Documenttranscriptie
3-864-436-21 (1)
FM/MW/LW
Compact Disc
Player
Mode d’emploi
F
Bedienungsanleitung
D
Gebruiksaanwijzing
NL
Istruzioni per l’uso
I
Si dichiara che l’apparecchio è stato fabbricato in conformità all’art. 2, Comma 1 del
D.M. 28.08.1995 n. 548.
En ce qui concerne l’installation et les connexions, consulter le manuel
d’installation/connexions fourni.
Zur Installation und zum Anschluß siehe die mitgelieferte Installations-/
Anschlußanleitung.
Zie voor het monteren en aanaluiten van het apparaat de bijgeleverde [Montage/
Aansluitingen]-handleiding.
Per l’installazione e i collegamenti, fare riferimento al manuale di istruzioni di
installazione/collegamenti in dotazione.
CDX-C880R
1998 by Sony Corporation
Welkom !
Dank u voor de aankoop van deze Sony
Compact Disc Player. Dit toestel is uitgerust
met tal van functies die worden bediend via de
meegeleverde bedieningssatelliet of een
optionele draadloze afstandsbediening.
De speler beschikt over CD- en radiofuncties,
en kan worden uitgebreid met de los
verkrijgbare CD/MD-apparatuur*1.
Bij het bedienen van dit toestel of wanneer u
een optionele CD-apparatuur met CD TEXT
functie aansluit, verschijnt de CD TEXT
informatie in het uitleesvenster bij weergave
van een CD TEXT disc*2.
*1 U kunt een CD-wisselaar of een MD-wisselaar
aansluiten.
*2 Een CD TEXT disc is een audio CD met daarop
informatie zoals de discnaam, de artiestennaam
en muzieknummernamen.
Deze informatie is op de disc opgenomen.
Voice Drive
Sony heeft een nieuwe functie ontwikkeld die
bijdraagt tot veiliger rijden.
NL
Bovenop onze unieke bedieningssatelliet,
introduceren wij nu een stemgevoelig
bedieningssysteem Voice Drive, waardoor de
bestuurder met zijn stem controle krijgt over
de autoradio.
Nu kan u terwijl u uw ogen op de weg houdt,
kan u bewerkingen doen met de Voice Drive
en de resultaten bevestigen met de Voice
Guide.
En uw kan uw eigen stem ook opnemen met
de voice memo functie. Op die manier kan u
een nota maken wanneer u aan iets denkt of
iets ziet terwijl u rijdt.
Stembegeleiding voor veilig rijden
Dit toestel is uitgerust met een
stembegeleidingsfunctie*. Wanneer de
stembegeleidingsfunctie is ingeschakeld, geeft
het toestel stemcommentaar bij de functies van
de ingedrukte toets.
* Sommige los verkrijgbare versterkers kunnen een
onderbreking aan het begin van
stemcommentaar veroorzaken.
Bij aansluiting van een los verkrijgbare MDwisselaar kan het geluid van de eerste MD nog
een tijdje doorgaan, zelfs na het
stemcommentaar van de tweede MD.
2
Inhoud
Andere functies
Dit toestel alleen
Plaats van de bedieningsorganen .......................... 4
Aan de slag
Instellingen wissen .............................................
Het bedieningspaneel verwijderen ..................
De bedieningssatelliet klaarmaken voor
gebruik ............................................................
De klok instellen ..................................................
6
6
7
7
CD-speler
Een CD beluisteren ............................................. 8
Een CD op diverse wijzen weergeven ........... 10
Een programma instellen
— CD-programmageheugen ...................... 11
Radio
Stations automatisch opslaan
— Best Tuning Memory (BTM) ................. 13
Uitsluitend bepaalde stations vastleggen ...... 14
Ontvangst van de opgeslagen stations .......... 14
RDS
Overzicht van de RDS-functie ......................... 15
De naam van het station weergeven .............. 15
Automatisch opnieuw afstemmen op eenzelfde
programma
— Alternatieve Frequenties (AF) .............. 15
Luisteren naar verkeersinformatie ................. 17
De RDS-stations instellen met de AF- en TAgegevens ........................................................ 18
Verkeersinformatie opnemen
— Traffic Information Replay (TIR) .......... 18
Een station zoeken aan de hand van het
programmatype ........................................... 20
De klok automatisch instellen ......................... 21
Werken met de bedieningssatelliet ................
De geluidskenmerken aanpassen ...................
Het geluid dempen ...........................................
De instellingen voor het geluid en het
uitleesvenster wijzigen ................................
De frequentie van de subwoofer(s)
instellen .........................................................
24
26
26
26
27
Met uitbreidingsapparatuur
CD/MD-apparatuur
Een CD of MD afspelen ....................................
Muziekstukken gedeeltelijk weergeven
— Intro scan ..................................................
Muziekstukken herhaald afspelen
— Herhaald afspelen ...................................
Muziekstukken in willekeurige volgorde
afspelen
— Shuffle play ..............................................
Een programma maken
— Programmageheugen .............................
Een CD een naam geven
— Disc memo ...............................................
Een disc zoeken op naam
— List-up ......................................................
Bepaalde muziekstukken voor weergave
uitkiezen
— Bank ..........................................................
27
28
29
29
29
32
NL
33
34
DSP
Een surround-stand kiezen ............................. 35
Het surround-effect voor CD’s opslaan
—Digital Signal Processor (DSP)
gebruikersbestand ....................................... 36
De luisterpositie kiezen .................................... 36
De fader instellen (FAD) .................................. 37
Het volume van de subwoofer(s) instellen ... 37
Stemsturing
Een “V Drive” box kiezen voor opname ....... 21
Een stemcommando opnemen ........................ 22
Een opgenomen bron opvragen ...................... 23
Stemmemo
Een stemmemo opnemen ................................ 23
Een stemmemo afspelen .................................. 24
Een stemmemo wissen ..................................... 24
Hoge en lage tonen instellen ........................... 38
De verschillende programmabronnen
beluisteren met de vastgelegde
surround-instellingen
— Last Sound Memory (LSM) ................... 39
Het uitgangsniveau van de lijnuitgang
wijzigen ......................................................... 39
Overige informatie
Voorzorgsmaatregelen .....................................
Onderhoud .........................................................
Verwijderen van het gehele apparaat ............
Specificaties ........................................................
Problemen oplossen ..........................................
39
40
41
42
43
3
Plaats van de bedieningsorganen
K/AMS
SEE
MODE
OPEN
SOUND
LIST
PTY
DSPL
AF/TA
SOURCE
TIR
SHIFT
OFF
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
CDX-C880R
Zie de aangegeven pagina’s voor meer informatie.
1 SEEK/AMS-regelaar (zoeken/Automatic
Music Sensor/handmatig zoeken)
9, 11, 12, 14, 16, 19, 20, 22, 28, 29, 31, 34
NL
2 MODE (band/toestel) keuzeknop
13, 14, 27, 29, 33
3 6 (eject)-knop (aan de voorzijde van de
speler, achter het bedieningspaneel) 8
4 SOURCE-knop (keuze geluidsbron)
8, 13, 14, 17, 24, 27, 29, 33, 35, 37, 38
5 Dial (regeling volume/subuitgangsvolume/bas/hoge tonen/
links-rechts/voor-achter) 7, 26, 32, 33,
35, 36, 37, 38, 39
6 SOUND-knop 26, 35, 36, 37, 38, 39
7 DSPL-knop (instelling uitleesvenster)
9, 14, 15, 27, 28, 32, 33
8 Uitleesvenster
9 OPEN-knop 6, 8, 40
!º PTY/LIST-knop
Disc Memo (Gebruikersbestanden) 32, 33
DSP gebruikersbestand 36
List-up 33
RDS-programma 20
!¡ AF/TA-knop 15, 16, 17, 18
4
!™ OFF-knop 6, 8
!£ Reset-knop (op de voorzijde van het
toestel achter het frontpaneel) 6
!¢ Ontvanger voor los verkrijgbare
draadloze afstandbediening
!∞ SHIFT-knop
PLAY MODE 10, 11, 12, 13, 14, 16, 18,
28, 29, 30, 31, 34
REP 10, 29
SET UP 7, 8, 9, 21, 26, 27, 28, 36, 39
SHUF 10, 29
!§ POWER SELECT-schakelaar (bevindt zich
aan de onderzijde van de speler)
Zie “POWER SELECT - schakelaar” in de
handleiding Installatie en aansluitingen.
!¶ Tijdens radioweergave:
Voorkeuzetoetsen 14, 16
Tijdens afspelen CD/MD:
Knop directe disc-keuze 28
!• TIR-knop 18, 19
Draadloze
afstandsbediening
(RM-X47, optioneel)
OFF
MODE
SOURCE
DIR
SEEK
AMS
–
REW
–
PRESET
DISC
SOUND
+
FF
+
SEL
ATT
DSPL
NL
De knoppen op de afstandbediening
hebben dezelfde functies als de
knoppen op het apparaat.
1 OFF-knop
2 SEEK/AMS-knop
7 PRESET/DISC-knop
Handmatig zoeken en afstemmen zijn met de
afstandsbediening niet mogelijk.
3 (–) (+)-knoppen
8 SOURCE-knop
4 ATT-knop
9 MODE/DIR-knop
Werkt als (MODE) op dit toestel.
5 SOUND/SEL-knop
6 DSPL-knop
Als de schakelaar POWER SELECT in stand B staat, kan de speler niet met de draadloze
afstandsbediening worden bediend, tenzij u eerst op de knop (SOURCE) van de speler drukt, of
tenzij u de speler inschakelt door het plaatsen van een CD.
5
Aan de slag
Instellingen wissen
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, of na het vervangen van de accu van
de auto, dient u de instellingen van het
apparaat te wissen.
Druk met een puntig voorwerp, bijvoorbeeld
een balpen, op de reset-knop.
Opmerkingen
• Plaats niets aan de binnenkant van het
bedieningspaneel.
• Laat het bedieningspaneel niet vallen als u het
losmaakt van het apparaat.
• Als u het bedieningspaneel verwijdert terwijl het
apparaat is ingeschakeld, zal de
voedingsspanning automatisch worden
onderbroken om beschadiging van de
luidsprekers te voorkomen.
• Vervoer het losse bedieningspaneel altijd in de
speciale beschermhoes.
Het bedieningspaneel bevestigen
Plaats opening a in het frontpaneel op spil b,
zoals aangegeven in de illustratie, en duw de
linkerzijde dan vast.
a
Reset-knop
NL
b
Opmerkingen
• Door op de reset-knop te drukken, worden alle
klokinstellingen en bepaalde geheugenfuncties
gewist.
• Wanneer u de netvoedingskabel op het apparaat
hebt aangesloten of het apparaat hebt
heringesteld, moet u ongeveer 10 seconden
wachten alvorens een disc in te brengen. Als u
binnen de 10 seconden een disc inbrengt, wordt
het apparaat niet heringesteld en zal u nogmaals
op de reset-knop moeten drukken.
Het bedieningspaneel
verwijderen
µ
Ter voorkoming van diefstal kan het
bedieningspaneel van dit apparaat worden
verwijderd.
1
Druk op (OFF).
2
Druk op (OPEN) om het frontpaneel te
openen, schuif het frontpaneel naar
rechts en trek de linkerzijde van het
frontpaneel naar u toe.
1
2
6
Opmerkingen
• Bevestig het bedieningspaneel in de juiste stand
op het apparaat.
• Druk het bedieningspaneel bij het bevestigen
niet te stevig tegen het apparaat. Oefen slechts
lichte druk uit.
• Druk nooit hard op de uitleesvensters van het
bedieningspaneel, en oefen geen druk uit op
deze vensters.
• Stel het bedieningspaneel niet bloot aan direct
zonlicht of andere warmtebronnen, zoals
uitstroomopeningen voor hete lucht. Bewaar het
paneel niet op een vochtige plaats. Laat het
paneel nooit op een dashboard liggen dat is
blootgesteld aan direct zonlicht, omdat de
temperatuur daarbij aanzienlijk kan oplopen.
Waarschuwingstoon
Als u het autocontact uitschakelt zonder het
bedieningspaneel te verwijderen, zal gedurende
enkele seconden een waarschuwingstoon
klinken (alleen als de schakelaar POWER
SELECT in de A-stand staat).
De klok instellen
De klok beschikt over een 24-uurs digitale
aanduiding.
Voorbeeld: De klok instellen op 10:08
1
TIR-indicator
Wanneer u de contactsleutel verwijdert terwijl
de TIR-functie is ingeschakeld, knippert de
TIR-indicator een aantal malen (alleen als de
schakelaar POWER SELECT in de A-stand
staat).
Druk op (SHIFT), en druk vervolgens op
(3) (SET UP).
SET UP
1 Druk op (5) (n).
TIR-indicator
SET UP
Raadpleeg “Verkeersinformatie opnemen”
(pagina 18) voor meer informatie over de TIRfunctie.
De urenaanduiding gaat knipperen.
2 Het uur instellen.
om terug te gaan
De bedieningssatelliet
klaarmaken voor gebruik
om vooruit te gaan
NL
SET UP
3 Druk op (5) (n).
ND
SOU
E
MOD
Aan de slag
Wanneer u de bedieningssatelliet bevestigt,
breng dan het label aan zoals dit in de
onderstaande afbeelding is aangegeven.
LIST
SET UP
RECr
VOICE
TALK
De minutenaanduiding gaat knipperen.
