Roland A-01 de handleiding

Type
de handleiding
7
Bovenpaneel
1
Ribbon controllers (C1, C2)
Dit zijn controllers met aanraakfunctie.
* Deze zijn vanaf links genummerd met C1
enC2.
2
Bedieningsknoppen
Gebruik deze om instellingen te maken voor
deA-01.
3
Roterende encoders (R1–R4)
Gebruik deze om externe apparaten te bedienen.
(Deze worden verder encoders” genoemd.)
* Deze zijn vanaf links genummerd met R1, R2,
R3 en R4.
4
Bluetooth-LED
Dit LED-lampje brandt wanneer een Bluetooth-
verbinding is ingeschakeld.
7
Achterpaneel
5
[POWER]-schakelaar
Schakelt het apparaat in en uit.
* Zet het volume altijd op nul voordat u het
apparaat in- of uitschakelt. Zelfs als het
volume volledig op nul staat, kunt u nog
geluid horen wanneer het apparaat wordt in-
of uitgeschakeld. Dit is normaal en wijst niet
op een defect.
6
Micro USB-poort
Sluit deze aan op uw computer zodat de MIDI-
gegevens kunnen worden verzonden.
7
[VOLUME]-regelaar
Regelt de uitvoer van de ingebouwde
luidsprekers, PHONES-aansluiting.
8
PHONES-aansluiting
Sluit hier uw hoofdtelefoon aan.
9
CV OUT-aansluiting, GATE OUT-aansluiting
MIDI-berichten van de A-01 of van een extern
apparaat worden omgezet naar CV/GATE-
signalen met één noot en uitgestuurd vanaf deze
aansluitingen.
10
MIDI IN-connector, MIDI OUT-connector
Sluit deze aan op uw MIDI-apparatuur om MIDI-
berichten te ontvangen of verzenden.
Uw apparatuur aansluiten
Een computer aansluiten
1.
Gebruik een in de handel verkrijgbare USB-kabel (A-micro B-type) om de A-01 op uw computer
aan te sluiten en schakel de A-01 in.
2.
Start de DAW- of sequencersoftware die u gebruikt, en geef de A-01 op als het MIDI-apparaat.
Een tablet aansluiten
Gebruik de Bluetooth-functie om de A-01 aan te sluiten op uw tablet.
1.
Schakel de A-01 in en houd uw tablet in de buurt van het apparaat.
2.
Schakel de Bluetooth-functie van uw tablet in en kies “Roland A-01” in de lijst met
gedetecteerde apparaten.
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, gaat de Bluetooth-indicator van de A-01 branden.
3.
Start de app die u gebruikt, en geef de A-01 op als het Bluetooth MIDI-apparaat.
2 3
4
1
5 6 7 8 9 10
OPGELET
Verbind deze aansluitingen niet met uw
hoofdtelefoon of oortelefoon. Dit kan
defecten veroorzaken.
Als u de A-01 gebruikt in combinatie
met het apart verkrijgbare
K-25m-klavier, kunt u deze gebruiken
als een synthesizer die is uitgerust met
een klavier.
Paneelbeschrijvingen
De SEQ-modus bevat instellingen voor het volledige patroon (16 stappen) en instellingen voor elke
individuele stap.
Het patroon afspelen/stoppen
Druk op de [
s
]-knop om het patroon af te spelen. Druk opnieuw op de [
s
]-knop om het patroon
testoppen.
Instellingen voor het volledige patroon
1.
Maak instellingen voor het volledige patroon, zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
Parameter Uitleg Controller
Step Geeft het aantal stappen op (1–16). Encoder (R1)
Shue Regelt de ritmische swing van de noten. Encoder (R2)
Step Order
Geeft de afspeelvolgorde van de stappen op.
Normal Normaal
(standaardwaarde)
EvenOdd Even/ oneven
genummerd omkeren
Odd Alleen oneven
genummerd
Even Alleen even
genummerd
O
0
E
Alleen oneven
genummerd
0
Alleen
even genummerd
E
0
O
Alleen even
genummerd
0
Alleen
oneven genummerd
Random Willekeurig
Encoder (R3)
Tempo
Geeft het tempo (40–240 bpm) van het patroon op.
