Bauknecht WAB 1000 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Gebruiksomschrijving
Voordat u de wasmachine in gebruik
neemt
Eerste wasprogramma
Algemene voorzorgsmaatregelen en
adviezen
Beschrijving van de wasmachine
Kinderslot
Wasmiddel en nabehandelingsproducten
Afvoeren van het restwater
Verwijderen van het filter
Onderhoud en reiniging
Opsporen van storingen
Klantenservice
Transport en behandeling
Installatie
Gebruiksomschrijving
Deze wasmachine is uitsluitend
bestemd voor het wassen van in de
machine wasbaar wasgoed, in
hoeveelheden die gebruikelijk zijn
in particuliere huishoudens.
Houd u aan de instructies in
deze gebruiksaanwijzing en in
de aparte programmatabel
wanneer u de wasmachine
gebruikt.
Bewaar deze
gebruiksaanwijzing en de
programmatabel; als u de
wasmachine aan iemand anders
doorverkoopt, geef hem of haar
dan ook de gebruiksaanwijzing
en de programmatabel.
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt
1. Verpakking verwijderen en
controleren
Controleer na het uitpakken of de
wasmachine niet beschadigd is.
Gebruik de wasmachine in geval
van twijfel niet. Neem contact op
met de klantenservice of uw
plaatselijke leverancier.
Bewaar het
verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, polystyreen enz.) buiten
bereik van kinderen; het kan
een bron van gevaar vormen.
Indien het apparaat voor
aflevering is blootgesteld aan
lage temperaturen, laat het
apparaat dan eerst even op
kamertemperatuur komen
voordat u het in gebruik neemt.
2. Verwijderen van de
transportbeugels
De wasmachine is voorzien van
veiligheidsbeugels om te
voorkomen dat de interne
onderdelen van het apparaat
beschadigen tijdens transport.
Voordat u de wasmachine in
gebruik neemt, dient u de
veiligheidsbeugels te
verwijderen (zie “Installatie”/
”Verwijderen van de
transportbeugels”).
3. Installeren van de
wasmachine
Plaats de wasmachine op een
stabiele en vlakke ondergrond.
In het geval van een
meegevende ondervloer, moet
het apparaat in de hoek van een
kamer geïnstalleerd worden.
Stel de voetjes af zodat de
machine stabiel en vlak staat
(zie “Installatie”/”Afstellen van
de pootjes”).
Bij houten of zogenaamde
“zwevende” vloeren
(bijvoorbeeld bepaalde parket- of
laminaatvloeren) moet het
apparaat op een hardboard plaat
van 70 x 70 cm en met een
minimale dikte van 3 cm worden
geplaatst. De hardboard plaat
moet aan de vloer geschroefd
worden.
4. Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang aan
volgens de voorschriften van het
Waterleidingbedrijf (zie
“Installatie”/”Aansluiten van de
watertoevoerslang(en)“ en de
instructies op de zak).
Watertoevoer: Uitsluitend koud
water (indien er
geen andere
informatie op de
programmatabel
wordt gegeven)
Kraan: 3/4” schroef-
draadaansluiting
voor slang
Druk: 100-1000 kPa
(1-10 bar).
Gebruik alleen nieuwe slangen
om de wasmachine aan te
sluiten op de watertoevoer.
Oude slangen mogen niet meer
worden gebruikt en moeten
worden weggegooid.
5. Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan op de
geventileerde sifon of haak hem
met de “U”-bocht aan de rand
van een wasbak (zie
“Installatie”/”Aansluiten van de
waterafvoerslang”).
6. Elektrische aansluitingen
Elektrische aansluitingen moeten
tot stand worden gebracht door
een bevoegd technicus en in
overeenstemming met de
instructies van de fabrikant en de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
De gegevens met betrekking tot
de spanning, het opgenomen
vermogen en de elektrische
zekeringen staan op het
voorpaneel achter het deurframe.
Het apparaat mag uitsluitend op
het elektriciteitsnet worden
aangesloten door middel van
een stopcontact dat
overeenkomstig de geldende
verordeningen geaard is. Het is
wettelijk verplicht de
apparatuur te aarden. De
fabrikant aanvaardt geen
enkele aansprakelijkheid voor
schade aan voorwerpen of voor
letsel aan personen of dieren
die/dat veroorzaakt is door het
niet in acht nemen van deze
voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels of
meervoudige stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het
stopcontact of koppel het
apparaat van het
elektriciteitsnet voordat u
onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
Na de installatie moeten de
stekker of de afkoppeling van
het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd
toegankelijk zijn.