MEMO
PLAY(
4 De minuten instellen.
om terug te gaan
LIS
T
MO
DE
SOU
om vooruit te gaan
ND
(PLAY
TALK VOICE
MEMO
rREC
SET UP
2
Druk op (SHIFT).
SET UP
De klok is nu ingeschakeld.
Lees verder op de volgende bladzijde n
7
3
Druk op (SHIFT).
Na de instelling verschijnt het
uitleesvenster voor standaard weergave.
Opmerking
Als de schakelaar POWER SELECT aan de
onderzijde van het apparaat in de stand B staat,
moet u eerst het apparaat inschakelen voordat u
de klok kunt instellen.
CD-speler
Een CD beluisteren
1
Druk op (OPEN) en plaats de CD.
De cassette wordt automatisch afgespeeld.
De zijde met het label omhoog
6
2
Sluit het bedieningspaneel.
Als er al een CD is geplaatst, drukt u
herhaaldelijk op (SOURCE), totdat de
aanduiding “CD” wordt weergegeven.
Verstreken speeltijd
NL
TRACK
Muziekstuknummer
Opmerking
Gebruik voor het afspelen van 8 cm Cd-singles de
optionele Sony compact disc single adapter (CSA8).
Functie
Druk op
Afspelen stoppen (OFF)
De CD uitwerpen (OPEN) en daarna op 6
8
De weergave in het uitleesvenster
wijzigen
Telkens als u op (DSPL) drukt, verandert het
uitleesvenster als volgt:
$
Verstreken speelduur
$
Disc-naam* /artiestennaam*2
Als u op (DSPL) drukt om de indicatie op het
uitleesvenster te wijzigen, rolt de disc- of tracknaam van de CD TEXT disc automatisch met
aan- of uitgeschakelde functie.
1
Druk tijdens het afspelen op (SHIFT).
2
Druk herhaaldelijk op (3) (SET UP) tot
“A.Scrl” verschijnt.
3
Druk op (5) (n) om “A.Scrl on” te
kiezen.
4
Druk op (SHIFT).
1
$
Muzieknummer-naam*1
$
Klok
$
MOTION DISPLAY*3
*1 Als u geen CD TEXT disc hebt ingebracht,
verschijnt “NO D.Name” of “NO T.name” in het
uitleesvenster.
*2 Bij het afspelen van een CD TEXT disc verschijnt
de artiestennaam achter de disc-naam in het
uitleesvenster. (Alleen voor CD TEXT discs met
artiestennaam.)
*3 Alle bovenvermelde items rollen één voor één
over het uitleesvenster.
Tips
• Als de naam van de CD TEXT disc te lang is, kunt
u hem over het uitleesvenster laten rollen door
op (SHIFT) en vervolgens op (2) (N) te drukken.
• Om de originele CD TEXT informatie weer te
laten verschijnen nadat u een CD TEXT
persoonlijk hebt benoemd, drukt u op (SHIFT)
en vervolgens op (5) (n).
De titel van een CD of MD
automatisch verschuiven
— Auto Scroll
Als de disc-/artiesten- of track-naam op een
CD TEXT langer is dan 10 tekens en de Auto
Scroll-functie aan staat, rolt het volgende
automatisch in het uitleesvenster.
• De disc-naam verschijnt wanneer u van disc
verandert (indien de disc-naam is geselecteerd).
• De track-naam verschijnt wanneer u van track
verandert (indien de track-naam is geselecteerd).
Opmerking
Voor sommige CD TEXT discs met heel veel tekens,
kan het volgende zich voordoen:
— sommige tekens verschijnen niet in het
uitleesvenster.
— De functie Auto Scroll werkt niet.
Een bepaald muziekstuk zoeken
— Automatic Music Sensor (AMS)
Druk tijdens het afspelen de SEEK/AMSregelaar even omhoog of omlaag.
Een volgend
muziekstuk zoeken
Een vorig
muziekstuk zoeken
Een bepaald punt in een
muziekstuk zoeken
— Handmatig zoeken
NL
Aan de slag/CD-speler
Met de disc memo-functie kunt u CD’s en CD
TEXT discs persoonlijk benoemen. Zie “Een
CD een naam geven” (pagina 32).
Als u echter gepersonaliseerde labels gebruikt,
krijgen die altijd voorrang op de
oorspronkelijke CD TEXT informatie als
dergelijke informatie wordt weergegeven.
U schakelt de functie Auto Scroll uit door in
stap 3 hierboven “A.Scrl off” te selecteren.
Druk tijdens het afspelen de SEEK/AMSregelaar omhoog of omlaag en hou hem
in die stand. Laat de regelaar los zodra u
de gewenste passage hebt gevonden.
Vooruit zoeken
Terug zoeken
Opmerking
” of “
” in
Als tijdens het zoeken “
het uitleesvenster verschijnt, hebt u het begin of
het einde van de CD bereikt en kunt u niet verder
zoeken.
9
Muzieknummers herhaald afspelen
— Repeat play
Een CD op diverse wijzen
weergeven
U kunt CD’s op diverse wijzen weergeven:
• Intro (Intro Scan) maakt het mogelijk om de
eerste 10 seconden van alle muziekstukken
weer te geven.
• Repeat (Repeat Play) herhaalt het huidige
muziekstuk.
• Shuf (Shuffle Play) speelt alle muziekstukken
in willekeurige volgorde.
SHUF
7
8
SHIFT
1
NL
2
2
3
4
5
6
9
Druk herhaaldelijk op (7) (REP) tot
“Repeat
1” verschijnt.
DSPL
A
SET UP PLAY MODE
REP
SHUF
7
8
SHIFT
1
2
3
4
5
6
9
10
Druk op (SHIFT).
Kies “Repeat off” in stap 2 hierboven om terug
te keren naar normale weergave.
AF
REP
2
3
Druk op (SHIFT).
Elke keer dat u op (SHIFT) drukt, worden
alleen de items die u kunt selecteren in het
uitleesvenster weergegeven.
SET UP PLAY MODE
Druk tijdens het afspelen op (SHIFT).
Herhaalde weergave begint.
Het gewenste muziekstuk zoeken
— Intro scan
1
1
10
Druk herhaaldelijk op (4) (PLAY MODE)
tot “Intro” verschijnt.
Elke keer dat u op (4) (PLAY MODE)
drukt, worden de keuzemogelijkheden als
volgt gewijzigd:
Muzieknummers in willekeurige
volgorde afspelen — Shuffle Play
1
Druk tijdens het afspelen op (SHIFT).
2
Druk herhaaldelijk op (8) (SHUF) tot
“Shuf
1” verschijnt.
DSPL
PT
AF/T
SET UP PLAY MODE
REP
SHUF
7
8
T
SHIFT
1
Intro ˜ PGM
2
3
4
5
6
9
10
Weergave in willekeurige volgorde begint.
PLAY MODE
3
3
Druk op (5) (n) om “Intro on” te kiezen.
PLAY MODE
Intro Scan begint.
4
Druk op (SHIFT).
Kies “Intro off” in stap 3 hierboven als u wilt
terugkeren naar de standaard afspeelmodus.
10
Druk op (SHIFT).
Kies “Shuf off” in stap 2 hierboven om terug te
keren naar normale weergave.
Een programma instellen
— CD-programmageheugen
Door een programma te maken, kunt u de
muziekstukken in de door u gewenste
volgorde afspelen. U kunt twee programma’s
maken: Programma 1 en Programma 2. Elk
programma kan maximaal 12 muziekstukken
bevatten. De programma’s kunnen in het
geheugen worden opgeslagen.
1
Druk op (SHIFT), en druk vervolgens
tenminste twee seconden op (4) (PLAY
MODE).
Het opgeslagen programma
afspelen
U hebt de keuze uit:
• PGM 1 om Programma 1 af te spelen.
• PGM 2 om Programma 2 af te spelen.
• PGM 1+2 om Programma 1 en 2 af te spelen.
1
Druk op (SHIFT).
2
Druk herhaaldelijk op (4) (PLAY MODE)
totdat “PGM” wordt weergegeven.
3
Druk herhaaldelijk op (5) (n) tot het
gewenste programma wordt
weergegeven.
TRACK
Programma 1 weergeven
PLAY MODE
PGM1
ENTER
“P 1” geeft aan dat Programma 1 is
geselecteerd.
PLAY MODE
Als u Programma 2 wilt selecteren, drukt u
herhaaldelijk op (5) (n), totdat “P 2”
wordt weergegeven.
2
µ
Programma 2 weergeven
PGM
Druk de SEEK/AMS-regelaar omhoog of
omlaag om het muziekstuk te kiezen dat
u in het geheugen wilt invoeren.
2
PLAY MODE
NL
3
PGM1+2
Druk even op (6) (ENTER).
CD-speler
µ
Programma 1 en 2 weergeven
PLAY MODE
PLAY MODE
µ
ENTER
Normale weergave
µ
TRACK
PLAY MODE
PLAY MODE
ENTER
Het programma wordt afgespeeld.
4
Als u meer muziekstukken wilt opgeven,
herhaalt u stap 2 en 3.
5
Nadat u alle gewenste muziekstukken
hebt ingevoerd, drukt u gedurende twee
seconden op (4) (PLAY MODE).
6
Druk op (SHIFT).
Opmerkingen
• “*Wait*” in het uitleesvenster geeft aan dat de
ingevoerde gegevens nog niet zijn ingelezen in
het geheugen.
• “*Mem Full*” verschijnt in het uitleesvenster
wanneer u meer dan 12 muziekstukken in een
programma probeert in te voeren.
4
Druk op (SHIFT).
Als u wilt terugkeren naar de standaard
afspeelmodus, kiest u “PGM off” in stap 3
hierboven.
Opmerking
Als geen enkel nummer in het programma is
vastgelegd, zal de aanduiding “Not ready” in het
uitleesvenster worden weergegeven.
Lees verder op de volgende bladzijde n
11
Het programma volledig wissen
1
Druk op (SHIFT), en druk vervolgens
tenminste twee seconden op (4) (PLAY
MODE).
Muziekstukken aan het programma
toevoegen
1
Druk op (SHIFT), en druk vervolgens
tenminste twee seconden op (4) (PLAY
MODE).
TRACK
TRACK
PLAY MODE
ENTER
“P 1” geeft aan dat Programma 1 is
geselecteerd.
2
PLAY MODE
Druk herhaaldelijk op (2) (N) totdat
“DEL” wordt weergegeven.
PLAY MODE
ENTER
Als u Programma 2 wilt selecteren, drukt u
herhaaldelijk op (5) (n), totdat “P 2”
wordt weergegeven.
2
Als u Programma 2 wilt wissen, drukt u
herhaaldelijk op (5) (n), totdat “PGM 2”
wordt weergegeven.
3
Druk op (2) (N) of (5) (n) om naar de
geheugenplaats te gaan waar u een
muziekstuk wilt invoegen.
Geheugenplaats muziekstuk
TRACK
Druk twee seconden op (6) (ENTER).
PLAY MODE
PLAY MODE
NL
ENTER
Als u klaar bent met het wissen van
programma’s, drukt u twee seconden op
(4) (PLAY MODE).
5
Druk op (SHIFT).
ENTER
3
Druk de SEEK/AMS-regelaar omhoog of
omlaag om het muziekstuk te kiezen dat
u wilt invoegen.
4
Druk even op (6) (ENTER) om het
muziekstuk in te voeren.
Het huidige muziekstuk op de betreffende
geheugenplaats en de daarop volgende
muziekstukken schuiven naar beneden.
5
Herhaal de stappen 2 tot en met 4 om
meer muziekstukken aan het programma
toe te voegen.
Het programma wordt volledig gewist.
4
ENTER
“P 1” geeft aan dat Programma 1 is
geselecteerd.
Opmerking
Zodra alle 12 geheugenplaatsen vol zijn, wordt
in het uitleesvenster “*Mem Full*”
weergegeven. Het is dan niet mogelijk meer
muziekstukken in te voeren.
12
6
Als u klaar bent met het invoeren van
muziekstukken, drukt u twee seconden
op (4) (PLAY MODE).
7
Druk op (SHIFT).
Muziekstukken in het programma
wissen
1
Druk op (SHIFT), en druk vervolgens
tenminste twee seconden op (4) (PLAY
MODE).
TRACK
PLAY MODE
ENTER
“P 1” geeft aan dat Programma 1 is
geselecteerd.
Als u Programma 2 wilt selecteren, drukt u
herhaaldelijk op (5) (n), totdat “P 2”
wordt weergegeven.
2
Druk op (2) (N) of (5) (n) om het
muziekstuk dat u wilt wissen te
selecteren.
Geheugenplaats muziekstuk
TRACK
PLAY MODE
Radio
Stations automatisch
opslaan
— Best Tuning Memory (BTM)
Deze functie selecteert de stations met de
sterkste signalen en legt deze vast in de
volgorde van hun frequentie. U kunt op elke
band (FM1, FM2, MW en LW) 10 stations
opslaan.
VOORKOM ONGEVALLEN!
Wilt u tijdens het rijden afstemmen op een
station, gebruik dan Best Tuning Memory om
ongevallen te voorkomen.
1
ENTER
Het muziekstuk dat op dit moment is
vastgelegd op geheugenplaats 6 van
Programma 1.
Druk twee seconden op (6) (ENTER).
Wanneer u een muziekstuk uit een
geheugenplaats verwijdert, schuiven de
andere muziekstukken een plaats omhoog
om de ruimte op te vullen.
