Whirlpool AWM 1111 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING
GEBRUIKSOMSCHRIJVING
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
KINDERBEVEILIGING
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
VERWIJDEREN VAN HET FILTER
ONDERHOUD EN REINIGING
HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
KLANTENSERVICE
TRANSPORT EN BEHANDELING
ACCESSOIRES
INSTALLATIE
GEBRUIKSOMSCHRIJVING
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor het
wassen en centrifugeren van in de machine
wasbaar wasgoed in particuliere huishoudens.
Houd u aan de instructies in deze
gebruiksaanwijzing en in de aparte programmatabel
wanneer u de wasmachine gebruikt.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en de
programmatabel; als u de wasmachine aan iemand
anders doorverkoopt, geef hem of haar dan ook de
gebruiksaanwijzing en de programmatabel.
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
1.Verpakking verwijderen en controleren
Controleer na het uitpakken of de wasmachine
niet beschadigd is. Gebruik de wasmachine in
geval van twijfel niet. Neem contact op met de
klantenservice of uw plaatselijke leverancier.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, polystyreen enz.) buiten bereik van
kinderen; het kan een bron van gevaar vormen.
Indien het apparaat voor aflevering is
blootgesteld aan lage temperaturen, laat het
apparaat dan eerst even op kamertemperatuur
komen voordat u het in gebruik neemt.
2.Verwijderen van de transportbeugels
De wasmachine is voorzien van veiligheidsbeugels
om te voorkomen dat de interne onderdelen van het
apparaat beschadigen tijdens transport.
Voordat u
de wasautomaat in gebruik neemt, moet u de
veiligheidsbeugels verwijderen
(zie “Installatie”/
”Verwijderen van de transportbeugels”).
3.Installeren van de wasmachine
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke
ondergrond. In het geval van een meegevende
ondervloer, moet het apparaat in de hoek van
een kamer geïnstalleerd worden.
Stel de voetjes af zodat de machine stabiel en vlak
staat (zie “Installatie”/”Afstellen van de pootjes”).
Bij houten of zogenaamde “zwevende” vloeren
(bijvoorbeeld bepaalde parket- of laminaatvloeren)
moet het apparaat op een hardboard plaat van 70
x 70 cm en met een minimale dikte van 3 cm
worden geplaatst. De hardboard plaat moet aan de
vloer geschroefd worden.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen in de
onderkant van de wasmachine (indien aanwezig
op uw wasmachine) niet worden geblokkeerd
door tapijt of ander materiaal.
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang aan volgens de
voorschriften van het Waterleidingbedrijf (zie
“Installatie”/”Aansluiten van de
watertoevoerslang(en)” en de instructies op de zak
van de slang).
Watertoevoer: Uitsluitend koud water (indien
er geen andere informatie op de
programmatabel wordt gegeven)
Waterkraan: 3/4” schroefdraadaansluiting
voor slang
Druk: 100-1000 kPa (1-10 bar).
Gebruik alleen nieuwe slangen om de
wasmachine aan te sluiten op de watertoevoer.
Oude slangen mogen niet meer worden gebruikt
en moeten worden weggegooid.
5.Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan op de geventileerde sifon
of haak hem met de “U”-bocht aan de rand van een
wasbak (zie “Installatie”/“Aansluiten van de
watertoevoerslang”).
6.Elektrische aansluiting
Elektrische aansluitingen moeten tot stand worden
gebracht door een bevoegd technicus en in
overeenstemming met de instructies van de
fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
De gegevens met betrekking tot de spanning, het
opgenomen vermogen en de elektrische zekeringen
staan op het voorpaneel achter het deurframe.
Het apparaat mag uitsluitend op het
elektriciteitsnet worden aangesloten door middel
van een stopcontact dat overeenkomstig de
geldende verordeningen geaard is. Het is wettelijk
verplicht de apparatuur te aarden. De fabrikant
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
schade aan voorwerpen of voor letsel aan personen
of dieren die/dat veroorzaakt is door het niet in
acht nemen van deze voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van het elektriciteitsnet
voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Na de installatie moeten de stekker of de
afkoppeling van het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn.