Gebruik de wasmachine niet als
deze tijdens transport is
beschadigd. Stel in dat geval de
klantenservice op de hoogte.
Het netsnoer mag alleen door de
een medewerker van de
klantenservice worden vervangen.
De wasmachine mag alleen voor
de beschreven toepassingen in het
huishouden worden gebruikt.
Eerste wasprogramma
Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen
1.Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat mag niet
worden bediend door
kinderen. Laat kinderen niet
met de wasmachine spelen, in
de trommel klimmen of aan
de lade van het voetstuk of de
inhoud daarvan komen.
Er mogen GEEN andere
apparaten op de wasmachine
geplaatst worden
(b.v. droogtrommel, boiler etc.).
De wasmachine is alleen
geschikt voor gebruik
binnenshuis.
Bewaar of gebruik geen
brandbare vloeistoffen in de
buurt van de wasmachine.
Gebruik nooit het deksel van
het filter, het voorpaneel of
het wasmiddelbakje om het
apparaat aan op te tillen.
2.Verpakking
De verpakking is 100%
recyclebaar en is voorzien van
het recyclingsymbool .
Voor de verwerking dienen de
plaatselijke voorschriften te
worden nageleefd.
3.De verpakking en oude
apparaten als afval
verwerken
Dit apparaat is voorzien van het
merkteken volgens de Europese
richtlijn 2002/96/EG inzake
Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit
product op de juiste manier als
afval wordt verwerkt, helpt u
mogelijk negatieve
consequenties voor het milieu
en de menselijke gezondheid te
voorkomen die anders zouden
kunnen worden veroorzaakt
door onjuiste verwerking van
dit product als afval.
Het symbool op het
product of op de
bijbehorende documentatie
geeft aan dat dit product niet
als huishoudelijk afval mag
worden behandeld. In plaats
daarvan moet het worden
afgegeven bij een
verzamelpunt voor recycling
van elektrische en
elektronische apparaten.
Afdanking moet worden
uitgevoerd in
overeenstemming met de
plaatselijke milieuvoorschriften
voor afvalverwerking.
Voor nadere informatie over
de behandeling,
terugwinning en recycling van
dit product wordt u verzocht
contact op te nemen met het
stadskantoor in uw
woonplaats, uw
afvalophaaldienst of de
winkel waar u het product
heeft aangeschaft.
De wasmachine is gemaakt
met herbruikbare materialen.
De wasmachine moet worden
verwerkt als afval in
overeenstemming met de
plaatselijke voorschriften.
Haal de stekker uit het
stopcontact en snijd de
elektriciteitskabel door zodat
het apparaat niet meer kan
worden aangesloten.
Ook moeten wasmiddelresten
worden verwijderd uit het
doseerbakje, de trommel, de
afvoerslang en de pomp
voordat u de wasmachine
afdankt. Deze wasmiddelresten
zouden anders tijdens het
afvalverwerkingsproces in het
grondwater terecht kunnen
komen en dit kunnen vervuilen.
4.Algemene adviezen
Laat het apparaat nooit
ingeschakeld als dat niet
nodig is. Draai de kraan dicht.
Haal altijd de stekker uit het
stopcontact of koppel het
apparaat van de elektriciteit
voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
Forceer de deur niet bij het
openen.
Zo nodig kan het netsnoer
vervangen worden door een
identiek snoer dat
verkrijgbaar is via de
klantenservice. Het netsnoer
mag uitsluitend worden
vervangen door
gekwalificeerde technici.
5.EG-conformiteits-
verklaring
Deze wasmachine is
ontworpen, gemaakt en
gedistribueerd in
overeenstemming met de
veiligheidseisen van EG-
richtlijnen:
2006/95 EG
Laagspanningsrichtlijn
2004/108/EG Richtlijn m.b.t.
Elektromagnetische
compatibiliteit
Wij adviseren om de eerste wasbeurt met een lege trommel te doen.
Zo wordt eventueel overblijvend water dat is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
1.
Draai de kraan open.
2.
Sluit de deur.
3.
Doe een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje .
4.
Kies een kort programma (zie de programmatabel).
5.
Druk op de
“Start/Pauze”
-knop.
Beschrijving van de wasmachine
1.
