Roland D-05 de handleiding

Type
de handleiding
Nederlands
GebruikershandleidingLINEAR SYNTHESIZER
D-05
Copyright © 2017 ROLAND CORPORATION
Lees “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (het infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”) zorgvuldig door alvorens het apparaat te gebruiken.
Na dit te lezen bewaart u deze instructies best binnen handbereik om ze onmiddellijk te kunnen raadplegen.
Inleiding
De D-05 is een geluidsmodule die kan worden gebruikt in combinatie met het K-25m-klavier (apart
verkrijgbaar). Het geluid is hoorbaar via de ingebouwde luidsprekers.
* De D-05 kan werken op batterijen of op stroom via de USB-bus. Als u batterijen gebruikt, plaats dan
vier AA-batterijen en zorg ervoor dat deze correct zijn geplaatst.
* Verkeerd gebruik van de batterijen kan leiden tot explosie en lekkende vloeistof. Zorg ervoor
dat u alle voorschriften inzake batterijen in “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN en “BELANGRIJKE
OPMERKINGEN” (infoblad APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”) naleeft.
* Wanneer u het apparaat omkantelt, moet u de knoppen en regelaars beschermen tegen schade. Ga
ook voorzichtig om met het apparaat, laat het niet vallen.
* Als de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt “Battery Low” op de display. Vervang de batterij zo snel
mogelijk.
De D-05 gebruiken in combinatie met de DK-01 Boutique Dock (apart verkrijgbaar)
&
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de DK-01 om te installeren/verwijderen/de hoek te
verstellen.
De D-05 gebruiken in combinatie met het K-25m-klavier (apart verkrijgbaar)
&
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de K-25m om te installeren/verwijderen/de hoek te
verstellen.
De D-05 afspelen via MIDI of USB
U kunt de D-05 ook afspelen via MIDI of USB. Raadpleeg “Uw apparatuur aansluiten” voor meer
informatie.
Uw apparatuur aansluiten
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten
of storingen aan de apparatuur te voorkomen.
A B C D E F
G
A
Micro USB ( )-poort
Gebruik een in de handel verkrijgbare USB 2.0-kabel (A-micro
B) om deze poort met uw computer te verbinden. Die kan
worden gebruikt voor de overdracht van USB MIDI- en USB-
audiogegevens. U moet het USB-stuurprogramma installeren
wanneer
u de D-05 op uw computer aansluit. Download het USB-stuurprogramma van de
Roland-website. Raadpleeg het bestand Readme.htm dat is inbegrepen in de download voor meer
informatie.
&
https://www.roland.com/support/
* Gebruik geen micro USB-kabel die alleen is ontworpen om een apparaat op te laden. Laadkabels
kunnen geen gegevens doorgeven.
B
[VOLUME]-regelaar
Regelt het volume.
C
PHONES-aansluiting
Sluit hier de hoofdtelefoon (apart verkrijgbaar) aan.
D
OUTPUT-aansluiting
Sluit deze aansluiting aan op uw versterker of monitorluidsprekers.
E
MIX IN-aansluiting
Dit is de audio-ingang. Geluid van het aangesloten apparaat
wordt uitgestuurd via de OUTPUT-aansluiting en de PHONES-
aansluiting.
F
MIDI-aansluiting
U kunt de D-05 bespelen door een MIDI-apparaat aan te
sluiten via een in de handel verkrijgbare MIDI-kabel.
De D-05 inschakelen
G
[POWER]-schakelaar
Dit schakelt het apparaat in en uit.
* Nadat u alles hebt aangesloten, schakelt u de stroom in deze volgorde in: eerst de D-05 en
vervolgens het aangesloten systeem. Inschakelen in de verkeerde volgorde kan defecten of schade
veroorzaken. Zorg er bij het uitschakelen van de stroom voor dat u eerst het aangesloten systeem
uitschakelt, en dan pas de D-05.
* Zet altijd het volume helemaal op nul voordat u het apparaat in- of uitschakelt. Zelfs als het volume
volledig op nul staat, kunt u nog geluid horen wanneer het apparaat wordt in- of uitgeschakeld. Dit
is normaal en wijst niet op een defect.
* De D-05 wordt automatisch uitgeschakeld na een vooraf ingestelde tijdsspanne sinds het apparaat
voor het laatst werd bediend of gebruikt om muziek af te spelen (de Auto Off-functie). Als u niet wilt
dat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld, schakelt u de Auto Off-functie uit.
