Candy CHW6BRX Smart Handleiding

Type
Handleiding
ÍNDICE
INSTRUÇÕES DE SEGURANÇA
1. Instruções Para O Instalador
1.1 Preparação
1.2 Localização Adequada
2.1. Ligação Eléctrica
2.2. Ligação À Rede De Gás
2.3. Adaptação Da Placa A Diferentes Tipos De Gás
2.4. Regulação Da Altura Mínima Da Chama
3. Utilização Da Placa Instruções Para O Utilizador
3.1. Como Utilizar O Queimador De Gás
4. Manutenção E Limpeza
5. Antes De Chamar A Assistência Técnica
6. Protecção Do Ambiente
PT
.................................................47
...................................................48
...............................................................................48
.............................................................48
.....................................................................48
..........................................................48
....................49
................................49
................49
.......................................49
............................................................50
...............................50
...........................................................50
Gas Type Tables ...........................................................................63
TARTALOMJEGYZÉK
Bıztonságı Utasítások
1. Utasítások a telepítő számára
1.1. Beépítés
1.2. Alkalmas helyszín
2. Elektromos bekötés (csak az Egyesült Királyságban)
2.1. Elektromos bekötés
2.2. Gázbekötés (csak az Egyesült Királyságban)
2.3. A tűzhelylap beállítása különböző gáztípusokhoz
2.4. A minimális lángméret beállítása
3. zhelylap használata Felhasználói utasításokAtű
3.1. A gázégő használata
4. Karbantartás és tisztítás
5. Vevőszolgálat
6. Környezetvédelem
HU
..................................................................51
................................................52
..................................................................................52
....................................................................52
.........52
.................................................................52
.........................52
..................53
.............................................53
................53
..............................................................53
..........................................................54
...........................................................................54
...................................................................54
CUPRINS
INSTRUCŢIUNI PRIVIND SIGURANŢA
1. Instrucţiuni de Instalare
1.1. Incorporare
1.2. Amplasare
2. Conexiunea electrică (numai pentru G.B.)
2.1. Conexiunea electrică
2.2. Conectarea la gaz (numai pentru G.B.)
2.3. Adaptarea la diverse tipuri de gaz
2.4. Reglarea flăcării minime
3. Utilizarea plitei Instrucţiuni de utilizare
3.1. Utilizarea arzătoarelor
4. Întreţinere şi curăţare
5. Service
6. Protejarea mediului
RO
........................................55
..........................................................56
..............................................................................56
................................................................................56
.............................56
..............................................................56
..................................56
...........................................57
..........................................................57
.................................57
.............................................................57
..............................................................57
......................................................................................58
.................................................................58
INHOUD
Veiligheidsvoorschriften
1. Richtlijnen voor de installateur
1.1 Inbouwen.
1.2 De juiste omgeving.
2. Elektrisch gedeelte aansluiten
2.1 Elektrisch gedeelte aansluiten.
2.2 Gas aansluiting.
2.3 Aanpassen aan diverse soorten gas.
2.4 Afstellen van de branders.
3. Instructies voor gebruik
3.1 Gebruik van de gasbranders.
3.2 Gebruik van elektrische kookzones.
4. Onderhoud en reinigen
5. Technische dienst
6. Milieubescherming
NL
.......................................................59
..............................................60
.............................................................. ........60....
.......................................... ........60..........
.........................................60
............................................60
................................................................. 60.
.......................... 61........
........................................... 61.......
.....................................................61
.............................................61
....................................61
..................................................... 61.
............................................................. 62.
............................................. 62................
59 NL
Wij raden u aan om de instructies voor installatie
en gebruik te bewaren voor later gebruik. Noteer
voordat u de kookplaat installeert het
serienummer, voor het geval u hulp nodig heeft
van de klantenservice.
WAARSCHUWING: het apparaat en de
toegankelijke onderdelen worden heet tijdens
gebruik. Wees voorzichtig en raak de
verwarmingselementen niet aan. Kinderen onder
de 8 jaar moeten uit de buurt van het apparaat
worden gehouden, tenzij ze onder voortdurend
toezicht staan.
WAARSCHUWING: gebruik alleen
kinderbeveiligingsrekjes voor de kookplaat die
ontworpen zijn door de fabrikant van het
kooktoestel, of waarvan de fabrikant van het
apparaat in de gebruiksaanwijzing heeft
aangegeven dat ze geschikt zijn, of de
kinderbeveiligingsrekjes die bijgeleverd zijn bij
het apparaat. Het gebruik van ongeschikte
kinderbeveiligingsrekjes kan ongelukken
veroorzaken.
WAARSCHUWING: bereidingen op een
kookplaat met vet of olie zonder toezicht kunnen
gevaarlijk zijn en brand veroorzaken. Probeer
NOOIT een brand te blussen met water, maar
schakel het apparaat uit en dek de vlam af bijv.
met een deksel of een branddeken.
WAARSCHUWING: bewaar geen voorwerpen op
de kookoppervlakken.
WAARSCHUWING: als het oppervlak gebarsten
is, raak het glas dan niet aan en schakel het
apparaat uit om de kans op een elektrische schok
te voorkomen.
Dit apparaat mag gebruikt worden door kinderen
ouder dan 8 jaar en personen met een
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
beperking of gebrek aan ervaring en kennis als zij
in de gaten gehouden worden of aanwijzingen
hebben gekregen over hoe zij het apparaat op
veilige wijze kunnen gebruiken en als zij de
bijbehorende gevaren begrijpen. Kinderen
moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen
dat ze niet met het apparaat spelen. Reiniging en
onderhoudswerkzaamheden mogen niet door
kinderen uitgevoerd worden als zij niet onder
toezicht staan.
LET OP: blijf bij de kookplaat als u aan het koken
bent. Ook bij een korte bereiding moet u de
pannen continu in de gaten houden.
Het wordt sterk om kinderen uit de buurt van de
kookzones te houden wanneer deze in gebruik
zijn of wanneer ze uitgeschakeld zijn en de
restwarmte-indicator nog brandt, om het risico op
ernstige brandwonden te voorkomen.
Dit apparaat is niet bedoeld om bediend te
worden door middel van een externe timer of een
apart afstandsbedieningssysteem.
Kijk niet in de halogeenlampen van de kookplaat,
indien aanwezig.
Bevestig een stekker aan de voedingskabel die in
staat is de spanning, stroom en belasting te
verdragen die vermeld staan op het etiket, en een
aardcontact heeft. Het stopcontact moet geschikt
zijn voor de belasting die op het etiket staat
aangegeven en moet een goed werkende aarding
hebben. De aardgeleider is groen-geel gekleurd.
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Dit moet worden gedaan door een gekwalificeerd
vakman. In het geval van incompatibiliteit tussen
het stopcontact en de stekker van het apparaat,
moet u een gekwalificeerd elektricien vragen om
het stopcontact te vervangen door een ander,
geschikt stopcontact. De stekker en het
stopcontact moeten conform de huidige normen
zijn van het land waar het apparaat geïnstalleerd
wordt.
Aansluiting op de stroombron kan ook tot stand
worden gebracht door tussen het apparaat en de
stroombron een omnipolaire stroomonderbreker
aan te brengen, die de maximaal aangesloten
belasting kan verdragen en voldoet aan de
huidige wetgeving.
De geel-groene aardkabel mag niet worden
onderbroken door de stroomonderbreker. Het
stopcontact of de omnipolaire stroomonderbreker
die gebruikt wordt voor de aansluiting moet
gemakkelijk te bereiken zijn wanneer het
apparaat geïnstalleerd is.
Afkoppeling is mogelijk doordat de stekker
bereikbaar is of door een schakelaar in de vaste
bedrading te monteren overeenkomstig de
bedradingsregels.
Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden
vervangen door de fabrikant, zijn
servicevertegenwoordiger of ander bevoegd
personeel om gevaarlijke situaties te voorkomen.
De aardgeleider (geel-groen) moet langer dan 10
mm zijn aan de kant van het aansluitblok. Het
gedeelte van de interne geleiders moet geschikt
zijn voor het geabsorbeerde vermogen van de
kookplaat (aangegeven op het label). De
voedingskabel moet van het type HO5V2V2-F
zijn.
Leg geen metalen voorwerpen zoals messen,
vorken, lepels of deksels op de kookplaat. Deze
kunnen heet worden.
Leg geen aluminiumfolie of zet geen kunststof
pannen op de verwarmingszones.
Na elk gebruik moet de kookplaat gereinigd
worden om het aankoeken van vuil en vet te
voorkomen.Als er vuil op de kookplaat blijft zitten,
wordt dit opnieuw verwarmd als de kookplaat
wordt gebruikt en geeft het verbrande voedsel
rook en een onaangename geur af; bovendien
ontstaat er brandgevaar.
Gebruik nooit een stoom- of hogedrukreiniger om
het apparaat schoon te maken.
Raak de verwarmingszones niet aan tijdens
gebruik en nog een tijd na gebruik.
Bereid voedsel nooit rechtstreeks op de
kookplaat van glaskeramiek.
Gebruik altijd geschikte pannen.
Plaats de pan altijd in het midden van de zone
waarop u kookt. Leg niets op het
bedieningspaneel.
Gebruik de kookplaat niet als werkblad.
Gebruik de kookplaat niet als snijplank.
Bewaar geen zware voorwerpen boven de
kookplaat. Als ze op de kookplaat vallen, kunnen
ze schade veroorzaken.
Gebruik de kookplaat niet voor het bewaren van
voorwerpen.
Schuif geen pannen over de kookplaat.
60 NL
1.RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATEUR
Deze inbouwkookplaten zijn bestemd voor installatie in een werkblad
dat bestand is tegen temperaturen van 100 °C en een dikte hebben
tussen 25 en 45 mm. Voor de inbouwmaat dient u zich te houden aan
de maten zoals aangegeven in figuur 2.
De kookplaat dient zo te worden ingebouwd dat er aan de linker- en
rechterzijde minstens 15 cm. ruimte is tussen kookplaat en kasten of
verticale panelen (zie figuur 4). De afstand tussen kookplaat en
achterwand dient minstens . te zijn.70 mm
De afstand tussen de kookplaat en ieder ander apparaat erboven
(bijv. een afzuigkap) mag nooit kleiner zijn dan 70 cm. (fig. 4)
Wanneer er een ruimte is tussen de inbouw kookplaat en de ruimte
daaronder moet er een scheidingsplaat van isolatiemateriaal
geplaatst worden (bijvoorbeeld hout) (figuur 3).
Metalen voorwerpen in de lade kunnen heet worden door
luchtrecirculatie.
Het wordt daarom aanbevolen een houten tussenplaat te
gebruiken.
Belangrijk : op figuur 1 kunt u zien hoe de afdichtingskit moet worden
aangebracht.
Het vastzetten in het meubel geschiedt door de bijgeleverde
bevestigingsbeugels die aan de onderzijde op de daarvoor bestemde
plaats worden vastgedraaid.
Wanneer de kookplaat (60 cm) geïnstalleerd wordt boven een oven
zonder mantelkoeling, is het aan te bevelen dat er
ventilatieopeningen worden gemaakt om een goede ventilatie te
waarborgen.
De afmeting van deze opening dient ten minste 300 cm2 te zijn met
plaatsing zoals is weergegeven in fig. 5.
2. ELEKTRISCH GEDEELTE AANSLUITEN
“ De installatie van het geciteerde apparaat dient overeen te komen
met de plaatselijk geldende normen.”.
HET INSTALLEREN VAN EEN HUISHOUDELIJK APPARAAT IS EEN COMPLEXE OPERATIE DIE, INDIEN HET NIET CORRECT WORDEN
UITGEVOERD, ERNSTIGE GEVOLGEN KAN HEBBEN VOOR DE VEILIGHEID VAN DE CONSUMENT. HET IS OM DEZE REDEN DAT DE TAAK
MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN GEKWALIFICEERDE PERSOON DIE DIT TOT UITVOERING ZAL BRENGEN IN OVEREENSTEMMING
MET DE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN DIE VAN KRACHT ZIJN. IN HET GEVAL DAT DIT ADVIES WORDT GENEGEERD EN DE INSTALLATIE
WORDT UITGEVOERD DOOR EEN NIET GEKWALIFICEERD PERSOON, WIJST DE FABRIKANT ELKE VERANTWOORDELIJKHEID AF VOOR ELK
TECHNISCH DEFECT VAN LEIDTTOTSCHADEAAN GOEDEREN OF LETSELAAN PERSONEN.HET PRODUCT DATALDAN NIET
1.1 INBOUWEN
1.2. DE JUISTE OMGEVING
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met de
geldende voorschriften en alleen in een goed geventileerde ruimte. Lees
de instructies voor het installeren of gebruiken van dit apparaat.
Een gaskookplaat produceert tijdens het gebruik warmte en vocht in de
ruimte waarin deze is geïnstalleerd. Wilt u zeker zijn van een goede
ventilatie van de ruimte open daar dan de ventilatieroosters of installeer
een afzuigkap met een afvoer.
Bij een intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan het nodig zijn
extra te ventileren door bijvoorbeeld een raam open te zetten of de
afzuigkap op de hoogste stand te zetten.
Voor de installatie dient u ervoor te zorgen dat de lokale distributie
omstandigheden (aard van het gas en de gasdruk) en de afstelling van
het apparaat compatibel zijn. De afstellingsvoorwaarden voor deze
toepassing worden vermeld op het etiket (of typeplaatje).
Dit apparaat is niet aangesloten op een evacuatiesysteem. Het wordt
geïnstalleerd en aangesloten in overeenstemming met de huidige
installatievoorschriften met bijzondere aandacht voor de relevante eisen
inzake ventilatie.
In het geval dat er geen mogelijkheid is om een afzuigkap te installeren,
is het nodig een elektrische ventilator te plaatsen, met afvoer of in het
raam. Deze ventilator moet geschikt zijn voor een keuken en een
capaciteit hebben van 3 tot 5 maal het volume van de keuken per uur.
De installateur dient zich te houden aan de geldende wetgeving.
ONDERSTROOM
GEAARD
NEUTRAAL
L
N
ELECTRICITEITSKABEL
BRUINE DRAAD
GROEN/GELE DRAAD
BLAUWE DRAAD
HOOFDAANVOER
2.2. GAS AANSLUITEN
Het aansluiten van het apparaat op het gasnet of gasflessen dient te
gebeuren volgens de wettelijk geldende voorschriften.
Speciale aandacht zal worden besteed aan voorzieningen voor
ventilatie. Alle installatie werkzaamheden dienen te worden gedaan
met de stroom afgekoppeld van het stroomnet.
Op het typeplaatje is aangegeven voor welke type gas dit apparaat
geschikt is.
De gasaansluiting dient te gebeuren volgens de voorschriften van het
land van de installatie, pas nadat u gecontroleerd hebt of het type gas
uit de fabriek overeenstemt met de installatie. Als dit niet het geval is,
volg de onderstaande stappen.
Voor gas-vloeistof (gasfles), gebruik drukregelaars die voldoen aan
de huidige normen. Gebruik alleen kranen, afdichtingsringen, fittingen
en flexibele leidingen die voldoen aan de normen in het land van
installatie. Voor sommige modellen is een conische koppeling
voorzien voor het installeren van het apparaat, in landen waar dit type
koppeling is verplicht in figuur 8, is te zien hoe de verschillende
soorten koppelingen te herkennen (CY = cilindrische, CO = conische)
in alle gevallen dient het cylindrische gedeelte van de koppeling
verbonden te worden met de plaat. Wanneer u de kookplaat aansluit
op de gastoevoer door het gebruik van slangen, mag de maximale
afstand overbrugd door de slang niet meer dan 2 meter overschrijden.
Om mogelijke schade aan de kookplaat te voorkomen, voert u de
installatie zoals aangegeven in schema 6 uit :
1) zoals weergegeven in het schema, monteer de delen
achtereenvolgens:
A: cilindrische mannelijke adaptor
B: afdichting
C: vrouwelijke gasadaptor cilindrisch-conisch of cilindrisch-
cilindrisch
2) Draai de dichtingen vast. Denk eraan de buizen in positie te
zetten.
3) Bevestig de aansluiting C met het gasnet met een vaste buis of
flexibel staal.
Belangrijk: controleer nadat u alle installatie handelingen heeft
verricht de aansluitpunten op een goede afsluiting. Gebruik
hiervoor een zeepsopje. Nooit een vlam. Controleer ook of de
flexibele slang niet in aanraking komt met bewegende delen van
de keukenmeubelen zoals een lade zodat de slang wordt
beschadigd.
Let op: als u een gasgeur ruikt die uit het toestel lijkt te komen, schakel
dan onmiddellijk de gastoevoer dicht en bel een gekwalificeerde
persoon. Ga niet op zoek naar een lek met een vlam.
Wanneer die voedingskabel beschadigd is, dient deze vervangen te
worden door een erkende reparateur, om onnodige risico's te
vermijden.
De aarde-draad (groen en geel van kleur) moet ten minste 10 mm
langer zijn dan de beide andere draden. De doorsnee van de kabel
moet in een goede verhouding staan tot de maximale aansluitwaarde
van de kookplaat. Zie voor de netspanningsgegevens het typeplaatje
op de kookplaat en controleer of het nieuwe netsnoer van het type
H05 V2V2-F is.
In het onwaarschijnlijke geval dat een scheur zou verschijnen op het
glas, haal onmiddellijk de en neem contact opstekker uit het contact
met de klantenservice. Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik met
een externe timer of afstandsbediening.
2.1. ELEKTRISCH GEDEELTE AANSLUITEN
Controleer de gegevens op het typeplaatje op het apparaat, die zich
bevindt aan de binnenzijde onder in de kookplaat, en verzeker u er
vervolgens van dat het apparaat goed geaard is en gevoed.
Voor het aansluiten, dat wettelijk verplicht is.
Opgelet : controleer de aarding van het apparaat alvorens aan te
sluiten. De fabrikant is niet eventuele materiëleverantwoordelijk voor
of persoonlijke schade als gevolg van een gebruik van een niet geaard
toestel of na beschadiging opgetreden aan het netsnoer.
Voor apparaten zonder stekker dient u een stekker op het
aansluitsnoer te monteren die het vermogen als aangegeven op het
typeplaatje kan verwerken. De kabel moet altijd bereikbaar zijn. De
aarde kabel is uitgevoerd in groengeel.
Wanneer de plaat direct verbonden is met het elektriciteitsnet moet een
stroomonderbreker geïnstalleerd worden.
Table A
B Typerander
Ø pannen
(cm)
AUX
SR
R
DC 4 kW MONO
12 - 18
18 - 22
24 - 26
26 - 28
Aux
Half snel
Snel
Vermo-
gen (kW)
1,00
1,75
2,70
4,00
G20/20 mbar
(methane)
95 l/h
167 l/h
257 l/h
381 l/h
G30/28-30 mbar
(LPG)
73 g/h
127 g/h
196 g/h
291 g/h
61 NL
2.3. AANPASSEN AAN VERSCHILLENDE
GASSOORTEN
Om de kookplaat aan een andere gassoort aan te passen, dient u de
volgende handelingen uit te voeren.
verwijder pannendrager en branders
gebruik de bijgeleverde pijpsleutel (7mm) om via de opening (fig. 7)
van de branders bij de branderbasis te komen
draai de inspuiter los en vervang deze door het passende type (zie
tabel gasverbruik)
. Schroef de inspuiter goed vast
Stel de brander af.
. Zet de pannendrages en branders terug op hun plaats.
2.4. AFSTELLEN VAN DE BRANDERS
Na het aansteken van de brander, draait u de bedieningsknop op de
laagste stand en verwijder de bedieningsknop, die gemakkelijk kan
worden verwijderd met lichte druk.
Met een kleine 'terminal' type schroevendraaier, kan het
waakvlamschroefje worden aangepast (figuur 9). Door deze schroef
in wijzerzin te draaien, vermindert het debiet van de vlam, door het
draaien in tegenwijzerzin, verhoogt het debiet. Gebruik deze instelling
om een vlam te verkrijgen van ongeveer 3 tot 4 mm lang, en vervang
de bedieningsknop. Wanneer het beschikbare gas butaan of propaan
is (flessen gas), moet het waakvlamschroefje in wijzerzin worden
gedraaid tot op het einde.
Zodra u klaar bent met de aanpassing van de vlam van de gasbrander,
vervangt u het oude typeplaatje door het nieuwe type geïnstalleerd
gas (meegeleverd met fornuis).
3. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
Dit apparaat is ontwikkeld en geproduceerd voor koken bij
huishoudelijk gebruik. Elke andere vorm van gebruik is onjuist en
derhalve gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele
schade veroorzaakt door onjuist, onredelijk en onverantwoord
gebruik.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten op veilige afstand worden
gehouden, tenzij continu bewaakt. Dit apparaat is niet bedoeld voor
gebruik door personen (inclusief kinderen) met een lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke handicap of met een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij ze zijn opgeleid en begeleid in het gebruik van het
apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
Bij het koken met vet of olie, loop niet weg van de kookplaat.
Oververhitte vetten of oliën kunnen snel ontbranden. Probeer nooit
een brand met water te blussen, maar schakel eerst het uit entoestel
bedek de vlam met een deksel of een branddeken. Tijdens de werking
van de kookplaat, kunnen bereikbare delen zeer heet worden, dus het
is aan te raden om jonge kinderen te verwijderen. Kinderen moeten
onder toezicht worden gehouden zodat ze niet met het apparaat gaan
spelen.
3.1. GEBRUIK VAN DE GASBRANDERS
Om de brander aan te steken, houdt u eerst een vlam bij de brander en
drukt u de knop naar beneden en draait u de knop tegen de wijzers van
de klok in tot maximum.
Als u de branders lange tijd niet gebruikt heeft, kan het zijn dat er een
beetje lucht in de gasbuizen zit.
Houdt er rekening mee dat de dan iets langer kan duren.ontsteking
Voor apparaten met een elektronische onsteking geldt het volgende:
Druk en draai de knop tegen de klok in naar het * symbool.
Ontsteek de brander door het indrukken van een ontstekingsknop.
Bij een kookplaat met een automatische ontsteking hoeft u slechts de
knop in te drukken en vervolgens naar het * symbool te draaien.
De vonkontsteking werkt continu zolang de knop wordt ingedrukt.
Wanneer de vlam niet binnen 5 seconden is ontstoken draai de knop
terug naar nul en herhaal de procedure.
Voor modellen uitgevoerd met een veiligheidsventiel, welke de
gastoevoer afsluit wanneer de vlam gedoofd is, worden de branders op
dezelfde manier ontstoken. Het is belangrijk om de knop5à6seconden
ingedrukt te houden nadat de vlam ontstoken is.
Daarna zal de vlam blijven branden.
LET OP: Voordat de kookplaat wordt gebruikt dient u er zeker van te zijn
dat de branders en branderdeksels op een correcte wijze zijn geplaatst.
Waarschuwing: Als het apparaat niet van elektriciteit wordt voorzien,
moet u een aansteker gebruiken om de brander te ontsteken;
- Druk de knop in en draai hem tegen wijzerzin in de richting van het
ontstekingssymbool,
- Terwijl u de knop indrukt, ontsteekt u de brander met een aansteker en
houdt u de knop gedurende 5 seconden ingedrukt na de ontsteking.
Voor optimaal gebruik van de branders raden wij u aan pannen te
gebruiken die bij de branders passen.