DISC
CD ˜ TUNER
2
z FM1
ENTER
z FM2
z MW
z LW
3
Druk op (SHIFT) en herhaalde malen op
(4) (PLAY MODE) tot “B.T.M” verschijnt.
4
Druk op (5) (n).
De stations worden in volgorde van hun
frequentie onder de voorkeuzetoetsen
opgeslagen.
Er weerklinkt een geluidssignaal en de
instelling wordt opgeslagen.
5
Druk op (SHIFT).
µ
TRACK
ENTER
4
Herhaal de stappen 2 en 3 om meer
muziekstukken te wissen.
5
Als u klaar bent met het wissen van
muziekstukken, drukt u twee seconden
op (4) (PLAY MODE).
6
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te kiezen.
Bij elke druk op (MODE) verandert de band
als volgt:
TRACK
PLAY MODE
PLAY MODE
NL
Druk op (SHIFT).
CD-speler/Radio
3
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
tuner te kiezen.
Bij elke druk op (SOURCE) verandert de
geluidsbron als volgt:
Opmerkingen
• Stations met zwakke frequenties zullen niet
onder de voorkeuzetoetsen worden opgeslagen.
Indien slechts enkele stations kunnen worden
ontvangen, zal voor een aantal
voorkeuzetoetsen de vroegere instelling
behouden blijven.
• Indien een voorkeuzestation in het uitleesvenster
wordt weergegeven, zullen stations worden
opgeslagen op alle voorkeuzetoetsen vanaf het
huidig weergegeven voorkeuzestation.
13
Uitsluitend bepaalde
stations vastleggen
Indien u niet kunt afstemmen op
een voorkeuzestation
Druk de SEEK/AMS-regelaar even
omhoog of omlaag om naar het station
te zoeken (automatisch afstemmen).
Het zoeken stopt zodra een station wordt
ontvangen. Druk de SEEK/AMS-regelaar
herhaaldelijk omhoog of omlaag tot het
gewenste station wordt ontvangen.
U kunt tot 20 stations opslaan (10 voor FM1 en
10 voor FM2) en 10 voor LW in de door u
gewenste volgorde.
1
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te kiezen (FM1, FM2, MW of LW).
3
Druk de SEEK/AMS-regelaar omhoog of
omlaag om af te stemmen op het station
dat u onder de toets met het
voorkeuzenummer wilt opslaan.
4
NL
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
tuner te kiezen.
Houd de toets met het voorkeuzenummer
((1) tot (10)) ingedrukt, tot “MEM”
verschijnt.
Het nummer van de voorkeuzetoets wordt
weergegeven in het uitleesvenster.
Opmerking
Als u opnieuw een station opslaat onder dezelfde
voorkeuzetoets, zal het eerder opgeslagen station
worden gewist.
Ontvangst van de
opgeslagen stations
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
tuner te kiezen.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te kiezen (FM1, FM2, MW of LW).
3
Druk even op de cijfertoets ((1) tot (10))
waaronder het gewenste station is
opgeslagen.
Opmerking
Als tijdens automatisch zoeken te vaak wordt
gestopt, drukt u op (SHIFT) en vervolgens
herhaaldelijk op (4) (PLAY MODE), totdat “Local”
(stand lokaal zoeken) wordt weergegeven. Druk
vervolgens op (5) (n) om “Local on” (aan) te
kiezen. Druk op (SHIFT).
In deze stand zal uitsluitend worden afgestemd op
stations met relatief sterke signalen.
Tip
Als u de frequentie kent van het station dat u wilt
beluisteren, druk dan de SEEK/AMS-regelaar
omhoog of omlaag tot het gewenste station wordt
ontvangen (handmatig afstemmen).
Bij slechte FM stereo-ontvangst
— Stand mono
1
Druk op (SHIFT), en druk vervolgens op
(4) (PLAY MODE) totdat “Mono” wordt
weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op (5) (n), totdat
“Mono on” wordt weergegeven.
De geluidskwaliteit verbetert, maar de
weergave wordt mono (de “ST”aanduiding is niet meer zichtbaar).
3
Druk op (SHIFT).
Als u wilt terugkeren naar de standaard
afspeelmodus, kiest u “Mono off” in stap 2
hierboven.
Het uitleesvenster wijzigen
Telkens als u op (DSPL) drukt, verandert het
uitleesvenster als volgt:
z Frequentie
z Klok
MOTION DISPLAY* Z
* Alle bovenvermelde items rollen één voor één
over het uitleesvenster.
14
RDS
De weergave in het uitleesvenster
wijzigen
Telkens als u op (DSPL) drukt, verandert het
uitleesvenster als volgt:
z Stationsnaam (Frequentie)
Overzicht van de RDSfunctie
Radio Data System (RDS) is een zenderservice
waarmee FM-stations digitale informatie
kunnen meezenden met het reguliere radioprogrammasignaal. Hiermee beschikt u via uw
autoradio over een aantal extra diensten, zoals
automatisch opnieuw afstemmen op eenzelfde
programma, het luisteren naar
verkeersinformatie en het zoeken naar stations
met een bepaald type programma’s.
Opmerkingen
• In bepaalde landen of gebieden zijn mogelijk
niet alle RDS-functies beschikbaar.
• RDS zal mogelijk niet goed werken als het
ontvangen signaal zwak is, of als het station
waarop u hebt afgestemd geen RDS-gegevens
uitzendt.
MOTION DISPLAY* Z
* Alle bovenvermelde items rollen één voor één
over het uitleesvenster.
Opmerking
“NO Name” verschijnt indien het ontvangen
station geen RDS-gegevens uitzendt.
Automatisch opnieuw
afstemmen op eenzelfde
programma
— Alternatieve Frequenties (AF)
De AF-functie (alternatieve frequenties) kiest
uit een netwerk automatisch het station met
het sterkste signaal, en stemt hierop af.
Dankzij deze functie kunt u tijdens het
afleggen van langere afstanden blijven
luisteren naar eenzelfde programma, zonder
het station handmatig opnieuw te hoeven
instellen.
Frequenties worden automatisch ingesteld.
De naam van het huidige station verschijnt in
het uitleesvenster.
98,5MHz
Kies een FM-station (pagina 13).
Zodra u afstemt op een FM-station dat
RDS-gegevens uitzendt, zal de naam van
het station worden weergegeven in het
uitleesvenster.
NL
Radio/RDS
De naam van het station
weergeven
z Klok
96,0MHz
Station
102,5MHz
Opmerking
Het teken “*” geeft aan dat een RDS-station wordt
ontvangen.
1
Kies een FM-station (pagina 13).
2
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot
“AF on” wordt weergegeven in het
uitleesvenster.
Er wordt vervolgens gezocht naar een
alternatief station met een sterker signaal in
hetzelfde netwerk.
Opmerking
Als er geen alternatief station is in de omgeving,
en er is geen noodzaak tot het zoeken van
alternatieve stations, schakelt u de AF-functie uit
door herhaaldelijk op (AF/TA) te drukken, totdat
“AF TA off” wordt weergegeven.
Lees verder op de volgende bladzijde n
15
De weergave in het uitleesvenster
wijzigen
Lokale verbindingsfunctie
(Uitsluitend voor Groot-Brittannië)
Telkens wanneer u drukt op (AF/TA), wordt de
weergave als volgt gewijzigd:
Met de Local Link functie kunt u andere lokale
zenders in de streek kiezen, ook al zijn die niet
onder de cijfertoetsen opgeslagen.
” AF on
” TA on
” AF TA on*
AF TA off “
1
Druk op een cijfertoets ((1) tot (10))
waaronder een lokale zender is
opgeslagen.
2
Druk binnen de vijf seconden nogmaals
op de cijfertoets van de lokale zender.
3
Herhaal deze procedure tot u de
gewenste lokale zender ontvangt.
* Met deze keuze schakelt u zowel de AF- als de
TA-functies in.
Opmerkingen
• “NO AF”, afgewisseld door de stationsnaam
geeft aan dat er geen alternatief station in het
netwerk kan worden gevonden.
• Als de stationsnaam gaat knipperen nadat u
hebt afgestemd op een station met de AFfunctie, betekent dit dat er geen alternatieve
frequentie beschikbaar is. Druk de
SEEK/AMS-regelaar omhoog of omlaag terwijl de
stationsnaam knippert (ongeveer acht seconden).
Er zal dan worden gezocht naar een andere
frequentie met dezelfde PI (Programme
Identification) gegevens (“PI seek” verschijnt en
de geluidsweergave blijft uitgeschakeld). Als
geen andere frequentie kan worden gevonden,
verschijnt “NO PI” en wordt teruggekeerd naar
de oorspronkelijk gekozen frequentie.
NL
Een regionaal programma
beluisteren
De functie “REG on” (regionaal) maakt het
mogelijk dat u afgestemd blijft op een
plaatselijk programma, zonder dat het
apparaat overschakelt naar een ander station
in het gebied. (Hierbij dient de functie AF te
zijn ingeschakeld.) De standaardinstelling van
het apparaat is “REG on”. U kunt deze functie
als volgt uitschakelen.
1
Druk op (SHIFT) en vervolgens
herhaaldelijk op (4) (PLAY MODE) tot
“REG” verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op (5) (n) tot “REG
off” verschijnt.
3
Druk op (SHIFT).
Met de instelling “REG off” kan het toestel
overschakelen naar een andere zender van
hetzelfde netwerk.
Om terug te keren naar regionale ontvangst,
kiest u “REG on” in stap 2 hierboven.
Opmerking
Deze functie kan niet worden gebruikt in GrootBrittannië en in bepaalde andere gebieden.
16
Luisteren naar
verkeersinformatie
Met Traffic Announcement (TA) en Traffic
Programme (TP) wordt automatisch afgestemd
op een FM-station dat verkeersinformatie
uitzendt, zelfs als u op dat moment naar een
andere programmabron luistert.
Druk een aantal malen op (AF/TA) totdat
“TA on” of “AF TA on” in het
uitleesvenster wordt weergegeven.
Het apparaat gaat zoeken naar een station
dat verkeersinformatie uitzendt. Wanneer
een station met verkeersinformatie wordt
gevonden, wordt “TP” weergegeven in het
uitleesvenster.
Wanneer het verkeersbericht begint,
knippert “TA”. Het knipperen stopt
wanneer het bericht is afgelopen.
Tip
Als het verkeersbericht begint terwijl u naar een
andere programmabron luistert, wordt
automatisch overgeschakeld naar het
verkeersbericht. Na het verkeersbericht wordt
automatisch teruggeschakeld naar de
oorspronkelijke programmabron.
Druk even op (AF/TA) of (SOURCE).
Om alle verkeersberichten te annuleren, zet
u de functie af door op (AF/TA) te drukken.
“AF TA off” verschijnt dan.
Het volume van de
verkeersinformatie vooraf instellen
U kunt het volume van de verkeersinformatie
vooraf instellen, zodat u geen bericht mist.
Wanneer een verkeersbericht begint, wordt dit
automatisch weergegeven met het volume dat
u hebt ingesteld.
1
Selecteer het gewenste volume.
2
Druk twee seconden op (AF/TA).
“TA” verschijnt en de instelling wordt
opgeslagen.
Noodberichten ontvangen
Als een noodbericht binnenkomt terwijl u naar
de radio luistert, wordt automatisch
overgeschakeld naar het bericht. Als u naar
een andere programmabron luistert, hoort u
het noodbericht wanneer u AF of TA hebt
ingeschakeld. In dat geval wordt automatisch
overgeschakeld naar het noodbericht, ongeacht
waar u op dat moment naar luistert.
NL
RDS
Opmerkingen
• Als het ontvangen station geen
verkeersinformatie uitzendt, knippert “NO TP”
vijf seconden lang. Vervolgens wordt gezocht
naar een station dat wel verkeersinformatie
uitzendt.
• Wanneer “EON” samen met “TP” verschijnt in
het uitleesvenster, maakt het huidige station
gebruik van verkeersinformatie die wordt
uitgezonden door andere stations in hetzelfde
netwerk.
• Terwijl het toestel verkeersinformatie ontvangt,
werken de stemsturing en de stemmemo-functies
niet.
Het huidige verkeersbericht
annuleren
17
De RDS-stations instellen
met de AF- en TAgegevens
Wanneer u de RDS-stations instelt, worden
voor elk station de gegevens en de frequentie
opgeslagen, zodat u de functie AF of TA niet
steeds hoeft in te schakelen wanneer u afstemt
op het ingestelde station. U kunt voor elk
voorkeuzestation een andere instelling
opgeven (AF, TA of beide) of alle
voorkeuzestations dezelfde instelling geven.
Alle voorkeuzestations op dezelfde
wijze instellen
NL
1
Kies een FM band (pagina 13).
2
Druk een aantal malen op (AF/TA) om
“AF on”, “TA on” of “AF TA on” (voor
zowel AF- als TA-functies) te selecteren.
Wanneer u “AF TA off” selecteert, worden
niet alleen RDS-stations maar ook nietRDS-stations opgeslagen.
3
— Traffic Information Replay (TIR)
U kunt de laatst ontvangen
verkeersuitzendingen opnemen om ze
naderhand te beluisteren.
Zodra verkeersinformatie wordt uitgezonden,
zal het apparaat automatisch maximaal acht
verkeersberichten opnemen en bewaren.
