efco olie voor
tweetaktmotoren op 2% (1:50) te gebruiken, die
specifiek is samengesteld voor alle luchtgekoelde
tweetaktmotoren.
De juiste olie -/benzineverhoudingen die
aangegeven zijn in de tabel zijn geschikt als men
Oleo-Mac/Efco PROSINT 2- en EUROSINT 2-olie
gebruikt of een soortgelijke motorolie van hoge
kwaliteit (JASO FD- of ISO L-EGD-specificaties).
BENZINE
OLIE
2% - 50:1
ℓ
ℓ
1
5
10
15
20
25
0,02
0,10
0,20
0,30
0,40
0,50
(cm3)
(20)
(100)
(200)
(300)
(400)
(500)
LET OP: GEBRUIK GEEN OLIE VOOR
AUTO'S OF OLIE VOOR TWEETAKTBUITENBOORDMOTOREN.
VOORZICHTIG:
- Koop alleen de hoeveelheid brandstof
die u nodig heeft; koop niet meer dan
dat u in één of t wee maanden
gebruikt;
- Bewaar de benzine in een hermetisch
gesloten tank op een koele en droge
plaats.
VOORZICHTIG - Gebruik voor het
brandstofmengsel nooit een brandstof
met een ethanolpercentage van meer dan
10%; gasohol (ethanol-benzinemengsel) is
acceptabel met een ethanolpercentage tot
10% of E10-brandstof.
OPMERKING - Bereid slechts de benodigde
hoeveelheid van het mengsel voor; laat het niet
lange tijd in de tank of de jerrycan zitten. Het
wordt aanbevolen om de brandstofstabilisator
van Emak ADDITIX 2000 code 001000972 te
gebruiken om het mengsel voor een periode van
12 maanden te bewaren.
Alkylaatbenzine
VOORZICHTIG - Alkylaatbenzine heeft
niet dezelfde dichtheid als normale
benzine. Motoren die met normale benzine
afgesteld zijn vereisen mogelijk een andere
afstelling van de schroef H. Wend u voor deze
afstelling tot een erkend servicecentrum.
BIJVULLEN
Schud de jerrycan met het mengsel voordat u de
tank bijvult.
MOTOR STARTEN
WAARSCHUWING: houd u aan de
veiligheidsinstructies voor het hanteren
van de brandstof. Zet altijd de motor uit
voordat u de tank bijvult. Vul nooit brandstof
bij in een apparaat met een draaiende of hete
motor. Ga minimaal 3 m van de plaats waar
de bijvulling heeft plaatsgevonden vandaan
voordat u de motor start. NIET ROKEN!
1. Maak het oppervlak rond de tankdop schoon
om verontreiniging te voorkomen.
2. Draai de tankdop langzaam los.
3. Giet het brandstofmengsel voorzichtig in de
tank. Voorkom morsen.
4. Voordat u de tankdop weer vastdraait dient u
d e p a k k i n g s c h o o n te m a k e n e n te
controleren.
5. Plaats de tankdop onmiddellijk terug en draai
hem met de hand vast. Verwijder eventueel
gemorste brandstof.
I
WAARSCHUWING: controleer of er
brandstoflekken zijn, en los deze op GB
voordat u het apparaat gebruikt. Neem zo
nodig contact op met de klantenservice van F
uw leverancier.
OLIEVERVERSING EN KETTINGSMEREN
Het smeren van de ketting gebeurt door middel
van een automatische pomp en vergt geen
onderhoud. De oliepomp wordt in de fabriek
afgesteld om een voldoende hoeveelheid olie te
leveren, ook onder zware werkomstandigheden.
Eventueel oliedruppelen bij het zagen van dun
hout moet als normaal beschouwd worden.
-- Voor het bijvullen edere keer de oppervlakte
rondom de dop schoonmaken (13, Afb. 2),
opdat er geen vuil in de tank komt.
-- Tijdems het werk het beschikbare olieniveau in
het oog houden.
-- Na het bijvullen de motor 2 of 3 keer laten
lopen zodat u de juiste olietoevoer opnieuw
kan instellen.
-- I n g e v a l v a n m a n k e m e n t e n n i e t
ingrijpen, maar zich tot de dichtsbijzijnde
vertrouwensleverancier wenden.
Een goede smering van de ketting gedurende
het gebruik vermindert de slijtage tussen de
ketting en het zaagblad tot een minimum en
verzekert een langere levensduur. Altijd een
goede kwaliteitsolie gebruiken.
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
SK
RUS
UK
LET OP - Er mag geen oude olie
hergebruikt worden!
Gebruik altijd een biologisch afbreekbaar PL
smeermiddel (eco-lube Oleo-Mac/Efco),
speciaal bedoeld voor zaagbladen en H
kettingen, om het milieu, gezondheid
arbeider en de onderdelen van de kettingzaag
LV
zoveel mogelijk te sparen.
Alvorens de motor op te starten zich
ervan overtuigen, dat de ketting vrij kan EST
draaien.
LT
Als de motorzaag loopt, de voorste
handgreep altijd goed met de linkerhand
va s t h o u d e n e n d e a c ht e r s t e m e t d e RO
rechterhand (Afb. 11).
-- Buig niet voorover en snoei nooit boven
schouderhoogte; als u de kettingzaag te
hoog houdt, is het moeilijk om de tangentiële
97
krachten (kickback) te controleren en te
weerstaan.
I -- Ervoor zorgen, dat alle lichaamsdelen zich
buiten bereik van de ketting en de uitlaat
bevinden.
GB -- Linkshandigen dienen deze instructies ook
op te volgen. Sta in een goede houding om
te snoeien.
F
B l o o t s te l l i n g a a n t r i l l i n g e n k a n
letsel veroorzaken bij personen die
lijden aan bloedsomloopproblemen of
zenuwaandoeningen. Raadpleeg een arts
E indien u fysieke symptomen heeft zoals
verstijving, gevoelloosheid, vermindering
NL van de normale kracht of variaties in de
kleur van de huid. Deze symptomen doen
zich doorgaans voor in de vingers, handen
P of polsen.
D
GR Motor is verzopen
TR -
Wrik de dop van de bougie.
Draai de bougie los en maak hem droog.
Zet het gas helemaal open.
Trek een paar keer aan het startkoord om de
verbrandingskamer leeg te maken.
CZ - Zet de bougie terug op zijn plaats en sluit de
dop weer aan, druk hem stevig naar beneden.
SK - Zet de chokehendel op stand OPEN – ook als
de motor koud is.
- Start de motor.