Instellingen die worden bewerkt op het moment dat het apparaat wordt uitgeschakeld, gaan
verloren. Als u instellingen wilt behouden, moet u deze opslaan.
Druk opnieuw op de aan-/uitknop om het apparaat weer in te schakelen.
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
Hier leest u hoe u de D-05 kunt herstellen naar de fabrieksinstellingen.
1.
Schakel de stroom in terwijl u de PATCH BANK [2]-knop ingedrukt houdt.
Als u het herstellen van de fabrieksinstellingen wilt annuleren, schakelt u het apparaat uit.
2.
Druk op de [ENTER]-knop om de fabrieksinstellingen te herstellen.
3.
Als alle knoppen knipperen, schakelt u de D-05 uit en vervolgens opnieuw in.
Back-up/herstel van gegevens
Back-up
1.
Sluit uw computer aan op de USB-poort van de D-05 via een USB-kabel.
2.
Schakel de stroom in terwijl u de [FUNCTION]-knop ingedrukt houdt.
3.
Open het “D-05”-station op uw computer.
De back-upbestanden bevinden zich in de “BACKUP”-map van het “D-05”-station.
4.
Kopieer het weergegeven bestand naar uw computer.
5.
Nadat het kopiëren is voltooid, werpt u het USB-station uit.
Windows 10/8/7
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram “D-05” en voer “Uitwerpen” uit.
Mac OS
Sleep het pictogram “D-05” naar de prullenbak in de Dock.
6.
Schakel de D-05 uit.
Herstellen
1.
Zoals beschreven in de procedure voor “Back-up stap 1–3 opent u het “D-05”-station op uw
computer.
2.
Kopieer de D-05-back-upbestanden naar de “RESTORE”-map van het “D-05”-station.
3.
Nadat het kopiëren is voltooid, werpt u het USB-station uit en drukt u op de [ENTER]-knop.
4.
Als de ledlampjes niet meer knipperen, schakelt u het apparaat uit.
Paneelbeschrijvingen
1 2 3 4 6 7 8
5 9
1
Ribbon Controller (C1/C2)
Dit zijn Ribbon Controllers met aanraakfunctie. C1 (links) is Pitch Bend (toonhoogteverschuiving) en
C2 (rechts) is Modulation (modulatie).
* Als een K-25m-klavier, USB of MIDI niet zijn aangesloten, wordt er een voorbeeldklank weergegeven
wanneer u de C1 Controller aanraakt.
2
Joystick
3
UPPER / LOWER / VALUE / LOCAL
Met deze knoppen wisselt u de functie van de joystick.
Indicator / knop Uitleg
UPPER
Met de richting omhoog/omlaag wijzigt u de volumebalans van een partij en met de
richting links/rechts wijzigt u de gedeeltelijke balans van de geselecteerde partij.
LOWER
VALUE Voert waarden in, zoals bij het bewerken.
LOCAL
Schakelt lokaal bewerken in (een functie waarmee u de joystick kunt gebruiken om
tegelijkertijd aangrenzende items op de display te bewerken).
Selectieknop Schakelt in de volgorde van UPPER
LOWER VALUE LOCAL.
4
Display/[ ]-/[F1]-/[F2]-/[ ]-knoppen
Van links te beginnen worden deze aangeduid als [
] / [F1] / [F2] / [ ].
Ingeschakelde knoppen (knoppen die een handeling uitvoeren wanneer u ze indrukt) zijn opgelicht;
uitgeschakelde knoppen zijn gedoofd.
Gebruik [
] [ ] om te schakelen tussen pagina's. Deze zijn opgelicht als een aangrenzende PAGE
bestaat.
* Voer nooit druk uit op de display en sla er nooit tegen.
5
[FUNCTION] [PRESET/USER]-knoppen
Knop Uitleg
FUNCTION Hiermee opent u het functiemenuscherm.
D-05MIDI-klavier
MIDI INMIDI OUT
Knop Uitleg
PRESET/USER
Wijzigt de patchgroep.
Druk op deze knop en gebruik vervolgens [INCREMENT] [DECREMENT] om te wisselen.
Kies uit P-1–6 en U-1–8.