Als de opname langer is dan acht minuten,
wordt de opgenomen informatie bijgewerkt,
zodat u steeds over de nieuwste
verkeersinformatie beschikt.
De TIR-functie schakelt het apparaat aan en
neemt dan automatisch verkeersuitzendingen
op voor maximaal twee uur vanaf een vooraf
gekozen tijdstip.
Tijd en zender instellen
1
Houd (TIR) ingedrukt tot “TIR” wordt
weergegeven in het uitleesvenster.
2
Druk herhaaldelijk op (5) (n) tot “TIR
on” wordt weergegeven.
Druk op (SHIFT) en vervolgens
herhaaldelijk op (4) (PLAY MODE) tot
“B.T.M” verschijnt.
4
Druk op (5) (n) tot “B.T.M” knippert.
5
Druk op (SHIFT).
Voor elk voorkeuzestation een
andere instelling opgeven
1
Selecteer een FM-band en stem af op het
gewenste station.
2
Druk een aantal malen op (AF/TA) om
“AF on”, “TA on” of “AF TA on” (voor
zowel AF- als TA-functies) te selecteren.
3
Verkeersinformatie
opnemen
Houd de gewenste cijfertoets ingedrukt
tot “MEM” verschijnt.
Herhaal vanaf stap 1 als u andere stations
wilt instellen.
Tip
Als u de instelling van AF en/of TA wilt wijzigen
nadat u hebt afgestemd op een voorkeuzezender,
kunt u dit doen door de functie AF of TA aan of
uit te schakelen.
REG
3
Druk herhaaldelijk op (TIR) tot de
tijdsaanduiding wordt weergegeven.
REG
1 Draai de keuzeknop om de uren in te
stellen.
REG
2 Druk op (5) (n) tot de aanduiding
voor de minuten gaat knipperen.
REG
3 Draai de keuzeknop om de miuten in
te stellen.
REG
18
4
Druk op (TIR).
Opgenomen verkeersinformatie
weergeven
5
Kies het gewenste station door op een
van de voorkeuzetoetsen te drukken of
de SEEK/AMS-regelaar omhoog of
omlaag te drukken.
Als er opgenomen verkeersuitzendingen zijn
die u nog niet hebt beluisterd, knippert de
aanduiding t.
6
1
Druk op (TIR).
De meest recente verkeersinformatie wordt
weergegeven. U kunt eerdere
verkeersinformatie beluisteren door te
drukken op (TIR) of de
SEEK/AMS-regelaar omhoog of omlaag te
drukken.
Druk de SEEK/AMS-regelaar omlaag om
een bericht te herhalen. Als er geen
verkeersinformatie is opgenomen verschijnt
in het uitleesvenster de aanduiding “NO
Data”.
2
Druk op (TIR) om terug te gaan naar het
oorspronkelijke programma.
Keer terug naar de vorige weergave van
het uitleesvenster door twee seconden
op (TIR) te drukken.
t licht op.
8
De speler wordt automatisch ingeschakeld
en wacht gedurende vier uur op
verkeersinformatie (twee uur voor en twee
uur na de ingestelde tijd).
Als tijdens het zoeken blijkt dat de
vooringestelde zenders geen
verkeersinformatie uitzenden, gaat het
apparaat op zoek naar andere (TP)
verkeersinformatie- zenders.
RDS
De TIR-functie annuleren
NL
Selecteer “TIR off” in stap 2 die hiervoor
is beschreven.
Tips
• Terwijl het apparaat een verkeersuitzending
opneemt, knipperen de aanduidingen t en
“TA”.
• Als de speler geen enkele TP-zender kan vinden,
zal om de vijf minuten naar mogelijke
TP-zenders worden gezocht.
• Als u de contactsleutel uit het slot haalt terwijl
de functie TIR is aangeschakeld, gaan “TIR on”
en t een aantal malen knipperen.
Opmerkingen
• De speler blijft, zolang de TIR-functie is
aangeschakeld, twee uur nadat u het contact van
de auto hebt uitgeschakeld in de wachtstand
voor verkeersinformatie.
• Als de auto beschikt over een elektrische
antenne, zal deze telkens worden uitgeschoven
als de speler zoekt naar een zender met
verkeersinformatie. Een niet-elektrische antenne
dient volledig te zijn uitgeschoven.
• Als u de auto gedurende ongeveer tien dagen
niet gebruikt, wordt de TIR-functie automatisch
uitgeschakeld, ook al staat die aan, om te
voorkomen dat de accu wordt uitgeput.
• Terwijl het toestel verkeersinformatie opneemt
of weergeeft, werken de stemsturing en de
stemmemo-functies niet.
19
Een station zoeken aan de
hand van het
programmatype
1
U kunt het gewenste station zoeken door een
van de volgende programmatypen te selecteren.
NL
Programmatypen
Nieuws
Actualiteiten
Informatie
Sport
Educatieve programma’s
Toneel
Cultuur
Wetenschap
Diversen
Populaire muziek
Rock-muziek
Middle of the Road-muziek
Licht klassiek
Klassiek
Ander type muziek
Weerberichten
Financiën
Kinderprogramma’s
Sociale zaken
Religie
Phone In
Reizen
Ontspanning
Jazz-muziek
Country-muziek
Nationale muziek
Oldies
Folk-muziek
Documentaires
Niet opgegeven
Uitleesvenster
News
Affairs
Info
Sport
Educate
Drama
Culture
Science
Varied
Pop M
Rock M
M.o.R.M
Light M
Classics
Other M
Weather
Finance
Children
Social A
Religion
Phone In
Travel
Leisure
Jazz
Country
Nation M
Oldies
Folk M
Document
None
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in een aantal
landen waar geen gegevens over PTY (selectie
programmatype) beschikbaar zijn.
20
Druk op (PTY/LIST) tijdens FM-ontvangst
totdat “PTY” in het uitleesvenster wordt
weergegeven.
De aanduiding voor het huidige
programmatype wordt weergegeven als het
station de PTY-gegevens uitzendt. Als het
ontvangen station geen RDS-station is of als
de RDS-gegevens niet worden ontvangen,
wordt “- - - - -” weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op (PTY/LIST) totdat
het gewenste programmatype wordt
weergegeven.
De programmatypes verschijnen in dezelfde
volgorde als in de voorgaande tabel. U kunt
niet “None” (Niet opgegeven) opgeven om
te zoeken.
3
Druk de SEEK/AMS-regelaar omhoog of
omlaag.
Er wordt gezocht naar een station dat het
geselecteerde programmatype uitzendt.
Wanneer het programma wordt gevonden,
wordt het programmatype nogmaals vijf
seconden weergegeven.
Wanneer het programmatype niet wordt
gevonden, worden vijf seconden lang
afwisselend “NO” en het programmatype
weergegeven. Vervolgens wordt het vorige
station weer weergegeven.
De klok automatisch
instellen
Met de CT-gegevens (Clock Time, kloktijd) van
de RDS-uitzending wordt de klok automatisch
ingesteld.
1
Druk op (SHIFT), en druk vervolgens
herhaaldelijk op (3) (SET UP) totdat “CT”
wordt weergegeven.
SET UP
2
Druk herhaaldelijk op (5) (n) totdat “CT
on” wordt weergegeven.
De klok is ingesteld.
SET UP
3
Stemsturing
U kunt een passende gesproken instructie
opnemen voor elke bron, dus CD, MD* en een
radiostation. Na de opname kunt u de bron
dan activeren door dit commando in te
spreken in de meegeleverde microfoon. Dit
toestel is uitgerust met 12 “V Drive” boxes
voor het opnemen van commando’s.
* Wanneer u op een CD/MD wisselaar aansluit met
een PGM (Programme memory) functie, kan u
een CD vragen in de CD/MD wisselaar.
Gebruik de bedieningssatelliet om deze functie
te bedienen.
Opmerking
Wanneer het toestel verkeersberichten aan het
ontvangen, opnemen of weergeven is, is de voice
drive functie niet werkzaam.
Druk op (SHIFT) om terug te keren naar
het normale uitleesvenster.
De CT-functie annuleren
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook
al wordt wel een RDS-station ontvangen.
• Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de
CT-functie en de werkelijke tijd.
1
Speel een CD of MD af, of stem af op een
radiostation waarvoor u een commando
wilt opnemen.
2
Hou (TALK) op de bedieningssatelliet
ingedrukt tot “V Drive” verschijnt.
NL
RDS/Stemherkenning
Selecteer “CT off” in stap 2 die hiervoor
is beschreven.
Een “V Drive” box kiezen
voor opname
VOICE
Opmerking
Als het toestel overschakelt naar de instelstand,
stopt de weergave of ontvangst.
Tip
Als de “V Drive” box die in stap 2 wordt gekozen,
al een opgenomen commando bevat, begint die te
spelen.
Lees verder op de volgende bladzijde n
21
3
Kies een “V Drive” box voor opname met
behulp van de SEEK/AMS regelaar op het
toestel of op de bedieningssatelliet.
VOICE
Tip
Als u een boxnummer kiest dat al voor een
bepaalde bron wordt gebruikt, begint die te
spelen.
Een stemcommando
opnemen
1
Na het kiezen van een “V Drive” box
voor opname, drukt u op (TALK) op de
bedieningssatelliet.
2
Na de gesproken instructie “Please speak
now.”, spreekt u het gewenste
commando in de richting van de
meegeleverde microfoon.
NL
Please
speak
now.
3
Na de gesproken instructie “Please
repeat.”, herhaalt u nog eens hetzelfde
commando.
Please
repeat.
4
Na de gesproken instructie “Please
repeat.”, herhaalt u hetzelfde commando
nog eenmaal.
Please
repeat.
22
Het toestel neemt de gesproken neemt de
gesproken zin in dit stadium op om de
opgenomen zin later te kunnen identificeren.
Als het toestel antwoordt met “OK!”, is de
opname gelukt.
Opmerkingen
• Neem geen instructies op tijdens het rijden om
de verkeersveiligheid niet in het gedrang te
brengen.
• Antwoord na de gesproken instructie van het
toestel.
• Wanneer u een piepgeluid hoort, is de opname
mislukt. Herhaal de procedure dan vanaf stap 1.
• Gebruik geen zinnen die ongeveer hetzelfde
klinken, zoals “Sony POPS 1” en “Sony POPS 2”,
omdat het toestel mogelijk het verschil niet
hoort.
• Na de gesproken instructie van het toestel moet
u binnen de drie seconden antwoorden.
Tips
• Bij het opnemen van commando’s moet u luid en
duidelijk spreken zodat het toestel ze goed
begrijpt.
• Neem commando’s alleen op wanneer de auto
stilstaat met draaiende motor. Uw stem klinkt
dan duidelijker dan tijdens het rijden.
• De gesproken instructies zijn in het Engels, maar
toch kunnen commando’s in elke taal worden
opgenomen.
• Het volume van de gesproken instructies kan
worden geregeld op het toestel of de
bedieningssatelliet.
Een opgenomen bron
opvragen
U kunt een geregistreerde bron opvragen
terwijl u naar een andere bron luistert of
terwijl de tijd wordt aangegeven.
1
Druk op (TALK) op de
bedieningssatelliet.
VOICE
Stemmemo
Voice Memo is een functie waarmee u
gesproken berichten kunt opnemen, zoals
bijvoorbeeld de naam van een liedje dat u op
de radio hoort of een idee dat u te binnen
schiet. Met deze functie kunnen maximum zes
stemmemo’s worden opgenomen. Een
stemmemo mag maximum 15 seconden duren.
MEMO 1
MEMO 6
2
Na de gesproken instructie “Please speak
now.” spreekt u het opgenomen
commando in, zoals bijvoorbeeld een
disc-naam of een radiostation.
Please
speak
now.
3
Als het toestel het commando niet
begrijpt;
antwoordt het met “Please speak again”.
Herhaal in dit geval dezelfde opgenomen
zin.
Opmerkingen
• Als het toestel een zin drie maal niet begrijpt,
weerklinkt een pieptoon en keert het toestel
terug naar de vorige bron. Herhaal dan de
procedure vanaf stap 1.
• In een lawaaierige omgeving kan het toestel
eventueel de opgenomen instructie niet
begrijpen. Sluit dan alle ruiten en probeer het
opnieuw.
• Als u zich ver van de microfoon bevindt, spreek
dan luider of kom dichter bij de microfoon.
Tips
• Indien u niet antwoord binnen de drie seconden
na de gesproken instructie, antwoordt het
toestel “Please speak now”.
• Spreek bij het opvragen van een geregistreerde
bron luid en duidelijk zodat het toestel die
makkelijk kan herkennen.
• Als het toestel de instructie moeilijk herkent,
neem die dan opnieuw op.
MEMO 5
MEMO 3
MEMO 4
U kunt een stemmemo opnemen of afspelen
terwijl u een bron beluistert of terwijl de tijd
wordt aangegeven.
Gebruik de bedieningssatelliet om deze functie
te bedienen.
Opmerking
Wanneer het toestel verkeersberichten aan het
ontvangen, opnemen of weergeven is, is de voice
memo functie niet werkzaam.
Een stemmemo opnemen
1
Druk op (REC) op de afstandsbediening
en spreek in de meegeleverde
microfoon.
VOICE
2
NL
Stemherkenning/Stemmemo
Als het toestel het commando begrijpt;
start de weergave van de disc of wordt
afgestemd op het station.
MEMO 2
De opname wordt beëindigd door
nogmaals op (REC) te drukken of door
het toestel gedurende 15 seconden
onaangeroerd te laten.