Werkblad
2. Bedieningspaneel
3. Doseerbakje wasmiddel
4. Servicesticker (op het voorpaneel
achter het deurframe)
5. Deur
6.
Handgreep voor het openen van
de deur
Trek aan de handgreep om de
deur te openen
Sluit de deur door hem stevig
dicht te duwen (totdat u een klik
hoort)
7. Verstelbare pootjes
8. Filter achter het deksel
2
3
1
7
6
5
4
7
8
Kinderslot
Wij zijn blij dat u hebt gekozen voor onze wasmachine met extra grote trommel en brede deur.
Omdat de wasmachine ook voor jonge kinderen aantrekkelijk kan zijn, hebben wij speciale
maatregelen getroffen ter bescherming van kinderen die in of rondom de machine willen spelen.
Deze maatregelen zijn bedoeld om drukbezette ouders te helpen. Onthoud echter dat kinderen
nooit met de machine mogen spelen, onafhankelijk van het feit of deze is ingeschakeld of niet.
Deuropening
De deur heeft GEEN speciaal vergrendelingssysteem en kan als de machine niet in werking is dus
met weining kracht van binnenuit worden geopend door een klein kind. Als de machine is
ingeschakeld, wordt de deur vergrendeld zodat heet water en wasgoed niet naar buiten kunnen
worden geworpen.
Deurvergrendeling
Na de start van het programma wordt de deur vergrendeld en stroomt er ongeveer 0,5 liter water
in de trommel. De deur wordt vervolgens gedurende enkele seconden ontgrendeld en wordt
daarna weer vergrendeld tot het einde van het programma.
Het waarschuwingslampje “Deur vergrendeld” brandt wanneer de deur is vergrendeld. Als de
deur tijdens een programma moet worden geopend, drukt u op de knop
“Start/Pauze”
. Het
waarschuwingslampje “Deur vergrendeld” gaat uit en de indicatie
“Start/Pauze”
gaat
knipperen. De deur kan nu worden geopend. De machine kan opnieuw worden gestart door de
deur te sluiten en op de knop
“Start/Pauze”
te drukken.
De deur kan tijdens bepaalde stadia van het wasprogramma nooit worden geopend, bijvoorbeeld
wanneer het water erg heet is of naar buiten zou kunnen stromen. In deze gevallen blijft de deur
vergrendeld en het waarschuwingslampje “Deur vergrendeld” gaat weer aan nadat op de knop
“Start/Pauze”
is gedrukt. Als u de machine toch snel wilt openen, haal dan niet de stekker uit het
stopcontact maar druk op de knop “Reset”. Hierdoor wordt al het water weggepompt en kan de
deur vervolgens worden geopend.
Knop Kinderslot
U kunt voorkomen dat kinderen de machine kunnen inschakelen door de bedieningsknoppen uit te
schakelen. Om dit te doen houdt u simpelweg de knop “Kinderslot” gedurende 5 seconden
INGEDRUKT. Er gaat een indicatielampje branden en alle bedieningselementen worden
uitgeschakeld. Alleen de programmaknop kan nog worden gedraaid zodat de machine in
noodgevallen direct kan worden gestopt. Om dit te doen draait u de knop naar de positie “0”. Als
de machine reeds met een programma bezig was toen het “Kinderslot” werd ingesteld, dan zal het
programma op de gebruikelijke manier tot het einde worden uitgevoerd. U kunt het programma
echter niet meer wijzigen. Wanneer de machine na het indrukken van de knop “Kinderslot” wordt
uitgeschakeld, kan er geen ander programma meer worden gestart. Als de programmaknop
vervolgens naar een programmapositie wordt gedraaid, knippert de indicatie “Kinderslot” kort om
aan te geven dat de kinderslot is ingeschakeld. Om de kinderslot op te heffen DRUKT u OPNIEUW
op de knop “Kinderslot” en houdt u de knop gedurende 5 seconden INGEDRUKT.
Schroef voor Kinderslot (aan de binnenkant van de deur)
Het kinderslot activeren
1.
Open de deur.
2.
Draai met het inzetstuk van de wasmiddeldoseerbakje de plastic schroef onder de hendel
ongeveer 180° naar links. De schroef steekt nu wat uit, waardoor de deur niet gesloten kan
worden.
Het kinderslot deactiveren
1.