Nadat u de wijziging hebt gemaakt, geeft u de patchbank en het patchnummer op om
te bevestigen.
6
[CHASE]-/[PORTAMENTO]-/[EDIT]-/[EXIT]-knoppen
Knop Uitleg
CHASE
Hiermee schakelt u de Chase-functie in en uit.
Chase is een functie waarbij de bovenste toon weerklinkt wanneer u op een toets
drukt en waarbij vervolgens een noot met delay weerklinkt op de onderste (of
bovenste) partij. Deze functie werkt als de toetsmodus Whole of Dual is. Afhankelijk
van de patch kunt u hiermee eecten produceren die lijken op delay of Sound-on-
Sound.
PORTAMENTO Hiermee schakelt u de Portamento-functie in en uit.
EDIT Hiermee opent u het bewerkingsmenuscherm.
EXIT
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
Op sommige schermen annuleert u met deze knop de bewerking die op dat ogenblik
wordt uitgevoerd.
7
[SEQUENCER]-/[WRITE]-/[INCREMENT]-/[DECREMENT]-knoppen
Knop Uitleg
SEQUENCER
Hiermee opent u het Sequencer-scherm.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [SEQUENCER]-knop om naar het
Arpeggiator-scherm te gaan.
WRITE Slaat het geluid of de Sequencer-instellingen op.
Knop Uitleg
INCREMENT
Wordt gebruikt om de waarde in stappen te verhogen of verlagen.
DECREMENT
8
Tien toetsen/[SHIFT]-/[ENTER]-knoppen
Knop Uitleg
Tien toetsen
Gebruik deze knoppen om de patchnaam of de toonnaam te bewerken.
Voor sommige items kunt u met deze knoppen ook een numerieke waarde invoeren.
SHIFT
Gebruik deze knop in combinatie met andere knoppen om parameters te openen of
andere parameters te bedienen.
ENTER Druk op deze knop om een waarde te bevestigen of een bewerking uit te voeren.
9
PATCH BANK [1]–[8]-/NUMBER [1]–[8]-knoppen
Knop Uitleg
PATCH BANK [1]–
[8]
Selecteer patchbanken.
Bij het bewerken kunt u deze knoppen gebruiken om Partials (deeltonen) te selecteren.
NUMBER [1]–[8]
Selecteer het patchnummer.
Bij het bewerken kunt u deze knoppen gebruiken om Partials in of uit te schakelen.
Door tegelijk op twee van de [1]–[16]-knoppen te drukken, kunt u deze twee stappen met een tie
(overbinding) verbinden.
Patch
Een “patch bevat geluidsgegevens en gegevens voor de performancefuncties.
Meerdere patches kunnen in een patchgeheugen worden opgeslagen en desgewenst worden
opgeroepen terwijl u speelt.
Op de D-05 bestaat een patch uit twee geluiden (de hogere toon en de lagere toon), instellingen die
opgeven hoe patches worden afgespeeld en instellingen zoals de klaviermodus, de uitvoermodus en
reverb.
Toon
De hogere en lagere toon bestaan elk uit twee “Partials” of deeltonen (geluidsbronnen) en algemene
instellingen die opgeven hoe de Partials worden bediend.
De algemene instellingen bevatten het type selecties voor de twee Partials, hoe de twee Partials
worden gecombineerd (de structuur”) en instellingen zoals LFO, toonhoogte-enveloppe, equalizer
en chorus.
Partial
Een Partial is de meest elementaire eenheid van geluid op de D-05. Er zijn twee typen Partials: een
synthesizergeluidsgenerator en een PCM-geluidsgenerator. Partials van het synthesizertype bieden
een TVF (Time Variant Filter) en een TVA en Partials van het PCM-type bieden een TVA (Time Variant
Amplier).
Hoe de geluidsengine is gestructureerd
Patch
PatchnaamTone Tune
Toon-
balans
Variaties van
bedieningsfuncties
Tone Tune
Toon
Algemeen
P. ENV LFO1–3
Structuur
Equalizer
Toonnaam
Chorus
Partial (synthesizergeluidsgenerator)
Partial (PCM-geluidsgenerator)
WG
Toonhoogte
Golfvorm
Pulsbreedte
TVF
Cuto
Resonantie
TVF-ENV
Filterenveloppe
TVA
Niveau
TVA-ENV
Versterkerenveloppe
WG
Toonhoogte
PCM-
golfvorm
TVA
Niveau
TVA-ENV
Versterkerenveloppe
LFO (Low Frequency Oscillator)
LFO 1 LFO 2 LFO 3
P. ENV
Toonhoogte-
enveloppe
Toetsmodus
Uitvoermodus
(reverb, enz.)
LOWER-toon
UPPER-toon
Partial 1
Partial 2
Basisbediening
[ ] [F1] [F2] [ ]-knoppen
Ingeschakelde knoppen (knoppen die een handeling uitvoeren wanneer u ze indrukt) zijn opgelicht;
uitgeschakelde knoppen zijn gedoofd.
Gebruik [ ] [ ] om te schakelen tussen pagina's.
“:” (opgelicht) Geeft aan dat de parameters nog niet zijn bewerkt.
“:” (knipperend) Geeft aan dat de parameters zijn bewerkt.
Wanneer een parameterwaarde wordt weergegeven in de onderste lijn van de display, kunt u de [F1]
[F2]-knoppen gebruiken om een item te selecteren.
De geselecteerde waarde en knop knipperen.
U kunt de geselecteerde waarde bewerken met behulp van [INCREMENT], [DECREMENT], numerieke
toetsen en de joystick.
Als u op een knipperende knop drukt, schakelt deze om van knipperend naar opgelicht.
Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar het eerstvolgende hogere niveau.
PATCH BANK [1]–[8]-/NUMBER [1]–[8]-knoppen
Deze geven de bank en het nummer van de patch of het patroon weer.
Druk op een knop om de bank en het nummer te wijzigen.
PARTIAL SELECT/PARTIAL MUTE (tijdens bewerkingen)
Deze indicaties worden weergegeven tijdens bewerkingen.
Druk op de overeenkomstige knop om Partials te selecteren of te dempen.
PARTIAL SELECT: Knoppen die overeenkomen met de geselecteerde Partials zijn opgelicht; andere
knoppen zijn gedoofd.
PARTIAL MUTE: Partials die geluid produceren zijn opgelicht; gedempte Partials zijn gedoofd.
SEQUENCER
Deze indicaties verschijnen wanneer de [SEQUENCER]-knop is opgelicht.
Druk hierop om een stap in of uit te schakelen.
Stappen die geluid produceren zijn opgelicht; gedempte stappen zijn gedoofd.
Door tegelijk op twee van de [1]–[16]-knoppen te drukken, kunt u het gebied tussen deze twee
knoppen met een tie (overbinding) verbinden.
SEQUENCER
De PATCH BANK [1]–[8]-knoppen en NUMBER [1]–[8]-knoppen geven de status weer van elke stap in
het stapweergavegebied dat is geselecteerd (STEP: 1–16, 17–32, 33–48, 49–64).
Ì:120 1-16* -
Play PtnSel
Weergegeven op het
paneel (stapknoppen)
Stappen weergegeven op het paneel (stapknoppen)
Speelt nu
Tempo
Buiten het STEP
LENGTH-bereik
U kunt het tempo wijzigen wanneer het tempo wordt weergegeven en er geen item is geselecteerd
door de [F1][F2]-knoppen.
SEQ MAIN
Play Het geselecteerde patroon wordt afgespeeld/gestopt.
(PtnSel) Pattern Select Hiermee opent u het patroonselectiescherm.
Gebruik de [ ] [ ]-knoppen om het bereik van de stappen die worden weergegeven, te wijzigen.
Druk op een [1]–[16]-knop om stapinvoer in te schakelen. Op het scherm wordt stapinformatie
weergegeven.
STEP INFO
Step 1 Gate 80
C4 D#4 G4 –--
SEQ PRM
Houd in het SEQ MAIN-scherm de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [F2]-knop om toegang te
krijgen tot het SEQ PRM-scherm.
Len (Length) Geeft de patroonlengte (aantal stappen) op.
Scal
(Scale) Geeft de nootwaarde van één stap op.
Sh
(Shue) Geeft op hoeveel het ritme “stuitert” (shue).
Gate
(Gate)
Geeft de nootduur voor één stap op.
O
(O Step Mode)
Stappenmodus Uit
REST (standaard), SKIP
Ord (Step Order)
Geeft de afspeelvolgorde van de stappen op.
Speel vooruit af vanaf de eerste stap.
