-- 9 6 --
dsa8d1ha
WAARSCHUWING
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U
OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDE-
REN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOOR-
SCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD Z IJN OP DE WAARSCHU-
WINGSTEKST VAN DE PRODUCENT.
ELECTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn
S Installeer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen.
S Raak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte
beschermuitrusting.
S Zorg dat u geïsoleerd bent van aarde en van het werkstuk.
S Zorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden
S Zorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt.
S Ververs regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezo-
gen worden.
LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
S Bescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd be-
schermende kleding.
S Scherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand an-
ders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
S De vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk mate-
riaal in de buurt is.
LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
S Bescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming.
S Waarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN -- Neem contact op met een vakman.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
3 INLEIDING
A21 PRB 17--49 / 33--90 / 60--170 is bestemd voor T IG--laswerkzaamheden aan
buisverbindingen.
Het buislasgereedschap is aangepast voor aansluiting
op lasstroombron LTO 160, LTO 250, LTP 450,
LTS 160, LTS 250, LT S 320. Gebruik
draadtransporteenheid M EI 21 bij behoefte aan
toevoergdraad.
Het buislasgereedschap is geconstrueerd
volgens een speciaal tangprincipe dat het
mogelijk maakt verbindingen snel en
nauwkeurig vast te lassen. Het tangprincipe
houdt in dat het buislasgereedschap met
bekken (4) op de buis is vastgeklemd,
wanneer u de borghendel (1) tegen de hangreep aanduwt. Tijdens het lassen roteert
uitsluitend de tandkrans (3) met de daarop gemonteerde onderdelen.
Voor de draaiende beweging zorgt een aandrijfeenheid (2) bestaande uit een
permanent gemagnetiseer de gelijkstroommotor en een impulsgever voor de
toerentalregeling. De motor wordt vanaf de regeluitrusting (lasstroombron) van
spanning voorzien.
NL