Gebruik het inzetstuk van de wasmiddeldoseerbakje om de schroef weer in de oorspronkelijke
positie terug te brengen. De deur kan nu worden gesloten.
Wasmiddel en nabehandelingsproducten
Wasmiddelen en nabehandelingsproducten
toevoegen
Trek de wasmiddellade helemaal naar buiten, tot
hij niet verder kan.
Voeg het wasmiddel toe:
Bakje
Voorwasmiddel
Bakje
Hoofdwasmiddel
Vlekkenmiddelen
Waterontharder (waterhardheid klasse 4)
Wanneer u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, zet
het inzetstuk dan in de voorste sleuf , en
wanneer u waspoeder gebruikt in de achterste sleuf
(zie markering)
Bakje
Wasverzachter
Vloeibaar stijfsel
Voeg wasverzachter en conditioners niet verder dan tot aan
het merkteken “Max” toe.
Doe de wasmiddellade weer goed dicht.
Gebruik van chloorbleekmiddel
Was het wasgoed op het gewenste programma (Katoen,
Synthetisch) en doe de juiste hoeveelheid
chloorbleekmiddel in het bakje voor WASVERZACHTER
(sluit het bakje zorgvuldig).
Start onmiddellijk na het eind van het programma het
programma “Spoelen en centrifugeren” om eventuele
geuren van bleekmiddel te verwijderen; als u wilt kunt u
wasverzachter toevoegen.
waspoeder-
gebruik de
achterste sleuf
vloeibaar wasmiddel-
gebruik de voorste
sleuf
Inzetstuk
wasmiddellade
Inzetstuk
wasmiddellade
Opmerking:
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten op een droge plaats, buiten het bereik van
kinderen.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn
voor de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen componenten bevatten die onderdelen van
uw wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (terpentine, wasbenzine enz.)
Was textiel dat behandeld is met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen niet in de
wasmachine.
U kunt vloeibare wasmiddelen gebruiken tijdens de “Voorwas” bij programma's die deze extra
functie hebben. Gebruik in dat geval alleen een waspoeder in de lade voor de hoofdwas .
Als u een geconcentreerde wasverzachter gebruikt, voeg dan water toe in de wasmiddellade tot
aan het teken “MAX”.
Om bij het gebruik van geconcentreerde waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen bij
de verdeling te voorkomen, gebruikt u het bij het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel en
plaatst u dit rechtstreeks in de trommel.
Als u een gelwasmiddel gebruikt, zet het inzetstuk dan op de positie voor waspoeder.
Als u de functie Start selectie gebruikt, gebruik dan alleen waspoeder. Het waspoeder blijft in de
wasmiddellade tot het programma start; vloeibare wasmiddelen kunnen langzaam uit de lade
lopen.
Als u stijfselpoeder gebruikt, lees dan de informatie op de verpakking en ga als volgt te werk:
1.
was uw wasgoed met het gewenste wasprogramma.
2.
Meng het poeder volgens de aanwijzingen op de verpakking.
3.
Selecteer het programma “Spoelen en Centrifugeren”, verlaag de snelheid tot ca. 800 tpm en
start het programma.
4.
Trek de wasmiddellade naar buiten tot u ongeveer 3 cm van de kamer kunt zien.
5.
Giet terwijl het water in de wasmiddellade stroomt, de stijfseloplossing in de kamer.
6.
Als er op het eind van het programma stijfselresten in de wasmiddellade zitten, reinig deze dan
(zie “Onderhoud en reiniging”).
Afvoeren van het restwater
Afvoeren van het
restwater
Restwater moet verwijderd
worden
voordat u een wasmachine
transporteert (verplaatst),
wanneer u een wasmachine
installeert op plaatsen waar
er kans op vorst is en
voordat u het filter
verwijdert.
1.
Voordat u het restwater
afvoert, dient u de
wasmachine uit te schakelen
en de stekker uit het
stopcontact te trekken. Zorg
ervoor dat het water is
afgekoeld voordat u het laat
weglopen
2.
Draai de gleuf 180°, zodat
de stip naar het geopende
slot wijst. Gebruik hiervoor
het inzetstuk uit de
wasmiddellade of een
munt. Het deksel valt open
op de vloer.
3.
Verwijder de slang, plaats
er een lage bak onder en
trek de dop van de slang.
4.
Laat het restwater
weglopen tot er geen water
meer uitkomt. Doe de dop
weer op de slang.
5.