Speel achteruit af vanaf de laatste stap.
Speel vooruit af vanaf de eerste stap en speel vervolgens achteruit af
vanaf de laatste stap.
Speel de even genummerde en de oneven genummerde stappen
omgekeerd af.
RND Speel de stappen af in willekeurige volgorde.
S. Stp
(Start Step)
Door de beginstap op te geven, kunt u het afspelen laten starten vanaf een stap
halverwege het patroon. Stappen die voor deze stap liggen, worden niet afgespeeld.
E.STP
(End Step)
Door de laatste stap op te geven, kunt u een stap halverwege het patroon als de
laatste stap kiezen. Stappen die na deze stap liggen, worden niet afgespeeld.
Clear Wist het patroon.
Tijdens STEP REC (stapopnamescherm)
Houd in het SEQ MAIN-scherm de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [F1]-knop om toegang te
krijgen tot het STEP REC-scherm.
Rest Voert een rust in.
Tie
Voert een overbinding in (de nootwaarde wordt toegevoegd aan de voorgaande
stap).
Gebruik de [ ] [ ]-knoppen om het bereik van de stappen die worden weergegeven, te wijzigen.
Wanneer u op een toets drukt, wordt een noot ingevoerd op de huidige stap. Op het scherm wordt
stapinformatie weergegeven.
STEP INFO
Step 1 Gate 80
C4 D#4 G4 –--
Druk op een [1]–[16]-knop om stapinvoer in te schakelen. Op het scherm wordt stapinformatie
weergegeven.
STEP INFO
Step 1 Gate 80
C4 D#4 G4 –--
[SHIFT]+[SEQUENCER] (arpeggiator)
Sw (Switch) Schakelt de arpeggiator in en uit.
Typ
(Type) Selecteert het type arpeggio.
Scal
(Scale) Geeft de nootwaarde van één stap op.
Hold
Als dit is ingeschakeld, blijft de arpeggio spelen volgens het akkoord dat u hebt
gespeeld zelfs nadat u uw hand loslaat.
Als u een ander akkoord speelt terwijl de arpeggio wordt vastgehouden, wijzigt de
arpeggio ook.
Overige handelingen
[WRITE]
Patch Write ([WRITE])
To: (selecteer de
schrijfbestemming)
Vibraphone
To:U1-42
De PATCH BANK- en PATCH NUMBER-knoppen
gebruiken
Het schrijven beves-
tigen of annuleren
Patch Write?
[EXIT]:N [ENT]:Y
[ENTER]-knop: Bevestigen
[EXIT]-knop: Annuleren
Reverb Write ([SHIFT] + [WRITE])
To: (selecteer de
schrijfbestemming)
Reverb Write
To: U1-17
[F1]-knop: U1–U8
[F2]-knop: 17–32
Het schrijven beves-
tigen of annuleren
Reverb Write?
[EXIT]:N [ENT]:Y
[ENTER]-knop: Bevestigen
[EXIT]-knop: Annuleren
Pattern Write ([WRITE] in een Sequencer-gerelateerd scherm)
Patroonnaam
Pattern1
[ Å ] [ Ã ]
[F1] [F2]-knoppen: De cursor verplaatsen
Tempo/Shue
Tempo Shuffle
OFF OFF
[F1]-knop (Tempo):
OFF: Niet opgeslagen
40–300: Tempowaarde is opgeslagen
[F2]-knop (Shue):
OFF: Niet opgeslagen
-90-90: Shuewaarde is opgeslagen
Pattern Patch
Pattern Patch
OFF
[F1]-knop: Pattern Patch
OFF: Niet opgeslagen
U1-11–P6-88: Patch is opgeslagen
[INCREMENT]/[DECREMENT]/De PATCH BANK-
en
PATCH NUMBER-knoppen gebruiken
To: (selecteer de
schrijfbestemming)
Pattern1
To:1-1
De PATCH BANK- en PATCH NUMBER-knoppen
gebruiken
Het schrijven beves-
tigen of annuleren
Pattern Write?
[EXIT]:N [ENT]:Y
[ENTER]-knop: Bevestigen
[EXIT]-knop: Annuleren
FUNCTION
Functiemenu
(Func) Function Hiermee opent u het functiescherm.
(MIDI) Hiermee opent u het MIDI-scherm.
(Copy) Kopieert een parameter.
