Panasonic KXTGD312NL de handleiding

Categorie
Telefoons
Type
de handleiding
Gebruiksaanwijzing
Digitale Draadloze Telefoon
Model
KX-TGD310NL
KX-TGD312NL
KX-TGD313NL
Digitale Draadloze Telefoon met Antwoordapparaat
Model
KX-TGD320NL
KX-TGD322NL
KX-TGD323NL
Afgebeeld model is de KX-TGD310.
Zie “Aan de slag” op pagina 10 voordat u het
apparaat in gebruik neemt.
Bedankt dat u hebt gekozen voor een product van Panasonic.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Bewaar de handleiding voor latere naslag.
Als u dit apparaat in uw land wilt gebruiken, moet u eerst de regio-instelling van het
apparaat aanpassen voor uw land (pagina 34). Wijzig eventueel de weergavetaal van
het apparaat (pagina 14).
Inleiding
Modellen ...............................................................3
Aanvullende informatie .........................................3
Algemene informatie ............................................5
Belangrijke informatie
Voor uw veiligheid ................................................6
Belangrijke veiligheidsinstructies .........................7
Voor de beste prestaties ......................................7
Overige informatie ................................................8
Specificaties .........................................................9
Aan de slag
Installatie ............................................................10
Toetsen ..............................................................12
Pictogrammen display ........................................13
Aan- en uitzetten ................................................14
Taalinstelling ......................................................14
Datum en tijd ......................................................15
De meldtekst opnemen ......................................15
Overige instellingen ............................................15
Telefoneren
Nummers kiezen ................................................17
Oproepen beantwoorden ...................................17
Handige functies tijdens een gesprek ................17
Intercom .............................................................19
Toetsblokkering ..................................................19
Telefoonboek
Telefoonboek .....................................................20
Snelkiesnummer ................................................21
Programmeren
Menulijst .............................................................23
Alarm ..................................................................29
Niet storen-modus ..............................................30
Nummerblokkering .............................................30
Babyfoon ............................................................31
Overige programmering .....................................33
Een apparaat registreren ...................................35
Nummerherkenningsservice
Nummerherkenningsservice gebruiken ..............37
Bellerlijst .............................................................37
Antwoordapparaat
Antwoordapparaat ..............................................39
Het antwoordapparaat in- en uitschakelen .........39
Meldtekst ............................................................39
Berichten afluisteren ..........................................40
Geavanceerde meldingsfuncties voor nieuwe
berichten ............................................................41
Afstandsbediening ..............................................43
Instellingen antwoordapparaat ...........................44
Handige informatie
Voicemailservice ................................................46
Tekens invoeren .................................................46
Foutberichten .....................................................48
Problemen oplossen ..........................................48
Index
Index...........................................................53
2
Inhoud
Modellen
n KX-TGD310-serie n KX-TGD320-serie
R Afgebeeld model is de KX-TGD312. R Afgebeeld model is de KX-TGD322.
Serie Model
Basisstation Handset
Artikelnr. Artikelnr. Aantal
KX-TGD310-serie KX-TGD310 KX-TGD310 KX-TGDA31 1
KX-TGD312 KX-TGD310 KX-TGDA31 2
KX-TGD313 KX-TGD310 KX-TGDA31 3
KX-TGD320-serie KX-TGD320 KX-TGD320 KX-TGDA31 1
KX-TGD322 KX-TGD320 KX-TGDA31 2
KX-TGD323 KX-TGD320 KX-TGDA31 3
Aanvullende informatie
Meegeleverde accessoires
Nr. Accessoire/artikelnummer
Aantal
KX-TGD310
KX-TGD320
KX-TGD312
KX-TGD322
KX-TGD313
KX-TGD323
A Wisselstroomadapter voor basisstation/
PNLV226CE
1 1 1
B Telefoonsnoer 1 1 1
C Telefoonplug (voor Nederland) 1 1 1
D Telefoonplug (voor België) 1 1 1
E
Herlaadbare batterijen
*1
2 4 6
F
Batterijklepje
*2
1 2 3
G Oplader 1 2
H Wisselstroomadapter voor oplader/
PNLV233CE
1 2
3
Inleiding
*1 Zie pagina 4 voor informatie over nieuwe batterijen.
*2 Het batterijklepje is bevestigd aan de handset.
A B C D
E F G H
Aanvullende/vervangende accessoires
Raadpleeg de dichtstbijzijnde Panasonic dealer voor informatie over prijzen.
Accessoire Modelnummer/specificaties
Herlaadbare batterijen
*1
Type batterij:
Nikkelmetaalhydride (Ni-MH)
2 x AAA (R03) per handset
1,2 V
Minimale stroomsterkte van 550 mAh
DECT-repeater KX-A405, KX-A406
Sleutelvinder
KX-TGA20EX
*2
*1 Vervangende batterijen en meegeleverde batterijen kunnen verschillende capaciteiten hebben.
Wij adviseren de oplaadbare Panasonic-batterijen te gebruiken.
*2 Registreer de sleutelvinder (max. 4) bij een digitale draadloze telefoon van Panasonic en bevestig hem
aan een voorwerp dat u vaak kwijt bent om het kwijtgeraakte voorwerp te vinden. Bezoek onze website:
www.panasonic.net/pcc/products/telephone/p/tga20/
Neem contact op met Panasonic of een goedgekeurde verkoopafdeling voor beschikbaarheid van de
sleutelvinder in uw gebied.
Overige informatie
R Ontwerp en specificaties kunnen zonder waarschuwing worden gewijzigd.
R De illustraties in deze publicatie kunnen ietwat afwijken van het eigenlijke product.
4
Inleiding
Telefoonsysteem uitbreiden
Handset (optie): KX-TGDA30EX
U kunt uw telefoonsysteem uitbreiden door optione-
le handsets (maximaal 6) te registreren bij één ba-
sisstation.
R Optionele handsets kunnen een andere kleur
hebben dan de meegeleverde handsets.
Algemene informatie
R Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik op het Nederlandse en Belgische analoge telefoonnetwerk.
R Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van de apparatuur.
Verklaring van overeenstemming:
R Panasonic Corporation verklaart dat de radio-apparatuur type (KX-TGD310 serie/TGD320 serie:
pagina 3) in overeenstemming is met Richtlijn 2014/53/EU. De volledige text van de
overeenstemmingsverklaring van de EU is beschikbaar op het volgende internet-adres:
http://www.ptc.panasonic.eu/doc
Contactadres van de officiële vertegenwoordiging:
Panasonic Testing Centre
Panasonic Marketing Europe GmbH
Winsbergring 15, 22525 Hamburg, Germany
Ecodesign-informatie
Ecodesign-informatie onder EU-verordening (EG) nr. 1275/2008 gewijzigd in (EU)-verordening nr. 801/2013.
Vanaf 1 januari 2015.
Ga naar: http://www.ptc.panasonic.eu/erp
Klik op [Downloads]
a Energy related products information (Public)
Stroomverbruik in standby-netwerkmodus en instructies worden vermeld op bovenstaande website.
5
Inleiding
TGD3xxNL(nl-nl)_0105_ver201.pdf 5 2017/01/05 18:14:46
Voor uw veiligheid
Om ernstig letsel en gevaar voor uw leven/
eigendommen te voorkomen dient u dit gedeelte
goed door te lezen voordat u het product in gebruik
neemt.
WAARSCHUWING
Voedingsaansluiting
R Gebruik alleen de stroombron die op het
apparaat wordt aangegeven.
R Overbelast stopcontact en verlengsnoeren niet.
Dit kan leiden tot risico op brand of elektrische
schokken.
R Steek de wisselstroomadapter/stekker volledig in
het stopcontact. Als u dit niet doet, kunt u een
elektrische schok krijgen of kan brand ontstaan
door ophoping van warmte.
R Verwijder regelmatig stof, enz. van de
wisselstroomadapter/voedingsstekker door deze
uit de stopcontacten te trekken en vervolgens
met een droge doek te reinigen. Opgehoopt stof
kan leiden tot opeenhoping van vocht, enz.
waardoor brand kan ontstaan.
R Haal de stekker van het product uit het
stopcontact als er rook, een vreemde geur of
vreemd geluid uit het apparaat komt. Deze
omstandigheden kunnen leiden tot brand of
elektrische schokken. Verzeker u ervan dat het
roken is opgehouden en neem contact op met
een goedgekeurd servicecentrum.
R Haal de stekker van het product uit het
stopcontact en raak nooit het binnenwerk van
het product aan als de behuizing opengebroken
is.
R Raak de stekker nooit met natte handen aan. U
zou een schok kunnen krijgen.
Installatie
R Vermijd ter voorkoming van vuur en elektrische
schokken blootstelling van dit product aan regen
of vocht.
R Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van
automatische apparaten zoals automatische
deuren en brandalarmen. De door dit product
uitgezonden radiogolven kunnen storingen in
dergelijke apparaten veroorzaken waardoor
ongelukken kunnen gebeuren.
R Zorg ervoor dat er niet te hard wordt getrokken
aan het snoer van de wisselstroomadapter en
het telefoonsnoer, en dat deze snoeren niet
worden verbogen of onder zware voorwerpen
komen te liggen.
Veilig gebruik
R Trek de stekker van het apparaat uit het
stopcontact voordat u het apparaat reinigt.
Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of
spuitbussen.
R Haal het apparaat niet uit elkaar.
R Mors geen vloeistof (schoonmaakmiddelen en
dergelijke) op de stekker van het telefoonsnoer
en laat de stekker niet nat worden. Hierdoor kan
brand ontstaan. Als de stekker van het
telefoonsnoer nat wordt, moet u de stekker
onmiddellijk uit de wandcontactdoos trekken en
niet gebruiken.
Medisch
R Neem contact op met de fabrikanten van uw
persoonlijke medische apparatuur, zoals
pacemakers of gehoorapparaten, om te
controleren of die apparatuur voldoende is
beschermd tegen externe radiofrequente
energie. (Dit product werkt binnen een
frequentiebereik van 1,88 GHz tot 1,90 GHz en
levert een maximaal zendvermogen van
250 mW.)
R Gebruik dit product niet in zorginstellingen
wanneer in deze instellingen wordt aangegeven
dat dit niet is toegestaan. Ziekenhuizen en
zorginstellingen kunnen apparatuur gebruiken
die gevoelig is voor externe radiofrequente
energie.
OPGELET
Installatie en locatie
R Installeer telefoondraden nooit tijdens onweer.
R Installeer telefoonaansluitingen nooit op natte
plaatsen, tenzij de aansluiting specifiek hiervoor
is ontworpen.
R Raak nooit ongeïsoleerde telefoondraden of
pluggen aan, tenzij deze niet met de
netwerkinterface zijn verbonden.
R Werk voorzichtig bij het installeren of aanpassen
van telefoonlijnen.
6
Belangrijke informatie
R De wisselstroomadapter is de hoofdaansluiting.
Zorg ervoor dat er een gemakkelijk bereikbare
wandcontactdoos in de buurt van het product
aanwezig is.
R U kunt niet met dit product bellen als:
de batterijen van de handset moeten worden
opgeladen of defect zijn;
er een stroomstoring is;
de toetsblokkering is ingeschakeld.
Batterij
R Wij adviseren de batterijen, zoals vermeld op
pagina 4, te gebruiken. GEBRUIK ALLEEN
oplaadbare Ni-MH-batterijen van het type
AAA (R03).
R Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door
elkaar.
R Open of beschadig de batterijen niet.
Electrolyten die uit de batterijen vrijkomen zijn
bijtend en kunnen brandwonden of letsel aan
ogen en huid veroorzaken. De elektrolyt is giftig
en kan bij inslikken schade veroorzaken.
R Ga voorzichtig met de batterijen om. Raak de
batterijen niet aan met geleidende materialen,
zoals ringen, armbanden of sleutels. Dit kan
kortsluiting veroorzaken, waardoor de batterijen
en/of het geleidende materiaal heet kunnen
worden en brandwonden kunnen veroorzaken.
R Laad de batterijen meegeleverd met of bedoeld
voor gebruik met dit product alleen op volgens
de instructies en beperkingen in deze
handleiding.
R Gebruik alleen een compatibel basisstation (of
oplader) voor het opladen van de batterijen.
Rommel niet aan het basisstation (of de
oplader). Als u deze aanwijzingen niet opvolgt,
kunnen de batterijen opzwellen of exploderen.
Belangrijke
veiligheidsinstructies
Volg als u het apparaat gebruikt altijd de
veiligheidsvoorschriften ter voorkoming van brand,
elektrische schokken of persoonlijk letsel,
waaronder:
1. Gebruik het apparaat niet bij water, zoals
badkuipen, wastafels, aanrechten, in een
vochtige kelder of bij een zwembad, enzovoort.
2. Gebruik het apparaat (uitgezonderd draadloze
modellen) bij voorkeur niet tijdens onweer. Er
bestaat een kleine kans op elektrische
schokken door bliksem.
3. Gebruik de telefoon niet voor het rapporteren
van een gaslek als het daar in de buurt is.
4. Gebruik alleen het netsnoer en de batterijen die
in deze handleiding worden beschreven. Gooi
nooit batterijen in een open vuur. Deze kunnen
exploderen. Houd u bij het weggooien van
batterijen aan de lokale milieuvoorschriften.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Voor de beste prestaties
Locatie van basisstation/storing vermijden
Het basisstation en andere compatibele
Panasonic-apparaten gebruiken radiogolven voor
de onderlinge communicatie.
R Voor een maximaal bereik en storingsvrije
communicatie plaatst u het basisstation:
op een gemakkelijk bereikbare, hoge en
centrale locatie (binnenshuis) zonder
obstakels tussen de handset en het
basisstation;
buiten bereik van elektronische apparatuur,
zoals televisietoestellen, radio’s, computers,
draadloze apparatuur en andere telefoons;
uit de buurt van radiofrequente zenders,
zoals buitenantennes of zendmasten van
mobiele telefoons. (Zet het basisstation niet
voor het raam of daar in de buurt.)
R Het bereik en de spraakkwaliteit zijn afhankelijk
van lokale omgevingsomstandigheden.
R Als de ontvangst met het basisstation op een
bepaalde locatie niet goed is, zet het
basisstation dan ergens anders.
Omgeving
R Zorg ervoor dat er geen apparaten in de buurt
van het apparaat zijn die elektrische interferentie
genereren, zoals spaarlampen en motoren.
R Stel het apparaat niet bloot aan extreem veel
rook, stof, hoge temperaturen of trillingen.
R Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
R Plaats geen zware objecten op het product.
R Als het apparaat gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt, haalt u de stekker ervan uit het
stopcontact.
7
Belangrijke informatie
R Houd het product uit de buurt van
warmtebronnen, zoals verwarming,
kooktoestellen enzovoort. Plaats het product niet
in een kamer waarin de temperatuur lager is dan
0 °C of hoger dan 40 °C. Vermijd ook vochtige
kelders.
R De maximale belafstand kan teruglopen
wanneer het apparaat op de volgende plaatsen
wordt gebruikt: in de buurt van heuvels, in
tunnels, onder de grond, in de buurt van metalen
voorwerpen zoals hekken, enzovoort.
R Gebruik van het product in de buurt van
elektrische apparaten kan storing veroorzaken.
Ga uit de buurt van het elektrische apparaat.
Algemene verzorging
R Veeg het oppervlak van het product schoon met
een zachte, vochtige doek.
R Gebruik geen benzine, verdunner of
schuurmiddel.
Overige informatie
OPGELET: er is explosiegevaar als de batterij
wordt vervangen door een batterij van het
verkeerde type. Voer gebruikte batterijen af volgens
de instructies.
Kennisgeving voor weggooien,
verplaatsen of terugsturen van dit product
R U kunt uw privé-gegevens en vertrouwelijke
gegevens op dit product opslaan. Om uw
privé-gegevens en vertrouwelijke gegevens te
beschermen, raden wij u aan informatie die zich
in telefoonboeken of bellijsten bevindt uit het
geheugen te verwijderen voordat u het product
weggooit, verplaatst of terugstuurt.
Informatie voor gebruikers betreffende
het verzamelen en afvoeren van oude
apparaten en lege batterijen
1
2
3
Deze symbolen (A, B, C) op de producten,
verpakkingen en/of begeleidende documenten
betekenen dat gebruikte elektrische en
elektronische producten en batterijen niet met het
algemene huishoudelijke afval gemengd mogen
worden.
Voor een correcte behandeling, recuperatie en
recyclage van oude producten en lege batterijen
moeten zij naar de bevoegde verzamelpunten
gebracht worden in overeenstemming met uw
nationale wetgeving en de Richtlijnen 2002/96/EC
en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen correct af te
voeren draagt u uw steentje bij tot het beschermen
van waardevolle middelen en tot de preventie van
potentiële negatieve effecten op de gezondheid van
de mens en op het milieu die anders door een
onvakkundige afvalverwerking zouden kunnen
ontstaan.
Voor meer informatie over het verzamelen en
recyclen van oude producten en batterijen, gelieve
contact op te nemen met uw plaatselijke gemeente,
uw afvalverwijderingsdiensten of de winkel waar u
de goederen gekocht hebt.
Voor een niet-correcte verwijdering van dit afval
kunnen boetes opgelegd worden in
overeenstemming met de nationale wetgeving.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese
Unie
Indien u elektrische en elektronische apparaten wilt
afvoeren, neem dan contact op met uw dealer voor
meer informatie.
Informatie over het afvoeren in andere
landen buiten de Europese Unie
Deze symbolen (A, B, C) zijn enkel geldig in de
Europese Unie. Indien u deze producten wilt
8
Belangrijke informatie
afvoeren, neem dan contact op met uw plaatselijke
autoriteiten of dealer, en vraag informatie over de
correcte wijze om deze producten af te voeren.
Opmerking over het batterijensymbool
Dit symbool (B) kan gebruikt worden in combinatie
met een chemisch symbool (C). In dat geval wordt
de eis, vastgelegd door de Richtlijn voor de
betrokken chemische producten vervuld.
Opmerking over de
verwijderingsprocedure voor de batterij
Raadpleeg “Batterijen installeren” op pagina 10.
Specificaties
R Standaard:
DECT (Digital Enhanced Cordless
Telecommunications: digitale draadloze
telecommunicatie),
GAP (Generic Access Profile: algemeen
toegangsprofiel)
R Frequentiebereik:
1,88 GHz tot 1,90 GHz
R RF-overdrachtvermogen:
Ongeveer 10 mW (gemiddeld vermogen per
kanaal)
250 mW (max.)
R Stroomvoorziening:
220–240 V AC, 50/60 Hz
R Stroomverbruik:
Basisstation
*1
:
Stand-by: Circa 0,52 W
Maximum: Circa 2,70 W
B
asisstation
*2
:
Stand-by: Circa 0,57 W
Maximum: Circa 2,70 W
Oplader:
Stand-by: Circa 0,16 W
Maximum: Circa 1,80 W
R Bedrijfsomstandigheden:
0 °C–40 °C, 20 %–80 % relatieve
luchtvochtigheid (droog)
*1 KX-TGD310-serie: pagina 3
*2 KX-TGD320-serie: pagina 3
Opmerking:
R Het bereik van de handset onder optimale
omstandigheden is 50 meter binnenshuis en 300
meter buitenshuis. Het bereik neemt
waarschijnlijk af als de handset in de nabijheid
van betonnen obstakels, enz. wordt gebruikt.
9
Belangrijke informatie
Installatie
Aansluiten
n Basisstation
Sluit het snoer van de wisselstroomadapter
aan door de stekker stevig vast te drukken.
Maak het snoer vast met het haakje.
Sluit de wisselstroomadapter aan op een
stopcontact.
Sluit het telefoonsnoer aan op het basisstation
en vervolgens op de telefoonwandcontactdoos
totdat u een klik hoort.
1
2
3
4
4
Opmerking:
R Gebruik alleen de meegeleverde
Panasonic-wisselstroomadapter PNLV226CE.
R Gebruik alleen het meegeleverde telefoonsnoer.
n Oplader
Klik de stekker van de wisselstroomadapter
vast in de lader.
Sluit de wisselstroomadapter aan op een
stopcontact.
1
2
Opmerking:
R Gebruik alleen de meegeleverde
Panasonic-wisselstroomadapter PNLV233CE.
Batterijen installeren
R GEBRUIK ALLEEN oplaadbare Ni-MH-batterijen
van het type AAA (R03) (
1
).
R Gebruik GEEN alkalinebatterijen,
mangaanbatterijen of Ni-Cd-batterijen.
R Zorg ervoor dat u de batterijen ( , ) goed in
de batterijhouder plaatst.
1
R Volg de aanwijzingen op het display om het
basisstation in te stellen.
Batterij laadt op
Ongeveer 7 uur opladen.
R Controleer of Laden wordt weergegeven (
1
).
10
Aan de slag
R Als de batterijen volledig zijn opgeladen, wordt
Laden voltd. weergegeven.
1
Opmerkingen bij het instellen
Opmerking bij het aansluiten
R De wisselstroomadapter moet altijd aangesloten
blijven. (Het is normaal dat de adapter tijdens
gebruik warm aanvoelt.)
R De wisselstroomadapter moet worden
aangesloten op een verticaal of op de vloer
aangebracht stopcontact. Sluit de
wisselstroomadapter niet aan op een
stopcontact op het plafond, omdat de stekker
door het gewicht van de adapter uit het contact
kan worden getrokken.
Tijdens een stroomstoring
Het apparaat werkt niet tijdens een stroomstoring.
Wij raden u aan een telefoon met snoer (zonder
wisselstroomadapter) aan te sluiten op dezelfde
telefoonlijn of op dezelfde
telefoonwandcontactdoos, als u zo’n
wandcontactdoos hebt in uw huis.
Opmerking bij het plaatsen van de batterij
R Gebruik de meegeleverde oplaadbare batterijen.
Wij adviseren de oplaadbare
Panasonic-batterijen op pagina 4, 7 als u nieuwe
batterijen nodig hebt.
Opmerking bij het opladen van de batterij
R Het is normaal dat de handset tijdens het
opladen warm aanvoelt.
R Maak eens per maand de oplaadcontacten van
de handset, het basisstation en de oplader
schoon met een zachte, droge doek. Koppel
voordat u de handset gaat reinigen eerst de
voedingskabels en alle telefoonkabels los.
Reinig vaker als het apparaat wordt blootgesteld
aan vet, stof of hoge luchtvochtigheid.
Batterijniveau
Picto-
gram
Batterijniveau
Hoog
Normaal
Laag
Opladen noodzakelijk
Prestaties Panasonic Ni-MH-batterijen
(meegeleverde batterijen)
Bediening Bedrijfsduur
Bij continu gebruik Maximaal 16 uur
Buiten gebruik
(stand-by)
Maximaal 200 uur
Opmerking:
R De werkelijke gebruiksduur van de batterijen is
afhankelijk van het gebruik en de omgeving
waarin dit gebeurt.
R Wanneer de ecomodus is ingesteld op Eco
Plus, stopt het basisstation de communicatie
met de handset wanneer het zich in de
standbymodus bevindt. Het gevolg daarvan is
dat de handset meer stroom verbruikt dan
gebruikelijk om te zoeken naar het basisstation
en daardoor de gebruikstijd voor de batterij
wordt verkort (pagina 15).
11
Aan de slag
Toetsen
Handset
Luidspreker
M N (Spreken)
Kiestoetsen
MZN (Handsfree telefoneren)
Microfoon
Ontvanger
Display
M N (Uit/stroom)
MR/ECON
R: Herhalen/flash
ECO: Toets voor de ecomodus
M N (Intercom)
Oplaadcontacten
n Type bediening
Zachte toetsen
Met een zachte toets selecteert u de functie die
er direct boven op het display wordt getoond.
Navigatietoets
De navigatietoets werkt als volgt.
{V}
{^}
{<} {>}
MDN, MCN, MFN of MEN: Door de diverse lijsten
en items bladeren.
MDN of MCN( ): Het volume van de
ontvanger of luidspreker aanpassen tijdens
een gesprek.
M N (Lijst met bellers): De lijst met bellers
weergeven.
MWN (Telefoonboek): Nummers in het
telefoonboek weergeven.
MTN (Opnieuw kiezen): De lijst met opnieuw
te kiezen nummers weergeven.
Basisstation
n KX-TGD310-serie: pagina 3
Oplaadcontacten
M N (Zoeken)
R U kunt een handset die is kwijtgeraakt,
zoeken door te drukken op M N.
12
Aan de slag
n KX-TGD320-serie: pagina 3
Oplaadcontacten
Luidspreker
M N (Zoeken)
R Als u een handset kwijt bent, kunt u deze
zoeken door op M N te drukken.
M N (Wissen)
MjN/MkN ( : Volume omhoog/omlaag)
M N (Herhaal)
Indicator antwoordapparaat aan/uit
M N (Antwoordapparaat aan/uit)
M N (Afspelen/stoppen)
Berichtindicator
M N (Sla over)
Pictogrammen display
Weergegeven symbolen op handset
Symbool Betekenis
Ontvangstkwaliteit: Hoe meer
streepjes u ziet, hoe dichter de
handset bij het basisstation is.
Symbool Betekenis
Buiten bereik van basisstation
Beveiliging voor gesprekken is in-
gesteld op Verhoogd. (pagi-
na 34)
Oproep, intercom
Z
Handsfree functie is ingescha-
keld. (pagina 17)
De lijn is in gebruik.
R Langzaam knipperen wil zeg-
gen dat het gesprek in de
wacht staat.
R Snel knipperen wil zeggen dat
nu een inkomend gesprek
wordt ontvangen.
Gemiste oproep
*1
(pagina 37)
Ecomodus is ingesteld op Eco.
(pagina 15)
Ecomodus is ingesteld op Eco
Plus. (pagina 15)
Het display en de toetsverlichting
staan uit. (pagina 26)
R Wanneer het wordt weergege-
ven direct naast het batterijpic-
togram: Antwoordapparaat is
aan.
*2
(pagina 39)
R Wanneer het wordt weergege-
ven met een cijfer: Er zijn nieu-
we berichten opgenomen.
*2
(pagina 41)
Alleen meldt. is geselec-
teerd. Berichten van bellers wor-
den niet opgenomen.
*2
(pagi-
na 45)
Batterijniveau
Alarm is ingeschakeld. (pagi-
na 29)
Privacymodus ingeschakeld. (pa-
gina 27)
Belvolume is uitgeschakeld. (pa-
gina 25)
Niet storen-modus is ingescha-
keld. (pagina 30)
13
Aan de slag
Symbool Betekenis
Nummerblokkering.
*1
(pagi-
na 30)
Nieuw voicemailbericht ontvan-
gen.
*3
(pagina 46)
Babyfoon is ingeschakeld. De
naam/het nummer naast het pic-
togram geeft de controlehandset
aan. (pagina 31)
Lijn
bezet
De lijn is in gebruik door iemand
anders.
In
Gesprek
Het antwoordapparaat wordt
door een andere handset of het
basisstation gebruikt.
*2
*1 Alleen bij nummerherkenning
*2 KX-TGD320-serie: pagina 3
*3 Alleen voor voicemailabonnees
Pictogrammen zachte toetsen handset
Picto-
gram
Actie
Gaat terug naar het vorige scherm of
de externe oproep.
Menu weergeven.
OK Accepteert huidige selectie.
Bellen. (pagina 17)
Beltoon tijdelijk uitschakelen voor in-
komende gesprekken. (pagina 17)
Een gesprek in de wacht plaatsen.
W Naar het telefoonboek.
Telefoonnummers bewerken. (pagi-
na 31)
Voegt een nieuw nummer toe. (pagi-
na 21, 32)
Naar zoekmenu telefoonboek. (pagi-
na 20)
Schakelt toetsblokkering uit. (pagi-
na 19)
Stopt het alarm. (pagina 29)
Sluimerknop voor het alarm. (pagi-
na 30)
Picto-
gram
Actie
Selecteert items of handsets. (pagi-
na 29)
n
Stopt opname of weergave.
*1
Slaat telefoonnummers op. (pagi-
na 20)
Wist het geselecteerde onderdeel.
Hiermee voert u een intercomge-
sprek. (pagina 19)
C Een nummer/teken wissen.
Hiermee schakelt u de microfoon uit
tijdens een gesprek.
*1 KX-TGD320-serie: pagina 3
Aan- en uitzetten
Druk ongeveer 2 seconden op M N.
Taalinstelling
Displaytaal
1 M N#110
2 MbN: Selecteer de gewenste taal. a MOKN
3 M N
Taal gesproken instructies
Beschikbaar voor:
KX-TGD320-serie (pagina 3)
U kunt de volgende instelling selecteren als taal
voor gesproken instructies van het
antwoordapparaat.
n Als Nederland is geselecteerd als
regio-instelling (pagina 34), wordt de taal voor
gesproken instructies ingesteld op Nederlands.
n Als België is geselecteerd als regio-instelling
(pagina 34), kunt u Nederlands selecteren of
Français.
14
Aan de slag
De standaardinstelling is Nederlands.
1 M N#112
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling.
3 MOKN a M N
Datum en tijd
1 M N#101
2 Voer de huidige dag, maand en jaar in. a
MOKN
Voorbeeld: 12 juli 2015
12 07 15
3 Voer de huidige tijd (uren en minuten) in.
Voorbeeld: 9:30
09 30
R U kunt de 24-uurs of 12-uurs klokweergave
(AM of PM) selecteren door op * te
drukken.
4 MOKN a M N
De meldtekst opnemen
Beschikbaar voor:
KX-TGD320-serie (pagina 3)
U kunt uw eigen meldtekst inspreken in plaats van
een standaardbegroeting te gebruiken. Zie
pagina 39 voor meer informatie.
1 M N#302
2 MbN: JA a MOKN
3 Een welkomstbericht opnemen. a MnN a
M N
Overige instellingen
Instelling Ecomodus
U selecteert de gewenste ecomodus door te
drukken op MR/ECON.
De volgende instellingen zijn beschikbaar voor
ecomodus.
Eco: verlaagt het zendvermogen van het
basisstation in standbymodus met maximaal
90 %.
Wanneer deze instelling is geselecteerd, wordt
weergegeven op het display van de
handset in plaats van .
Eco Plus: verlaagt het zendvermogen van
het basisstation in standbymodus maximaal.
Wanneer deze instelling is geselecteerd, wordt
weergegeven op het display van de
handset in plaats van .
Eco Uit (standaardinstelling): schakelt
ecomodus uit.
Wanneer deze instelling is geselecteerd, worden
/ niet weergegeven op het display
van de handset.
Opmerking:
R Als een handset niet compatibel is met Eco Plus
en geregistreerd is bij het basisstation, is Eco
Plus niet beschikbaar. Als die handset
geregistreerd is terwijl Eco Plus al
geselecteerd was, wijzigt de instelling in Eco
Uit.
R Wanneer er een andere draadloze telefoon in de
buurt is en die telefoon is in gebruik, wordt het
zendvermogen van het basisstation mogelijk niet
verlaagd.
R Wanneer ecomodus is ingesteld op Eco
Plus, is er een vertraging tussen de ontvangst
van de oproep en het bellen van de handset.
R Als de handset bij meerdere basisstations is
geregistreerd, kunt u met de handset mogelijk
geen oproepen plaatsen of ontvangen, of
communiceren met het basisstation in de
volgende omstandigheden.
Ecomodus is ingesteld op Eco Plus
(pagina 15).
Het basisstation is ingesteld op Automat.
(pagina 27).
Plaats in dat geval de handset dichter bij het
basisstation, druk vervolgens op MR/ECON en
selecteer Eco of Eco Uit. Herhaal dit voor
elk basisstation.
R Wanneer de ecomodus is ingeschakeld, heeft
het basisstation in standbymodus minder bereik.
R Als u de repeatermodus instelt op AAN
(pagina 36):
wordt ecomodus uitgeschakeld.
wordt Eco-modus niet weergegeven in het
menu op het display (pagina 26).
15
Aan de slag
R Wanneer ecomodus is ingesteld op Eco
Plus, wordt de gebruiksduur van de batterij
verlaagd (pagina 11).
16
Aan de slag
Nummers kiezen
1 Pak de handset op en toets het
telefoonnummer in.
R Druk als u een cijfer wilt corrigeren op MCN.
2 M N
3 Als het gesprek is beëindigd, drukt u op M N
of plaatst u de handset op het basisstation of
de oplader.
De handsfree functie gebruiken
1 Kies het telefoonnummer en druk op MZN.
R Praat tegen de persoon aan de andere
kant van de lijn.
2 Als het gesprek beëindigd is, drukt u op M N.
Opmerking:
R Druk op MZN/M N om terug te schakelen naar
de ontvanger.
Ontvangstvolume of luidsprekervolume
aanpassen
Druk terwijl u spreekt meerdere keren op MDN of MCN.
Telefoneren met behulp van de herhaallijst
De 10 laatst gebelde nummers worden in de
herhaallijst opgeslagen (elk maximaal 24 cijfers).
1 MTN
2 MbN: Selecteer het gewenste nummer.
3 M N
Een nummer uit de herhaallijst wissen
1 MTN
2 MbN: Selecteer het gewenste nummer. a M N
3 MbN: JA a MOKN a M N
Pauze (voor huiscentrale (PBX)/
internationale gesprekken)
Soms is een pauze vereist voor het telefoneren via
huiscentrales of voor internationale gesprekken.
Ook bij het opslaan van een toegangsnummer voor
een belkaart en/of PIN in het telefoonboek is een
pauze nodig (pagina 21).
Voorbeeld: als u een “0” moet kiezen voor een
buitenlijn wanneer u via een huiscentrale belt:
1 0 a MDN (Pauze)
2 Kies het telefoonnummer. a M N
Opmerking:
R Iedere keer als u MDN (Pauze) indrukt, wordt een
pauze van 3 seconden ingevoerd.
Oproepen beantwoorden
1 Neem de handset op en druk op M N of MZN
als de telefoon overgaat.
2 Als het gesprek is beëindigd, drukt u op M N
of plaatst u de handset op het basisstation of
de oplader.
Beantwoorden met elke toets: U kunt gesprekken
aannemen door op een kiestoets te drukken.
Automatisch praten: U kunt gesprekken
aannemen door eenvoudig de handset op te
nemen (pagina 26).
Beltoon handset tijdelijk uit: u kunt de beltoon
tijdelijk uitschakelen door op M N te drukken.
Het belvolume van de beltoon aanpassen
Handset
Druk tijdens het bellen herhaaldelijk op MDN of MCN
tot het gewenste belvolume wordt weergegeven.
Basisstation
*1
*1 KX-TGD320-serie: pagina 3
Druk tijdens het bellen herhaaldelijk op MjN of MkN
tot het gewenste belvolume wordt weergegeven.
R Als u het belsignaal wilt uitschakelen, houdt u
MkN ingedrukt tot het apparaat piept.
Handige functies tijdens een
gesprek
Wachtstand
1 Druk tijdens een extern gesprek op M N.
2 MbN: Wacht a MOKN
17
Telefoneren
3 U haalt het gesprek weer uit de wacht door op
M N te drukken.
Opmerking:
R Na 10 minuten in de wacht wordt de verbinding
verbroken.
Microfoon uitschakelen
1 Druk tijdens een gesprek op M N.
2 Als u wilt teruggaan naar het gesprek, drukt u
op M N.
Opnieuw bellen/flash
Met MR/ECON kunt u speciale functies van uw
huiscentrale gebruiken, zoals een gesprek
doorverbinden of optionele telefoondiensten
gebruiken.
Opmerking:
R Zie pagina 27 voor het wijzigen van de flashtijd.
Voor gebruikers van wisselgesprek
of nummerherkenning
Als u wisselgesprek of nummerherkenning wilt
gebruiken, moet u eerst een abonnement afsluiten
bij uw serviceprovider.
U kunt dan oproepen ontvangen wanneer u al in
gesprek bent. Als u een tweede oproep ontvangt op
de telefoon, hoort u een speciale toon.
Als u zich op nummerherkenningsdiensten
abonneert met zowel nummerherkenning als
wisselgesprek, wordt informatie over de tweede
beller weergegeven nadat u de toon voor de 2e
oproep hoort op de handset.
1 Druk op MR/ECON om de 2e oproep aan te
nemen.
2 Druk op MR/ECON om van de ene naar de
andere oproep te gaan.
Opmerking:
R Raadpleeg uw serviceprovider voor meer
informatie over en beschikbaarheid van deze
dienst in uw land.
Equalizer handset
Deze functie zorgt ervoor dat de stem van uw
gesprekspartner duidelijker overkomt. Het
stemgeluid wordt natuurlijker weergegeven en is
gemakkelijker te horen en te begrijpen.
1 Druk terwijl u spreekt op M N.
2 MbN: Equalizer a MOKN
3 MbN: Selecteer de gewenste instelling.
4 Klik op MOKN om af te sluiten.
Opmerking:
R Afhankelijk van de toestand en kwaliteit van uw
telefoonlijn kan deze functie de aanwezige ruis
op de lijn versterken. Schakel deze functie uit als
u problemen met het geluid ondervindt.
R Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer
u handsfree belt.
Gesprek delen
U kunt deelnemen aan een lopend extern gesprek.
Druk op M N om deel te nemen aan het gesprek
wanneer op de andere handset al een extern
gesprek wordt gevoerd.
Opmerking:
R Door de privacymodus in te schakelen
(pagina 27) kunt u het onmogelijk maken dat
iemand anders deelneemt aan uw externe
gesprekken.
Gesprekken doorverbinden/
vergaderen
Tussen 2 handsets binnen dezelfde radiocel
kunnen externe gesprekken worden
doorgeschakeld of kan een conferentiegesprek
worden opgezet met een externe partij.
1 Druk tijdens een extern gesprek op M N.
Als er 3 of meer handsets zijn
geregistreerd:
MbN: Selecteer de gewenste unit. a MOKN
2 Wacht tot de opgeroepen handset wordt
opgenomen.
R Druk als er geen antwoord is op M N om
terug te keren naar het externe gesprek.
3 Doorschakelen voltooien:
Druk op M N.
18
Telefoneren
Vergadering opzetten:
M N a MbN: Vergadering a MOKN
R Druk op M N als u de vergadering wilt
verlaten. De andere 2 personen kunnen het
gesprek voortzetten.
R Het externe gesprek in de wacht plaatsen:
M N a MbN: Wacht a MOKN
De vergadering voortzetten: M N a MbN:
Vergadering a MOKN
R De vergadering annuleren: M N a MbN:
Stop vergadering a MOKN
U kunt het gesprek voortzetten met de
externe beller.
Intercom
Intercomoproepen kunnen worden gemaakt tussen
handsets in dezelfde radiocel.
Opmerking:
R Wanneer u de handset wilt oproepen, blijft de
opgeroepen handset 1 minuut piepen.
R Als een externe oproep binnenkomt terwijl u
door de intercom praat, hoort u de
interruptietoon.
U sluit de intercommodus af door op M N te
drukken. Druk op M N als u de telefoon wilt
aannemen.
Een gesprek voeren via de intercom
1 M N
Als er 3 of meer handsets zijn
geregistreerd:
MbN: Selecteer de gewenste unit. a MOKN
2 Als het gesprek beëindigd is, drukt u op M N.
Een intercomoproep aannemen
1 Neem op met M N.
2 Als het gesprek beëindigd is, drukt u op M N.
Automatische intercom in- en
uitschakelen
Met deze functie laat u de handset
intercomoproepen automatisch aannemen. U hoeft
niet op M N te drukken. Wanneer deze functie is
ingesteld op AAN, neemt de controlehandset voor
de babyfoonfunctie (pagina 33) ook automatisch
oproepen van de babyfoon aan. De
standaardinstelling is UIT.
1 M N#273
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M N
Toetsblokkering
De handset kan worden geblokkeerd, zodat er niet
kan worden gebeld en er geen instellingen kunnen
worden gemaakt. Binnenkomende gesprekken
kunnen worden aangenomen, maar alle andere
functies zijn uitgeschakeld als toetsenblokkering is
ingeschakeld.
Als u toetsblokkering wilt inschakelen, drukt u
ongeveer 3 seconden op M N.
R Als u toetsblokkering wilt uitschakelen, drukt u
ongeveer 3 seconden op M N.
Opmerking:
R Er kunnen geen noodnummers worden gebeld
als toetsblokkering is ingeschakeld.
19
Telefoneren
Telefoonboek
U kunt 120 namen (max. 16 tekens) en
telefoonnummers (max. 24 cijfers) toevoegen aan
het telefoonboek en elke naam aan een door u
gewenste categorie toewijzen (pagina 20).
Belangrijk:
R Alle namen kunnen worden gedeeld door elke
geregistreerde handset.
Nummers in het telefoonboek
toevoegen
1 MWN a M N
2 MbN: Nieuw nummer a MOKN
3 Voer de betreffende naam in. a MOKN
R U kunt de tekeninvoermodus wijzigen door
te drukken op MR/ECON (pagina 46).
4 Voer het betreffende telefoonnummer in. a
MOKN
5 MbN: selecteer de gewenste categorie. a
MOKN 2 keer a M N
Een nummer uit de terugbellijst in het
telefoonboek opslaan
1 MTN
2 MbN: Selecteer het gewenste nummer. a
M N
3 Als u de naam wilt opslaan, gaat u verder bij
stap 3, “Namen bewerken”, pagina 20.
Bellerinfo in het telefoonboek opslaan
1 M N
2 MbN: Selecteer het gewenste nummer. a
M N
3 MbN: Opslaan Tel.boek a MOKN
4 Als u de naam wilt opslaan, gaat u verder bij
stap 3, “Namen bewerken”, pagina 20.
Categorieën
Met categorieën vindt u snel en gemakkelijk
nummers in het telefoonboek. U kunt de
categorienamen (“Familie”, “Vrienden” enzovoort)
wijzigen. Door verschillende beltonen toe te wijzen
aan verschillende categorieën bellers, kunt u
identificeren wie er belt (beltoon voor categorie) als
u bent geabonneerd op de service voor
nummerherkenning.
Categorienamen wijzigen/beltoon voor
categorie instellen
1 MWN a M N
2 MbN: Belgroep a MOKN
3 MbN: Selecteer de gewenste categorie. a
MOKN
4 Categorienamen wijzigen
MbN: Groep Naam a MOKN a Bewerk de
naam (max. 10 tekens). a MOKN
Categoriebeltoon instellen
MbN: Selecteer de huidige instelling voor de
beltoon van de categorie. a MOKN a MbN:
Selecteer de gewenste beltoon. a MOKN
5 M N
Nummers in het telefoonboek
opzoeken en bellen
1 MWN
2 Door alle nummers bladeren
MbN: Selecteer het gewenste nummer.
Zoeken op het eerste teken
Druk op de kiestoets (0 t/m 9 of #)
voor het teken waarnaar u zoekt
(pagina 46).
MbN: Blader door het telefoonboek indien
nodig.
Zoeken op categorie
M N a MbN: Belgroep a MOKN
MbN: Selecteer de gewenste categorie.
a MOKN
MbN: Blader door het telefoonboek indien
nodig.
3 M N
Namen bewerken
1 Ga naar de gewenste naam (pagina 20). a
M N
20
Telefoonboek
2 MbN: Wijzigen a MOKN
3 Bewerk indien nodig de naam. a MOKN
4 Bewerk indien nodig het telefoonnummer. a
MOKN
5 MbN: selecteer de gewenste categorie
(pagina 20). a MOKN 2 keer
6 M N
Nummers wissen
Een nummer wissen
1 Ga naar de gewenste naam (pagina 20). a
M N
2 MbN: Wissen a MOKN
3 MbN: JA a MOKN a M N
Alle nummers wissen
1 MWN a M N
2 MbN: Alles wissen a MOKN
3 MbN: JA a MOKN
4 MbN: JA a MOKN a M N
Doorkiezen
Met behulp van deze functie kunt u een
telefoonnummer uit het telefoonboek kiezen terwijl
u in gesprek bent. U kunt deze functie bijvoorbeeld
gebruiken voor het doorgeven van
belkaarttoegangsnummers of PIN-codes die u in
het telefoonboek heeft opgeslagen, zodat u deze
niet met de hand hoeft in te voeren.
1 Druk tijdens een extern gesprek op MWN.
2 MbN: Selecteer het gewenste nummer.
3 Druk op M N (rechter functietoets) om het
nummer te kiezen.
Opmerking:
R Druk bij het opslaan van een toegangsnummer
voor een belkaart en/of PIN als één nummer in
het telefoonboek op MDN (Pauze) om zo nodig
een pauze toe te voegen na het nummer en de
PIN (pagina 17).
Snelkiesnummer
U kunt 1 telefoonnummer toewijzen aan elke
kiestoets (1 tot en met 9) op de handset.
Telefoonnummers toewijzen aan
snelkiestoetsen
n Door telefoonnummers in te voeren:
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m
9) ingedrukt. a M N
2 MbN: Handmatig a MOKN
3 Voer de naam in (maximaal 16 tekens). a
MOKN
4 Voer het telefoonnummer in (maximaal 24
cijfers). a MOKN 2 keer a M N
n Vanuit het telefoonboek:
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m
9) ingedrukt. a M N
2 MbN: Tel.boek a MOKN
3 MbN: Selecteer het gewenste nummer.
4 MOKN a M N
Opmerking:
R Als u een naam in het telefoonboek bewerkt die
is toegewezen aan een snelkiestoets, worden de
wijzigingen in de naam niet doorgevoerd in de
snelkiestoets.
Een naam bewerken
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m 9)
ingedrukt. a M N
2 MbN: Wijzigen a MOKN
3 Bewerk indien nodig de naam. a MOKN
4 Bewerk indien nodig het telefoonnummer. a
MOKN 2 keer a M N
Een nummer wissen
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m 9)
ingedrukt. a M N
2 MbN: Wissen a MOKN
21
Telefoonboek
3 MbN: JA a MOKN a M N
Een naam bekijken/Een gesprek
voeren
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m 9)
ingedrukt.
2 U kunt bellen door op M N te drukken.
22
Telefoonboek
Menulijst
Er zijn 2 manieren om toegang te krijgen tot de functies.
n Door de menu’s op het display bladeren
1 M N
2 Druk op MCN, MDN, MEN of MFN om het gewenste hoofdmenu te selecteren. a MOKN
3 Druk op MCN of MDN om het gewenste onderdeel in de volgende submenu’s te selecteren. a MOKN
4 Druk op MCN of MDN om de gewenste instelling te selecteren. a MOKN
n Met behulp van directe opdrachtcode
1 M N a Voer de gewenste code in.
Voorbeeld: druk op M N#101.
2 Selecteer de gewenste instelling. a MOKN
Opmerking:
R Als u het menu wilt afsluiten, drukt u op M N.
R In de volgende tabel staan de standaardinstellingen tussen < >.
R In de volgende tabel geeft het paginanummer voor referentie aan.
R De volgorde van weergegeven menu’s en submenu’s kan per model verschillen.
Tabel met menustructuur en directe opdrachtcode
Hoofdmenu: Antwoordapparaat
*1
Submenu 1 Submenu 2 Instellingen Code
Nieuw Bericht
#323 41
Alle Berichten
#324 41
Alle ber. wissen
*2
#325 41
Meldtekst
Begroeting opnemen
*2
#302 39
Meldtoon afspelen
#303 40
Standaard
*2
(Vooraf opgenomen meld-
tekst gebruiken)
#304 40
Melding nieuw
bericht
*2
Uitgaande oproep
Aan/uit
AAN
<UIT>
#338 42
Uitgaande oproep
Sturen naar
Uitgaande oproep
Code Afst.bed
Inschakelen
<Uitschakelen>
Melding basisstation AAN
<UIT>
#339 41
23
Programmeren
Submenu 1 Submenu 2 Instellingen Code
Instellingen
Aantal belsignalen
*2
2-7 Belsignalen
<4 Belsignalen>
Automat.
#211 44
Opnametijd
*2
1 minuut
<3 minuten>
Alleen meldt.
*3
#305 45
Code Afst.bed
*2
#306 43
Meeluisteren
<AAN>
UIT
#310 44
Antwoordapp. AAN
*2
#327 39
Antwoordapp. UIT
*2
#328 39
Hoofdmenu: TijdsInstelling
Submenu 1 Submenu 2 Instellingen Code
Datum/tijd
instellen
*2
#101 15
Memo Alarm Alarm1-3 Eenmalig
Dagelijks
Wekelijks
<UIT>
#720 29
Tijdsaanpass.
*2,
*4
<Beller ID>
Handmatig
#226
Hoofdmenu: Bellerlijst
Bediening Code
Bellerlijst weergeven. #213 37
24
Programmeren
Hoofdmenu: Oorspr. instell.
Submenu 1 Submenu 2 Instellingen Code
Beltoon instellen
Belvolume
Handset
UIT-6 <6> #160
Belvolume
Basisstation
*1,
*2
UIT-6 <3> #G160
Beltoon
*5
(Handset)
<Beltoon 1> #161
Niet storen-modus
Aan/uit
AAN
<UIT>
#238 30
Niet storen-modus
Start/einde
<23:00/06:00> #237 30
Niet storen-modus
Belvertraging
30 sec.
<60 sec.>
90 sec.
120 sec.
Niet overg.
#239 30
Niet storen-modus
Selecteer groep
Belgroep 1-9
#241 30
Eerste keer
overgaan
*2, *6
<AAN>
UIT
#173
TijdsInstelling Datum/tijd
instellen
*2
#101 15
Memo Alarm
Alarm1-3
Eenmalig
Dagelijks
Wekelijks
<UIT>
#720 29
Tijdsaanpass.
*2,
*4
<Beller ID>
Handmatig
#226
25
Programmeren
Submenu 1 Submenu 2 Instellingen Code
Instel.
sleutelvinder
*7
1:Nieuw app.
Toevoegen (voor
Vinder1)
*8
2:Nieuw app.
Toevoegen (voor
Vinder2)
3:Nieuw app.
Toevoegen (voor
Vinder3)
4:Nieuw app.
Toevoegen (voor
Vinder4)
Naam aanpassen
*2
Vinder1
#6561
Vinder2
*9
#6562
*9
Vinder3
*9
#6563
*9
Vinder4
*9
#6564
*9
Aan/Afmelden
#6571
#6572
*9
#6573
*9
#6574
*9
Handset annuleren
#6581
#6582
*9
#6583
*9
#6584
*9
Nummerblokkering
*2
Enkel nummer
#217 30
Meerdere nummers
Onbekend AAN
<UIT>
#240 31
Snelkiezn
#261 21
Eco-modus
*2,
*10
<UIT>
Eco
Eco Plus
#725 15
Beveiliging
*2,
*10
<Normaal>
Verhoogd
#729 34
Begroeting opnemen
*1,
*2
#302 39
Display instellen LCD & toets
verlichting
<AAN>
UIT
#276
Contrast
(Displaycontrast)
Niveau 1–4
<2>
#145
Handsetnaam
#104 33
Display naam AAN
<UIT>
#105 34
Automatisch Intercom
AAN
<UIT>
#273 19
Ttstonen <AAN>
UIT
#165
Kiesrestrictie
*2
#256 34
Auto Spreken
*11
AAN
<UIT>
#200 17
26
Programmeren
Submenu 1 Submenu 2 Instellingen Code
Lijninstelling
Flashtijd
*2,
*12
900 msec.
700 msec.
600 msec.
400 msec.
300 msec.
250 msec.
200 msec.
160 msec.
<110 msec.>
100 msec.
90 msec.
80 msec.
#121 18
Privémodus
*2,
*13
AAN
<UIT>
#194
PIN Basis
*2
<0000> #132 34
Repeater Modus
*2
AAN
<UIT>
#138 36
Aan/Afmelden Aanmelden
#130 35
Handset annuleren
*3
#131 35
Kies Basis
<Automat.> #137 35
Afmelden Basis
*3
#139 36
Land
*2
<Nederland>
Belg
#136 34
Taal Display
<Nederlands> #110 14
Stemopdr.
*1,
*2,
*14
<Nederlands>
Français
#112 14
Hoofdmenu: Babyfoon
Submenu 1 Submenu 2 Instellingen Code
Aan/uit
AAN
<UIT>
#268 32
Gevoeligheid
Laag
<Gemiddeld>
Hoog
#269 33
Hoofdmenu: Sleutelvinder
*7
Submenu 1 Submenu 2 Instellingen Code
Zoeken
#655
Baterij controle
27
Programmeren
Hoofdmenu: Beltoon instellen
*15,
*16
Submenu 1 Submenu 2 Instellingen Code
Belvolume Handset
UIT-6 <6> #160
Basisstation
*1,
*2
UIT-6 <3> #G160
Beltoon
*5
(Handset)
<Beltoon 1> #161
Niet storen-modus Aan/uit AAN
<UIT>
#238 30
Start/einde
<23:00/06:00> #237 30
Belvertraging 30 sec.
<60 sec.>
90 sec.
120 sec.
Niet overg.
#239 30
Selecteer groep Belgroep 1-9
#241 30
Eerste keer
overgaan
*2,
*6
<AAN>
UIT
#173
Hoofdmenu: Nummerblokkering
*2,
*17
Submenu 1 Submenu 2 Instellingen Code
Enkel nummer
#217 30
Meerdere nummers
Onbekend
AAN
<UIT>
#240 31
*1 KX-TGD320-serie: pagina 3
*2 Als u deze instellingen programmeert met een van de handsets, hoeft u hetzelfde item niet te
programmeren met een andere handset.
*3 Dit menu wordt niet weergegeven wanneer u door de menu’s op het display bladert. Het is alleen
beschikbaar met de directe opdrachtcode.
*4 Met deze functie worden de datum en tijd automatisch aangepast telkens wanneer nummerinformatie
met datum en tijd wordt ontvangen.
Selecteer Beller ID als u deze functie wilt inschakelen. Selecteer Handmatig als u deze
functie wilt uitschakelen. (Alleen bij nummerherkenning)
Stel eerst de datum en tijd in als u deze functie wilt gebruiken (pagina 15).
*5 De bij dit product meegeleverde melodieën worden gebruikt met de volgende toestemmingen:
Beltoon 3: © 2014 Copyrights Vision Inc.
Beltoon 4 - Beltoon 40: © 2012 Copyrights Vision Inc.
*6 Als u geen beltoon wilt horen voordat de bellerinfo wordt ontvangen, stelt u deze optie in op UIT.
(Alleen bij nummerherkenning)
U kunt het eerste belsignaal alleen verwijderen als de eenheid standaard 2 of meer keer overgaat.
Deze instelling is afhankelijk van uw serviceprovider.
*7 Deze instelling is beschikbaar wanneer u de sleutelvinder hebt (KX-TGA20EX). Lees de
installatiehandleiding voor meer informatie over de sleutelvinder.
28
Programmeren
*8 Voor modellen waarbij een sleutelvinder wordt meegeleverd, wordt in de display 1:Vinder1
weergegeven.
*9 Als u 2 of meer sleutelvinders registreert.
*10 Dit menu wordt niet weergegeven wanneer de repeatermodus is ingesteld op AAN.
*11 Als u zich abonneert op nummerherkenning en de gegevens van de beller wilt zien nadat u de handset
hebt opgepakt om een oproep aan te nemen, moet u deze functie uitschakelen.
*12 De flashtijd hangt af van de telefooncentrale of huiscentrale. Neem zo nodig contact op met de
leverancier van de centrale.
*13 Door deze functie in te schakelen kunt u het onmogelijk maken dat iemand anders deelneemt aan uw
externe gesprekken.
*14 Als Nederland is geselecteerd als de regio-instelling (pagina 34), wordt de taal voor gesproken
instructies ingesteld op Nederlands.
Als België is geselecteerd als regio-instelling (pagina 34), kunt u Nederlands selecteren of
Français.
*15 KX-TGD310-serie: pagina 3
*16 KX-TGD320-serie: dit pictogram wordt weergegeven wanneer de sleutelvinder niet is geregistreerd.
*17 KX-TGD310-serie: dit pictogram wordt weergegeven wanneer de sleutelvinder niet is geregistreerd.
Alarm
Het alarm gaat 1 minuut af op de ingestelde tijd en
wordt 5 maal herhaald met een interval van 5
minuten (sluimerfunctie). Er kan ook een
tekstmemo worden weergegeven voor het alarm.
Per handset kunnen in totaal 3 aparte alarmtijden
worden geprogrammeerd. Per alarmtijd zijn er 3
verschillende alarmopties (eenmaal, dagelijks of
wekelijks) die u kunt instellen.
Belangrijk:
R Controleer of de datum en tijd van het toestel
goed zijn ingesteld (pagina 15).
1 M N#720
2 MbN: Selecteer het gewenste alarm. a MOKN
3 MbN: Selecteer de gewenste alarmoptie. a
MOKN
UIT
Schakelt het alarm uit. Ga naar stap 9.
Eenmalig
Het alarm gaat één keer op de ingestelde
tijd af.
Dagelijks
Het alarm gaat dagelijks op de ingestelde
tijd af. Ga naar stap 5.
Wekelijks
Het alarm gaat wekelijks op de ingestelde tijd
(en) af.
4 Ga verder met de procedure volgens de
gekozen optie in stap 3.
n Eenmalig:
Voer de gewenste dag en maand in. a
MOKN
n Wekelijks:
MbN: Selecteer de gewenste dag van de
week en druk op M N. a MOKN
5 Stel de gewenste tijd in. a MOKN
6 Voer een tekstmemo in (max. 10 tekens). a
MOKN
7 MbN: Selecteer de gewenste alarmtoon. a
MOKN
R Wij raden u aan een andere melodie te
selecteren dan de melodie die wordt
gebruikt voor externe gesprekken.
8 MbN: Selecteer de gewenste sluimerinstelling.
a MOKN
9 MOKN a M N
Opmerking:
R Druk op M N om het alarm volledig te stoppen.
R Als de handset in gebruik is, gaat het alarm pas
af wanneer de handset weer in stand-by staat.
29
Programmeren
R Druk op elke willekeurige kiestoets van M N
om het geluid te stoppen maar de sluimerfunctie
ingeschakeld te houden.
R Als u een externe oproep wilt plaatsen wanneer
de sluimerfunctie is ingeschakeld, moet u de
sluimerfunctie stoppen voordat u de oproep
plaatst.
Niet storen-modus
Met de Niet storen-modus stelt u een periode in
waarin de handset niet overgaat voor externe
gesprekken. Deze functie is handig als u niet wilt
worden gestoord als u bijvoorbeeld slaapt. De Niet
storen-modus kan per handset worden ingesteld.
Met de categoriefunctie van het telefoonboek
(pagina 20) kunt u ook bellercategorieën
selecteren, waarvoor de modus Niet storen niet
geldig is en de handset wel overgaat (alleen met
nummerherkenning).
Belangrijk:
R Controleer of de datum en tijd van het toestel
goed zijn ingesteld (pagina 15).
R Wij raden u aan het belsignaal van het
basisstation uit te schakelen (pagina 25) en
daarnaast de modus Niet storen in te schakelen.
(KX-TGD320-serie: pagina 3)
R Als u het alarm hebt ingesteld, gaat het alarm
ook af als de modus Niet storen is ingeschakeld.
De modus Niet storen in- en uitschakelen
1 M N#238
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a MOKN
R Als u UIT selecteert, moet u ter afsluiting
drukken op M N.
3 Voer het tijdstip in waarop u de functie wilt
laten starten. a MOKN
4 Voer het tijdstip (uur en minuut) in waarop u
de functie wilt laten eindigen. a MOKN a
M N
Start- en eindtijd wijzigen
1 M N#237
2 Ga verder vanaf stap 3, “De modus Niet
storen in- en uitschakelen”, pagina 30.
Belvertraging instellingen
Met deze instelling laat u de handset overgaan
tijdens de modus Niet storen als de beller lang
genoeg wacht. De handset gaat over nadat de
ingestelde wachttijd is verstreken. Als u Niet
overg. selecteert, gaat de handset tijdens de
modus Niet storen niet over.
1 M N#239
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M N
Opmerking:
R Als de oproep door het antwoordapparaat wordt
beantwoord, werkt deze functie niet.
(KX-TGD320-serie: pagina 3)
Categorieën selecteren waarvoor de
modus Niet storen niet geldt
1 M N#241
2 MbN: Selecteer de gewenste categorieën. a
M N
R ” wordt weergegeven naast de
geselecteerde categorieën.
R De geselecteerde categorie annuleren:
MbN Selecteer de categorie. a Druk
nogmaals op M N. “ verdwijnt.
3 MOKN a M N
Nummerblokkering
Met deze functie worden oproepen van ongewenste
bellers geblokkeerd (alleen met
nummerherkenning). De volgende items zijn
beschikbaar wanneer telefoonnummers worden
opgeslagen in de lijst met oproepblokkeringen
(max. 50).
Enkel nummer: het apparaat blokkeert
oproepen van specifieke telefoonnummers.
Meerdere nummers: het apparaat blokkeert
oproepen die beginnen met een nummer dat is
opgeslagen in de lijst met geblokkeerde
oproepen, zoals de eerste cijfers van een gratis
telefoonnummer of bepaalde netnummers.
U kunt ook instellen dat oproepen zonder
telefoonnummer op het toestel worden geblokkeerd.
30
Programmeren
Als nu een oproep binnenkomt, gaat het toestel niet
over op het moment waarop de beller wordt
geïdentificeerd. Als het telefoonnummer van de
beller in de lijst met geblokkeerde nummers staat,
wordt er geen geluid weergegeven en wordt
vervolgens de verbinding verbroken.
Belangrijk:
R Geblokkeerde oproepen worden opgeslagen in
de bellerlijst.
Ongewenste bellers opslaan
Een telefoonnummer opslaan
Belangrijk:
R U moet ook het netnummer opslaan wanneer u
telefoonnummers opslaat in de lijst met
geblokkeerde nummers.
n Vanuit de bellerlijst:
1 M N
2 MbN: Selecteer het nummer dat moet worden
geblokkeerd. a M N
3 MbN: Opslaan Oproep blok. a MOKN
4 MbN: JA a MOKN a M N
n Door de telefoonnummers in te voeren:
1 M N#217
2 MbN: Enkel nummer a MOKN
3
M N a MbN: Toevoegen a MOKN
4 Voer het telefoonnummer in (maximaal 24
cijfers).
R Druk voor het wissen van een cijfer op MCN.
5 MOKN a M N
Meerdere nummers opslaan
1 M N#217
2 MbN: Meerdere nummers a MOKN
3 M N a MbN: Toevoegen a MOKN
4 Voer het gewenste nummer in (2-8 cijfers).
R Druk voor het wissen van een cijfer op MCN.
5 MOKN a M N
Inkomende oproepen zonder
telefoonnummer blokkeren
U kunt oproepen blokkeren wanneer deze geen
telefoonnummer hebben, zoals bij afgeschermde
nummers.
1 M N#240
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a MOKN
3 M N
Geblokkeerde nummers weergeven/
bewerken/wissen
1
M N#217
2 MbN: Enkel nummer of Meerdere
nummers a MOKN
3 MbN: Selecteer het gewenste nummer.
R Als u wilt stoppen, drukt u op M N.
4 Nummer bewerken:
M N a Bewerk het nummer. a MOKN a
M N
Cijfers verwijderen:
M N a MbN: JA a MOKN a M N
Opmerking:
R Druk tijdens het bewerken op de gewenste
kiestoets om cijfers toe te voegen en druk op
MCN om cijfers te wissen.
Alle geblokkeerde nummers wissen
1 M N#217
2 MbN: Enkel nummer of Meerdere
nummers a MOKN
3 M N a MbN: Alles wissen a MOKN
4 MbN: JA a MOKN
5 MbN: JA a MOKN a M N
Babyfoon
Met deze functie luistert u naar een kamer waar
een andere handset staat, zodat u gemakkelijk
verschillende delen van een huis of gebouw kunt
31
Programmeren
controleren. De gecontroleerde handset (die
bijvoorbeeld in de kamer van de baby is gezet) belt
automatisch de controlehandset of een opgeslagen
telefoonnummer als er een geluid wordt
waargenomen.
Belangrijk:
R Test de babyfoonprocedure om te controleren of
deze functie juist is ingesteld. U kunt
bijvoorbeeld de gevoeligheid van de babyfoon
testen. Controleer de verbinding als u de
babyfoon doorschakelt naar een buitenlijn.
R Deze functie moet niet worden gebruikt als
vervanging voor medisch of zorgverlenend
toezicht. Het is de verantwoordelijkheid van de
zorgverlener om in de buurt te blijven in geval
van onverwachte gebeurtenissen.
Opmerking:
R Zowel de gecontroleerde handset als de
controlehandset moeten hetzelfde basisstation
selecteren om de babyfoonfunctie te gebruiken
(pagina 35).
R Als het toestel op een PBX-systeem is
aangesloten, kunt u de babyfoon niet instellen.
R Het batterijgebruik is hoger dan normaal in de
babyfoonmodus. We raden aan de
gecontroleerde handset op het basisstation of
de oplader te laten staan.
R Een gecontroleerde handset gaat niet over
wanneer deze wordt gecontroleerd.
KX-TGD320-serie (pagina 3): als het
basisstation in de buurt van de gecontroleerde
handset wordt geplaatst, raden we aan het
belvolume van het basisstation uit te schakelen
(pagina 25).
De babyfoon instellen
Stel de handset in die wordt gecontroleerd
(bijvoorbeeld de handset in de babykamer).
Controleren met een handset
De interne babyfoon is beschikbaar tussen
handsets in dezelfde radiocel.
1 M N#268
2 MbN: AAN a MOKN
3 MbN: Selecteer het nummer van de handset
waarmee u wilt controleren. a MOKN
R Babyfoon wordt weergegeven.
R De geregistreerde naam/nummer van de
handset wordt weergegeven.
Opmerking:
R Wanneer deze functie is ingeschakeld, kan een
andere handset de gecontroleerde handset
horen door een intercomgesprek te plaatsen.
Controleren vanaf een buitenlijn
Als u deze functie inschakelt, kiest het apparaat
een voorgeprogrammeerd telefoonnummer
wanneer de handset geluid detecteert. Wanneer u
de oproep beantwoordt, kunt u naar de kamer
luisteren waar de handset zich bevindt.
n Vanuit het telefoonboek:
1 M N#268
2 MbN: AAN a MOKN
3 MbN: Selecteer Extern om te controleren
vanaf een buitenlijn. a M N a M N
4 MbN: Telefoonboek a MOKN
5 MbN: Selecteer het gewenste item in het
telefoonboek. a MOKN
R Babyfoon wordt weergegeven.
Opmerking:
R Als u een item in het telefoonboek bewerkt
dat is toegewezen voor controle, wordt het
bewerkte item niet overgebracht naar de
babyfoon.
n Door telefoonnummers in te voeren:
1 M N#268
2 MbN: AAN a MOKN
3 MbN: Selecteer Extern om te controleren
vanaf een buitenlijn. a M N a M N
4 MbN: Handmatig a MOKN
5 Voer de gewenste naam in. a MOKN
6 Voer het gewenste nummer in. a MOKN 2
keer
R Babyfoon wordt weergegeven.
Opmerking:
R De geregistreerde naam/nummer wordt
weergegeven.
32
Programmeren
De babyfoon uitschakelen
De gecontroleerde handset kan niet worden
gebruikt wanneer de babyfoon is ingesteld op
AAN.
1 Druk op M N op de handset die wordt
gecontroleerd.
2 MbN: Aan/uit a MOKN
3 MbN: UIT a MOKN a M N
Een extern controlenummer bewerken
1 Druk op M N op de handset die wordt
gecontroleerd.
2 MbN: Aan/uit a MOKN
3 MbN: AAN a MOKN
4 MbN: Selecteer de buitenlijn. a M N
5 M N a MbN: Wijzigen a MOKN
6 Bewerk indien nodig de naam. a MOKN
7 Bewerk indien nodig het telefoonnummer. a
MOKN 2 keer
Een extern controlenummer wissen
1 Druk op M N op de handset die wordt
gecontroleerd.
2 MbN: Aan/uit a MOKN
3 MbN: AAN a MOKN
4 MbN: Selecteer de buitenlijn. a M N
5 M N a MbN: Wissen a MOKN
6 MbN: JA a MOKN a M N
Gevoeligheid babyfoon
U kunt de gevoeligheid van de babyfoon
aanpassen. Verhoog of verlaag de gevoeligheid
voor het bijstellen van het geluidsniveau voor het
activeren van de babyfoon.
R Deze functie kan niet worden ingesteld tijdens
een controle-oproep.
1 Druk op M N op de handset die wordt
gecontroleerd.
2 MbN: Gevoeligheid a MOKN
3 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M N
De babyfoon beantwoorden
n Bij controle met een handset:
Druk op M N om oproepen te beantwoorden.
Druk op M N als u wilt reageren met de
controlehandset.
R De controlehandset beantwoordt oproepen
automatisch wanneer de automatische
intercomfunctie is ingesteld op AAN
(pagina 19).
Opmerking:
R Als u een externe oproep ontvangt wanneer u
met de gecontroleerde handset
communiceert, hoort u de interruptietoon.
Druk op M N gevolgd door M N als u de
oproep wilt aannemen.
n Bij controle vanaf een buitenlijn:
Beantwoord de oproep.
Druk op #1 met toonkiezen als u wilt reageren
met de controletelefoon.
U kunt de babyfoonfunctie uitschakelen door te
drukken op #0.
Opmerking:
R Het apparaat verbreekt na 2 minuten
automatisch de verbinding.
Overige programmering
De handsetnaam wijzigen
De standaardnaam van de handset is Handset
1 tot en met Handset 6. U kunt de naam van
elke handset aanpassen (“Bob”, “Keuken”, enz.).
Dit is handig voor intercomgesprekken tussen
handsets. Schakel de weergavefunctie
(pagina 34) van de handsetnaam in om de
handsetnaam weer te geven in standbymodus.
1 M N#104
2 Voer de gewenste naam in (maximaal 10
tekens).
3 MOKN a M N
33
Programmeren
De handsetnaam weergeven
U kunt instellen of de naam van de handset al dan
niet zichtbaar moet zijn in standby. De
standaardinstelling is UIT.
1 M N#105
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M N
Kiesrestrictie
U kunt ervoor zorgen dat vanaf bepaalde handsets
bepaalde telefoonnummers niet kunnen worden
gebeld. U kunt kiesrestrictie instellen voor maximaal
6 telefoonnummers en aangeven voor welke
handsets de restrictie geldt. Als u hier netnummers
opslaat, voorkomt u dat vanaf de beperkte
handsets een telefoonnummer met dat netnummer
kan worden gebeld.
1 M N#256
2 Voer de basisstation-PIN in (standaard:
0000).
R Raadpleeg een officieel servicecentrum als
u uw PIN bent vergeten.
3 MbN: Selecteer de handsets waarvoor u een
restrictie wilt instellen. a M N
R ” wordt weergegeven naast de
geselecteerde handsets.
R De geselecteerde handsets annuleren:
MbN: Selecteer de handset. a Druk
nogmaals op M N. “ verdwijnt.
4 MOKN
5 MbN: Selecteer een geheugenlocatie. a MOKN
6 Voer het telefoonnummer of netnummer in dat
u wilt uitschakelen (max. 8 cijfers). a MOKN
a M N
Beveiliging voor oproepen verhogen
U kunt de beveiliging voor telefoongesprekken
verhogen door deze functie in te stellen op
Verhoogd. Wanneer Verhoogd is
geselecteerd, wordt weergegeven. De
standaardinstelling is Normaal.
1 M N#729
2 MbN: na selectering gewenste instelling. a
MOKN
3 M N
Opmerking:
R Als u de repeatermodus instelt op AAN
(pagina 36):
wordt beveiliging is ingesteld op Normaal
en wordt weergegeven.
wordt Beveiliging niet weergegeven in
het menu op het display (pagina 26).
R Wanneer verhoogde beveiliging wordt
ingeschakeld, kan het geluid tijdens gesprekken
worden onderbroken.
De PIN (Personal Identification
Number: persoonlijk
identificatienummer) van het
basisstation wijzigen
Belangrijk:
R Noteer uw nieuwe PIN (Persoonlijk
identificatienummer) als u de PIN wijzigt. De PIN
wordt niet door het toestel weergegeven.
Raadpleeg een officieel servicecentrum als u uw
PIN bent vergeten.
1 M N#132
2 Voer de huidige basisstation-PIN van 4 cijfers
in (standaard: 0000).
3 Voer de nieuwe basisstation-PIN van 4 cijfers
in. a MOKN
4 MbN: JA a MOKN a M N
Wijziging van de regio-instellingen
van het apparaat/Herstellen van het
basisstation
1 M N#136
2 MbN: Selecteer het gewenste land. a MOKN
Nederland = Nederland
België = België
3 MbN: JA a MOKN a M N
Opmerking:
R Wijziging van de regio-instelling van het
apparaat kan ertoe leiden dat de instelling van
34
Programmeren
uw land of uw aangepaste instellingen worden
teruggezet naar de standaardinstellingen.
Een apparaat registreren
Aanvullende apparaten bedienen
Aanvullende handsets
Bij het basisstation kunnen maximaal 6 handsets
worden geregistreerd.
Belangrijk:
R Het additionele model handset voor dit toestel
vindt u op pagina 5. Als een ander
handsetmodel wordt gebruikt, zijn sommige
bewerkingen mogelijk niet beschikbaar.
Extra basisstations
Handsets kunnen bij maximaal 4 basisstations
worden geregistreerd, zodat u aanvullende
basisstations kunt toevoegen om het
werkingsbereik van de handset(s) te vergroten. Als
een handset buiten bereik van zijn basisstation
komt en Automat. op het basisstation
(pagina 35) is geselecteerd, wordt er naar een
ander basisstation voor het opbellen en ontvangen
van gesprekken gezocht. Het basisstation en de
handsets waarmee deze communiceert vormen
een “radiocel”.
Opmerking:
R Gesprekken worden afgebroken als de handset
van de ene radiocel naar de andere gaat.
Een handset bij een basisstation
registreren
De meegeleverde handset en het basisstation zijn
reeds geregistreerd. Als om de een of andere reden
de handset niet op het basisstation is geregistreerd
(als bijvoorbeeld wordt weergegeven, ook al is
de handset in de buurt van het basisstation),
registreert u de handset opnieuw.
1 Handset:
M N#130
2 MbN: Selecteer een nummer van het
basisstation. a MOKN
R Dit nummer wordt door de handset alleen
ter referentie gebruikt.
3 Basisstation:
Houd ongeveer 5 seconden M N ingedrukt.
R Als alle geregistreerde handsets overgaan,
breekt u nogmaals af met M N en herhaalt
u deze stap.
4 Handset:
MOKN a Wacht tot PIN Basis wordt
weergegeven. a Voer de basisstation-PIN in
(standaard: basisstation 0000). a MOKN
R Raadpleeg een officieel servicecentrum als
u uw PIN bent vergeten.
Een basisstation selecteren
Als Automat. is geselecteerd, gebruikt de
handset automatisch elk beschikbaar basisstation
waarop deze is geregistreerd. Als een specifiek
basisstation wordt geselecteerd, wordt met de
handset alleen via dat basisstation gebeld. Als de
handset buiten bereik van het basisstation is, kan er
niet mee worden gebeld.
1 M N#137
2 MbN: Selecteer het gewenste nummer van het
basisstation of Automat.. a MOKN
Belangrijk:
R Tijdens het raadplegen van het telefoonboek, de
bellerlijst, enzovoort worden alleen nummers
weergegeven die zijn opgeslagen op het
basisstation waarmee de handset op dat
moment is verbonden.
De registratie van een handset opheffen
Een handset kan zijn eigen registratie bij het
basisstation annuleren of die van andere handsets
die zijn geregistreerd bij hetzelfde basisstation.
Hierdoor kan de handset de draadloze verbinding
met het systeem beëindigen.
1 M N#131
R Alle handsets die op het basisstation zijn
geregistreerd, worden weergegeven.
2 MbN: Selecteer de handset die u wilt annuleren.
a MOKN
3 MbN: JA a MOKN a M N
35
Programmeren
Basisstation annuleren
Met een handset kunt u de registratie ervan bij een
basisstation opheffen. Hierdoor kan het basisstation
de draadloze verbinding met het systeem
beëindigen.
1 M N#139
2 MbN: Selecteer het basisstation dat u wilt
annuleren. a MOKN
3 MbN: JA a MOKN a M N
Het bereik van het basisstation
vergroten
U kunt het signaalbereik van het basisstation
vergroten met een DECT-repeater. Gebruik alleen
de Panasonic DECT-repeater zoals vermeld op
pagina 4. Raadpleeg uw Panasonic-dealer voor
meer informatie.
Belangrijk:
R Voordat u de repeater bij dit basisstation
registreert, schakelt u de repeatermodus in.
R Gebruik niet meer dan één repeater tegelijk.
De repeatermodus instellen
1 M N#138
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M N
De DECT-repeater (KX-A405/KX-A406)
registreren bij het basisstation
Opmerking:
R Gebruik een repeater die nog niet is
geregistreerd bij een andere unit. Als de
repeater is geregistreerd bij een andere unit,
moet u eerst de registratie opheffen. Raadpleeg
hiervoor de installatiehandleiding van de
DECT-repeater.
1 Basisstation:
Houd ongeveer 5 seconden M N ingedrukt.
2 DECT-repeater:
Sluit de wisselstroomadapter aan en wacht tot
de -indicator en de -indicator groen
gaan branden.
3 Basisstation:
Druk op M N om de registratiemodus af te
sluiten.
36
Programmeren
Nummerherkenningsservice
gebruiken
Belangrijk:
R Dit apparaat ondersteunt nummerherkenning.
Om nummerherkenning te kunnen gebruiken
moet u er wel op zijn geabonneerd. Neem voor
details contact op met uw serviceprovider.
Nummerherkennings mogelijkheden
Als u een externe oproep ontvangt, worden de
gegevens van de beller weergegeven.
De bellergegevens van de laatste 50 bellers
worden in de lijst met bellers geregistreerd,
gesorteerd van meest recent tot oudste.
R Als het apparaat geen identificatiegegevens kan
ontvangen, wordt het volgende weergegeven:
Geen melding: de beller heeft gebeld uit
een plaats waar nummerherkenning niet
beschikbaar is.
Anon.beller/Anonieme beller
*1
:
de beller heeft ervoor gekozen om zijn
gegevens niet te verzenden.
R Als het apparaat is aangesloten op een
huiscentrale (PBX), kunt u mogelijk de
identificatiegegevens van de beller niet
ontvangen. Neem contact op met de leverancier
van de centrale.
*1 Zichtbaar tijdens het raadplegen van de lijst
met bellers.
Gemiste oproepen
Als een oproep niet wordt aangenomen, wordt deze
door het toestel als een gemiste oproep beschouwd
en wordt weergegeven. Hierdoor weet u of u de
bellerlijst moet bekijken om te zien wie er heeft
gebeld terwijl u weg was.
Zelfs als er maar één gemiste oproep in de
bellerlijst wordt weergegeven (pagina 37),
verdwijnt van het display. Wanneer u nog een
nieuwe oproep ontvangt, wordt opnieuw
weergegeven.
Opmerking:
R Zelfs als er ongeziene gemiste oproepen zijn,
verdwijnt van het stand-by display als de
volgende handeling wordt uitgevoerd met één
van de geregistreerde handsets:
Vervanging op het basisstation of de oplader.
Drukken op M N.
Weergave van namen uit telefoonboek
Als nummerinformatie wordt ontvangen die
overeenkomt met een nummer dat in het
telefoonboek is opgeslagen, wordt de opgeslagen
naam weergegeven en in de bellerlijst vastgelegd.
Bellerlijst
Belangrijk:
R Controleer of de datum en tijd van het toestel
goed zijn ingesteld (pagina 15).
De bellerlijst weergeven en
terugbellen
1 M N
2 Druk op MCN om te zoeken vanaf de meest
recente oproep, of op MDN om te zoeken vanaf
de oudste oproep.
3 Druk op M N om terug te bellen.
Als u wilt stoppen, drukt u op M N.
Opmerking:
R Als wordt weergegeven in stap 2, is niet alle
informatie te zien. Druk op MEN voor de rest van
de informatie. Druk op MFN om terug te keren
naar het vorige scherm.
R Als de vermelding al is bekeken of beantwoord,
wordt “ weergegeven.
Het telefoonnummer van een beller
bewerken
1 M N
2 MbN: Selecteer het gewenste nummer. a
M N
3 MbN: Bewerk en bel a MOKN
4 Bewerk het nummer.
5 M N
37
Nummerherkenningsservice
Gegevens van geselecteerde bellers
wissen
1 M N
2 MbN: Selecteer het gewenste nummer.
3 M N a MbN: JA a MOKN a M N
Gegevens van alle bellers wissen
1 M N
2 M N a MbN: JA a MOKN a M N
38
Nummerherkenningsservice
Antwoordapparaat
Beschikbaar voor:
KX-TGD320-serie (pagina 3)
Het antwoordapparaat kan oproepen beantwoorden
en berichten opnemen als u de telefoon niet kunt
aannemen.
U kunt het toestel zo instellen dat wel de meldtekst
wordt afgespeeld, maar dat er geen berichten
worden opgenomen. U doet dit door Alleen
meldt. te selecteren als opnametijd
(pagina 45).
Belangrijk:
R Controleer of de datum en tijd van het toestel
goed zijn ingesteld (pagina 15).
Geheugencapaciteit (inclusief
meldtekst)
De totale opnamecapaciteit is ongeveer 30
minuten. Er kunnen maximaal 64 berichten worden
opgenomen.
Opmerking:
R Als het berichtengeheugen volraakt:
op de display van de handset wordt
Antw.app.Vol weergegeven.
De aan/uit-indicator van het
antwoordapparaat op het basisstation
knippert snel wanneer het antwoordapparaat
is ingeschakeld.
en het totale aantal nieuwe berichten
worden niet weergegeven op de handset,
zelfs als het antwoordapparaat is
ingeschakeld.
Als u de standaardmeldtekst gebruikt, wordt
automatisch overgeschakeld op een andere
standaardmeldtekst die de beller vraagt om
later opnieuw te bellen.
Als u uw eigen meldtekst hebt ingesproken,
wordt deze tekst afgespeeld voor de bellers,
ook al worden geen berichten meer
opgenomen.
Het antwoordapparaat in- en
uitschakelen
Het antwoordapparaat staat standaard aan.
Basisstation
Druk op M N om het antwoordapparaat in en uit
te schakelen.
Handset
1 Inschakelen:
M N#327
Uitschakelen:
M N#328
2 M N
Opmerking voor basisstation en handset:
R Als het antwoordapparaat is ingeschakeld:
De aan/uit-indicator van het
antwoordapparaat op het basisstation wordt
verlicht.
wordt weergegeven op de handset.
Meldtekst
Als het toestel een oproep aanneemt, wordt de
meldtekst afgespeeld.
U hebt hiervoor de volgende mogelijkheden:
uw eigen meldtekst
een vooraf opgenomen meldtekst
De meldtekst opnemen
1 M N#302
2 MbN: JA a MOKN
3 Houd de handset na de toon ongeveer 20 cm
van u af en praat duidelijk in de microfoon
(maximaal 2 minuten en 30 seconden).
4 Druk op MnN om het opnemen te stoppen. a
M N
Een vooraf opgenomen meldtekst
gebruiken
Het toestel heeft 2 eerder opgenomen
welkomstboodschappen:
39
Antwoordapparaat
Als u uw eigen meldtekst wist of niet opneemt,
speelt het toestel een standaardmeldtekst af,
waarin de beller wordt gevraagd een bericht
achter te laten.
Als de berichtopnametijd (pagina 45) is
ingesteld op Alleen meldt., worden er
geen berichten van bellers opgenomen en laat
het toestel een ander standaardbericht horen,
dat de beller vraagt opnieuw te bellen.
Een vooraf opgenomen meldtekst
gebruiken
Als u na het inspreken van een eigen meldtekst
deze wilt wijzigen in een standaardbericht, wordt de
opgenomen meldtekst gewist.
1 M N#304
2 MOKN a M N
De meldtekst afluisteren
1 M N#303
2 M N
Berichten afluisteren
Belangrijk:
R Als uw serviceprovider een voicemaildienst
biedt, worden oproepen mogelijk door de
voicemaildienst beantwoord voordat het
ingebouwde antwoordapparaat van het
basisstation de oproep kan beantwoorden en
berichten kan opnemen. In dat geval worden
berichten die anders door het antwoordapparaat
worden opgenomen, nu door de voicemaildienst
opgenomen. Zie Voor abonnees van de
voicemaildienst voor vaste lijnen (pagina 44)
voor meer informatie.
Het basisstation gebruiken
Als er nieuwe berichten zijn, knippert de
berichtindicator op het basisstation.
Druk op M N.
R Tijdens het afspelen brandt de berichtindicator
op het basisstation.
R Als er nieuwe berichten zijn opgenomen, worden
deze op het basisstation afgespeeld.
R Als er geen nieuwe berichten zijn, worden alle
berichten door het basisstation afgespeeld.
Werken met het antwoordapparaat tijdens
het beluisteren
Toets- combi-
natie
Bediening
MjN of MkN Luidsprekervolume bijstellen
M N
Bericht herhalen
*1
M N Bericht overslaan
M N Stop afspelen
M N
Bericht dat nu wordt afge-
speeld wissen
*1 Als u dit binnen de eerste 5 seconden van een
bericht doet, wordt het voorgaande bericht
weergegeven.
Het bericht terugspoelen
Houd M N ingedrukt totdat het gewenste deel van
het bericht wordt afgespeeld.
R Tijdens het terugspoelen geeft het basisstation
continu een pieptoon weer. De
terugspoelsnelheid is afhankelijk van het
opgenomen bericht.
R Aan het begin van het bericht wordt het bericht
op normale snelheid afgespeeld.
Het bericht vooruitspoelen
Houd M N ingedrukt totdat het gewenste deel van
het bericht wordt afgespeeld.
R Tijdens het vooruitspoelen geeft het basisstation
continu een pieptoon weer. De
vooruitspoelsnelheid is afhankelijk van het
opgenomen bericht.
R Zelfs als u M N ingedrukt houdt wanneer het
eind van dit bericht wordt afgespeeld, wordt het
volgende bericht op normale snelheid
afgespeeld.
Alle berichten wissen
Druk 2 keer op M N wanneer het apparaat niet in
gebruik is.
40
Antwoordapparaat
De handset gebruiken
Als er nieuwe berichten zijn, wordt
weergegeven op de handset met het totaal aantal
nieuwe berichten.
1 Nieuwe berichten afluisteren:
M N#323
Alle berichten afluisteren:
M N#324
2 Druk na afloop op M N.
Opmerking:
R Druk op M N om naar een normaal gesprek te
schakelen.
Werken met het antwoordapparaat
M N a a MOKN
Toets- com-
binatie
Bediening
MDN of MCN Ontvangstvolume of luidspreker-
volume bijstellen (tijdens afluiste-
ren)
1 of MFN Herhaal bericht
(tijdens afluisteren)
*1
2 of MEN Sla bericht over
(tijdens afluisteren)
3 Naar het menu Instellingen
4 Geef nieuwe berichten weer
5 Geef alle berichten weer
6 De meldtekst weergeven
76 Meldtekst opnemen
8 Antwoordapparaat inschakelen
M N
Bericht onderbreken
*2
9 of MnN Opname stoppen
Afspelen stoppen
0 Antwoordapparaat uitschakelen
*4
*3
Bericht dat nu wordt afgespeeld
wissen
*5 Alle berichten wissen
*6 Een vooraf opgenomen meld-
tekst gebruiken
*1 Als u dit binnen de eerste 5 seconden van een
bericht doet, wordt het voorgaande bericht
weergegeven.
*2 Afspelen hervatten:
MbN: Afspelen a MOKN
*3 Wissen kan ook zo:
M N a MbN: Wissen a MOKN a MbN:
JA a MOKN
Terugbellen (alleen met
nummerherkenning)
1 Druk tijdens het afspelen op M N.
2 MbN: Terugbellen a MOKN
n Het telefoonnummer bewerken vóór het
terugbellen
1 Druk tijdens het afspelen op M N.
2 MbN: Bewerk en bel a MOKN
3 Bewerk het nummer. a M N
Alle berichten wissen
1 M N#325
2 MbN: JA a MOKN a M N
Geavanceerde
meldingsfuncties voor nieuwe
berichten
Hoorbare berichtenwaarschuwing
Met deze functie geeft het basisstation een
pieptoon om te melden wanneer er nieuwe
berichten zijn opgenomen. Het basisstation speelt
elke minuut 2 keer een pieptoon af totdat u de
berichten hebt afgeluisterd, als de instelling
Melding basisstation is ingeschakeld. De
standaardinstelling is UIT.
1 M N#339
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M N
41
Antwoordapparaat
Nieuw bericht melden door een
oproep
Bij deze functie ontvangt u een telefonische
melding als er nieuwe berichten zijn opgenomen.
Het basisstation belt een telefoonnummer dat u
opgeeft. U kunt vervolgens het antwoordapparaat
op afstand bedienen en naar het nieuwe bericht
luisteren.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u:
een telefoonnummer opslaan waarnaar de
oproep wordt geplaatst.
de instelling voor het melden van nieuwe
berichten inschakelen.
Nadat u de oproep voor het melden van nieuwe
berichten hebt beantwoord, kunt u de berichten via
die oproep afluisteren (pagina 43).
Belangrijk:
R Een melding voor nieuwe berichten wordt na 1
minuut gestopt nadat het basisstation begint met
bellen. Het basisstation plaatst de oproep niet
opnieuw, ook niet als de oproep niet wordt
beantwoord.
Een telefoonnummer opslaan waarnaar
een meldingsoproep wordt geplaatst
n Vanuit het telefoonboek:
1 M N#338
2 MbN: Sturen naar a MOKN a M N
3 MbN: Tel.boek a MOKN
4 MbN: Selecteer de gewenste naam in het
telefoonboek. a MOKN a M N
n Door een telefoonnummer in te voeren:
1 M N#338
2 MbN: Sturen naar a MOKN a M N
3 MbN: Handmatig a MOKN
4 Voer de gewenste naam in (max. 16
tekens). a MOKN
5 Voer het gewenste nummer in (max. 24
cijfers). a MOKN 2 keer a M N
De instelling voor het melden van nieuwe
berichten in-/uitschakelen
1 M N#338
2 MbN: Aan/uit a MOKN
3 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M N
Het ingestelde telefoonnummer bewerken
1 M N#338
2 MbN: Sturen naar a MOKN
3 M N a MbN: Wijzigen a MOKN
4 Bewerk indien nodig de naam (max. 16
tekens). a MOKN
5 Bewerk indien nodig het telefoonnummer
(max. 24 cijfers). a MOKN 2 keer a M N
Het ingestelde telefoonnummer wissen
1 M N#338
2 MbN: Sturen naar a MOKN
3 M N a MbN: Wissen a MOKN
4 MbN: JA a MOKN a M N
R De instelling voor het melden van nieuwe
berichten is uitgeschakeld.
De afstandsbedieningscode voor het
afspelen van berichten in-/uitschakelen
Als u deze functie inschakelt, moet u de
afstandsbedieningscode (pagina 43) invoeren om
het nieuwe bericht af te spelen vanuit de oproep
voor het melden van nieuwe berichten. Op deze
manier wordt voorkomen dat anderen uw berichten
kunnen afluisteren. De standaardinstelling is
Uitschakelen.
Uitschakelen: U kunt het bericht afluisteren
door op 4 te drukken om nieuwe berichten af te
spelen (zonder de afstandsbedieningscode in te
voeren).
Inschakelen: U moet uw
afstandsbedieningscode invoeren en vervolgens
op 4 drukken om het nieuwe bericht af te
spelen.
1 M N#338
2 MbN: Code Afst.bed a MOKN
3 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M N
42
Antwoordapparaat
Berichten afluisteren
Nadat u de oproep voor het melden van nieuwe
berichten hebt beantwoord, kunt u de berichten als
volgt afluisteren.
n Wanneer de afstandsbedieningscode is
ingesteld opUitschakelen”:
Druk op 4 om het nieuwe bericht af te spelen
tijdens de aankondigingsoproep.
n Wanneer de afstandsbedieningscode is
ingesteld opInschakelen”:
1 Voer de afstandsbedieningscode in
(pagina 43) tijdens de aankondiging.
2 Druk op 4 voor het volgende bericht.
Opmerking:
R Binnen 10 seconden nadat u de nieuwe
berichten hebt afgeluisterd, kunt u tijdens de
oproep op #9 drukken om de functie voor het
melden van nieuwe berichten via een oproep uit
te schakelen.
R Zelfs als het basisstation een oproep voor het
melden van nieuwe berichten plaatst, wordt het
record niet weergegeven in de herhaallijst van
de handset.
Afstandsbediening
U kunt van buitenaf met een toetstelefoon uw
telefoonnummer bellen en het toestel benaderen
voor het beluisteren van berichten en het wijzigen
van de antwoordapparaatinstellingen. De
gesproken instructies van het toestel geven aan
welke toetsen u voor de verschillende
mogelijkheden moet indrukken.
Afstandsbedieningscode
Voor het op afstand bedienen van het
antwoordapparaat moet u een 3-cijferige
toegangscode invoeren. Deze code voorkomt dat
anderen uw berichten van buitenaf kunnen
afluisteren.
Belangrijk:
R Voor het op afstand bedienen van het
antwoordapparaat moet u eerst een
afstandsbedieningscode instellen.
1 M N#306
2 Als u de afstandsbediening wilt inschakelen,
voert u de gewenste 3-cijferige toegangscode
in.
3 MOKN a M N
Bediening op afstand uitschakelen
Druk op * in stap 2 op “Afstandsbedieningscode”,
pagina 43.
R De ingevoerde afstandsbedieningscode wordt
verwijderd.
Het antwoordapparaat op afstand
bedienen
1 Bel uw telefoonnummer vanaf een
toetstelefoon.
2 Voer de afstandsbedieningscode in terwijl de
meldtekst wordt weergegeven.
3 Volg de gesproken instructies of bedien het
toestel met de afstandsbedieningsopdrachten
(pagina 43).
4 Hang na afloop op.
Gesproken instructies
n Wanneer “Nederland” is geselecteerd als de
regio-instelling (pagina 34)
Tijdens bediening op afstand geven de
gesproken instructies aan dat u voor specifieke
functies op 1 moet drukken of op 2 voor meer
beschikbare functies.
n Wanneer “Belgis geselecteerd als de
regio-instelling (pagina 34)
Als u de gesproken instructies wilt starten, drukt
u op 9. De gesproken instructies noemen de
beschikbare afstandsbedieningsopdrachten
(pagina 43).
Opmerking:
R Het toestel stopt de oproep als u gedurende 10
seconden geen knop indrukt na een gesproken
instructie.
Antwoordapparaatopdrachten
U kunt op de toetsen voor de
antwoordapparaatfuncties drukken zonder op de
gesproken instructies te wachten.
43
Antwoordapparaat
Toets
- com-
bina-
tie
Bediening
1 Herhaal bericht
(tijdens afluisteren)
*1
2 Sla bericht over
(tijdens afluisteren)
4 Geef nieuwe berichten weer
5 Geef alle berichten weer
6 De meldtekst weergeven
7 Meldtekst opnemen
9
Stoppen met opnemen of afspelen
*2
De gesproken instructies herhalen (af-
spelen of opnemen wordt gestopt)
*3
0 Antwoordapparaat uitschakelen
*4 Bericht dat nu wordt afgespeeld wissen
*5 Alle berichten wissen
*6 Een vooraf opgenomen meldtekst ge-
bruiken (tijdens het afspelen van een
meldtekst)
*# Afstandsbediening beëindigen
(of ophangen)
*1 Als u dit binnen de eerste 5 seconden van een
bericht doet, wordt het voorgaande bericht
weergegeven.
*2 Wanneer Nederland is geselecteerd als
de regio-instelling (pagina 34).
*3 Wanneer België is geselecteerd als de
regio-instelling (pagina 34).
De beantwoorder op afstand
inschakelen
1 Bel uw telefoonnummer vanaf een
toetstelefoon.
2 Laat de telefoon overgaan:
12 keer (voor Nederland)
15 keer (voor België)
R Er klinkt een lange pieptoon.
3 Voer de afstandsbedieningscode in binnen 10
seconden na de lange pieptoon.
R De meldtekst wordt afgespeeld.
R U kunt ophangen of de
afstandsbedieningscode opnieuw invoeren
en met bediening op afstand starten
(pagina 43).
Instellingen antwoordapparaat
Meeluisteren
Terwijl een beller een bericht inspreekt, kunt u dit
via de handset volgen. U stelt het
luidsprekervolume bij met MDN en MCN. U kunt de
oproep aannemen door op M N op de handset te
drukken. Meeluisteren kan per handset worden
ingesteld. De standaardinstelling is AAN.
1 M N#310
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M N
Aantal keer overgaan voordat een
oproep wordt aangenomen
Met Aantal belsignalen kunt u instellen hoe
vaak de telefoon overgaat, voordat het toestel de
oproep aanneemt. U kunt 2 tot 7 keer laten
overgaan of Automat. instellen.
De standaardinstelling is 4 Belsignalen.
Automat.: het antwoordapparaat neemt op na 2
keer overgaan als er nieuwe berichten zijn
opgenomen of na 5 keer als er geen nieuwe
berichten zijn. Als u vanaf een extern toestel belt
om nieuwe berichten af te luisteren (pagina 43),
weet u dat er geen nieuwe berichten zijn als de
telefoon voor de 3e keer overgaat. U kunt dan
ophangen zonder voor een gesprek te betalen.
1 M N#211
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M N
Voor abonnees van de voicemaildienst
voor vaste lijnen
Houd voor ontvangst van voicemail en correct
gebruik van het antwoordapparaat rekening met het
volgende:
44
Antwoordapparaat
R Als u liever de voicemaildienst (pagina 46)
gebruikt dan het antwoordapparaat van het
toestel, schakelt u het antwoordapparaat uit
(pagina 39).
R Als u liever het antwoordapparaat van het
toestel gebruikt dan de voicemaildienst van uw
serviceprovider, vraagt u de serviceprovider om
de voicemaildienst uit te schakelen.
Als uw serviceprovider dit niet kan:
Stel de instelling Aantal belsignalen
van het apparaat zo in dat het
antwoordapparaat het gesprek aanneemt
voordat de voicemail van uw serviceprovider
wordt ingeschakeld. Controleer hoe vaak het
toestel moet overgaan om de voicemail van
de serviceprovider te activeren voordat u
deze instelling wijzigt.
Wijzig het aantal keer overgaan van de
voicemail zodat het antwoordapparaat de
oproep als eerste kan aannemen. Neem
hiervoor contact op met uw serviceprovider.
Opnametijd voor beller
U kunt de maximale opnametijd voor elke beller
wijzigen. De standaardinstelling is 3 minuten.
1 M N#305
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M N
Alleen meldt.selecteren
Wanneer u Alleen meldt. selecteert, wordt
wel de meldtekst afgespeeld, maar kunnen de
bellers geen berichten inspreken.
Selecteer Alleen meldt. in stap 2 op
“Opnametijd voor beller”, pagina 45.
Opmerking:
R Wanneer u Alleen meldt. selecteert:
Als u geen eigen meldtekst opneemt, speelt
het toestel een standaardmeldtekst af waarin
de beller wordt gevraagd later opnieuw te
bellen.
Als u uw eigen meldtekst gebruikt, spreek
dan een meldtekst in waarin de beller wordt
gevraagd later opnieuw te bellen (pagina 39).
45
Antwoordapparaat
Voicemailservice
Voicemail is een automatische berichtservice van uw serviceprovider. Als u een abonnement op deze dienst
neemt, beantwoordt de voicemaildienst van uw serviceprovider oproepen voor u als u de telefoon niet kunt
opnemen of als u in gesprek bent. De berichten worden door de serviceprovider opgenomen, niet door uw
telefoon.
Wanneer er nieuwe berichten voor u zijn, wordt weergegeven op de handset als berichtindicatie
beschikbaar is. Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie over deze dienst.
Belangrijk:
R Als ook na het beluisteren van de nieuwe berichten op de display wordt weergegeven, schakelt u dit
uit door # 2 seconden ingedrukt te houden.
R Als u liever de voicemail van de serviceprovider gebruikt dan het antwoordapparaat van het toestel,
schakelt u het antwoordapparaat uit (pagina 39). Zie pagina 44 voor meer informatie. (KX-TGD320-serie:
pagina 3)
Tekens invoeren
Tekens en cijfers voert u in met de kiestoetsen. Elke kiestoets heeft meerdere tekens. Welke tekens u kunt
invoeren, hangt van de invoermodus af (pagina 46).
Verplaats de cursor met MFN of MEN naar links of rechts.
Druk op de kiestoetsen voor het invoeren van tekens en cijfers.
Druk op MCN voor het wissen van het teken of cijfer dat door de cursor wordt gemarkeerd. Houd MCN
ingedrukt als u alle tekens en cijfers wilt wissen.
Druk op * (Aaa) voor hoofdletters of kleine letters.
Als u met dezelfde kiestoets een volgend teken wilt invoeren, drukt u op MEN om de cursor naar de
volgende positie te verplaatsen en drukt u op de bijbehorende kiestoets.
Als u niet binnen 2 seconden na het invoeren van een teken op een cijfertoets drukt, blijft dat teken staan
en gaat de cursor naar de volgende positie.
Tekeninvoermodi
De beschikbare tekeninvoermodi zijn Alfabetisch (ABC), Numeriek (0-9), Grieks ( ), Uitgebreid 1
( ), Uitgebreid 2 ( ) en Cyrillisch ( ). Voor tekens uit deze invoermodi, met uitzondering van
Numeriek, selecteert u het teken door de kiestoets meerdere keren in te drukken.
Als het tekeninvoerscherm door het toestel wordt weergegeven:
MR/ECON a MbN: Selecteer een tekeninvoermodus. a MOKN
Opmerking:
R in de volgende tabel betekent één spatie.
Alfabetische tekentabel (ABC)
z
y
1
2 3 4 5 6 7 8 9
46
Handige informatie
Tabel cijferinvoer (0-9)
z
y
1
2
3
4 5 6 7 8 9
Tabel Griekse tekens ( )
z y
1
2 3 4 5 6 7 8 9
Tabel uitgebreide tekenset 1 ( )
z
y
1
2 3 4 5 6 7 8
9
R Het volgende wordt voor zowel hoofdletters als kleine letters gebruikt:
Tabel uitgebreide tekenset 2 ( )
z
y
1
2 3 4 5 6 7 8 9
R Het volgende wordt voor zowel hoofdletters als kleine letters gebruikt:
47
Handige informatie
Tabel Cyrillische tekens ( )
z
y
1
2 3 4 5 6 7 8 9
Foutberichten
Melding Oorzaak/oplossing
Geen stroom
of
Geen verbind.
AC adapt.op-
nieuw aansl.
R Controleer of de wisselstroomadapter van het basisstation correct is
aangesloten op het apparaat en het stopcontact.
R De handset heeft geen verbinding met het basisstation meer. Ga dich-
ter bij het basisstation staan en probeer het opnieuw.
R Trek de stekker van de wisselstroomadapter van het basisstation uit
het stopcontact om het apparaat te resetten. Steek de stekker weer
in het stopcontact en probeer het opnieuw.
R Misschien is de handset niet meer geregistreerd. Registreer de hand-
set opnieuw (pagina 35).
Telefoonlijn
controleren
R Het meegeleverde telefoonsnoer is nog niet aangesloten of is niet
goed aangesloten. Controleer de aansluitingen (pagina 10).
Error
R Opname te kort. Probeer het opnieuw.
Geheugen Vol
R Het telefoonboekgeheugen is vol. Wis ongewenste nummers (pagi-
na 21).
R Het geheugen met geblokkeerde nummers is vol. Wis ongewenste
nummers (pagina 31).
R De handset is al geregistreerd bij het maximum aantal basisstations
(4). Annuleer ongebruikte basisstationaanmeldingen van de handset
(pagina 36).
Gebruik
oplaadbare
R Er is een verkeerde soort batterij geïnstalleerd (bijvoorbeeld alkaline
of mangaan). Gebruik alleen de oplaadbare Ni-MH-batterijen van pa-
gina 4, 7.
U moet eerst
abonn.nemen
op nr.weerg.
R U moet een abonnement nemen op nummerherkenning. Als u belle-
rinfo ontvangt nadat u een abonnement heeft genomen op nummer-
herkenning, zal dit bericht niet meer worden weergegeven.
Problemen oplossen
Als u na het volgen van de aanwijzingen in dit hoofdstuk nog steeds problemen ondervindt, verwijdert u de
wisselstroomadapter van het basisstation en schakelt u de handset uit, waarna u de stroom weer inschakelt
en de handset weer aanzet.
48
Handige informatie
Algemeen gebruik
Probleem Oorzaak/oplossing
De handset gaat niet aan na
het installeren van volle batte-
rijen.
R Plaats de handset op het basisstation of de oplader om de handset in
te schakelen.
Het apparaat werkt niet. R Controleer of de batterijen goed zijn geplaatst (pagina 10).
R Laad de batterijen volledig op (pagina 10).
R Controleer de aansluitingen (pagina 10).
R Trek de stekker van de wisselstroomadapter van het basisstation uit
het stopcontact om het apparaat te resetten en de handset uit te scha-
kelen. Sluit de wisselstroomadapter weer aan, schakel de handset in
en probeer het opnieuw.
R De handset is niet bij het basisstation geregistreerd. Registreer de
handset (pagina 35).
Het display van de handset is
leeg.
R De handset is niet ingeschakeld. Zet deze aan (pagina 14).
Ik hoor geen kiestoon. R Controleer of u het meegeleverde telefoonsnoer gebruikt. Uw oude te-
lefoonsnoer kan anders bedraad zijn.
R De wisselstroomadapter van het basisstation of het telefoonsnoer is
niet aangesloten. Controleer de aansluitingen.
R Haal de telefoonlijn van het basisstation en verbind de lijn met een wer-
kende telefoon. Als de werkende telefoon het normaal doet, neemt u
voor reparatie van de telefoon contact op met de dealer. Als de tele-
foon niet correct werkt, neemt u contact op met uw serviceprovider.
Het basisstation geeft een
pieptoon.
R Er zijn nieuwe berichten opgenomen. Nieuwe berichten afluisteren
(pagina 40).
Menulijst
Probleem Oorzaak/oplossing
Ik kan de taal op het display
niet lezen.
R Wijzig de weergavetaal (pagina 14).
Ik kan de ecostand niet active-
ren.
R U kunt de ecomodus niet instellen als u de repeatermodus op AAN
zet. Zet de repeatermodus, indien nodig, op UIT (pagina 36).
Ik kan een handset niet bij
een basisstation registreren.
R De handset is al geregistreerd bij het maximum aantal basisstations
(4). Annuleer ongebruikte basisstationaanmeldingen van de handset
(pagina 36).
R Het basisstation heeft al het maximum aantal geregistreerde hand-
sets (6). Annuleer ongebruikte handsetaanmeldingen van het basis-
station (pagina 35).
R U heeft de verkeerde PIN ingevoerd. Raadpleeg een officieel service-
centrum als u uw PIN bent vergeten.
49
Handige informatie
Batterij opladen
Probleem Oorzaak/oplossing
De handset piept en/of
knippert.
R Batterijen bijna leeg. Laad de batterijen volledig op (pagina 10).
Ik heb de batterijen opgela-
den, maar
knippert nog steeds of
de gebruiksduur lijkt korter.
R Maak de plus- ( ) en minzijde ( ) van de batterijen en de contact-
punten van de eenheid met een droge doek schoon en probeer het
opnieuw.
R Het is tijd de batterijen te vervangen (pagina 10).
Telefoneren, intercom
Probleem Oorzaak/oplossing
wordt weergegeven.
R De handset is te ver van het basisstation. Ga dichterbij staan.
R De wisselstroomadapter van het basisstation is niet goed aangeslo-
ten. Sluit de wisselstroomadapter opnieuw aan op het basisstation.
R De handset is niet bij het basisstation geregistreerd. Registreer dit ap-
paraat (pagina 35).
R Wanneer u de ééntoets-ecomodus inschakelt, neemt het bereik van
het basisstation in stand-by af. Schakel zo nodig de ecomodus uit
(pagina 15).
Er is ruis hoorbaar, wisselend
geluid.
R U gebruikt de handset of het basisstation in een gebied met veel elek-
trische interferentie. Plaats het basisstation en gebruik de handset bui-
ten bereik van storingsbronnen.
R Ga dichter bij het basisstation staan.
De geluidskwaliteit lijkt min-
der te worden.
R U hebt een handset geregistreerd die niet wordt aanbevolen (pagi-
na 5). De beste geluidskwaliteit is alleen mogelijk door registratie van
een aanbevolen handset.
De handset gaat niet over. R Het belvolume is uitgeschakeld. Stel het belvolume bij (pagina 17, 25).
R De Niet storen-modus is ingeschakeld. Schakel deze uit (pagina 30).
R Als de handset bij meerdere basisstations is geregistreerd, kunt u met
de handset mogelijk geen oproepen plaatsen of ontvangen, of commu-
niceren met het basisstation in de volgende omstandigheden.
Ecomodus is ingesteld op Eco Plus (pagina 15).
Het basisstation is ingesteld op Automat. (pagina 27).
Plaats in dat geval de handset dichter bij het basisstation, druk vervol-
gens op MR/ECON en selecteer Eco of Eco Uit. Herhaal dit voor
elk basisstation.
Het basisstation gaat niet
over.
R Het belvolume is uitgeschakeld. Stel het belvolume bij (pagina 17, 25).
Ik kan niet bellen. R U heeft een kiesrestrictienummer gekozen (pagina 34).
R De toetsblokkering is ingeschakeld. Schakel deze uit (pagina 19).
50
Handige informatie
Nummerherkenning
Probleem Oorzaak/oplossing
De bellerinfo wordt niet weer-
gegeven.
R U moet een abonnement nemen op nummerherkenning. Neem voor
details contact op met uw serviceprovider.
R Als uw toestel is aangesloten op extra telefoonapparatuur, maak deze
apparatuur dan los en steek het toestel rechtstreeks in de wandcon-
tactdoos.
R Andere telefoonapparatuur kan storing veroorzaken op dit toestel.
Maak de andere apparatuur los en probeer het opnieuw.
De bellerinfo wordt erg lang-
zaam weergegeven.
R Afhankelijk van uw serviceprovider wordt de bellerinfo mogelijk pas bij
de 2e keer overgaan of later weergegeven. Stel de eerste keer over-
gaan in op UIT (pagina 25).
R Ga dichter bij het basisstation staan.
De tijd op het toestel is ver-
sprongen.
R Wanneer de verkeerde tijd wordt meegegeven bij gebruik van num-
merherkenning, verspringt de tijd. Stel de functie Tijdsaanpassing in
op Handmatig (uit) (pagina 25).
De naam die in het telefoon-
boek is opgeslagen, wordt
niet volledig weergegeven bij
een inkomende externe op-
roep.
R Pas de naam in het telefoonboek aan zodat de naam op 1 regel past
(pagina 20).
Antwoordapparaat
Probleem Oorzaak/oplossing
Het antwoordapparaat neemt
geen nieuwe berichten op.
R Het antwoordapparaat is uitgeschakeld. Schakel deze in (pagina 39).
R Het berichtengeheugen is vol. Wis ongewenste berichten (pagina 40).
R De opnametijd is ingesteld op Alleen meldt.. Wijzig de instelling
(pagina 45).
R Mogelijk beantwoordt de voicemaildienst van uw serviceprovider uw
oproepen eerder dan het antwoordapparaat van het toestel. Verlaag
het aantal keren overgaan van het apparaat (pagina 44) of raadpleeg
uw serviceprovider.
R Het antwoordapparaat beantwoordt geen inkomende oproepen wan-
neer gesprekken actief zijn op andere apparaten, zoals handsets.
Ik kan het antwoordapparaat
niet op afstand bedienen.
R De afstandsbedieningscode is niet ingesteld. Stel de afstandsbedie-
ningscode in (pagina 43).
R U voert de verkeerde afstandsbedieningscode in. Als u de afstandsbe-
dieningscode niet meer weet, ga dan naar de instelling voor deze co-
de en kijk wat de code is (pagina 43).
R Het antwoordapparaat is uitgeschakeld. Schakel deze in (pagina 44).
De eenheid gaat niet het op-
gegeven aantal keer over.
R Nadat het eerste belsignaal is uitgeschakeld (pagina 25), wordt het op-
gegeven aantal keer overgaan met 1 verminderd.
51
Handige informatie
Schade door vloeistof
Probleem Oorzaak/oplossing
Er is vloeistof of vocht in de
handset of het basisstation
gekomen.
R Trek de wisselstroomadapter en het telefoonsnoer uit het basisstati-
on. Haal de batterijen uit de handset en laat het toestel ten minste 3
dagen drogen. Wanneer de handset of het basisstation weer hele-
maal droog is, sluit u de wisselstroomadapter en het telefoonsnoer
weer aan. Plaats de batterijen en laad deze volledig op vóór gebruik.
Raadpleeg een officieel servicecentrum als het apparaat niet goed
werkt.
Let op:
R Voorkom permanente schade en gebruik geen magnetron om het droogproces te versnellen.
52
Handige informatie
Index
A Aan- en uitzetten: 14
Aanvullende handsets: 35
Alarm: 29
Antwoordapparaat: 39
Aantal keren overgaan: 44
Afstandsbediening: 43
Afstandsbedieningscode: 43
Alleen meldtekst: 45
Berichten beluisteren: 40, 41, 43
Berichten wissen: 40, 41, 44
In-/uitschakelen: 39
Meeluisteren: 44
Meldtekst: 39
Nieuwe berichten melden: 41
Opnametijd: 45
Automatisch opnemen: 17, 26
Automatische intercom: 19
B Babyfoon: 31
Basisstation
Annuleren: 36
Herstellen: 34
Selecteren: 35
Batterij: 10, 11
Bellerlijst: 37
Bellerlijst bewerken: 37
Beltoon: 25
Beveiliging voor oproepen: 34
C Categorie: 20
D Datum en tijd: 15
Directe opdrachtcode: 23
Display
Contrast: 26
Taal: 14
Doorkiezen: 21
E Ecomodus: 15
Eerste keer overgaan: 25
Equalizer: 18
Extra basisstations: 35
F Foutberichten: 48
G Gemiste oproepen: 37
Gesprek delen: 18
Gesprekken doorverbinden: 18
H Handset
Naam: 33
Registratie: 35
Registratie opheffen: 35
Zoeken: 12
Handsfree functie: 17
Herhalen: 17
I Intercom: 19
K Kiesrestrictie: 34
M Microfoon uitschakelen: 18
N Niet storen-modus: 30
Nummerblokkering: 30
Nummerherkenning: 18
Nummerherkenningsservice: 37
Nummers kiezen: 17
O Opnieuw bellen/flash: 18
Oproepen beantwoorden: 17
P Pauze: 17
PIN: 34
Privacymodus: 27
Problemen oplossen: 48
R Regio-instelling: 34
Repeater: 36
S Sleutelvinder: 26, 27
Snelkiesnummer: 21
Stroomstoring: 11
T Taal gesproken instructies: 14
Tekens invoeren: 46
Telefoonboek: 20
Tijdsaanpassing: 25
Toetsblokkering: 19
Toetstonen: 26
Type bediening: 12
V Vergaderen: 18
Voicemail: 46
Volume
Beltoon (basisstation): 17, 25
Beltoon (handset): 17, 25
Luidspreker: 17
Ontvangst: 17
W Wachtstand: 17
Wisselgesprek: 18
53
Index
54
Notities
55
Notities
Voor naslag
Wij raden u aan om de volgende gegevens te noteren. Dit is handig voor reparaties die vallen onder de
garantie.
Serienummer Aankoopdatum
(aanwezig op onderzijde basisstation)
Naam en adres dealer
Bevestig hier uw aankoopbon.
Koop online via onze eShop: www.shop.panasonic.eu
Klantenservice: 073 6402 802
Klantenservice: 070 223 011
Reparaties:
www.panasonic.be
Reparaties:
www.panasonic.nl
© Panasonic Corporation 2015
*PNQX6762XA*
*PNQX6762XA*
PNQX6762XA TT0315YK2027
TGD3xxNL(nl-nl)_0105_ver201.pdf 56 2017/01/05 18:14:50
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Panasonic KXTGD312NL de handleiding

Categorie
Telefoons
Type
de handleiding

in andere talen