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel in dat geval de
klantenservice op de hoogte.
Het netsnoer mag alleen door de een medewerker
van de klantenservice worden vervangen.
De wasmachine mag alleen voor de beschreven
toepassingen in het huishouden worden gebruikt.
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
1.Veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen (waaronder kinderen) met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens,
of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze onder
toezicht staan of instructies met betrekking tot het
gebruik van het product hebben gehad van een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Het apparaat mag niet worden bediend door
kinderen.
Er mogen GEEN andere apparaten op de
wasmachine geplaatst worden (b.v.
droogtrommel, boiler enz.).
De wasmachine is alleen geschikt voor gebruik
binnenshuis.
Bewaar of gebruik geen brandbare vloeistoffen in
de buurt van de wasmachine.
Gebruik nooit het deksel van het filter, het
voorpaneel of het wasmiddelbakje om het
apparaat aan op te tillen.
2.Verpakking
De verpakking is 100% recyclebaar en is voorzien
van het recyclingsymbool . Voor de
verwerking dienen de plaatselijke voorschriften
te worden nageleefd.
3.De verpakking en oude apparaten als afval
verwerken
Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese Richtlijn 2002/96/EG
inzake Afgedankte elektrische en elektronische
apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product naar
behoren wordt afgevoerd, helpt u te voorkomen
dat het mogelijke negatieve consequenties heeft
voor het milieu en de menselijke gezondheid,
die zouden kunnen worden veroorzaakt door
onjuiste afvoer als afval van dit product.
Het symbool op het product, of op de
documenten die bij het product geleverd
worden, geeft aan dat dit apparaat niet mag
worden behandeld als huishoudelijk afval. In
plaats daarvan moet het worden afgegeven bij
het desbetreffende verzamelpunt voor recycling
van elektrische en elektronische apparaten.
De afvoer moet geschieden in overeenstemming
met de plaatselijke milieuvoorschriften inzake
afvalverwerking.
Voor nadere informatie over de behandeling,
herwinning en recycling van dit product, wordt u
verzocht contact op te nemen met het plaatselijke
stadskantoor, uw afvalophaaldienst of de winkel
waar u het product heeft aangeschaft.
Haal de stekker uit het stopcontact en snijd de
elektriciteitskabel door zodat het apparaat niet
meer kan worden aangesloten.
Ook moeten wasmiddelresten worden verwijderd
uit het doseerbakje, de trommel, de afvoerslang
en de pomp voordat u de wasmachine afdankt.
Deze wasmiddelresten zouden anders tijdens het
afvalverwerkingsproces in het grondwater
terecht kunnen komen en dit kunnen vervuilen.
4.Algemene adviezen
Laat het apparaat nooit ingeschakeld als dat niet
nodig is. Draai de kraan dicht.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of koppel
het apparaat van de elektriciteit voordat u
onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Forceer de deur niet bij het openen.
Zo nodig kan het netsnoer vervangen worden door
een identiek snoer dat verkrijgbaar is via de
klantenservice. Het netsnoer mag uitsluitend worden
vervangen door een gekwalificeerde elektricien.
5.EG-conformiteitsverklaring
Deze wasmachine is ontworpen, gemaakt en
gedistribueerd in overeenstemming met de
veiligheidseisen van EG-richtlijnen:
2006/95 EG Laagspanningsrichtlijn
2004/108/EG Richtlijn m.b.t.
Elektromagnetische compatibiliteit
Wij raden aan om de eerste wasbeurt met een lege trommel te doen.
Zo wordt eventueel overblijvend water dat is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
1.
Draai de kraan open.
2.
Sluit de deur.
3.
Doe een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje .
4.
Kies een kort programma (zie de programmatabel).
5.
Druk op de
“Start (Pauze)”
-knop.
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
KINDERBEVEILIGING
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Doseerbakje wasmiddel
4.
Servicesticker
(op het voorpaneel achter het
deurframe)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van
de deur
Trek aan de handgreep om de
deur te openen
Sluit de deur door hem stevig
dicht te duwen (totdat u een klik
hoort)
7.
Verstelbare pootjes
8.