Opmerkingen
• De stemmemo’s worden opgenomen als “MEMO
1”, “MEMO 2”, enz., in de volgorde waarin ze
worden ingesproken.
• Als een pieptoon weerklinkt en “MEMO FULL”
verschijnt, is er geen ruimte meer voor
bijkomende stemmemo's. Wis dan eerst oude
stemmemo's om nieuwe te kunnen opnemen.
23
Een stemmemo afspelen
1
Werken met de
bedieningssatelliet
VOICE
2
Kies de gewenste stemmemo met behulp
van SEEK/AMS.
VOICE
3
Andere functies
Druk op (PLAY) op de
bedieningssatelliet.
Het afspelen begint vanaf MEMO 1.
Regel het volume op het hoofdtoestel of
met de bedieningssatelliet.
Na het afspelen van alle stemmemo’s
begint de vooraf gekozen bron weer
automatisch te spelen.
U bestuurt de bedieningssatelliet door op de
knoppen te drukken en/of aan de
bedieningselementen te draaien.
U kunt de optionele CD- of MD-apparatuur
met de bedieningssatelliet besturen.
Door op toetsen te drukken
(SOURCE en MODE)
(SOURCE)
(MODE)
De weergave van een stemmemo
onderbreken
NL
Druk op (PLAY) op de afstandsbediening.
De weergave stopt en het toestel keert
automatisch terug naar de vorige bron.
Bij elke druk op (SOURCE) verandert de
bron als volgt:
TUNER n CD n MD
Een stemmemo wissen
1
Speel de stemmemo af die u wilt wissen.
2
Hou (PLAY) op de bedieningssatelliet
ingedrukt tot u een pieptoon hoort.
De stemmemo wordt gewist en de nummers
van de volgende stemmemo’s schuiven op.
“MEMO 3”
wissen
24
“MEMO 4” schuift op
naar “MEMO 3.”
Door op (MODE) te drukken, verandert
de werkingsstand als volgt;
• Tuner : FM1 n FM2 n MW n LW
• CD-toestel : CD1 n CD2 n …
• MD-toestel : MD1 n MD2 n …
Tip
Als de knop POWER SELECT in de positie B staat,
kunt u het apparaat inschakelen door op de
bedieningssatelliet op (SOURCE) te drukken.
Druk op (SOUND) als
u het volume en het
surround-menu wilt
wijzigen.
Door aan de bedieningssatelliet te
draaien (SEEK/AMS)
Druk op (LIST) om:
• De gememoriseerde
namen weer te geven.
• Het programmatype
weer te geven.
Draai even aan de knop en laat hem los
om:
• Een bepaald muziekstuk op een disc te
zoeken. Draai aan het bedieningselement
en houd het in die positie om een bepaald
punt in een muziekstuk te zoeken, en laat
het vervolgens los om de weergave te
starten.
• Automatisch af te stemmen op stations.
Draai aan het bedieningselement en houd
het in die positie om af te stemmen op een
bepaald station.
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de
bedieningselementen is af fabriek ingesteld
zoals hieronder afgebeeld.
verhogen
Draai aan het bedieningselement en
druk het tegelijkertijd in als u:
•stations wilt ontvangen die zijn
opgeslagen onder de voorkeuzetoetsen.
• de CD wilt wijzigen.
verlagen
Als u de bedieningssatelliet rechts van de
stuurkolom moet monteren, kunt u de
werkingsrichting omkeren.
NL
Stemmemo/Andere functies
Door de bedieningssatelliet in te
drukken en te verdraaien (PRESET/
DISC)
Druk op (REC) om een stemmemo op
te nemen.
Houd (TALK)
ingedrukt om een
“V Drive” box te
kiezen voor
opname.
Druk om:
• een
stemcommando
op te nemen.
• een opgenomen
Druk op (PLAY) om de
bron op te vragen.
stemmemo weer te geven.
Houd (PLAY) ingedrukt om
de stemmemo te wissen.
Andere bewerkingen
Druk op (ATT)
als u het geluid
wilt dempen.
OFF
Draai aan het bedieningselement
VOL als u het volume wilt
aanpassen.
Druk op (OFF) als u
het apparaat wilt
uitschakelen.
Druk twee seconden op (SOUND) terwijl
u het bedieningselement VOL ingedrukt
houdt.
Tip
U kunt de werkingsrichting van de
bedieningselementen met het apparaat instellen
(pagina 26).
25
De geluidskenmerken
aanpassen
U kunt de hoge en lage tonen, de balans en de
fader instellen.
Voor elke geluidsbron kan het niveau voor
lage en hoge tonen worden vastgelegd.
1
Selecteer het onderdeel dat u wilt
aanpassen door een aantal malen op
(SOUND) te drukken.
VOL (volume) n SUB (subuitgangsvolume) n BAS (lage tonen) n
TRE (hoge tonen) n BAL (links-rechts) n
FAD (voor-achter)
2
NL
Wijzig het geselecteerde onderdeel door
de keuzeknop te draaien.
Breng de wijziging aan binnen de drie
seconden nadat u het onderdeel hebt
geselecteerd. (Na drie seconden
functioneert de knop weer als
volumeregelaar.)
Het geluid dempen
Druk op (ATT) op de bedieningssatelliet
of de draadloze afstandsbediening.
“ATT on” knippert even.
Als u het vorige geluidsniveau wilt herstellen,
drukt u nogmaals op (ATT).
•Dimmer wijzigt de intensiteit van het
uitleesvenster.
— Selecteer “Auto” als u alleen een minder
heldere weergave wenst wanneer u de
lichten aanzet.
— Selecteer “on” als u een minder heldere
weergave wenst.
— Kies “off” om Dimmer te desactiveren.
•Contrast wijzigt het contrast van het
uitleesvenster als dit door de
installatiepositie niet goed afleesbaar is.
•Stembegeleidingsfunctie voor gesproken
commentaar.
— Kies “Voice 1” voor een minimaal
begeleidingsvolume.
— Kies “Voice 2” voor een hoger volume
dan “Voice 1”.
— Kies “Voice 3” voor een maximaal
begeleidingsvolume.
— Kies “Voice off” om de
stembegeleidingsfunctie af te zetten.
•Beep schakelt het geluidsignaal in en uit.
•RM (bedieningssatelliet) wijzigt de
werkingsrichting van de bedieningssatelliet.
— Selecteer “norm” voor de standaard
instelling.
— Selecteer “rev” als u de bedieningssatelliet
rechts van de stuurkolom moet monteren.
•Loud (geluidsniveau): hierbij worden lage en
hoge tonen versterkt bij laag volume zodat ze
ook dan goed worden weergegeven.
•LPF (laagdoorlaatfilter) (pagina 27).
•A.Scrl (Auto Scroll) (pagina 9, 28).
1
Druk op (SHIFT).
2
Druk herhaaldelijk op (3) (SET UP) tot de
gewenste instelling wordt weergegeven.
Telkens wanneer u op (3) (SET UP) drukt,
worden de items als volgt gewijzigd:
Tip
Het volume wordt automatisch verlaagd wanneer
een telefoongesprek binnenkomt (functie
Telephone-ATT).
De instellingen voor het
geluid en het
uitleesvenster wijzigen
De volgende instellingen zijn mogelijk:
•Clock (Klok) (pagina 7).
•CT (Clock Time, Kloktijd) (pagina 21).
•D.Info (dubbele informatie) schakelt tussen
weergave van de klok plus de
weergavestand (ON) en de informatie (OFF).
•Amber/Green schakelt het uitleesvenster
tussen groen en amber.
26
Clock n CT n D.Info* n Amber/Green n
Dimmer n Contrast n Voice* n Beep n RM
n Loud* n LPF* n A.Scrl*
*Als u niet op een station hebt afgestemd of
als er geen CD of MD wordt afgespeeld,
worden deze items niet weergegeven.
Opmerking
De weergave in het uitleesvenster hangt af van
de geluidsbron.
3
Druk op (5) (n) om de gewenste
instelling te selecteren (bijvoorbeeld on
of off).
Bij het instellen van “Contrast” wordt het
contrast groter als u op (5) (n) druk en
kleiner als u op (2) (N) drukt.
4
Druk op (SHIFT).
Na de instelling verschijnt het
uitleesvenster voor standaard weergave.
De frequentie van de
subwoofer(s) instellen
U kunt de hoge en lage frequenties van het
signaal naar de aangesloten subwoofer(s)
aanpassen aan de specificaties van de
subwoofer(s). Door het instellen van de
afsnijdfrequentie bereikt u dat de subwoofer(s)
uitsluitend lage frequenties doorgeven,
waardoor een helderder geluidsbeeld ontstaat.
1
Druk op de (SOURCE) toets om in te
stellen op de gewenste geluidsbron
(radio, CD of minidisc).
2
Druk op (SHIFT) en vervolgens
herhaaldelijk op (3) (SET UP) tot “LPF”
verschijnt.
3
Druk herhaaldelijk op (5) (n) of (2)
(N) om de gewenste instelling te kiezen.
SET UP
LPF off ˜ LPF 80 Hz ˜ LPF 120 Hz
4
Druk op (SHIFT).
Zodra de frequentie-instelling voltooid is
keert het uitleesvenster terug naar de
gewone weergavestand.
CD/MD-apparatuur
U kunt met dit apparaat maximaal 7 CD- en
MD-toestellen bedienen.
Als u optionele CD-apparatuur met CD TEXT
functie aansluit, verschijnt de CD TEXT
informatie in het uitleesvenster bij het afspelen
van een CD TEXT disc.
Een CD of MD afspelen
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
CD of MD te kiezen.
2
Druk op (MODE) tot de gewenste
wisselaar verschijnt.
CD/MD-weergave start.
Als een CD/MD-wisselaar is aangesloten,
worden alle muziekstukken vanaf het begin
weergegeven.
De weergave in het afleesvenster
wijzigen
Telkens wanneer u tijdens de weergave van
een CD, CD TEXT of MD op (DSPL) drukt,
verandert het uitleesvenster als volgt:
$
Verstreken speelduur
NL
Andere functies
Telkens wanneer u op (5) (n) of (2) (N)
drukt, verandert de afsnijfrequentie in het
uitleesvenster als volgt:
Met uitbreidingsapparatuur
$
Disc-naam*1/artiestennaam*2
$
Muziekstuk-naam*3
$
Klok
$
MOTION DISPLAY*4
*1 Als u de disc niet hebt benoemd of als er geen
disc-naam is opgenomen op de MD, verschijnt
“NO D.Name” in het uitleesvenster.
2
* Bij het afspelen van een CD TEXT disc verschijnt
de artiestennaam achter de disc-naam in het
uitleesvenster. (Alleen voor CD TEXT discs met
artiestennaam.)
3
* Als de track-naam van een CD TEXT disc of MD
niet is opgenomen, verschijnt “NO T.Name” in
het uitleesvenster.
4
* Alle bovenvermelde items rollen één voor één
over het uitleesvenster.
Lees verder op de volgende bladzijde n
27
Met de disc memo-functie kunt u CD’s en CD
TEXT discs persoonlijk benoemen. Zie “Een
CD een naam geven” (pagina 32).
Als u echter gepersonaliseerde labels gebruikt,
krijgen die altijd voorrang op de
oorspronkelijke CD TEXT informatie als
dergelijke informatie wordt weergegeven.
Tips
• Als de naam van de MD of CD TEXT disc te lang
is, kunt u hem over het uitleesvenster laten
rollen door op (SHIFT) en vervolgens op (2) (N)
te drukken.
• Om de originele CD TEXT informatie weer te
laten verschijnen nadat u een CD TEXT
persoonlijk hebt benoemd, drukt u op (SHIFT)
en vervolgens op (5) (n).
Een bepaald muziekstuk zoeken
— Automatic Music Sensor (AMS)
Druk tijdens het afspelen de SEEK/AMSregelaar eenmaal omhoog of omlaag
voor elk muziekstuk dat u wilt overslaan.
Een volgend
muziekstuk zoeken
Een vorig muziekstuk
zoeken
Een bepaald punt in een
muziekstuk zoeken
— Handmatig zoeken
Druk tijdens het afspelen de SEEK/AMSregelaar omhoog of omlaag en hou hem
in die stand. Laat de regelaar los zodra u
de gewenste passage hebt gevonden.
De titel van een CD of MD
automatisch verschuiven
— Auto Scroll
Als de disc-/artiesten of track-naam op een
CD TEXT of MD langer is dan 10 tekens en de
Auto Scroll-functie aan staat, rolt het volgende
automatisch in het uitleesvenster.
NL
• De disc-naam verschijnt wanneer u van disc
verandert (indien de disc-naam is geselecteerd).
• De track-naam verschijnt wanneer u van track
verandert (indien de track-naam is geselecteerd).
Vooruit zoeken
Achteruit zoeken
Een disc zoeken op discnummer
— Directe selectie van discs
Als u op (DSPL) drukt om de indicatie op het
uitleesvenster te wijzigen, rolt de disc- of tracknaam van de MD of CD TEXT disc
automatisch met aan- of uitgeschakelde
functie.
1
Druk tijdens het afspelen op (SHIFT).
2
Druk herhaaldelijk op (3) (SET UP) tot
“A.Scrl” verschijnt.
3
Druk op (5) (n) om “A.Scrl on” te
kiezen.
4
Druk op (SHIFT).