Om de branders optimaal te benutten, raden wij u aan pannen te
gebruiken waarvan de diameter niet kleiner is dan hieronder aangeduid:
In het geval dat u kleinere pannen wilt gebruiken, dient u zich er van te
verzekeren dat u de vlam zo instelt dat deze net de onderzijde van de
pan raakt. Het gebruik van holle of bolle pannen wordt ernstig
afgeraden.
WAARSCHUWING: in het geval dat de vlam een keer te groot
wordt, draai dan de knop dicht en wacht minstens 1 minuut
alvorens u de gaspit weer ontsteekt.
Als na verloop van tijd de gaskranen moeilijk vast te draaien zijn, is het
noodzakelijk deze te smeren. Dit kan enkel worden uitgevoerd door
een erkende technicus.
4. ONDERHOUD EN REINIGEN
Voordat u gaat demonteren of schoonmaken dient u de
stroomvoorziening af te sluiten door de stekker uit het stopcontact te
halen of de stroomtoevoer via de zekering af te sluiten. Zorg ervoor dat
het apparaat volledig is afgekoeld.
Reinig de geëmailleerde, verchroomde en geverfde delen met
handwarm water en met een niet agressieve allesreiniger.
Gebruik voor de roestvrijstalen delen een rvs reiniger die gewoon in de
winkel verkrijgbaar is.
Aluminium kunt u het beste reinigen door eerst met een met olie
doordrenkte doek te poetsen en dit vervolgens met een alcoholhoudend
middel af te nemen.
Gebruik tijdens het schoonmaken nooit: schuurmiddelen, bijtende
schoonmaakmiddelen, bleekmiddel of zuren.
Voorkom dat er op de geëmaillerde, roestvrijstalen of geverfde delen
zuren blijven liggen (azijn, citroensap etc.)
De brandervoet kunt u reinigen met water en allesreinger. Als u de
oorspronkelijke glans terug wilt krijgen, kunt u een speciaal
schoonmaakmiddel voor aluminiumlegeringen gebruiken.
De branderdeksel, gemaakt van staal met emaille, kunt u reinigen in
warm water met reinigingsmiddel. U dient alle aangekoekte deeltjes te
verwijderen die onregelmatigheid in de vlam kunnen veroorzaken.
Voor u de brander gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de de omtrek
van het rooster centraal op de brander staat, zoals weergegeven in de
afbeelding. Als u een gietijzeren rooster gebruikt, moet deze in de
onderste stand staan. Zorg ervoor dat het rooster in de correcet
positie staat.
UR
26 - 28
Ultra Snel
3,50 334 l/h 254 g/h
62 NL
5. TECHNISCHE DIENST
Het kan natuurlijk gebeuren dat er met uw kookplaat iets niet in orde is.
Alvorens de service dienst te bellen (in het geval dat de kookplaat niet
goed werkt):
— controleer of de stekker juist is aangesloten en in het stopcontact
zit;
— controleer of de gastoevoer goed is.
In het geval dat er iets niet functioneert, haal dan de stroom van het
apparaat. Maak het apparaat in geen geval open maar neem
contact op met de Technische dienst.
Dit apparaat is gemarkeerd volgens de Europese
norm 2012/19/EU inzake Afval van elektrisch en
elektronisch apparatuur (WEEE). WEEE bevat zowel
verontreinigende substanties (die negatieve
gevolgen op het milieu kunnen hebben) en
basiscomponenten (die hergebruikt kunnen worden).
Het is belangrijk om WEEE aan bepaalde
behandelingen te onderwerpen om alle vervuilende onderdelen te
verwijderen en op juist wijze afstand van te doen, en alle materialen te
herstellen en te recyclen.
Particulieren kunnen hier een belangrijke rol in spelen door te zorgen
dat een WEEE geen milieukwestie wordt; het is essentieel de
volgende basisregels te volgen:
WEEE mag niet als huishoudelijk afval worden beschouwd.
• WEEE moet worden overhandigd aan relevante inzamelpunten die
worden beheerd door de gemeente of door geregistreerde bedrijven.
In veel landen bestaat er voor grote WEEE een ophaaldienst.
Als u een nieuw apparaat koopt, kan het oude bij de leverancier
worden ingeleverd, welke het gratis bij u moet afhalen op een één-op-
één basis, zolang het apparaat van soortgelijk type is en dezelfde
functies heeft als de geleverde apparatuur.
6. MILIEUBESCHERMING
Conformiteitsverklaring : dit toestel is conform aan de normen
vastgelegd in de richtlijn CEE89/109 (voor wat betreft de onderdelen
die in contact komen met voedingsmiddelen).
Het apparaat voldoet aan de Europese Richtlijn 2009/142/EG (GAD)
en vanaf 21/04/2018 aan Verordening 2016/426 betreffende
gasverbrandingstoestellen (GAR).
Door het plaatsen van de markering op dit product, verklaren
wij, op onze eigen verantwoordelijkheid, alle Europese veiligheids-,
gezondheids- en milieu-eisen na te leven opgesteld in de regelgeving
geldig voor dit product.
Die toestel is bestemd voor huishoudelijk gebruik, niet voor professioneel gebruik.
Table 1
Na het reinigen moeten brandervoet en branderdeksel goed worden
gedroogd. Let hierbij op de de buisjes in de brandervoet. Zet daarna de
branders zorgvuldig op hun plaats.
LET OP: Zorg er voor dat na het schoonmaken de branders op de
juiste plaats zitten en dat goed op dehet branderdeksel
brandervoet zit. Dit om een slecht vlambeeld en schade aan de
brandervoet te voorkomen.
Het wordt aanbevolen om alles wat kan smelten zoals plastiek, suiker of
producten met een hoog suikergehalte weg te houden van de kookplaat.
- Neem een paar druppels van een specifiek reinigingsmiddel voor
glazen oppervlakken
- Wrijf met kracht op de vervuilde onderdelen, indien mogelijk , met
een zachte doek of een licht vochtige papieren doek
-Droog met een zachte doek of keukenpapier totdat het oppervlak
schoon is. Indien erna nog steeds vlekken blijven :
- neem opnieuw een doek met een paar druppels glasreiniger
- verwijder de vlekken met een schraper in een hoek van 30 ° tot er
geen hardnekkige vlekken meer zijn
- Veeg met een zachte doek of keukenpapier droog totdat het
oppervlak schoon is
- Herhaal indien nodig
het gebruik van het scheermes of schraper kan het oppervlak niet
beschadigen indien een hoek van 30 ° wordt gerespecteerd. Hou het
mes buiten het bereik van kinderen.
Tips: Regelmatig reinigen is van essentieel belang om een
beschermlaag te laten die krassen en slijtage voorkomt. Zorg ervoor dat
het oppervlak schoon is voordat u de kookplaat opnieuw gebruikt. Om
sporen van water en kalksteen te verwijderen, wacht tot de plaat is
afgekoeld en gebruik een paar druppels witte azijn of citroensap. Veeg
tenslotte de druppels en een paar druppelsweg met een papieren doek
van het specifieke product.
Branderplaat
Brander
Type
FFD
Aux 1kW
Sr 1,75 kW
R 2,7 kW
Dc 4 kW Mono
Nominale warmte-input
G20/20 mbar
G30/28-30 mbar
Installatie klasse
Spanning (V) /Frequentie (Hz)
Elektrisch vermogen
Ontsteking
Afmeting product (mmxmm)
3 Gas
Aux/R/DC 4 Mono
UH60MF
JA
1
-
1
7,7 kW
734 l/h
560 g/h
3
220-240 V/ 50-60 Hz
1
JA
595x510
3
220-240 V/ 50-60 Hz
1
JA
595x510
3
220-240 V/ 50-60 Hz
1
JA
595x510
UH60MF
JA
1
UH60MF
JA
1
4 Gas
Aux/SR/R/DC 4 Mono
4 Gas
Aux/SR/R
11
111
1-
9,45 kW
900 l/h
688 g/h
7,2 kW
686 l/h
524 g/h
3
220-240 V/ 50-60 Hz
1
JA
745x510
UH75MF
JA
1
5 Gas
UR/2R/SR/AUX
1
2
-
11,65 kW
1110 l/h
848 g/h
---
1
3
220-240 V/ 50-60 Hz
1
JA
745x510
UH75MF
JA
1
5 Gas
DC/2R/SR/AUX
1
2
1
12,15 kW
1157 l/h
884 g/h
-
3
220-240 V/ 50-60 Hz
1
JA
745x510
UH75MF
JA
1
5 Gas
DC/R/2SR/AUX
2
1
1
11,2 kW
1067 l/h
815 g/h
-
UR 3,5 kW

Documenttranscriptie

ÍNDICE PT INSTRUÇÕES DE SEGURANÇA .................................................47 1. Instruções Para O Instalador...................................................48 1.1 Preparação ...............................................................................48 1.2 Localização Adequada .............................................................48 2.1. Ligação Eléctrica .....................................................................48 2.2. Ligação À Rede De Gás ..........................................................48 2.3. Adaptação Da Placa A Diferentes Tipos De Gás ....................49 2.4. Regulação Da Altura Mínima Da Chama ................................49 3. Utilização Da Placa Instruções Para O Utilizador ................49 3.1. Como Utilizar O Queimador De Gás .......................................49 4. Manutenção E Limpeza ............................................................50 5. Antes De Chamar A Assistência Técnica ...............................50 6. Protecção Do Ambiente ...........................................................50 CUPRINS RO INSTRUCŢIUNI PRIVIND SIGURANŢA ........................................55 1. Instrucţiuni de Instalare ..........................................................56 1.1. Incorporare ..............................................................................56 1.2. Amplasare ................................................................................56 2. Conexiunea electrică (numai pentru G.B.) .............................56 2.1. Conexiunea electrică ..............................................................56 2.2. Conectarea la gaz (numai pentru G.B.) ..................................56 2.3. Adaptarea la diverse tipuri de gaz ...........................................57 2.4. Reglarea flăcării minime ..........................................................57 3. Utilizarea plitei Instrucţiuni de utilizare .................................57 3.1. Utilizarea arzătoarelor .............................................................57 4. Întreţinere şi curăţare ..............................................................57 5. Service ......................................................................................58 6. Protejarea mediului .................................................................58 Gas Type Tables ...........................................................................63 TARTALOMJEGYZÉK HU Bıztonságı Utasítások ..................................................................51 1. Utasítások a telepítő számára ................................................52 1.1. Beépítés ..................................................................................52 1.2. Alkalmas helyszín ....................................................................52 2. Elektromos bekötés (csak az Egyesült Királyságban) .........52 2.1. Elektromos bekötés .................................................................52 2.2. Gázbekötés (csak az Egyesült Királyságban) .........................52 2.3. A tűzhelylap beállítása különböző gáztípusokhoz ..................53 2.4. A minimális lángméret beállítása .............................................53 3. A tűzhelylap használata Felhasználói utasítások ................53 3.1. A gázégő használata ..............................................................53 4. Karbantartás és tisztítás ..........................................................54 5. Vevőszolgálat ...........................................................................54 6. Környezetvédelem ...................................................................54 INHOUD NL Veiligheidsvoorschriften .......................................................59 1. Richtlijnen voor de installateur ..............................................60 1.1. Inbouwen ..........................................................................60 1.2. De juiste omgeving ............................................................60 2. Elektrisch gedeelte aansluiten .........................................60 2.1. Elektrisch gedeelte aansluiten ............................................60 2.2. Gas aansluiting ..................................................................60 2.3. Aanpassen aan diverse soorten gas ..................................61 2.4. Afstellen van de branders ..................................................61 3. Instructies voor gebruik .....................................................61 3.1. Gebruik van de gasbranders .............................................61 3.2. Gebruik van elektrische kookzones ....................................61 4. Onderhoud en reinigen ......................................................61 5. Technische dienst ..............................................................62 6. Milieubescherming .............................................................62 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN Wij raden u aan om de instructies voor installatie en gebruik te bewaren voor later gebruik. Noteer voordat u de kookplaat installeert het serienummer, voor het geval u hulp nodig heeft van de klantenservice. WA A R S C H U W I N G : h e t a p p a r a a t e n d e toegankelijke onderdelen worden heet tijdens g e b r u i k . We e s v o o r z i c h t i g e n r a a k d e verwarmingselementen niet aan. Kinderen onder de 8 jaar moeten uit de buurt van het apparaat worden gehouden, tenzij ze onder voortdurend toezicht staan. WAARSCHUWING: gebruik alleen kinderbeveiligingsrekjes voor de kookplaat die ontworpen zijn door de fabrikant van het kooktoestel, of waarvan de fabrikant van het apparaat in de gebruiksaanwijzing heeft aangegeven dat ze geschikt zijn, of de kinderbeveiligingsrekjes die bijgeleverd zijn bij het apparaat. Het gebruik van ongeschikte kinderbeveiligingsrekjes kan ongelukken veroorzaken. WA A R S C H U W I N G : b e r e i d i n g e n o p e e n kookplaat met vet of olie zonder toezicht kunnen gevaarlijk zijn en brand veroorzaken. Probeer NOOIT een brand te blussen met water, maar schakel het apparaat uit en dek de vlam af bijv. met een deksel of een branddeken. WAARSCHUWING: bewaar geen voorwerpen op de kookoppervlakken. WAARSCHUWING: als het oppervlak gebarsten is, raak het glas dan niet aan en schakel het apparaat uit om de kans op een elektrische schok te voorkomen. Dit apparaat mag gebruikt worden door kinderen ouder dan 8 jaar en personen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking of gebrek aan ervaring en kennis als zij in de gaten gehouden worden of aanwijzingen hebben gekregen over hoe zij het apparaat op veilige wijze kunnen gebruiken en als zij de bijbehorende gevaren begrijpen. Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoudswerkzaamheden mogen niet door kinderen uitgevoerd worden als zij niet onder toezicht staan. LET OP: blijf bij de kookplaat als u aan het koken bent. Ook bij een korte bereiding moet u de pannen continu in de gaten houden. Het wordt sterk om kinderen uit de buurt van de kookzones te houden wanneer deze in gebruik zijn of wanneer ze uitgeschakeld zijn en de restwarmte-indicator nog brandt, om het risico op ernstige brandwonden te voorkomen. Dit apparaat is niet bedoeld om bediend te worden door middel van een externe timer of een apart afstandsbedieningssysteem. Kijk niet in de halogeenlampen van de kookplaat, indien aanwezig. Bevestig een stekker aan de voedingskabel die in staat is de spanning, stroom en belasting te verdragen die vermeld staan op het etiket, en een aardcontact heeft. Het stopcontact moet geschikt zijn voor de belasting die op het etiket staat aangegeven en moet een goed werkende aarding hebben. De aardgeleider is groen-geel gekleurd. Dit moet worden gedaan door een gekwalificeerd vakman. In het geval van incompatibiliteit tussen het stopcontact en de stekker van het apparaat, moet u een gekwalificeerd elektricien vragen om het stopcontact te vervangen door een ander, geschikt stopcontact. De stekker en het stopcontact moeten conform de huidige normen zijn van het land waar het apparaat geïnstalleerd wordt. Aansluiting op de stroombron kan ook tot stand worden gebracht door tussen het apparaat en de stroombron een omnipolaire stroomonderbreker aan te brengen, die de maximaal aangesloten belasting kan verdragen en voldoet aan de huidige wetgeving. De geel-groene aardkabel mag niet worden onderbroken door de stroomonderbreker. Het stopcontact of de omnipolaire stroomonderbreker die gebruikt wordt voor de aansluiting moet gemakkelijk te bereiken zijn wanneer het apparaat geïnstalleerd is. Afkoppeling is mogelijk doordat de stekker bereikbaar is of door een schakelaar in de vaste bedrading te monteren overeenkomstig de bedradingsregels. Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant, zijn servicevertegenwoordiger of ander bevoegd personeel om gevaarlijke situaties te voorkomen. De aardgeleider (geel-groen) moet langer dan 10 mm zijn aan de kant van het aansluitblok. Het gedeelte van de interne geleiders moet geschikt zijn voor het geabsorbeerde vermogen van de kookplaat (aangegeven op het label). De voedingskabel moet van het type HO5V2V2-F zijn. Leg geen metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels of deksels op de kookplaat. Deze kunnen heet worden. Leg geen aluminiumfolie of zet geen kunststof pannen op de verwarmingszones. Na elk gebruik moet de kookplaat gereinigd worden om het aankoeken van vuil en vet te voorkomen. Als er vuil op de kookplaat blijft zitten, wordt dit opnieuw verwarmd als de kookplaat wordt gebruikt en geeft het verbrande voedsel rook en een onaangename geur af; bovendien ontstaat er brandgevaar. Gebruik nooit een stoom- of hogedrukreiniger om het apparaat schoon te maken. Raak de verwarmingszones niet aan tijdens gebruik en nog een tijd na gebruik. Bereid voedsel nooit rechtstreeks op de kookplaat van glaskeramiek. Gebruik altijd geschikte pannen. Plaats de pan altijd in het midden van de zone waarop u kookt. Leg niets op het bedieningspaneel. Gebruik de kookplaat niet als werkblad. Gebruik de kookplaat niet als snijplank. Bewaar geen zware voorwerpen boven de kookplaat. Als ze op de kookplaat vallen, kunnen ze schade veroorzaken. Gebruik de kookplaat niet voor het bewaren van voorwerpen. Schuif geen pannen over de kookplaat. 59 NL 1.RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATEUR HET INSTALLEREN VAN EEN HUISHOUDELIJK APPARAAT IS EEN COMPLEXE OPERATIE DIE, INDIEN HET NIET CORRECT WORDEN UITGEVOERD, ERNSTIGE GEVOLGEN KAN HEBBEN VOOR DE VEILIGHEID VAN DE CONSUMENT. HET IS OM DEZE REDEN DAT DE TAAK MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN GEKWALIFICEERDE PERSOON DIE DIT TOT UITVOERING ZAL BRENGEN IN OVEREENSTEMMING MET DE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN DIE VAN KRACHT ZIJN. IN HET GEVAL DAT DIT ADVIES WORDT GENEGEERD EN DE INSTALLATIE WORDT UITGEVOERD DOOR EEN NIET GEKWALIFICEERD PERSOON, WIJST DE FABRIKANT ELKE VERANTWOORDELIJKHEID AF VOOR ELK TECHNISCH DEFECT VAN HET PRODUCT DATAL DAN NIET LEIDT TOT SCHADE AAN GOEDEREN OF LETSELAAN PERSONEN. 1.1 INBOUWEN Wanneer die voedingskabel beschadigd is, dient deze vervangen te worden door een erkende reparateur, om onnodige risico's te vermijden. De aarde-draad (groen en geel van kleur) moet ten minste 10 mm langer zijn dan de beide andere draden. De doorsnee van de kabel moet in een goede verhouding staan tot de maximale aansluitwaarde van de kookplaat. Zie voor de netspanningsgegevens het typeplaatje op de kookplaat en controleer of het nieuwe netsnoer van het type H05 V2V2-F is. Deze inbouwkookplaten zijn bestemd voor installatie in een werkblad dat bestand is tegen temperaturen van 100 °C en een dikte hebben tussen 25 en 45 mm. Voor de inbouwmaat dient u zich te houden aan de maten zoals aangegeven in figuur 2. De kookplaat dient zo te worden ingebouwd dat er aan de linker- en rechterzijde minstens 15 cm. ruimte is tussen kookplaat en kasten of verticale panelen (zie figuur 4). De afstand tussen kookplaat en achterwand dient minstens 70 mm. te zijn. De afstand tussen de kookplaat en ieder ander apparaat erboven (bijv. een afzuigkap) mag nooit kleiner zijn dan 70 cm. (fig. 4) Wanneer er een ruimte is tussen de inbouw kookplaat en de ruimte daaronder moet er een scheidingsplaat van isolatiemateriaal geplaatst worden (bijvoorbeeld hout) (figuur 3). Metalen voorwerpen in de lade kunnen heet worden door luchtrecirculatie. Het wordt daarom aanbevolen een houten tussenplaat te gebruiken. Belangrijk : op figuur 1 kunt u zien hoe de afdichtingskit moet worden aangebracht. Het vastzetten in het meubel geschiedt door de bijgeleverde bevestigingsbeugels die aan de onderzijde op de daarvoor bestemde plaats worden vastgedraaid. Wanneer de kookplaat (60 cm) geïnstalleerd wordt boven een oven zonder mantelkoeling, is het aan te bevelen dat er ventilatieopeningen worden gemaakt om een goede ventilatie te waarborgen. De afmeting van deze opening dient ten minste 300 cm2 te zijn met plaatsing zoals is weergegeven in fig. 5. ONDERSTROOM HOOFDAANVOER GEAARD NEUTRAAL GROEN/GELE DRAAD ELECTRICITEITSKABEL N BLAUWE DRAAD In het onwaarschijnlijke geval dat een scheur zou verschijnen op het glas, haal onmiddellijk de stekker uit het contact en neem contact op met de klantenservice. Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik met een externe timer of afstandsbediening. 2.2. GAS AANSLUITEN Het aansluiten van het apparaat op het gasnet of gasflessen dient te gebeuren volgens de wettelijk geldende voorschriften. Speciale aandacht zal worden besteed aan voorzieningen voor ventilatie. Alle installatie werkzaamheden dienen te worden gedaan met de stroom afgekoppeld van het stroomnet. Op het typeplaatje is aangegeven voor welke type gas dit apparaat geschikt is. De gasaansluiting dient te gebeuren volgens de voorschriften van het land van de installatie, pas nadat u gecontroleerd hebt of het type gas uit de fabriek overeenstemt met de installatie. Als dit niet het geval is, volg de onderstaande stappen. Voor gas-vloeistof (gasfles), gebruik drukregelaars die voldoen aan de huidige normen. Gebruik alleen kranen, afdichtingsringen, fittingen en flexibele leidingen die voldoen aan de normen in het land van installatie. Voor sommige modellen is een conische koppeling voorzien voor het installeren van het apparaat, in landen waar dit type koppeling is verplicht in figuur 8, is te zien hoe de verschillende soorten koppelingen te herkennen (CY = cilindrische, CO = conische) in alle gevallen dient het cylindrische gedeelte van de koppeling verbonden te worden met de plaat. Wanneer u de kookplaat aansluit op de gastoevoer door het gebruik van slangen, mag de maximale afstand overbrugd door de slang niet meer dan 2 meter overschrijden. 1.2. DE JUISTE OMGEVING Dit apparaat moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met de geldende voorschriften en alleen in een goed geventileerde ruimte. Lees de instructies voor het installeren of gebruiken van dit apparaat. Een gaskookplaat produceert tijdens het gebruik warmte en vocht in de ruimte waarin deze is geïnstalleerd. Wilt u zeker zijn van een goede ventilatie van de ruimte open daar dan de ventilatieroosters of installeer een afzuigkap met een afvoer. Bij een intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan het nodig zijn extra te ventileren door bijvoorbeeld een raam open te zetten of de afzuigkap op de hoogste stand te zetten. Voor de installatie dient u ervoor te zorgen dat de lokale distributie omstandigheden (aard van het gas en de gasdruk) en de afstelling van het apparaat compatibel zijn. De afstellingsvoorwaarden voor deze toepassing worden vermeld op het etiket (of typeplaatje). Dit apparaat is niet aangesloten op een evacuatiesysteem. Het wordt geïnstalleerd en aangesloten in overeenstemming met de huidige installatievoorschriften met bijzondere aandacht voor de relevante eisen inzake ventilatie. In het geval dat er geen mogelijkheid is om een afzuigkap te installeren, is het nodig een elektrische ventilator te plaatsen, met afvoer of in het raam. Deze ventilator moet geschikt zijn voor een keuken en een capaciteit hebben van 3 tot 5 maal het volume van de keuken per uur. De installateur dient zich te houden aan de geldende wetgeving. Om mogelijke schade aan de kookplaat te voorkomen, voert u de installatie zoals aangegeven in schema 6 uit : 1) zoals weergegeven in het schema, monteer de delen achtereenvolgens: A: cilindrische mannelijke adaptor B: afdichting C: vrouwelijke gasadaptor cilindrisch-conisch of cilindrischcilindrisch 2) Draai de dichtingen vast. Denk eraan de buizen in positie te zetten. 3) Bevestig de aansluiting C met het gasnet met een vaste buis of flexibel staal. 2. ELEKTRISCH GEDEELTE AANSLUITEN “ De installatie van het geciteerde apparaat dient overeen te komen met de plaatselijk geldende normen.”. 2.1. ELEKTRISCH GEDEELTE AANSLUITEN Controleer de gegevens op het typeplaatje op het apparaat, die zich bevindt aan de binnenzijde onder in de kookplaat, en verzeker u er vervolgens van dat het apparaat goed geaard is en gevoed. Voor het aansluiten, dat wettelijk verplicht is. Opgelet : controleer de aarding van het apparaat alvorens aan te sluiten. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele materiële of persoonlijke schade als gevolg van een gebruik van een niet geaard toestel of na beschadiging opgetreden aan het netsnoer. Voor apparaten zonder stekker dient u een stekker op het aansluitsnoer te monteren die het vermogen als aangegeven op het typeplaatje kan verwerken. De kabel moet altijd bereikbaar zijn. De aarde kabel is uitgevoerd in groengeel. Wanneer de plaat direct verbonden is met het elektriciteitsnet moet een stroomonderbreker geïnstalleerd worden. L BRUINE DRAAD Belangrijk: controleer nadat u alle installatie handelingen heeft verricht de aansluitpunten op een goede afsluiting. Gebruik hiervoor een zeepsopje. Nooit een vlam. Controleer ook of de flexibele slang niet in aanraking komt met bewegende delen van de keukenmeubelen zoals een lade zodat de slang wordt beschadigd. Let op: als u een gasgeur ruikt die uit het toestel lijkt te komen, schakel dan onmiddellijk de gastoevoer dicht en bel een gekwalificeerde persoon. Ga niet op zoek naar een lek met een vlam. 60 NL 2.3. AANPASSEN AAN VERSCHILLENDE GASSOORTEN 3.1. GEBRUIK VAN DE GASBRANDERS Om de brander aan te steken, houdt u eerst een vlam bij de brander en drukt u de knop naar beneden en draait u de knop tegen de wijzers van de klok in tot maximum. Als u de branders lange tijd niet gebruikt heeft, kan het zijn dat er een beetje lucht in de gasbuizen zit. Houdt er rekening mee dat de ontsteking dan iets langer kan duren. Om de kookplaat aan een andere gassoort aan te passen, dient u de volgende handelingen uit te voeren. — verwijder pannendrager en branders — gebruik de bijgeleverde pijpsleutel (7mm) om via de opening (fig. 7) van de branders bij de branderbasis te komen — draai de inspuiter los en vervang deze door het passende type (zie tabel gasverbruik) . Schroef de inspuiter goed vast — Stel de brander af. . Zet de pannendrages en branders terug op hun plaats. Voor apparaten met een elektronische onsteking geldt het volgende: Druk en draai de knop tegen de klok in naar het * symbool. Ontsteek de brander door het indrukken van een ontstekingsknop. Bij een kookplaat met een automatische ontsteking hoeft u slechts de knop in te drukken en vervolgens naar het * symbool te draaien. De vonkontsteking werkt continu zolang de knop wordt ingedrukt. Wanneer de vlam niet binnen 5 seconden is ontstoken draai de knop terug naar nul en herhaal de procedure. Voor modellen uitgevoerd met een veiligheidsventiel, welke de gastoevoer afsluit wanneer de vlam gedoofd is, worden de branders op dezelfde manier ontstoken. Het is belangrijk om de knop 5 à 6 seconden ingedrukt te houden nadat de vlam ontstoken is. Daarna zal de vlam blijven branden. LET OP: Voordat de kookplaat wordt gebruikt dient u er zeker van te zijn dat de branders en branderdeksels op een correcte wijze zijn geplaatst. 2.4. AFSTELLEN VAN DE BRANDERS Na het aansteken van de brander, draait u de bedieningsknop op de laagste stand en verwijder de bedieningsknop, die gemakkelijk kan worden verwijderd met lichte druk. Met een kleine 'terminal' type schroevendraaier, kan het waakvlamschroefje worden aangepast (figuur 9). Door deze schroef in wijzerzin te draaien, vermindert het debiet van de vlam, door het draaien in tegenwijzerzin, verhoogt het debiet. Gebruik deze instelling om een vlam te verkrijgen van ongeveer 3 tot 4 mm lang, en vervang de bedieningsknop. Wanneer het beschikbare gas butaan of propaan is (flessen gas), moet het waakvlamschroefje in wijzerzin worden gedraaid tot op het einde. Zodra u klaar bent met de aanpassing van de vlam van de gasbrander, vervangt u het oude typeplaatje door het nieuwe type geïnstalleerd gas (meegeleverd met fornuis). Waarschuwing: Als het apparaat niet van elektriciteit wordt voorzien, moet u een aansteker gebruiken om de brander te ontsteken; - Druk de knop in en draai hem tegen wijzerzin in de richting van het ontstekingssymbool, - Terwijl u de knop indrukt, ontsteekt u de brander met een aansteker en houdt u de knop gedurende 5 seconden ingedrukt na de ontsteking. Voor optimaal gebruik van de branders raden wij u aan pannen te gebruiken die bij de branders passen. Om de branders optimaal te benutten, raden wij u aan pannen te gebruiken waarvan de diameter niet kleiner is dan hieronder aangeduid: 3. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT Dit apparaat is ontwikkeld en geproduceerd voor koken bij huishoudelijk gebruik. Elke andere vorm van gebruik is onjuist en derhalve gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade veroorzaakt door onjuist, onredelijk en onverantwoord gebruik. Brander Type Kinderen jonger dan 8 jaar moeten op veilige afstand worden gehouden, tenzij continu bewaakt. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicap of met een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze zijn opgeleid en begeleid in het gebruik van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Bij het koken met vet of olie, loop niet weg van de kookplaat. Oververhitte vetten of oliën kunnen snel ontbranden. Probeer nooit een brand met water te blussen, maar schakel eerst het toestel uit en bedek de vlam met een deksel of een branddeken. Tijdens de werking van de kookplaat, kunnen bereikbare delen zeer heet worden, dus het is aan te raden om jonge kinderen te verwijderen. Kinderen moeten onder toezicht worden gehouden zodat ze niet met het apparaat gaan spelen. Voor u de brander gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de de omtrek van het rooster centraal op de brander staat, zoals weergegeven in de afbeelding. Als u een gietijzeren rooster gebruikt, moet deze in de onderste stand staan. Zorg ervoor dat het rooster in de correcet positie staat. Ø pannen Vermo- G20/20 mbar gen (kW) (methane) (cm) G30/28-30 mbar (LPG) AUX Aux SR Half snel 12 - 18 1,00 95 l/h 73 g/h 18 - 22 1,75 167 l/h 127 g/h Snel 24 - 26 2,70 257 l/h 196 g/h UR Ultra Snel DC 4 kW MONO 26 - 28 3,50 334 l/h 254 g/h 26 - 28 4,00 381 l/h 291 g/h R Table A In het geval dat u kleinere pannen wilt gebruiken, dient u zich er van te verzekeren dat u de vlam zo instelt dat deze net de onderzijde van de pan raakt. Het gebruik van holle of bolle pannen wordt ernstig afgeraden. WAARSCHUWING: in het geval dat de vlam een keer te groot wordt, draai dan de knop dicht en wacht minstens 1 minuut alvorens u de gaspit weer ontsteekt. Als na verloop van tijd de gaskranen moeilijk vast te draaien zijn, is het noodzakelijk deze te smeren. Dit kan enkel worden uitgevoerd door een erkende technicus. 4. ONDERHOUD EN REINIGEN Voordat u gaat demonteren of schoonmaken dient u de stroomvoorziening af te sluiten door de stekker uit het stopcontact te halen of de stroomtoevoer via de zekering af te sluiten. Zorg ervoor dat het apparaat volledig is afgekoeld. Reinig de geëmailleerde, verchroomde en geverfde delen met handwarm water en met een niet agressieve allesreiniger. Gebruik voor de roestvrijstalen delen een rvs reiniger die gewoon in de winkel verkrijgbaar is. Aluminium kunt u het beste reinigen door eerst met een met olie doordrenkte doek te poetsen en dit vervolgens met een alcoholhoudend middel af te nemen. Gebruik tijdens het schoonmaken nooit: schuurmiddelen, bijtende schoonmaakmiddelen, bleekmiddel of zuren. Voorkom dat er op de geëmaillerde, roestvrijstalen of geverfde delen zuren blijven liggen (azijn, citroensap etc.) De brandervoet kunt u reinigen met water en allesreinger. Als u de oorspronkelijke glans terug wilt krijgen, kunt u een speciaal schoonmaakmiddel voor aluminiumlegeringen gebruiken. De branderdeksel, gemaakt van staal met emaille, kunt u reinigen in warm water met reinigingsmiddel. U dient alle aangekoekte deeltjes te verwijderen die onregelmatigheid in de vlam kunnen veroorzaken. 61 NL Na het reinigen moeten brandervoet en branderdeksel goed worden gedroogd. Let hierbij op de de buisjes in de brandervoet. Zet daarna de branders zorgvuldig op hun plaats. LET OP: Zorg er voor dat na het schoonmaken de branders op de juiste plaats zitten en dat het branderdeksel goed op de brandervoet zit. Dit om een slecht vlambeeld en schade aan de brandervoet te voorkomen. Het wordt aanbevolen om alles wat kan smelten zoals plastiek, suiker of producten met een hoog suikergehalte weg te houden van de kookplaat. - Neem een paar druppels van een specifiek reinigingsmiddel voor glazen oppervlakken - Wrijf met kracht op de vervuilde onderdelen, indien mogelijk , met een zachte doek of een licht vochtige papieren doek -Droog met een zachte doek of keukenpapier totdat het oppervlak schoon is. Indien erna nog steeds vlekken blijven : - neem opnieuw een doek met een paar druppels glasreiniger - verwijder de vlekken met een schraper in een hoek van 30 ° tot er geen hardnekkige vlekken meer zijn - Veeg met een zachte doek of keukenpapier droog totdat het oppervlak schoon is - Herhaal indien nodig het gebruik van het scheermes of schraper kan het oppervlak niet beschadigen indien een hoek van 30 ° wordt gerespecteerd. Hou het mes buiten het bereik van kinderen. Tips: Regelmatig reinigen is van essentieel belang om een beschermlaag te laten die krassen en slijtage voorkomt. Zorg ervoor dat het oppervlak schoon is voordat u de kookplaat opnieuw gebruikt. Om sporen van water en kalksteen te verwijderen, wacht tot de plaat is afgekoeld en gebruik een paar druppels witte azijn of citroensap. Veeg tenslotte de druppels weg met een papieren doek en een paar druppels van het specifieke product. 6. MILIEUBESCHERMING Dit apparaat is gemarkeerd volgens de Europese norm 2012/19/EU inzake Afval van elektrisch en elektronisch apparatuur (WEEE). WEEE bevat zowel verontreinigende substanties (die negatieve gevolgen op het milieu kunnen hebben) en basiscomponenten (die hergebruikt kunnen worden). Het is belangrijk om WEEE aan bepaalde behandelingen te onderwerpen om alle vervuilende onderdelen te verwijderen en op juist wijze afstand van te doen, en alle materialen te herstellen en te recyclen. Particulieren kunnen hier een belangrijke rol in spelen door te zorgen dat een WEEE geen milieukwestie wordt; het is essentieel de volgende basisregels te volgen: • WEEE mag niet als huishoudelijk afval worden beschouwd. • WEEE moet worden overhandigd aan relevante inzamelpunten die worden beheerd door de gemeente of door geregistreerde bedrijven. In veel landen bestaat er voor grote WEEE een ophaaldienst. • Als u een nieuw apparaat koopt, kan het oude bij de leverancier worden ingeleverd, welke het gratis bij u moet afhalen op een één-opéén basis, zolang het apparaat van soortgelijk type is en dezelfde functies heeft als de geleverde apparatuur. Conformiteitsverklaring : dit toestel is conform aan de normen vastgelegd in de richtlijn CEE89/109 (voor wat betreft de onderdelen die in contact komen met voedingsmiddelen). Het apparaat voldoet aan de Europese Richtlijn 2009/142/EG (GAD) en vanaf 21/04/2018 aan Verordening 2016/426 betreffende gasverbrandingstoestellen (GAR). 5. TECHNISCHE DIENST Door het plaatsen van de markering op dit product, verklaren wij, op onze eigen verantwoordelijkheid, alle Europese veiligheids-, gezondheids- en milieu-eisen na te leven opgesteld in de regelgeving geldig voor dit product. Het kan natuurlijk gebeuren dat er met uw kookplaat iets niet in orde is. Alvorens de service dienst te bellen (in het geval dat de kookplaat niet goed werkt): — controleer of de stekker juist is aangesloten en in het stopcontact zit; — controleer of de gastoevoer goed is. In het geval dat er iets niet functioneert, haal dan de stroom van het apparaat. Maak het apparaat in geen geval open maar neem contact op met de Technische dienst. Table 1 Branderplaat Brander Type FFD Aux 1kW Sr 1,75 kW R 2,7 kW UR 3,5 kW Dc 4 kW Mono Nominale warmte-input G20/20 mbar G30/28-30 mbar Installatie klasse Spanning (V) /Frequentie (Hz) Elektrisch vermogen Ontsteking Afmeting product (mmxmm) 3 Gas 4 Gas 4 Gas 5 Gas 5 Gas 5 Gas Aux/R/DC 4 Mono Aux/SR/R/DC 4 Mono Aux/SR/R UR/2R/SR/AUX DC/2R/SR/AUX DC/R/2SR/AUX UH60MF UH60MF UH60MF UH75MF UH75MF UH75MF JA JA JA JA JA JA 1 1 1 1 1 1 - 1 1 1 1 2 1 1 1 2 2 1 - - - 1 - - 1 1 - - 1 1 7,7 kW 9,45 kW 7,2 kW 11,65 kW 12,15 kW 11,2 kW 734 l/h 900 l/h 686 l/h 1110 l/h 1157 l/h 1067 l/h 560 g/h 688 g/h 524 g/h 848 g/h 884 g/h 815 g/h 3 3 3 3 3 3 220-240 V/ 50-60 Hz 220-240 V/ 50-60 Hz 220-240 V/ 50-60 Hz 220-240 V/ 50-60 Hz 220-240 V/ 50-60 Hz 220-240 V/ 50-60 Hz 1 1 1 1 1 1 JA JA JA JA JA JA 595x510 595x510 595x510 745x510 745x510 745x510 Die toestel is bestemd voor huishoudelijk gebruik, niet voor professioneel gebruik. 62 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Candy CHW6BRX Smart Handleiding

Type
Handleiding