Filter achter het deksel
Wij zijn blij dat u hebt gekozen voor onze wasmachine met extra grote trommel en brede deur. Omdat
de wasmachine ook voor jonge kinderen aantrekkelijk kan zijn, hebben wij speciale maatregelen
getroffen ter bescherming van kinderen die in of rondom de machine willen spelen. Deze maatregelen
zijn bedoeld om drukbezette ouders te helpen. Onthoud echter dat kinderen nooit met de machine
mogen spelen, onafhankelijk van het feit of deze is ingeschakeld of niet.
Deuropening
De deur heeft GEEN speciaal vergrendelingssysteem en kan als de machine
niet in werking is
dus met
weining kracht van binnenuit worden geopend door een klein kind. Als de machine is ingeschakeld,
wordt de deur vergrendeld zodat heet water en wasgoed niet naar buiten kunnen worden geworpen.
Deurvergrendeling
Nadat u het programma heeft gestart wordt de deur vergrendeld en draait de trommel eenmaal; de deur
wordt daarna weer enkele seconden ontgrendeld. Hierna blijft de deur vergrendeld tot het eind van het
programma.
Het waarschuwingslampje “Deur vergrendeld” gaat branden als de deur vergrendeld is. Als de deur
geopend moet worden tijdens een programma, druk dan op de knop
“Start (Pauze)”
. Het
waarschuwingslampje “Deur vergrendeld” gaat uit en het indicatielampje
“Start (Pauze)”
gaat knipperen. De deur kan nu worden geopend. De machine kan weer gestart worden
door de deur te sluiten en op de knop
“Start (Pauze)”
te drukken.
De deur kan tijdens bepaalde stadia van het wasprogramma nooit worden geopend, bijvoorbeeld
wanneer het water erg heet is of naar buiten zou kunnen stromen. In deze gevallen blijft de deur
vergrendeld en het waarschuwingslampje “Deur vergrendeld” gaat weer aan nadat op de knop
“Start
(Pauze)”
is gedrukt. Als u de machine toch per se wilt openen, haal dan niet de stekker uit het
stopcontact maar druk op de knop “Reset/Afpompen”. Hierdoor wordt al het water weggepompt en kan
de deur vervolgens worden geopend.
2
3
1
7
7
6
5
4
8
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Wasmiddelen en nabehandelingsproducten
toevoegen
Trek de wasmiddellade helemaal naar buiten, tot
hij niet verder kan.
Voeg het wasmiddel toe:
Bakje
Voorwasmiddel
Bakje
Hoofdwasmiddel
Vlekkenmiddelen
Waterontharder
Bij gebruik van waspoeder :
Duw de blauwe schuifknop van het inzetstuk naar
links (foto 2); er blijft ruimte over tussen het
inzetstuk en de onderkant van het bakje voor
hoofdwasmiddel.
Bij gebruik van vloeibaar wasmiddel :
Duw de schuifknop van het inzetstuk naar rechts
(foto 3); het inzetstuk raakt de bodem van het bakje
voor hoofdwasmiddel.
Bakje
Wasverzachter
Vloeibaar stijfsel
Voeg wasverzachter en conditioners niet verder dan tot aan het
merkteken “Max” toe.
Doe de wasmiddellade weer goed dicht.
Chloorbleekmiddel gebruiken
Was uw wasgoed op het gewenste programma (Katoen,
Synthetisch, enz.) met de juiste hoeveelheid
chloorbleekmiddel in het vakje WASVERZACHTER (doe het
wasmiddelbakje goed dicht).
Start onmiddellijk na het einde van het programma het
programma “Spoelen en centrifugeren” om een eventuele
chloorlucht te verwijderen; u kunt desgewenst wasverzachter
toevoegen.
1
Inzetstuk
wasmiddellade
2
Inzetstuk
wasmiddellade
3
Vloeibaar wasmiddel -
duw de schuifknop naar rechts
Waspoeder -
duw de schuifknop naar links
Opmerkingen:
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten op een droge plaats, buiten het bereik van kinderen.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn voor
de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen componenten bevatten die onderdelen van uw
wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (terpentine, wasbenzine enz.)
Was textiel dat behandeld is met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen niet in de wasmachine.