U schakelt de functie Auto Scroll uit door in
stap 3 hierboven “A.Scrl off” te selecteren.
Opmerking
Voor sommige CD TEXT discs met heel veel tekens,
kan het volgende zich voordoen:
— sommige tekens verschijnen niet in het
uitleesvenster.
— De functie Auto Scroll werkt niet.
28
Druk op de voorkeuzetoets ((1) tot
(10))met het nummer van de gewenste
disc.
De gewenste disc in de huidige wisselaar
begint.
Muziekstukken
gedeeltelijk weergeven
— Intro scan
U kunt de eerste 10 seconden afspelen van alle
muziekstukken op de huidige disc.
1
Druk tijdens weergave op (SHIFT) en
druk vervolgens herhaaldelijk op (4)
(PLAY MODE), tot “Intro” wordt
weergegeven.
2
Druk op (5) (n) om “Intro on” te
selecteren.
De intro’s worden afgespeeld.
3
Druk op (SHIFT).
U keert terug naar de gewone weergavestand
door in stap 2 “Intro off” te kiezen.
Muziekstukken herhaald
afspelen — Repeat play
U hebt de keuze uit:
• Repeat 1 om een muziekstuk te herhalen.
• Repeat 2 om een disc te herhalen.
1
Druk tijdens het afspelen op (SHIFT).
2
Druk herhaaldelijk op (7) (REP) tot de
gewenste instelling verschijnt.
z Repeat 1
z Repeat 2
Een programma maken
— Programmageheugen (CD/MDapparatuur met programmageheugen)
Door een programma te maken, kunt u de
muziekstukken in de door u gewenste
volgorde afspelen. U kunt 2 programma’s
maken: Programma 1 en Programma 2. In elk
programma kunt u maximaal 12
muziekstukken vastleggen. U kunt de
programma’s opslaan in het geheugen.
1
Repeat off Z
Herhaalde weergave begint.
3
Druk op (SHIFT), en druk vervolgens
tenminste twee seconden op (4) (PLAY
MODE).
Stand programma bewerken
DISC
Druk op (SHIFT).
TRACK
PLAY MODE
U keert terug naar de gewone weergavestand
door in stap 2 “Repeat off” te kiezen.
Als de disc een titel heeft, wordt de stand
Bank bewerken weergegeven. Druk op (4)
(PLAY MODE) om “P 1” weer te geven.
1
Druk tijdens het afspelen op (SHIFT).
2
Druk herhaaldelijk op (8) (SHUF) tot de
gewenste instelling verschijnt.
z Shuf 1
Als u programma 2 wilt selecteren, drukt u
herhaaldelijk op (5) (n), totdat “P 2”
wordt weergegeven.
2
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om het
toestel te kiezen.
3 Druk op (SHIFT), en druk op een
voorkeuzetoets om de disc te
selecteren.
4 Druk op (SHIFT).
z Shuf All
5 Selecteer het muziekstuk door de
SEEK/AMS regelaar omhoog of
omlaag te drukken.
Shuf off Z
Weergave in willekeurige volgorde begint.
3
Druk op (SHIFT).
Selecteer het gewenste muziekstuk.
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
de CD of MD te selecteren.
NL
Andere functies/CD/MD-apparatuur
Muziekstukken in
willekeurige volgorde
afspelen — Shuffle play
U kunt kiezen uit de volgende instellingen:
•Shuf 1 speelt de muziekstukken op de
huidige disc af in willekeurige volgorde.
•Shuf All speelt alle muziekstukken af in
willekeurige volgorde.
ENTER
“P 1” geeft aan dat Programma 1 is
geselecteerd.
3
Druk even op (6) (ENTER).
U schakelt de functie Shuffle uit door in stap 2
hierboven “Shuf off” te selecteren.
PLAY MODE
ENTER
µ
DISC
PLAY MODE
TRACK
ENTER
Lees verder op de volgende bladzijde n
29
4
Herhaal de stappen 2 en 3 om meer
muziekstukken in te voeren.
5
Zodra u klaar bent met het invoeren van
muziekstukken, drukt u tenminste twee
seconden op (4) (PLAY MODE).
6
Druk op (SHIFT).
Opmerkingen
• “*Wait*” (wacht) wordt weergegeven in het
uitleesvenster als het apparaat de gegevens
uitleest of als er zich geen disc in de speler
bevindt.
• “*Mem Full*” verschijnt in het uitleesvenster
wanneer u meer dan 12 muziekstukken in een
programma probeert in te voeren.
Opmerkingen
• Als u op een voorkeuzetoets drukt terwijl een
programma wordt afgespeeld, wordt het
programma onderbroken en wordt de
geselecteerde disc afgespeeld.
• Als er geen muziekstukken zijn opgeslagen in
het programmageheugen, wordt “NO Data”
weergegeven.
• Als een muziekstuk dat in het geheugen is
geprogrammeerd niet in het magazijn aanwezig
is, wordt dit muziekstuk overgeslagen, en wordt
het volgende muziekstuk afgespeeld.
• Als het disc-magazijn geen muziekstukken bevat
die zijn opgeslagen in het programmageheugen,
of als de programma-informatie nog niet werd
geladen, verschijnt “Not ready”.
Het programma volledig wissen
1
Het opgeslagen programma
afspelen
Het programmageheugen wordt niet
gewijzigd als u de volgorde van de discs in het
toestel wijzigt.
NL
DISC
PLAY MODE
2
Druk herhaaldelijk op (4) (PLAY MODE)
totdat “PGM” wordt weergegeven.
Druk herhaaldelijk op (2) (N) totdat
“DEL” wordt weergegeven.
PLAY MODE
3
Druk herhaaldelijk op (5) (n) tot het
gewenste programma wordt
weergegeven.
z PGM 1
z PGM 2
ENTER
Als de disc een titel heeft, wordt de stand
Bank bewerken weergegeven. Druk op (4)
(PLAY MODE) om “P 1” weer te geven.
2
Druk op (SHIFT).
TRACK
“P 1” geeft aan dat Programma 1 is
geselecteerd.
U kunt de volgende instellingen selecteren:
•PGM 1 om Programma 1 af te spelen.
•PGM 2 om Programma 2 af te spelen.
•PGM 1+2 om de Programma’s 1 en 2 af te
spelen.
1
Druk op (SHIFT), en druk vervolgens
tenminste twee seconden op (4) (PLAY
MODE).
ENTER
Als u Programma 2 wilt wissen, drukt u
herhaaldelijk op (5) (n), totdat “PGM 2”
wordt weergegeven.
z PGM 1+2
PGM off Z
3
Druk twee seconden op (6) (ENTER).
Het programma wordt afgespeeld.
4
Druk op (SHIFT).
PLAY MODE
Alle geprogrammeerde muziekstukken
worden volledig gewist.
U schakelt de programmafunctie uit door in
stap 3 hierboven “PGM off” te selecteren.
30
ENTER
4
Als u klaar bent met het wissen van
programma’s, drukt u twee seconden op
(4) (PLAY MODE).
5
Druk op (SHIFT).
Muziekstukken aan het programma
toevoegen
Muziekstukken in het programma
wissen
1
1
Druk op (SHIFT), en druk vervolgens
tenminste twee seconden op (4) (PLAY
MODE).
DISC
TRACK
PLAY MODE
2
Druk op (SHIFT), en druk vervolgens
tenminste twee seconden op (4) (PLAY
MODE).
DISC
ENTER
PLAY MODE
“P 1” geeft aan dat programma 1 is
geselecteerd.
Als de disc een titel heeft, wordt de stand
Bank bewerken weergegeven. Druk op (4)
(PLAY MODE) om “P 1” weer te geven.
Als de disc een titel heeft, wordt de stand
Bank bewerken weergegeven. Druk op (4)
(PLAY MODE) om “P 1” weer te geven.
Als u Programma 2 wilt selecteren, drukt u
herhaaldelijk op (5) (n), totdat “P 2”
wordt weergegeven.
Als u Programma 2 wilt selecteren, drukt u
herhaaldelijk op (5) (n), totdat “P 2”
wordt weergegeven.
Druk op (2) (N) of (5) (n) om naar de
geheugenplaats te gaan waar u een
muziekstuk wilt invoegen.
DISC
PLAY MODE
2
Druk op (2) (N) of (5) (n) tot het
muziekstuk dat u wilt wissen wordt
weergegeven in het uitleesvenster.
Geheugenplaats muziekstuk
TRACK
DISC
ENTER
Druk de SEEK/AMS-regelaar omhoog of
omlaag om het muziekstuk te kiezen dat
u wilt invoegen.
PLAY MODE
3
6
Druk op (SHIFT).
Druk tenminste twee seconden op (6)
(ENTER).
Wanneer u een muziekstuk uit een
geheugenplaats verwijdert, schuiven de
andere muziekstukken een plaats omhoog
om de ruimte op te vullen.
DISC
NL
TRACK
PLAY MODE
ENTER
µ
Opmerking
Als alle 12 geheugenplaatsen zijn bezet, wordt
de aanduiding “*Mem Full*” in het
uitleesvenster weergegeven. U kunt geen
muziekstukken meer toevoegen.
Als u geen muziekstukken meer wilt
toevoegen, drukt u tenminste twee
seconden op (4) (PLAY MODE).
ENTER
Het muziekstuk dat op dit moment is
vastgelegd op geheugenplaats 6 van
Programma 1.
Druk even op (6) (ENTER) om het
muziekstuk in te voeren.
Het huidige muziekstuk wordt in deze
geheugenplaats ingevoerd en de daarop
volgende muziekstukken schuiven een
plaats op.
Om meer muziekstukken aan het
programma toe te voegen, herhaalt u de
stappen 2 tot en met 4.
5
TRACK
CD/MD-apparatuur
4
ENTER
“P 1” geeft aan dat programma 1 is
geselecteerd.
Geheugenplaats muziekstuk
3
TRACK
DISC
PLAY MODE
TRACK
ENTER
4
Herhaal de stappen 2 en 3 als u meer
muziekstukken wilt verwijderen.
5
Als u het verwijderen van
muziekstukken wilt beëindigen, drukt u
gedurende tenminste twee seconden op
(4) (PLAY MODE).
6
Druk op (SHIFT).
31
Een CD een naam geven
— Disc memo (CD-apparatuur met de
functie voor gebruikersbestanden)
U kunt elke CD een eigen titel geven. U kunt
per disc acht tekens gebruiken. U kunt
vervolgens discs op titel zoeken (pagina 33) en
bepaalde muziekstukken selecteren voor
weergave (pagina 34).
1
Speel de CD af, en druk tenminste twee
seconden op (PTY/LIST).
Voer de gewenste tekens in.
1 Draai de knop rechtsom om de
gewenste tekens te kiezen.
(A n B n C n ··· Z n 0 n 1 n 2 n
··· 9 n + n – n * n / n \ n > n <
n.n_)
DISC
NL
Als u de knop linksom draait,
verschijnen de tekens in omgekeerde
volgorde.
Als u na een teken een lege ruimte wilt
invoegen, kiest u “_” (onderstreping).
2 Druk op (5) (n) zodra u het
gewenste teken hebt gevonden.
De knipperende cursor schuift een
plaats op.
DISC
Als u op (2) (N) drukt, zal de
knipperende cursor naar links bewegen.
3 Herhaal voor het opgeven van de
volledige titel de stappen 1 en 2.
3
Om terug te keren naar de gewone CDafspeelstand, drukt u tenminste twee
seconden op (PTY/LIST).
Tip
U wist/verbetert een titel door voor elk teken een
“_” (onderstreping) in te voeren.
32
Druk op (DSPL) tijdens het afspelen van
een CD of CD TEXT disc.
DISC
Telkens wanneer u tijdens de weergave van
een CD, CD TEXT op (DSPL) drukt,
verandert het uitleesvenster als volgt:
$
Verstreken speelduur
$
Disc memo naam
DISC
2
Het CD-geheugen weergeven
$
Muziekstuk-naam*1
$
Klok
$
MOTION DISPLAY*2
*1 Als u een optionele CD-apparatuur met CD
TEXT functie aansluit, verschijnt de CD TEXT
informatie in het uitleesvenster bij het
afspelen van een CD TEXT disc.
2
* Alle bovenvermelde items rollen één voor
één over het uitleesvenster.
Het CD-geheugen wissen
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
CD te kiezen.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om het
CD-toestel te kiezen.
3
Druk tenminste twee seconden op
(PTY/LIST).
4
Druk tenminste twee seconden op
(DSPL).
5
Draai aan de keuzeknop om de naam te
kiezen die u wilt wissen.
6
Druk tenminste twee seconden op (6)
(ENTER).
De titel is gewist.
Herhaal indien gewenst stap 5 en 6.
7
Een disc zoeken op naam
— List-up (CD-apparatuur met de functie
voor gebruikersbestanden of
MD-apparatuur)
Deze functie kan worden gebruikt voor discs
met een eigen titel. Meer informatie over het
toekennen van titels aan discs vindt u onder
“Een CD een naam geven” (pagina 32).
1
Druk even op (PTY/LIST).
De naam van de huidige disc verschijnt in
het uitleesvenster.
ENTER
Druk tenminste twee seconden op
(PTY/LIST).
De speler komt weer in de gewone CD
afspeelstand.
2
Druk herhaaldelijk op (PTY/LIST) totdat
de gewenste disc wordt weergegeven.
3
Druk op (6) (ENTER) om de disc af te
spelen.