* De [MENU]-knop knippert op het opgegeven tempo.
Encoder (R4)
Gate Time
Geeft dezelfde nootduur op voor alle stappen.
* Het is niet mogelijk om een overbinding in te voeren in de algemene
instellingen. Om een overbinding in te voeren, maakt u de instellingen
voor elke individuele stap.
Ribbon
controller (C2)
Scale
Selecteer een van de
volgende vier opties
als de nootlengtewaarde
van elke stap.
[INC]
[DEC]-knoppen
O Step
Rust: Houd een [1]–[4]-knop ingedrukt en druk op de [
C
] knop.
Overslaan: Houd een [1]–[4]-knop ingedrukt en druk op de [
A
] knop.
Een patroon maken: Stappen invoeren en bewerken
1.
Gebruik de [C][A]-knoppen om het blok te selecteren dat u wilt invoeren.
2.
Gebruik de [1]–[4]-knoppen om elke stap in te voeren (in-/uitschakelen).
* Een verbindingsboog (tie) invoeren: Houd een [1]–[4]-knop ingedrukt en druk op de [INC]-knop.
Een verbindingsboog (tie) invoeren O: Houd een [1]–[4]-knop ingedrukt en druk op de [DEC]-knop.
3.
Geef op hoe elke stap zal klinken, zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
Parameter Uitleg Bewerkingsprocedure
Key Geeft de toonhoogte van de stap op.
Houd een [1]–[4]-knop ingedrukt
en draai aan de encoder (R1).
Gate Time Geeft de duur van de noot op.
Houd een [1]–[4]-knop ingedrukt
en draai aan de encoder (R2).
Cuto Geeft de afsnijfrequentie van het Low Pass Filter op.
Houd een [1]–[4]-knop ingedrukt
en draai aan de encoder (R3).
Resonance
Versterkt de boventonen in het gebied van de
afsnijfrequentie van het Low Pass Filter.
Houd een [1]–[4]-knop ingedrukt
en draai aan de encoder (R4).
Velocity Geeft de kracht (snelheid) van de noot op.
Houd een van de [1]–[4]-knoppen
ingedrukt, druk op de [
I
]-knop
en draai aan de encoder (R1).
4.
Herhaal stappen 1–3 om uw patroon te maken.
Een patroon oproepen of opslaan
Hier leest u hoe u een patroon kunt oproepen of opslaan.
1.
Gebruik de [BANK 1] [BANK 2]-knoppen om een bank te selecteren.
2.
Druk op een van de [OSC]-, [FIL]-, [ENV]-, [LFO]- of [S1]–[S4]-knoppen om een patroon op te
roepen. Door een knop lang ingedrukt te houden, kunt u het patroon opslaan.
*
Wanneer u een patroon opslaat, overschrijft dit nieuw opgeslagen patroon het eerder
opgeslagenpatroon.
Stapbewerkingen
Een bank selecteren
Afspelen/stoppen
1
[32]
[16]
[16T]
[8T]
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
De SEQ-modus gebruiken
Nederlands
Gebruikershandleiding
CONTROLLER + GENERATOR
Copyright © 2015 ROLAND CORPORATION
Lees “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (het infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en de Gebruikershandleiding)
zorgvuldig door alvorens het apparaat te gebruiken. Bewaar na het lezen de documenten heel goed zodat u ze later nog eens kunt lezen.
De A-01 is een MIDI-controller met twee ribbon controllers en vier roterende encoders. U kunt MIDI-berichten aan deze controllers toewijzen en ze gebruiken om uw DAW of externe MIDI-apparaat te besturen.
Daarnaast bevat de A-01 een 8-bits CPU-geluidsmodule en een step sequencer, zodat u deze ook als een stand-alone synthesizer kunt gebruiken.
De A-01 ondersteunt ook de Bluetooth® Smart-standaard en kan MIDI-gegevens draadloos uitwisselen met een mobiel apparaat zoals een tablet of smartphone.
Inleiding
Hier leest u hoe u systeeminstellingen maakt voor de A-01 en MIDI-gerelateerde instellingen.
1.
Druk op de [MENU]-knop.
2.
Gebruik de [H][I]-knoppen om een
parameter te selecteren en gebruik de
[DEC] / [INC]-knoppen om een waarde op
tegeven.
3.
Wanneer u klaar bent met het maken van
instellingen, drukt u op de [MENU]-knop
om terug te gaan naar de oorspronkelijke
modus.
Lijst met parameters
SYSTEM-parameter Waarde Uitleg
Master Tune -64–63 Geeft de Master Tuning op.
System Tempo 40-240
Geeft het basistempo op. Als synchronisatie (slave) is uitgeschakeld, zal
het tempo van het patroon de waarde hebben die u hier opgeeft.
* Als u deze waarde wijzigt, zal het tempo van het huidige
opgeroepen patroon ook wijzigen.
LCD Contrast 1–10
Regelt de helderheid van het scherm.
Auto O O, 30 min
Geeft de tijd op waarna het apparaat automatisch wordt
uitgeschakeld sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt.
* Auto O wordt niet uitgevoerd wanneer het apparaat een
actieve USB-aansluiting heeft.
Eco Mode
O, 3 sec,
10 sec, 1 min
Geeft de tijd op waarna het scherm wordt gedimd sinds het
apparaat voor het laatst werd gebruikt.
Bluetooth LE O, On Schakelt Bluetooth-communicatie in/uit.
Bluetooth LE Name O, 1–9
Geeft de naam op die wordt weergegeven voor het Bluetooth-
apparaat.
Key Velocity
Geeft de snelheidswaarde op die zal worden verzonden wanneer u
het klavier bespeelt.
Touch
De verzonden snelheid komt overeen met de kracht waarmee u de
toets bespeelt.
1–127
Er wordt altijd een vaste snelheid verzonden, ongeacht de kracht
waarmee u de toets bespeelt.
Velo Curve
Geeft de gevoeligheid van het klavier op.
Light Het klavier voelt licht aan.
Normal Het klavier voelt normaal aan.
Heavy Het klavier voelt zwaar aan.
MIDI Clock
Auto
Het tempo wordt automatisch gesynchroniseerd met de MIDI-klok
(standaardinstelling).
Internal
Het tempo dat op het A-01-apparaat is opgegeven, wordt gebruikt.
Kies de instelling “Internal” wanneer u niet wenst te synchroniseren
met een extern apparaat.
CV Scale -63–+63 Regelt de uitgaande toonladder van het CV-signaal.
CV Fine Tune -100–+100
Past een jne aanpassing toe op de uitgaande spanning van het CV-
signaal.
CV Ref Note C0–C4
Geeft het nootnummer (in stappen van een octaaf ) op waarvoor de
uitgang van de CV OUT-aansluiting 0 V zal zijn.
Bulk Dump
Execute, Cancel
Verzendt controllerinstellingen, tonen en
patronen via MIDI.
Uitvoeren:
[4]-knop
Annuleren:
[DEC]-knop
Factory Reset Herstelt de fabrieksinstellingen van het apparaat.
PATCH-parameter Waarde Uitleg
Bank Select MSB 0–127 Geeft de bankselectiewaarde (MSB) op.
Bank Select LSB 0–127 Geeft de bankselectiewaarde (LSB) op.
Program Change 1–128 Geeft de waarde van de programmawijziging op.
C1 Hold
O
On (hold value)
Deze instelling geeft op of de waarde wordt behouden of
teruggezet naar 0 wanneer u uw vinger verwijdert van een ribbon
controller (C1, C2).
C2 Hold
Note Scale 16 Types
Selecteert de toonladder (zoals Chromatisch of Majeur) die
wordt gebruikt bij gebruik van de ribbon controller (C1) om
voorbeeldklanken af te spelen.
Seq Tx Ch 1–16
Geeft het kanaal op waarop de MIDI-berichten van de SEQ-modus
(step sequencer) worden verzonden.
Synth Ctrl Src
ALL, KEYBOARD,
16STEPSEQ,
MIDI ch 1–16
Selecteert de bron die de synthesizer afspeelt.
CV/GATE Ctrl Src
Selecteert het signaal dat wordt uitgestuurd vanaf de CV OUT-
aansluiting en de GATE OUT-aansluiting.
CV Portamento SW
Past een portamento-eect toe op het CV-signaal.
O Portamento wordt niet toegepast.
Always Portamento wordt altijd toegepast.
Legato Portamento wordt alleen toegepast als u legato speelt.
CV Portamento Time 1–127
Geeft de tijd van het portamento-eect op dat wordt toegepast op
het CV-signaal. Hogere waarden zorgen ervoor dat het portamento-
eect trager wordt toegepast.
CV Pitch Bend Range 1–12 Geeft het bereik van de toonhoogteverschuiving in halve tonenop.
SysEX 1
Type:
Roland, Normal
Geeft de systeemexclusieve berichten op die worden toegewezen
aan de ribbon controllers (C1, C2) of encoders (R1–R4).
SysEX 2
SysEX 3
SysEX 4
Systeeminstellingen
Geheugen
CONTROLLER-modus:
16 patches (4 patches x 4 banken)
SYNTH-modus:
16
tonen
(8
tonen
x 2 banken)
SEQ-modus:
16 patronen (8 patronen x 2 banken)
Stroom-
toevoer
Oplaadbare Ni-MH-batterij (AA, HR6) x 4,
Alkalinebatterij (AA, LR6) x 4, stroom via
de USB-bus
Stroom-
verbruik
500 mA (stroom via de USB-bu)
Afmetingen 300 (B) x 128 (D) x 46 (H) mm
Gewicht 950 g (inclusief batterijen)
Accessoires
Gebruikershandleiding, infoblad
“HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”,
Alkalinebatterij (AA, LR6) x 4
Opties (apart
verkrijgbaar)
Klavier: K-25m
* De specicaties en/of het uiterlijk van dit apparaat
zijn, in het belang van productverbetering,
onderhevig aan veranderingen zonder
voorafgaande kennisgeving.
Belangrijkste specicaties
Roland A-01: CONTROLLER + GENERATOR
In de SYNTH-modus voert de A-01 de functies uit die onder elke bedieningsknop zijn aangeduid.
Een toon maken
1.
Druk op de knop die overeenkomt met het item (OSC, FIL, ENV, LFO) dat u wilt bewerken.
De parameters worden weergegeven.
Knop of encoder die overeenkomt met de parameter voor elk item
S1 S2 S3 S4 R1 R2 R3 R4
OSC
Saw Square PWM Noise PW Portamento
Portamento
Time
Octave
FIL
Type1 Type2 Type3 OFF Cuto Resonance
Envelope
Mod
LFO Mod
ENV
Envelope Gate Attack Decay Sustain Release
LFO
Sine Square Saw Random LFO Mod LFO Rate LFO PWM (Zoom)
* PWM: Pulse Width Modulation, Mod: Modulation
2.
Om een parameter te bewerken, bedient u de knop (S1–S4) of encoder (R1–R4) die overeenkomt
met die parameter.
* Dankzij de parameters die aan de knoppen (S1–S4) zijn toegewezen kunt u één keuze selecteren.
* In LFO kunt u de Zoom-parameter gebruiken om de vergroting van de audiogolfvorm te
wijzigen.
3.
Herhaal stappen 1 en 2 om uw toon te maken.
Een toon oproepen of opslaan
Hier leest u hoe u een toon kunt oproepen of opslaan.
1.
Gebruik de [BANK 1], [BANK 2]-knoppen om een bank te selecteren.
2.
Druk op een van de [OSC]-, [FIL]-, [ENV]-, [LFO]- of [S1]–[S4]-knoppen om een toon op te roepen.
Door een knop lang ingedrukt te houden, kunt u de toon opslaan.
* Wanneer u een toon opslaat, overschrijft deze nieuw opgeslagen toon de eerder opgeslagen toon.
Muziek maken
De standaardinstellingen wijzen toonhoogteverschuiving toe aan ribbon controller (C1) en modulatie
aan ribbon controller (C2), zodat u kunt muziek maken met het apart verkrijgbare K-25m-klavier.
Doorop de [
s
]-knop te drukken, kunt u de step sequencer afspelen.
De SYNTH-modus gebruiken
De A-01 heeft drie modi: CONTROLLER, SYNTH en SEQ.
Druk op de [MODE]-knop om te schakelen tussen deze
modi.
7
CONTROLLER-modus
In de CONTROLLER-modus gebruikt u de twee ribbon controllers (C1, C2) en vier encoders om uw
MIDI-apparatuur te bedienen. De toewijzingen van elke controller kunnen worden opgeslagen in
knoppen [1]–[4].
7
SYNTH-modus
In de SYNTH-modus kunt u klanken maken door de instellingen van de oscillator, het lter, de
enveloppe en de LFO te bewerken. U kunt maximaal 16 geluiden (tonen) opslaan die u kunt maken
(8 tonen x 2 banken).
7
SEQ (Step Sequencer)-modus
De A-01 functioneert als een 16-step sequencer waardoor u de stappen kunt weergeven en
bewerken in vier blokken die elk vier stappen bevatten.
De modus wisselen (CONTROLLER / SYNTH / SEQ)
In de CONTROLLER-modus voert de A-01 de functies uit die boven elke bedieningsknop zijn aangeduid.
De instellingen bewerken
Om de instellingen te bewerken, gebruikt u de
[
C
] [
A
] [
=
] [
?
]-knoppen om naar een item te gaan
en gebruikt u de [INC] [DEC]-knoppen om de
parameter tebewerken.
Een patch oproepen en opslaan
Hier leest u hoe u controllerinstellingen voor de patch kunt oproepen of opslaan. U kunt maximaal 16
sets met patches (4 patches × 4 banken) opslaan.
1.
Houd de [?]-knop ingedrukt en gebruik de [1]–[4]-knoppen om een bank te selecteren.
2.
Druk op een van de [1]–[4]-knoppen om een patch op te roepen. Als u een knop lang ingedrukt
houdt, worden de huidige instellingen opgeslagen op dat nummer.
* Wanneer u de instellingen opslaat, worden de eerder opgeslagen instellingen overschreven door
de nieuw opgeslagen instellingen.
De parameter die u bewerkt
De CONTROLLER-modus gebruiken
De A-01 werkt op batterijen of op stroom via de USB-bus. Als u het apparaat op batterijen gebruikt, plaats
dan vier AA-batterijen en zorg ervoor dat deze correct zijn geplaatst.
* Als de batterijen bijna leeg zijn, knippert het LED-lampje boven de ribbon controller (C1). Plaatsnieuwe
batterijen.
* Bij foutief gebruik kunnen de batterijen ontploen of lekken.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het duurt even (een paar seconden) voordat het
apparaat normaal functioneert nadat het is ingeschakeld.
* Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na een vooraf ingestelde tijdsspanne sinds het apparaat
voor het laatst werd gebruikt om muziek af te spelen of sinds de knoppen of bedieningselementen
van het apparaat voor het laatst werden gebruikt (Auto O-functie). Als u niet wilt dat het apparaat
automatisch wordt uitgeschakeld, schakelt u de Auto O-functie uit.
Instellingen die worden bewerkt op het moment dat het apparaat wordt uitgeschakeld, gaan verloren.
Als u instellingen hebt gemaakt die u wilt behouden, moet u deze eerst opslaan.
Schakel het apparaat opnieuw in om de stroomvoorziening te herstellen.
Belangrijke opmerkingen
De modus wisselen
CONTROLLER
SYNTH SEQ
  • Page 1 1

Roland A-01 de handleiding

Type
de handleiding