U kunt vloeibare wasmiddelen gebruiken tijdens de “Voorwas” bij programma's die deze extra functie
hebben. Gebruik in dat geval alleen een waspoeder in de lade voor de hoofdwas .
Als u een geconcentreerde wasverzachter gebruikt, voeg dan water toe in de wasmiddellade tot aan
het teken “MAX”.
Om bij het gebruik van geconcentreerde waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen bij de
verdeling te voorkomen, gebruikt u het bij het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel en plaatst
u dit rechtstreeks in de trommel.
Als u een gelwasmiddel gebruikt, zet het inzetstuk dan op de positie voor waspoeder.
Gebruik als startselectie is ingeschakeld alleen wasmiddel in poedervorm. Waspoeder blijft in het
wasmiddelbakje tot het programma start, maar vloeibare wasmiddelen kunnen uit het wasmiddelbakje
lopen.
Als u stijfselpoeder gebruikt, lees dan de informatie op de verpakking en ga als volgt te werk:
1.
was uw wasgoed met het gewenste wasprogramma.
2.
Meng het poeder volgens de aanwijzingen op de verpakking.
3.
Stel het programma “Spoelen en Centrifugeren” in, verlaag de snelheid tot maximaal 800 rpm en
start het programma.
4.
Trek de wasmiddellade naar buiten tot u ongeveer 3 cm van het bakje voor het hoofdwasmiddel
ziet.
5.
Schenk de stijfseloplossing in het bakje voor hoofdwasmiddel terwijl het water in de
wasmiddellade loopt.
6.
Als er op het eind van het programma stijfselresten in de wasmiddellade zitten, reinig deze dan
(zie “Onderhoud en reiniging”).
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
Afvoeren van het restwater
Restwater moet verwijderd worden:
voordat u een wasmachine transporteert (verplaatst),
wanneer u een wasmachine installeert op plaatsen waar
er kans op vorst is en
voordat u het filter verwijdert.
1.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u het restwater afvoert. Alvorens
het water uit de machine te laten lopen, dient u zich
ervan te verzekeren dat het is afgekoeld.
2.
Draai de gleuf met behulp van een muntstuk 180°,
zodat de stip naar het geopende slot wijst. Het deksel
valt open op de vloer.
3.
Verwijder de slang, plaats er een lage bak onder en trek
de dop van de slang.
4.
Laat het restwater weglopen tot er geen water meer
uitkomt. Doe de dop weer op de slang.
5.
Leg de slang in het deksel, klap het deksel omhoog en
sluit het met behulp van een muntstuk. De stip wijst naar
het gesloten slot.
6.
Giet ongeveer één liter water in de wasmiddellade om
het besparingssysteem weer in te schakelen. Doe de
stekker weer in het stopcontact.
7.
U kunt de wasmachine nu volladen en het gewenste
programma starten.
2/5
3
5
VERWIJDEREN VAN HET FILTER
Verwijderen van het filter
Het filter moet eruit gehaald worden:
als de wasmachine het water niet goed wegpompt,
als u kleine voorwerpen, b. v. knopen en munten in de
pomp hoort rammelen en
twee tot drie keer per jaar voor inspectie.
U moet het restwater weg laten lopen voordat u het filter
eruithaalt. Voer de stappen in het hoofdstuk “Afvoeren
van het restwater” uit, maar alleen tot punt 4. Ga daarna
verder met de punten hieronder.
1.
Open het filter maar trek het niet helemaal naar buiten.
Draai de handgreep langzaam tegen de klok in totdat
het water eruit loopt. Zorg ervoor dat het water
afgekoeld is voordat u het laat weglopen.
2.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
3.
Schroef het filter nu helemaal los en haal het weg.
4.
Reinig het filter en de filterkamer.
5.
Plaats het filter terug met de richtpin naar boven, en
schroef het naar rechts vast.
6.
Leg de slang in het deksel, klap het deksel omhoog en
sluit het met behulp van het inzetstuk uit de
wasmiddellade of een munt. De stip wijst naar het
gesloten slot.
7.
Giet ongeveer 1 liter in de wasmiddellade om het
besparingssysteem weer in te schakelen. Doe de stekker
weer in het stopcontact.
8.
U kunt de wasmachine nu volladen en het gewenste
programma starten.
1
5
6
6
ONDERHOUD EN REINIGING
Behuizing en bedieningspaneel
Reinig het apparaat met een neutraal
huishoudelijk reinigingsmiddel en een vochtige
doek (gebruik geen schuur- of oplosmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte doek.
Binnenste van het apparaat
Als u zelden of nooit op 95°C wast, adviseren wij
om zo nu en dan een 95°C programma te laten
draaien zonder wasgoed, met een klein beetje
wasmiddel, om het apparaat van binnen schoon
te houden.
Laat de deur na het wassen enige tijd open, zodat
de binnenkant van het apparaat kan drogen.
Deurafdichting
Indien nodig met een vochtige doek reinigen.
Controleer regelmatig de toestand van de
deurafdichtingen.
Filter
Controleer het filter regelmatig, minstens twee of
drie maal per jaar, en reinig het (zie “Verwijderen
van het filter”).
Watertoevoerslang
Controleer de watertoevoerslang geregeld op
barsten of scheuren en vervang hem indien
nodig door een nieuwe slang van hetzelfde type
(verkrijgbaar bij de klantenservice of uw
speciaalzaak).
Gebruik geen brandbare vloeistoffen voor het reinigen van het apparaat.
Doseerbakje wasmiddel
Maak de wasmiddellade en het vak voor de lade
regelmatig schoon, minstens drie of vier keer per jaar,
om te voorkomen dat het wasmiddel zich ophoopt.
1.
Druk de hendel in het voorwasbakje naar beneden en trek het
bakje eruit (zie de pijl omlaag).
2.
Verwijder de inzetstukken uit het wasmiddelbakje (zie de
pijlen omhoog).
3.
Spoel alle onderdelen schoon onder stromend water.
4.
Plaats de losse delen terug in het doseerbakje en schuif het
terug in de opening.
Controleer en reinig de vuilfilters in de
wateraansluiting regelmatig.
1.
Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang los van de kraan.
3.
Reinig het interne filter.
4.
Schroef de toevoerslang weer aan de kraan.
5.
Schroef de toevoerslang los van de wasmachine.
6.
Reinig het vuilfilter in de wasmachine.
7.
Schroef de toevoerslang weer vast aan de machine.
8.
Open de waterkraan en controleer of de verbindingen
niet lekken.
HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Deze wasmachine is uitgerust met automatische
veiligheidssystemen die storingen in het
beginstadium herkennen en signaleren en daar op
adequate manier op reageren.
Het gaat daarbij vaak om kleine storingen die snel
opgelost kunnen worden.
Bijvoorbeeld:
Het apparaat start niet; er gaat geen lampje
branden.
Controleer of:
De stekker goed in het stopcontact zit.
Het wandstopcontact goed functioneert
(sluit bijvoorbeeld een tafellamp aan).
De wasmachine ingeschakeld is.
Het apparaat start niet, en het lampje
“Start (Pauze)” knippert.
Controleer of:
De deur van het apparaat goed gesloten is
(kinderbeveiliging).
Het programma is gewijzigd.
De waterkraan open is. Zo nee, draai dan de
kraan open en druk op de knop
“Start (Pauze)”
.
Nadat u een programma heeft gestart duurt het
even tot het programma echt start en er water in
de wasmachine stroomt.
Aan het begin van elk programma draait de
trommel eenmaal en wordt de deur om
veiligheidsredenen weer ontgrendeld (zie de
paragraaf “Kinderbeveiliging”).
Er is een resetfase om de sensoren terug te
zetten op hun startpositie voordat het
geselecteerde programma start.
De wasmachine stopt tijdens het
programma.
Controleer of:
Het lampje
“Spoelstop”
knippert. Schakel deze
extra functie uit door nogmaals op de knop te
drukken.
Er een ander programma is geselecteerd.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
druk op de
“Start (Pauze)”
-knop.
Het veiligheidssysteem van de wasmachine
geactiveerd is.
Zie de storingsbeschrijving.
Wasmiddel en nabehandelingsproducten
worden niet opgenomen.
Controleer of:
De schuifknop van het inzetstuk in het
wasmiddelbakje aangepast is aan het gebruik
van waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
De inzetstukken van de wasmiddellade verkeerd
geplaatst zijn (zie “Onderhoud en reiniging”);
Er genoeg water wordt toegevoerd. De filters in
de wateraansluiting kunnen verstopt zijn (zie
“Onderhoud en reiniging“).
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, kleinere stukken wasgoed toevoegen en
het centrifugeerprogramma opnieuw starten.
Controleer of:
Het apparaat goed horizontaal staat, op alle vier
de pootjes (zie “Installatie”).
De transportbeugels verwijderd zijn. Voordat u de
wasmachine in gebruik neemt moet u de
transportschroeven verwijderen (zie “Installatie”).
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of onvoldoende gecentrifugeerd:
De wasmachine heeft een detectie- en
correctiesysteem voor het geval de lading uit balans
is. Als u enkele zware stukken wasgoed in de machine
wast (badmat, badjas), is het mogelijk dat dit
systeem de centrifugeersnelheid verlaagt om het
apparaat te beschermen of de centrifugeercyclus zelfs
onderbreekt, als de lading ook na verschillende
startpogingen te zeer uit evenwicht blijft.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, kleinere stukken wasgoed toevoegen en
het centrifugeerprogramma opnieuw starten.
Sterke schuimvorming kan de centrifugeercyclus
blokkeren. Zorg ervoor dat de juiste hoeveelheid
wasmiddel wordt gebruikt.
Controleer of de centrifugeersnelheid is verlaagd
tot 0.
Geen water of onvoldoende waterdruk voor
apparaten met een veiligheidsslang:
het apparaat is voorzien van een
veiligheidsslang en de veiligheidsklep is
opengegaan (rode indicator in het
inspectievenster); zie “Installatie”/“Aansluiten
van de watertoevoerslang(en)”).
Als dit het geval is, vervang deze dan door een
nieuwe veiligheidsslang.
De resterende programmatijd die op het
display weergegeven wordt “springt”
plotseling met een paar minuten op of
neer, of de eerder weergegeven
programmatijd wordt met enige tijd
verlengd/verkort.
Dit is een normale eigenschap van de wasmachine om
zich aan factoren aan te passen waar de tijdsduur van
het wasprogramma invloed op kan hebben, b.v.
Sterke schuimvorming.
Belading uit balans door enkele zware stukken
wasgoed.
Lange verwarmingstijd door koudwatertoevoer.
Door deze invloeden wordt de programmatijd
opnieuw berekend en, indien nodig, aangepast.
Bovendien bepaalt de wasmachine het gewicht van
de belading tijdens de vulfase, en kan de
oorspronkelijk aangegeven programmaduur indien
nodig daaraan aanpassen.
Wat te doen als het veiligheidssysteem van de wasmachine een storing constateert?
Het programma wordt onderbroken en de storing wordt door verschillende indicatoren gesignaleerd.
Tabel storingsbeschrijvingen
a.Geen of onvoldoende watertoevoer
Draai de kraan open en controleer of de
waterdruk voldoende is.
Verwijder knikken in de watertoevoerslang.
Zorg ervoor dat de kamertemperatuur niet te laag
is, zodat het water niet bevriest in de slangen.
Controleer en reinig het filter in de aansluiting
van de waterslang op de kraan.
b.Het afvalwater wordt niet afgepompt
Schakel de wasmachine uit door op “Aan/Uit” te
drukken en trek de stekker uit het stopcontact.
Verwijder knikken in de watertoevoerslang.
Zorg ervoor dat de kamertemperatuur niet te laag
is, zodat het water niet bevriest in de slangen.
Controleer het filter en reinig de pomp (zie
“Afvoeren van het restwater”/“Verwijderen van het
filter”);
zorg ervoor dat het water is afgekoeld
voordat u het afpompt.