Opmerkingen
• Als de naam van een disc vijf seconden is
weergegeven, verschijnt het standaard
uitleesvenster opnieuw. Druk op (DSPL) om het
uitleesvenster uit te schakelen.
• Tijdens het afspelen van een MD of CD TEXT disc
kunnen de namen van de muziekstukken niet
worden weergegeven.
• Als er geen discs in het magazijn zijn, zal “NO
Disc” in het uitleesvenster worden weergegeven.
• Als een disc geen eigen naam heeft gekregen,
wordt “********” in het uitleesvenster
weergegeven.
• Als de disc-gegevens niet zijn gelezen door de
speler, wordt “?” in het uitleesvenster
weergegeven. U laadt de disc door op de
voorkeuzetoets te drukken en daarna de disc te
kiezen die niet was geladen.
• De informatie wordt uitsluitend in hoofdletters
weergegeven. Het is mogelijk dat bepaalde
letters (tijdens MD- of CD TEXT-weergave) niet
beschikbaar zijn.
NL
CD/MD-apparatuur
Opmerking
Wanneer het gepersonaliseerde label wordt
gewist, verschijnt de oorspronkelijke CD TEXT
informatie in het uitleesvenster.
Als u disc memo labels op een CD TEXT
disc zet, krijgt dit voorrang op de
oorspronkelijke CD TEXT informatie.
33
Bepaalde muziekstukken
voor weergave uitkiezen
— Bank (CD-apparatuur met de functie voor
gebruikersbestanden)
Als de disc een titel heeft, kunt u de speler
instellen voor het overslaan van bepaalde
muziekstukken, zodat uitsluitend de door u
gewenste muziekstukken worden
weergegeven.
1
Druk terwijl de disc wordt afgespeeld op
(SHIFT) en druk vervolgens tenminste
twee seconden op (4) (PLAY MODE).
Uitsluitend de uitgekozen
muziekstukken afspelen
U kunt de volgende instellingen selecteren:
•Bank on om alleen de muziekstukken af te
spelen met de instelling “Play”.
•Bank inv (inverse, omkeren) om alleen de
muziekstukken af te spelen met de instelling
“Skip”.
1
Druk tijdens de weergave op (SHIFT) en
druk vervolgens herhaaldelijk op (4)
(PLAY MODE) tot “Bank” wordt
weergegeven.
2
Druk op (5) (n) om de gewenste stand
te selecteren.
De stand Bank bewerken
DISC
z Bank on
BANK
ENTER
Opmerking
Als de disc geen naam heeft, wordt de stand
Bank bewerken niet weergegeven, maar de
stand Programma bewerken. Druk op (SHIFT)
om terug te keren naar de standaard
weergave.
2
PLAY MODE
TRACK
ENTER
De aanduiding verandert van “Play”
(spelen) naar “Skip” (overslaan). Als u
terug wilt gaan naar “Play”, drukt u
nogmaals op (6) (ENTER).
3
Herhaal stap 2 om de stand “Play” of
“Skip” voor alle muziekstukken in te
stellen.
4
Druk tenminste twee seconden op (4)
(PLAY MODE).
De speler keert terug in de gewone CDafspeelstand.
5
Druk op (SHIFT).
Opmerkingen
• U kunt de stand “Play” en “Skip” instellen voor
maximaal 24 muziekstukken.
• Het is niet mogelijk om de stand “Skip” in te
stellen voor alle muziekstukken.
34
PLAY MODE
Vanaf het eerstvolgende muziekstuk is de
functie Bank ingeschakeld.
3
Druk de SEEK/AMS-regelaar omhoog of
omlaag om het muziekstuknummer te
kiezen dat u wilt overslaan en druk op
(6) (ENTER).
DISC
z Bank off
TRACK
PLAY MODE
NL
z Bank inv
Druk op (SHIFT).
Kies “Bank off” in stap 2 om terug te keren
naar normale weergave.
3
DSP
De los verkrijgbare XDP-U50D maakt het
mogelijk om effect toe te voegen aan het
geluidsbeeld van de gekozen geluidsbron.
Hieronder volgt de handleiding voor de
XDP-U50D.
Wanneer de XDP-210EQ op het toestel is
aangesloten, raadpleeg dan de handleiding die
bij de XDP-210EQ is geleverd.
Opmerking
Bij aansluiting van optionele digitale
voorversterker XDP-U50D/210EQ werkt de
stembegeleidingsfunctie niet.
Draai de keuzeknop om het gewenste
surround-menu te selecteren.
De surround-effecten worden volgens de
volgorde (zie hiervoor) in het menu
weergegeven.
Na ruim drie seconden zal het
uitleesvenster in de gewone weergavestand
terugkeren.
Het effectniveau instellen
1
Druk op de (SOURCE) toets om in te
stellen op de gewenste geluidsbron
(radio, CD of minidisc).
2
Druk twee seconden op (SOUND).
SUR
Een surround-stand kiezen
3
U kunt de surround-stand kiezen die het beste
past bij de geluidsbron. De volgende standen
bootsen diverse geluidsbeelden na, waarbij het
mogelijk is het gevoel van een live-concert op
te roepen.
HALL
JAZZ
DISCO
THEATER
PARK
LIVE
OPERA
CHURCH
STADIUM
CELLAR
DEFEAT
Concertzaal
Jazzclub
Disco
Bioscoop
Open ruimte
Live-concert
Muziektheater
Kerk of kapel met veel galm
Openluchtconcert in een
stadion
Kelder met veel galm
Normale weergave zonder
DSP-effecten
1
Druk op de (SOURCE) toets om in te
stellen op de gewenste geluidsbron
(radio, CD of minidisc).
2
Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “SUR”
wordt weergegeven.
SUR
NL
4
Druk op (5) (n).
SUR
5
Draai de keuzeknop om het gewenste
niveau te selecteren.
U kunt het niveau instellen van 0 tot 100%.
Verhoog het niveau voor meer effect.
CD/MD-apparatuur/DSP
Surround menu
Draai aan de knop tot het gewenste
surround menu verschijnt.
SUR
6
Druk twee seconden op (SOUND).
35
Het surround-effect voor
CD’s opslaan
— Digital Signal Processor (DSP)
gebruikersbestand (CD-speler met functie
voor gebruikersbestanden)
Het is mogelijk om een gewenst geluidseffect voor
een disc te op te slaan, zodat bij het afspelen van
de disc automatisch het juiste surround-menu
wordt ingesteld. (Uitsluitend als u de disc een
naam geeft met de functie Custom File).
1
Druk twee seconden op (PTY/LIST).
2
Druk op de (PTY/LIST) toets tot het
surround-menu verschijnt.
Het opgeslagen surround-effect
wissen
Kies in stap drie van “Het surround-effect voor
CD’s opslaan” de stand “DEFEAT”.
De luisterpositie kiezen
U kunt een bepaalde vertraging instellen voor
de geluidsweergave.
Zo kunt u een natuurlijk geluidsbeeld
nabootsen waardoor men steeds de indruk
heeft midden in het geluid te zitten, ongeacht
de positie in de auto.
DSP gebruikersbestandfunctie
1
2
3
3
NL
4
Draai de keuzeknop om het gewenste
surround-menu te selecteren.
Druk twee seconden op (PTY/LIST).
Na het instellen van het effect keert het
uitleesvenster terug naar de gewone
afspeelstand.
De disc afspelen met het
opgeslagen surround menu
1
Druk op (SHIFT) en druk vervolgens
herhaaldelijk op (4) (PLAY MODE) tot
“D.File” wordt weergegeven.
2
Druk op toets (5) (n) om in te stellen
op “D.File on”.
Na vijf seconden zal het uitleesvenster
teruggaan in de gewone afspeelstand.
3
Druk op (SHIFT).
Om de weergave van de disc met het
vastgelegde akoestiekpatroon te stoppen, stelt
u in stap 2 hierboven in op “D.File off”.
Het opgeslagen surround-effect
wijzigen
36
Plaats de disc waarvan u de
surround-instelling wilt wijzigen en volg de
aanwijzingen onder “ Het surround-effect voor
CD’s opslaan”.
Uitleesvenster
LP1
All
LP2
Front
LP3
Front R
LP4
Front L
LP5
Rear
Centrum van het
geluidsbeeld
Gewone instelling
(1 + 2 + 3)
Voorin
(1 + 2)
Rechts voor (2)
Links voor (1)
Achterin (3)
1
Druk even op (SOUND) tot “LP1” wordt
weergegeven.
2
Draai de keuzeknop om de gewenste
luisterpositie te selecteren.
De luisterposities worden weergegeven
volgens de volgorde in de tabel.
Na drie seconden gaat het uitleesvenster
terug naar de gewone afspeelstand.
De luisterpositie instellen
1
Druk twee seconden op (SOUND).
2
Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot de
gewenste luisterpositie verschijnt.
3
Druk op (5) (n).
4
Draai de keuzeknop om het centrum van
het geluidsbeeld naar links of naar rechts
te verplaatsen. Leg vervolgens het
ingestelde centrum van het geluidsbeeld
vast.
De fader instellen (FAD)
Gewoonlijk wordt in de DSP-stand het
volume van de achterste luidsprekers
automatisch verlaagd om een betere instelling
van de luisterpositie mogelijk te maken. Door
de fader in te stellen kunt u het volume van de
achterste luidsprekers verhogen.
1
Volg de stappen 1 tot en met 3 onder
“Een surround-stand kiezen”
(pagina 35).
2
Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot
“FAD” verschijnt.
3
Draai de keuzeknop om de fader in te
stellen.
Het centrum wordt naar L (links)
verplaatst
Verlaagt het volume van de
voorste luidsprekers
Het centrum wordt naar R
(rechts) verplaatst
5
Verhoogt het volume van de
voorste luidsprekers
Druk op (5) (n).
Na drie seconden keert het uitleesvenster
terug naar de gewone weergavestand.
NL
Draai de keuzeknop om het centrum van
het geluidsbeeld naar voren of naar
achteren te verplaatsen.
Het midden verschuift naar R
(achter)
Het volume van de
subwoofer(s) instellen
1
Druk op de (SOURCE) toets om in te
stellen op de gewenste geluidsbron
(radio, CD of minidisc).
2
Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “SUB”
wordt weergegeven.
3
Draai de keuzeknop om het volume in te
stellen.
Na drie seconden gaat het uitleesvenster
terug naar de gewone afspeelstand.
Het midden verschuift naar F
(voor)
7
Druk twee seconden op (SOUND).
Na het voltooien van de effectinstellingen
gaat het uitleesvenster terug naar de
gewone afspeelstand.
DSP
6
Tip
Als u het volume helemaal dicht draait, verschijnt
“Sub ATT” en wordt de afsnijfrequentie van de
subwoofer uitgeschakeld.
Lees verder op de volgende bladzijde n
37
De frequentie van de subwoofer(s)
instellen
Niveau
U kunt de hoge en lage frequenties van het
signaal naar de aangesloten subwoofer(s)
aanpassen aan de specificaties van de
subwoofer(s). Door het instellen van de
afsnijdfrequentie (zie onderstaand diagram)
bereikt u dat de subwoofer(s) uitsluitend lage
frequenties doorgeven, waardoor een
helderder geluidsbeeld ontstaat.
Afsnijdfrequentie
62 125 198
1
NL
Frequentie (Hz)
Druk op de (SOURCE) toets om in te
stellen op de gewenste geluidsbron
(radio, CD of minidisc).
2
Druk twee seconden op (SOUND).
3
Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot
“SUB” wordt weergegeven.
4
Draai de keuzeknop om de gewenste
afsnijdfrequentie te selecteren.
De afsnijfrequentie in het uitleesvenster
verandert als volgt.
62 n 78 n 99 n 125* n 157 n 198 Hz
Hoge en lage tonen
instellen
U kunt het volume van lage en hoge tonen
aanpassen aan de akoestiek van uw auto.
1
Druk op de (SOURCE) toets om in te
stellen op de gewenste geluidsbron
(radio, CD of minidisc).
2
Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “BAS”
of “TRE” wordt weergegeven.
3
Draai de keuzeknop om het volume in te
stellen.
Na drie seconden gaat het uitleesvenster
terug naar de gewone afspeelstand.
De overgangsfrequentie instellen
U kunt de overgangsfrequenties voor lage en
hoge tonen instellen.
Overgangsfrequentie
Frequentie (Hz)
1
Druk op de (SOURCE) toets om in te
stellen op de gewenste geluidsbron
(radio, CD of minidisc).
2
Druk twee seconden op (SOUND).
3
Druk herhaaldelijk op (SOUND) tot “BAS”
of “TRE” wordt weergegeven.
Instelling lage tonen
* Standaardfrequentie
5
Druk twee seconden op (SOUND).
Na het instellen van de frequentie keert het
uitleesvenster terug naar de normale
afspeelstand.
Tip
Telkens wanneer u op (5) (n) drukt, wordt
gewisseld tussen de stand “instellen van het
volume van de subwoofer” en de stand “instellen
van de afsnijdfrequentie”.
38
Instelling hoge tonen
Tip
Telkens wanneer u op (5) (n) drukt, wordt
gewisseld tussen de stand “instellen van de
overgangsfrequentie” en de stand “instellen van
hoge en lage tonen”.
4
Draai de keuzeknop om de
overgangsfrequentie in te stellen.
De overgangsfrequenties veranderen als
volgt:
Overige informatie
Lage tonen:
198 Hz n 250 Hz n 314 Hz* n 396 Hz
Hoge tonen:
2,0 kHz n 3,1 kHz* n 4,0 kHz n 5,0 kHz
* Standaardfrequentie
5
Druk twee seconden op (SOUND).
Het uitleesvenster keert terug naar de
gewone weergavestand.
De verschillende
programmabronnen
beluisteren met de
vastgelegde
surround-instellingen
— Last Sound Memory (LSM)
Het uitgangsniveau van de
lijnuitgang wijzigen
• Laat de speler voor gebruik afkoelen, als u in
de zon hebt geparkeerd en de temperatuur in
de auto hoog is opgelopen.
• Als de speler geen voedingsspanning krijgt,
controleert u eerst de verbindingen. Als de
verbindingen in orde zijn controleert u de
zekering.
• Stel de fader-instelling in op de middelste
stand, als een systeem met twee speakers
geen geluid geeft.
•Als uw wagen is uitgerust met een
elektrische antenne, wordt die automatisch
uitgeschoven wanneer het toestel wordt
aangezet.
Als u vragen of problemen hebt die niet in
deze handleiding aan de orde komen, neemt u
dan contact op met de dichtstbijzijnde Sonyleverancier.
Gebruik van CD’s
Een vuile of beschadigde CD kan de oorzaak
zijn van het wegvallen van het geluid tijdens
het afspelen. Volg voor een optimale
geluidsweergave de volgende aanwijzingen
op.
Houd de CD aan de randen vast. Raak het CDoppervlak niet aan, zodat de CD schoon blijft.
NL
DSP/Overige informatie
Een geluidsbron speelt altijd met het
geluidseffect dat voor die bron is opgeslagen,
zelfs na het veranderen van geluidsbron of het
uit- en vervolgens aanschakelen van het
toestel.
Voorzorgsmaatregelen
U kunt het uitgangsniveau van de lijnuitgang
wijzigen wanneer het geluid vervormd is.
1
Druk op (SHIFT) en druk vervolgens op
(3) (SET UP) tot “L.out” wordt
weergegeven.
2
Druk op (5) (n) om de gewenste
instelling te kiezen (–10 dB of –16 dB).
3
Druk op (SHIFT).
Plak geen tape of etiketten op de zijde met het
label.
Lees verder op de volgende bladzijde n
39
Stel de CD’s niet bloot aan direct zonlicht of
aan andere warmtebronnen, zoals
uitstroomopeningen van warme lucht. Laat de
CD’s niet achter in de auto als deze in de zon is
geparkeerd, omdat de temperatuur in dat
geval hoog kan oplopen.
Onderhoud
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering uitsluitend door een
exemplaar met dezelfde waarde. Als de
zekering doorbrandt, controleert u de
aansluiting van de voedingsspanning en
vervangt u de zekering. Als de zekering
vervolgens nogmaals doorbrandt, kan er
sprake zijn van een defect in de speler.
Raadpleeg in dat geval de dichtstbijzijnde
Sony-leverancier.
Maak de CD’s voor het afspelen schoon met
een daarvoor bestemde doek. Veeg de CD’s
van binnen naar buiten schoon.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen of
oplosmiddelen als benzine of thinner, of
antistatische spray voor LP’s.
Zekering (10 A)
Waarschuwing
Gebruik nooit een zekering die zwaarder is
dan de standaardzekering van het apparaat.
Het gebruik van een te zware zekering kan
leiden tot beschadiging van de speler.
NL
Vocht en condens
Op een regenachtige dag of in een vochtige
omgeving kan zich condens vormen op de
lenzen in de CD-speler. De speler zal dan niet
meer goed functioneren. Verwijder in een
dergelijk geval de CD, en wacht ongeveer een
uur tot het vocht is verdampt.
Cd-singles afspelen
Gebruik de Sony compact disc single adapter
(CSA-8) (los verkrijgbaar) om beschadiging
van de CD-speler te voorkomen.
Aansluitingen schoonmaken
De juiste werking van de speler kan worden
belemmerd als de aansluitingen tussen de
speler en het bedieningspaneel niet schoon
zijn. U kunt een dergelijk probleem als volgt
voorkomen. Open het frontpaneel door op
(OPEN) te drukken, verwijder het frontpaneel
en maak de aansluitingen schoon met een
wattenstaafje bevochtigd met alcohol. Gebruik
hierbij niet teveel kracht, zodat de
aansluitingen niet worden beschadigd.
Speler
Achterzijde van het frontpaneel
40
Opmerkingen
• Om veiligheidsredenen dient u voordat u de
aansluitingen gaat schoonmaken eerst de motor
af te zetten en de contactsleutel uit te trekken.
• Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks met de
vingers of met een metalen voorwerp aan.
Verwijderen van het
gehele apparaat
Druk het clipje binnen in het voorpaneel
met een dunne schroevendraaier in, en
wip het voorpaneel los.
2
Herhaal stap 1 aan de linkerkant.
Het voorpaneel is verwijderd.
3
Druk met een dunne schroevendraaier
het clipje aan de linkerkant van het
apparaat in en trek vervolgens aan de
linkerkant van het apparaat totdat het
loslaat.
4
Herhaal stap 3 aan de rechterkant.
5
Schuif het apparaat uit de houder.
NL
Overige informatie
1
41
Specificaties
CD-speler
Systeem
Signaal-ruisverhouding
Frequentiebereik
Wow en flutter
Algemeen
Compact disc digitaal
audiosysteem
100 dB
10 – 20.000 Hz
Minder dan meetbare
waarden
Radio
FM
Afstembereik
Antenneaansluiting
87,5 – 108,0 MHz
Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie
10,7 MHz
Minimale gevoeligheid
8 dBf
Selectiviteit
75 dB bij 400 kHz
50 dB bij 200 kHz
Signaal-ruisverhouding 65 dB (stereo),
68 dB (mono)
Harmonische vervorming bij 1 kHz
0,7 % (stereo),
0,4 % (mono)
Scheiding
35 dB bij 1 kHz
Frequentierespons
30 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik
NL
Antenne-aansluiting
Tussenfrequentie
Gevoeligheid
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 281 kHz
Aansluiting voor externe
antenne
10,71 MHz/450 kHz
MW: 30 µV
LW: 50 µV
Versterker
Uitgangen
Luidsprekeruitgangen
(sure seal-connectors)
Luidsprekerimpedantie 4 – 8 ohm
Maximum uitgangsvermogen
45 W × 4 (bij 4 ohm)
Uitgangen
Lijnuitgangen (4)
Besturingskabel
motorantenne
Besturingskabel
eindversterker
Besturingskabel telefoon
ATT
Toonregeling
Bas ±8 dB bij 100 Hz
Hoge tonen ±8 dB bij
10 kHz
Voeding
12 volt gelijkstroom
(autoaccu, negatieve aarde)
Afmetingen
Ongeveer
178 × 50 × 182 mm (w/h/d)
Inbouwafmetingen
Ongeveer
182 × 53 × 163 mm (w/h/d)
Gewicht
Ongeveer 1,5 kg
Meegeleverde accessoires Bedieningssatelliet (1)
Microfoon (1)
Onderdelen voor installatie
en aansluitingen (1 set)
Beschermhoes frontpaneel
(1)
Los verkrijgbare accessoires
Draadloze
afstandsbediening RM-X47
BUS-kabel (met RCA-pen)
RC-61 (1 m), RC-62 (2 m)
Compact disc single
adapter CSA-8
Los verkrijgbare onderdelen
CD-wisselaar
CDX-805 (10 CD’s),
CDX-715 (10 CD’s)
MD-wisselaar
MDX-62
Digitale equalizervoorversterker
XDP-210EQ
Geluidsbronkiezer
XA-C30
Het ontwerp en de specificaties kunnen zonder
kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
42
Problemen oplossen
De onderstaande checklist kan u helpen bij het oplossen van problemen die zich met dit toestel
kunnen voordoen.
Lees voor u de onderstaande controlelijst doorloopt, eerst de aanwijzingen voor aansluiting en
gebruik.
Algemeen
Probleem
Oorzaak/oplossing
Geen geluid.
• De ATT-functie uitschakelen.
• Stel de faderinstelling voor systemen met twee luidsprekers in
op de middelste stand.
• Draai de keuzeknop naar rechts om het volume in te wijzigen.
Het geheugen is gewist.
• De verbinding van de voedingskabel of de accu is
onderbroken.
• De reset-knop is ingedrukt.
n Sla opnieuw op in het geheugen.
Er verschijnen geen
aanduidingen in het
uitleesvenster.
Verwijder het frontpaneel en maak de aansluitingen schoon. Zie
“Aansluitingen schoonmaken” (pagina 40) voor meer
informatie.
Weergeven van CD of MD
Oorzaak/oplossing
Er kan geen disc worden
geladen.
• Er is al een CD in de speler geplaatst.
• De CD zit omgekeerd of verkeerd (MD).
Het afspelen begint niet.
Defecte MD of vuile CD.
Een disc wordt automatisch
uitgeworpen.
De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan 50°C.
De bedieningsknoppen werken
niet.
Druk op de reset-knop.
Het geluid valt weg bij
trillingen.
• De speler is gemonteerd onder een hoek van meer dan 60°.
• De speler is niet op een stabiele plaats in de auto gemonteerd.
NL
Overige informatie
Probleem
Radio-ontvangst
Probleem
Oorzaak/oplossing
Voorkeuze-afstemming is niet
mogelijk.
• Sla de juiste frequentie op.
• De zender is te zwak.
Automatisch afstemmen is niet
mogelijk.
De zender is te zwak.
n Gebruik handmatige afstemming.
De aanduiding “ST” knippert.
• Stem nauwkeurig af op de juiste frequentie.
• De zender is te zwak.
n Schakel MONO-weergave in (pagina 14).
Lees verder op de volgende bladzijde n
43
RDS-functies
Probleem
Oorzaak/oplossing
SEEK (zoeken) begint na enkele
seconden weergave.
De zender is niet-TP of het signaal is te zwak.
n Druk op (AF/TA) om “AF TA off” te laten verschijnen.
Geen verkeersinformatie.
• Schakel “TA” in.
• Ondanks TP zendt het station geen verkeersinformatie uit.
n Stem af op een andere zender.
PTY geeft “NONE” weer.
De zender geeft het programmatype niet door.
Voice drive/Voice memo
Probleem
Oorzaak/Oplossing
Het opnemen van een
gesproken zin of van een stem
memo is niet mogelijk.
De microfoon is niet correct aangesloten.
n Steek de microfoon volledig in.
Het toestel herkent de
gesproken zin vaak niet of
verkeerd.
•Het is mogelijk dat de microfoon de stem van de bestuurder
niet kan ontvangen afhankelijk van de plaats en de richting
van de installatie, wat te wijten is aan de sterke
richtinggevoeligheid van de microfoon.
n Installeer de microfoon zoals het hoort. Zorg ervoor dat het
SONY merkteken gericht is naar de mond van de bestuurder.
•Het toestel neemt buitengeluiden mee op met de gesproken
zin.
n Sluit alle vensters wanneer u een gesproken zin opneemt.
•U kan de herkenning door het toestel makkelijker maken door
de zin luid en duidelijk uit te spreken.
•De zin die u uitgesproken heeft is verschillend van de
opgenomen zin.
n Spreek de opgenomen zin uit.
Gesproken instructies zijn niet
hoorbaar terwijl de voice drive
functie of de voice memo
functie bezig is met een andere
bewerking.
De volumeregeling staat op zijn laagst.
n Verstel het volume met de knop van het toestel.
NL
44
Foutberichten (met een los verkrijgbare CD/MD-apparatuur)
De volgende aanduidingen zullen ongeveer vijf seconden knipperen, waarbij een
waarschuwingstoon wordt weergegeven.
Uitleesvenster
NO Mag
NO Disc
NG Discs
Error
*1
Blank*
1
PushReset
Not Ready
HighTemp
Oorzaak
Oplossing
Er bevindt zich geen disc-magazijn in
het CD/MD-toestel.
Plaats het disc-magazijn in het CD/
MD-toestel.
Er bevindt zich geen disc in het
CD/MD-toestel.
Plaats de discs in het CD/MD-toestel.
Een CD/MD kan niet worden
afgespeeld.
Breng een andere CD/MD in.
De CD is vuil of omgekeerd
geplaatst.*2
Maak de CD schoon of plaats de CD
op de juiste wijze.
De MD kan vanwege een probleem
niet worden afgespeeld.*2
Plaats een andere MD.
Er zijn geen muziekstukken
opgenomen op de MD.*2
Speel een MD met opgenomen
muziekstukken af.
Het CD/MD-toestel kan in verband
met een probleem niet worden
gebruikt.
Druk op de reset-knop van de speler.
Het deksel van het MD-toestel is open
of MD’s zijn niet correct geplaatst.
Sluit het deksel of plaats de MD’s op
de juiste manier.
De omgevingstemperatuur bedraagt
meer dan 50°C.
Wacht tot de temperatuur onder 50°C
is gedaald.
Neem contact op met de dichtstbijzijnde Sony-leverancier als deze oplossingen niet werken.
Overige informatie
*1 Als er een fout optreedt tijdens het afspelen van een MD of CD, wordt het nummer van de MD of CD niet
in het uitleesvenster weergegeven.
*2 Het nummer van de disc die de fout veroorzaakt wordt weergegeven in het uitleesvenster.
NL
45