Plaats de slang in het
deksel, klap het omhoog en
sluit het met het inzetstuk
van de wasmiddellade of
een munt. De stip wijst naar
het gesloten slot.
6.
Giet ongeveer één liter
water in de wasmiddellade
om het besparingssysteem
weer in te schakelen. Doe
de stekker weer in het
stopcontact.
7.
U kunt de wasmachine nu
volladen en het gewenste
programma starten.
2/5
3
5
Verwijderen van het filter
Het verwijderen van het
filter voor vreemde
voorwerpen
Het filter moet eruitgehaald
worden
als de wasmachine het water
niet goed wegpompt,
als u kleine voorwerpen, b. v.
knopen en munten in de
pomp hoort rammelen en
twee tot drie keer per jaar
voor inspectie.
U moet het restwater weg laten
lopen voordat u het filter
eruithaalt. Voer de stappen in
het hoofdstuk “Afvoeren van
het restwater” uit, maar alleen
tot punt 4. Volg daarna de
onderstaande punten.
1.
Open het filter maar trek het
niet helemaal naar buiten.
Doe het deurtje dicht en
vergrendel het. Zorg ervoor
dat het water afgekoeld is
voordat u het laat weglopen.
2.
Wacht tot al het water in de
bak gestroomd is.
3.
Schroef het filter nu
helemaal los en haal het
weg.
4.
Reinig het filter en de
filterkamer.
5.
Plaats het filter terug met de
richtpin naar boven, en
schroef het naar rechts vast.
6.
Leg de slang in het deksel,
klap het deksel omhoog en
sluit het met behulp van het
inzetstuk uit de
wasmiddellade of een munt.
De stip wijst naar het
gesloten slot.
7.
Giet ongeveer 1 liter in de
wasmiddellade om het
besparingssyteem weer in te
schakelen. Doe de stekker
weer in het stopcontact.
8.
U kunt de wasmachine nu
volladen en het gewenste
programma starten.
1
6
7
7
Onderhoud en reiniging
Behuizing en
bedieningspaneel
Reinig het apparaat met een
neutraal huishoudelijk
reinigingsmiddel en een
vochtige doek (gebruik
geen schuur- of
oplosmiddelen).
Maak de oppervlakken
droog met een zachte doek.
Binnenste van het apparaat
Als u zelden of nooit op 95°C
wast, adviseren wij om zo nu
en dan een 95°C programma
te laten draaien zonder
wasgoed, met een klein
beetje wasmiddel, om het
apparaat van binnen schoon
te houden.
Deurafdichting
Indien nodig met een
vochtige doek reinigen.
Controleer regelmatig de
toestand van de
deurafdichtingen.
Filter
Controleer het filter
regelmatig, minstens twee
of drie maal per jaar, en
reinig het (zie “Verwijderen
van het filter”).
Watertoevoerslang
Controleer de
watertoevoerslang geregeld
op barsten of scheuren en
vervang hem indien nodig
door een nieuwe slang van
hetzelfde type (verkrijgbaar
bij de klantenservice of uw
speciaalzaak).
Gebruik geen brandbare vloeistoffen voor het reinigen van het apparaat.
Doseerbakje wasmiddel
Maak de wasmiddellade en het vak voor de
lade regelmatig schoon, minstens drie of vier
keer per jaar, om te voorkomen dat het
wasmiddel zich ophoopt.
1.Druk de hendel in het voorwasbakje naar beneden en trek het
bakje eruit.
2.Verwijder de inzetstukken uit het doseerbakje.
3.Spoel alle onderdelen schoon onder stromend water.
4.Plaats de losse delen terug in het doseerbakje en schuif het
terug in de opening.
Controleer en reinig de vuilfilters in de
wateraansluiting regelmatig.
1.Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang los van de kraan.
3.Reinig het interne filter.
4.
Schroef de toevoerslang weer aan de kraan.
5.Schroef de toevoerslang los van de wasmachine.
6.
Reinig het vuilfilter in de wasmachine.
7.Schroef de toevoerslang weer vast aan de machine.
8.Open de waterkraan en controleer of de verbindingen
niet lekken.
Opsporen van storingen
Deze wasmachine is uitgerust
met automatische
veiligheidssystemen die
storingen in het beginstadium
herkennen en signaleren en
daar op adequate manier op
reageren.
Het gaat daarbij vaak om
kleine storingen die snel
opgelost kunnen worden.
Bijvoorbeeld:
Het apparaat start niet; er
gaat geen lampje branden.
Controleer of:
de stekker goed in het
stopcontact zit;
het wandstopcontact goed
functioneert
(sluit bijvoorbeeld een
tafellamp aan);
er een goede
programmakeuze is
gemaakt.
Het apparaat start niet,
maar het lampje
“Start/Pauze” knippert.
Controleer of:
de deur van het apparaat
goed gesloten is
(kinderbeveiliging);
het programma is gewijzigd;
de waterkraan open is. Zo
nee, draai dan de kraan
open en druk op de knop
“Start/Pauze”
.
De wasmachine stopt
tijdens het programma.
Controleer of:
het lampje “Spoelstop”
aan is. Schakel deze extra
functie uit door nogmaals
op de knop te drukken;
er een ander programma
geselecteerd is.
Selecteer het gewenste
programma opnieuw en
druk op de knop “Start/
Pauze”;
het veiligheidssysteem van
de wasmachine geactiveerd
is. Zie de tabel met
storingsbeschrijvingen.
Wasmiddel en
nabehandelingsproducten
worden niet opgenomen.
Controleer of:
de inzetstukken van de
wasmiddellade verkeerd
geplaatst zijn (zie
“Onderhoud en reiniging”);
Er genoeg water wordt
toegevoerd. De filters
kunnen verstopt zijn (zie
“Onderhoud en reiniging”).
Indien het wasgoed na het
centrifugeren nog nat is,
kleinere stukken wasgoed
toevoegen en het
centrifugeerprogramma
opnieuw starten.
Controleer of:
het apparaat goed
horizontaal staat, op alle
vier de pootjes (zie
“Installatie”);
de transportbeugels
verwijderd zijn. Voordat u
de wasautomaat in gebruik
neemt, dient u de
veiligheidsbeugels te
verwijderen (zie
“Installatie”).
Na afloop van het
wasprogramma is het
wasgoed niet of
onvoldoende
gecentrifugeerd:
De wasmachine heeft een
detectie- en correctiesysteem
voor het geval de lading uit
balans is. Als u enkele zware
stukken wasgoed in de
machine wast (een badmat,
badjas), is het mogelijk dat dit
systeem de
centrifugeersnelheid verlaagt
om het apparaat te
beschermen of de
centrifugeercyclus zelfs
onderbreekt, als de lading ook
na verschillende startpogingen
te zeer uit evenwicht blijft.
Indien het wasgoed na het
centrifugeren nog nat is,
kleinere stukken wasgoed
toevoegen en het
centrifugeerprogramma
opnieuw starten.
Sterke schuimvorming kan
de centrifugeercyclus
blokkeren. Zorg ervoor dat
de juiste hoeveelheid
wasmiddel wordt gebruikt.
Controleer of de
centrifugeersnelheid is
verlaagd tot 0.
Geen water of
onvoldoende waterdruk
voor apparaten met een
veiligheidsslang:
het apparaat is voorzien van
een veiligheidsslang en de
veiligheidsklep is
opengegaan (rode indicator
in het inspectievenster); Zie
“Installatie”/ “Aansluiten
van de
watertoevoerslang(en)”).
Vervang de veiligheidsslang
in dit geval door een nieuw
exemplaar.
De resterende
programmatijd die op het
display weergegeven
wordt “springt” plotseling
met een paar minuten op
of neer, of de eerder
weergegeven
programmatijd wordt met
enige tijd verlengd/verkort:
Dit is een normale eigenschap
van de wasmachine om zich
aan factoren aan te passen
waar de tijdsduur van het
wasprogramma invloed op
kan hebben, b.v.
sterke schuimvorming;
belading uit balans door
enkele zware stukken
wasgoed;
lange verwarmingstijd door
koudwatertoevoer.
Door deze invloeden wordt de
programmatijd opnieuw
berekend en, indien nodig,
aangepast. Bovendien bepaalt
de wasmachine het gewicht
van de belading tijdens de
vulfase, en kan de
oorspronkelijk aangegeven
programmaduur indien nodig
daaraan aanpassen.
Wat te doen als het veiligheidssysteem van de wasmachine een storing
constateert?
Het programma wordt onderbroken en de storing wordt door verschillende indicatoren gesignaleerd.
Tabel storingsbeschrijvingen
a.Storing in de
watertoevoer (er wordt
geen of onvoldoende
water toegevoerd)
Het lampje “Waterkraan
dicht” brandt en op het
display verschijnt “FH”.