Steek de stekker weer in het stopcontact, selecteer
het gewenste programma opnieuw en druk op
“Start (Pauze)”
om door te gaan met het
wasprogramma (voeg geen wasmiddel meer toe).
c. Te veel schuim
Als er te veel schuimvorming optreedt, dan start
de wasmachine een automatisch
schuimverminderingsproces. Tijdens dit proces
verschijnt “Fod” op het display en staat het
aftellen van de resterende programmatijd stil.
d.Er loopt water in het waterstopplateau van de
wasmachine
Er klinkt een geluidssignaal; de pomp werkt.
Schakel de wasmachine uit door op “Aan/Uit” te
drukken, trek de stekker uit het stopcontact en
draai de kraan dicht.
Neem contact op met de Klantenservice en
beschrijf de storing (zie “Klantenservice”).
e.Storing in een elektrisch onderdeel
Houd de knop “Reset/Afpompen” enkele
seconden ingedrukt.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
druk op de knop
“Start (Pauze)”
om verder te
gaan met het programma.
f. Deur kan niet vergrendeld worden
Houd de knop “Reset/Afpompen” enkele
seconden ingedrukt.
Probeer de deur opnieuw te sluiten.
g.Deur kan niet ontgrendeld worden
Houd de knop “Reset/Afpompen” enkele
seconden ingedrukt.
Probeer de deur opnieuw te openen.
Als een van de hierboven beschreven storingen
aanhoudt, schakel de wasmachine dan uit, trek de
stekker uit het stopcontact en neem contact op
met de Klantenservice (zie “Klantenservice”).
Indicatie
op het
display
Probleem Mogelijke oorzaak
Oplossing
Zie onder
AH
Geen of onvoldoende
watertoevoer.
Waterkraan staat niet open.
Watertoevoerdruk is te laag.
Waterslang is geknikt.
Waterslang is bevroren.
Filter in de waterslang is verstopt.
a
FP
Het afvalwater wordt niet
afgepompt.
Afvoerslang is geknikt.
Afvoerslang is bevroren.
De pomp of het filter is geblokkeerd.
b
Fod
Te veel schuimvorming
tijdens het wasprogramma.
Te veel wasmiddel in de machine gedaan.
Overdosis van wasmiddelconcentraten.
c
FA
Er loopt water in het
waterstopplateau in de
onderkant van de
wasmachine.
Een lek in de wasmachine.
d
F1 tot F99
of FH
Storing in een elektrisch
onderdeel.
Kan alleen worden opgelost door een
gekwalificeerde monteur.
e
FdL
Deur kan niet
vergrendeld worden.
Kan alleen worden opgelost door een
gekwalificeerde monteur.
f
FdU
Deur kan niet
ontgrendeld worden.
Kan alleen worden opgelost door een
gekwalificeerde monteur.
g
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1.
Probeer of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
“Het oplossen van problemen”).
2.
Start het programma opnieuw om te controleren
of de storing verholpen is.
3.
Als de machine nog steeds niet goed werkt, bel
dan de klantenservice.
Vermeld het volgende:
De aard van de storing.
Apparaat- en modelnummer en de servicecode
(nummer achter het woord SERVICE).
De servicesticker bevindt zich op het voorpaneel
achter het deurframe.
Uw volledige adres.
Uw telefoonnummer.
Het telefoonnummer en adres van de Klantenservice
staat vermeld op het garantiebewijs, of neem
contact op met uw leverancier.
TRANSPORT EN BEHANDELING
ACCESSOIRES
Via de Klantenservice of uw speciaalzaak kunt u
een voetstuklade aanschaffen, die onder uw
wasmachine geïnstalleerd kan worden. Hierdoor
wordt uw machine hoger gezet zodat laden en
uitladen gemakkelijker wordt, omdat u niet meer
hoeft te bukken om bij de deur te komen.
Daarnaast biedt het voetstuk veel opbergruimte.
1.
Zorg ervoor dat de wasmachine uitgeschakeld is.
2.
Trek de stekker uit het stopcontact.
3.
Draai de kraan dicht.
4.
Controleer of de deur van de wasmachine en het wasmiddelbakje goed dicht zitten.
5.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los van de aansluiting.
6.
Laat de toevoer- en afvoerslang helemaal leeglopen.
7.
Monteer altijd de transportbeugels (zie “Installatie”/”Verwijderen van de transportbeugels”).