RUS
LET OP – De kettingzaag nooit starten zonder
dat de geleider, de ketting en het koppelinghuis
UK (kettingrem) zijn gemonteerd – de koppeling kan los
komen en verwondingen veroorzaken.
PL STARTEN VAN DE MOTOR
H
LV
EST
LT
RO
De kettingrem moet ingeschakeld zijn bij
het starten van de kettingzaag. Schakel
de kettingrem in door de hendel van de
kettingrem / handafscherming naar voor te
duwen (naar het zaagblad), in de stand 'rem
ingeschakeld' (Fig.12). Vul de carburateur
doorte drukken op de vlotterbalg (14, Fig. 2).
Zet chokehendel in de CLOSE positie (D, Fig. 13).
De motorzaag stevig op de grond zetten.
Controleren, dat de ketting vrij kan draaien en
geen vreemde voorwerpen raakt. Verzeker u
ervan dat de kettingzaag geen enkel voorwerp
raakt, voordat u de motor start. Probeer nooit de
kettingzaag te starten wanneer het zaagblad zich
in een inkeping bevindt. Met de rechterhand de
voorste handgreep stevig vasthouden (Fig. 14).
Trek enige malen aan het startkoordje totdat
98
u de eerste ontstekingsplof hoort. Zet de
starthendel (D, Fig. 13) in zijn oorspronkelijke
stand "OPEN". Start de motor door aan het
startkoordje te trekken. Na het starten van de
motor dient u de remketting te deactiveren
(Fig. 3) en enige seconden te wachten. Activeer
vervolgens de versnellingshendel (2, Fig. 2) om
de automatische halfversnellingsinrichting te
deblokkeren.
LET OP - Als de motor al warm is, de
chokehendel niet gebruiken om op te
starten.
LET OP - Gebruik het semiversnellingsapparaatje uitsluitend bij
de startfase van de motor.
VOORZICHTIG – Vul de carburateur
doorte drukken op de vlotterbalg
(14, Fig.2), zelfs voordat u begint op te
warmen.
INLOPEN VAN DE MOTOR
De motor bereikt het maximale vermogen na 5÷8
bedrijfsuren.
Om overmatige belasting te vermijden mag de
motor tijdens deze inloopperiode niet onbelast
worden gebruikt op het maximale toerental.
LET OP! - Tijdens de inloopperiode mag
de carburatie niet worden veranderd
om het vermogen te vergroten; de motor zou
hierdoor beschadigd kunnen raken.
OPMERKING: het is normaal dat een nieuwe
motor rook afgeeft tijdens het eerste gebruik.
INLOPEN VAN DE KETTING
Het afstellen moet altijd gebeuren op een koude
ketting. De ketting met de hand laten draaien
en met extra olie smeren. De motor starten
en een paar minuten op lage snelheid laten
lopen; daarbij de regelmatige werking van de
oliepomp controleren. De motor stoppen en
de kettingspanning regelen. De motor starten
en wat in een boomstam zagen. De motor
weer stoppen en de kettingspanning opnieuw
controleren. Deze handelingen herhalen, totdat
de ketting haar maximum verlenging bereikt
heeft. Het terrein niet met de ketting zelf raken.
LET OP - Nooit de ketting aanraken met
de motor nog lopende. Het terrein niet
met de ketting zelf raken.
6. STOPPEN VAN DE MOTOR
De gashendel loslaten (2, Fig. 2) en de motor
stationair laten lopen. Zet de motor uit, het
indrukken van de STOP-knop (10).
De kettingzaag niet op de grond zetten,
als de ketting nog draait.
7. GEBRUIK
Langdurig inademen van de uitlaatgassen van
de motor, de vernevelde olie van de ketting en
het veroorzaakte zaagstof kan de gezondheid in
gevaar brengen.
WERK MET GEMOTORISEERDE
SNOEIZAGEN MET EEN VEILIGHEIDSLIJN EN
VEILIGHEIDSGORDEL
In dit hoofdstuk worden de werkprocedures
beschreven die bedoeld zijn om de kans op letsel
door gemotoriseerde snoeizagen te beperken,
wanneer er in de hoogte gewerkt wordt met een
veiligheidslijn en veiligheidsgordel. Hoewel het
kan dienen als basisbeschrijving voor richtlijnen
of trainingshandboeken, dient het niet te worden
gezien als vervanging van een formele training.
De richtlijnen die in dit aanhangsel worden
geleverd, zijn slechts voorbeelden van een goede
praktijk. De nationale wetsvoorschriften en
reglementen moeten altijd worden nageleefd.
KETTINGHANDREM
De kettinginer tierem is een belangrijke
veiligheidsvoorziening bij het gebruik van de
motorzaag. Deze beschermt de gebruiker tegen
eventuele gevaarlijke terugslagen, die zich
tijdens de verschillende werkzaamheden zouden
kunnen voordoen. Deze wordt geactiveerd, en
blokkeert dientengevolge op hetzelfde moment
de ketting, als de hand van de gebruiker op de
hendel drukt (inwerking-stelling met de hand)
of automatisch door leegloop, als de beveiliging
naar voren wordt gedrukt (Fig. 15) in geval van
een onverwachte terugslag (inwerkingstelling
door inertie). De kettingrem wordt ontgrendeld
door de hendel in de richting van de gebruiker
te trekken (Fig. 3).
Algemene eisen voor het werken in de hoogte
De gebruikers van gemotoriseerde snoeizagen
die in de hoogte werken met behulp van een
veiligheidslijn en veiligheidsgordel, mogen nooit
alleen werken. Ze dienen te worden geassisteerd
door iemand aan de grond die getraind is in het
toepassen van de nodige noodprocedures.
Bedieners van gemotoriseerde snoeizagen
dienen voor dit werk een algemene training te
hebben gevolgd voor wat betreft veilige
klimtechnieken en werkposities, en dienen te zijn
uitgerust met veiligheidsgordels,
veiligheidslijnen, platte riemen met uitsparingen
aan het uiteinde, veerhaken en andere
uitrustingen om stevig in positie te blijven en de
m o t o r z a a g v a s t t e h o u d e n , i n ve i l i g e
werkposities.
REMWERKINGSCONTROLE
Bij het controleren van de machine dient
men op de eerste plaats, voordat u andere
werkzaamheden uitvoert, de werking van
de remmen te controleren. Let hierbij op de
volgende punten:
1. Start de motor en grijp de handgreep stevig
met beide handen vast.
2. Trek aan de gashendel om de ketting in
beweging te zetten; duw met de rug van de
linkerhand de remhendel naar voren (Afb. 11).
3. Wanneer de rem goed werkt, hoort de ketting
onmiddellijk stil te houden; laat de gashendel
los.
4. Laat de rem los (Afb. 3).
REMONDERHOUD: Het kettingremmechanisme
altijd schoonhouden en de hendels smeren. De
slijtage van de remband controleren. De dikte
moet minstens 0.30 mm zijn.
Voorbereiding alvorens de motorzaag te
gebruiken in een boom
De motorzaag dient te worden gecontroleerd,
m e t b ra n d s to f z i j n g e v u l d, g e s t a r t e n
voorverwarmd te zijn door de gebruiker aan de
grond; deze moet de motorzaag en vervolgens
uitschakelen voordat hij hem overgeeft aan de
gebruiker die zich in de boom bevindt.
De motorzaag dient te worden vastgezet met
een platte riem die geschikt is voor bevestiging
aan de veiligheidsgordel van de gebruiker
(Fig.16):
a) b e v e s t i g d e p l a t t e r i e m a a n h e t
bevestigingspunt op de achterkant van de
motorzaag (Fig.21);
b) zorg voor de nodige veerhaken waarmee de
motorzaag zowel indirect (d.w.z. door middel
van de platte riem) als direct (d.w.z.aan het
bevestigingspunt van de motorzaag) aan de
veiligheidsgordel van de gebruiker kan
worden bevestigd;
99
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
SK
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
SK
c) verzeker u ervan dat de motorzaag veilig is
verbonden wanneer hij wordt overgegeven
aan de gebruiker;
d) verzeker u ervan dat de motorzaag vast zit aan
de veiligheidsgordel, alvorens hem los te
maken va n he t mi d d e l wa a r m e e h i j
opgehesen wordt.
Doordat de motorzaag rechtstreeks aan de
veiligheidsgordel kan worden bevestigd,
vermindert het risico op beschadiging van de
uitrusting tijdens de bewegingen om de boom
heen. Schakel de voeding naar de motorzaag
altijd uit wanneer hij rechtstreeks aan de
veiligheidsgordel bevestigd is.
Het is wenselijk de motorzaag te verbinden aan
de aanbevolen bevestigingspunten op de
veiligheidsgordel. Deze kunnen zich in het
midden (voor of achter) of aan de zijkanten
bevinden. Wanneer mogelijk moet de motorzaag
midden achter worden bevestigd, om te
voorkomen dat hij de klimlijnen raakt en ervoor
te zorgen dat hij zijn eigen gewicht in het
midden ondersteunt, onderaan de wervelkolom
van de gebruiker (Fig.17).
Tijdens het verplaatsen van een motorzaag van
het ene bevestigingspunt naar het andere,
moeten de gebruikers zich ervan verzekeren dat
hij in de nieuwe positie bevestigd is, alvorens hem
los te maken van het vorige bevestigingspunt.
Gebruik van een motorzaag in een boom
RUS Een analyse van de ongevallen met deze
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
motorzagen tijdens het snoeien van bomen
toont aan dat de hoofdoorzaak het onjuiste
gebruik van de motorzaag met maar één hand is.
Bij de meeste ongevallen probeerden de
gebruikers niet om een veilige werkpositie in te
nemen, waarbij ze de motorzaag met beide
handen konden vasthouden. Hierdoor neemt het
risico op letsel toe, te wijten aan:
- het niet stevig vasthebben van de motorzaag
in het geval van een terugslag,
- onvoldoende controle over de motorzaag,
waardoor de waarschijnlijkheid dat hij in
contact komt met de klimlijnen en met het
lichaam van de bediener (in het bijzonder de
linkerhand en -arm) toeneemt, en
- verlies van de controle over de motorzaag
door een onveilige werkpositie, waardoor de
motorzaag geraakt wordt (onopzettelijke
beweging terwijl de motorzaag in werking is).
Veilige werkpositie voor gebruik met twee
handen
Om de gebruiker in staat te stellen de motorzaag
100
met twee handen vast te houden, geldt als
algemene regel dat de bedieners moeten zorgen
voor een veilige werkpositie wanneer ze de
motorzaag laten werken:
- ter hoogte van de heup, als ze horizontaal
zagen, en
- ter hoogte van de onderbuik, wanneer ze
verticaal zagen.
Wanneer de gebruiker in de buurt van verticale
stammen werkt met zijwaartse krachten onder
op de werkpositie, kan een goede ondersteuning
nodig zijn om een veilige werkpositie aan te
nemen. Op het moment waarop de gebruikers
zich van de stam verwijderen, moeten ze stappen
zetten op de tak om de toenemende zijwaartse
k rachten te annuleren of neutraliseren,
bijvoorbeeld door de richting van de hoofdlijn te
veranderen door middel van een ex tra
verankeringspunt, of door gebruik te maken van
een verstelbare platte riem rechtstreeks vanaf de
veiligheidsgordel naar een extra
verankeringspunt (Fig.18).
Het bereiken van een goede ondersteuning in de
werkpositie kan worden vergemakkelijkt door
een riem met gesloten lus als stijgbeugel te
gebruiken waarin de voet kan worden gezet
(Fig.19).
Starten van de motorzaag op een boom
Tijdens het starten van de motorzaag op een
boom dient de gebruiker:
a) de rem van de ketting in te schakelen alvorens
de motorzaag te starten,
b) de motorzaag ofwel links ofwel rechts van het
lichaam te houden, alvorens hem te starten,
d.w.z.
1) aan de linkerkant, houd de motorzaag met de
linkerhand vast aan de voorste handgreep,
waarbij de motorzaag op afstand van het
lichaam gehouden wordt terwijl u met de
rechterhand aan het startkoord trekt, of
2) aan de rechterkant, houd de motorzaag met
de rechterhand vast aan een van de twee
handgrepen, terwijl u de motorzaag op
afstand van het lichaam houdt en u met de
linkerhand aan het startkoord trekt.
De kettingrem dient altijd ingeschakeld te zijn als
de motorzaag in werking gelaten wordt terwijl hij
aan de platte riem hangt.
De gebruikers dienen altijd na te gaan of de
motorzaag voldoende brandstof bevat, alvorens
kritieke zaagsneden te gaan maken.
Gebruik van de motorzaag met één hand
Bedieners mogen de gemotoriseerde snoeizagen
niet met één hand gebruiken wanneer ze zich in
een instabiele werkpositie bevinden, of als de
voorkeur gegeven wordt aan een motorzaag
boven een handzaag bij het zagen van hout met
een kleine diameter aan het uiteinde van de
takken.
Gemotoriseerde snoeizagen mogen alleen met
een hand worden gebruikt wanneer:
- de gebruikers geen houding kunnen
aannemen waarbij ze de zaag met twee
handen kunnen vasthouden, en
- ze een hand nodig hebben om hun
werkhouding te handhaven, en
- de motorzaag helemaal uitgeschoven wordt
gebruikt, haaks op het lichaam van de
gebruiker en op afstand hiervan (Fig.20).
De bedieners:
- mogen nooit zagen met het terugslaggebied
aan het uiteinde van de stang van de
motorzaag;
- mogen nooit stukken “vasthouden en zagen”,
of;
- mogen nooit proberen stukken hout op te
vangen terwijl deze vallen.
Bevrijden van een vastgeraakte motorzaag
Als de motorzaag zou vastraken tijdens het
zagen, dienen de gebruikers:
- de motorzaag uit te schakelen en veilig vast te
maken aan het gedeelte van de tak dat loopt
van de stam tot de zaagsnede of tot een lijn
die niet verbonden is met het gereedschap;
- de motorzaag naar de kant van de zaagsnede
te trekken terwijl de tak wordt opgetild,
indien nodig;
- indien nodig een handzaag of een tweede
motorzaag te gebruiken om de vastgeraakte
motorzaag te bevrijden, door een zaagsnede
uit te voeren op minstens 30 cm tot de
vastgeraakte motorzaag.
Indien er een handzaag of motorzaag wordt
gebruikt om de vastgeraakte motorzaag te
bevrijden, moeten de sneden naar de top van de
tak toe worden gemaakt (oftewel tussen de
vastgeraakte motorzaag en de top van de tak, en
niet tussen de stam en de vastgeraakte
motorzaag) om te voorkomen dat de motorzaag
wordt meegesleept door het deel van de tak dat
wordt afgezaagd, waardoor de situatie nog
gecompliceerder zou raken.
VERBODEN GEBRUIK
L E T
O P
Al t i j d
d e
ve i l i g h e i d s vo o r s c h r i f te n i n a c ht
nemen. Deze kettingzaag is ontworpen en
gebouwd voor het knotten en onderhouden
van bomen of heesters. Het is verboden
andere soorten materiaal te zagen. De
vibraties en de terugslag zijn verschillend
en er zou dan niet voldaan worden aan de
veiligheidsvoorschriften. De motorzaag niet
gebruiken als hefboom om voorwerpen op te
heffen, te verplaatsen of in stukken te breken.
Het is verboden aan de krachtgreep van de
motorzaag gereedschap of onderdelen aan
the brengen behalve die door de fabrikant
aangegeven zijn.
I
GB
F
D
LET OP - Gebruik de snoeikettingzaag
niet voor het doorzagen en vellen van E
de bomen.
ARBEIDSVOORSCHRIFTEN
TAKKEN VERWIJDEREN
a) Altijd bij de grootste diameter beginnen in de
richting van de top takken te verwijderen van
de plant of van eventuele secundaire takken.
b) Altijd de stevigste en veiligste houding
zoeken, alvorens de motorzaag in te
schakelen. Indien nodig, het evenwicht
bewaren door de knie zo dicht mogelijk bij de
boomstam te laten steunen.
c) De motorzaag tegen de boomstam laten
rusten om zich niet teveel te vermoeien door
deze naar de linker- of rechterkant te draaien
al naar gelang de positie van de af te zagen
tak (Fig. 22).
d) In geval van gespannen takken een veilige
plek zoeken om zich te beschermen tegen
een eventuele zweepslag. Altijd aan de kant
tegenover de buiging beginnen te zagen.
e) Voor het verwijderen van dikke takken kunt u
de haak benutten.
NL
P
GR
TR
CZ
SK
RUS
UK
PL
L E T O P - D e b ove n k a nt va n h e t
zaagbladuiteinde vooral niet gebruiken H
om takken te verwijderen, omdat men het
gevaar loopt een terugslag te krijgen.
LV
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET
WERKGEBIED
-- Werk niet in de buurt van elektriciteitskabels. EST
-- Werk alleen als de zichtbaarheid en het licht
voldoende zijn om goed te zien.
LT
-- Zet de motor uit voordat de motorzaag
neerlegt.
-- Wees extra voorzichtig en aler t als u RO
gehoorbescherming draagt, omdat een
dergelijke uitrusting uw vermogen om
waarschuwende geluiden (roepen, signalen,
waarschuwingen e.d.) te horen beperkt.
101
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
-- Wees uiterst voorzichtig als u op hellend of
oneffen terrein werkt.
-- Zaag niet boven schouderhoogte; wanneer u
de kettingzaag te hoog houdt, is het moeilijk
de tangentiële krachten te controleren en te
weerstaan (kickback).
-- Zaag niet als u op een ladder staat, dit is
uiterst gevaarlijk.
-- Leg de kettingzaag stil als de ketting een
vreemd voorwerp raakt. Inspecteer de
kettingzaag en herstel de beschadigde
onderdelen als dat nodig is. Inspecteer de
machine ook als deze gevallen is.
-- Houd de ketting vrij van vuil en zand. Zelfs een
kleine hoeveelheid vuil kan de ketting al snel
bot maken en de mogelijkheid op kickback
vergroten.
-- De handgrepen altijd droog en schoon
houden.
-- Bij het doorzagen van een boomstam of een
tak onder spanning erop letten, zich niet te
laten verrassen door het ogenblikkelijke
spanningsverlies van het hout.
-- Heel voorzichtig zijn bij het doorzagen van
kleine takken of struiken, die de ketting
kunnen blokkeren of tegen u aan geschoten
kunnen worden en u uw evenwicht kunnen
doen verliezen.
SK VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET
GEBRUIK VAN DE MACHINE
RUS 1. De bijzondere vorm van de handgreep van
UK 2.
PL
H 3.
LV
4.
EST
LT
RO
5.
102
deze machine vergt speciale aandacht voor
het verschijnsel van de terugslag.
Let erg goed op dat de machine niet
onverwachts valt aan het einde van de
zaagsnede, want een val kan bij dit soort
handgrepen slecht onder controle worden
gehouden.
Let er goed op dat de machine niet slipt. De
ketting zou voorwaarts kunnen glijden in
plaats van in de stam door te dringen, zodat
de machine de bediener ontglipt.
De bedieners die zich bezighouden met het
onderhoud van bomen moeten beslist
getraind zijn in de correcte
bedieningstechnieken om veilig te kunnen
werken, bijv. met knopen, riemen, kabels en
sluitveren, afgezien van de mechanismen die
normaal worden gebruikt. Bovendien moet
alle bedieners zijn onderrricht in de juiste
techniek om in de te snoeien bomen te
klimmen.
De norm ISO 11681-2 staat toe dat deze
motorzaag met slechts één hand bediend
mag worden, indien dit gebeurt door een
goed opgeleide bediener (expert), volgens
een veilige werkprocedure, en uitsluitend
wanneer de zaag gebruikt wordt om te
snoeien. Voor alle andere toepassingen
van de zaag is het verplicht om beide
handen te gebruiken.
LET OP! - HET GEBRUIK VAN DEZE
MOTORZAAG MET SLECHTS EEN HAND
WORDT DOOR ONS TEN STERKSTE
AFGERADEN.
Het gebruik van de motorzaag met één
hand is buitengewoon gevaarlijk, omdat
bovengenoemde gevaren aanzienlijk worden
vergroot (1÷4).
6. Maak de machine los van de riem tijdens het
vullen met brandstof.
8. ONDERHOUD
CONFORMITEIT VAN DE GASEMISSIES
Deze
motor,
inclusief
het
e m i s s i e co nt ro l e s ys te e m , m o e t wo rd e n
beheerd, gebruikt en onderhouden volgens de
aanwijzingen in de gebruikershandleiding om
de emissieprestaties die van toepassing zijn op
niet voor de weg bestemde mobiele machines
binnen de wettelijke eisen te houden.
Het emissiecontrolesysteem van de motor mag
niet opzettelijk gemanipuleerd of oneigenlijk
gebruikt worden.
Een verkeerde werking, gebruik of onderhoud
van de motor of van de machine kan mogelijke
storingen van het emissiecontrolesysteem
veroorzaken waardoor niet meer wordt voldaan
aan de toepasselijke wettelijke eisen; in dat geval
moet onmiddellijk actie worden ondernomen om
de storingen van het systeem te repareren en de
toepasselijke eisen te herstellen.
Hieronder volgt een niet-limitatieve lijst met
voorbeelden van een verkeerde werking, onjuist
gebruik of onderhoud:
-- De brandstofdoseersystemen forceren of
breken;
-- Gebruik van brandstof en/of motorolie die niet
aan de kenmerken voldoen die in het
hoofdstuk STARTEN / BRANDSTOF zijn
aangegeven;
-- Gebruik van niet-originele onderdelen,
bijvoorbeeld bougies, enz.;
-- Geen of niet-passend onderhoud van het
lossysteem, inclusief verkeerde
onderhoudsintervallen voor uitlaat, bougie,
luchtfilter, enz.
LET OP - Manipulatie van deze motor
maakt het EU-certificaat met betrekking
tot de emissies ongeldig.
Het CO2-niveau van deze motor kan worden
gevonden op de WEBSITE van Emak (www.
myemak.com) in het deel “The Outdoor Power
Equipment World”.
L E T O P - B i j h e t u i t vo e r e n v a n
onderhoudswerkzaamheden altijd
werkhandschoenen dragen. Geen onderhoud
uitvoeren op een warme motor.
LET OP – Als de instructies voor het
slijpen niet in acht worden genomen,
neemt het risico op terugslag aanzienlijk toe.
KETTINGSLIJPEN
De kettingspoed is 3/8”x.050”. De ketting slijpen
met werkhandschoenen aan en met een ronde
vijl van Ø 4 mm (5/32)”.
De ketting altijd van binnen naar buiten over het
zaagvlak slijpen en daarbij de in Fig. 23 vermelde
waarden in acht nemen.
De scherpe schakels moeten, na het slijpen, alle
dezelfde breedte/lengte hebben.
LET OP - De ketting moeten geslepen
worden iedere keer, dat men bemerkt,
dat de krullen zeer fijn worden, net als
gewoon zaagsel.
Iedere 3-4 keer slijpen moet men de
dieptebeperking controleren en eventueel
slijpen met een platte vijl en de als optional
bijgeleverde vormblad , waarna men de voorste
hoek afrondt (Fig. 24).
mogelijk te maken. De loop van het zaagblad en
het smeergat schoonhouden met behulp van het
als optional bijgeleverde krabbertje.
I
Controleren, dat de zaagbladlopers parallel zijn
en, indien nodig, de zijranden met de platte vijl
GB
verwijderen.
Het zaagblad omkeren en controleren, dat de F
smeergaten vuilvrij zijn.
LET OP - Nooit een nieuwe ketting op D
een versleten spoel of monteren.
LUCHTFILTER - Draai aan de knop (A, Fig. 25) E
losschroeven en het luchtfilters (B) controleren.
Open de filter (B) met de twee klepjes (C). NL
Reinigen met ontvetter van Emak codenr.
001101009A, wassen met water, en met perslucht
van een afstand van binnen naar buiten blazen. P
Vervang het filter als dit ernstig verstopt of
beschadigd is.
GR
ATTENTIE! – Als de filter weer omhoog
komt (B), dient u hem goed vast te zetten TR
in de daarvoor bestemde behuizing.
BRANDSTOFFILTER - Periodiek de staat van CZ
het brandstoffilter controleren. Dit in geval van
teveel vuil vervangen (Fig. 26).
SK
OLIEPOMP (automatisch en regelbaar) - De
toevoer is vooraf in de fabriek afgesteld. De RUS
olietoevoer kan door de gebruiker, al naar
gelang nodig is, veranderd worden door middel
van de betreffende stelschroef (Fig. 30). De UK
olietoevoer gebeurt alleen als de ketting loopt.
LET OP - Nooit oude olie hergebruiken.
PL
S TA R TG R O E P - D e k o e l g a t e n v a n d e H
star tgroepcar ter met een penseel of
hogedruklucht vrij en schoon houden.
LV
LET OP - De juiste afstelling van de
dieptebeperking is even belangrijk als
het goed slijpen van de ketting.
MOTOR - Periodiek de cylindervleugels met een
penseel of hogedruklucht schoonmaken. Het
opeenhopen van vuil op de cylinder kan voor de EST
werking van de motor schadelijke oververhitting
veroorzaken.
LT
ZAAGBLAD
De zaagbladen met een spoel vooraan moeten
met vet gesmeerd worden; daarvoor een
smeerspuit gebruiken.
Het zaagblad moet na iedere 8 uur gebruik
omgedraaid worden om een gelijkvormige slijtage
BOUGIE - Men raadt aan de bougie periodiek
schoon te maken en de electrodenafstand te RO
controleren (Fig. 27).
Gebruik een NGK CMR7A bougie of een bougie
van een ander merk met een equivalent
thermisch bereik.
103
KETTINGREM - In geval de kettingrem niet goed
I functioneert, de kettingkast demonteren en de
onderdelen van de rem grondig schoonmaken.
Als de remband versleten en/of vervormd is, deze
GB vervangen.
F Geen brandstof (mengsel) gebruiken voor het
schoonmaken.
D CARBURATOR
Alvorens de carburator af te stellen
de startgeleider en het luchtfilter
E (Fig. 25) schoonmaken en de motor op
bedrijfstemperatuur brengen.
NL De stationairschroef T (Fig. 28) is zó afgesteld, dat
er een goede veiligheidsmarge bestaat tussen
P het stationaire toerental en het toerental, dat de
koppeling inschakelt.
GR
LET OP-De ketting mag nooit bewegen
als de motor op stationair toerental
draait. Als de ketting toch beweegt bij
TR stationair toerental, moet de schroef T
worden versteld en het motortoerental
CZ worden verlaagd. Als het probleem blijft
bestaan, moet u het werk onmiddellijk
stoppen en contact opnemen met een erkend
SK assistentiecentrum om het probleem te
verhelpen.
RUS Deze motor is ontworpen in overeenstemming
Bij aanraking kan de huid brandwonden
oplopen. Vergeet ook het brandgevaar niet!
VORZICHTIG - Een beschadigde uitlaat
moet worden vervangen. Als de uitlaat
vaak verstopt is, kan dit betekenen dat de
katalysator een beperkt rendement heeft.
LET OP – Gebruik de kettingzage niet
als de uitlaat beschadigd is, ontbreekt
of gewijzigd is. Het gebruik van een
onvoldoende onderhouden uitlaat verhoogt
het risico op brand en gehoorverlies.
BUITENGEWOON ONDERHOUD
Om de twee jaar, of bij intensief gebruik aan het
einde van elk seizoen, moet een algemene
controle op het apparaat worden uitgevoerd
door een gespecialiseerd technicus van het
assistentienetwerk.
L E T
O P !
–
A l l e
onderhoudswerkzaamheden die niet
in deze handleiding worden beschreven,
moeten door een erkende werkplaats worden
verricht. Om een constante, reguliere werking
van de motorzaag te waarborgen, moeten er
ORIGINELE VERVANGINGSONDERDELEN
worden gebruikt wanneer er eventueel
onderdelen moeten worden vervangen.
PL
Eventuele niet-geautoriseerde
wijzigingen en/of niet-originele
accessoires kunnen tot ernstige of dodelijke
letsels leiden voor de gebruiker of voor
derden.
LV
TRANSPORT
Bij het vervoer van de motorzaag moet de motor
uitgeschakeld zijn, het zaagblad opgeklapt en de
kettingbescherming aangebracht (Fig. 29).
met de toepassing van de verordeningen (EU)
UK 2016/1628, (EU) 2017/654 en (EU) 2017/656.
LET OP-Klimaatsveranderingen en
gewijzigde weersomstandigheden
kunnen de carburatie beïnvloeden. Niet
toestaan aan andere personen in de buurt van
H de motorzaag te blijven tijdens het werk en de
afstelfase van de carburatie.
UITLAAT
LET OP – Deze uitlaat is uitgerust met een
EST
katalysator, die ervoor zorgt dat de motor
voldoet aan de emissievereisten. U mag de
LT katalysator nooit wijzigen of verwijderen: indien
u dat wel doet, bent u wettelijk strafbaar.
RO
LET OP – Uitlaten die zijn uitgerust
met een katalysator worden bij het
gebruik zeer heet, en blijven dat ook lang
nadat de motor is stopgezet. Dit is ook het
geval wanneer de motor stationair loopt.
104
OPGELET – Alvorens de machine in een
voertuig te vervoeren, moet u nagaan of
deze correct en stevig met riemen is vastgemaakt
aan het voertuig. De machine moet horizontaal
worden vervoerd; u moet tevens nagaan of
de geldende normen voor het vervoer van
dergelijke machines worden nageleefd.
X
X
X
Kettingrem
X
X
X
X
Volledige machine
Inspecteren: lekkages, barsten en slijtage
Werking controleren
Inspecteren: lekkages, barsten en slijtage
Brandstoffilter
Inspecteren en schoonmaken
X
Vervang het filterelement
X
Rendement controleren
X
X
Ketting
Inspecteren: schade, scherpte en slijtage
X
X
Spanning controleren
X
X
X
Inspecteren: schade en slijtage
X
Oliegleuf en -leiding schoonmaken
X
X
Neuswiel draaien en smeren, en ontbramen
Inspecteren: schade en slijtage
X
X
X
X
X
Alle toegankelijke schroeven en moeren (niet Inspecteren en opnieuw aanspannen
de afstelschroeven)
Schoonmaken
X
Schoonmaken
X
Startkoord
Inspecteren: schade en slijtage
X
Vervangen
Bougie
Controleer de afstand tussen de elektrodes
X
X
X
Inspecteren: schade en slijtage
EST
LT
RO
X
Vervangen
Trillingdempend systeem
H
LV
X
Ribben cilinder en sleuven startcarter
Controleer stationair toerental (de ketting mag niet
draaien bij stationair toerental)
PL
X
Vervangen
Carburator
UK
X
Vervangen
Luchtfilter
RUS
X
Inspecteren: schade en slijtage
Inspecteren: schade en slijtage
TR
X
Vervangen
Kettingstop
P
SK
X
Vervangen
Koppeling
NL
CZ
Vervangen
Tandwiel
F
GR
Slijpen: snijdiepte controleren
Zaagblad
GB
E
X
Kettingsmering
I
D
Laten controleren door een Erkende Hersteller
Brandstoftank en olietank
Indien vervuild of
beschadigd
Na elke bijvulbeurt
X
Bediening: schakelaar, choke, gashendel en Werking controleren
gashendelblokkering
Wij wijzen u erop dat de volgende onderhoudsintervallen alleen van toepassing zijn bij de normale
werkingscondities. Als uw dagelijkse werkzaamheden intensiever zijn dan normaal, moeten de
onderhoudsintervallen elkaar sneller opvolgen.
Wekelijks
Vóór ieder gebruik
ONDERHOUDSTABEL
X
X
105
9. OPSLAG
I Wanneer het apparaat lange tijd niet gebruikt zal
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
SK
RUS
UK
PL
H
LV
worden:
-- Ledig de brandstof- en olietanks en maak ze
schoon in een goed geventileerde ruimte.
-- Verwerk de brandstof en de olie volgens de
geldende normen en met inachtneming van
het milieu.
-- Om de carburator te ledigen, moet de motor
worden gestart en moet u wachten tot de
motor stopt (als u het mengsel in de carburator
laat, zouden de membranen beschadigd
kunnen worden).
-- Verwijder de ketting en het zaagblad, maak ze
schoon en besproei ze met beschermende olie.
-- Maak de koelsleuven van het startgroepcarter,
de luchtfilter (Fig.25) en de ribben van de
cilinder zorgvuldig schoon.
-- Bewaar het apparaat op een droge plaats, zo
mogelijk niet rechtstreeks in contact met de
grond, uit de buurt van warmtebronnen en
met lege tanks.
-- Na de winterstalling zijn de startprocedures
dezelfde als bij de normale start van de
machine (pag.9).
MILIEUBESCHERMING
Tijdens het gebruik van de machine moet de
bescherming van het milieu een belangrijk
aspect vormen. Dit moet altijd prioriteit hebben
ten gunste van de samenleving en van de natuur
waarin we leven.
-- Zorg ervoor dat u geen storende factor in de
buurt bent.
-- Volg de plaatselijke voorschriften voor de
verwerking van verpakkingsmateriaal, olie,
benzine, accu’s, filters, versleten delen of elk
onderdeel dat een slechte invloed heeft op het
milieu nauwgezet op; dit afval mag niet bij het
huisvuil worden geworpen, maar moet worden
gescheiden en naar speciale verzamelcentra
worden gebracht, die de materialen zullen
recyclen.
EST Slopen en afdanken
Laat de machine na de buitenwerkingstelling niet
LT in het milieu achter, maar wend u tot een
afvalinzamelcentrum.
Een groot deel van de materialen die bij de bouw
RO van de machine gebruikt zijn, zijn recyclebaar:
alle metalen (staal, aluminium, messing) kunnen
aan een normale ijzerhandelaar worden gegeven.
Neem voor meer informatie contact op met de
normale afvalverwerkingsdienst in uw streek. Het
106
afval dat afkomstig is van de sloop van de
machine moet met respect voor het milieu
worden verwerkt zonder de bodem, de lucht en
het water te vervuilen.
In elk geval moeten de plaatselijk geldende
wetten op dit gebied in acht worden
genomen.
Bij machine sloop, moet u het label van de
CE-markering samen met deze handleiding te
vernietigen.
10. TECHNISCHE GEGEVENS
GST 360 - MTT 3600
35.1 cm3
Cylinderinhoud
Motor
I
GB
2 takt Emak
Vermogen
F
1.5 kW
–1
Minimum toerental/min.
2.900÷3.200 min
Maximum toerental/min.
12.000÷13.000 min
*
–1
*
D
E
Vlotterbalg
Ja
Gemakkelijke start
Ja
Schroef voor kettingspanning aan de zijkant
Ja
P
Aantal tanden tandrad
6
GR
Gewicht zonder zaagblad en ketting
NL
3.8 kg
Inhoud brandstoftank
280 (0.28)
Inhoud olietank ketting
230 (0.23) cm3 (ℓ)
Kettingsnelheid op 133% van maximale motorsnelheid.
TR
cm3 (ℓ)
CZ
SK
25.7 m/s
* Onbelast draaien met stang en ketting
Aanbevolen combinaties zaagbladen en kettingen
RUS
GST 360 - MTT 3600
UK
3/8" x .050"
PL
Steek en dikte ketting
Lengte van het zaagblad
Type zaagblad
12" (30 cm)
14" (35 cm)
120 SDEA 041
140 SDEA 041
Type ketting
Zaaglengte
H
LV
91PX
240 mm
285 mm
EST
LT
LET OP!!!
RO
Het risico op terugslag (kickback) neemt toe wanneer de combinatie zaagblad/ketting
verkeerd is! Gebruik uitsluitend de aanbevolen combinaties zaagblad/ketting en respecteer
de instructies voor het slijpen.
107
(3/8" x .050")
Geluidsdruck
LpA av
dB (A) EN ISO 11681-2
EN 22868
Onnauwkeurigheid
dB (A)
F
Het geluidsniveau werd gemeten
dB (A)
D
Onnauwkeurigheid
dB (A)
I
GB
E
Gegarandeerd acoustisch vermogensniveau
NL
P
GR
TR
CZ
SK
De Trillingsintensiteit (12")
De Trillingsintensiteit (14")
*
3.3
2000/14/EC
EN 22868
EN ISO 3744
111.5
3.3
LWA
2000/14/EC
dB (A)
EN 22868
EN ISO 3744
EN ISO 11681-2
EN 22867
m/s2
EN 12096
EN ISO 11681-2
EN 22867
m/s2
EN 12096
m/s2
Onnauwkeurigheid
102.9
115.0
4.9 (sx)
5.2 (dx)
*
4.6 (sx)
5.3 (dx)
*
EN 12096
1.5
* Gewogen gemiddelde waarden (1/3 minimum, 1/3 volle lading, 1/3 max. snelheid leeg).
11. CONFORMITEITSVERKLARING
Ondergetekende,
EMAK spa via Fermi, 4 - 42011 Bagnolo in Piano (RE) ITALY
verklaart, onder eigen verantwoordelijkheit, dat de machine:
RUS
Kettingzage
OLEO-MAC GST 360 / EFCO MTT 3600
3. serie - identificeren:
881 XXX 0001 - 881 XXX 9999
voldoet aan de voorschriften van de
2006/42/EC - 2014/30/EU - 2000/14/EC - (EU) 2016/1628 richtlijn / verordening
(EU) 2017/654 - (EU) 2017/656
is conform de bepalingen van de
EN ISO 11681-2: 2011 - EN 11681-2: 2011/A1:2017
volgende geharmoniseerde regelgeving: EN 55012:2007 - EN 55012:2007/A1:2009 - ISO 14982:1998
is conform het model met EG-certificaat n. M.0303.17.5981 (GST 360) - M.0303.17.5982 (MTT 3600)
afgegeven door:
ICE v. Garibaldi, 20 - 40011 Anzola Emilia (BO) - Italy n° 0303
1. Type:
2. Merk: / Type:
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
Procedure om de gelijkvormigheid te
evalueren werden nageleegd.
Annex V - 2000/14/EC
Het geluidsniveau werd gemeten:
111.5 dB(A)
Gegarandeerd acoustisch vermogensniveau: 115.0 dB(A)
Bagnolo in piano (RE) Italy - via Fermi, 4
01/01/2019
Technische documentatie neergelegd op: de Hoofdzetel. - Technische
Gemaakt in:
Datum:
s.p.a.
Fausto Bellamico - President
108
12. GARANTIEBEWIJS
Dit apparaat is ontworpen en gerealiseerd met
de modernste produc tietechnieken. De
fabrikant geeft een garantie van 24 maanden
vanaf de aankoopdatum op de eigen producten
voor privé-/hobbygebruik. De garantie is
beperkt tot 12 maanden bij professioneel
gebruik.
Algemene garantievoorwaarden
1) De garantie geldt vanaf de aankoopdatum.
De fabrikant vervangt gratis de onderdelen
met defecten in materiaal, afwerking en
productie via het verkoopnetwerk en de
technische servicedienst. De garantie
ontneemt de gebruiker niet de wettelijke
rechten van het burgerlijk wetboek tegen
de consequenties van de defecten of fouten
veroorzaakt door het verkochte voorwerp.
2) Het technische personeel zal de defecte
onderdelen zo snel als organisatorisch
mogelijk is repareren.
3) O m e e n a a nv r a a g t o t t e c h n i s c h e
assistentie onder garantie in te dienen,
dient u aan het bevoegde personeel het
onderstaande garantiecertificaat te
tonen, voorzien van het stempel van de
leverancier, volledig ingevuld en met de
aankoopfactuur of bon met de
aankoopdatum aangehecht.
4) De garantie vervalt in de volgende gevallen:
-- Duidelijk gebrek aan onderhoud,
-- Onjuist gebruik van het product of geknoei
aan het product,
-- Gebruik van ongeschikte smeermiddelen of
brandstoffen,
-- Gebruik van niet-originele reserveonderdelen
of accessoires,
-- R e p a r a t i e s d i e u i t g e vo e rd z i j n d o o r
onbevoegd personeel.
5) De fabrikant sluit verbruiksmaterialen en
onderdelen die aan normale
werkingsslijtage onderhevig zijn, uit van de
garantie.
6) O n d e r d e g a r a n t i e v a l l e n g e e n
aanpassingen en verbeteringen van het
product.
7) Onder de garantie vallen geen afstellingen
en onderhoudswerkzaamheden die nodig
zouden kunnen zijn tijdens de
garantieperiode.
8) Eventuele schade die veroorzaakt is tijdens
het transport moet onmiddellijk gemeld
worden aan de transporteur, anders vervalt
de garantie.
9) Voor motoren van andere merken (Briggs &
Stratton, Subaru, Honda, Kipor, Lombardini,
Kohler, enz.) die gemonteerd zijn op onze
machines, geldt de garantie die gegeven
wordt door de fabrikant van de motor.
10) De garantie dekt geen eventuele directe of
indirecte schade, die veroorzaakt is bij
personen of voorwerpen door storingen in
het apparaat of die voortvloeit uit het
langdurig niet gebruiken van het apparaat.
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
SK
RUS
UK
PL
MODELL
H
DATUM
LV
SERIENUMMER
LEVERANCIER
EST
KÄUFER GEKOCHT DOOR DHR./MEVR.
LT
RO
Niet opsturen! Alleen een eventueel verzoek om technische garantie
aanhechten.
109
13. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
I
WAARSCHUWING: zet het apparaat altijd uit en koppel de bougie los voordat u
de aanbevolen corrigerende maatregelen in onderstaande tabel uitvoert,
behalve als gevraagd wordt om het apparaat aan te zetten.
GB
Als alle mogelijke oorzaken nagegaan zijn en het probleem nog steeds niet is opgelost,
F neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum. Als u een probleem heeft dat niet
in deze tabel staat, neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum.
D
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAKEN
OPLOSSING
E
NL
P
GR
De motor start niet of gaat na 1. Er is geen vonk
enkele seconden na het starten
weer uit.
2. Motor is verzopen
1. Controleer de vonk van de bougie. Als er
geen vonk is, herhaal de test dan met een
nieuwe bougie (CMR7A).
2. Volg de procedure op pag.98. Als de
motor nog niet star t, herhaal de
procedure dan met een nieuwe bougie.
De motor start, maar versnelt niet De carburateur moet worden N e e m c o n t a c t o p m e t e e n e r k e n d
voldoende of werkt niet goed bij afgesteld.
reparatiecentrum om de carburateur te laten
hoge snelheid.
afstellen.
TR
De motor bereikt de volledige 1. Controleer het olie-/
snelheid niet en/of geeft zeer
benzinemengsel.
veel rook af.
2. Luchtfilter is vuil.
CZ
3. De carburateur moet
worden afgesteld.
1. Gebruik verse benzine en een olie die
geschikt is voor tweetaktmotoren.
2. Schoonmaken; zie de instructies in het
hoofdstuk Onderhoud van het luchtfilter.
3. Neem contact op met een erkend reparatiecentrum om de carburateur te laten
afstellen.
SK
De motor start, draait en versnelt, De carburateur moet worden Stel de stationairstelschroef "T" (Fig.28) naar
maar wil niet stationair lopen.
afgesteld
links bij om de snelheid te verhogen; zie het
hoofdstuk Onderhoud carburateur.
RUS
Het zaagblad en de ketting 1. Olietank ketting leeg
warmen op en beginnen te roken
tijdens het werken
2. Kettingspanning te strak
UK
3. Defect van het
smeringssysteem
PL
H
LV
EST
LT
RO
De motor start en loopt, maar de 1. Kettingrem ingeschakeld
ketting draait niet
WAARSCHUWING: raak 2. Kettingspanning te strak
de ketting nooit aan
wanneer de motor in
werking is
3. Assemblage zaagblad en
ketting
4. Ketting en/of zaagblad
beschadigd
5. Koppeling en/of tandwiel
beschadigd
110
1. De olietank moet gevuld worden telkens
de brandstoftank wordt gevuld.
2. Kettingspanning; zie de instructies in het
hoofdstuk Zaagblad- en kettingmontage
(Pag.95).
3. Laat gedurende 15-30 seconden met
volledig geopend gas werken. Sluit en
controleer of er olie van de punt van het
zaagblad druipt. Indien er olie aanwezig
is, kan het defect te wijten zijn aan een
losse ketting of een beschadigd zaagblad.
Indien er geen olie is, neem dan contact
op met een Erkende Hersteller
1. Schakel de kettingrem uit; zie hoofdstuk
Gebruik – Kettingrem (Pag.99)
2. Kettingspanning; zie de instructies in het
hoofdstuk Zaagblad- en kettingmontage
(Pag.95)
3. Zie de instructies in het hoofdstuk
Zaagblad- en kettingmontage (Pag.95)
4. Zie de instructies in het hoofdstuk
Onderhoud zaagblad en/of ketting
(Pag.102-103)
5. Vervang ze indien nodig; neem contact
op met een Erkende Hersteller