(B. Dump) Bulk Dump
Geeft de gegevens van de D-05 door naar een extern apparaat als een
exclusief bericht.
(B. Load) Bulk Load
Ontvangt gegevens van de D-50 die op een extern apparaat als een
exclusief bericht zijn opgeslagen.
Function (functiescherm)
MastTune (Master Tune) Geeft de referentietoonhoogte op.
Protect Schakelt de geheugenbeveiliging in en uit.
AutoO
Automatisch uitschakelen wordt geactiveerd na een vooraf ingestelde
tijdsspanne sinds het apparaat voor het laatst werd bediend of
gebruikt om muziek af te spelen.
Demo
Geeft de tijd (minuten) op totdat de LED-demo begint.
Als dit op OFF staat, wordt de demo uitgeschakeld.
LCDCont
(LCD Contrast) Past het contrast van de display aan.
SndMode
(Sound Mode)
Original
Deze modus simuleert de geluidsengine van de D-50.
Clear
Deze modus gebruikt digitale verwerking die nauwkeuriger is dan bij
de D-50, waardoor een helder geluid wordt geproduceerd.
C1Scale Geeft het toonladdertype voor de Ribbon Controller (C1) op.
C2Hold Schakelt de Hold-functie van de Ribbon Controller (C2) in en uit.
MIDI (MIDI-scherm)
CH (MIDI CH)
1–16
Geeft het MIDI-kanaal (basiskanaal) op waarop de D-05 met een extern
apparaat kan worden gebruikt in het bereik 1–16.
Control
Geeft op hoe kanaalberichten worden ontvangen wanneer u de D-05
bedient vanaf een extern MIDI-apparaat.
B.CH (basiskanaal)
Wanneer u de D-05 in de monomodus bedient, worden
spraakberichten (behalve nootcommando's en Pitch Bend)
ontvangen op het basiskanaal.
G.CH (Global-kanaal)
Wanneer u de D-05 in de monomodus bedient en als het
externe apparaat een Global-kanaal (één kanaal lager dan
het basiskanaal) heeft, kunnen spraakberichten (behalve
nootcommando's en Pitch Bend) samen op het Global-kanaal
worden ontvangen.
MdeOFF (modusberichten uit)
Modusberichten van het externe apparaat worden niet
ontvangen; de toetsmodus die is opgegeven voor elke patch
bepaalt de toewijzing).
SepCH
(Separate Mode Receive CH)
1–16
Als u de gescheiden (solo-)modus selecteert als de toetsmodus, kunt
u de hoogste en laagste tonen op afzonderlijke kanalen bedienen. Het
basiskanaal stuurt de laagste toon aan en het ontvangstkanaal dat u hier
opgeeft, stuurt de hoogste toon aan.
Local
Als dit op “OFF” staat, wordt het klaviergedeelte van dit apparaat
losgekoppeld van de geluidsengine. Performancegegevens van dit
apparaat worden verzonden vanaf MIDI OUT, maar weerklinken niet op
het apparaat. Performancegegevens die worden ontvangen op MIDI IN,
kunnen het synthesizergedeelte van dit apparaat aansturen.
After
(After Touch) Zet dit op “ON” als u wilt dat After Touch-berichten worden ontvangen.
Bender
Zet dit op “ON” als u wilt dat Pitch Bend-berichten worden verzonden en
ontvangen.
Mod
(Modulation)
Zet dit op “ON” als u wilt dat modulatieberichten worden verzonden en
ontvangen.
Volume Zet dit op “ON” als u wilt dat Volume-berichten worden ontvangen.
Hold Zet dit op “ON” als u wilt dat Hold-berichten worden ontvangen.
Porta
(Portamento)
Zet dit op “ON” als u wilt dat Portamento-berichten worden verzonden
en ontvangen.
Prog.C
(Program Change)
Zet dit op “ON” als u wilt dat programmawijzigingsberichten worden
verzonden en ontvangen.
Excl
(Exclusive)
Zet u dit op “ON” of “P-Dump” als u wilt dat exclusieve berichten (alleen
met het ID-nummer van Roland) worden verzonden.
Normaal gezien zet u dit op “ON”. Als u echter gegevens van de geselec-
teerde patch wilt opslaan op een apparaat dat exclusieve berichten
kan opslaan, gebruikt u de “P-Dump”-instelling (Patch Dump). Als u het
voorpaneel van dit apparaat bedient om een patch te selecteren terwijl
de “P-Dump”-instelling is ingeschakeld, worden de gegevens van de
geselecteerde patch verzonden.
Sync
AUTO
Wanneer een MIDI-kloksignaal wordt ingevoerd via de MIDI
IN-connector of de USB-poort, zal het tempo van de D-05
automatisch synchroniseren met de MIDI-klok (standaard).
INTERNAL
De D-05 werkt met het tempo dat is aangegeven op het
apparaat zelf. Kies de instelling “INTERNAL wanneer u niet
wenst te synchroniseren met een extern apparaat.
Thru Geeft op of MIDI Thru is in- of uitgeschakeld.
EDIT
Bewerkingsmenu (Edit Menu-scherm)
(TnTune) Tone Detune Hiermee opent u het scherm voor ontstemming van de toon
(PtEdit) Patch Edit Hiermee opent u het patchbewerkingsscherm.
(L-Tone) Lower Tone Hiermee opent u het menuscherm voor de lagere toon.
(U-Tone) Upper Tone Hiermee opent u het menuscherm voor de hogere toon.
Tone Detune (scherm voor ontstemming van de toon)
LKey (Lower Key)
Verschuift de toonhoogte van de lagere toon in stappen van een halve
toon binnen het bereik van -24–+24 (±2 octaven).
UKey
(Upper Key)
Verschuift de toonhoogte van de hogere toon in stappen van een halve
toon binnen het bereik van -24–+24 (±2 octaven).
LTun
(Lower Tune)
Hiermee voert u een jne aanpassing van de toonhoogte van de lagere
toon uit binnen het bereik van -50–+50 (±50 cents).
UTun
(Upper Tune)
Hiermee voert u een jne aanpassing van de toonhoogte van de hogere
toon uit binnen het bereik van -50–+50 (±50 cents).
Patch Edit Menu (patchbewerkingsmenuscherm)
&
Raadpleeg de “Parameter Guide (Engels)” (PDF) voor meer informatie.
Upper/Lower Tone Menu (menuscherm voor de hogere/lagere toon)
&
Raadpleeg de “Parameter Guide (Engels)” (PDF) voor meer informatie.
Vaste batterijbedieningsmodus
In deze modus wordt voorkomen dat het apparaat overschakelt op stroom via de bus, zelfs als
het op een USB-poort wordt aangesloten.
Hierdoor kan het apparaat worden gebruikt zelfs met een USB-poort die geen stroom levert.
1.
Schakel de stroom in terwijl u de PATCH NUMBER [1]-knop ingedrukt houdt.
Belangrijkste specicaties
Roland D-05: Synthesizer
Maximale polyfonie 16 stemmen
Stroomtoevoer
Oplaadbare Ni-MH-batterij (AA, HR6) x 4, alkalinebatterij (AA, LR6) x 4,
stroom via de USB-bus
Stroomverbruik 500 mA (USB-busvoeding)
Afmetingen 300 (B) x 128 (D) x 46 (H) mm
Gewicht 900 g (inclusief batterijen)
Accessoires
Gebruikershandleiding, infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”,
alkalinebatterij (AA, LR6) x 4
Opties (apart
verkrijgbaar)
Klavier: K-25m
Boutique Dock: DK-01
* Dit document verklaart de specificaties van het product ten tijde van de publicatie van het
document. Bezoek de website van Roland voor de meest recente informatie.
Intellectueel eigendomsrecht
De auteursrechten op de inhoud van dit product (golfvormgegevens van het geluid, stijlgegevens,
begeleidende patronen, frasegegevens, audioloops en beeldgegevens) zijn voorbehouden door
Roland Corporation.
Kopers van dit product hebben de toestemming de betreende inhoud (behalve songgegevens
zoals demosongs) te gebruiken voor het aanmaken, uitvoeren, opnemen en verdelen van originele
muziekuitvoeringen.
Kopers van dit product hebben GEEN toestemming om de betreende inhoud in de oorspronkelijke
of een gewijzigde vorm aan het apparaat te onttrekken met als doel het verspreiden van een
opgenomen medium met de betreende inhoud of het ter beschikking stellen van deze inhoud via
een computernetwerk.
  • Page 1 1
  • Page 2 2

Roland D-05 de handleiding

Type
de handleiding