INSTALLATIE
Verwijderen van de transportbeugels
1.
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel de
schroeven losser.
2.
Draai de schroef met de hand los.
3.
Pak de schroef vast en verwijder deze door de grote
opening.
4.
Sluit de gaten die zo ontstaan af met de bijgeleverde
plastic doppen. Steek de doppen in het breedste deel
van het gat in de richting van de pijl en duw ze in de
nauwere groef tot ze op hun plaats klikken.
5.Bewaar de veiligheidsbeugels.
Wanneer het apparaat weer wordt vervoerd, moeten de
transportbeugels weer worden gemonteerd:
1.
Verwijder de plastic doppen met een schroevendraaier,
schuif ze tegen de richting van de pijl in en verwijder ze.
2.
Monteer de transportschroeven in de omgekeerde
volgorde.
Afstellen van de pootjes
Kleine ongelijkheden van de vloer kunnen gecompenseerd
worden door de vier pootjes van het apparaat naar boven
of naar beneden te schroeven (gebruik nooit stukjes hout,
karton of iets dergelijks):
1.
De wasmachine moet van kant naar kant en van voor
naar achter horizontaal geïnstalleerd worden. Gebruik
een waterpas om dit te controleren.
2.
Draai de borgmoer los met behulp van de bijgeleverde
sleutel.
3.
Stel de hoogte van de pootjes met de hand in.
4.
Draai de borgmoer tegen de klok in vast aan de
wasmachine.
Indien het apparaat op een houten vloer moet worden
geplaatst, verdeel het gewicht dan door het apparaat op een
hardboard plaat van 70 x 70 cm groot en 3 cm dik te zetten.
Zet de hardboard plaat vast aan de vloer.
Aansluiten van de watertoevoerslang(en)
Als uw wasmachine één toevoerslang en één toevoerklep
aan de achterkant heeft: sluit het apparaat alleen aan op
een koudwatertoevoer.
Als uw wasmachine twee toevoerslangen en twee
toevoerkleppen aan de achterkant heeft: sluit het
apparaat aan op warm- en koudwatertoevoer, of alleen
op de koudwatertoevoer met behulp van het Y-
verbindingsstuk. Beide toevoerkleppen moeten
aangesloten worden op de watertoevoer. Houd u aan de
gedetailleerde instructies in de programmatabel.
1.
Schroef de toevoerslang zorgvuldig vast aan de kraan, bij
voorkeur met de hand.
2.
Let erop dat er geen knikken in de slang zitten.
3.
Controleer of de kraan en de aansluitingen van het apparaat
niet lekken door de kraan volledig open te draaien.
Het apparaat
mag niet
worden aangesloten op de mengkraan
van een waterverwarmer die niet onder druk staat.
De wasmachine kan aangesloten worden zonder een
terugstroomklep.
Bij beschadiging van de slang moet de wasmachine
onmiddellijk van het elektriciteitsnet afkoppeld worden.
Indien de slang niet lang genoeg is, deze vervangen door een
“Water Stop” slang met een grotere lengte (verkrijgbaar bij de
klantenservice of uw handelaar).
Sluit de nieuwe slang op de juiste manier aan op de
wasmachine en de kraan.
Merk op dat de veiligheidsfunctie Aquastop/Waterstop
niet langer gegarandeerd is als de coating van de slang
beschadigd is.
Aansluiten van de watertoevoerslang
1.
Sluit de afvoerslang aan op de geventileerde sifon of haak
hem met de “U”-bocht aan de rand van een wasbak.
2.
Let erop dat er geen knikken in de slang zitten.
3.
Zet de slang vast zodat hij niet kan vallen wanneer de
wasmachine draait.
Kleine handwasbakken zijn niet geschikt.
Als het nodig is een verlengstuk te gebruiken, gebruik dan
een slang van hetzelfde type. Maak de aansluitingen stevig
vast met klemmen.
Max. lengte afvoerslang: 2,50 m
Max. afvoerhoogte: 1,25 m
Min. afvoerhoogte: 0,70 m
Inspectievenster veiligheidsklep
5019 301 15241
NL
Ecological Paper
Printed in Germany
1/0809
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Whirlpool AWM 1111 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor