Symbool Functie Beschrijving
7
Start / +30 sec knop
Om het apparaat te starten of de kook-
tijd te verlengen met 30 seconden op
vol vermogen.
Dagelijks gebruik
Waarschuwing! Zie de
veiligheidshoofdstukken .
Het apparaat aan- en uitzetten
1. Druk op de toets van het programma dat u
wilt instellen.
2. Druk herhaaldelijk op de knop of draai de
instelknop om de gewenste functie in te
stellen.
3.
Druk op
om te bevestigen.
4. Draai aan de instelknop om de gewenste
tijd in te stellen.
5.
Druk op
om te bevestigen en het ap-
paraat in te schakelen.
6. Om het apparaat uit te schakelen kunt u:
– wacht tot het apparaat automatisch uit-
schakelt als de tijd is afgelopen.
– open de deur. Het apparaat stopt auto-
matisch. Sluit de deur om door te gaan
met de bereiding. Gebruik deze optie
om de bereiding te controleren.
–
druk op
.
Let op! Stel het apparaat nooit in werking
als er zich geen voedsel in bevindt.
Algemene informatie over het gebruik
van het apparaat
Algemeen:
• Laat het voedsel na het uitschakelen van het
apparaat enkele minuten rusten.
• Verwijder de verpakking van aluminiumfolie,
metalen bakjes, enz. voordat u het voedsel
bereidt.
Bakken:
• Kook het eten zo mogelijk bedekt met mate-
riaal dat geschikt is voor gebruik in de mag-
netron. Bereid voedsel slechts zonder het te
bedekken als u een korst wilt behouden
• Zorg dat u de gerechten niet te lang kookt,
door het vermogen en de tijd te hoog in te
stellen. Het voedsel kan uitdrogen, verbran-
den of op sommige plekken hard worden.
• Gebruik het apparaat niet om eieren in hun
schaal en slakken te bereiden, omdat ze
kunnen barsten. Bij gebakken eieren, moet u
het eigeel eerst doorprikken.
• Prik eten met 'vel' of 'schil', zoals aardappe-
len, tomaten, worstjes, een paar keer met
een vork in voordat u het in de magnetron
plaatst, zodat het eten niet barst
• Voor gekoeld of bevroren eten is een lange-
re bereidingstijd nodig.
• Gerechten met saus moeten van tijd tot tijd
worden geroerd.
• Groenten met een stevige structuur, zoals
wortel, doperwten of bloemkool, moeten in
water worden gekookt.
• Draai grotere stukken halverwege de berei-
dingstijd om.
• Snij groenten zo mogelijk in stukjes van ge-
lijke grootte.
• Gebruik platte, brede schalen of borden.
•Gebruik geen kookgerei gemaakt van porse-
lein, keramisch materiaal of aardewerk met
kleine gaatjes, bijv. op handgrepen of onge-
glazuurde bodems. Er kan vocht in de ope-
ningen komen, waardoor het kookgerei bij
verhitting kan barsten.
• De glazen bodem is een ruimte voor het op-
warmen van voedsel of vloeistoffen. Deze is
noodzakelijk voor de werking van de magne-
tron.
Vlees, gevogelte, vis ontdooien:
• Leg het bevroren, ingepakte voedsel op een
klein, omgedraaid bord met een bakje eron-
der zodat het dooiwater in het bakje valt.
9
www.zanussi.com