Schakel het apparaat uit door
de programmakeuzeknop op
de stand “ ” te draaien en
haal de stekker uit het
stopcontact.
Controleer of:
de waterkraan helemaal
open is en de
watertoevoerdruk hoog
genoeg is;
de watertoevoerslang
bekneld zit;
het filter tussen de kraan en
de slang schoon is (zie
“Onderhoud en reiniging” /
“Vuilfilter in
wateraansluiting”);
de watertoevoerslang
bevroren is.
Sluit het apparaat aan op de
elektrische voeding.
Selecteer het gewenste
programma opnieuw en
druk nogmaals op de
“Start/Pauze”
-knop om
door te gaan met het
programma (voeg geen
wasmiddel toe voor dit
programma).
b.Storing in het afpompen
Op het digitale display
verschijnt “FP”. Schakel het
apparaat uit door de
programmaknop op “ ” te
draaien en trek de stekker uit
het stopcontact.
Controleer of:
de afvoerslang geknikt is
(zie “Installatie”);
BELANGRIJK
: laat het water
afkoelen voordat u het uit de
machine laat lopen.
de afvoerslang bevroren is.
Sluit het apparaat aan op de
elektrische voeding.
de pomp/het filter
geblokkeerd is (zie
“Verwijderen van het filter”
/ “Afvoeren van het
restwater”).
BELANGRIJK:
Zorg ervoor
dat het waswater is
afgekoeld voordat u het laat
weglopen.
Selecteer opnieuw het
gewenste programma en
druk op de knop
“Start/
Pauze”
om het programma
te vervolgen (voeg voor dit
programma geen wasmiddel
toe). Als de storing aanhoudt,
neem dan contact op met de
klantenservice (zie
“Klantenservice”).
c.Storing elektrische
module
Op het digitale display
verschijnt “F4” tot en met
“F21” of “888”.
Stel de programmaknop
in op “ ”, selecteer het
gewenste programma en
druk opnieuw op de knop
“Start/Pauze”
. Het
programma wordt
vervolgd.
Als de storing aanhoudt,
neem dan contact op met
de klantenservice (zie
“Klantenservice”).
d.Storing Aquastop /
Waterstop
Er klinkt een geluidssignaal.
Het indicatielampje van de
Aquastop/Waterstop gaat
branden. Op het digitale
display wordt “FA”
weergegeven en de pomp
draait.
De “Storing Aquastop /
Waterstop” kan
veroorzaakt zijn door:
te veel schuim.
een lek in het apparaat,
water loopt in de
watertank.
1.
Schakel het apparaat uit
door de programmaknop
op “ ” te zetten, trek de
stekker uit het stopcontact
en draai de kraan dicht.
1.
Neem contact op met de
Klantenservice en beschrijf
de storing (zie
“Klantenservice”).
1.
Als de “Start/Pauze”-knop
niet is ingedrukt, maar er
toch water de machine
binnenstroomt, sluit de
watertoevoer dan af en
neem contact op met de
Klantenservice (zie
“Klantenservice”).
Klein lampje gaat
branden
Digitaal display Omschrijving storing
“Waterkraan dicht” “FH” “Storing in de watertoevoer”
- “FP” “Storing in het afpompen”
-
van “F4” tot “F21” of
“888”
“Defect in een elektrisch
onderdeel”
“Aquastop / Water Stop” “fH” “Storing waterstop”
Klantenservice
Voordat u contact
opneemt met de
klantenservice:
1.
Controleer of u er in slaagt de
storing zelf te verhelpen (zie
“Opsporen van storingen”).
2.
Start het programma
opnieuw om te controleren
of de storing verholpen is.
3.
Als de machine nog steeds
niet goed werkt, bel dan de
klantenservice.
Vermeld het volgende:
De aard van de storing.
Het nummer van het
apparaat en het model,
evenals de servicecode
(nummer achter het woord
SERVICE).
De servicesticker bevindt
zich op het voorpaneel
achter het deurframe.
Uw volledige adres.
Uw telefoonnummer.
Het telefoonnummer en
adres van de Klantenservice
staat vermeld op het
garantiebewijs, of neem
contact op met uw
leverancier.
Transport en behandeling
1.
Zet de wasmachine uit.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Controleer of de deur van de wasmachine en het wasmiddelbakje goed dicht zitten.
4.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los van de aansluiting.
5.
Laat de toevoer- en afvoerslang helemaal leeglopen.
6.
Monteer altijd de transportbeugels (zie “Installatie”/”Verwijderen van de transportbeugels”).
Installatie
Verwijderen van de transportbeugels
1.Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel de
schroeven losser.
2.
Draai de schroef met de hand los.
3.
Pak de schroef vast en verwijder deze door de grote
opening.
4.Sluit de gaten die zo ontstaan af met de bijgeleverde
plastic doppen. Steek de doppen in het breedste deel
van het gat in de richting van de pijl en duw ze in de
nauwere groef tot ze op hun plaats klikken.
5.Bewaar de veiligheidsbeugels.
Wanneer het apparaat weer wordt vervoerd, moeten
de transportbeugels weer worden gemonteerd:
1.
Verwijder de plastic doppen met een
schroevendraaier, schuif ze tegen de richting van de
pijl in en verwijder ze.
2.Monteer de transportschroeven in de omgekeerde
volgorde.
Afstellen van de pootjes
Kleine ongelijkheden van de vloer kunnen
gecompenseerd worden door de vier pootjes van het
apparaat naar boven of naar beneden te schroeven
(gebruik nooit stukjes hout, karton of iets dergelijks):
1.
De wasmachine moet van kant naar kant en van voor
naar achter horizontaal geïnstalleerd worden. Gebruik
een waterpas om dit te controleren.
2.Draai de borgmoer los met behulp van de bijgeleverde
sleutel.
3.Stel de pootjes met de hand in.
4.Draai de borgmoer tegen de klok in vast aan de
wasmachine.
Indien de wasautomaat op een houten vloer wordt
geplaatst, het apparaat op een hardboard plaat van
70 x 70 cm groot en tenminste 3 cm dik zetten.
De plaat met schroeven aan de vloer bevestigen.
Printed in Germany
Ecological Paper
1/1207
5019 401 15301
NL
Aansluiten van de watertoevoerslang(en)
Als uw wasmachine één toevoerslang en één toevoerklep
aan de achterkant heeft: sluit het apparaat alleen aan op
een koudwatertoevoer.
Als uw wasmachine twee toevoerslangen en twee
toevoerkleppen aan de achterkant heeft: sluit het
apparaat aan op warm- en koudwatertoevoer, of alleen
op de koudwatertoevoer met behulp van het
Y-verbindingsstuk. Beide toevoerkleppen moeten
aangesloten worden op de watertoevoer. Houd u aan de
gedetailleerde instructies in de programmatabel.
1.
Schroef de toevoerslang zorgvuldig vast aan de kraan, bij
voorkeur met de hand.
2.
Let erop dat er geen knikken in de slang zitten.
3.
Controleer of de kraan en de aansluitingen van het
apparaat niet lekken door de kraan volledig open te
draaien.
Het apparaat
mag niet
worden aangesloten op de mengkraan
van een waterverwarmer die niet onder druk staat.
De wasmachine kan aangesloten worden zonder een
terugstroomklep.
Bij beschadiging van de slang de wasautomaat onmiddellijk
van het elektriciteitsnet afkoppelen.
Indien de slang niet lang genoeg is, deze vervangen door
een “Water Stop” slang met een grotere lengte
(verkrijgbaar bij de klantenservice of uw handelaar).
Sluit de nieuwe slang op de juiste manier aan op de
wasmachine en de kraan.
Merk op dat de veiligheidsfunctie Aquastop/
Waterstop niet langer gegarandeerd is als de coating
van de slang beschadigd is.
Aansluiten van de waterafvoerslang
1.
Sluit de afvoerslang aan op de geventileerde sifon of haak
hem met de “U”-bocht aan de rand van een wasbak.
2.
Let erop dat er geen knikken in de slang zitten.
3.
Zet de slang vast zodat hij niet kan vallen wanneer de
wasmachine draait.
Kleine handwasbakken zijn niet geschikt.
Als het nodig is een verlengstuk te gebruiken, gebruik dan
een slang van hetzelfde type. Maak de aansluitingen stevig
vast met klemmen.
Max. lengte afvoerslang: 2,50 m
Max. afvoerhoogte: 1,25 m
Min. afvoerhoogte: 0,70 m
Inspectievenster veiligheidsklep
1 / 1

Bauknecht WAB 1000 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor